10.07.2015 Views

te downloaden - Nederlandse Hydrologische Vereniging

te downloaden - Nederlandse Hydrologische Vereniging

te downloaden - Nederlandse Hydrologische Vereniging

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

• De Penman-Mon<strong>te</strong>ith vergelijking gaat uit van een oppervlak dat bestaat uit ‘one bigleaf’, en neemt aan dat fluxen vanuit de bodem genegeerd kunnen worden. DePenman-Mon<strong>te</strong>ith vergelijking geldt daarmee alleen voor gewassen die de bodemvolledig bedekken (Feddes en Lenselink, 1994).Over een gro<strong>te</strong>r oppervlak is ech<strong>te</strong>r de ‘one big leaf’ benadering zelden geldig, omda<strong>te</strong>r altijd delen van een gebied en periodes zijn waarin de vegetatie niet geslo<strong>te</strong>n is.Zowel het bodemoppervlak als de bladeren verdampen of transpireren vocht naar deatmosfeer. Hun relatieve aandeel in de totale verdamping verandert aanzienlijk alsde vegetatie zich ontwikkelt (Zhou et al., 2006). De Shuttleworth-Wallace methodebeschouwt de verhouding tussen transpiratie en bodemverdamping expliciet.Daarvoor is wel informatie nodig over de albedo, maar ook van vijf verschillendeoppervlak<strong>te</strong>weerstanden en aerodynamische weerstanden. Het parametriseren vaneen dergelijke vergelijking vormt daarmee een drempel voor toepassing inhydrologische simulaties. Een al<strong>te</strong>rnatief is toepassing van de Penman-Mon<strong>te</strong>ithvergelijking voor bodem en plant apart (zie paragraaf 5.3.2).• De toepassing van modellen voor de berekening van E p is toegenomen doorverbe<strong>te</strong>rde metingen van me<strong>te</strong>orologische variabelen nabij het oppervlak, zoalsbodem- en lucht<strong>te</strong>mperatuur, luchtvochtigheid, straling, wind en neerslag (Farahaniet al., 2007). De benaderingen van een twee-staps methode (gewasfactoren) envergelijkingen waarin <strong>te</strong>rmen voor de beschikbare energie (“available energy <strong>te</strong>rm”)en voor de mogelijkheid van de atmosfeer om wa<strong>te</strong>r werkelijk <strong>te</strong> onttrekken(“aerodynamic <strong>te</strong>rm”) gecombineerd worden, naderen elkaar s<strong>te</strong>eds meer. Enerzijdsis er namelijk behoef<strong>te</strong> aan theoretische kennis om de nauwkeurigheid en algemenetoepasbaarheid van methodes <strong>te</strong> vergro<strong>te</strong>n; anderzijds moe<strong>te</strong>n methodes welpraktisch toepasbaar blijven.5.2.1.3. BodemverdampingVoor verdamping van open wa<strong>te</strong>r geldt dat de beschikbaarheid van wa<strong>te</strong>r niet beperkend isvoor de hoeveelheid wa<strong>te</strong>r dat verdampt. Dit geldt niet voor bodemverdamping. Verschillenin bodemverdamping en verdamping van open wa<strong>te</strong>r worden daarom niet veroorzaakt doorverschillen in me<strong>te</strong>orologische condities, maar door verschillen in wa<strong>te</strong>rbeschikbaarheid. Debodemverdamping is veelal lager dan de verdamping van open wa<strong>te</strong>r, vanwege verschillenin albedo en doordat de beschikbaarheid van wa<strong>te</strong>r in de toplaag van de bodem beperkend is.Voor bodems met een grove structuur en een verzadigde toplaag, ech<strong>te</strong>r, kan door het relatiefgro<strong>te</strong> verdampend oppervlak de bodemverdamping hoger zijn dan die van open wa<strong>te</strong>r(Ward en Robinson, 1990). Dit laats<strong>te</strong> is ech<strong>te</strong>r meer een uitzondering die bijvoorbeeld alleenoptreedt enkele dagen na heftige neerslag als de bodem volledig verzadigd is.In een droge, kale bodem is het transport van wa<strong>te</strong>r naar het bodemoppervlak beperkendvoor bodemverdamping. Bij afwezigheid van neerslag, is de bodemverdamping afhankelijkvan capillaire stroming van wa<strong>te</strong>r vanuit bodemvocht in diepere lagen naar hetbodemoppervlak, welke berekend wordt volgens de vergelijking van Darcy:= − d Hq kdzwaarin q de volumefluxdichtheid [L T -1 ], k de doorla<strong>te</strong>ndheid van de bodem [L T -1 ], H destijghoog<strong>te</strong> [L] en z de verticale afstand [L]. Om opwaartse stroming vanuit het grondwa<strong>te</strong>rmogelijk <strong>te</strong> maken, moet H afnemen met de hoog<strong>te</strong>, waardoor dH/dz negatief, en q positiefwordt (Figuur 3). Maar, doordat k s<strong>te</strong>rk afneemt met het vochtgehal<strong>te</strong> θ, en dus met deafstand tot de grondwa<strong>te</strong>rspiegel, moet dit gecompenseerd worden door dH/dz, zodat opelke diep<strong>te</strong> dezelfde flux behouden blijft. Om op elke diep<strong>te</strong> dezelfde flux <strong>te</strong> behouden, moe<strong>te</strong>en ma<strong>te</strong> van afname van k met de afstand tot de grondwa<strong>te</strong>rspiegel worden gecompenseerddoor eenzelfde ma<strong>te</strong> van toename met deze afstand voor de absolu<strong>te</strong> waarde van dH/dz.(0.3)Actuele verdamping in hydrologische modellen; CONCEPT, TBV Review 2013Bartholomeus, Heijkers, Droogers, Van Dam, Van Walsum6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!