10.07.2015 Views

Gebiedsontwikkeling IJssel-Vechtdelta - BIS - Gemeente Zwolle

Gebiedsontwikkeling IJssel-Vechtdelta - BIS - Gemeente Zwolle

Gebiedsontwikkeling IJssel-Vechtdelta - BIS - Gemeente Zwolle

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Gebiedsontwikkeling</strong><strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>Programmaplan 2012-2015<strong>Gemeente</strong> <strong>Zwolle</strong><strong>Gemeente</strong> Zwartewaterland<strong>Gemeente</strong> KampenProvincie OverijsselWaterschap Groot SallandDeltaprogramma <strong>IJssel</strong>meergebiedDeltaprogramma RivierenProgrammaplan 1


ColofonUitgaveProvincie OverijsselDatumFebruari 2012AuteurKerngroep gebiedsontwikkeling <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>AdresgegevensProvincie OverijsselLuttenbergstraat 2Postbus 100788000 GB <strong>Zwolle</strong>Telefoon 038 499 88 99Fax 038 425 48 88provincie.overijssel.nlpostbus@overijssel.nlVersie Status1.0 Definitief2 Programmaplan


Figuur AProgrammaplan 3


1 Achtergrond1.1 Aanleiding voor het programmaDe essentie van duurzame ruimtelijke ontwikkeling is dat de ruimtelijke ordening integraal wordt afgestemdop toekomstbepalende ontwikkelingen. De consequenties van besluiten binnen het Deltaprogrammazijn van groot belang voor de ontwikkeling van een belangrijk deel van de provincieOverijssel in de komende decennia: de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> (zie figuur A op de vorige pagina).De gemeenten <strong>Zwolle</strong>, Kampen, Zwartewaterland, waterschap Groot Salland en de provincie Overijsselhebben op basis van gezamenlijke belangen de handen ineen geslagen om samen met collegaoverhedenen belangenpartijen uit de regio <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> te werken aan een duurzame inrichtingvan de regio. Hierbij ligt de nadruk de komende jaren op het koppelen van de wateropgave uit hetDeltaprogramma aan het realiseren van regionale doelen op het gebied van wonen, werken, landschapen watersysteem met als einddoel het realiseren van een duurzame ruimtelijke inrichting.1.2 Van probleemstelling naar opgaveUrgentie: klimaatverandering en DeltaprogrammaKlimaatverandering zorgt voor extremer weer met meer afvoer over de rivieren en droge periodenwaarin de zoetwatervoorziening onder druk komt te staan. Om te anticiperen op deze ontwikkelingheeft het Rijk, op aanbeveling van de Deltacommissie onder leiding van oud-minister Veerman(2008), op nationaal niveau het Deltaprogramma opgestart. Deze Deltacommissie bracht advies uitover hoe we ons land ook op de lange termijn kunnen beschermen tegen water en de zoetwatervoorzieningveilig kunnen stellen. De commissie noemde de noodzaak tot handelen ‘niet acuut, maarwel urgent.’ In het Deltaprogramma staat een aantal beslissingen centraal die op nationaal niveaumoet worden genomen in 2015. Voor de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> zijn met name de volgende Deltabeslissingenvan belang:- het actualiseren van de waterveiligheidsnormen en de gebiedsgerichte uitwerking;- een besluit over het peilbeheer van het <strong>IJssel</strong>meer tot 2100;- een nationaal beleidskader voor ruimtelijke adaptatie.Het Rijk stelt vanaf 2020 een Deltafonds (€ 1 miljard per jaar) beschikbaar voor het nemen van debenodigde maatregelen.Uit verkenningen die in het kader van het Deltaprogramma zijn uitgevoerd blijkt dat de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> een kwetsbaar en waardevol gebied is waar volop ontwikkelingen plaatsvinden. Het gebiedis waardevol in sociaal-economisch opzicht (groeiregio), maar ook cultuurhistorisch en landschappelijk(Nationaal Landschap). Het kenmerkt zich ook door de belangrijke agrarische functie enbijzondere natuur (Natura2000 en Ecologische Hoofdstructuur).Uit de verkenning blijkt tevens dat in het kerngebied van de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>, het gebied rondomen tussen <strong>Zwolle</strong>, Kampen en Zwartsluis, de opgaven van het Deltaprogramma samenkomen. Ditgebied is een ‘hotspot’ binnen het Deltaprogramma en krijgt mogelijk te maken met zowel een <strong>IJssel</strong>meerpeilstijgingals andere veiligheidsnormering en hogere rivierafvoer.Veranderingen in het watersysteem hebben directe effecten op de bestaande ruimtelijke functies.Een verandering van het <strong>IJssel</strong>meerpeil, hogere rivierafvoeren en een mogelijke aanpassing van deveiligheidsnormen hebben een grote invloed op het leven in de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>. Het raakt direct deruimtelijke ordening van de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> en daarmee de programma’s en projecten die in hetgebied draaien. Hierbij gaat het om (water)veiligheid en bijvoorbeeld de verandering van(grond)waterstanden. Deze veranderingen hebben invloed op de ruimtelijke functies in deze deltazoals wonen, werken, watersyteem, landbouw, natuur, regionale economie en recreatie/toerisme.Deze constateringen zijn bevestigd in het Deltaprogramma 2012 dat door de Tweede Kamer is vast-4 Programmaplan


gesteld.Het is van belang dat vroegtijdig wordt ingespeeld op deze ontwikkelingen, zodat de wateropgaveuit het Deltaprogramma integraal wordt afgewogen en wordt gekoppeld aan de opgaven in het gebied.Opgave 1: Het verbinden van de wateropgave vanuit het Deltaprogramma met de opgavenen ambities in de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> door het leveren van regionale inbreng in hetDeltaprogramma.De invulling van de ruimtelijke opgaven, als gevolg van ondermeer de Deltabeslissingen, bepalen deruimtelijke ontwikkeling van de regio voor de komende decennia. Keuzes en nieuwe functiecombinatieszijn nodig om te komen tot een duurzame inrichting, die de wateropgave verbindt met de regionaleopgaven in stedelijk en landelijk gebied. Daar waar de ruimtelijke opgaven samenkomen metde wateropgave is sprake van kansrijke gebieden om duurzame ruimtelijke ontwikkeling te versnellen.In gebiedsontwikkelingen komen deze fysieke, leefomgevings-, sociaal-economische en sociaalcultureleopgaven samenhangend bij elkaar.Opgave 2: Een duurzamere ruimtelijke inrichting in de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> te realiserenin gebiedsontwikkelingen door de ruimtelijke regionale opgaven pro-actief te combinerenmet de wateropgave van het Deltaprogramma.1.3 ContextDe <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> is het gebied rondom (en tussen) Kampen, Zwartsluis en <strong>Zwolle</strong>. In dit gebiedkomen de diverse opgaven van het Deltaprogramma samen. Hier zijn de effecten van de besluitenuit het Deltaprogramma het grootst.Het programma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> heeft relaties met diverse andere programma’s en projecten. Inparagraaf 5.2 wordt nader ingegaan op de inhoudelijke en organisatorische relaties tussen het programma<strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> en haar omgeving. Hieruit blijkt zowel de nauwe relatie met de verschillendedeelprogramma’s van het Deltaprogramma en regionale programma’s en projecten.1.4 LeeswijzerDit programmaplan beschrijft de doelen (hoofdstuk 2), inspanningen en benodigde middelen (hoofdstuk3), het programmamanagement (hoofdstukken 4, 5 en 6), en de communicatie en evaluatie(hoofdstukken 7 en 8) van dit programma voor de periode 2012-2015 met een doorkijk naar de periodena 2015.Programmaplan 5


2 Doelstelling, resultaat en randvoorwaarden2.1 DoelenHet einddoel (2050 en 2015) van dit programma is:Einddoel 2050:Het realiseren van een duurzamere ruimtelijke inrichting van de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>.In de periode 2012-2015 richt het programma zich op:-het leveren van inbreng in het Deltaprogramma;-het opstellen van een lange termijn perspectief voor de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>;-het uitvoeren van een investeringsprogramma met projecten.Beschrijving einddoel 2015In de periode 2012-2015 staat het verkennen van het raakvlak tussen de opgaven van het Deltaprogrammaen de ruimtelijke functies in de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> centraal. Concreet levert het programmain 2012 een analyse op van het raakvlak tussen de opgaven van het Deltaprogramma ende ruimtelijke inrichting en ambities van de regio. Binnen het ritme van het Deltaprogramma wordenregionale toekomstperspectieven uitgewerkt die weergeven op welke wijze kan worden omgegaanmet dit raakvlak. Deze perspectieven bieden de basis voor de inbreng in het Deltaprogrammavanuit de regio <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>. Eind 2012 zijn kansrijke perspectieven opgesteld en in 2013 en2014 wordt toegewerkt naar een voorkeursperspectief. Door middel van een investeringsprogrammamet projecten wordt ervaring opgedaan wat de opgaven van het Deltaprogramma concreet betekenenvoor de keuzes en projecten op korte termijn. De projecten vinden plaats in de ‘proeftuin’ <strong>IJssel</strong>-Vechteltaen kenmerken zich doordat zij investeren in de nationale kennis- en innovatie-agenda(Deltaprogramma, TOP-sector water). Het zijn projecten die gericht zijn op sleutelinvesteringen,meerlaagse benadering van waterveiligheid, de koppeling met regionale ambities en opgaven, klimaatbestendigegroei en ruimtelijke kwaliteit. Concreet wordt in 2012 een toetsingskader en eeneerste tranche aan projecten opgesteld. In 2013 volgt de vaststelling van een tweede tranche aanprojecten.20112050Investeringsprogramma met projectenRegionalebelangencollegeperiode2011-2015Lange termijnperspectiefDeltabeslissingen: (2012-2015)- Actualiseren waterveiligheidsnormen- Strategie zoetwater- Besluit peilbeheer <strong>IJssel</strong>meer- Nationaal beleidskader (her)ontwikkeling bebouwd gebiedInbreng leverenen verbindenDeltaprogramma6 Programmaplan


Drie programmalijnenHet lange termijn perspectief (LTP) bestaat uit de gewenste integrale ontwikkelingsrichting(en) vande <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> en hoe die zich verhoudt tot de wateropgave van het Deltaprogramma. Dit perspectiefbiedt de basis voor de inbreng vanuit de regio in de diverse deelprogramma’s van het Deltaprogramma.Door middel van een investeringsprogramma met projecten wordt op korte termijninvulling gegeven aan dit perspectief. De samenhang is in bovenstaande figuur weergegeven.Alle inspanningen binnen het programma dragen uiteindelijk bij aan de realisatie van een duurzamereruimtelijke ontwikkeling van de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>. Door de programmasturing is het mogelijk omde inspanningen die hierop gericht zijn te bundelen waardoor ze effectiever zijn.BelangeninventarisatieAls onderdeel van de programma start-up is samen met de programmapartners gewerkt aan het inbeeld brengen van de belangen van de verschillende partijen. Hoe groter de overeenkomst van belangenhoe groter de kans om te komen tot een gedeelde oplossing en daarmee een effectief programma.Uit deze analyse valt op te maken dat het realiseren van de duurzame ruimtelijke ontwikkelinghet gezamenlijke streven is van de programmapartners.2.2 Gewenst eindbeeldEen gewenst eindbeeld beschrijft het streefbeeld voor de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> in een bepaalde periode.De doelen uit 2.1 dragen bij aan dit eindbeeld. De tijdshorizon van het Deltaprogramma is 2050,dan moet het programma zijn effect hebben gehad en het beoogde doel bereikt. Om de eindbeeldente operationaliseren zijn vervolgens ook beelden geschetst voor 2012 en 2015. Deze vormen eenopmaat naar het uiteindelijke eindbeeld in 2050.Eindbeeld 2012Eind 2012 is een eerste lange termijn perspectief of perspectieven van de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> opgesteld.De basis voor dit perspectief is een scherpe analyse van het raakvlak van de wateropgave vanhet Deltaprogramma met de regionale belangen en opgaven. Voor de gebieden die geraakt wordendoor de opgave zijn kansrijke perspectieven ontwikkeld inclusief realisatiestrategieën. Dit perspectiefbiedt de basis voor de inbreng in het Deltaprogramma.Daarnaast hebben provinciale staten een toetsingskader vastgesteld waaraan projecten moeten voldoenom opgenomen te worden in het investeringsprogramma. Tevens is de eerste tranche aan projectenvastgesteld door de stuurgroep.Resultaten:- Provinciale Staten hebben een toetsingskader waaraan de projecten uit het investeringsprogrammamoeten voldoen vastgesteld.- De stuurgroep heeft de eerste tranche van projecten uit het investeringsprogramma vastgesteld.- Er zijn kansrijke perspectieven en realisatiestrategieën opgesteld.- De Stuurgroep heeft de inbreng in het Deltaprogramma vastgesteld.Eindbeeld 2015Het lange termijn perspectief van <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> is verscherpt en meer in detail ingevuld. Eind2015 is het lange termijn perspectief inclusief realisatiestrategie vastgesteld door de stuurgroep.Tevens is jaarlijks inbreng geleverd in het Deltaprogramma.In 2013 is een tweede tranche van projecten uit het uitvoeringsprogramma vastgesteld door destuurgroep. Jaarlijks zijn voortgangsrapportages vastgesteld. Hieruit blijkt dat de eerste tastbare resultatengeboekt zijn. Nieuwe allianties tussen water, ruimte en economie zijn concreet gemaakt,evenals de bijdrage aan de nationale kennis- en innovatieagenda. En er liggen nog meer concreteresultaten in het verschiet.Programmaplan 7


Resultaten:- De stuurgroep heeft de tweede tranche van projecten uit het investeringsprogramma vastgesteld.- De stuurgroep heeft jaarlijks voortgangsrapportages van het uitvoeringsprogramma metprojecten vastgesteld.- De stuurgroep heeft het lange termijn perspectief vastgesteld met de realisatiestrategie.- De stuurgroep heeft jaarlijks de inbreng in het Deltaprogramma vastgesteld.Eindbeeld 2050Op basis van het lange termijn perspectief voor de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> heeft de ruimtelijke en sociaaleconomischeontwikkeling in het landelijk en stedelijk gebied een aantoonbare impuls gehad. Denetwerken van infrastructuur, economie, wonen, werken, natuur en water zijn op elkaar afgestemd.Er is verbinding tussen het lokale, het regionale en het nationale schaalniveau. De investeringen ininnovatie en kennis hebben geleid tot nieuwe allianties tussen water, ruimte en economie. Deze robuusteoplossingen zijn succesvol geïmplementeerd. De <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> is een innovatieve proeftuingebleken waar groeien in een risicovol en kwetsbaar gebied werkelijkheid is geworden.2.3 RandvoorwaardenVoor het slagen van het programma is een aantal randvoorwaarden te formuleren. Het gaat omrandvoorwaarden waaraan tegemoet moet worden gekomen door de programmapartners:- Bestuurlijk commitment stuurgroep: Zonder bestuurlijk commitment voor het programmaplanis het niet mogelijk de programmadoelen te halen. Dit betekent dat stuurgroepledenop basis van een groot gedeeld gezamenlijk belang hun handen ineen slaan om te komentot de doelen, producten en projecten en tot de gezamenlijke inbreng in het Deltaprogramma.Hierbij hoort ook een tijdsinvestering voor deelname aan stuurgroepvergaderingenen bestuurlijke bijeenkomsten in de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> en het Deltaprogramma. Stuurgroepledengebruiken hun doorzettingskracht om programmadoelen te realiseren. Eens pertwee weken is er overleg nodig tussen de programmaleider, de ambtelijk opdrachtgever ende bestuurlijk opdrachtgever.- Hoog-ambtelijk commitment managementgroep: De managementgroep is in de rol vanambtelijk opdrachtgever verantwoordelijk voor de kwalitatief goede bezetting van het kernteam,het kernteam en de programmalijnen. Tevens bezetten managers cruciale positiestussen de ambtelijke werkvloer en de bestuurders. Zonder commitment en de gevraagdeinzet van de managers van de kernteamleden is het niet mogelijk de programmadoelen tehalen. De leden van de managementgroep gebruiken hun posities om bestuurders te informerenen het programma te equiperen met de juiste capaciteit (kennis en competenties)om te komen tot de producten en projecten en tot de gezamenlijke inbreng in het Deltaprogramma.Hierbij hoort ook een tijdsinvestering voor deelname aan MT-vergaderingen enhoog-ambtelijke bijeenkomsten in de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> en het Deltaprogramma. Maandelijksis er overleg nodig tussen de programmaleider en de ambtelijk opdrachtgever.- Voor het welslagen van de verbinding tussen de deelprogramma’s Rivieren (DPR) en <strong>IJssel</strong>meergebied(DPIJ) en programma gebiedsontwikkeling <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> is het belangrijkdat de processen en producten met elkaar communiceren. Daarom is het belangrijk datde programmadirecteuren van beide deelprogramma’s als adviseur deelnemen aan destuurgroep <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>. Tevens is tijdig duidelijkheid nodig over de wederzijdse processenen worden onderlinge werkafspraken gemaakt. Om bovenstaande afspraken te kunnennakomen en concreet te maken vindt er een driemaandelijks voortgangsoverleg plaatstussen de vertegenwoordigers van de programmabureaus van DPIJ, DPR en de programmaleideren omgevingsmanager van <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>.- Voldoende en kwalitatief goede capaciteit: De in dit programmaplan gevraagde tijdsinzetvan de genoemde programmapartners is essentieel: zonder inzet van kwalitatief goedemensen is het onmogelijk de programma-activiteiten goed uit te voeren en de programmadoelente halen. Dit is de taak van de managementgroep;- Voldoende middelen: De financiële middelen van de programmapartners zoals benoemd indit programmaplan zijn nodig om de programmadoelen te realiseren.- Expertise: de complexiteit (procesmatig en inhoudelijk) vraagt specifieke kennis. Het pro-8 Programmaplan


gramma moet de mogelijkheid krijgen daar waar nodig specifieke kennis in te huren;- Mandaten: De ambtelijke en bestuurlijke vertegenwoordigers binnen het programma moetenhet mandaat hebben om namens hun organisatie(onderdeel) te participeren en te besluitenin het programma.- Belangrijk voor het slagen van het project is de teamgeest van het kernteam (plus). Hiervooris het nodig teamactiviteiten te ondernemen en 2 dagen per week te beschikken overeen projectruimte.Programmaplan 9


3 Doelen, inspanningen en middelen3.1 Doelen-Inspanningen-MiddelenDit hoofdstuk bevat de activiteiten die moeten bijdragen aan de realisatie van de doelen. Op basisvan deze activiteiten is het mogelijk een planning te maken en de benodigde middelen (fte’s engeld) te ramen.Het programma kent drie programmalijnen die zijn gekoppeld aan de drie smart-doelen voor 2015.De activiteiten binnen het programma zijn hierin onder te brengen.1. Het opstellen van een lange termijn perspectief voor de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>2. Het uitvoeren van een investeringsprogramma met projecten3. Het leveren van inbreng in het DeltaprogrammaProgramma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>:Duurzame ruimtelijke inrichtingProgrammalijn 1LangtermijnperspectiefProgrammalijn 2:VoorbeeldprojectenProgrammalijn 3:Inbreng DeltaprogrammaDrie programmalijnen dragen bij aan centrale doelstelling vanprogramma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>Hieronder is een korte beschrijving opgenomen van de drie programmalijnen.Ad1: Het lange termijn perspectiefHet lange termijn perspectief geeft de basis voor de inbreng in het Deltaprogramma. Dit perspectiefmaakt concreet wat duurzame ontwikkeling betekent in relatie tot de wateropgave van het Deltaprogramma.Een belangrijk vertrekpunt voor het perspectief is een analyse van de raakvlakken tussende wateropgave van het deltaprogramma en de regionale beleidsdoelen, opgaven en belangen.Het geeft antwoord op de vraag of en hoe kan worden omgegaan met dat raakvlak. Ten behoevevan het perspectief wordt gewerkt met strategieën. Daarbij wordt voortgebouwd op bestaande(structuur)visies en plannen. In de periode 2012-2015 wordt van grof naar fijn, mede afhankelijkvan de ontwikkelingen in het Deltaprogramma toegewerkt naar een lange termijn perspectief en eenrealisatiestrategie.Ad 2: Investeringsprogramma met projectenEen belangrijk instrument om het hoofddoel realiseren is het uitvoeren van een investeringsprogrammamet projecten. De projecten slaan een brug tussen deze coalitieperiode en het lange termijnperspectief en geven concreet invulling aan de pro-actieve ambitie uit het Hoofdlijnenakkoord.De projecten kenmerken zich doordat zij investeren in de nationale kennis en innovatie-agenda doorconcrete ervaring op te doen met nieuwe allianties tussen water, ruimte en economie. Het zijn noregretprojecten die gericht zijn op sleutelinvesteringen, klimaatbestendige groei en ruimtelijke kwaliteit.Het investeringsprogramma zet de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> als innovatieve delta op de kaart als uniekedelta waar belangrijke nationale opgaven van het Deltaprogramma samenkomen en waar proactiefprojecten worden geïnitieerd. Belangrijk onderdeel van de selectie van de projecten is de relatiemet de gekoppelde kerntaken en bijbehorende provinciale beleidsdoelen en prestaties.10 Programmaplan


Ad 3: Het leveren van inbreng in het DeltaprogrammaHet is van belang dat vroegtijdig wordt ingespeeld op de ontwikkelingen binnen het Deltaprogramma,zodat de wateropgave uit het Deltaprogramma een integrale afweging en aanpak krijgt enwordt gekoppeld aan de beleidsdoelen en opgaven in het gebied. Deze programmalijn draagt zorgvoor een zoveel mogelijk gedragen inbreng in het proces van het Deltaprogramma. Hierbij wordtvoortgebouwd op de producten uit lijn 1.3.2 UreninschattingOm genoemd programmadoel te realiseren en de bijbehorende projecten en activiteiten uit te voerenis capaciteit nodig van de aangesloten programmapartijen. De benodigde FTE hiervoor is samengevatin onderstaande tabel. Dit betreft een schatting. Elk jaar wordt in een werkplan de hoeveelheidfte nader ingevuld.Geschat benodigde FTE kernteam (jaarlijks)TaakFTEProgrammamanagement 3Programmaondersteuning 1Inspanningen & activiteiten kernorganisatie 5Totaal benodigde FTE 9De geschatte benodigde FTE wordt als volgt gedekt:Taak/RolFTEProgrammamanagementProgrammaleider* 0,7Programmasecretaris 0,7Omgevingsmanager 0,5Projectleider lijn 1 0,6Projectleider lijn 2 0,5Subtotaal 3Programmaondersteuning 1SecretaresseCommunicatieadviseurJuridische ondersteuningAdviseur beleidsinformatieAdviseur bestuurlijke verhoudingenOndersteuning subsidieverleningSubtotaal 1Deelname kernorganisatie&activiteitengemeente Zwartewaterland 0,5 tot 1Provincie Overijssel 1gemeente <strong>Zwolle</strong> 1Waterschap Groot Salland 0,5 tot 1gemeente Kampen 1Subtotaal 4 a 5Totaal (max) 9*Het trekkerschap van lijn 3 valt onder verantwoordelijkheid van de programmaleider.Voor het maken van producten is het noodzakelijk gebruik te maken van de expertise van programmapartnersop het gebied van ruimtelijke ontwikkeling, duurzaamheid, sociale kwaliteit, ruimtelijkekwaliteit, economie en landbouw en natuur. Experts op dit vlak worden betrokken in werksessies.Afhankelijk van de behoefte wordt dit geschat op 1 tot 3 fte. In de ureninschatting is de deelnameaan activiteiten binnen het Deltaprogramma en de interne afstemming en besluitvorming vanprogrammapartners niet opgenomen.De benodigde hoeveelheid fte per jaar wordt exact weergegeven in het jaarlijkse werkplan.Programmaplan 11


3.3 Geschatte financiële middelen per jaarBij de benodigde financiële middelen maken we onderscheid tussen programmamanagement, activiteitenen inspanningen voor de diverse programmalijnen en de kosten voor het uitvoeren van projectenuit het investeringsprogramma. Dit betreft een schatting. Elk jaar wordt in een werkplan debenodigde financiële middelen exact geduid.ProgrammamanagementGeschatte benodigde financiële middelen (jaarlijks)Omschrijving €Ondersteuning programmamanagement 100.000Diversen onvoorzien (5%) 20.000Totaal 120.000Dekking financiële middelen (jaarlijks)Organisatie €Provincie Overijssel 120.000Totaal 120.000Activiteiten en inspanningenGeschatte benodigde financiële middelen (jaarlijks)Programmalijn €1. Lange termijn perspectief 150.0002. Investeringsprogramma met projecten 100.0003. Inbreng leveren in Deltabeslissingen 50.000Totaal 300.000Financiële bijdrage (jaarlijks)Lijn Organisatie €1&3 <strong>Gemeente</strong> Kampen 20.000<strong>Gemeente</strong> <strong>Zwolle</strong> 20.000Provincie Overijssel 130.000Waterschap Groot Salland 20.000<strong>Gemeente</strong> Zwartewaterland 10.000Subtotaal 200.0002 Provincie Overijssel 100.000Totaal 300.000Voor 2012-2013 worden een aantal studies uitgevoerd met een geschatte extra financiering van€300.000,-.InvesteringenIn de onderstaande tabel zijn de geschatte investeringen van de provincie Overijssel weergegevenvoor programmalijn 2: het uitvoeren van een investeringsprogramma met projecten. In deze tabel isde cofinanciering van partners niet opgenomen, omdat over eventuele cofinanciering door de partnersnog geen afspraken zijn gemaakt.12 Programmaplan


Geschat Meerjarenplanning provincie Overijssel 1Jaar € Toelichting2012 0 Opstellen toetsingskader en eerste tranche projecten2013 4.000.000 Projecten uit eerste en tweede tranche2014 4.000.000 Projecten uit eerste en tweede tranche2015 4.700.000 Projecten uit eerste en tweede trancheTotaal 12.700.0003.4 Van programmaplan tot resultatenDit programmaplan beschrijft de doelstellingen en activiteiten voor de periode 2012-2015 met eendoorkijk voor de periode na 2015. Daarbij zijn ook de benodigde middelen beschreven. Op basis vanhet programmaplan wordt voor de programmalijnen 1 en 2 een projectopdracht opgesteld, die dooreen projectleider wordt ‘vertaald’ in een projectplan en vervolgens wordt uitgevoerd. Maandelijksvindt er een voortgangsoverleg plaats tussen de programmaleider en de projectleider. In het kernteamwordt deze voortgang eens per kwartaal gerapporteerd. Voor het uitvoeren van programmalijn3 wordt een procesplan opgesteld.Elk jaar in oktober wordt een werkplan opgesteld, waarin de activiteiten en benodigde middelenvoor het navolgende jaar worden geconcretiseerd. Onderdeel van het werkplan is ook het omgevingsplan(omgevingsmanagement) en het communicatieplan. Op basis van dit werkplan wordt deinzet van de verschillende programmapartners in overleg met de verantwoordelijk managers concreetingevuld.1 Het totale provinciale budget voor het programma voor 2012-2015 bedraagt €14,4 miljoen. Jaarlijks wordt aanprovinciale middelen €120.000,- gebruikt voor programmamanagement en €230.000,- voor de inhoudelijke programmalijnen.In 2012-2013 wordt voor €300.000,- aan studies uitgevoerd. Totaal leidt dit tot €1.700.000,-.Wanneer hier het investeringbudget bij wordt geteld, bedragen de totale investeringen van programma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> voor de periode 2012-2015 €14,4 miljoen.Programmaplan 13


4 Programmamanagement4.1 ProgrammaomgevingDe omgeving van <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> is complex. Er zijn zeer veel partijen die een belang hebben inen om de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> en invloed kunnen uitoefenen op de voortgang van het programma. Departijen verschillen in mate van invloed, belang en houding ten opzicht van het programma. Op basisvan een omgevingsanalyse en een krachtenveldanalyse is in beeld gebracht welke partijen eenbelang hebben bij het programma.Het programma bestaat uit vijf regionale partijen en twee programmabureaus van het Deltaprogramma.Zij vormen de kernorganisatie van dit programma. De regionale partners dragen zorg voorde financiering van het programma.De kernorganisatie wordt gevormd door:- Waterschap Groot Salland- <strong>Gemeente</strong> Kampen- <strong>Gemeente</strong> <strong>Zwolle</strong>- <strong>Gemeente</strong> Zwartewaterland- Provincie Overijssel- Deltaprogramma: programmabureau Rivieren- Deltaprogramma: programmabureau <strong>IJssel</strong>meergebiedDe partijen uit de tweede schil (andere overheden, belangenpartijen, deelprogramma’s, kennisinstellingen)worden vanaf de start van het programma op gezette momenten geïnformeerd en uitgenodigdvoor werkconferenties, zodat er ook vanuit deze schil optimaal betrokkenheid is bij de totstandkoming van de producten van het programma 2 . Dit programmaplan is een uitnodiging aanoverheden, belangenpartijen, deelprogramma’s van het deltaprogramma en kennisinstellingen omactief deel te nemen aan dit programma in diverse ambtelijke en bestuurlijke werkconferenties dievanuit dit programma worden georganiseerd.4.2 SturingEen programma is hoofdzakelijk gericht op het bereiken van effecten, waar projecten zich vooralrichten op een beoogd resultaat. Sturingsfactoren stellen de programmaleider in staat de inspanningenonderling te vergelijken en te beoordelen of de opgenomen activiteiten de juiste zijn in relatietot de programmadoelen. De sturingsfactoren voor een programma zijn tempo, flexibiliteit, efficiency,haalbaarheid en doelgerichtheid. Het belang van deze factoren verschilt echter per programmaen per fase van het programma. Binnen dit programma zijn in de huidige (opstart)fase met namehaalbaarheid en doelgerichtheid van belang. Dit blijkt ook uit de geïnventariseerde risico’s in het risicoregister(zie paragraaf 4.3).Omdat het programma voor het realiseren van zijn doelen afhankelijk is van andere partijen (o.a.Deltaprogramma, programmapartners, voorbeeldprojecten) is de factor haalbaarheid van groot belang.Draagvlak en invloed op omgevingsfactoren spelen hierbij een grote rol.Het programma is tevens gebaat bij doelgerichte uitvoering. Aangezien de beïnvloeding van het Deltaprogrammaen het realiseren van een duurzame ruimtelijke inrichting relatief abstracte doelen zijnis de concretisering van het programma noodzakelijk door bijvoorbeeld de subdoelen, projecten, inspanningenen activiteiten zo duidelijk mogelijk te definiëren en ervoor te zorgen dat zij bijdragenaan het hoofddoel.In deze paragraaf wordt aangegeven op welke wijze de vijf sturingsfactoren worden ingezet bij de14 Programmaplan


sturing van het programma.Haalbaarheid is de waarschijnlijkheid waarmee• de doelen realiseerbaar zijn• de inspanningen uitvoerbaar zijn• de middelen beschikbaar en bruikbaar zijnDoelgerichtheid is de mate waarin• de SMART-doelen bijdragen aan de ER-doelen• de inspanningen bijdragen aan de SMART-doelen• de middelen bijdragen aan de inspanningenTempo is de snelheid waarmee• de doelen gerealiseerd worden• de inspanningen worden uitgevoerd• de middelen beschikbaar worden gesteld en worden verbruiktEfficiënt is de mate waarin• de doelen (financiële) waarde toevoegen• de inspanningen rendabel zijn• de middelen offers vragenFlexibiliteit is de mate waarin• de doelen bij te stellen zijn• de inspanningen aan te passen zijn• de middelen te realloceren zijnDe vijf sturingsfactoren voor programmamanagement4.2.1 HaalbaarheidVanuit de rol van de provincie als gebiedsregisseur is de haalbaarheid van het programma essentieel.Haalbaarheid betekent hierbij de mate waarin alle betrokkenen zich kunnen herkennen in de integraleprogrammadoelen en ook hun eigen belang herkennen in het algemene belang. Haalbaarheidvan het programma wordt dan ook in belangrijke mate bepaald door de mate waarin individuenof organisaties hun eigen belang herkennen in het programma of projecten uit dat programma.Stand van zakenOp basis van de omgevingsanalyse en een gesprek met de meest betrokken programmapartners,waarin de belangen van de partijen zijn geïnventariseerd, is een inschatting gemaakt van de matewaarin partijen voorstander dan wel potentiële tegenstander zijn van het programma. Bij de partijendie waarschijnlijk voorstander zijn, is aangegeven hoe deze benut kunnen worden ten dienste vanhet programma. Bij partijen met potentiële weerstand is gekeken of en in welke mate zij kunnenworden meegenomen in het gedachtegoed om te voorkomen dat zij het programma negatief beïnvloeden.Sturen op haalbaarheidBinnen het programma wordt op de volgende wijzen gestuurd op haalbaarheid:- nauwe contacten: de programmaleider heeft veelvuldig contact met (het management van)de belangrijkste stakeholders om het belang van het programma te bespreken en hetdraagvlak te toetsen en waar nodig (activiteiten binnen) het programma hierop aan te passen;- inschakelen omgevingsmanager: de relatie tussen programma en omgeving wordt ‘geïnstitutionaliseerd’in de vorm van een omgevingsmanager, die verantwoordelijk is voor de relatietussen het programma en de omgeving. De omgevingsmanager heeft als taak de belangenvan het programma en omgevingspartijen op elkaar af te stemmen;- communicatie: vergroten van de zichtbaarheid van het programma;- activiteiten en inspanningen die bijdragen aan de haalbaarheid van het programma krijgenhogere prioriteit.Programmaplan 15


4.2.2 DoelgerichtheidUiteindelijk wordt het programma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> afgerekend op het behalen van de vooraf vastgesteldedoelen. Inzicht in de ontwikkeling daarvan gedurende de looptijd van het programma is dusnodig.Stand van zakenIn dit programmaplan zijn de hoofd- en subdoelen beschreven en geoperationaliseerd in projecten,inspanningen en activiteiten. De structuur van het programma is daarmee helder en ook de matewaarin activiteiten bijdragen aan het realiseren van het hoofddoel. Door middel van het instellen vandrie afzonderlijke programmalijnen (lange termijn perspectief, voorbeeldprojecten en inbreng Deltaprogramma)kan gericht worden gestuurd op de subdoelen. Tevens is het mogelijk één persoon (deprojectleider van een programmalijn) verantwoordelijk te maken voor de realisatie van de afsprakenbinnen een programmalijn. De programmaleider is overall verantwoordelijk voor de sturing op desamenhang binnen de drie lijnen.Sturen op doelgerichtheidVoor programmalijn 1 en 2 is de sturing relatief eenduidig: de eerste versie van het lange termijnperspectief dient medio 2012 gereed te zijn en in 2015 te zijn vastgesteld en in 2012 en 2013 dienende eerste en tweede tranche projecten te zijn geselecteerd waarna voortgangscontrole plaatsvindt.Voor het leveren van gecoördineerde inbreng in het Deltaprogramma is dat lastiger en wordtvooral gestuurd op een goede voorbereiding hiervan in de vorm van werksessies, stuurgroepvergaderingenen het opstellen van een jaarlijks position paper.4.2.3 TempoHet belang van tempo zit in twee zaken. In de eerste plaats vraagt het ritme van het Deltaprogrammaom jaarlijkse inbreng die op het juiste moment moet worden geleverd wil het effectief zijn.In de tweede plaats zit het tempo in het uitvoeren van een uitvoeringsprogramma met projecten.Stand van zakenCruciaal voor het realiseren van goede inbreng in het Deltaprogramma is dat er zicht is op de processenen producten van de verschillende deelprogramma’s. Om dit inzicht te krijgen worden belangrijkeambtelijke bijeenkomsten vanuit het kernteam <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> bijgewoond. Tevens wordtvanuit de deelprogramma’s Rivieren en <strong>IJssel</strong>meergebied in reguliere overleggen met dit programmainzicht gegeven in het proces en te maken producten.Voor het investeringsprogramma wordt gestuurd op tempo doordat vanuit het kernteam voldoendecapaciteit beschikbaar is om reeds in 2012 te komen tot een eerste tranche aan projecten.Sturen op tempoEr vinden maandelijkse voortgangsoverleggen plaats tussen de programmaleider en de projectleiderom de realisatie van de in de project- en werkplannen afgesproken voortgang te bewaken. In hetkernteam wordt deze voortgang eens per kwartaal gerapporteerd.Elk jaar in oktober wordt een werkplan opgesteld, waarin de activiteiten en benodigde middelenworden geconcretiseerd voor een specifiek jaar. Op basis van dit werkplan wordt de inzet van deverschillende programmapartners in overleg met de verantwoordelijk managers concreet ingevuldom daarmee de noodzakelijke inzet te garanderen.Voor de projecten geldt dat de provinciale projecten via een projectmanagementsysteem van deprovincie worden georganiseerd en bewaakt. Over de voortgang en resultaten van deze projectenwordt conform de methodiek van de Overijsselse Standaard maandelijks aan de programmaleidinggerapporteerd. Voor projecten die onder verantwoordelijkheid van andere organisaties worden uitgevoerdvinden voortgangsgesprekken plaats tussen de verantwoordelijke voor programmalijn 2 ende projectleider.16 Programmaplan


4.2.4 EfficiëntieEfficiëntie is de mate waarin de doelen waarde toevoegen, de inspanningen rendabel zijn en de middelenoffers vragen. Het gaat hier over wat elke inspanning (materieel/immaterieel) oplevert ten opzichtevan de kosten om de inspanning te realiseren. Hoewel moeilijk concreet meetbaar te maken,wordt per programmalijn beoordeeld of inspanningen efficiënt zijn doordat zij realiseren wat is beoogdof bijvoorbeeld bijdragen aan meerdere doelen.Stand van zakenEen belangrijk deel van het budget wordt besteed aan het investeringsprogramma. Een belangrijkcriterium voor de projecten is de mate waarin zij bijdragen aan de doelen.Sturen op efficiëntieVoor het selecteren van de projecten in het investeringsprogramma worden criteria vastgesteld.Hierbij wordt meegenomen de verhouding tussen de financiële investeringen en het resultaat dathet project oplevert.4.2.5 FlexibiliteitOmdat de werkelijkheid onder invloed staat van tal van maatschappelijke, politieke en natuurlijkeontwikkelingen, verandert de programmacontext. Dat betekent dat ook de programmadoelen kunnenwijzigen. Flexibiliteit is de mate waarin het programma hierop kan inspelen door doelen bij testellen of inspanningen te wijzigen.Stand van zakenIn algemene zin geldt dat inspanningen en activiteiten eenvoudiger zijn aan te passen dan de strategischedoelen, simpelweg omdat de strategische doelen de basis vormen van het programma aangeziende doelen het antwoord zijn op de opgaven waarvoor de regio zich gesteld ziet. Over dezedoelen is breed draagvlak bij de programmapartners en op basis hiervan is (financieel) commitmentafgegeven. Aanpassing van het strategische doel raakt het fundament van het programma en steltdaarmee het bestaansrecht ervan ter discussie.Voor inspanningen geldt over het algemeen dat zij eenvoudiger zijn aan te passen, omdat ze uitvoeringsgerichtzijn en inwisselbaar zijn zonder het strategische doel te veranderen. In een aantal gevallenis dit niet het geval. Met name waar het activiteiten betreft waar middelen op een gegevenmoment onbeïnvloedbaar zijn vastgelegd of daar waar veel partijen betrokken zijn is de flexibiliteitbeperkt. Dit geldt bijvoorbeeld voor de projecten op het moment dat deze al in uitvoering zijn.Het feit dat het programma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> een samenwerking vormt van meer partijen zorgt erper definitie voor dat de flexibiliteit beperkter is dan wanneer één partij betrokken is.Sturen op flexibiliteitUitgangspunt bij sturing op flexibiliteit is dat de programmaleider het mandaat heeft om op de inspanningente mogen bijsturen, binnen de bestaande begroting en capaciteitsbezetting. Daar waarer sprake is van toevoeging of wezenlijke wijziging in (planning, middelen, etc. van) inspanningen ofsubdoelen wordt dit ter instemming voorgelegd aan de ambtelijk en bestuurlijk opdrachtgever. Bijknelpunten in tijd of moment van inzetbaarheid van medewerkers wordt tijdig in overleg getredenmet de leverancier. Dit is mogelijk door bij of voor aanvang van de inzet van medewerkers een heldereopdrachtbeschrijving neer te leggen en samen met medewerkers het bijhorende projectplan teontwikkelen. In dit projectplan en de maandelijkse voortgangsoverleggen daarop komen de tijdsinspanning,beschikbaarheid en knelpunten daarin naar voren, zodat tijdig naar oplossingen gezochtkan worden.4.2.6 Algemene instrumenten voor programmasturingOmgevingsanalyseProgrammaplan 17


Jaarlijks zal een aangepaste omgevingsanalyse worden opgesteld en aan de voortgangsrapportagevoor de opdrachtgever ter bespreking worden toegevoegd. Met behulp van de analyse kan de programmaleiderde omgeving in de gaten houden om doelen, inspanningen of middelen aan te passen.Op deze manier kan het programma reageren op ontwikkelingen in de buitenwereld en deze weerspiegelenin het programma.4.3 RisicomanagementVoor het programma is een risicoanalyse uitgevoerd op programmaniveau. Dit betekent dat gekekenis naar de risico’s voor realiseren van (bijdragen aan) de doelstellingen van dit programma. De belangrijksterisico’s zijn:- Er wordt niet gekomen tot een lange termijn perspectief, doordat de ruimtelijke ambitiesvan de regiopartners moeilijk stroken met de wateropgave uit het Deltaprogramma;- Het draagvlak voor het programma wordt ondermijnd vanuit andere programma’s en projectendoordat er onvoldoende aansluiting is tussen het programma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> enaanpalende programma’s en projecten;- Het blijkt moeilijk om voorbeeldprojecten van de grond te krijgen, bijvoorbeeld omdat bestaandeprojecten niet willen opplussen, andere prioriteiten hebben, tijdsgebrek, etc.Lange termijn perspectiefHet belangrijkste programmarisico bij het realiseren van het lange termijn perspectief is het gebrekaan draagvlak of consensus over de inhoud ervan. Dat kan voortkomen uit uiteenlopende ruimtelijkeagenda’s of omdat de impact van de wateropgave van het Deltaprogramma zich moeilijk verhoudtmet de ruimtelijke ambities in de regio. Maatregelen om dit risico te beheersen zijn het zorgvuldig inbeeld brengen van de verwachtingen en uitgangspunten van het lange termijn perspectief, alsook deeffecten van de maatregelen uit het Deltaprogramma. Daarnaast is het essentieel om een goede inbrengte leveren in het Deltaprogramma om grote tegenstellingen te voorkomen.Onvoldoende aansluiting bij andere programma’s en projectenAls het programma onvoldoende aansluiting heeft met aanpalende programma’s en projecten ontstaater ruis over de interferentie met deze projecten en programma’s. Dit kan leiden tot afnemend(bestuurlijk) draagvlak en verminderde prioriteit voor het programma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>, waardoorde effectiviteit ervan vermindert. Het is om die reden van belang dat er nauw contact is tussen deprogrammaleider (en/of omgevingsmanager) van de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> en die van aanpalende projectenen programma’s om doelstellingen en werkwijze te bespreken en raakvlakken in beeld tebrengen. Door te zoeken naar gedeelde belangen en hierop te sturen kunnen programma’s en projectenelkaar versterken in plaats van tegenwerken.Onvoldoende voorbeeldprojectenEr bestaat een risico’s dat projectleiders van bestaande projecten zich niet willen lenen als voorbeeldprojectbinnen het programma. Ofschoon er diverse lopende projecten zijn, die goed passenbinnen de doelstellingen van het programma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>, bestaat de kans dat projectleidersom redenen als tijdgebrek, planning, kosten en afwijken van de bestaande scope, niet openstaanvoor het predikaat voorbeeldproject. Het risico dat hierdoor ontstaat is dat er te weinig voorbeeldprojectenvan de grond komen.Belangrijke beheersmaatregel is dat er voor die projectleiders voldoende ‘te halen’ moet zijn om dieextra plus als voorbeeldproject mee te nemen. Naast de financiële prikkel van het investeringsprogrammazijn het vroegtijdig meenemen van de projectleiders en hun opdrachtgevers bij de selectievan projecten en het inzetten van de doorzettingskracht van Stuurgroepleden maatregelen die wordeningezet. Als de projecten eenmaal in het investeringsprogramma zitten bestaat het risico dat zeniet het gewenste resultaat opleveren. Het programma zet drie instrumenten in om de aanpalendeprojecten en programma’s te sturen:a. Maken en vastleggen afsprakenb. voortgangscontrolec. Escalatie18 Programmaplan


De maatregelen worden verwerkt in de projectopdracht van deze programmalijn.a. Maken en vastleggen afsprakenHet programma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> geeft financiële bijdragen aan projecten die door een extra inspanningbijdragen aan de programmadoelen. Hierover worden inhoudelijke en (voortgangs)afsprakengemaakt over wat, wanneer, door wie geleverd wordt. Indien hieraan niet wordtvoldaan, vervalt de financiële steun. Deze afspraken worden vastgelegd in bijvoorbeeld subsidieverordeningen.b. VoortgangscontroleDe voortgang van het realiseren van de afspraken wordt gecontroleerd en gerapporteerd.c. EscalatieDe programmastructuur zorgt ervoor dat de betrokken programmapartners ambtelijk en bestuurlijkzijn betrokken. Bij onvoldoende voortgang van projecten die niet direct onder de sturing van ditprogramma vallen wordt geëscaleerd naar management- (managementgroep) en uiteindelijk naarbestuurlijk niveau (stuurgroep).Risicomanagement binnen het programmaDe uitgevoerde risicoanalyse is een momentopname. De risicoanalyse zoals beschreven is te beschouwenals een eerste verkenning van de volle breedte van het programma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>. Gedurendede looptijd van het programma kunnen risico’s wegvallen (bijvoorbeeld omdat ze goed beheerstzijn), nieuwe kunnen zich voordoen en de prioritering ervan kan veranderen. Om die reden ishet belangrijk om risicomanagement als onderdeel van het programma in te bedden en eens perjaar of halfjaar het risicoregister te actualiseren in overleg met de programmacontroller en de ambtelijkopdrachtgever. Op die manier is de programmaleider in staat blijvend te sturen op het realiserenvan het programmaresultaat.Met dit programmaplan is ook al een reeks aan risico’s onderkend en zijn beheersmaatregelen opgenomen.Te denken valt aan het onderkennen van de gezamenlijke belangen en doelen van deprogrammapartners, het opnemen van de randvoorwaarden van dit programma, de afspraken methet Deltaprogramma en andere programma’s en projecten en de afspraken over geld en capaciteit.Bij het opstellen en uitvoeren van de projectplannen van de programmalijnen, het communicatieplanen het omgevingsplan (omgevingsmanagement) dient ook continu aandacht te zijn voor risicomanagement.Risicoregister onderdeel van kernteamoverlegDe risico-eigenaar – in de meeste gevallen de programmaleider - zal tijdens het verloop van de verschillendeinspanningen binnen het programma in nauwe samenwerking met de programmacontrollermonitoren in hoeverre de geïdentificeerde risico’s zich daadwerkelijk voor dreigen te doen. Indiendat het geval is, zal hij de aangegeven beheersmaatregel inzetten en monitoren of deze wordt uitgevoerd.Ernst en omvang van het verwachte gevolg van de risico’s, zoals uitgewerkt in de risicoanalyse,is richtinggevend bij de prioritering van beheersmaatregelen.Risicomanagement is een goed middel om te sturen op de realisatie van de programmadoelen envormt mede de agenda van het kernteamoverleg.Programmaplan 19


5 Programmaorganisatie5.1 ProgrammapartnersDe kernorganisatie bestaat uit de gemeenten Kampen, <strong>Zwolle</strong>, Zwartewaterland, waterschap GrootSalland, de provincie Overijssel en deelprogramma’s <strong>IJssel</strong>meergebied en Rivieren van het Deltaprogramma.Daarnaast is er sprake van “tweede schil”-partners: andere overheden en deelprogramma’svan het Deltaprogramma, belangenorganisaties en maatschappelijke organisaties. Deze partnersstaan niet aan de lat voor het maken van producten maar worden waar nodig/gewenst betrokkenbij de realisatie ervan. De organisatiestructuur kan gedurende het programma veranderen, afhankelijkvan de veranderende belangen en bijdragen aan dit programma. De partijen uit de tweedeschil worden vanaf de start van het programma op gezette momenten geïnformeerd en uitgenodigdvoor werksessies.Onderstaand figuur geeft de programmaorganisatie weer. Het kernteam wordt gevormd door vertegenwoordigersvan genoemde programmapartners en de programmaorganisatie (programmamanager,programmasecretaris, de omgevingsmanager, de projectleiders van programmalijnen) en sturenhet programma. Indien nodigt worden het kernteam aangevuld met inhoudelijke expertise(kernteam plus).De stuurgroep wordt gevormd door vertegenwoordigers van de programmapartners. Het gaat om dewethouders van Kampen, <strong>Zwolle</strong> en Zwartewaterland, de dijkgraaf van het waterschap Groot Sallanden de gedeputeerde van de provincie Overijssel. De programmadirecteuren van de deelprogramma’svan het Deltaprogramma zijn adviseur van de stuurgroep en hebben ondermeer een verbindendeen informerende rol, terwijl de bestuurders besluiten nemen over (deel)producten en besluitenvan hun besturen voorbereiden.BestuurlijkeconferentiesStuurgroepManagegementgroepAmbtelijkewerkconferentiesKernteam(proces)KernteamplusProgrammalijnProgrammalijnProgrammalijnProgrammaorganisatie20 Programmaplan


5.2 Relatie andere programma’s en projectenHet programma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> raakt tal van andere programma’s en projecten binnen en buitende regio. In deze paragraaf worden de meest relevante inhoudelijke en organisatorische relaties beschreven.5.2.1 Het DeltaprogrammaDe deelprogramma’s Rivieren (DPR) en <strong>IJssel</strong>meergebied (DPIJ) maken deel uit van het nationaalDeltaprogramma en kennen zowel een regionale als nationale component. Op nationaal niveau leidthet Deltaprogramma in 2015 tot een aantal Deltabeslissingen. Jaarlijks wordt op Prinsjesdag, alsonderdeel van het kabinetsbeleid en de bijbehorende begroting, het Deltaprogramma aan de Kameraangeboden met bijbehorende planning:2011: definitie van de opgave en probleemanalyse2012: vaststellen van mogelijke oplossingsstrategieën2013: verfijning tot kansrijke strategieën2014: bepalen voorkeurstrategieProvincies, gemeenten en waterschappen zijn partner in het Deltaprogramma en maken deel uit vande deelprogramma’s Rivieren en <strong>IJssel</strong>meergebied. Zij leveren als gebiedsregisseur regionale inbrengin (de deelprogramma’s van) het Deltaprogramma vanuit hun kerntaken op gebied van duurzameruimtelijk ordening, landelijk gebied en regionale economie. De synergie tussen de wateropgavevan het Deltaprogramma en de regionale opgaven moet in de regio concreet worden. De regio<strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> pakt deze verantwoordelijkheid met beide handen aan door het opstellen en uitvoerenvan het programma gebiedsontwikkeling <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>. Deze kwetsbare delta is een‘hotspot’ in het Deltaprogramma omdat veel opgaven hier samenkomen. Het programma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> is onderdeel van het Deltaprogramma.De regionale inbreng van het programma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> bestaat uit het vertalen van de nationaleopgave van het Deltaprogramma naar de regio en het verbinden van deze opgave met regionale opgavenin een lange termijn perspectief. In het investeringsprogramma van <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> wordtdit lange termijn perspectief concreet gemaakt met projecten die op korte termijn worden uitgevoerd.Deel uitmakend van de deelprogramma’s Rivieren en <strong>IJssel</strong>meergebied geeft het programmaregionaal uitwerking aan vraagstukken uit deze en andere (Nieuwbouw & Herstructurering en Veiligheid)deelprogramma’s. De deelprogramma’s en de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> streven naar synergie zodat deprogramma’s optimaal van elkaar kunnen profiteren.Het programma gebiedsontwikkeling <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> zorgt ervoor dat benodigde producten tijdigklaar zijn met zoveel mogelijk draagvlak in de regio. Bij het maken van producten worden vertegenwoordigersvan de programmabureaus Rivieren en <strong>IJssel</strong>meergebied betrokken, zodat afstemmingmet de ontwikkelingen in de diverse deelprogramma’s is geborgd. Andersom participeren ledenvan het kernteam <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> ook in de deelprogramma’s. Zowel de deelprogramma’s als <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>zijn ervoor verantwoordelijk dat de producten die ze maken op elkaar zijn afgestemd,‘communiceren’ met elkaar en in elkaars proces doorwerken. Hiervoor is tijdig duidelijkheid nodigover de wederzijdse processen en worden onderlinge werkafspraken gemaakt. Om bovenstaande afsprakente kunnen nakomen en concreet te maken vindt er een driemaandelijks voortgangsoverlegplaats tussen de vertegenwoordigers van de programmabureaus van DPIJ, DPR en de programmaleideren omgevingsmanager van <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>. Zo nodig wordt ook overleg gevoerd met vertegenwoordigersvan andere deelprogramma’s.5.2.2 InhoudelijkDe inhoudelijke verandering waar dit programma op inspeelt is de wateropgave van het Deltaprogrammaop de korte en lange termijn en de bijbehorende nationale en regionale beslissingen. Devoor <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> meest in het oog springende beslissingen zijn het verhogen/verlagen van het<strong>IJssel</strong>meerpeil, de afvoerverandering over de <strong>IJssel</strong> en mogelijk veranderende waterveiligheidsnor-Programmaplan 21


men voor dijken en het achterliggende gebied. Bij de peilverhoging van het <strong>IJssel</strong>meer wordt momenteelgesproken over een verhoging van het waterpeil tot maximaal 150 cm. Bij de <strong>IJssel</strong> gaathet om het verhogen van de maatgevende hoogwaterstand van maximaal enkele decimeters. Deveranderingen leveren kansen en bedreigingen op voor de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>. Hierbij gaat het om(water)veiligheid en bijvoorbeeld de verandering van (grond)waterstanden. Deze veranderingenhebben invloed op de ruimtelijke functies in deze delta zoals wonen, werken, watersyteem, landbouw,natuur, regionale economie en recreatie/toerisme. De Deltabeslissingen hebben dan ook directeimpact op ambities uit diverse coalitie-akkoorden en bijbehorende lopende programma’s enprojecten:• Stad: Een peilverhoging van het <strong>IJssel</strong>meer en de <strong>IJssel</strong> leidt op diverse plekken tot grotereoverstromingsrisico’s (tot een factor 10). Zeker in buitendijkse gebieden heeft dit groteeffecten, waaronder in de binnenstad van Kampen en <strong>Zwolle</strong>, de Zuiderzeehaven van Kampenen het haven- en industriegebied van Hasselt. Als de besluitvorming hierbinnen juistleidt tot gemiddeld lagere afvoeren, dan heeft dat gevolgen voor het intrekgebied van hetgrondwater van de drinkwaterwinning het Engelse Werk. Daarnaast is er invloed op het gebiedsgerichtgrondwaterbeheer in de binnenstad van <strong>Zwolle</strong> en Kampen.• Herstructurering: de beoogde herstructurering van verschillende (met name buitendijkse)industriegebieden komt onder druk te staan door de peilverhoging, hetgeen haaksstaat op de beoogde versterking van de regionale economie. Van de andere kant kunnenpeilveranderingen leiden tot nieuwe kansen voor economische activiteiten (programma regionaleeconomie)• Landbouw: voor de landbouwgebieden grenzend aan de <strong>IJssel</strong> en de Vecht geldt dat eenstijging van het waterpeil zal leiden tot lagere opbrengsten hetgeen van belang is voor stimuleringsmaatregelenvoor de landbouw en de beoogde zonering van landbouwgebieden.Het lange termijn perspectief moet antwoord geven op mogelijke transities.• Natuur: Indien de peilverhoging doorzet is de verwachting dat de bestaande Natura2000doelstellingen in het Vechtdal, het Zwarte Water en de <strong>IJssel</strong>uiterwaarden niet gerealiseerdkunnen worden, vanwege de kwetsbaarheid voor peilschommelingen. Deze kennis is vanbelang bij de herijking van de EHS en de KRW-maatregelen. Dit biedt tevens kansen voorhet de inrichting van de groen-blauwe hoofdstructuur.• De beslissingen hebben gevolgen voor de hoogte en stabiliteit van de dijken in het gebied.Dit vraagt ruimte en leidt tot nieuwe kansen en bedreigingen voor de stedelijke ontwikkelingenin <strong>Zwolle</strong>-Kampen Netwerkstad;• Daarnaast leiden peilverhoging en een hogere afvoer tot wateroverlast in bestaande stedelijkegebieden, waardoor extra maatregelen (bijvoorbeeld tegen kwel) moeten wordengenomen om gebieden droog te houden. Op termijn kunnen ruimtelijk functies als wonenen werken juist zo worden ingericht dat ze meer water kunnen opvangen of hogere grondwaterstandenaankunnen of er zelfs van profiteren. Daarmee is ook de koppeling aan deregionale klimaatopgave relevant.• Met het oog op bovenstaande loopt er binnen het Deltaprogramma een discussie over hetverhogen van het overstromingsrisico in bepaalde gebieden van de regio, omdat de kostenvan de maatregelen om die veiligheid blijvend te garanderen, zoals ophogen van dijken,hoog zijn. Een dergelijk besluit beïnvloedt direct de investeringskansen in een gebied– voor zowel wonen, werken als landbouw en daarmee de aantrekkelijkheid van deze groeiregio.5.2.3 Organisatorisch<strong>IJssel</strong>delta-Zuid, Ruimte voor de Vecht en Ruimte voor de RivierDe projecten die in de gevorderde planfase of de uitvoerende fase zitten worden beschouwd als autonomeontwikkelingen. In het investeringsprogramma gebiedsontwikkeling <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> wordengeen projecten opgenomen die vallen in het projectgebied van <strong>IJssel</strong>delta-Zuid. In het bepalenvan de inbreng in het Deltaprogramma worden deze programma’s geconsulteerd. De samenhangtussen deze programma’s en programma gebiedsontwikkeling <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> worden geborgddoor afstemming op ambtelijk opdrachtgeverniveau en opdrachtnemersniveau.22 Programmaplan


<strong>Zwolle</strong>-Kampen Netwerkstad (ZKN)Onder de programmalijn Sterke Steden van <strong>Zwolle</strong>-Kampen-Netwerkstad is gewerkt aan strategischeverkenningen. Uit die verkenningen blijkt dat de opgave van het Deltaprogramma zeer bepalendkan zijn voor de toekomst van het gebied. De Strategische Verkenningen hebben geleid tot bestuurlijkgedragen integrale eindbeelden van het gebied. Hierin is oa opgenomen dat het op eenduurzame en innovatieve wijze omgaan met de wateropgave centraal kan staan en dat het een regionaleambitie is om proeftuin te zijn op het gebied van water en duurzaamheid.Het programma gebiedsontwikkeling <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> heeft een zelfstandige organisatie. ZKN kanprofiteren van de producten die dit programma maakt. De samenhang tussen deze programma’s enprogramma gebiedsontwikkeling <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> worden geborgd door afstemming op ambtelijkopdrachtgeverniveau en opdrachtnemersniveau.Ruimtelijke kwaliteit, Duurzaamheid en Sociale kwaliteitVanuit de provinciale ambitie op gebied van Ruimtelijke kwaliteit, Duurzaamheid en Sociale kwaliteitwordt capaciteit geleverd om input te leveren aan dit programma, ten behoeve van het maken vanproducten. Basis voor de input zijn de diverse provinciale handreikingen op deze thema’s. Per jaarwordt de input en de hoeveelheid capaciteit concreet gemaakt in het werkplan.Programma Herijking EHS en (her)inrichting groen-blauwe hoofdstructuurHet programma van de herijking van de EHS en de (her)inrichting van de groen-blauwe hoofdstructuurin de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> bepaalt de inrichting van het landelijke gebied voor de komende jaren.De keuze die in deze programma’s gemaakt worden bepalen de wijze waarop de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>kan reageren op de wateropgave van het Deltaprogramma. Vroegtijdig wordt afstemming georganiseerdtussen deze programma’s en het programma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>. Zo nodig wordt gezamenlijkopgetrokken. De samenhang tussen deze programma’s en programma gebiedsontwikkeling <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> wordt geborgd door afstemming op ambtelijk opdrachtgeverniveau en opdrachtnemersniveau.Programma Natura 2000 en Programmatische Aanpak StikstofIn en om de gebiedsontwikkeling <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> liggen diverse N2000 gebieden. Om de achteruitgangvan biodiversiteit te stoppen moet de stikstofbelasting worden teruggebracht. De ProgrammatischeAanpak Stikstof (PAS) geeft hiervoor het kader waarbij het uitgangspunt is dat de economischeontwikkeling niet in gevaar gebracht wordt. In de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> gaat het vooral om ontwikkelruimtevoor de landbouw. In principe biedt de PAS voldoende ruimte. Voorwaarde is dat de uitvoeringvan PAS maatregelen is geborgd en gefinancierd. Hierover wordt onderhandeld met het Rijk.De samenhang tussen beide programma’s en programma gebiedsontwikkeling <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>wordt geborgd door afstemming op ambtelijk opdrachtgeversniveau en opdrachtnemersniveau.Provinciale programma’s Netwerksteden, Wonen, Regionale Economie en BereikbaarheidDe samenhang tussen deze programma’s en programma gebiedsontwikkeling <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> wordengeborgd door afstemming op ambtelijk opdrachtgeverniveau en opdrachtnemersniveau.MIRTSamen met de regionale overheden zorgt de Rijksoverheid ervoor dat grote ruimtelijke projecten insamenhang met elkaar worden voorbereid en uitgevoerd. De basis daarvoor is het MeerjarenprogrammaInfrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) dat loopt tot 2020. Het MIRT brengt meer samenhangin investeringen in ruimte, economie, bereikbaarheid, water en leefbaarheid.De provincie Overijssel is gesprekspartner van het rijk in het Bestuurlijk Overleg MIRT (BO MIRT)voor Landsdeel Oost. In dat overleg is aangegeven dat de regionale overheden nadrukkelijk willenstreven naar het behoud van het integrale karakter van het MIRT, hetgeen betekent dat ook integraleruimtelijke en wateropgaven een plek krijgen. Voor de realisatie van de besluiten uit het Deltaprogrammawordt ervan uitgegaan dat deze plaatsvinden binnen de afspraken in het MIRT.Programmaplan 23


5.3 Besluitvorming en bestuurlijk overlegHet programma wordt gedragen door meer partijen, hetgeen zorgvuldige bestuurlijke afstemmingvergt via de stuurgroep <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>. Daarnaast heeft het programma relaties met omliggendeprogramma’s en partijen. Ook dat vergt goede bestuurlijke afstemming.5.3.1 Bestuurlijke besluitvormingOmdat het programma bestaat uit meer programmapartners worden besluiten ook door meer partijengenomen. In deze paragraaf wordt de rolverdeling tussen de verschillende bestuurlijke vergaderingenbeschreven. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de stuurgroep (met de verantwoordelijkportefeuillehouders per programmapartner), de dagelijkse besturen (GS, B&W en DB) en de algemenebesturen (PS, gemeenteraad en AB).De stuurgroep bestaat uit de portefeuillehouders van de kernorganisaties van dit programma met dedirecteuren van de deelprogramma’s Rivieren en <strong>IJssel</strong>meergebied van het Deltaprogramma als adviseur.De stuurgroep komt regelmatig bijeen om de voortgang van het programma te bespreken enbesluiten te nemen over (deel)producten. De besluiten zijn zo nodig gebaseerd op besluiten in dedagelijks besturen op basis van de verschillende bevoegdheden van de programmapartners. De beoogdebetrokkenheid van de stuurgroep, de dagelijkse besturen en de algemene besturen zijn inonderstaande tabel weergegeven. Naast de besluitvormende rol van de dagelijks besturen en de algemenebesturen worden leden ervan zo nodig ook actief betrokken bij het opstellen van het langetermijn perspectief in de vorm van één of meer werkbijeenkomsten.Overzicht beoogde bestuurlijke betrokkenheidVergaderingStuurgroep • 2012: Besluit programmaplan• 2012: Besluit projectopdrachten van programmalijnen• Vaststellen jaarlijkse voortgangsrapportages programmaplanProgrammalijn 1 lange termijn perspectief• 2012: Kennisnemen van mogelijke en kansrijke regionale perspectieven2013/2014: Kennisnemen van voorkeursperspectief• 2015: Kennisnemen en/of vaststellen voorkeursperspectief (na genomenDeltabeslissingen door Tweede Kamer)Programmalijn 2 investeringsprogramma• 2012: Besluit toetsingskader projecten• 2012: Besluit eerste tranche projecten• 2013: Besluit tweede tranche projecten• Jaarlijkse voortgangsrapportagesProgrammalijn 3 Inbreng deltaprogramma• 2012/13: Besluit Inbreng Deltaprogramma (kansrijke strategieën)• 2013/14: Besluit Inbreng Deltaprogramma (voorkeursstrategie)• Voorbereiden en houden brede regionale bestuurlijke bijeenkomsten• Inbreng diverse stuurgroepen DeltaprogrammaDagelijkse besturen(GS, B&W, DB)• 2012: Besluit programmaplan• Jaarlijkse voortgangsrapportages programmaplanProgrammalijn 1 lange termijn perspectief• 2012: Kennisnemen van mogelijke en kansrijke regionale perspectieven2013/2014: Kennisnemen van voorkeursperspectief• 2015: Kennisnemen en/of vaststellen voorkeursperspectiefProgrammalijn 2 investeringsprogramma*24 Programmaplan


• 2012: Besluit Toetsingskader projecten• 2012: Besluit Eerste tranche projecten• 2013: Besluit Tweede tranche projecten• jaarlijkse voortgangsrapportagesAlgemene besturen(PS, Raad, AB)Programmalijn 3 Inbreng deltaprogramma• 2012/13: Besluit Inbreng Deltaprogramma (kansrijke strategieën)• 2013/14: Besluit Inbreng Deltaprogramma (voorkeursstrategie)• Voorbereiden brede regionale bestuurlijke bijeenkomsten2011:Vaststellen programmaplan*2012:• Voortgang programmaplan• Voortgang Deltaprogramma• Besluit toetsingskader projecten uit investeringsprogramma*• Informeren over eerste tranche projecten uit investeringsprogramma2013:• Voortgang programmaplan• Voortgang Deltaprogramma en inbreng kansrijke strategieën van Deltaprogramma• Voortgang projecten uit eerste tranche• Informeren over selectie tweede tranche projecten2014:• Voortgang programmaplan• Voortgang Deltaprogramma en inbreng voorkeursstrategieën van Deltaprogramma• Voortgang projecten uit eerste en tweede tranche2015• Voortgang programmaplan• Voortgang Deltaprogramma en Deltabeslissingen• Voortgang projecten uit eerste en tweede tranche* de begroting van het investeringsprogramma en het toetsingskader voor projecten worden vastgesteld door ProvincialeStaten, omdat het hier provinciale middelen betreft. Wanneer er sprake is van cofinanciering van een programmapartnersis de cofinancierende partij bevoegd te beslissen over de besteding van haar middelen.Programmaplan 25


6 Planning6.1 ProgrammafaseringIn hoofdstuk 2 zijn drie subdoelen geformuleerd, die als SMART-doel naar voren zijn gekomen inhoofdstuk 3. Deze subdoelen leiden gezamenlijk tot het hoofddoel. Het is dan ook mogelijk het programmaconform deze subdoelen onder te verdelen in 3 programmalijnen:1. Het opstellen van een lange termijn perspectief voor de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>2. Het uitvoeren van een investeringsprogramma voor projecten3. Het leveren van inbreng in het DeltaprogrammaProgrammalijnen 1 en 3 volgen de fasering in het Deltaprogramma. Alle deelprogramma’s werken injaarlijkse besluiten van mogelijke strategieën (2012) via kansrijke strategieën (2013) naar de voorkeurstrategie(2014).6.2 Fasering programmalijn 1 en 3Het Deltaprogramma kent een cyclus van besluitvorming met fases van 1 jaar. Jaarlijks wordt inseptember de voortgang van de werkzaamheden aan het Deltaprogramma door de Tweede Kamervastgelegd in een nota (“Deltaprogramma jaar 20XX”), waarin een fase wordt afgesloten met conclusiesen het proces wordt uitgelijnd voor het jaar erop. In het jaar hieraan voorafgaand wordt doorde verschillende programmabureaus gewerkt aan deelbeslissingen. Dit is in onderstaande figuurweergegeven.janIntegratie tot niveauDeltaprogrammaoktVoorbereidingdeltabeslissingenaprVoorbereidingdeelprogramma’sjulIllustratie 11: Jaarcyclus DeltaprogrammaJaarcyclus vanuit <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>Om de inbreng in het Deltaprogramma goed te laten plaatsvinden moet er vanuit het programma<strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> eenzelfde cyclus worden doorlopen. Beginnend bij de in de nota geformuleerdeagenda voor het navolgende jaar en eindigend bij de bestuurlijke conferenties of bestuurlijke overleggenvan de verschillende deelprogramma’s en het algemene Deltaprogramma.26 Programmaplan


De basis voor de inbreng ligt in de ambitie met de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>. Die ambitie wordt verwoord inhet lange termijn perspectief. Dit perspectief wordt voor de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> medio 2012 opgestelden jaarlijks aangescherpt afhankelijk van de ontwikkelingen in het Deltaprogramma. Door het opstellenvan een gedragen lange termijn perspectief en dit te combineren met de opgave (diversestrategieën) van diverse deelprogramma’s, is het mogelijk te identificeren waar kansen en knelpuntenliggen. Daar waar kansen en knelpunten liggen moet bepaald worden hoe daar mee omgegaankan worden. Dit gebeurt in ambtelijke werkconferenties met de leden van het programma en relevanteandere omgevingspartijen. Deze inbreng wordt dan zo nodig via bestuurlijke conferenties, de7.InbrengDeltaprogramma1.StrategischPerspectief6.Position Paper2.Confrontatie metscenario’s/strategieëDeltaprogramma5.BestuurlijkeWerkconferentie3.AmbtelijkeWerkconferentie4.StrategischeAgendaJaarcyclus programma <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong>stuurgroep en de dagelijkse besturen (GS, B&W en DB) vastgesteld en ingebracht in de diversestuurgroepen 3 van het Deltaprogramma. Uit de diverse besluiten van de deelprogramma’s, het nationaleDeltaprogramma en de jaarlijkse Nota van het Deltaprogramma blijkt op welke wijze de inbrengeen plek heeft gekregen, waarna de cyclus opnieuw begint. Zo wordt van grof naar fijn toegewerktnaar de deltabeslissingen.Jaarlijks worden ook de algemene besturen (PS, Raad en AB) in deze cyclus betrokken. Aan het beginvan de cyclus worden zij geïnformeerd over de resultaten van het voorafgaande jaar en kunnenzij kaders meegeven voor het navolgende jaar.Om te zorgen dat de producten van het programma effectief doorwerken in het proces van het deltaprogrammais het noodzakelijk dat:• producten tijdig klaar zijn met zoveel mogelijk draagvlak in de regio;• zowel ambtelijk als bestuurlijk actief wordt deelgenomen aan het proces van het Deltaprogramma;• er duidelijkheid is over het proces en de besluitvormingsstructuur in het deltaprogramma;• er regie wordt gevoerd op het eventueel gezamenlijk maken van producten en leveren vaninbreng (interprovinciaal);• de inbreng van de <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> duidelijk bijdraagt aan de doelen van deelprogramma’svan het Deltaprogramma.3 Bestuurlijke overleggen hebben verschillende namen, zoals stuurgroep, bestuurlijke kerngroep, etc. Hier gebruikenwe steeds de term stuurgroepProgrammaplan 27


6.3 Fasering programmalijn 2De fasering van programmalijn 2 is als volgt:Fase 1 Definitiefase- 2012: Vaststellen projectplan programmalijn investeringsprogramma met projecten;- 2012: Vaststellen selectiecriteria voor projecten;Fase 2 Verkenning en planvorming- 2012: Vaststellen eerste tranche projecten met projectplannen;- 2013: Vaststellen tweede tranche projecten met projectplannen;Fase 2 Realisatiefase 2013-2015- 2012/2013: opstarten projecten eerste tranche- 2013/2014: opstarten projecten tweede tranche- continue projectbeheersing en voortgangscontrole- 2015: Eerste tastbare resultaten geboektFase 3 Realisatiefase na 2015- continue projectbeheersing en voortgangscontrole- mogelijk verder uitbouwen investeringsprogrammaJaarlijks wordt er (in oktober) een werkplan voor het aankomende jaar gemaakt, waarin de planningvan dat jaar concreter wordt uitgewerkt.28 Programmaplan


7 Communicatiestrategie7.1 CommunicatieplanDe basis van de communicatieactiviteiten bestaat uit het verkrijgen van draagvlak voor het programma.In 2012 wordt een communicatieplan opgesteld.Deze paragraaf wordt uitgewerkt tot een communicatieplan per programmalijn en zo nodig per deelproject.Onderdeel van het communicatieplan vormt de communicatiekalender. Deze kalender geefthelder aan welk middel op welk moment en met welk doel wordt ingezet.Voor communicatie over <strong>IJssel</strong>-<strong>Vechtdelta</strong> is sociale kwaliteit een belangrijk onderdeel. De komendejaren wordt gewerkt aan het anticiperen op de wateropgave van het Deltaprogramma. Voor inwonersvan Overijssel kan dat grote gevolgen hebben. Daarom is het belangrijk draagvlak te creërenvoor de veranderingen. Het communicatieplan is erop gericht de doelgroepen mee te nemen in deveranderingen. De participatieladder bepaalt de aanpak om betrokkenheid te genereren.Doelgroepen en doelenDe interne en externe doelgroepen worden bepaald aan de hand van de burgerschapsstijlen van Motivaction.Motivaction heeft onderzoek gedaan onder de inwoners van Overijssel en hoe zij het bestebenaderd kunnen worden om een boodschap over te brengen.Doelgroepen zijn tijdig op de hoogte van de veranderingen, weten waar en wanneer zij inspraakkunnen hebben en voelen zich betrokken bij de veranderingen. Ook weten ze de rol van de programmapartnersin het project.7.2 Communicatiestrategie en middelenCommunicatiestrategie en boodschapDoelgroepen informeren over de veranderingen, dialogiseren om betrokkenheid/dialoog te realiseren.Het creëren van de juiste verwachting van dit programma en duidelijk maken wat hen te wachtenstaat.Dit programma bereidt de omgeving voor op de opgave van het Deltaprogramma voor de regio. Hetis belangrijk dat de doelgroepen zich betrokken voelen en mee kunnen denken over hoe met dezeopgave wordt opgegaan en de besluiten die daarin genomen worden.Middelen- Overleg en afstemming intern en extern, onder andere met de deelprogramma’s van het Deltaprogramma- Reguliere overleggen met doelgroepen en betrokken partijen- Persoonlijke benadering direct betrokkenen- Persberichten/persmomenten- Website- VakbladenUitgangspunt is dat het meest effectieve middel wordt ingezet om de doelgroep te bereiken. Decommunicatiewerkgroep adviseert hierover tijdens de verschillende fasen in het project. De samenstellingvan de werkgroep begint met een vertegenwoordiger van elke organisatie uit de eerste schil,maar kan wijzigen.Programmaplan 29


8 Evaluatie en wijzigingsprocedure8.1 Evaluatie en wijzigingsproceduresJaarlijkse voortgangsrapportageElk jaar wordt een voortgangsrapportage opgesteld waarin wordt beschreven in welke mate de doelstellingenvan het programma zijn gerealiseerd en de afgesproken activiteiten en inspanningen zijngeleverd. Deze rapportage wordt voorgelegd aan de stuurgroep en aan de dagelijkse en algemenebesturen. Hierbij wordt aangesloten bij de P&C-cyclus. Op basis van de uitkomsten hiervan wordtbepaald of het programma bijsturing behoeft. Die bijsturing door de Stuurgroep kan zowel liggen opactiviteiten en inspanningen als (bij hoge uitzondering) op programmadoelen. Eventuele aanpassingenvan het programma worden verwerkt in het werkplan voor het aankomende jaar.Tweejaarlijkse evaluatieNaast de jaarlijkse voortgangsrapportage en de evaluatie die daaruit voortkomt, wordt in 2013 en2015 een uitgebreide programma-evaluatie uitgevoerd door een externe partij (dat wil zeggen: iemandof een groep personen, die geen onderdeel uitmaakt van de programmaorganisatie). Kernhiervan is een bredere beoordeling van de effectiviteit van het programma waar het gaat om hetbehalen van de (sub)doelen. Hierbij wordt uiteraard gekeken naar de realisatie van de activiteitenen projecten, maar bijvoorbeeld ook naar de effectiviteit van de organisatie en de wijze van samenwerken.Op basis van de evaluatie kunnen wijzigingen worden doorgevoerd in overleg met de stuurgroep,door de bestuurlijk opdrachtgever. Wijzigingen op programmamanagementniveau kunnenworden doorgevoerd door de programmaleider in overleg met de ambtelijk opdrachtgever.8.2 Stoppen met het programmaHet programma heeft een tijdshorizon tot 2050. De nationale en regionale besluitvorming binnenhet Deltaprogramma kunnen aanleiding geven om dit programma te stoppen. Een eerste belangrijkijkmoment voor de beoordeling van de effectiviteit van het programma ligt dan ook in 2015. Metbehulp van de in dat jaar geplande evaluatie kan de vraag over de (vorm van de) toekomst van ditprogramma beantwoord worden. Een voorstel tot beëindiging van het programma dient te wordenbesproken in de stuurgroep en wordt uiteindelijk genomen door de Bestuurlijk Opdrachtgever.30 Programmaplan

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!