10.07.2015 Views

CLAIRLIEU - Canons Regular Blog

CLAIRLIEU - Canons Regular Blog

CLAIRLIEU - Canons Regular Blog

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>CLAIRLIEU</strong>T1JDSCHRIFT GEWIJD AAN DEGESCHIEDENIS DER KRUISHEREN[-NHOUDDR. R. JANSSEN p. 3In memoriam kruisheer Cleniens Bfasseur (1926-2008)DR. R. JANSSEN p. 13De Orde van het Heilig Krui.s, 1541-1619Deel 1: de kloosters die voor 1410 werden "esricluDR. R. JANSSEN p. 135De aartsbrocderschap van de Heiligc DrievuLdighcitl lot vrijkoopvan slaven in enkele kruislierenkloostersKRONIEK p. 14966stcJAARGANG2 0 0 8<strong>CLAIRLIEU</strong> — MAASEIK


IN MEMORIAM KRUISHEERCLEMENS BRASSEUR (1926-2008)dr. Roger Janssen o.s.c.Op woensdag 19 maart 2008 overleed Clemens Brasseur in hetziekenhuis van Maaseik. Prior Mathieu Martens getuigde in dehomilie bij gelegenheid van de uitvaart: "Met een intense handdruken een warme giimlach nam onze geliefde confrater ClementBrasseur vorige week dinsdagavond afscheid van mij, na eenavondbezoek aan hem in het ziekenhuis van Maaseik. Het leekheel gewoon zoals bij de vorige avondbezoeken in de voorbijedagen, want hij werd er reeds gedurende ruim een week verzorgd.En ook ik zei zoals bij mijn naar huis gaan de voorbije dagen: "Ikwens u een goede nachtrust, heel veel beterschap en morgen komik weer terug", waarbij hij dan glimlachend en instemmend 'ja'knikte. Maar ik besefte die dinsdagavond onvoldoende dat dit het


4 IN MEMORIAM KRUISHEER CLEMENS BRASSEUR (1926-2008)definitief afscheid zou zijn. Ik keerde inderdaad s anderdaags reedsin de vroege morgen terug, maar na het telefonisch bericht datonze dierbare confrater heel rustig van ons was heengegaan. Hijwas in zijn 82ste levensjaar. Vooral de laatste maanden kregen deongemakken van het ouder worden meer vat op hem, voelde hijzich vlug moe, was hij nog weinig mededeelzaam en verbleef hijliefst alle^n op zijn kamer waar hij dan een 10-tal dagen voor zijndood ten val kwam met ziekenhuisopname tot gevolg. Zijn heengaanop woensdag 19 maart jl., midden in de Goede Week waarinwij kruisheren heel bijzonder de laatste levensdagen, het LaatsteAvondmaal, de dood en de verrijzenis van de Heer Jezus gedenken,trof ons en zijn geachte familie heel opmerkelijk!"1Mathieu Florent Clemens Brasseur werd op 18 december 1926geboren in Opgrimbie, als oudste zoon van Mathieu Brasseur enMarie Lambie. Hij groeide op in een diep christelijk gezin van vierkinderen. Secundair onderwijs volgde hij aan het H.-Hartcollegein Mechelen aan de Maas - het latere Maasmechelen - van 1939tot 1943. De twee laatste studiejaren van het secundair onderwijs,de poesis en de retorica, doorliep hij in de jaren 1943 tot 1945 inMaaseik in het H.-Kruiscollege, waar hij schitterende studieresultatenbehaalde en waar ook zijn roeping tot priester-kruisheergestalte kreeg. Op 28 augustus 1945 beleefde hij in Diest zijnintrede in het noviciaat van de kruisheren. Een jaar later, op 28augustus 1946, werd hij tijdelijk geprofest. Na zijn noviciaat volgde Clemens filosofische en theologische studies respectievelijk inAchel (van 1946 tot 1948) en Diest (van 1948 tot 1952). Clem,zoals zijn confraters hem graag noemden, was een prima student:logisch en kernachtig resumeerde hij alle cursussen op enkele bladzijdenen dienstbaar als hij altijd was gaf hij deze schema's door aanzijn klasgenoten. Zo kwam er de nodige tijd vrij om allerlei nevenactiviteitenin te bouwen waarbij hij dan ook vaak zijn praktischevaardigheden zelfs met beitel, hamer en zaag kon trainen.1 M. Martens, In memoriam Clement Brasseur. in: Bulletin Europese provincie van deKruisheren, april 2008, pp. 54-55


IN MEMORIAM KRUISHEER CLEMENS BRASSEUR (1926-2008) 5Op 25 juli 1951 werd Clemens, samen met een aantal confraters,in Diest tot priester gewijd door Monseigneur Brems O.Praem.Tot 1957 werd hij benoemd tot conventualis van het convent vanDiest. Vanaf 1953 studeerde hij Romaanse filologie aan deKatholieke Universiteit van Leuven. In 1957 promoveerde hij totlicentiaat in de Romaanse Filologie met een eindverhandeling overEmile Verhaeren (1855-1916), een Vlaams auteur die in het Fransschreef. Na zijn universitaire studies kreeg hij in augustus 1957 zijnbenoeming voor het klooster van Maaseik en werd leraar aan hetH.-Kruiscollege.2Dertig jaar leraarDertig jaar lang doceerde Brasseur Frans aan de leerlingen van dedrie hoogste klassen van het college. Hij trachtte zijn leerlingenveel liefde bij te brengen voor de Franse literatuur waarbij "Le petitPrince" zeker een hoofdrol speelde. Graag weidde hij in het lang enhet breed uit over de Franse cultuur. Later organiseerde hij reizenvan een dag naar Parijs om datgene wat zijn leerlingen in de klashadden geleerd, te toetsen aan de werkelijkheid. Naast het lesgevenhield hij toezicht bij de leerlingen en werd hij de missieverantwoordelijkeop het college, secretaris van de oud-studentenbonden hoofdredacteur van het collegeblad Vox . Allemaal taken die hijmet grote stiptheid en zeer nauwgezet behartigde en die heel veelwerk met zich meebrachten.3MissiesectieLaten we eerst aandacht schenken aan de missiesectie. Naar aanleidingvan de oprichting van de Kruisherenmissie in Neder-Uelewerd in 1920 de Missiesectie op het college van Maaseik opgericht.Aanvankelijk gold zij als een afdeling van de Mariacongregatie. Deeerste proosten D. Zufang (1920-1921), W. Mulder (1921-1922)en J. Verkuijlen (1922-1932) waren tevens directeur van de- R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCrucis 1840-1996. Maaseik, 1999, pp. 91-923 M. Martens, In memoriam Clement Brasseur. in: Bulletin Europese provincie van deKruisheren, pp. 54-55


6 IN MEMORIAM KRUISHEER CLEMENS BRASSEUR (1926-2008)Mariacongregatie. Vooral Verkuijlen toonde zich een ijverig engedreven bestuurder. In 1934 vertrok hij vol vuur naar een nieuwekruisherenmissie in Belem (Brazilie). Hij overleed er amper driejaar later. Zijn opvolgers waren M. Van den Elsen (1932-1934 en1944-1960), Fr. Verhoeven (1934-1944) en Cl. Brasseur (1960-1997). Van meet af aan leerde de Missiesectie de leerlingen biddenen offeren voor de missie. Door regelmatige bijdragen van deleden, door het inrichten van een jaarlijkse Vlaamse kermis, doorhet plaatsen van missiebusjes in en buiten het College en door hetinrichten van een jaarlijkse Driekoningenstoet door de scouts vanhet College werd veel geld ingezameld. Vooral in de jaren veertigen vijftig, toen Martinus van den Elsen proost was van deMissiesectie en aalmoezenier van de collegescouts, stroomde hetgeld binnen. Het ingezamelde geld werd gedeeltelijk afgestaan aanhet Sint-Petrusliefdewerk voor de opleiding van inlandse priesters.De rest werd gegeven aan (kruisheren)-missionarissen bij hun vertrekof bij een bezoek aan het College.Het bestuur van de Missiesectie belegde geregeld vergaderingenom de missiekennis onder de leerlingen te bevorderen. Dan werdenspreekbeurten gehouden door leerlingen zelf of door missionarissendie in het land waren. Missionarissen uit allerlei orden encongregaties kwamen vertellen over hun projecten in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Afrika, Azie en Oceanie. Een keer gingde spreekbeurt zelfs over de IJsvelden van de Poolcirkel. Jarenlangbestond er ook een eigen missiebibliotheek. Bovendien konden deleerlingen een abonnement nemen op het missietijdschrift voorleerlingen, Pro Apostolis, dat tot 1945 regelmatig verscheen.In oktober 1946 werd het 25-jarig bestaan van de missiesectieplechtig gevierd met een eucharistieviering, gevolgd door een academischezitting. Bij die gelegenheid werd ook een brochure uitgegevenen het wachtwoord voor de komende jaren luidde: "en zovooruit". Maar het ging niet altijd vooruit: in de tweede jaargangvan Vox meldde Actor dat de missiebusjes in de klassen leeg blevenen dat de lidgelden niet eens opgehaald werden. Hij riep op totmeer actie.


IN MEMORIAM KRUISHEER CLEMENS BRASSEUR (1926-2008) 7In 1954 merkte de verslaggever op dat het bestuur van de missiesectietevreden mocht zijn. "(...) Interessante vergaderingen werdengehouden. Pater Boutsen schetste ons het verre Indie met zijn machtigezeeen en stromen, die het werk en de successen van de grote missionarisFranciscus Xaverius verkeren. Mgr. Arntz, apostolisch vicaris vande Kruisheren-missie op Java, werdplechtig ontvangen en wist in zijntoespraak bij de studenten de geestdrift voor het missiewerk op te wekken.Een witte pater vertoonde op het witte doek de zwarte Congoleesen pater Lantin Het ons dit Mariajaar het Fatirna-gebeuren zien enhet Kruisherenleven in onze Belgische kloosters genieten. Ook op geldelijkgebied is er niet te klagen. Het had meer kunnen zijn maar demissiebusjes brachten toch in de verschillende klassen rondde 1700 fr.op. Een aparte hulde aan de vijfde Latijn A, die ongeveer 1100fr. bijeenspaarde.De bruto inkomsten van de Vlaamse Kermis bereikten ditjaarhun hoogtepunt. Er werden 18.000fr. geboekt. Doch kortgezegdis het voornaamste punt uit het jaarverslag de wekelijkse H. Mis enCommunie voor de pauselijke missie-intentie, die zo goed verzorgd enbeleefd werd door alle studenten. Wat daarvan is uitgegaan en op destudenten en op de heidenwereld is onmogelijk te beschrijven. Daarben ik zeker van, dat we daarin de kiemen moeten zoeken voor menigemissionarissenroeping.(..JHIn juni 1960 schreef de verslaggever: "Het jaarprogramma van demissiesectie voor het schooljaar 1959-1960 was in grote lijnen alsvolgt opgevat: van tijd tot tijd het organiseren van een grote missievergadering,conferentie offilm; het bevorderen van de missiegedachtedoor het uitgeven van "Missiegalm", het verspreiden van "ProApostolis" en "Horizon"; de wekelijkse missiemis op het College; demaandelijkse propaganda voor de missie-intentie; de actie van de missiebusjes op de verschillende klassen en op tientallen adressen buitenhet College; het bijeen brengen vanfinanciele hulp dank zij onze verkoopdienstin de recreatiezaal. Het ingezamelde geld wordt gedeeltelijkafgedragen aan het Sint-Petrusliefdewerk voor de opleiding vaninlandse priesters, de rest wordt aan missionarissen gegeven bij hunvertrek of bij een bezoek aan het College. Het afsterven van de missieproostMijnheer van den Elsen was een zwaar verlies voor de missie-4 (De proost), Missieaktie. in: Vox, jg.8, nrs. 5-6, 1953-1954, z.p.


8 IN MEMORIAM KRUISHEER CLEMENS BRASSEUR (1926-2008)sectie, die in hem een enthousiaste missievriend verloor. MijnheerBrasseur neemt sindsdien deze functie waar, samen met MijnheerRamaekers.f...)"5Na het Tweede Vaticaanse Concilie versmolt de missiesectie met deactiviteiten die op het College georganiseerd werden rondBroederlijk Delen en de zogeheten Vastenactie. Toch bleef een kleinegroep leerlingen, o.l.v. Cl. Brasseur, ijveren voor de missiewerken.De opbrengsten van hun "missie-snoepkot"werden versast naarde overzeese missies. Het snoepwinkeltje bestaat nog steeds, maarwordt nu beheerd door de pastorale werkgroep van het College.De opbrengst komt nog steeds ten goede aan het missiewerk overzee.6Brasseur was ook jarenlang de zeer accurate boekhouder van demissieprocuur van de kruisheren.Apostolaat in en buiten het kloosterBrasseur kon organiseren, alles werd steeds tot in de kleinste detailsgeregeld en afgewerkt waarbij orde en netheid een voorname rolspeelden. In 1964 werd hij lid van de conventsraad van het kruisherenkloostervan Maaseik en verantwoordelijke voor de administratievan de misintenties, het verzorgen van de berichtgeving inhet parochieblad, het regelen van assistenties. In 1976 werd hijsubprior van het klooster, een ambt dat hij gedurende 31 jaarbekleedde.Vanaf 1964 werd Brasseur zondagsassistent in Wurfeld. Toen zijnconfrater Willem Sangers in 1957 een kapel bouwde bij zijn woonwagenkampop Siemkensheuvel (Maaseik), werd Clem zijn kapelaanen boekhouder. Na de dood van Sangers in juli 1987 vervinghij hem daar volledig, preekte er iedere zondag op zijn eigen typischemanier — niet te lang en kernachtig — en droeg de jaarlijksecarnavalsmis op in het dialect. Vanaf 1992 kreeg hij assistentie van5 N., Missiesectie. in: Vox, jg. 14, juni 1960, p. 126 R. Janssen, Enkele aspecten van degodsdienstige vormingop het College, 1855-2005. in: Numoetje blij en vrolijk zijn. 150 Jaar H.-Kruiscoliege in Maaseik. Maaseik, 2005, pp. 258-260


IN MEMORIAM KRUISHEER CLEMENS BRASSEUR (1926-2008) 9zijn confrater Roger Janssen, die hem in februari 2005 ook (voiledig)zou opvolgen. In De Schakel (1987-1988, nr.4) werd Brasseurtreffend getekend: "Deze 'onopvallende verdienstelijke stille werkerin school- en kloosterverband (...). Deze rechterarm van velen o.a.van pater Sangers hielp ontelbaren geruisloos op diverse vlakken uit denood. Zo aanvaardde hij onlangs ook pater Sangers' taak opSiemkensheuvel als hoofdakteur verder te zetten. (.. J"7Nadat Clement Brasseur in 1987 als leraar met pensioen ging,kreeg hij binnen de orde nieuwe taken: van 1990 tot 1996 was hijwerkzaam als econoom van de Belgische kruisherenprovincie en in1995 en 1996 was hij raadslid van de Belgische kruisherenprovincie maar al het andere werk bleef hij doen.ClairlieuIn 1986 trad Brasseur toe tot de historische kring Clairlieu en werdonmiddellijk als secretaris geinstalleerd.8 Een jaar later, op 18maart 1987, werd hij door de toenmalige voorzitter, A. Ramaekers,die om gezondheidsredenen wenste af te treden, als zijn opvolgervoorgedragen en na overleg met magister-generaal L. Graus enprior-provinciaal G. Thevissen geinstalleerd. Uit het dankwoordvan A. Zwart aan de scheidende voorzitter onthouden wij: "Wehebben eigenlijk nooit nagedacht over wat het ambt van voorzitterinhoudt. We zagen alleen maar hoe u dat deed en dat was voorzitter,hoofdredacteun schrijver en voortdurende animator. Onbewust denkenwe dan dat een nieuwe voorzitter die ambten, die toch verschillendzijn,ook in zich verenigen moet. Zo iemandis nit althans niet tevinden. Uw wel overwogen voorstel om confrater Brasseur te vragenhet voorzitterschap op zich te nemen werd ondersteund door de stillegoedkeuring van Generaal en provinciaal en handgeklap van de vergadering.Dank zij deze eensgezindheid week de aarzeling van confrater Brasseur. Uw bemoediging dat u hem in de naaste toekomst zoubijstaan met woord en daad, heeft hem gesterkt. Moge onder zijn leidingen met de samenwerking van alien "Clairlieu"standhouden. Datis uw wens en ook de onze. "tJ7 N., Eerwaarde Heer Brasseur met pensioen!in: De Schakel, jg.5, nr. 4, 1987, p.428 Zie Jaarverslag 1986. in: Clairlieu, jg.45, 1987, p. 89" Tit Jaarverslag 1987. in: Clairlieu, jg.45, 1987, p. 90


IN MEMORIAM KRUISHEER CLEMENS BRASSEUR (1926-2008) 11beschikking. Hij bleef wel lid van het redactieteam en medewerkervan de kroniek.u In de jaren waarin hij voorzitter was van Clairlieuwas Brasseur tevens lid van de Historische Commissie van deOrde, samen met M. Cotone, J. Remmerswaal en G. Reijners.Zijn confraters maakten dikwijls de bedenking hoe hij al zijn takentegelijk rond kreeg omdat alles wat hij deed even stipt gebeurde,heel accuraat tot in de kleinste details verzorgd en onopvallend...Tot slot laten wij prior Martens nog even aan het woord: "Als subpriorvan ons klooster was hij jaren lang ook mijn rechterhand enervaarde ik hem als iemanddie met de nodige nuchtere humor problemenkon doorgronden en relativeren en wijze oplossingen kon voorstellen.Hij was een voorbeeldigpriester-kruisheer, trouw aan het gemeenschapslevenytrouw aan het gemeenschappelijk gebed en aan zijn dagelijkseeucharistieviering. In navolging van de Heer stelde hij zich helemaalten dienste van de mensen, vanjong en oud, ten dienste van deorde en heel bijzonder ten dienste van onze gemeenschap hier teMaaseik. Wat men hem ook vroeg, nooit zei hij "neen". Hij haaldeonmiddellijk zijn agenda te voorschijn, het werdgenoteerdy het kon ernog altijd net bij ..."12Bibliografie van Cl.Brasseur- In Memoriam Drs Willem Sangers Kruisheer (1915-1987). in:Clairlieu, jg. 46, 1988, pp. 3-7- Mededeling over de hernieuwde belangstelling voor het Kruisherenkloostervan TerApeL in: Clairlieu, jg. 46, 1988, pp. 123-124- In Memoriam Dr. A. Ramaekers o.s.c. (1914-1989). in: Clairlieu,jg. 47, 1989, pp. 3-4- Bericht over een reeks "Conferences" in oktober 1989 in Luik, o.a.over het Orgelboek van de Luikse Kruisheren. in: Clairlieu, jg. 47,1989, p.20711 Zie Jaarverslag 1986. in: Clairlieu, jg. 56, 1998, p. 15712 M. Martens, In memoriam Clement Brasseur. in: Bulletin Europese provincie van deKruisheren,


12 IN MEMOR1AM KRUISHEER CLEMENS BRASSEUR (1926-2008)- Ontdekking van een Kruisherenkerk in Buzangais. in: Clairlieu,jg. 47, 1989, pp. 101-146- Bericht over 350 Kruisheren te Uden. in: Clairlieu, jg. 47, 1989,pp. 218-219- Bericht over het Kruisherenobituarium van Hoorn. in: Clairlieu,jg. 47, 1989, pp. 204-205- Bericht over vroegere medewerker van Clairlieu A. Durand. in:Clairlieu, jg. 47, 1989, p. 198- Bericht over de stichting van het kruisherenklooster van Wickrath in1491. in: Clairlieu, jg. 48-49, 1990-1991, pp. 152-154- In Memoriam Dr. A. Zwart. in: Clairlieu, jg. 50, 1992, pp. 137-140 (samen met W. Slangen)- Bericht over Buzangais. in: Clairlieu, jg. 51, 1993, pp. 189-190- In Memoriam R.D. T. van den Elsen. in: Clairlieu, jg. 53, 1995,pp. 102-103- Bericht over een antiphonarium van Kerniel in: Clairlieu, jg 53,1995, p. 112- Bericht over Buzangais. in: Clairlieu, jg. 54, 1996, pp. 158 en 160- Bericht over Mulo Zaire, in: Clairlieu, jg. 54, 1996, pp. 162-163- Hoogw. Heer R. Vaanhold nieuwe magister-generaal van deKruisheren. in: Clairlieu, jg. 55, 1997, p. 3- 750 Jaar constituties van de Orde. in: Clairlieu, jg. 56, 1998,pp. 158-160- Mededelingen over de kruisheren van Maaseik. in: Clairlieu, jg. 56,1998, pp. 166 en 168- Bericht over CR. Hermans, in: Clairlieu, jg. 58, 2000, p. 256- Bericht over de band tussen de kruisheren van Maastricht en die vanMaaseik. in: Clairlieu, jg. 60, 2002, pp. 195-196- Bericht over Donaat Snijders. in: Clairlieu, jg. 60, 2002, pp 197-198- Bericht over 150 jaar H.-Kruisco liege te Maaseik. in: Clairlieu,jg. 64, 2006, p. 190- Berichten over de kruisheren van St. Agatha en Maaseik. in:Clairlieu, jg. 65, 2007, pp. 175-176


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541 -1619 - DEEL 1 15ten en schenkingen binnenkwamen. In Engeland verdwenen allekruisherenkloosters. De huizen van Kildale, York, Whaplode,Oxford en Wotton under Edge waren al voor de zestiende eeuwopgeheven. De kloosters van Welnetham, Barham, Colchester,Donnington en London bestonden in 1538 nog, maar verdwenenvermoedelijk voor 1555. In de Noordelijke Nederlanden verdwenen twaalf kloosters: Asperen (1567), Goes (1580), Schiedam(1575), Hoorn (1572), Sneek (1573), Ter Apel (1604), Franeker(1584), Den Bosch (1629), Woudrichem (1572), St. Anneland(ca. 1529), Nijenwerve (ca. 1540) en Scharmer (1615). Bovendienwerd door de orde zelf het klooster van Pedernach opgeheven. Ditklooster lag ver in het Heilig Roomse Rijk en had geen bronnenvan inkomsten meer, omdat de hele omgeving naar het protestantsekamp was overgelopen. De Rijnlandse kruisheren leverden enormeinspanningen om het katholieke geloof in de directe omgevingvan hun kloosters te verdedigen. In Duitsland gingen de kloostersvan Hohnscheid (1527), Osterberg (1633) en Falkenhagen (1596)voor de orde verloren. In Frankrijk scheurde Michael Mulot, deprior van de Parijse kruisheren in 1520 zijn klooster van de ordeaf. Dat leidde tot een jarenlang proces, dat weliswaar door de ordewerd gewonnen, doch de relaties van de Franse kloosters met Hoeiwerden nooit meer zoals voorheen.De tweede helft van de zestiende eeuw was een zware tijd voorde Orde van het H. Kruis. Naast de dreigende opheffing vankloosters en de economische en financiele verarming van anderekloosters was er ook het probleem van de uittredingen. Elk jaarboog het generaal kapittel zich over wantoestanden in de kloostersen probeerde met allerlei maatregelen het protestantisme te counteren.Op het einde van de zestiende en in het begin van de zeventiendeeeuw stond de Orde van het H. Kruis er materieel zeer slechtvoor door het verlies van vele kloosters en door de benarde positie,waarin andere kloosters door de protestantse vorsten warengedrukt. Enkele kloosters, die voorheen zeer vitaal waren, en nukampten met verlies van motivatie en dynamisme, startten met een


16 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1scherpe revitalisatie. Het Klaasklooster van Venlo was daarvan eenvoorbeeld. De onrustige eeuw van 1540 tot 1640 deed het geestelijkleven van de kruisheren geen goed. Er waren jaren, dat in hungebeeldstormde kerk de koordienst stil viel en dat zelfs het zingenvan de getijden binnen het klooster onmogelijk werd gemaakt. In1632, toen de Staatse troepen het kruisherenklooster bezetten ende kruisheren een tijdlang verdreven, schreef prior van Lit een verklaringvan de leefgewoonten van de kruisheren. Ook gaf hij degeest weer, die hij bij zijn onderdanen wilde bevorderen. Hij vermaandezijn confraters om het koorgebed met aandacht, duidelijkverstaanbaar, met de nodige pauzen en vol blijdschap te zingen.De metten moesten rond middernacht aanvangen. Aan de geloftevan armoede moest streng de hand gehouden worden. Het stilzwijgenduurde minstens. van s avonds na de completen, omstreeks18.00 of 19.00 uur, tot de volgende namiddag, na de vespersomstreeks 15.00 uur. Daarna mocht de prior verlof tot sprekengeven en dan nog slechts in de recreatiezaal en in de bijgebouwen,want in het eigenlijke klooster moest het silentium streng onderhoudenworden. s Morgens voor de priemen en 5s avonds na decompleten zou men aan de verzamelde confraters uit een geestelijkboek voorlezen. Van Lit schetste dit ideaalbeeld, misschien ten deleals reactie op het negatieve visitatierelict van 1623. Daaruit bleekimmers, dat men in het koor te snel zong en dat sommige kruisheren te vaak uithuizig waren en urenlang bij familieleden en kennissenverbleven, waardoor zij hun kloosterlijke taken verwaarloosden.In 1628 liet Van Lit ook veertig preken over het Lijden vanJezus, die hij in de Klaaskerk in de volkstaal had gehouden, in hetLatijn verschijnen. Tijdens zijn prioraat verklaarde zijn confraterDirk Dalissen (Dalenius) in een boekje, Clavis Coeli, dat Chrisms'Kruis de sleutel van de hemel was. Ook somde hij de privileges ende verhevenheden van de orde op. Een andere priester van hetKlaasklooster, Godfried de Groot, stelde tezelfdertijd een boekjevan private gebeden samen, zoals een litanie van het H. Kruis,meditaties over het lijden en andere gebeden, die een nogal overdrevenvrome indruk nalieten. Die vrome geaardheid vond tijdensde Contrareformatie een uitdrukking in de verering van splintersvan het H. Kruis, die in een zilveren reliekkruis werden bewaard


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 17en zieken genezing bezorgden. Daarnaast was er de verering van deZwarte Lievevrouw. Omwille van een aantal wonderbaarlijke genezingentrokken bedevaarten naar haar altaar in de kruisherenkerk.Tijdens de Beeldenstorm geroofde ex votos werden vervangendoor nieuwe van goud, zilver en edelstenen in de vorm van hartenen hoofden. De sfeer in het kruisherenklooster van Venlo wasenigszins contemplatief, maar nu kwam er toch ook ruimte voorenige zielzorg: men schonk meer aandacht aan prediking. Eenkruisheer verleende assistentie in Tegelen en was vanaf 1637 tot1671 pastoor van Tegelen en Belfeld, en tenslotte waren een viertalkruisheren vanaf 1629 werkzaam in de Latijnse school.Althans volgens P. Van den Bosch, probeerden de meestekloosters trouw te blijven aan de opdracht om armen aalmoezen eneen tijdelijk onderkomen te verschaffen. Bijna alle kloostersbegonnen te participeren in de parochiale zielzorg. Tot nu toe werdonvoldoende bestudeerd hoe groot de druk van het protestantismeis geweest om de, in bepaalde kloosters meer contemplatief gerichtekruisheren, te bewegen tot de parochiale zielzorg. Vanuit verschillendekruisherenkloosters werd bovendien het bidden van derozenkrans onder het volk bevorderd door het oprichten vanrozenkransbroederschappen.32 De generate oversten tussen ca. 1540 en 1619Henricus van Deventer was achtereenvolgens conventualis enprior van Scharmer (1528-1530), conventualis en prior vanOsterberg (1530-1538), provinciaal van Westfalen en Friesland endefinitor in 1532, 1534 en 1536. Hij een eenvoudig, rustig engodvrezend man. In 1538 werd hij eenstemmig tot prior van Hoeigekozen en dus ook tot prior-generaal. Hij formuleerde allerleibezwaren. Uiteindelijk aanvaardde hij toch de keuze en kwam op3 Overgenomen uit R. Janssen, 750 jaar kruisheren. Vijf breuklijnen van traditie en vernieuwinginde Orde van het H. Kruis, 1248-1998. Rome, 1*999, pp. 91-97


18 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 124 maart 1538 naar Hoei. Op 1 mei 1538 schreef hij een brief aande graaf van Tecklenburg, waarin hij de teruggave van het kloosterOsterberg vroeg. Op 23 mei 1539 overleed hij.q-


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 19een commentaar op Aristoteles noteerde hij in 1547, dat hij voorhet zesde jaar hieraan werkte, dat hij 33 jaar oud was en het derdejaar van zijn prioraat in Hoorn beleefde. Op het einde van dezelibrorum physicorum Aristotelis tekende hij op dat hij de commentarenin 1531 opnam in Leuven in falconis gymnasio waar hij ze op31 juli van dat jaar beeindigde. Blijkbaar volgde hij op zeventienjarigeleeftijd deze colleges in Leuven, nog voor zijn intrede inHoei. Dit gedeelde van het handschrift, een afschrift dus van zijnvroegere cursus, voltooide hij op 14 februari 1549, terwijl heel hethandschrift af was in 1556. In 1561 werd hij prior-generaal gekozen.In 1566 ondervond Clairlieu moeilijkheden van protestantsezijde. In 1569 deed hij met gunstig gevolg een beroep op deSpaanse koning Filips II om met behulp van de burgerlijke machtop te treden tegen enkele conffaters, die door de Hervorming afgevallenwaren. Op visitatie in Parijs werd hij om dezelfde reden metgrote moeilijkheden geconfronteerd. Hier bracht de hulp van deFranse koning Karel IX een oplossing. De kruisheren van Asperenwerden in 1567 verdreven en over de andere kloosters verspreid.Klooster Sint-Agatha verkreeg in 1566 de bescherming van Willemvan Oranje. Vanwege de oorlogsdreiging werd niet ieder jaar eengeneraal kapittel gehouden: negen werden er gehouden in de dertienjaar van zijn generalaat. Antonius Fresen van Odorp overleedop 2 September 1575. Hij had een gebedsverbondenheid geslotentussen Clairlieu, de Cisterciensers van Moulins en de abdij vanMarche-les-Dames en werd daardoor vermeld in de necrologieenvan deze abdijen.Wilhelmis van Heinsberg (Hynsbergh, Heinsbergius) was( Si- '6&i*j 7conventualis van Sint-Agatha. Hij werd prior van Emmerich van1568 tot 1575. In 1575 was hij als prior van Emmerich definitor.In datzelfde jaar werd hij tot generaal gekozen. Hij was licentiaatin de theologie. Op 5 augustus 1580 verkreeg hij van pausGregorius XIII de faculteit om kerken en kloosters, die door ketterswaren ontwijd, te reconcilieren. De paus verleende tevens eenvoile aflaat die kon verdiend worden op de feesten vanKruisvinding en Kruisverheffing in de kerk van Clairlieu. VanHeinsberg was streng in het vermanen zonder aanzien van de per-


20 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1soon, wat natuurlijk ontevredenheid wekte. Toen de procuratorvan Hoei hem, met instemming van de subprior en de senioren,niet genoeg geld gaf, liet hij hem tot prior van Namen kiezen eneen van de senioren verplaatste hij naar Kolen. Zijn confraters inHoei maakten hun beklag bij de apostolische nuntius, die op 15September 1586 de definitoren bij elkaar riep in Hoei. Na beidepartijen gehoord te hebben, raadde de nuntius van Heinsberg aanom afstand te doen van het generalaat. Deze ging er niet dadelijkop in, maar toen hij merkte dat het verzet aanhield en zelfs toenam,reisde hij naar de nuntius in Luik en verklaarde zijn ambtneer te willen leggen. Datzelfde jaar nog vertrok hij naarDiisseldorf. Tijdens zijn generalaat, dat elf jaar duurde, kwam hetgeneraal kapittel slechts vier keer bijeen. Bijzondere aandacht gingdan naar het college in Leuven en naar de hervorming van het brevier. Aan Robert Wyart, prior van Parijs en doctor van deSorbonne, werd de zorg voor de brevierhervorming toevertrouwd.Wyart Hep echter over naar de hugenoten. Een nieuwe bewerkingvan het brevier werd daarna uitgesteld. In 1583 werd het overnemenvan het hervormde brevier van de dominicanen op het generaal kapittel aanbevolen. Wilhelmus van Heinsberg overleed alsrector van de zusters van Jeruzalem in Venray op 9 februari 1603.r* v. yo.


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 21Herman Haas (Haes, Hass, Hasius) werd geboren in Stralen |als zoon van Petrus Haas en Mechtilda Damen. Zijn grootmoedervan vaders zijde was Magdalena Puteana (van der Putte), uit dezelfdeVenlose familie als Ferricus Puteanus, de generaal van de orde,die in 1393 overleed. Hij was conventualis van Sint-Agatha, werdprior van Brliggen en in 1590 in Dusseldorf, waar hij bij de hertogvan Julich, Cleve en Berch een zeer gewenste predikant was. Alsprior van Bruggen was hij definitor in 1589. Door Constantini opzijn sterfbed aanbevolen werd hij op 9 juli 1602 tot prior-generaalgekozen. Hoewel hij geen Frans sprak, was hij graag in Hoei. Alshij vanwege een uitnodiging soms in de stad moest zijn, kwam hijsteeds voor de vespers terug. In de completen ontbrak hij hoogstzelden vanwege gasten, en als hij dan bezoek had ging hij toch bijtijdsnaar zijn eel, om s nachts om elf uur weer met de anderen inde metten te zijn. Iedereen kon gerust bij hem komen, maar vannodeloos gepraat had hij een afkeer. Russelius vertelde dat deprior-generaal op de eerste vrijdag van de advent of van de vastenen op de vigilies van feestdagen, in het kapittel zo overtuigendsprak, dat de confraters soms tot tranen toe bewogen werden. Depauselijke legaat Antonius Albergate kwam in Clairlieu op bezoeken prees de kruisheren gelukkig met zo'n nederige generate overste.Hij schonk Haas een zilveren ciborie. In 1612 vroeg Haas aan deverschillende huizen een contributie voor de studenten in Leuven.Op 15 maart 1616 moest hij het kruisherencollege van Leuvenverkopen aan de Franciscanen, omdat de opbrengst van de stichtingvan Philip Nicolai de Hondt niet meer volstond voor hetonderhoud van drie studerende priesters en een broeder, zoals detestamentaire beschikking luidde. Haas overleed op 9 december1618. Onder zijn bestuur werd om de drie jaar een generaal kapittel gehouden. In 1615 ging het klooster van Scharmer verloren.Sint-Agatha mocht in dat jaar de bescherming van prins Mauritsvan Nassau ondervinden. Haas werd opgevolgd door RenerusAugustinus Neerius, die een krachtig contrareformatorisch beleidvoerde en de orde tot een nieuwe bloei voerde.44 A. Van de Pasch, Het Klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-generaal 1210-1796. in:Clairlieu, 1960, pp. 31-38


22 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541 -1619 - DEEL 13 De kloosters die voor 1410 werden gestichtHoei- 1541: Damei Johannes was donatus van Hoei. Op het generaal kapittelvan 1541 werd hij bij de overledenen vermeld.5- 1541: de Mynn Egidius was clericus in Hoei in 1541. Op het generaalkapittel van 1541 werd hij vermeld bij de overledenen.6- 1541: Aegidius was clericus van Doornik. In 1540 zond het generaalkapittel hem naar Hoei en een jaar later naar Namen.7- 1542: Wesalie Henricus was clericus in Hoei. In 1528 werd hij doorhet generaal kapittel naar Hoorn gezonden en in 1532 naar Keulen.Op het generaal kapittel van 1542 werd hij vermeld bij de overledenen.8- 1542: Sixanien Theodoricus was clericus van Hoei. In 1542 was hij ersenior.9- 1546: de Porta Domicianus (Domitianus) was clericus van Hoei.Omstreeks 1525 was hij scriptor in Hoei. In 1528 was hij prior inPedernach. Kort voor 1546 werd hij subprior in Hoei en biechtvadervan de zusterskloosters in Hoei. Op het generaal kapittel van 1546werd hij bij de overledenen vermeld.10- 1547: Lovaniensis Franciscus was clericus in Hoei. In 1538 was hij student aan de universiteit van Leuven. In 1539 werd hij door het generaal kapittel aangesteld tot subprior en magister van de novicen inDoornik. Op het generaal kapittel van 1547 werd hij vermeld bij deoverledenen.11- 1549: Deest (Dyest, Dystemis, Deistensis) Wolterus was clericus vanNamen. In 1534 werd hij door het generaal kapittel naar Nieuwlandgezonden en later naar Hoei, waar hij tot aan zijn dood subprior werd.Op het generaal kapittel van 1549 werd hij bij de overledenen vermeld.125 A. Van de Pasch, Definities der generate kapittels van de orde van het Heilig Kruis, 1410-1786. Koninklijke Commissie voor Geschiedenis in Belgie, 1969, p. 3296 A. Van de Pasch, Definities..., p. 3297 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 326 en 3288 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 291, 301 en 3329 A. Van de Pasch, Definities..., p. 33210 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 290 en 314; A, van Asseldonk, Handschriften vanKruisheeren. De Luikse tentoonstelling in 1951. in: Clairlieu, jg.14, 1956, p. 8511 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 318, 322 en 34312 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 307 en 349


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 231550: Schidamensis Wilhelmus was conversus in Hoei. Hij was erwerkzaam als kok. Op het generaal kapittel van 1550 werd hij bij deoverledenen vermeld.131550: Haeckendoven Franciscus was clericus van Hoei. Op het generaal kapittel van 1550 werd hij bij de overledenen vermeld.141550: Jodocus was clericus van Doornik. In 1540 en 1541 verbleef hijin Hoei en in 1541 werd hij naar Toulouse gezonden. Op het generaalkapittel van 1550 werd hij bij de overledenen vermeld.151553: Thenis Bernardus was donatus in Hoei. Op het generaal kapittel van 1553 werd hij bij de overledenen vermeld.161556: Johannes was donatus in Hoei. Hij was er portier. Op het generaal kapittel van 1556 werd hij bij de overledenen vermeld.171556: de Fery Gregorius was clericus van Hoei. Van 1518 tot 1522 verbleef hij als regens van het kruisherencollege in Leuven en in 1522 washij student in de theologie aan de universiteit van Leuven. Hij liet zichkennen als een fervent boekenliefhebber. Na zijn baccalaureaat (?) werdhij professor in de theologie in het klooster van Hoei. Hij werd senior.Op het generaal kapittel van 1556 werd hij bij de overledenen vermeld.181557: de Quercu Johannes was clericus van Hoei. Op het generaalkapittel van 1557 werd hij bij de overledenen vermeld.191557: Ginghelim Rolandus was clericus van Hoei. In 1557 was hij erscriptor.201557: Major (Marre, Maor, Maior) Johannes was donatus van Hoei.Van 1542 tot aan zijn dood verbleef hij in opdracht van het generaalkapittel in Brandenburg. Op het generaal kapittel van 1557 werd hijbij de overledenen vermeld. Hij werd senior genoemd.211558: Ubach Egidius was clericus van Hoei. Op het generaal kapittelvan 1558 werd hij bij de overledenen vermeld.221558: Tongris Johannes was clericus van Hoei. In 1523 werd hij doorhet generaal kapittel naar Hohenbusch gezonden. Een jaar later ver-13 A. Van de Pasch, Definities..., p. 34914 A. Van de Pasch, Definities..., p. 34915 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 326, 328 en 34916 A. Van de Pasch, Definities..., p. 35517 A. Van de Pasch, Definities..., p. 36218 A. Van de Pasch, Definities..., p. 362; A. Ramaekers, De Kruisheren en de LeuvenseUniversiteit. in: Clairlieu, jg.4l, 1983, pp. 18 - 2019 A. Van de Pasch, Definities..., p. 36420 A. van Asseldonk, Handschriften van Kruisheeren..., p. 8621 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 332 en 365- A. Van de Pasch, Definities..., p. 367


24 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1huisde hij naar Schwarzenbroich. Hoe lang hij daar verbleef, weten weniet. Op het generaal kapittel van 1558 werd hij bij de overledenenvermeld.23- 1558: Breda Servatius was clericus van Hoei. Zeker van 1526 tot 1533verbleef hij in Schiedam, waar hij in 1533 subprior en novicemeesterwas. Op het generaal kapittel van 1558 werd hij bij de overledenen vermeld.24- 1559: Arnoldus was donatus van Hoei. Op het generaal kapittel van1559 werd hij bij de overledenen vermeld.25- 1559: Lowis Johannes was clericus van Hoei. Op het generaal kapittelvan 1559 werd hij bij de overledenen vermeld.26- 1568: van Ubach Theodorus was clericus van Hoei. Hij studeerde aande universiteit van Keulen. In 1523 was hij scriptor in Hoei. Zes jaarlater was hij er sacrista. Van 1539 tot aan zijn dood op 23 mei 1561was hij prior-generaal.27- 1561: Thorne Antonius was clericus van Hoei. In 1523 was hij erscriptor. Van 14 december 1525 tot 1530 was hij student aan de universiteit van Leuven en van 1527 tot 1530 rector van het kruisherencollege.Van 1538 tot aan zijn dood was hij procurator van Hoei. Ophet generaal kapittel van 1561 werd hij bij de overledenen vermeld.28- 1561: van Ubach Theodorus was clericus van Hoei. Hij werd sacrista.Vanuit Hoei werd hij prior in Sneek en daarna prior-generaal in 1539.Hij overleed op 23 mei 1563.- 1563: Carolus was clericus van Hoei. Op het generaal kapittel van1563 werd hij bij de overledenen vermeld.29- 1563: Franciscus was clericus van Hoei. Op het generaal kapittel van1563 werd hij bij de overledenen vermeld.30- 1565: Levis (Zoutleeuw) Nicolaus was clericus van Hoei. Op het generaal kapittel van 1565 werd hij vermeld bij de overledenen.3123 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 277, 280 en 36724 A. Van de Pasch, Definities..., pp 285, 304 en 36725 A. Van de Pasch, Definities..., p. 36926 A. Van de Pasch, Definities..., p. 36927 A. Van de Pasch, Het Klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-generaal 1210-1796, pp.31-33; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 325, 327, 330, 333, 336, 338, 340, 342, 344, 346,348, 350, 352, 354, 356, 359, 361, 363, 366, 368, 370, 373 en 37628 A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense Universiteit, 1983, pp. 21-24; A. Van dePasch, Definities..., p. 37429 A. Van de Pasch, Definities..., p. 37830 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 345 en 37831 A. Van de Pasch, Definities..., p. 380


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 251565: Antonius was donatus van Hoei. In 1561 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Ter Apel gezonden, in 1563 naar Brandenburgen in 1565 naar Namen.321565: Wesseliae (Wesselus) Wesselus was clericus van Keulen. In 1532werd hij door het generaal kapittel naar Hoei gezonden. In 1550 werdhij subprior van Helenenberg. Hij werd jubilaris en senior. In 1552werd hij, samen met Johannes Noviomagus, door de troepen van demarkgraaf van Brandenburg aan een boom opgehangen, maar gereddoor een boer. Noviomagus stierf echter. Op het generaal kapittel van1565 werd hij bij de overledenen vermeld.331568: Meerholt Nicolaus was clericus van Hoei. Hij werd er subprior.Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.341568: de Bona Villa Johannes was donatus van Hoei. Op het generaalkapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.351568: Vella Nicolaus was clericus van Hoei. Op het generaal kapittelvan 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.361572: de Bree Henricus was clericus van Hoei. Omstreeks 1541 washij er subprior en scriptor. Van 1568 tot 1572 was hij prior vanSchiedam. In 1568 was hij tevens definitor van de orde.371572: Tongris Henricus was clericus van Hoei. In 1525 werd hij voorpenitentie naar Maaseik gezonden en beroofd van zijn stemrecht. Eenjaar later verhuisde hij voor twee jaren naar Nieuwland. In 1530 verbleefhij in Aken. Later verbleef hij in Luik, waar hij als senior overleed.Op het generaal kapittel van 1572 werd hij bij de overledenenvermeld.381572: Balduinus was clericus van Hoei. In 1561 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Ehrenstein gezonden. In 1572 werd hij subprioren novicemeester van Beyenburg.3932 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 374, 378 en 38033 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 301 en 380; E. Lichter, 500 Jahre Helenenberg-Hospital- Kreuzherrenkfoster- Eduardstifi. Helenenberg, 1988, p. 4734 A. Van de Pasch, Definities..., p. 38335 A. Van de Pasch, Definities..., p. 38436 A. Van de Pasch, Definities..., p. 38437 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 382 en 388; A. Van de Pasch, Het Kfooster Clairlieute Hoei en zijn Prioren-generaal 1210-1796. in: Clairlieu, jg. 17, 1959, p. 7738 A-Van de Pasch, Definities..., pp. 283, 285, 287, 295 en 389; L. Heere, DeKruisherente Maaseik, 1476-1797, 1855-1955. Diest, 1955, p. 6639 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 374 en 388


26 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1573: Proveniers Paulus was clericus van Hoei. Hij werd er procurator.Hij overleed op 22 maart 1573.40- 1575: Otorpianus Jacobus was clericus (diaken) van Hoei. Op hetgeneraal kapittel van 1575 werd hij bij de overledenen vermeld.41- 1575: Jeneffiensis (Geneffien, Jeneffien) Carolus was clericus vanHoei. In 1575 was hij er scriptor.42- 1575: van Odorp Antonius Fresen was clericus van Hoei. Hij werdprior-generaal in 1561. Hij overleed op 02 September 1575. Voor verdereinformatie, zie hierboven.- 1575: van Nijmegen Rutger was clericus van Venlo. Voor 1566 was hijer subprior. Door de godsdienstige en politieke troebelen verkoos hijin 1566 om Venlo te verlaten. Hij ging in ballingschap naar Hoei.Daar schreef hij rond 1575 zijn 'Monita, waarin hij een bijzonderehoogachting uitsprak voor de Regel van Augustinus. Dit werkje wasduidelijk gericht op het herstel, c.q. het behoud van het religieuzeleven. Het ademde de geest van de Contrareformatie. Van Nijmegenstreefde naar hernieuwing van de beste tradities van de orde, in het bijzonderde herleving van de Regel van Augustinus, met de nadruk opde persoonlijke armoede, de communio en het vita apostolica, beoefendook in het koorgebed.43- 1578: Trudonensis Balduinus was clericus van Hoei. Hij overleed tussenl578enl583.44- 1598: Haubenius (Hubenius) Mattheus was clericus van Hoei. In1561 was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1598 werd hijbij de overledenen vermeld.45- 1598: de Sancto Sacramento Joannes was clericus van Hoei. Op hetgeneraal kapittel van 1598 werd hij bij de overledenen vermeld.4640 V. Barbier, Obituaire de Vabbaye de Moulins. in: Annalectes pour servir a I'Hist. Eccl. dela Belgique, 34, 1908, p. 12041 A. Van de Pasch, Definities..., p. 39112 A. Van de Pasch, Het Klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-generaal 1210-1796. in:Clairlieu, jg. 17, 1959, p. 77; A. van Asseldonk, Handschrifien van Kruisheeren..., p. 8643 L. Heere, Het Kruisherenklooster te Venlo, 1643-1836. in: Publications... dans leLimbourg, di. 92-93, 1956-1957, p. 339; M. Helin, Clairlieu au XVIme siecle dapres le"journal" de Roger de Nimegue. in : Clairlieu, jg.9, 1951, pp. 49-66; C. van Dal, De Regel vanSint Augustinus in de geschiedenis van de Reguliere Kanunniken van de Orde van het H. Kruis.in: Clairlieu, jg. 39, 1981, pp. 17-1944 A. Van de Pasch, Omissa quaedam in Annalibus Ex relictis Capitulorum Generalium1410-1664. in: Cruciferana, nova series, afl.8, p. 3945 A. Van de Pasch, Nog een Handschrifi met Definities der generale Kapittels. in: Clairlieu,jg. 34, 1976, p. 9646 A. Van de Pasch, Nog een Handscbrifi met Definities..., p. 96


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 271599: Swillen (Thenensis, Van Tienen) Simon was clericus van Hoei.Hij werd in Tienen geboren. Van 1589 tot 1592 was hij prior vanMaaseik. Hij voerde als devies: "Om beter Swille!" Bij de veroveringvan de stad Peer door de Spanjaarden werd hij gedood. De inwonersvan Peer vluchtten naar de kerk en de toren. Swillen werd door deSpanjaarden gegrepen en als eerste door een bres in de muur de kerkbinnengeduwd. De mensen herkenden hem niet direct en omdat zijmeenden dat hij een soldaat was, sloegen zij hem het hoofd af (23 September 1599). Van 1592 tot 1599 was hij rector bij de Agneten inPeer.471600: Eruls Rolandus was clericus van Hoei. Hij werd er senior. Ophet generaal kapittel van 1600 werd hij bij de overledenen vermeld.48(1600): Jacobus was clericus van Hoei. Hij overleed op 17 juli, in hetbegin van de zeventiende eeuw.491600: Bodart Andreas was clericus van Hoei. In 1600 werd hij doorhet generaal kapittel naar Saint-Ursin gezonden.501602: Constantini Georgius was clericus van Luik. Van 1585 tot 1587was hij prior van Luik. In 1586 was hij definitor van de orde. Hij werdin 1587 tot prior-generaal gekozen en bleef dat ambt bekleden tot aanzijn dood op 28 mei 1602.511603: van Heinsberg (Hynsbergh, Heinsbergius) Wilhelmis was clericus van Sint-Agatha. Hij werd prior van Emmerich van 1568 tot 1575.In 1575 werd hij definitor van de orde. In datzelfde jaar werd hij totprior-generaal gekozen. Hij overleed op 9 februari 1603.1606: Laurentii (Laurent) Hieronymos was clericus van Hoei. Van 18januari 1569 tot 1572 studeerde hij theologie aan de universiteit vanLeuven. Van 1572 tot ca. 1583 was hij procurator in Hoei. Daarnawerd hij prior van Namen tot 1589. In de jaren 1585, 1587 en 1589was hij definitor van de orde. In 1606 was hij prior van Virton. Alsprocurator van Hoei kreeg hij moeilijkheden met prior-generaalWilhelmus van Heinsberg, die hem als opvolger van Henricus Morren47 A. Van de Pasch, Definities..., p. 391; L. Heere, De Kruisheren te Maaseik..., p. 67;J. Stinissen, Geschiedenis van Agnetendal. Het tertiarissenklooster van Peer 1437-1798. Leuven,Bibliotheek van de Faculteit Godgeleerdheid, 2001, p. 67; A. Van de Pasch, Nog eenHandschrift met Definities..., p. 9648 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 97; A. Van de Pasch,Definities.... p. 42649 V. Barbier, Obituaire de labbaye de Moulins, p. 17250 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., pp. 96-9751 A. Van de Pasch, Het Klooster Clairlieu te Hoei en zijn Prioren-generaal 1210-1796,p. 36; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 6, 410, 413-415, 417, 419- 420, 423- 424 en 428


28 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1in Namen tot prior liet kiezen om hem in Hoei kwijt te zijn en gemakkelijkerover de geldmiddelen van het klooster te kunnen beschikken.52- 1606: Resmundt Thomas was clericus van Hoei. Hij was er sacrista.Op het generaal kapittel van 1606 werd hij bij de overledenen vermeld.53- 1609: de Amsin (Damsin) Johannes was donatus van Hoei. Hij was erportier. Op het generaal kapittel van 1609 werd hij bij de overledenenvermeld.54- 1609: Bosmans (Boesmans) Johannes was clericus van Hoei. Van ? tot1609 verbleef hij in Scharmer. Op het generaal kapittel van 1609 werdhij bij de overleden vermeld. Er werd gezegd dat hij eertijds subprioren procurator was van Hoei.55- 1609: Bruggensis (Brugen) was donatus van Hoei. Hij was er kok. Hijoverleed op 8 mei, tussen 1606 en 1609. Op het generaal kapittel van1609 werd hij bij de overledenen vermeld.56- 1609: Randache (Randaxhe) Gerardus was clericus van Hoei.Omstreeks 1609 was hij prior van Dinant.57- 1613: Fallan Johannes was clericus van Hoei. Hij overleed op 15november 1613.58- 1613: Fronville Andreas was donatus van Hoei. Hij overleed op 7 mei1613.59- 1615: Ducquet Aegidius was clericus van Hoei. Hij overleed op 3 mei1615.60- 1615: Renson (Kenthen) Johannes was donatus van Hoei. Hij overleedop 29 September 1615.6152 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 407-408, 413 en 417; V. Berliere, Les Croisiers deNamur. in: Monasticon Beige, t.l, Maredsous, 1890, 1897, p. 152 ; P. Hannick, Prieuri desCroisiers a Virton. in: Monasticon Beige, t.5, Lifcge, 1975, p. 348 ; P. Roger, Notices historiquessur Virton. Virton, 1932, p. 382; A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense Universiteit,1983, p. 65; P. Van den Bosch, Virton. in: Clairlieu, jg.37, 1979, p. 14453 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 9854 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 99; V. Barbier, Obituaire deI'abbaye de Moulins, p. 184; A. Van de Pasch, Definities..., p. 43255 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p.98; A. Van de Pasch,Definities..., p. 43256 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p.99; A. Van de Pasch,Definities..., p. 43257 V. Barbier, Obituaire de labbaye de Moulins, p. 373 ; Ed. Gerard, Histoire de la ville deDinant, Namur, 1936, p. 13258 V. Barbier, Obituaire de labbaye de Moulins, p. 38259 V. Barbier, Obituaire de labbaye de Moulins, p. 14460 A. Van de Pasch, Definities..., p. 43761 V. Barbier, Obituaire de labbaye de Moulins, p. 357 ; A. Van de Pasch, Definities...,p. 437


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 291617: Salicetus Johannes was clericus van Hoei. Van 1603 tot 1617was hij prior van Doornik. In 1603, 1609 en 1614 was hij defmitorvan de orde. Hij overleed op 7 September (1617). Het klooster vanDoornik, dat dicht bij de stadswallen lag, werd ten dele vernield in1585, toen de stad na een maandenlang beleg door de hertog vanParma werd ingenomen. Waarschijnlijk begonnen de kruisheren, naveel voorlopige reparaties, in 1610 aan de wederopbouw van de kerken het klooster. Prior Salicetus vroeg het generaal kapittel om een helper en kreeg die in de persoon van Augustinus Neerius. Neerius toondezich een trouwe helper van de prior en volgde Salicetus in 1617 alsprior van Doornik op.621618: Haas (Haes, Hass, Hasius) Herman was clericus van Sint-Agatha, werd prior van Bruggen en in 1590 in Diisseldorf, waar hij bijde hertog van Julich, Cleve en Berch een zeer gewenste predikant was.Als prior van Bruggen was hij defmitor in 1589. Door Constantini opzijn sterfbed aanbevolen werd hij op 9 juli 1602 tot prior-generaalgekozen. Hoewel hij geen Frans sprak, was hij graag in Hoei. Depauselijke legaat Antonius Albergate kwam in Clairlieu op bezoek enprees de kruisheren gelukkig met zo'n nederige generale overste. Hijschonk Haas een zilveren ciborie. In 1612 vroeg Haas aan de verschillendehuizen een contributie voor de studenten in Leuven. Op 15maart 1616 moest hij het kruisherencollege van Leuven verkopen aande Franciscanen, omdat de opbrengst van de stichting van PhilipNicolai de Hondt niet meer volstond voor het onderhoud van drie studerendepriesters en een broeder, zoals de testamentaire beschikkingluidde. Haas overleed op 9 december 1618. Onder zijn bestuur werdom de drie jaar een generaal kapittel gehouden.1619: Landen (Landenne) Johannes was clericus van Hoei. In 1590werd hij door het generaal kapittel naar Dinant gezonden. Hij werd erprior. Hij werd senior en jubilaris in Hoei. Op het generaal kapittel van1620 werd hij bij de overledenen vermeld.6362 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 426, 430 en 434; V. Berliere, Monastere des Croisiersa Tournai. in: Monasticon Beige, t.l, Maredsous, 1890, 1897, p. 462; A. Ramaekers, RenerusAugustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648. in: Clairlieu, jg. 42, 1984,pp. 6-763 A. Van de Pasch, Defiyiities..., p. 441; A. Ramaekers, Renerus Augustinus NeeriusMagister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 10; Ed. Gerard, Histoire de la ville deDinant, Namur, 1936, p. 131


30 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1620: Dothey (Doteez) Aegidius was conversus van Hoei. Hij was erkok. Hij overleed op 18 januari 1618, 1619 of 1620.64- 1622: Banelius (Banelt) Johannes was clericus van Hoei. Op 2 oktober1611 begon hij aan het noviciaat. Hij schreef verschillende boekjesover het leven van de H. Odilia en toonde aan waarom zij de patroneswas van de orde. Volgens de eigen getuigenis was hij in 1612 in Hoeiop voorspraak van deze heilige genezen van een hardnekkige ziekte. In1616 schreef hij een eerste boekje in het Frans, in 1621 een tweede inhet Latijn: "Historia translationis S. Odiliae virginis et martyrif. Ditdroeg hij in Keulen op aan prior-generaal Neerius, wat doet vermoedendat hij daar gestudeerd heeft. Sommigen opperen dat hij overleedaan een besmettelijke ziekte (pest?). Op het generaal kapittel van 1624werd hij bij de overledenen vermeld.65- 1622: Linche (Linchen) Philippus was donatus van Hoei. Hij overleedop 8 juni 1620, 1621 of 1622.66- 1622: a Cruce Daniel senior was clericus van Hoei. In 1583 en 1585was hij er bibliothecaris. Er is een Daniel a Cruce senior en ook eenjunior geweest. De naam van Daniel de oudere komt voor in enkelegedrukte werken van de Hoeise bibliotheek, nu bewaard in hetGrootseminarie te Luik, en wel in de jaren 1583 en 1585. In de lijstvan Hoeise conventualen van 1622 komt hij niet meer voor.67- 1622: Baix Michael was conversus van Hoei. In 1622 was hij er portier.68- 1622: Michael was conversus van Hoei. In 1622 was hij er 'reparateur'en kleermaker. Hij overleed op 19 oktober omstreeks 1622.69- 1622: de Ronval (Ronvaux) Paschasius was conversus van Hoei. Hijwas er tuinman. Hij overleed op 5 juli, na 1622.7064 A. Van de Pasch, Definities..., p. 441; A. Ramaekers, Renerus Augustinus NeeriusMagister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 16; V. Barbier, Obituaire de I'abbaye deMoulins, p. 8765 A. Van de Pasch, Definities..., p. 445; A. Ramaekers, Renerus Augustinus NeeriusMagister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 1866 A. Van de Pasch, Definities..., p. 446; A, Ramaekers, Renerus Augustinus NeeriusMagister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 1667 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 1868 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 1669 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 1670 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, pp. 16-17


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 311622: Beneux Aegidius was clericus van Hoei. In 1622 was hij subdiaken.711622: de Maretz Simon was clericus van Hoei. Hij begon aan het noviciaatop 9 januari 1598. Op het generaal kapittel van 1624 werd hij bijde overledenen vermeld. Vermoedelijk overleed hij in 1622.721622: du Champs Johanes was donatus van Hoei. In 1622 was hij erbrouwer.731622: de Fallaij Eustachius was donatus van Hoei. In 1622 was hijwijnbouwer.741622: Gerbehaye (Gerbehand) Robertus was clericus van Hoei. Hijhad gestudeerd aan de universiteit, aan welke weten we niet. Op hetgeneraal kapittel van 1624 werd hij bij de overledenen vermeld. Hijoverleed op 5 april 1622 of op 9 oktober 1622 aan een besmettelijkeziekte (pest?).751622: Lambertus was donatus van Hoei. In 1622 was hij er kok.761624: Lienart Paulus was donatus van Hoei. In 1622 stond hij in voorhuishoudelijk werk. Hij overleed op 12 September 1624, 1625 of1626.771624: a Quercu (du Chesne) Georgius was clericus van Hoei. In 1622was hij er procurator. Op het generaal kapittel van 1624 werd hij bijde overledenen vermeld. Hij overleed kort na 13 September 1622.781624: Bocholt Franciscus was clericus van Hoei. Op het generaalkapittel van 1624 werd hij bij de overledenen vermeld.7971 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 1472 A. Van de Pasch, Definities..., p. 445; A. Ramaekers, Renerus Augustinus NeeriusMagister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 1073 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 1674 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 1675 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 1876 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 167 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 16n A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 10; A. Van de Pasch, Definities..., p. 44579 A. Van de Pasch, Definities..., p. 445


32 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1624: Halletz Johannes was clericus van Hoei. Hij werd senior en jubilarisvan Hoei. Op het generaal kapittel van 1624 werd hij bij de overledenenvermeld.80- 1626: Hoboval (Oboval) Johannes was clericus van Hoei. Van 1619 totca. 1621 werd hij prior van Doornik. Van 1622 tot 7 mei 1625 was hijsubprior van Namen. Op het generaal kapittel van 1627 werd hij bijde overledenen vermeld.81- 1626: Raethovius (Raetshoven) Georgius was clericus van Hoei. Van1603 tot 1623 was hij prior van Emmerich. In 1623 nam hij ontslagals prior van Emmerich vanwege zijn hoge ouderdom.82- 1628: Lanzer (Lanzerus) Antonius was clericus van Helenenberg. In1612 werd hij door het generaal kapittel naar Hoei gezonden. In 1628was hij onderpastoor in Altenahr.83- 1628: Henrici Nicolas was clericus van Hoei. Op 23 mei 1598 begonhij aan het noviciaat. Van 1610 tot 1628 was hij prior van Dinant. In1620 werd hij benoemd tot definitor van de orde.84- 1630: Gaene Johannes was clericus van Hoei. In 1598 begon hij aanhet noviciaat. In 1629 was hij aanwezig bij de heiligdomsvaart inAken.85- 1632: Garitte (Gaurelle) Jacques was clericus van Hoei. Op 22 oktober1594 begon hij aan het noviciaat. Van 1614 tot 1632 was hij priorvan Virton. Hij overleed na 1632 op 7 juni. Hij werd waarschijnlijkdoor het generaal kapittel tot prior van Virton benoemd met alsopdracht zich speciaal aan het beheer van de goederen van het kloosterte wijden.8680 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 10; A. Van de Pasch, Definities..., p. 44581 A. Van de Pasch, Definities..., p. 449; C.R. Hermans, Annales Canonicorum regulariumSt.Augustini Ordinis S.Crucis, dl. Ill, p. 14282 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 17; A. Van de Pasch, Definities..., p. 449; C.R. Hermans, Annales Canonicorumregularium St.Augustini Ordinis S.Crucis, dl. 2, pp. 400-40183 A. Van de Pasch, Definities..., p. 434; E. Lichter, 500 Jahre Helenenberg- Hospital-Kreuzherrenkloster- Eduardstift, p. 4084 V. Berliere, Monastere des Croisiers a Dinant. in: Monasticon Beige, 1.1, Maredsous, 1890,p. 150; Ed. Gerard, Histoire de la ville de Dinant, p. 132; A. Van de Pasch, Definities...,p. 438; A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 17*s A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 11; V. Barbier, Obituaire de Vabbaye de Moulins, p.l 1686 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 17


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 331634: Bourgeois (Bourgoij) Clemens was clericus van Hoei. Hij begonop 16 oktober 1598 aan het noviciaat. Hij was cantor in Hoei van1622 tot 1634.871634: Michaelis (Michelis) Johannes was clericus van Hoei. Op 6 mei1602 begon hij aan het noviciaat. In 1634 stond hij in voor verpleging.Op het generaal kapittel van 1634 werd hij vermeld bij de overledenen.Hij stierf op 09 februari of 09 maart 1632, 1633 of 1634.881637: Borset Franciscus was clericus van Hoei. In 1596 begon hij aanhet noviciaat. Hij was student in Leuven in 1601 en 1602. Daarnakeerde hij terug naar Hoei en werd er scriptor. Van 1607 tot april 1619was hij prior van Maastricht. In 1619 nam hij ontslag als prior vanMaastricht. In 1622 was hij procurator van Hoei. In 1634 werd hij nogvernoemd als conventualis van Hoei, maar niet meer als procurator.Hij overleed in novernber 1637.891646: de Streel (de Stree) Petrus was clericus van Hoei. Tot 1609 verbleefhij in Hoei. Van 1609 tot 1646 was hij prior van Namen. Hijwerd definitor van de orde in 1612, 1617 en 1627.901648: Russelius Henricus was clericus van Hoei. Op 2 oktober 1610begon hij aan het noviciaat. Van ca. 1619 tot 1648 was hij prior vanSuxy. Hij schreef Cronicon Cruciferorum (1635), dat doorC.R.Hermans in 1858 in de Annales geheel werd uitgegeven en vanvele notities werd voorzien. Dit werk behandelt de periode vanaf destichting van de orde tot 1619. Jarenlang had hij in Hoei de archievenen talloze boeken bestudeerd om de geschiedenis van het ontstaan vande orde en het leven van alle priors - generaal te beschrijven. Hij overleed na 1648 en voor 1652.9187 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, pp. 10-1188 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 12; A. Van de Pasch, Definities..., p. 46089 A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense Universiteit. in: Clairlieu, jg. 41, 1983,pp. 81-8290 A- Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 17; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 432, 436, 447 en 47391 A. Ramaekers, Renerus Augustinus Neerius Magister-Generaal van de kruisheren 1619-1648, p. 12


34 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1Kruisheren in Hoei,1541-1619100 j509081M9281AIB0CDNegentig kruisheren verbleven in Hoei in de jaren 1541 tot(1619). Daarvan traden er in Hoei eenentachtig in, negen kwamenvan elders. Van de ingetredenen werden er achtentwintig naarandere kloosters gezonden.NamenDe kruisheren van Namen oefenden weinig invloed uit op huntijdgenoten. Gedurende lange tijd waren zij nochtans, samen metde franciscanen, de enige religieuzen in de stad Namen. Tochvormden zij een convent van enige betekenis.Op de hervormingsbesluiten van het generaal kapittel van 1578kwam het college van Leuven uitvoerig ter sprake. Prior-generaalWilhelmus van Heinsberg had samen met de definitoren beslotenom het college te hervormen. Tussen het klooster van Namen ende orde was namelijk een geschil gerezen omtrent het testamentvan Philippus Dehont. In dit testament, d.d. 15 december 1491,werd gestipuleerd dat de kloosters van Goes en Namen de eerstbegunstigden waren om jonge krachten naar Leuven te sturen endaar theologie te studeren.92 Hadden zij niet voldoende geschikte28-3592 A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense Universiteit. in: Clairlieu, jg.40, 1982, pp.


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 35confraters, dan kwamen ook andere kloosters aan de beurt.Daarvoor en voor geen enkele andere bestemming, waren de goederendoor Dehont geschonken. Wat door de ijver van de rector ofdoor de soberheid van de studenten kon worden opzij gelegd,kwam toe aan het college, zodat stilaan het getal studenten zoukunnen toenemen. De stichter wilde op geen enkele manier hetgezag van de prior-generaal ondermijnen: de rector van het collegeen de studenten bleven zijn onderdanen, waren aan zijn bestuur envisitatie onderworpen en konden door hem worden teruggeroepen,krachtens goddelijk en kerkelijk recht waaraan geen testamentiets kon veranderen. Aan de voorwaarde dat er altijd drie studenten moesten zijn, konden de kloosters van Goes en Namen weldraniet voldoen. In 1498 boden de prioren van Goes en Namen deschenking van Dehont aan de prior-generaal en de definitoren aan.Dezen aanvaardden de schenking voor het heil en het nut van heelde orde, met alle verplichtingen en voordelen eraan verbonden.Blijkbaar waren echter niet alle documenten overgedragen, zoalsaan het licht kwam op de generale kapittels van 1578 en 1583. Hetklooster van Goes bestond niet meer na de vlucht van de kruisherenin 1572 en de schenking van hun kerk door het stadsbestuuraan de protestanten. Van de eerstbegunstigden bleef alleen Namenover. Het kruisherenklooster van Namen liet uitschijnen dat hetLeuvens college een zaak van Namen alleen was. Dit bedrog werdin 1578 echter ontmaskerd.93- 1541: Aegidius was clericus van Doornik. In 1540 zond het generaalkapittel hem naar Hoei en een jaar later naar Namen.- 1542: van Leuven (de Lovanii, van Loyenaken) Henricus was donatusvan Maastricht. Op 2 augustus 1521 deed hij professie. Hij werd kokin Maastricht van 1521 tot 1526, in Namen in 1526, in Lannoy in1527 en 1528, in Goes van 1529 tot 1532, in Keulen in 1532 en 1533en in Hoorn van 1534 tot aan zijn dood. Henricus Van Hasselt sprakvan Henricus van Leuten als kok in Maastricht in 1513 en vanHenricus van Loyenaken in 1521. Op het generaal kapittel van 1542werd hij bij de overledenen vermeld.9493 A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense Universiteit, 1983, pp. 73-7594 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 285, 287, 293, 302, 307 en 333; H.P. Van Hasselt,Geschiedenis van het klooster der Kruisheren te Maastricht, in: Publications... dans le Limbourg,jg. 39, 1903, p. 57


36 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1544: Blisie Johannes was clericus van Namen. Op het generaal kapittelvan 1544 werd hij bij de overledenen vermeld.95- 1544: Dyst Sebastianus was clericus van Namen. Hij was er subprior.Op het generaal kapittel van 1544 werd hij bij de overledenen vermeld.96- 1546: Zittard Augustinus was clericus van Namen. Hij werd rector,subprior en prior van het college van Leuven van 1514 tot 1516. Van1511 tot 1514 en van 1517 tot 1526 was hij prior van Namen en definitorvandeordein1517, 1519, 1522 en 1546. In 1517 en 1518 washij visitator van de Franse kloosters. In 1518 en 1521 was hij visitatorvan enkele Franse kloosters en van een gedeelte van de Duitsekloosters. In 1526 werd hij als prior opgevolgd door Gerard deMontreal, die hem tot subprior benoemde. Hoe lang hij dit ambtbekleedde, weten we niet. Daarna werd hij als rector van Leuvenbenoemd. Hij bleef er tot zijn dood omstreeks 1546. Op het generaalkapittel van 1546 werd hij bij de overledenen vermeld.97- 1546: Doessborch (Dusborch, Duesborck, Dousberch) Theodorus wasclericus van Keulen. In 1532 werd hij naar Namen gezonden, in 1535naar Helenenberg en van 1545 tot 1546 naar Ehrenstein. InEhrenstein werd hij subprior en novicemeester. Op het generaal kapittel van 1546 werd hij bij de overledenen vermeld.98- 1547: Gaston Johannes was clericus van Namen. Hij was procuratorgeweest in Le Verger. We weten niet wanneer. Op het generaal kapittelvan 1547 werd hij bij de overledenen vermeld.99- 1547: Anthonius was clericus van Namen. Hij was diaken. Op hetgeneraal kapittel van 1547 werd hij bij de overledenen vermeld.100- 1549: Deest (Dyest, Dystemis, Deistensis) Wolterus was clericus vanNamen. In 1534 werd hij door het generaal kapittel naar Nieuwlandgezonden en later naar Hoei, waar hij tot aan zijn dood subprior werd.Op het generaal kapittel van 1549 werd hij bij de overledenen vermeld.95 A. Van de Pasch, Definities..., p. 33796 A. Van de Pasch, Definities..., p. 33797 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 251, 263, 264, 268, 274 en 341; V. Berliere, LesCroisiers de Namur, p. 152; A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense Universiteit, pp. 42-4398 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 302, 310, 336 en 341; E. Lichter, 500 JahreHelenenberg- Hospital- Kreuzherrenkloster- Eduardstifi, pp. 33-3499 A. Van de Pasch, Definities..., p. 343100 A. Van de Pasch, Definities..., p. 343


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 37■ 1549: Lucas was clericus van Namen. Op het generaal kapittel van1549 werd hij bij de overledenen vermeld.101■ 1551: Trudonis Godefridus was clericus van Namen. Op het generaalkapittel van 1535 werd hij naar Doornik gezonden. Deze zending werdherhaald in 1540 en 1541.Op het generaal kapittel van 1551 werd hijbij de overledenen vermeld.1021553: Melchior was donatus van Namen. Op het generaal kapittel van1553 werd hij bij de overledenen vermeld.1031553: Gerpen Johannes was donatus van Namen. Op het generaalkapittel van 1553 werd hij bij de overledenen vermeld.1041554: de Monte Regio (Montreal, Moreal) Gerardus was clericus vanNamen. Hij was student aan de theologische faculteit in Leuven enbehaalde in 1510 het baccalaureaat in de theologie. Hij was prior vanDinant van 22 januari 1516 tot 1524 en van Namen van 1524 tot1554. Hij was definitor van deorde in 1520, 1522, 1524, 1527, 1529,1531, 1533, 1535, 1537, 1538, 1539, 1541, 1543, 1545, 1548 en1550 en visitator van de Franse kloosters in 1518 en 1519 en opnieuwvisitator van diverse kloosters in 1531 en 1539: in 1531 over deNederlandssprekende en in 1539 over de Franssprekende kloosters. Ophet generaal kapittel van 1554 werd hij bij de overledenen vermeld.1051554: Werth Egidius was clericus van Namen. Op het generaal kapittel van 1554 werd hij bij de overledenen vermeld.1061556: Lens Johannes was clericus van Namen. Op het generaal kapittel van 1556 werd hij bij de overledenen vermeld.1071557: Lynselt Jacobus was clericus van Namen. In 1557 werd hij doorhet generaal kapittel naar Virton gezonden.1081559: Namurcensis Andreas was clericus van Namen. Van 1545 tot1559 was hij rector van het college in Leuven. Op het generaal kapittel van 1559 werd hij bij de overledenen vermeld.109101 A. Van de Pasch, Definities..., p. 347102 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 310, 326, 328 en 351103 A. Van de Pasch, Definities..., p. 356104 A. Van de Pasch, Definities..., p. 356103 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 270, 274, 279, 287, 292, 298, 303, 309, 315, 318,321, 327, 333, 338, 344, 348 en 357; A. Ramaekers, De Kruisheren en de LeuvemeUniversiteit, 1983, pp.115-117; Ed. Gerard, Histoire de la ville de Dinant, p. 131106 A. Van de Pasch, Definities..., p. 358107 A. Van de Pasch, Definities..., p. 36211)8 A. Van de Pasch, Definities..., p. 364109 A. Van de Pasch, Definities..., p. 369; A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense


38 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1559: de Porta Jacobus was clericus van Lannoy. In 1535 werd hij doorhet generaal kapittel naar Namen gezonden en in 1537 naar Goes. In1540 keerde hij terug naar Lannoy en bleef er wonen tot aan zijn dood.Op het generaal kapittel van 1559 werd hij bij de overledenen vermeld.110- 1559: Thomas was clericus van Namen. Hij was er procurator. Op hetgeneraal kapittel van 1559 werd hij bij de overledenen vermeld.111- 1561: Jakobus was clericus van Namen. In 1560 werd hij voor een jaarnaar Franeker gezonden.112- 1563: de Maeseyck Lambertus was clericus van Namen. Bij zijn overlijdenwas hij er prior.113- 1563: Theodorus was clericus van Namen. Op het generaal kapittelvan 1563 werd hij bij de overledenen vermeld.114- 1565: de Nova Villa Johannes was donatus van Namen. Op het generaal kapittel van 1565 werd hij bij de overledenen vermeld.115- 1565: Adrianus was donatus van Namen. Op het generaal kapittel van1565 werd hij bij de overledenen vermeld.116- 1565: Matheus was clericus van Namen. In 1565 werd hij naarBrandenburg gezonden.117- 1565: Antonius was donatus van Hoei. In 1561 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Ter Apel gezonden, in 1563 naar Brandenburgen in 1565 naar Namen.- 1565: Beckerkeu Johannes was clericus van Namen. Op het generaalkapittel van 1565 werd hij bij de overledenen vermeld.118- 1572: Geyn Mathias was clericus van Namen. Op het generaal kapittel van 1572 werd hij bij de overledenen vermeld.119- 1575: Renerus was clericus van Namen. Op het generaal kapittel van1575 werd hij bij de overledenen vermeld.120Universiteit, 1983, p. 46110 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 310, 315, 326 en 369111 A. Van de Pasch, Definities..., p. 369112 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 371 en 374113 V. Berliere, Les Croisiers de Namur, p. 152; C.R. Hermans, Annales Canonicorum regulariumSt.Augustini Ordinis S.Crucis. Den Bosch, 1858, dl.3, p. 27114 A. Van de Pasch, Definities..., p. 378115 A. Van de Pasch, Definities..., p. 381116 A. Van de Pasch, Definities..., p. 381117 A. Van de Pasch, Definities..., p. 380118 A. Van de Pasch, Definities..., p. 381119 A. Van de Pasch, Definities.... p. 389120 A. Van de Pasch, Definities..., p. 391


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 391575: Reydt Arnoldus was clericus van Namen. Op het generaal kapittelvan 1575 werd hij bij de overledenen vermeld.1211575: de Levia Stephanus was donatus van Namen. Op het generaalkapittel van 1575 werd hij bij de overledenen vermeld.1221575: Hoens Philippus was clericus van Namen. Op het generaalkapittel van 1575 werd hij bij de overledenen vermeld.1231575: Seke Johannes was clericus van Goes. In 1545 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Hoorn gezonden, in 1553 naar Marienfrede, in1554 naar Franeker en in 1557 naar Namen. Hij overleed in Goesomstreeks 1575. Op het generaal kapittel van 1575 werd hij bij deoverledenen vermeld.1241575: Marschean Jacobus was donatus van Namen. Op het generaalkapittel van 1575 werd hij bij de overledenen vermeld.1251576: Dablen Matthias was donatus van Namen. In 1576 werd hijdoor het generaal kapittel naar Doornik gezonden om er als kok tewerken.1261578: Leodiensis Jacobus was clericus van Namen. In 1578 was hij ersubprior.1271583: Columbe Petrus was clericus van Namen. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.1281583: Dennetere Hieronymus was clericus van Namen. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.1291583: Augustinus was clericus van Namen. Op het generaal kapittelvan 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.1301583: Opitter Cornelius was clericus van Namen. In 1534 en 1536stuurde het generaal kapittel hem naar Hoorn. Van 1541 tot 1548 verbleefhij in Franeker, in 1548 verhuisde hij naar Ehrenstein, in 155221 A. Van de Pasch, Definities...22 A. Van de Pasch, Definities...23 A. Van de Pasch, Definities...24 A. Van de Pasch, Definities...25 A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities..p. 391p. 391p. 391pp. 339, 355, 357, 364 en 391p. 391, p. 393127 C.R. Hermans, Annales Canonicorum regularium StAugustini Ordinis S.Crucis, dl.3,p. 81128 A. Van de Pasch, Definities..., p. 405129 A. Van de Pasch, Definities..., p. 405; J.P. Depaire, La bibliotheque des Croisiers deHuy, de Liege et deNamur. Thesis voor het verkrijgen van de graad van licentiaat in de geschiedenis,Universiteit Luik, 1969-1970, pp. 121-122130 A. Van de Pasch, Definities..., p. 405


40 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1naar Ter Apel en in 1553-1554 verbleef hij zonder stemrecht inNamen. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenenvermeld.131- 1583: Morren Henricus was clericus van Namen. Op 23 januari 1566werd hij ingeschreven als student in de theologie aan de universiteitvan Leuven. Hij werd prior van Namen van 1585 tot 1580 en definitorvan de orde in 1575 en 1578. Op het generaal kapittel van 1583werd hij bij de overledenen vermeld.132- 1583: Wagemaen Johannes was clericus van Namen. Op het generaalkapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.133- 1583: Montmiacensis Baltasar was clericus van Namen. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.134- 1584: Warensianus (Waremme) Henricus was clericus van Namen. Hijwas student aan de universiteit van Leuven in 1578. Hij moest inLeuven, aldus het generaal kapittel van 1578, zijn theologie gaanvoortzetten, op voorwaarde dat hij rekening zou houden met de hervormingsbepalingendie op dit generaal kapittel werden gegeven. In1584 was hij prior van Dinant.135- 1589: Schutteput (Hutteput) Petrus was clericus van Namen. Op hetgeneraal kapittel van 1589 werd hij bij de overledenen vermeld.136- 1591: Hallis Laurentius was clericus van Namen. Bij zijn overlijdenwas hij er subprior en senior. Op het generaal kapittel van 1591 werdhij bij de overledenen vermeld.137- 1598: Danin Gregorius was clericus van Namen. Op het generaalkapittel van 1598 werd hij bij de overledenen vermeld.138- 1598: Torn Johannes was clericus van Namen. Op het generaal kapittel van 1598 werd hij bij de overledenen vermeld.139131 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 307, 313, 328, 339, 341, 345, 353, 355, 357 en405132 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 390, 395, 401 en 404; A. Ramaekers, DeKruisheren en de Leuvense Universiteit, 1983, p. 63133 A. Van de Pasch, Definities..., p. 405134 A. Van de Pasch, Definities..., p. 405135 A. Van de Pasch, Definities..., p. 396; A. Ramaekers, De Kruisheren en de LeuvenseUniversiteit, 1983, pp. 72-76; Ed. Gerard, Histoire de la ville de Dinant, p. 131136 A. Van de Pasch, Definities..., p. 419137 A. Van de Pasch, Definities..., p. 421138 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 96139 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., pp. 95-96


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 411598: Hurkenius Arnoldus was clericus van Namen. Bij zijn overlijdenwas hij er prior. Op het generaal kapittel van 1598 werd hij bij de overledenenvermeld.1401599: Erckelents (Erckeland, Erculaus) Johannes was clericus vanKeulen. Hij werd door het generaal kapittel verschillende keren naareen ander klooster gezonden: in 1572 naar Osterberg, in 1576 naarNamen, in 1589 naar Kolen-Kerniel en in 1599 naar Maaseik. Daaroverleed hij als senior. Op het generaal kapittel van 1600 werd hij bijde overledenen vermeld.1411600: Ree Adam was clericus van Namen. Op het generaal kapittel van1600 werd hij bij de overledenen vermeld.1421600: Putmans Ambrosius was clericus van Namen. Op het generaalkapittel van 1600 werd hij bij de overledenen vermeld.1431600: Pietkin Hermanus was clericus van Namen. Hij was orgelbouwer.Hij bouwde orgels voor de kruisherenkloosters van Hoei, Luik,Namen, Doornik, Diisseldorf en Maastricht.1441603: Tarennes Gerardus was clericus van Namen. Op het generaalkapittel van 1603 werd hij terug naar Namen gezonden om boete tedoen. In welk klooster hij op dat ogenblik verbleef, weten we niet.1451603: Hodij de Haulys Johannes was donatus van Namen. Op hetgeneraal kapittel van 1603 werd hij bij de overledenen vermeld.1461604: de Corty (Corthy, Certhy, Koen) Guilielmus was clericus vanNamen. In 1572 werd hij door het generaal kapittel naar Lannoygezonden en in 1576 naar Marienfrede. Van 1578 tot 1589 was hij rector in Leuven en verbleef er als enige kruisheer. Van 14 oktober 1595tot 1604 was hij prior van Namen. Hij overleed tussen 1604 en 1606.Op het generaal kapittel van 1606 werd hij bij de overledenen vermeld.147140 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 96; A. Van de Pasch,Definities..., p. 424141 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 97; A. Van de Pasch,Definities..., pp. 388, 393 en 419; L. Heere, De Kruisheren te Maaseik..., p. 67142 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 97143 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 97144 H. Van Hasselt, Geschiedenis van het klooster der kruisheren te Maastricht, in:Publications... dans le Limbourg, jg.39, 1903, pp. 65-66145 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 97146 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 97147 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 388 en 393; A. Ramaekers, De Kruisheren en deLeuvense Universiteit, 1983, pp. 73-79; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities...,p. 98


42 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1606: Laurentii (Laurent) Hieronymus was clericus van Hoei. Van 18januari 1569 tot 1572 studeerde hij theologie aan de universiteit vanLeuven. Van 1572 tot ca. 1583 was hij procurator in Hoei. Daarnawerd hij prior van Namen tot 1589. In de jaren 1585, 1587 en 1589was hij definitor van de orde. In 1606 was hij prior van Virton. Alsprocurator van Hoei kreeg hij moeilijkheden met prior-generaalWilhelmus van Heinsberg, die hem als opvolger van Henricus Morrenin Namen tot prior liet kiezen om hem in Hoei kwijt te zijn en gemakkelijkerover de geldmiddelen van het klooster te kunnen beschikken.- 1609: de Lembeck (de Sambeck) Henricus was clericus van Namen.Student aan de artes faculteit in Leuven in de jaren dertig. Hij werdbaccalaureus formatus. Van 10 September 1560 tot 1567 studeerde hijtheologie in Leuven. Op het generaal kapittel van 1609 werd hij bij deoverledenen vermeld. In 1609 werd gezegd: "quondam prior et procurator Namurcensis". Zeker op 11 april 1571 was hij prior 6n procurator van Namen. Hij overfeed tussen 1606 en 1609.148- 1612: Wimmarus was laicus van Namen. Hij overfeed na 1612.149- 1614: Pierardt Augustinus was clericus van Namen. Een tijdlang verbleefhij in Hohenbusch. Het generaal kapittel van 1614 stuurde hemterug naar Namen om boete te doen voor diverse excessen. Hij overleedna1617.150- 1616: Gram Arnoldus was clericus van Namen.151- 1620: Saumeur Paulus was clericus van Namen. Van 1589 tot 1620was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1620 werd hij bij deoverledenen vermeld.152- 1620: Rufus Franciscus was clericus van Namen. Hij was jubilaris.Rond 1620 was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1620werd hij bij de overledenen vermeld.153- 1641: Sylvius (Dubois) Henricus was clericus van Namen. Middelbaaronderwijs volgde hij in het Jezuietencollege in Luik. Hij werd licentiaatin de theologie in Leuven na studies in de jaren 1612/1613 tot16.11.1621. Tot 1624 verbleef hij Namen en was er professor in detheologie. Van 1624 tot 1638 was hij prior van Luik. Hij werd defini-148 A. Van de Pasch, Definities..., p. 432; A. Ramaekers, De Kruisheren en de LeuvenseUniversiteit, 1983, p. 51; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 98149 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 99150 A. Van de Pasch, Definities..., p. 436; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift metDefinities..., p. 99151 A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense Universiteit, 1983, p. 124152 A. Van de Pasch, Definities..., p. 441153 A. Van de Pasch, Definities..., p. 441


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 43tor van de orde in 1627 en 1634. Hij werd hulpbisschop van Luik van19 april 1638 tot 1641. Op het generaal kapittel van 1644 werd hij bijde overledenen vermeld. Hij was echter al overleden op het einde van1640 of het begin van 1641. Op 2 September 1638 consacreerde hij dekerk van de Capucijnen in Maaseik.1541646: de Streel (de Stree) Petrus was clericus van Hoei. Tot 1609 verbleefhij in Hoei. Van 1609 tot 1646 was hij prior van Namen. Hijwerd definitor van de orde in 1612, 1617 en 1627.1648: Neerius Renerus Augustinus was clericus van Hoei. Hij werdgeboren in Luik. Hij werd eerst naar Namen en daarna naar Doornikgezonden, waar hij in 1617 prior werd en het klooster door uitstekendegebouwen uitbreidde. Hij was zeer geacht door de aartsbisschop vanKamerijk. Op 21 januari 1619 werd hij gekozen tot prior-generaal. Hijoverleed op 6 januari 1648.155Kruisheren in Namen, 1541- 161980167576040200/AW- ma 10BC14-•-DZevenenzestig kruisheren verbleven in Namen in de jaren 1541 tot(1619). Daarvan traden er in Namen zevenenvijftig in, tien kwamenvan elders. Van de ingetredenen werden er veertien naar anderekloosters gezonden.154 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 447, 456, 468; A. Ramaekers, De Kruisheren en deLeuvense Universiteit, 1983, pp. 92-114155 A. Van de Pasch, Het klooster Clairlieu te Hoei en zijn prioren-generaal 1210-1796,pp. 39-41


44 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1LuikVerschillende prioren van Luik waren begaafde predikanten enof fervente aanhangers van de studie en van het humanisme: Jeande Bree (+1586), Georges Constantin (+1602, prior, later priorgeneraal),Herman Woestenraedt de Soiron (+ 1625).156- 1544: Mynecom de Wijck (Mynecom, Minnecom) Mattheus was clericusvan Maastricht. Hij begon er in 1485 aan het noviciaat. Van 1485tot 1498 verbleef hij in Maastricht. Dan werd hij prior van Luik tot1501. Van 1503 tot 1517 was hij procurator van Maastricht en van1517 tot 1526 prior van Maastricht. Daarna was hij tot 1529 subpriorvan Maastricht. In 1521 was hij definitor van de orde. Op het generaalkapittel van 1545 werd hij bij de overledenen vermeld. Hij was dezesde prior van Maastricht. Hij brak de vijf huisjes uit de beginperiodevan het klooster af en bouwde de zuidelijke vleugel van het klooster.Hij hield zich veel bezig met wiskunde en tijdrekening en werd vanwegezijn uitgebreide kennis hiervan Astronomas genoemd. In 1516 en1517 was hij biechtvader in de Sint-Servaaskerk van Maastricht.157- 1544: Jacobus was clericus van Luik. In 1544 was hij er subprior enjubilaris. Op het generaal kapittel van 1544 werd hij bij de overledenen vermeld.158- 1548: de Home (de Hernia) George (Gregorius) was clericus van Luik.Van 1533 tot 1548 was hij er prior. Hij was definitor van de orde in1533, 1535, 1538, 1540, 1543 en 1546. Op het generaal kapittel van1548 werd hij bij de overledenen vermeld.159- 1549: van Curingen Wilhelmus was clericus van Luik. In 1549 werdhij geincorporeerd in Wickrath.160- 1554: Martini Johannes was clericus van Luik. In 1550 werd hij doorhet generaal kapittel naar Aken gezonden en in 1551 naar156 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCrucis..., p. 128157 H. Van Hasselt, Geschiedenis van het klooster der kruisheren te Maastricht, pp. 44, 50 en53; A. Van de Pasch, Definities..., p. 339; R. Janssen, De kruisbroeders van Maastricht en vanMaaseik in de vijfiiende eeuw: geen hechte maar weleen losse band, in: DeMaasband. MaasketenJanvanEyck, 2001, p. 75.158 A. Van de Pasch, Definities..., p. 337159 C.R. Hermans, Annales..., dl.I/2, p. 17 ; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 303,309, 317, 325, 334, 340 en 345160 A. Van de Pasch, Definities..., p. 346


— — ——— ——— f — —j --r r v- r v w * - * f m^ m^ w ^ -i*r ^ ^r-U,M. +s f ADE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 45Helenenberg. Van 1552 tot 1554 was hij subprior en novicemeester inFraneker. Op het generaal kapittel van 1554 werd hij bij de overledenenvermeld.1611555: Johannes was clericus van Dinant. Zeker van 1502 tot 1504 verbleefhij in Luik. In zijn laatste levensjaar was hij prior van Dinant. Ophet generaal kapittel van 1555 werd hij bij de overledenen vermeld.1621557: Reinoldus was donatus van Luik. In 1557 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Scharmer gezonden.1631557: Lippart (Lupar) Johannes was clericus van Luik. In 1548 werdhij door het generaal kapittel naar Doornik gezonden. Op het generaalkapittel van 1557 werd hij bij de overledenen vermeld.1641558: Henricus was donatus van Luik. Hij was er kok. Op het generaal kapittel van 1558 werd hij bij de overledenen vermeld.1651559: Steynen Johannes was donatus van Kolen-Kerniel. In 1559 werdhij in Luik geincorporeerd.1661560: Aquensis Johannes was clericus van Luik. Op het generaal kapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.1671560: de Thoreels Johannes was clericus van Maastricht. Omstreeks1560 was hij subprior in Luik. Op het generaal kapittel van 1560 werdhij bij de overledenen vermeld.1681560: Trudonis Henricus was clericus van Luik. In 1558 werd hij doorhet generaal kapittel naar Schiedam gezonden en in 1560 naarVirton.1691562: de Hasselt Judocus was clericus van Luik. In 1544 werd hij doorhet generaal kapittel naar Hoorn gezonden en een jaar later naarSchiedam om er het ambt van prior op te nemen. In 1548 werd hijprior in Luik. Bij zijn overlijden was hij subprior in Luik. Hij werd definitorvan de orde in 1549, 1551, 1553 en 1555. Op het generaalkapittel van 1562 werd hij bij de overledenen vermeld.170161 E. Lichter, 500 Jahre Helenenberg - Hospital - Kreuzherrenkloster - Eduardstift, p. 40;A. Van de Pasch, Definities..., pp. 348, 350, 353 en 358162 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 226, 232 en 360163 A. Van de Pasch, Definities. p. 364164 A. Van de Pasch, Definities... pp. 345 en 364165 A. Van de Pasch, Definities... p. 368166 A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...p. 369p. 372p. 372pp. 364 en 371170 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 336, 346, 350, 354, 359 en 376


46 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1563: Godefridus was donatus van Luik. Op het generaal kapittel van1563 werd hij bij de overledenen vermeld.171- 1565: Hasselt Arnoldus was clericus van Luik. Op het generaal kapittel van 1565 werd hij bij de overledenen vermeld.172- 1568: Herckenroedt Egidius was clericus van Luik. Zeker van 1558 tot1568 was hij er procurator. Op het generaal kapittel van 1568 werd hijbij de overledenen vermeld.173- 1568: Lonchin Vincentius was donatus van Luik. Op het generaalkapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.174- 1569: Velthoven Henricus was clericus van Luik. Hij werd subpriorvan Roermond. Wanneer weten we niet. Hij werd in Luik senior. Ophet generaal kapittel van 1569 werd hij bij de overledenen vermeld.175- 1570: Weres Reinoldus was donatus van Luik. In 1557 werd hij doorhet generaal kapittel naar Scharmer verplaatst. Op het generaal kapittel van 1570 werd hij bij de overledenen vermeld.176- 1572: Tongris Henricus was clericus van Hoei. In 1525 werd hij voorpenitentie naar Maaseik gezonden en beroofd van stemrecht. Een jaarlater verhuisde hij voor twee jaren naar Nieuwland. In 1530 verbleefhij in Aken. Later verbleef hij in Luik, waar hij als senior overleed. Ophet generaal kapittel van 1572 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1572: Leodiensis Hubertus was clericus van Luik. In 1555 werd hijdoor het generaal kapittel naar Hoorn gezonden en in 1572 naarDulk(:en. 177- 1576: Loths Antonius was clericus van Luik. Op het generaal kapittelvan 1576 werd hij bij de overledenen vermeld.178- 1583: Arnoldi Petrus was clericus van Luik. Op het generaal kapittelvan 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.179- 1583: Wessem Reinerus was clericus van Luik. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.180A. Van de Pasch, Definities..., p. 378A. Van de Pasch, Definities..., p. 381A. Van de Pasch, Definities..., p. 383A. Van de Pasch, Definities..., p. 384A. Van de Pasch, Definities..., p. 386; L. Heere, Het Obittuzrium der Kruisheren vanRoermond. in: Publications... dans le Limbourg, dl.90, 1954, p. 106176 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 364 en 387177 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 359 en 388A. Van de Pasch, Definities..., p. 394179 A- Van de Pasch, Definities..., p. 406180 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 47- 1585: Haecken Servatius was clericus van Luik. Op het generaal kapittelvan 1585 werd hij bij de overledenen vermeld.181- 1586: de Bree Johannes was clericus van Luik. Van 1557 tot 1586 washij er prior. Hij werd definitor van de orde in 1557, 1559, 1561, 1563,1568, 1572, 1576, 1578 en 1583. Hij stond bekend als een begenadigdpredikant en was een voorstander van de studie en van het humanisme.Op het generaal kapittel van 1586 werd hij bij de overledenenvermeld.182- 1586: Roverius Johannes was clericus van Luik. In 1571 was hij er procurator. Op het generaal kapittel van 1586 werd hij bij de overledenenvermeld.183- 1598: Halloix Petrus van clericus van Luik. Hij stelde in handschriftDe definitionibus Patrum liber secundus samen. Op het generaal kapittel van 1598 werd hij bij de overledenen vermeld.184- 1600: Scronx Gerardus was clericus van Luik omstreeks 1600. Hijoverleed omstreeks 1600. Zijn naam komt voor in het vermoedelijkdoor hem samengestelde beroemde orgelboek 'Liber FratrumCruciferorum Leodiensiurri (uitgegeven in 1914).185- 1600: Polis Rolandus was clericus van Luik. Op het generaal kapittelvan 1600 werd hij bij de overledenen vermeld.186- 1602: Constantini Georgius was clericus van Luik. Van 1585 tot 1587was hij prior van Luik. In 1586 was hij definitor van de orde. Hij werdin 1587 tot prior-generaal gekozen en bleef dat ambt bekleden tot aanzijn dood op 28 mei 1602.- 1603: Huet Mattheus was clericus van Luik. Hij was er organist van1595 tot ca. 1603.187- 1603: Malaise Johannes was clericus van Luik. Bij zijn overlijden washij er procurator. Op het generaal kapittel van 1603 werd hij bij deoverledenen vermeld.188- 1604: Rolantin Roland was clericus van Luik. Hij was prior van Luikvan 1587 tot ca. 1593 en prior van Dinant van 1593 tot 1604. Hij wasdefinitor van de orde in 1587, 1589 en 1591.189181 A. Van de Pasch, Definities..., p. 409182 A. Van de Pasch, Definities,.., pp. 363, 368, 373, 377, 382, 387, 392, 395, 398 en412m A. Van de Pasch, Definities..., p. 412184 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 96185 A. Ramaekers, Het orgelboek van de kruisheren te Luik. in: Clairlieu, jg. 39, 1981,pp. 121-125186 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 97187 A. Ramaekers, Het orgelboek van de kruisheren te Luik, p. 122188 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 97189 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 413, 417 en 421


8 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 11609: van Kempen Petrus was conversus van Luik. Hij was er portieren kleermaker. Op het generaal kapittel van 1609 werd hij bij de overledenenvermeld.1901609: Johannes was laicus van Luik. Hij was er portier. Op het generaal kapittel van 1609 werd hij bij de overledenen vermeld.1911620: Vallensis Franciscus was clericus van Luik. Hij was er senior enjubilaris. Op het generaal kapittel van 1620 werd hij bij de overledenen vermeld.1921620: Chartier Johannes was clericus van Luik. In zijn laatste levensjaarwas hij er procurator. Op het generaal kapittel van 1620 werd hijbij de overledenen vermeld.1931620: Symonis a Reppe was clericus van Luik. In zijn laatste levensjaarwas hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1620 werd hij bij deoverledenen vermeld.1941624: Broux Johannes was clericus van Luik. Op het generaal kapittelvan 1624 werd hij bij de overledenen vermeld.1951624: de Nynaen Matthias was donatus van Luik. In 1624 was hij erkok. Op het generaal kapittel van 1624 werd hij bij de overledenenvermeld.1961624: Seron Gerardus was clericus van Luik. Op het generaal kapittelvan 1624 werd hij bij de overledenen vermeld.1971625: de Woestenraedt Hermannus was clericus van Luik. Hij was erprior van 1593 tot 1625. Hij werd definitor van de orde in 1600,1606, 1612 en 1617. Hij werd jubilaris en overleed omstreeks 1625.Van hem verschenen verschillende werken in druk. Hij was een belezenman, bekend zowel met de religieuze als de klassieke literatuur.Zijn vader was heer van Soron, baljuw en meier van Awans enHesbaye. Drie zussen van Herman werden kloosterzuster.1981627: Mohrs (Moers, Moors) Mattheus was clericus van Luik. Hij wasjubilaris. In zijn laatste levensjaar was hij er subprior. Op het generaalkapittel van 1627 werd hij bij de overledenen vermeld.199190 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 99; A. Van de Pasch,Definities..., p. 432191 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 99192 A. Van de Pasch, Definities..., p. 441193 A. Van de Pasch, Definities..., p. 441'" A. Van de Pasch, Definities..., p. 441195 A. Van de Pasch, Definities..., p. 445196 A. Van de Pasch, Definities..., p. 446197 A. Van de Pasch, Definities..., p. 445198 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 424, 428, 432 en 436199 A. Van de Pasch, Definities..., p. 450


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 49- 1637: Novisianus (Novilianus, a Novilia) Gerardus was clericus vanLuik. Van 1619 tot 1624 was hij prior van Kolen-Kerniel. Hij overleedinjuli 1637.200Kruisheren in Luik,1541-161960402046 41IIi512nuABcDZesenveertig kruisheren verbleven in Luik in de jaren 1541 tot(1619). Daarvan traden er in Luik eenenveertig in, vijf kwamenvan elders. Van de ingetredenen werden er twaalf naar anderekloosters gezonden.DoornikDe zestiende eeuw bracht voor het Doornikse klooster opnieuwkommer en miserie, niet alleen als gevolg van het protestantisme.In 1580 was het klooster zeer spaarzaam bezet en kon enkel overlevendank zij een paar kruisheren, die door andere kloosters werden 'uitgeleend'.Twee kruisheren van Doornik werden in de zeventiende eeuwtot prior-generaal gekozen: Renerus Augustinus Neerius enNicolas de Haneffe. Neerius werd in Luik geboren, legde professieaf in Hoei en werd eerst naar Namen en daarna naar Doornikgezonden, waar hij in 1617 prior werd. Hij breidde het kloosterL. Heere, Prieure de Kolen h Kerniel in: Monasticon beige, t.VI, Liege, 1976, p. 258


50 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1door uitstekende gebouwen uit. Hij werd zeer gewaardeerd doorde bisschop van Kamerijk, die geregeld in het klooster vanDoornik verbleef. In 1619 werd hij prior-generaal gekozen.Nicolas de Haneffe werd in Hoei geprofest, was achtereenvolgensprior van Toulouse, Chauny en Doornik. Als prior van Doornikwas hij definitor in 1634, 1644 en 1652. In 1654 werd hij totprior-generaal gekozen.201- 1541: Aegidius was clericus van Doornik. In 1540 zond het generaalkapittel hem naar Hoei en een jaar later naar Namen.- 1541: Judocus was clericus van Doornik. In 1540 en 1541 verbleef hijin Roermond. Daarna keerde hij terug naar Doornik.202- 1542: Eustachius was clericus van Doornik. Van 1535 tot 1538 verbleef hij in Brandenburg. In 1538 werd hij door het generaal kapittelnaar Goes gezonden. Op het generaal kapittel van 1542 werd hij bij deoverledenen vermeld.203- 1543: van Stralen (Straelen) Johannes was clericus van Roermond. Hetgeneraal kapittel zond hem in 1540 naar Doornik, van 1541 tot 1543naar Maaseik en in 1543 naar Sneek. Hij werd predikant in Sneek.204- 1543: Crehen Augustinus was clericus van Doornik. In 1543 was hijer procurator. Op het generaal kapittel van 1543 werd hij bij de overledenen vermeld.205- 1546: Dollemart (Dandermit, Danterment, Dankenman, Danbrenmon)Jacobus was clericus van Chauny. In 1532 werd hij door hetgeneraal-kapittel naar Doornik gezonden. In 1543 verbleef hij terug inChauny. Korte tijd daarna werd hij geincorporeerd in Doornik. Hijwerd er prior. Op het generaal kapittel van 1546 werd hij bij de overledenen vermeld.206- 1547: Lovaniensis Franciscus was clericus in Hoei. In 1538 was hij student aan de universiteit van Leuven. In 1539 werd hij door het generaal kapittel aangesteld tot subprior en magister van de novicen inDoornik. Op het generaal kapittel van 1547 werd hij vermeld bij deoverledenen.201 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCruets..., p. 72202 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 326 en 328A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities.Maaseik..., p. 66A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...pp.310, 313, 319 en 332., pp. 326, 328 en 334; L. Heere, De Kruisheren tep. 335pp. 301 en 341


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 511548: Egidius was clericus van Doornik. In 1548 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Ehrenstein gezonden. In 1549 keerde hij terugnaar Doornik.2071550: Jodocus was clericus van Doornik. In 1540 en 1541 verbleef hijin Hoei en in 1541 werd hij naar Toulouse gezonden. Op het generaalkapittel van 1550 werd hij bij de overledenen vermeld.1551: Trudonis Godefridus was clericus van Namen. Op het generaalkapittel van 1535 werd hij naar Doornik gezonden. Deze zending werdherhaald in 1540 en 1541. Op het generaal kapittel van 1551 werd hijbij de overledenen vermeld.1553: Voto Nicolaus was clericus van Doornik. Van 1549 tot 1553verbleef hij in Goes.2081553: de Prato Lambertus was clericus van Doornik. In 1551 werd hijdoor het generaal kapittel naar Schwarzenbroich gezonden. Een jaarlater keerde hij terug naar Doornik en werd er subprior. Op het generaal kapittel van 1553 werd hij bij de overledenen vermeld.2091554: Franciscus was clericus van Doornik. Op het generaal kapittelvan 1554 werd hij bij de overledenen vermeld.2101557: Lippart (Lupar) Johannes was clericus van Luik. In 1548 werdhij door het generaal kapittel naar Doornik gezonden. Op het generaalkapittel van 1557 werd hij bij de overledenen vermeld.1558: Johannes was clericus van Doornik. In 1558 was hij er prior. Ophet generaal kapittel van 1558 werd hij bij de overledenen vermeld.2111560: Lefevre Michael was clericus van Doornik. Op het generaalkapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.2121562: Penant Natalis was clericus van Doornik. Hij werd er procurator. Op het generaal kapittel van 1562 werd hij bij de overledenen vermeld.2131576: Dablen Matthias was donatus van Namen. In 1576 werd hijdoor het generaal kapittel naar Doornik gezonden om er als kok tewerken.1576: Discoues Jacobus was acoliet in Doornik. Op het generaal kapittel van 1576 werd hij bij de overledenen vermeld.214207 A. Van de Pasch, Definities.208 A. Van de Pasch, Definities.209 A. Van de Pasch, Definities.210 A. Van de Pasch, Definities.211 A. Van de Pasch, Definities.212 A. Van de Pasch, Definities.213 A. Van de Pasch, Definities.214 A. Van de Pasch, Definities.pp. 345 en 347pp. 347 en 355pp.351 en 355p. 358p. 367p. 372p. 376p. 394


52 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1576: de Bruille Anthonius was clericus van Doornik. Op het generaalkapittel van 1576 werd hij bij de overledenen vermeld.215- 1576: Cotrel Petrus was conversus van Doornik. In 1570 werd hij naarParijs gezonden. Later keerde hij naar Doornik terug. Op het generaalkapittel van 1576 werd hij bij de overledenen vermeld.216- 1576: Libert Jacques was clericus van Doornik. Op het generaal kapittel van 1576 werd hij bij de overledenen vermeld.217- 1576: Pontanus Robertus was clericus van Doornik. In 1551 werd hijdoor het generaal kapittel naar Dinant gezonden, in 1552 naarDiisseldorf en in 1553 naar Diilken. In 1568 keerde hij terug naarDoornik. Op het generaal kapittel van 1576 werd hij bij de overledenen vermeld.218- 1576: de Clerci (Le Clercq) Anthonius was clericus van Doornik. Hijwas er prior. Op het generaal kapittel van 1576 werd hij bij de overledenen vermeld.219- 1583: de Breme Franciscus was clericus van Doornik. Hij was er diaken.Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.220- 1583: Febure Arnoldus was clericus van Doornik. In 1583 was hij ersubprior. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.221- 1583: Roteleur (Rottelen) Egidius was clericus van Doornik. Hij wasbiechtvader van de Grijze Nonnen bij de Porte de Valenciennes. Ophet generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.222- 1600: Fabde Johannes was clericus van Doornik. In 1600 werd hijdoor het generaal kapittel naar Parijs gezonden.223- 1617: Salicetus Johannes was clericus van Hoei. Van 1603 tot 1617was hij prior van Doornik. In 1603, 1609 en 1614 was hij definitorvan de orde. Hij overleed op 7 September (1617). Het klooster vanDoornik, dat dicht bij de stadswallen lag, werd ten dele vernield in1585, toen de stad na een maandenlang beleg door de hertog van215 A. Van de Pasch, Definities...216 A. Van de Pasch, Definities...217 A. Van de Pasch, Definities...218 A. Van de Pasch, Definities.Definities..., p. 102219 A. Van de Pasch, Definities...220 A. Van de Pasch, Definities...221 A- Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities,p. 394pp. 386 en 394p. 394, p. 394; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift metp. 394p. 406pp. 397 en 405.., p. 405; L. Heere, De Kruisheren te Doornik. in:Kruistriomfi jg.30, 19511952, p. 70223 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 96


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 53Parma werd ingenomen. Waarschijnlijk begonnen de kruisheren, naveel voorlopige reparaties, in 1610 aan de wederopbouw van de kerken het klooster. Prior Salicetus vroeg het generaal kapittel om een helper en kreeg die in de persoon van Augustinus Neerius. Neerius toondezich een trouwe helper van de prior en volgde Salicetus in 1617 alsprior van Doornik op.1617: Crespen Jacobus was dericus van Lannoy. In 1586 werd hij doorhet generaal kapittel naar Doornik gezonden. Hij werd er subprior.Later keerde hij naar Lannoy terug.2241626: Hoboval (Oboval) Johannes was clericus van Hoei. Van 1619 totca. 1621 werd hij prior van Doornik. Van 1622 tot 7 mei 1625 was hijsubprior van Namen. Op het generaal kapittel van 1627 werd hij bijde overledenen vermeld.1648: Neerius Renerus Augustinus was clericus van Hoei. Hij werdgeboren in Luik. Hij werd eerst naar Namen en daarna naar Doornikgezonden, waar hij in 1617 prior werd en het klooster door uitstekendegebouwen uitbreidde. Hij was zeer geacht door de aartsbisschop vanKamerijk. Op 21 januari 1619 werd hij gekozen tot magister-generaal.Hij overleed op 6 januari 1648.Kruisheren in Doornik,1541-161940 / 32302220100m-A-H—iBC109mm/DTweeendertig kruisheren verbleven in Doornik in de jaren 1541tot (1619). Daarvan traden er in Doornik tweeentwintig in, tienkwamen van elders. Van de ingetredenen werden er negen naarandere kloosters gezonden.224 A. Van de Pasch, Definities..., p. 412; J. van den Bosch, Le Convent des Croisiers deLannoy (1474-1792). in : Clairlieu, jg.13, 1955, p. 29


54 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1SuxyDe graven van Chiny stichtten drie priorijen van de kruisheren,met name in Suxy, Carignan en Virton. Deze drie priorijenmoesten gastvrijheid verschaffen aan voorbijtrekkende religieuzen,armen en pelgrims. Daarom was aan elk van deze kloosters eenhospitaal of gasthuis verbonden. De graaf van Chiny zorgde ervoordat de kruisbroeders in Suxy een redelijk bestaan konden leiden enin hun eigen behoeften zouden kunnen voorzien: ze kregen landom op te wonen en in cultuur te brengen, ongeveer twintig ha. Zemochten hout sprokkelen in de bossen van de graaf voor hunovens en hun haarden. Bovendien ontvingen ze hout om een huisen een molen te bouwen. Tenslotte mochten ze in de rivieren vande graaf vissen voor eigen gebruik.Het is zeker dat van de opbrengst van de landerijen die de graafvan Chiny geschonken had, een aantal kruisbroeders konden leven.Toch werd het klooster van Suxy doorgaans slechts door een kruisheerbewoond. Het beheer van de landerijen was zijn belangrijkstetaak. In de kerk vierde hij de jaargetijden voor de gestorven weldoenersen voor de overleden inwoners van Suxy. Een pastorale taakhad hij slechts af en toe. Suxy vormde geen zelfstandige parochie,maar ressorteerde onder Chiny. De inwoners van het dorp hoefdenevenwel niet naar Chiny te gaan, omdat zij in de kruisherenpriorijaan de gebedsoefeningen mochten deelnemen. De kruisheer-priorvoerde overigens de titel van vicaris van Chiny en diende doopselstoe, vooral in de winter, wanneer het voor de inwoners van Suxymoeilijk was om naar Chiny te gaan. Daarvoor moest wel de toelatingvan de pastoor van Chiny worden bekomen.225- 1546: de Dinant Andreas was clericus van Dinant. In 1511 werd hijnaar Suxy gezonden. Van 1520 tot 1524 was hij zowel van Virton alsvan Suxy prior. In 1537 en 1538 was hij prior van Dinant. Op hetgeneraal kapittel van 1546 werd hij bij de overledenen vermeld.226225 R. Jaiissen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCrucis..., p. 183226 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 252 en 341; P. Hannick, Prieuredes Croisiers a Suxy.in: Monasticon Beige, t.5, Liege, 1975, p. 342; P. Van den Bosch, Suxy en Virton. in: Clairlieu,jg. 37, 1979, pp. 138 en 144


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 551555: Jacobus was clericus van (?). In 1555 verbleef hij in Suxy.2271583: Boucherii Jacobus was clericus van Lannoy van 1545 tot 1561en van 1570 tot 1583. Van 1561 tot 1570 was hij prior van Suxy. Ophet generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.2281583: Clichet Johannes was clericus van (?). Van ca. 1575 tot ca. 1583verbleef hij in Suxy en was er prior.2291627: du Tardoit Johannes was clericus van (?). Van ca; 1602 tot ca.1627 was hij prior van Suxy.2301648: Russelius Henricus was clericus van Hoei. Op 2 oktober 1610begon hij aan het noviciaat. Van ca. 1619 tot 1648 was hij prior vanSuxy. Hij schreef Cronicon Cruciferorum (1635), dat doorC.R. Hermans in 1858 in de Annales geheel werd uitgegeven en vanvele notities werd voorzien. Dit werk behandelt de periode vanaf destichting van de orde tot 1619. Jarenlang had hij in Hoei de archievenen talloze boeken bestudeerd om de geschiedenis van het ontstaan vande orde en het leven van alle priors - generaal te beschrijven. Hij overleedna 1648 en voor 1652.Kruisheren in Suxy,1541- 161910665nuHI °BRtP^naTHHiIV0ABcDZes kruisheren verblijven in Suxy tussen 1541 en (1619). Ze werdenallemaal uit andere kloosters gestuurd.2r P. Hannick, Prieure des Croisiers a Suxy, p. 342; P. Van den Bosch, Suxy en Virton,p. 138228 A. Van de Pasch, Definities..., p. 405; P. Hannick, Prieure des Croisiers k Suxy, p. 342;P. Van den Bosch, Suxy en Virton, p. 138"} P. Hannick, Prieure des Croisiers a Suxy, p. 342; P. Van den Bosch, Suxy en Virton,p. 138230 P. Hannick, Prieure des Croisiers a Suxy, p. 342; P. Van den Bosch, Suxy en Virton,p. 138


56 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1CarignanSinds 1286 verbleven er kruisheren in Carignan. Op verzoekvan de graaf van Chiny vestigden zij zich buiten de muren van destad en namen de zorg op zich van een hospitaal en een kapel diewas toegewijd aan de heilige Gertrudis. Carignan, het vroegereIvoy, behoorde tot het aartsbisdom Trier, later tot de ZuidelijkeNederlanden, maar vanaf de vrede van de Pyreneeen tot Frankrijk.Zoals in Suxy en later ook in Virton verbleef minstens een kruisheerin Carignan. Soms waren er twee, waarvan een priester was.Er was een klein hospitium. Over deze priorij weten we haastniets.231- 1559: Laurentius was clericus van (?). Hij was er prior. Op het generaalkapittel van 1559 werd hij bij de overledenen vermeld.232- 1583: Perpetuus was clericus van (?). Hij was er prior. Op het generaalkapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.233VirtonDe kruisbroeders kwamen naar Virton om er de burgers dienstente verlenen. Ze dienden een stier te houden, een verplichtingdie tot 1714 van kracht bleef. Een tweede dienstverlening was dearme mensen onderdak te verlenen en hun te eten geven. Dearmen kwamen niet alleen uit Virton. Het huis, dat de kruisbroeders van de stedelingen kregen, en dat "Maison-Dieu" werdgenoemd, lag buiten de stadspoorten en diende tevens voor deopvang van voorbijtrekkende armen en pelgrims. In 1547 slotende prior van Virton, Gerard de Mousa, en de stadsmagistraat eenovereenkomst. De prior schonk de stad een huis, dat voor de kerk231 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCruets..., p. 66232 A. Van de Pasch, Definities..., p. 369233 A. Van de Pasch, Definities..., p. 405


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 57van het hospitaal lag; de stedelijke overheid kon dit huis inrichtenals hospitaal. Het oude hospitaal bleef dan voorbehouden voor dekruisheren. Het is niet duidelijk of de kruisheren het hospitaalwerkopgaven en aan de stad overdroegen. Zeker tot 1779 genoot deprior de voorrechten en de inkomsten, die aan het hospitaal verbondenwaren. Uit verschillende documenten, o.a. uit 1530, 1766,1779 en 1787 blijkt echter dat er slechts een kruisheer woonde inVirton.234- 1546: de Dinant Andreas was clericus van Dinant. In 1511 werd hijnaar Suxy gezonden. Van 1520 tot 1524 was hij zowel van Virton alsvan Suxy prior. In 1537 en 1538 was hij prior van Dinant. Op hetgeneraal kapittel van 1546 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1555: de la Mosa (de Mousa) Gerardus was clericus van (?) en prior inVirton van 1545 tot 1551. In 1551 was hij definitor van de orde. Ophet generaal kapittel van 1555 werd hij bij de overledenen vermeld.235- 1555: de Lannoy Quintinus was clericus van Lannoy. In 1543 werd hijdoor het generaal kapittel naar Hoorn gezonden. In 1548 werd hij naarVirton gezonden, waar hij in 1549 geincorporeerd werd. Hij was erprior van 1551 tot aan zijn dood. Op het generaal kapittel van 1555werd hij bij de overledenen vermeld.236- 1557: Lynselt Jacobus was clericus van Namen. In 1557 werd hij doorhet generaal kapittel naar Virton gezonden.- 1560: Faber Jean was clericus van (?). Voor 1560 was hij prior vanVirton.237- 1560: Trudonis Henricus was clericus van Luik. In 1558 werd hij doorhet generaal kapittel naar Schiedam gezonden en in 1560 naar Virton.- 1567: van Bree (Faneur) Laurentius was clericus van (?). Omstreeks1561 was hij prior in Virton en procurator. Op het generaal kapittelvan 1568 werd hij bij de overledenen vermeld als oud-prior vanVirton.238234 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCrucis..., p. 203235 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 350 en 360; P. Roger, Notices historiquessur Virton.Virton, 1932, p. 382236 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 334, 339, 345 en 360; P. Hannick, Prieurt desCroisiers h Virton, p. 348; P. Van den Bosch, Virton, p. 144237 P. Hannick, Prieuri des Croisiers h Virton, p. 348; P. Van den Bosch, Suxy en Virton,p. 144; P. Roger, Notices historiques sur Virton, p. 382238 P. Hannick, Prieuri des Croisiers h Virton, p. 348; P. Van den Bosch, Suxy en Virton,p. 144; P. Roger, Notices historiques sur Virton, p. 382; A. Van de Pasch, Definities..., p. 383


58 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1578: Royau (Royaulx) Egidius (Gilles) was clericus van Dinant. Van1561 tot 1565 verbleef hij in Virton. Hij was er prior. In 1565 werdhij door het generaal kapittel naar Brandenburg gezonden. Later verbleef hij in Salignac. In 1578 was hij er prior. Op het generaal kapittelvan 1578 werd hij bij de overledenen vermeld.239- 1583: Boda (Bodar) Jacobus was clericus van Dinant. Van 1565 tot1570 werd hij naar Virton gezonden en was er prior. In 1583 was hijcustos in Dinant. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij deoverledenen vermeld.240- 1588: Ghenghellem (Gingeling) Rolandus was clericus van Dinant.Van 1578 tot 1586 werd hij naar Virton gezonden en was er prior. In1587 werd hij prior van Dinant. Hij was definitor van de orde in 1586en 1588.241- 1606: Laurentii (Laurent) Hieronymos was clericus van Hoei. Van 18januari 1569 tot 1572 studeerde hij theologie aan de universiteit vanLeuven. Van 1572 tot ca. 1583 was hij procurator in Hoei. Daarnawerd hij prior van Namen tot 1589. In de jaren 1585, 1587 en 1589was hij definitor van de orde. In 1606 was hij prior van Virton. Alsprocurator van Hoei kreeg hij moeilijkheden met prior-generaalWilhelmus van Heinsberg, die hem als opvolger van Henricus Morrenin Namen tot prior liet kiezen om hem in Hoei kwijt te zijn en gemakkelijkerover de geldmiddelen van het klooster te kunnen beschikken.- 1609: Spinoy (Spinsy) Johannes was clericus van (?). Ca. 1576 was hijprior in Virton. Op het generaal kapittel van 1609 werd hij bij de overledenen vermeld.242- 1620: Pilsticker (Pylsticker) Theodorus was clericus van Beyenburg.Van 1598 tot 1603 was hij er prior. Daarna werd hij prior van Virton.Op het generaal kapittel van 1620 werd hij bij de overledenen vermeldals oud-prior van Virton. Was hij de prior, die in het jaar 1612 doorhet generale kapittel wegens ziekte en ouderdom niet in staat werdgeacht de kerkelijke diensten te verzorgen en de goederen te beherenen daarom werd afgezet?243239 P. Hannick, Prieuri des Croisiers a Virton, p. 348; P. Van den Bosch, Suxy en Virton,p. 144; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 374, 380 en 397240 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406; P. Hannick, Prieure des Croisiers a Virton,p. 348; P. Roger, Notices historiques sur Virton, p. 382241 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 410, en 415; Ed. Gerard, Histoire de la ville deDinant, p. 131; P. Roger, Notices historiques sur Virton, p. 382242 A. Van de Pasch, Definities..., p. 432; P. Hannick, Prieure des Croisiers a Virton,p. 348; P. Van den Bosch, Suxy en Virton, p. 144; A- Van de Pasch, Nog een Handschrift metDefinities..., p. 98243 A. Van de Pasch, Definities..., p. 440; P. Hannick, Prieure des Croisiers a Virton,p. 348; P. Van den Bosch, Suxy en Virton, p. 144


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 59- 1632: Garitte (Gaurelle) Jacques was clericus van Hoei. Op 22 oktober1594 begon hij aan het noviciaat. Van 1614 tot 1632 was hij priorvan Virton. Overleden na 1632 op 7 juni. Hij werd waarschijnlijk doorhet generaal kapittel tot prior van Virton benoemd met als opdrachtzich speciaal aan het beheer van de goederen van het klooster te wijden.Kruisheren in Virton, 1541 - 1619Veertien kruisheren verbleven in Virton tussen|-54l en (1619).Allen werden uit andere kloosters naar Virton gezonden.BeyenburgOnder de Reformatie, toen alle dorpen in de omtrek overliepennaar het lutheranisme, werd de kapel van de heilige Magdalena totparochiekerk verheven en een kruisheer als pastoor aangesteld. Ditwerd trouwens nodig, omdat het aantal gelovigen merkelijk wastoegenomen, misschien wel omdat de trouw gebleven katholiekenuit de omgeving liever in Beyenburg kwamen wonen.Allerlei rampen beletten de kruisheren in de zestiende en zeventiendeeeuw om in comfortabele omstandigheden te gaan leven. In1621 werden de kerk en het klooster door een grote brand vernield.In de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) werd het kloostergeheel leeggeplunderd.244144 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCruets..., p. 53


60 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1542: Gladbach Nicolaus was clericus van Wickrath. Hij verbleef ervan 1531 tot 1533 en van 1534 tot 1537. In 1533 en 1534 werd hijdoor het generaal kapittel naar Beyenburg gezonden. In 1537 en 1538verbleef hij in Franeker. In 1538 kreeg hij van het generaal kapittel deopdracht in Franeker te blijven. In 1541 werd hij naar Marienfredegezonden en in 1542 naar Hoorn. In Hoorn was hij predikant enterminarius.245- 1544: Henricus was clericus van Beyenburg. In 1544 was hij er procurator. Op het generaal kapittel van 1544 werd hij bij de overledenenvermeld.246- 1548: Hermannus was clericus van Beyenburg. In 1548 was hij er subprior.Op het generaal kapittel van 1548 werd hij bij de overledenenvermeld.247- 1551: Coloniensis Petrus was clericus van Beyenburg. In 1551 was hijer senior.248- 1553: Cocecius Johannes was donatus van Beyenburg. Vermoedelijkwas hij priester.249- 1553: Camensis Henricus was donatus van Beyenburg. Hij was er portier.Op het generaal kapittel van 1553 werd hij bij de overledenen vermeld.250- 1553: von Unna Henricus was donatus van Beyenburg. Hij was erkleermaker. Op het generaal kapittel van 1553 werd hij bij de overledenen vermeld.251- 1553: Johannes was clericus van Beyenburg. Op het generaal kapittelvan 1554 werd hij bij de overledenen vermeld.252- 1554: Berch Wilhelmus was clericus van Ehrenstein. In 1554 werd hijnaar Beyenburg gezonden.253- 1559: Lenep Johannes was donatus van Beyenburg. Op het generaalkapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.254- 1559: Wilhelmus was donatus van Beyenburg. Op het generaal kapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.255245 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 298, 304, 307, 316, 319, 328 en 331246 A- Van de Pasch, Definities..., p. 337247 A. Van de Pasch, Definities..., p. 345248 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg. in: Zeitschrifi des Bergischen Geschichtsverein.Bonn, dl.lO(1874), p. 38249 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38; A. Van de Pasch, Definities..., p. 358250 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 36251 A. Van de Pasch, Definities..., p. 356252 A. Van de Pasch, Definities..., p. 358253 A. Van de Pasch, Definities..., p. 357254 A. Van de Pasch, Definities..., p. 372255 A. Van de Pasch, Definities..., p. 372


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 611560: Beyenborch Tilmannus was clericus van Beyenburg. Hij was erprior van 8 September 1542 tot aan zijn dood. Hij werd visitator van1541 tot 1546. Op het generaal kapittel van 1560 werd hij bij de overledenenvermeld.2561560: Riculphus was clericus van Beyenburg in 1560.2571561: Georgius was clericus van Duisburg. In 1560 werd hij door hetgeneraal kapittel voor een jaar naar Beyenburg gezonden. In 1561 werdhij naar Goes gezonden.2581562: de Unna Johannes was clericus van Beyenburg, zeker van 1525tot 1562. Hij werd pastoor van Steinhaus. Op het generaal kapittel van1563 werd hij bij de overledenen vermeld. In 1550 werd hij geprezenom zijn vrome levenswandel als pastoor. Hij blijkt niet onafgebrokenwerkzaam te zijn geweest als pastoor, want in 1535 overleed pastoorBernardus Renis.2591564: de Sweyrt Johannes was clericus van Beyenburg. Hij was sacrista.Op het generaal kapittel van 1565 werd hij bij de overledenen vermeld.2601566: Beyenburg Jacobus was donatus van Beyenburg in 1566.2611566: de Bercka Arnoldus was clericus van Beyenburg. In 1555 was hijsubprior in Ehrenstein. Van 1563 tot 1565 was hij prior vanBeyenburg en in 1563 en 1565 visitator in Glindfeld. VanuitBeyenburg werd hij in 1565 naar Falkenhagen verplaatst. Hij overleedaldaar en werd er ook begraven. Op het generaal kapittel van 1570werd hij bij de overledenen vermeld.2621568: Pampius Wennemannus was clericus van Beyenburg in 1568.2631568: Piittmann Ambrosius was clericus van Beyenburg. In 1568 washij pastoor van Steinhaus. Op Pinksteren 1568 begon hij met protestantsediensten en verliet de orde.2641570: von Attendaer (Attendorn, Mulle, Mullen) Johannes was clericus van Beyenburg. In 1545 was hij pastoor van Medebach. Hij wasprior van Glindfeld van 1545 tot 1551 en afgezet tijdens de visitatie256 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 330, 333, 337, 340, 342 en 371257 R Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38258 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 371 en 374259 A. Van de Pasch, Definities..., p. 378; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38260 A. Van de Pasch, Definities..., p. 381; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38261 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 37262 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 359, 384 en 386; H.U. Weiss, Die Kreuzherren inWesrfalen. in: Clairlieu, jg. 20-21, 1962-1963, pp. 108-109 en 226263 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38264 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 38; R. Haass, Die Kreuzherren in denRheinlanden. Bonn, 1932, p. 51


62 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1van 1551. Van 1552 tot 1554 was hij procurator van Helenenberg. In1570 was hij subprior van Beyenburg. Op het generaal kapittel van1570 werd hij bij de overledenen vermeld.265- 1572: Balduinus was clericus van Hoei. In 1561 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Ehrenstein gezonden. In 1572 werd hij subprioren novicemeester van Beyenburg.- 1572: Tremoniensis (van Dortmund) Johannes was clericus vanBeyenburg. In 1561 was hij er organist. In dat jaar werd hij naarScharmer gezonden, waar hij in zijn laatste levensjaar subprior enpastoor was. Op het generaal kapittel van 1572 werd hij bij de overledenen vermeld.266- 1572: Johannes was donatus van Keulen. In 1572 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Beyenburg gezonden. Zowel in Keulen als inBeyenburg was hij kleermaker.267- 1573: Langereck Henricus was donatus van Beyenburg in 1573.268- 1573: Hermannus was donatus van Beyenburg in 1573.269- 1575: Camensis Godefridus was donatus van Beyenburg. Op het generaal kapittel van 1575 werd hij bij de overledenen vermeld.270- 1578: van Schwerte Goswin was clericus van Beyenburg. In 1569 washij pastoor van Steinhaus. Meteen daarna werd hij protestant, maarwilde toch door het klooster onderhouden worden. Hij werd toenafgezet. Met Pinksteren 1568 was zijn voorganger, Ambrosius Puttman(ook een kruisheer van Beyenburg) al met de protestantse dienstenbegonnen.271- 1578: Schutt Henricus was donatus van Beyenburg. Op het generaalkapittel van 1578 werd hij bij de overledenen vermeld.272- 1578: Bienbergh Henricus was donatus van Beyenburg. In 1578 werdhij door het generaal kapittel naar Helenenberg gezonden. Datzelfdejaar werd hij op het generaal kapittel hij bij de overledenen vermeld.273265 A. Van de Pasch, Definite..., pp. 353, 357, 360 en 386; E. Lichter, 500 JahreHelenenberg- Hospital- Kreuzherrenkbster- Eduardstifi, p. 41; H.U. Weiss, Die Kreuzherren inWestfalen, p. 291266 A. Van de Pasch, Definite..., pp. 374 en 389; P. van den Bosch, De Priorij Sint-Helena te Scharmer. in: Clairlieu, jg.33, 1975, p. 29267 A. Van de Pasch, Definite..., p. 388268 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 37269 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 37270 A. Van de Pasch, Definite..., p. 393; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 37271 R. Haass, Die Kreuzherren in den Rheinlanden, pp. 51-52; P. van den Bosch,Beyenburg. in: Clairlieu, jg.42, 1984, p. 129; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 39272 A. Van de Pasch, Definite..., p. 407273 A. Van de Pasch, Definite..., p. 407


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 631581: von Bercka Johann was clericus van Beyenburg. Van ca. 1552 tot1562 was hij prior van Ehrensteinprior. Van 1568 tot aan zijn doodwas hij prior van Beyenburg. In 1572 was hij visitator van Glindfelden Falkenhagen. In 1562 was hij pastoor van Peterslahr.2741583: Venlonensis Gerardus was clericus van Beyenburg. Op het generaalkapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.2751583: Stralen Christianus was donatus van Beyenburg. Hij was er kok.Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.2761583: Kort Gerubinus was clericus van Beyenburg. Op het generaalkapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.2771583: Venlonensis Gerardus was clericus van Beyenburg. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.2781585: Reyden (Reidanus, von Reith) Theodericus was clericus vanBeyenburg. Zeker van 1580 tot 1585 was hij er prior. In 1583 was hijdefinitor van de orde.2791585: Waent (Went) Martinus Joannes was clericus van Helenenberg.In 1552 stuurde het generaal kapittel hem naar Beyenburg, in 1554naar Franeker en in 1557 naar Schiedam. In 1558 keerde hij terug naarHelenenberg. Op het generaal kapittel van 1585 werd hij bij de overledenen vermeld.2801594: von Medebach Ulricus was clericus van Glindfeld. In 1583 werdhij door het generaal kapittel naar Beyenburg gezonden. Van 1585 tot1589 was hij er prior. In 1594 leerde hij terug naar Glindfeld. Hij waspastoor in Steinhaus van 1583 tot 1589 en in Schwalm in 1596. Hijoverleed na 1596. Of hij uitgetreden is, weten we niet, maar hijkoesterde sympathie voor het protestantisme.2811597: van Oeffelt Gerardus was clericus van Beyenburg. In 1576 deedhij dienst bij de norbertinessen in Heiligerlee. In 1576 kreeg hij vanhet generaal kapittel de opdracht om uit een niet nader genoemd274 D.Wasserfuhr, Kreuzherrenkbster Steinhaus zu Beyenburg, 1298-1998. in: Clairlieuy)%.55, 1997, p. 105; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 389 en 406; R. Haass, Die Kreuzherrenin den Rheinlanden, p. 52275 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406276 A. Van de Pasch, Definities..., p. 407277 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406278 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406279 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 398 en 413; D. Wasserfuhr, KreuzherrenkbsterSteinhaus zu Beyenburg, 1298-1998, p. 105; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 39280 A. Van de Pasch, Definities..., pp, 353, 357, 364, 367 en 409; E. Lichter, 500JahreHelenenberg- Hospital- Kreuzherrenkbster- Eduardstift, p. 46281 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 403 en 424


64 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1klooster terug te keren naar Beyenburg. In 1596 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Sint-Agatha gezonden.282- 1598: Falckenberg (Falkenburg) Henricus was clericus van Diisseldorf.Van 1589 tot 1598 verbleef hij in Beyenburg. Hij was er prior van1589 tot 1593. Hij was senior. Op het generaal kapittel van 1598 werdhij bij de overledenen verm eld.283- 1599: Muhlinghaus Gottschalk was clericus van Beyenburg. Hij werdop het einde van de I6de eeuw protestant en huwde. In 1599 gaf hijin Lemgo rekenles. Hij gaf er een handboek in rekenkunde uit.284- 1600: Oliverius Lucas was clericus van Keulen. Van 1593 tot 1598 washij prior hij Beyenburg. In 1600 was hij kunstschilder in Keulen. Ophet generaal kapittel van 1600 werd hij bij de overledenen vermeld. Alskunstschilder zou Oliverius voor de jonge Rubens gezorgd hebben tijdensdiens verblijf in Keulen. Een altaarschilderij in de kruisherenkerkvan Beyenburg, Christus' Kruisdood voorstellend, werd lange tijd toegeschrevenaan Rubens, maar bleek bij nader toezien van de hand vanOlverius te zijn.285- 1600: Haalwijck (Haelwijck, van Leeuwen, Lentbis, Levis) Johanneswas clericus van Maastricht. Op 1 juni 1550 deed hij er professie. InMaastricht was hij conventualis van 1549 tot 1578 en van 1587 tot1598. In 1554 werd in Rome dispensatie aangevraagd voor zijnpriesterwijding. In 1560 was hij afgevaardigde voor het generaal kapittel. Van mei 1570 tot oktober 1576 en van 1587 tot 1598 was hij erprior. Op 5 juli 1598 deed hij afstand van het prioraat. In 1578 werdhij door het generaal kapittel aangesteld als subprior van Beyenburg.Hij bekleedde dit ambt tot 1583. In 1583 werd hij naar Glindfeldgezonden. Hij was definitor van de orde in 1588, 1591 en 1594. Hijwerd rector van de Agneten in Peer in 1586 en 1587 en stond in voorde zielzorg bij de cistercienzerinnen in Dahlem van 1598 tot oktober1600. Op het generaal kapittel van 1603 werd hij bij de overledenenvermeld.286282 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 393; Archief Sint-Agatha, Necrologium283 A. Van de Pasch, Definities..., p. 424; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift metDefinities..., p. 96; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 36284 P. van den Bosch, Beyenburg, p. 129285 J. Verzijl, Kroniek. in: Clairlieu, jg.17, 1959, p. 58; A. Van de Pasch, Nog eenHandschrift met Definities..., p. 97; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 40286 A- Van de Pasch, Definities..., pp. 396, 403, 415, 420 en 423; Geschiedenis vanAgnetendal. Het tertiarissenklooster van Peer 1437-1798, p. 67; H.P. Van Hasselt, Geschiedenisvan het klooster der Kruisheren te Maastricht, p. 47; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift metDefinities..., pp. 94 en 97


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 651604: Pfingsten (Tremoniensis, van Dortmund, Pinstor) Hermannuswas clericus van Beyenburg. In 1561 verbleef hij in Scharmer. Van1577 tot 1583 en van 1589 tot 1604 verbleef hij in Beyenburg en waspastoor van Steinhaus. Van 1583 tot 1589 was hij prior van Maaseik.Hij werd in dit ambt benoemd door het generaal kapittel, ter vervangingvan Engelbertus Haeps.2871617: Puteanus (Putmann) Henricus was clericus van Beyenburg. Hijwas er prior van 1608 tot 1617.2881620: Pilsticker (Pylsticker) Theodorus was clericus van Beyenburg.Van 1598 tot 1603 was hij er prior. Daarna werd hij prior van Virton.Op het generaal kapittel van 1620 werd hij bij de overledenen vermeldals oud-prior van Virton. Was hij de prior, die in het jaar 1612 doorhet generale kapittel wegens ziekte en ouderdom niet in staat werdgeacht de kerkelijke diensten te verzorgen en de goederen te beherenen daarom werd afgezet?1634: Halbach Johannes was clericus van Beyenburg. Van 1618 tot1638 was hij predikant in Maaseik en pastoor van Heppeneert. Hij wasde schrijver van de "Ketzer Brille" , "De Kaartridder" en "De legendevan de heks van Aldeneik". Als pastoor van Heppeneert riep hij de hulpvan Sint-Gertrudis in bij de verpleging van pestlijders in 1624 en1630. Hij bezweek zelf bij de verpleging van pestlijders in 1634. In1624 preekte hij iedere zondag in de kruisherenkerk van Maaseik.289503010-10Kruisheren in Beyenburg, 1541 -161947/■'1mA37-SI 1BC0f--9-&&kD287 P. Van den Bosch, De Priori] Sint Helena te Scharmer 1489-1596, p. 29; L. Heere, DeKruisheren te Maaseik, 1476-1797, 1855-1955, p. 67; Th. Van den Elzen, Kroniek. in:Clairlieu, jg.37, 1979, p. 121; F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 39288 F. Olischlager, Die Monche zu Beyenburg, p. 36281 W. Sangers, Onze Lieve Vrouw van Rust te Heppeneert, Diest, 1957, pp. 16-19


66 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541 -1619 - DEEL 1Zevenenveertig kruisheren verbleven in Beyenburg tussen 1541 en(1619). Daarvan traden er zevenendertig in Beyenburg in, tienkwamen van elders. Van de ingetredenen werden er negen naarandere kloosters gezonden.HohenbuschNiet ver van Erkelenz lag eertijds het klooster van Hohenbusch,een van de rijkste kruisherenkloosters van het Rijnland. In 1302vestigden de kruisbroeders zich in de nabijheid van een kapel dieaan de heilige Laurentius was toegewijd. Door allerlei schenkingenin gronden, boerderijen, molens en renten was dit klooster al vlugwelvarend. Aanvankelijk schaadde de welvaart de observantelevenswijze geenszins. In de vijftiende eeuw werd procuratorGerardus tot definitor (1436) en werd prior Georgius de Brugis totprior-generaal gekozen (1452). Bij de aanvang van de Reformatieheerste in het klooster een goede geest en de gemeenschap teldeongeveer dertig geprofesten. Maar omstreeks 1560 was dit aantalgehalveerd; bovendien liet het geestelijk leven toen te wensen over.In de zeventiende eeuw behoorde Hohenbusch tot de rijkstekloosters van de orde. Verschillende prioren werden toen priorprovinciaalvan de Maasprovincie. In 1620 besloot het generaalkapittel een gemeenschappelijk noviciaat op te richten inHohenbusch. Vier jaar later werd het verplaatst naarSchwarzenbroich.290- 1542: Wilhelmus was donatus van Hohenbusch. Op het generaalkapittel van 1542 werd hij bij de overledenen vermeld.291- 1542: Joannes was donatus van Hohenbusch. Op het generaal kapittelvan 1542 werd hij bij de overledenen vermeld.292- 1543: Christianus was clericus van Hohenbusch. Hij was sacrista. Ophet generaal kapittel van 1543 werd hij bij de overledenen vermeld.293290 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCruets..., p. 106291 A. Van de Pasch, Definities..., p. 333292 A. Van de Pasch, Definities..., p. 333293 A. Van de Pasch, Definities..., p. 335


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 671543: von Grefrath Mattheus was clericus van Hohenbusch.Van 1534tot 1543 was hij er prior. Hij was definitor van de orde in 1534, 1536,1539 en 1541. Op het generaal kapittel van 1543 werd hij bij de overledenen vermeld.2941543: Hensberch (Hensburch) Johannes was clericus vanHohenbusch. Hij was cellarius. Op het generaal kapittel van 1543werd hij bij de overledenen vermeld.2951543: Ruremundensis Hermannus was clericus van Hohenbusch. In1543 was hij subprior. Op het generaal kapittei van 1543 werd hij bijde overledenen vermeld.2961543: Venlo Gysbertus was clericus van Hohenbusch. Hij was senior.Op het generaal kapittel van 1543 werd hij bij de overledenen vermeld.2971544: Ercklens Michael was clericus van Hohenbusch. In 1544 was hijprior. Op het generaal kapittel van 1544 werd hij bij de overledenenvermeld.2981544: Herschell Johannes was donatus van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1544 werd hij bij de overledenen vermeld.2991544: Wynandus was donatus van Hohenbusch. Op het generaalkapittel van 1544 werd hij bij de overledenen vermeld.3001546: Venloe Henricus was clericus van Hohenbusch. Op het generaalkapittel van 1546 werd hij bij de overledenen vermeld.3011546: Monasteriensis Johannes was donatus van Hohenbusch. Op hetgeneraal kapittel van 1546 werd hij bij de overledenen vermeld.3021549: Horst Laurentius was donatus van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1549 werd hij bij de overledenen vermeld.3031549: van Venlo Tilmannus was clericus van Hohenbusch. Omstreeks1549 was hij er prior. Misschien verbleef hij vanaf einde 1549 eenkorte tijd in Venlo. Op het generaal kapittel van 1550 werd hij bij deoverledenen vermeld.304294 A. Van de Pasch, Definities. pp.306, 312, 321, 327 en 335295 A. Van de Pasch, Definities. p. 335296 A. Van de Pasch, Definities.297 A. Van de Pasch, Definities.298 A. Van de Pasch, Definities.299 A. Van de Pasch, Definities.300 A. Van de Pasch, Definities.p. 335p. 335p. 337p. 337p. 337301 A. Van de Pasch, Definities. p. 341302 A. Van de Pasch, Definities.303 A. Van de Pasch, Definities."'A, Van de Pasch, Definities.p. 341p. 347p. 349; L. Heere, Het Kruisherenklooster te Venlo, 1643-1836. in: Publications... aans le Limbourg, dl. 92-93, 1956-1957, p. 338


68 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541 -1619 - DEEL 1- 1550: von Wickrath Johann was clericus van Hohenbusch rond1550.305- 1550: Heynbergh Heynrich was clericus van Hohenbusch rond1550.306- 1550: Zittert Johannes was donatus van Hohenbusch. Op het generaalkapittel van 1550 werd hij bij de overledenen vermeld.307- 1554: Clant Arnoldus was donatus van Hohenbusch. Op het generaalkapittel van 1554 werd hij bij de overledenen vermeld.308- 1554: Arssen Theodorus was clericus van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1554 werd hij bij de overledenen vermeld.309- 1556: Christianus was clericus van Marienfrede. In 1552 werd hij doorhet generaal kapittel naar Hohenbusch gezonden en in 1555 naarWickrath. Op het generaal kapittel van 1556 werd hij bij de overledenen vermeld.310- 1556: Ercklens Gerardus was clericus van Hohenbusch. In 1556 washij er subprior en procurator.311- 1556: Kerninck Johann was clericus van Hohenbusch. In zijn laatstelevensjaar was hij er procurator. Op het generaal kapittel van 1556werd hij bij de overledenen vermeld.312- 1558: Tongris Johannes was clericus van Hoei. In 1523 werd hij doorhet generaal kapittel naar Hohenbusch gezonden. Een jaar later verhuisdehij naar Schwarzenbroich. Hoe lang hij daar verbleef, weten weniet. Op het generaal kapittel van 1558 werd hij bij de overledenenvermeld.- 1559: Hulss Albertus was clericus van Hohenbusch. In 1559 werd hijnaar Ehrenstein gezonden.313- 1566: Heynsberch (Hinsburch, Heinsberch, Hinsberch) Henricus wasclericus van Hohenbusch. Van 1538 tot 1540 verbleef hij inWoudrichem. In 1540 werd hij naar Franaker gezonden en was er subprior.In 1541 verhuisde hij naar Helenenberg. In 1555 stuurde het305 M. Schmitz, Die Prioren des Kreuzherrenklosters Hohenbusch. in: Heimatkalender desKreises Heinsberg2001, p. 66306 M. Schmitz, Die Prioren des Kreuzherrenklosters Hohenbusch, p. 66307 A. Van de Pasch, Definities..., p. 349A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.310 A. Van de Pasch, Definities.31A. Van de Pasch, Definities.Hohenbusch, p. 66312 A. Van de Pasch, Definities.313 A. Van de Pasch, Definities.p. 358p. 358pp. 353, 359 en 362p. 362; M. Schmitz, Die Prioren des Kreuzherrenklostersp. 362p. 369


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541 -1619 - DEEL 1 69generaal kapittel hem naar Falkenhagen, waar hij subprior werd. Hijwas pastoor van Dilckrath in 1550 en van Falkenhagen van 1555 totaan zijn dood. Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenenvermeld.314- 1568: van Venlo Matheus was donatus van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.315- 1568: de Ufelt Bertoldus was clericus van Hohenbusch. Hij was diaken.Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.316- 1568: de Duren Godefridus was clericus van Schwarzenbroich. In1528 werd hij door het generaal kapittel voor een jaar naarHohenbusch gezonden. In 1529 keerde hij naar Schwarzenbroichterug. In 1530 werd hij naar Aken gezonden. Wanneer hij naarSchwarzenbroich terugkeerde, weten we niet. Op het generaal kapittelvan 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.317- 1568: Stralen Henricus was clericus van Hohenbusch. In 1528 werdhij naar Schwarzenbroich gezonden. Een jaar later keerde hij naarHohenbusch terug. In 1530 en 1531 verbleef hij in Duisburg en waser predikant en terminarius. In 1533 en 1534 was hij subprior inNieuwland. Van 1542 tot 1544 was hij subprior in Schiedam. In 1544werd hij naar Wickrath gezonden en in 1545 naar Diisseldorf. Van1546 tot aan zijn dood woonde hij in het klooster van Hohenbusch.Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.318- 1568: de Gladbach Thomas was donatus van Hohenbusch. Op hetgeneraal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.319- 1572: Keuckhoven Walter was clericus van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1572 werd hij bij de overledenen vermeld.320- 1575: Moerss Wilhelmus was clericus van Diisseldorf. In 1553 werdhij naar Hohenbusch gezonden. Op het generaal kapittel van 1575werd hij bij de overledenen vermeld.321314 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 319, 325, 328 en 383; E. Lichter, 500 JahreHeLenenberg- Hospital- Kreuzherrenkbster- Eduardstift, p. 37; H.U. Weiss, Die Kreuzherren inWestfalen, pp. 106 en 226' A. Van de Pasch, Definities..., p. 384A. Van de Pasch, Definities.317 A. Van de Pasch, Definities.318 A. Van de Pasch, Definities.355, 367 en 384319 A. Van de Pasch, Definities.320 A. Van de Pasch, Definities.321 A. Van de Pasch, Definities.p. 384pp. 290, 293, 295 en 384pp. 290, 293, 295, 302, 304, 307, 331, 336, 339, 340,p. 384p. 389pp. 355 en 391


70 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1578: von Beienborch (Bienborch, Bienborgh) Hermann was clericusvan Hohenbusch. Van omstreeks 1550 tot omstreeks 1570 was hij erprior. Hij was er jubilaris. Op het generaal kapittel van 1578 werd hijbij de overledenen vermeld. In 1550, toen hij prior werd, liet dekloostertucht te wensen over. Ook het aantal conventuales was te laag:naast de prior en de procurator waren er nog zes priesters en lekenbroeders.322- 1578: yon Venlo Henricus was clericus van Hohenbusch. In 1553 washij subprior van Goes. In 1578 bleef hij voorlopig de inkomsten trekkenvan het klooster van Goes. Hij huwde einde 1578 met SusannaHenrici, subpriorin van het Agnesklooster van Goes.323- 1579: Nicolaus was donatus van Diilken. In 1529 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Hohenbusch gezonden, in 1531 naar Kolen-Kerniel en in 1538 naar Wickrath. Op het generaal kapittel van 1579werd hij bij de overledenen vermeld.324- 1583: Kuychove Jacobus was donatus van Hohenbusch. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.325- 1583: Wachtendunck Wilhelmus was clericus van (?). In Hohenbuschwerd hij geincorporeerd. In 1583 was hij er subprior.326- 1598: Libivillanus Gerardus was clerus van Hohenbusch. In zijn laatstelevensjaar was hij er prior. Hij was jubilaris. Op het generaal kapittel van 1598 werd hij bij de overledenen vermeld.327- 1606: Gladbach Ludovicus was clericus van Keulen. Achtereenvolgensverbleef hij in Marienfrede (1555), Glindfeld (1556-1557), Ehrenstein(1558), Keulen (1559), Hohenbusch (? - 1570) enTer Apel (1570). InEhrenstein was hij cellarius en in Ter Apel en Hohenbusch subprior. In1570 werd hij in Hohenbusch ontheven van zijn ambt. Op het generaal kapittel van 1606 werd hij bij de overledenen vermeld.328- 1614: Pierardt Augustinus was clericus van Namen. Een tijdlang verbleef hij in Hohenbusch. Het generaal kapittel van 1614 stuurde hem322 A. Van de Pasch, Definities..., p. 397; R- Haass, Die Kreuzherren in den Rheinlanden,p. 61; M. Schmitz, Die Prioren des Kreuzherrenklosters Hohenbusch, p. 66323 A. Van de Pasch, Definities..., p. 354; C.R. Hermans, Annales Canonicorum regulariumStAugustini Ordinis S.Crucis., II, p. 221324 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 293, 299, 319 en 370325 A. Van de Pasch, Definities..., p. 407326 A. Van de Pasch, Definities..., p. 403327 A. Van de Pasch, Definities..., p. 424; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift metDefinities..., p. 96328 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 359, 362, 364, 367, 369 en 385; A. Van de Pasch,Nog een Handschrift met Definities..., p. 98


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 71terug naar Namen om boete te doen voor diverse excessen. Hij over-Ieednal6l7.1614: Muserus (Muser) Rutgerus was clericus van Hohenbusch. Van1581 tot 1588 werd hij prior van Wickrath. Van 28 november 1596tot 1597 was hij prior van Diilken en van 1597 tot 1614 was hij priorvan Hohenbusch. Hij werd definitor van de orde in 1598, 1600 en1606. Op het generaal kapittel van 1614 werd hij bij de overledenenvermeld.3291617: Setterich Johannes was clericus van Hohenbusch. Hij werd ersubprior, wanneer weten we niet. Hij was senior. Op het generaalkapittel van 1617 werd hij bij de overledenen vermeld. 33°1617: Kremer Leonardus was conversus van Hohenbusch. Op hetgeneraal kapittel van 1617 werd hij bij de overledenen vermeld.3311644: Juden Goswinus was clericus van Hohenbusch. Hij was er priorvan 1617 tot 1623 en van 1636 tot 1644. Van 1623 tot 1631 was hijprior van Emmerich. In 1617 en 1639 werd hij definitor van de orde.Op het generaal kapittel van 1644 werd hij bij de overledenen vermeld.Tijdens zijn eerste ambtstermijn van prior visiteerde hij, samen metHenricus Waltheri, de conventen van Venlo en Diisseldorf. Ook alsprior van Emmerich werd hij belast met visitaties.332Kruisheren in Hohenbusch,1541 - 16195042343010■-B—m7ABCD329 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 424, 428 en 436; M. Schmitz, Die Prioren desKreuzherrenklosters Hohenbusch, p. 6633(1 A. Van de Pasch, Definities..., p. 437; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift metDefinities..., p. 100331 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 100332 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 436, 462 en 468; C.R. Hermans, AnnalesCanonicorum regularium StAugustini Ordinis S.Crucis, dl. 1(2), pp. 7 en 114, dl. Ill, pp 161,192 en 203


72 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1Tweeenveertig kruisheren verbleven in Hohenbusch tussen 1541en (1619). Daarvan traden er vierendertig in Hohenbusch in, achtkwamen van elders. Van de in Hohenbusch ingetredenen werdener zeven naar andere kloosters gezonden.KeulenHet kruisherenklooster van Keulen bezat een zeer grote hoeveelheidhandschriften. Veruit het grootste deel daarvan werd in heteigen scriptorium opgesteld. Naast de geschriften van deKerkvaders en de theologische autoriteiten van de middeleeuwenwaren ook Caesarius van Heisterbach, Jan van Ruusbroec, GeertGroote, Thomas a Kempis, Hildegard van Bingen en andere mysticigoed vertegenwoordigd, naast bijvoorbeeld de humanistischedichter Petrarca.Het religieuze leven in het Keulse kruisherenklooster stond inhet begin van de zestiende eeuw op een zeer hoog peil. Dekloostertucht, die op het einde van de zestiende eeuw fel verslapte,werd in de beginjaren van de zeventiende eeuw weer hersteld.De priorij van Keulen geraakte door oorlogsbelastingen infinanciele nood. In 1590 kwam prior-generaal Constantini naarKeulen en verbleef lange tijd in het klooster om te voorkomen dathet ten onder zou gaan.333- 1541: Raedis Adam was clericus van Keulen. Hij was er senior. Op hetgeneraal kapittel van 1541 werd hij bij de overledenen vermeld.334- 1541: Aegidius was clericus van Keulen. Op het generaal kapittel van1541 werd hij bij de overledenen vermeld.335- 1542: Wesalie was clericus van Hoei. In 1528 werd hij door het generaal kapittel naar Hoorn gezonden en in 1532 naar Keulen. Op hetgeneraal kapittel van 1542 werd hij vermeld bij de overledenen.333 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium OrdinisSanctae Cruets..., p. 113334 A. Van de Pasch, Definities..., p. 329335 A. Van de Pasch, Definities..., p. 329


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 731542: van Leuven (de Lovanii, van Loyenaken) Henricus was donatusvan Maastricht. Op 2 augustus 1521 deed hij professie. Hij werd kokin Maastricht van 1521 tot 1526, in Namen in 1526, in Lannoy in1527 en 1528, in Goes van 1529 tot 1532, in Keulen in 1532 en 1533en in Hoorn van 1534 tot aan zijn dood. Henricus Van Hasselt sprakvan Henricus van Leuten als kok in Maastricht in 1513 en vanHenricus van Loyenaken in 1521. Op het generaal kapittel van 1542werd hij bij de overledenen vermeld.1542: Westholt Johannes was donatus van Keulen. Op het generaalkapittel van 1542 werd hij bij de overledenen vermeld.3361544: Gladbach Johannes was clericus van Keulen. Op het generaalkapittel van 1544 werd hij bij de overledenen vermeld.3371544: Gravie Laurencius was clericus van Keulen. Op het generaalkapittel van 1544 werd hij bij de overledenen vermeld.3381544: Juliachi Petrus was clericus van Keulen. In zijn laatste levensjaarwas hij prior van Ehrenstein. Op het generaal kapittel van 1544 werdhij bij de overledenen vermeld.3391546: Doessborch (Dusborch, Duesborck, Dousberch) Theodorus wasclericus van Keulen. In 1532 werd hij naar Namen gezonden, in 1535naar Helenenberg en van 1545 tot 1546 naar Ehrenstein. InEhrenstein werd hij subprior en novicemeester. Op het generaal kapittel van 1546 werd hij bij de overledenen vermeld.1547: Hammonis Johannes was clericus van Keulen. Hij was er priorvan 1536 tot 1547 en werd definitor van de orde in 1536, 1538, 1540en 1542. Op het generaal kapittel van 1547 werd hij bij de overledenen vermeld.3401548: Kuck Michael was clericus van Keulen. Van 1533 tot 1548 verbleefhij in Woudrichem. In zijn laatste levensjaar was hij er prior. Ophet generaal kapittel van 1548 werd hij bij de overledenen vermeld.3411549: Grevenbroich Michael was clericus van Keulen. In 1549 was hijer procurator. Op het generaal kapittel van 1549 werd hij bij de overledenen vermeld.342336 A. Van de Pasch, Definities.337 A. Van de Pasch, Definities.338 A. Van de Pasch, Definities.339 A. Van de Pasch, Definities.340 A. Van de Pasch, Definities.341 A. Van de Pasch, Definities.342 A. Van de Pasch, Definities., p. 332, p. 337, p. 337, p. 337, pp.312, 317, 325, 330 en 343, pp. 304 en 345, p. 347


74 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1550: Radis ad Nemus Johannes was clericus van Keulen. Hij was ercantor en senior. Op het generaal kapittel van 1550 werd hij bij deoverledenen vermeld.343- 1553: Hasselt (Hassel) Lambertus was clericus van Keulen. Van 1550tot 1552 was hij prior van Ehrenstein. Op het generaal kapittel van1553 werd hij bij de overledenen vermeld.344- 1554: Heymannus was clericus van Keulen. Hij was er cellarius. Ophet generaal kapittel van 1554 werd hij bij de overledenen vermeld.345- 1554: Hermannus was clericus van Keulen. Hij was er subcellarius. Ophet generaal kapittel van 1554 werd hij bij de overledenen vermeld.346- 1554: Wesalie Johannes was clericus van Keulen. In 1531 en 1532 washij subprior in Nieuwland. In 1533 werd hij door het generaal kapittel naar Emmerich gezonden. Later keerde hij terug naar Keulen. Ophet generaal kapittel van 1554 werd hij bij de overledenen vermeld.347- 1557: Mathias was clericus van Pedernach. In 1529 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Keulen gezonden, in 1538 naar Wickrath en in1539 naar Helenenberg. Op het generaal kapittel van 1557 werd hij bijde overledenen vermeld.348- 1558: Freissen (Fryssen, Freissensis) Gerardus was clericus van Keulen.In 1529 werd hij door het generaal kapittel naar Pedernach gezondenom er het ambt van procurator waar te nemen. Was hij in 1531 priorvan Keulen? In 1531 en 1533 was hij definitor van de orde. In 1555was hij subprior van Ehrenstein. Op het generaal kapittel van 1558werd hij bij de overledenen vermeld.349- 1561: Byngh Johannes was clericus van Keulen. In zijn laatste levensjaarwas hij er procurator. Op het generaal kapittel van 1561 werd hijbij de overledenen vermeld.350- 1565: Mondorf Henricus was donatus van Keulen. Hij was er kok. Ophet generaal kapittel van 1565 werd hij bij de overledenen vermeld.351- 1565: Nuscie Johannes was clericus van Keulen. Hij was senior. Op hetgeneraal kapittel van 1565 werd hij bij de overledenen vermeld.352A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.p. 349p. 355p. 358p. 358pp. 298, 304 en 358pp. 293, 319, 322 en 365pp. 293, 298, 303, 359 en 367p. 374p. 381p. 380


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 751565: Alpen Henricus was clericus van Keulen. In zijn laatste levensjaarwas hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1565 werd hij bijde overledenen vermeld.3531565: Wesseliae (Wesselus) Wesselus was clericus van Keulen. In 1532werd hij door het generaal kapittel naar Hoei gezonden. In 1550 werdhij subprior van Helenenberg. Hij werd jubilaris en senior. In 1552werd hij, samen met Johannes Noviomagus, door de troepen van demarkgraaf van Brandenburg aan een boom opgehangen, maar gereddoor een boer. Noviomagus stierf echter. Op het generaal kapittel van1565 werd hij bij de overledenen vermeld.1568: Nussice Laurentius was donatus van Keulen. Op het generaalkapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.3541568: Stommel Everardus was clericus van Keulen. In 1559, 1562 en1565 was hij definitor van de orde. Op het generaal kapittel van 1568werd hij bij de overledenen vermeld.3551568: Novesius Johannes was donatus van Keulen. Op het generaalkapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.3561568: Graeff (a Stumpel) Adam was clericus van Keulen. Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.3571570: Franciscus was clericus van Keulen. In 1570 was hij definitorvan de orde.3581570: Gladbach Lambert us was laicus van Keulen. Hij was er portier.Op het generaal kapittel van 1570 werd hij bij de overledenen vermeld.3591570: Andernari Johannes was clericus van Keulen. Hij was diaken.Op het generaal kapittel van 1570 werd hij bij de overledenen vermeld.3601572: Johannes was donatus van Keulen. In 1572 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Beyenburg gezonden. Zowel in Keulen als inBeyenburg was hij kleermaker.1572: Stralen Laurentius was clericus van Keulen. Hij was er cellarius.Op het generaal kapittel van 1570 werd hij bij de overledenen vermeld.361A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...p. 380p. 384 DIMpp. 368, 375, 379 en 383d. p. 384p. 384p. 385p. 387p. 387p. 389


76 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1572: von Bongart (Bungart) was clericus van Keulen. Van 1546 tot1557 was hij prior van Keulen. Hij werd definitor van de orde in 1551,1553 en 1556 en visitator van de conventen in Westfalen in 1558. Van1560 tot 1570 was hij prior van Wickrath. Op het generaal kapittelvan 1572 werd hij bij de overledenen vermeld.362- 1575: Andernach Johannes was clericus van Keulen. Hij was diaken.Op het generaal kapittel van 1575 werd hij bij de overledenen vermeld.363- 1575: Mychelbent Wilhelmus was clericus van Keulen. Hij was er subprior.Hij werd senior. Op het generaal kapittel van 1575 werd hij bijde overledenen vermeld.364- 1578: Aquensis Petrus was clericus van Keulen. Van 1553 tot aan zijndood verbleef hij in Helenenberg. Op het generaal kapittel van 1578werd hij bij de overledenen vermeld.365- 1578: Bartholomeus was clericus van Keulen. Op het generaal kapittelvan 1578 werd hij bij de overledenen vermeld.366- 1583: Graviae Franciscus was clericus van Keulen. In zijn laatstelevensjaar was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1583 werd hijbij de overledenen vermeld.367- 1583: de Cortswych Gerardus was donatus van Keulen. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.368- 1583: Groeningen Paulus was clericus van Keulen. Op het generaalkapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.369- 1583: Frechen Henricus was donatus van Keulen. Op het generaalkapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.370- 1583: Asplach Warnerus was clericus van Keulen. In 1583 was hij erprocurator. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.371- 1585: Jacobus was donatus van Keulen. In zijn laatste levensjaar washij er portier. Op het generaal kapittel van 1585 werd hij bij de overledenen vermeld.372362 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 350, 354, 361, 366 en 389363 A. Van de Pasch, Definities..., p. 391364 A. Van de Pasch, Definities..., p. 391365 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 355 en 397366 A. Van de Pasch, Definities..., p. 397367 A. Van de Pasch, Definities.... p. 404368 A. Van de Pasch, Definities..., p. 407369 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406370 A. Van de Pasch, Definities..., p. 407371 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406372 A. Van de Pasch, Definities..., p. 409


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 771585: Tilmannus was clericus van Keulen. Hij was diaken. Op hetgeneraal kapittel van 1585 werd hij bij de overledenen vermeld.3731585: Swartz Caspar was clericus van Keulen. Op het generaal kapittel van 1585 werd hij bij de overledenen vermeld.3741585: Mathias was laicus van Keulen. Hij was er bierbrouwer. Op hetgeneraal kapittel van 1585 werd hij bij de overledenen vermeld.3751586: van Doesburg Johannes was clericus van Keulen. Op het generaal kapittel van 1586 werd hij bij de overledenen vermeld.3761586: Zundorp Bernardus was clericus van Keulen. In zijn laatstelevensjaar was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1585 werdhij bij de overledenen vermeld.3771594: Solinger (Sollinger, Sollingen) Johannes was clericus van Keulen.In zijn laatste levensjaar was hij er subprior. Op het generaal kapittelvan 1594 werd hij bij de overledenen vermeld.3781598: Golthenius Ambrosius was clericus van Keulen. In zijn laatstelevensjaar was hij er custos. Op het generaal kapittel van 1598 werd hijbij de overledenen vermeld.3791598: Moers Gerardus was clericus van Keulen. Op het generaal kapittel van 1598 werd hij bij de overledenen vermeld.3801598: Stommel (Stommell) Christianus was clericus van Keulen. Inzijn laatste levensjaar was hij er procurator. Op het generaal kapittelvan 1598 werd hij bij de overledenen vermeld.3811598: Aquensis Johannes was clericus van Keulen. Op het generaalkapittel van 1598 werd hij bij de overledenen vermeld.3821599: Erckelents (Erckeland, Erculaus) Johannes was clericus vanKeulen. Hij werd door het generaal kapittel verschillende keren naareen ander klooster gezonden: in 1572 naar Osterberg, in 1576 naarNamen, in 1589 naar Kolen-Kerniel en in 1599 naar Maaseik. Daaroverleed hij als senior. Op het generaal kapittel van 1600 werd hij bijde overledenen vermeld.A. Van de Pasch,A. Van de Pasch,A. Van de Pasch,A. Van de Pasch,A. Van de Pasch,A. Van de Pasch,A. Van de Pasch,A- Van de Pasch,A. Van de Pasch,A. Van de Pasch,Definities..., p. 409Definities..., p. 409Definities..., p. 409Definities..., p. 413Definities..., p. 409Nog een Handschrift met Definities..Nog een Handschrift met Definities..Nog een Handschrift met Definities..Nog een Handschrift met Definities..Nog een Handschrift met Definities..p. 96p. 96p. 96p. 96p. 96


78 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1600: Pletenberch was clericus van Keulen. In zijn laatste levensjaarwas hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1600 werd hij bij deoverledenen vermeld.383- 1600: Oliverius Lucas was clericus van Keulen. Van 1593 tot 1598 washij prior hij Beyenburg. In 1600 was hij kunstschilder in Keulen. Ophet generaal kapittel van 1600 werd hij bij de overledenen vermeld. Alskunstschilder zou Oliverius voor de jonge Rubens gezorgd hebben tijdensdiens verblijf in Keulen. Een altaarschilderij in de kruisherenkerkvan Beyenburg, Christus Kruisdood voorstellend, werd lange tijd toegeschrevenaan Rubens, maar bleek bij nader toezien van de hand vanOlverius te zijn.- 1606: Gladbach Ludovicus was clericus van Keulen. Achtereenvolgensverbleef hij in Marienfrede (1555), Glindfeld (1556-1557), Ehrenstein(1558), Keulen (1559), Hohenbusch (? - 1570) enTer Apel (1570). InEhrenstein was hij cellarius en in Ter Apel en Hohenbusch subprior. In1570 werd hij in Hohenbusch ontheven van zijn ambt. Op het generaal kapittel van 1606 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1609: Bruggensis Sibertus was clericus van Keulen. Voor 1609 was hijsubprior van Keulen. In 1609 werd hij door het generaal kapittel naarBriiggen gezonden. Hij was senior en jubilaris. Op het generaal kapittel van 1609 werd hij bij de overledenen vermeld.384- 1609: Coloniensis Wilhelmus was clericus van Keulen. Later werd hijnaar Glindfeld gezonden. Hij werd senior en jubilaris. Op het generaalkapittel van 1609 werd hij bij de overledenen vermeld.385- 1618: Looman (Loman) Theodorus was clericus van (?). Van 1600 tot1613 was hij prior in Keulen en van 1613 tot aan zijn dood in Sint-Agatha. Hij was definitor van de orde in 1606 en visitator in 1600. Hijwas jubilaris en overleed op 6 augustus 1618. Vooraleer naar Keulen teverhuizen, was hij lang conventualis van Sint-Agatha geweest. In devloer van de kerk van Sint-Agatha lag voor de brand van 1944 een kleineafgelopen grafsteen, waarop zijn naam nog goed leesbaar was. Hijwas een verstandig man met zeer veel ondervinding. Op het generaalkapittel van 1620 werd hij bij de overledenen vermeld.386383 A. Van de Pasch, Nog een Handschrifi met Definities..., p. 97384 A. Van de Pasch, Definities..., p. 432; A. Van de Pasch, Nog een Handschrifi metDefinities..., p. 99385 A. Van de Pasch, Nog een Handschrifi met Definities..., p. 99386 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 428 en 440; C.R. Hermans, Annales Canonicorumregularium StAugustini Ordinis S.Crucisy dl. 2, pp. 127 en 141, dl. 3, pp. 107, 128 en 129


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 791624: Gommersbach Johannes was clericus van Keulen. In 1624 washij er subprior en procurator. Op het generaal kapittel van 1624 werdhij bij de overledenen vermeld.3871627: Connerchem Jacobus was clericus van Keulen. In 1627 was hijer procurator. Op het generaal kapittel van 1627 werd hij bij de overledenen vermeld.3881627: Rutgerus was donatus van Keulen. Hij was er bierbrouwer. Ophet generaal kapittel van 1627 werd hij bij de overledenen vermeld.3891632: Tympis (Timpius) Bernardus was clericus van Keulen. In 1620werd hij prior in Ehrenstein. Op 09.05.1632 reisde hij naar Beyenburgom er de zieke pastoor (Godefridus Westerholt) te vervangen. Hij waspastoorvan Horhausen van 19.04.1631 tot 1637.3901634: Anthonii (van Alkmaar, Alemarianus) Johannes was clericus vanKeulen. Hij was er prior van 1618 tot 1629. Van 1629 tot 1634 washij prior van Ehrenstein. In 1620 en 1627 werd hij definitor van deorde. Op het generaal kapittel van 1634 werd hij bij de overledenenvermeld.3911636: Busaeus Johannes was clericus van Keulen. In 1616 was hij erconventualis.Van 1620 tot 1626 was hij prior van Bentlage. Van 1629tot 1636 was hij prior van Keulen. In 1634 werd hij definitor van deorde.3921648: Reiners Paulus was clericus van Venlo. Van omstreeks 1600 tot1609 was hij prior van Venlo. In 1614 was hij prior van Keulen. Van1618 tot 1621 was hij prior van Roermond. Hij werd definitor van deorde in 1609, 1614, 1620 en 1631. In 1617 werd hij prior-provinciaalvan de Duitse kloosters en in 1631 en 1637 van de Maasprovincie. Ophet generaal kapittel van 1648 werd hij bij de overledenen vermeld.393387 A. Van de Pasch, Definities..., p. 445388 A. Van de Pasch, Definities..., p. 450389 A. Van de Pasch, Definities..., p. 450390 G. van Hoorn, Kroniek in: Clairlieu, jg. 18, 1960, pp. 91-92; P. Eggers, DekanatEngersy Nauwied, 1950, pp. 47 en 50391 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 438, 447, 460 en 468; C.R. Hermans, AnnalesCanonicorum regularium StAugustini Ordinis S.Crucis, dl 1(2), p. 63, dl. Ill, p. 160; R. Haass,Die Kreuzherren in den Rheinlanden, pp. 85 en 89392 A. Van de Pasch, Definities..., p. 457; H.U. Weiss, Die Kreuzherren in Westfalen, p. 243393 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 452 en 473; L. Heere, Het Kruisherenklooster teVenlo, 16431836, pp. 340 en 342


80 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1Kruisheren in Keulen,1541-1619/8060 //40/20068■63m5wr18ABCDAchtenzestig kruisheren verbleven in Keulen tussen 1541 en(1619). Daarvan traden er drieenzestig in Keulen in, vijf kwamenvan elders. Van de ingetreden confraters werden er achttien naarandere kloosters gezonden.SchwarzenbroichIn de zestiende eeuw was het klooster Schwarzenbroich minderwelvarend. Over de invloed van het protestantisme op hetkloosterleven is niets bekend. Wei genoot het klooster een grotefaam binnen de orde. Als gevolg daarvan werd prior PeterDiippengeisser in 1583 en 1589 tot definitor gekozen. In 1624besloot het generaal kapittel om het noviciaat van de Duitse provinciete laten doorgaan in Schwarzenbroich. Weliswaar verhuisdede initiele religieuze vorming in 1630 naar Sint-Agatha, maar in1655 keerde het noviciaat naar Schwarzenbroich terug.394- 1541: Leodii Franciscus was clericus van Schwarzenbroich. Hij werdverschillende keren naar andere kloosters gezonden: Brandenburg(1532), Pedernach (1535, 1539), Ehrenstein (1537) en Dulken(1541).395m R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium OrdinisSanctae Crucis..., p. 173395 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 302, 310, 315, 322, 328 en 340


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 811541: Henricus was clericus van Schwarzenbroich. Op het generaalkapittel van 1541 werd hij bij de overledenen vermeld.3961542: Heynsberch Arnoldus was clericus van Schwarzenbroich.Omstreeks 1531 was hij er procurator en van 1536 tot 1539 prior. Ophet generaal kapittel van 1542 werd hij bij de overledenen vermeld.3971543: Hermannus was clericus van Schwarzenbroich. In 1543 werd hijdoor het generaal bestuur naar Ehrenstein gezonden.3981544: Dorst Johannes was clericus van Schwarzenbroich. Op het generaal kapittel van 1544 werd hij bij de overledenen vermeld.3991545: Philippus was donatus van Schwarzenbroich. Op het generaalkapittel van 1545 werd hij bij de overledenen vermeld.4001546: Aquis Guilielmus was clericus van Schwarzenbroich. In zijn laatstelevensjaar was hij pastoor van Mariaweiler. Op het generaal kapittel van 1546 werd hij bij de overledenen vermeld.4011547: de Mera Wilhelmus was clericus van Schwarzenbroich. Van1524 tot 1547 was hij subprior van Diilken. Op het generaal kapittelvan 1547 werd hij bij de overledenen vermeld.4021551: Alken Johannes was clericus van Kolen-Kerniel. Van 1547 tot1551 verbleef hij in Schiedam. In 1551 werd hij door het generaalkapittel naar Schwarzenbroich gezonden.4031552: Bommel Johannes was donatus van Schwarzenbroich. In 1552was hij er portier. Op het generaal kapittel van 1552 werd hij bij deoverledenen vermeld.4041553: de Prato Lambertus was clericus van Doornik. In 1551 werd hijdoor het generaal kapittel naar Schwarzenbroich gezonden. Een jaarlater keerde hij terug naar Doornik en werd er subprior. Op het generaal kapittel van 1553 werd hij bij de overledenen vermeld.1556: Summeren Johannes was clericus van Schwarzenbroich. Van1554 tot 1556 was hij subprior en novicemeester van Brandenburg.Op het generaal kapittel van 1556 werd hij bij de overledenen vermeld.405A. Van de Pasch, Definities... > p- 330A. Van de Pasch, Definities... , p. 332A. Van de Pasch, Definities... > p- 334A. Van de Pasch, Definities... > p- 337Archief Clairlieu, 042.29A. Van de Pasch, Definities... , p. 341A. Van de Pasch, Definities... > pp .280 en 343A. Van de Pasch, Definities... ' pp .343 en 351A. Van de Pasch, Definities... , p. 353A. Van de Pasch, Definities... , pp .357 en 362


82 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1556: Gladbach (Busschoff) Johannes was clericus vanSchwarzenbroich. Van 1539 tot 1556 was hij er prior. Hij werd definitorvan de orde in 1541, 1544, 1547, 1549 en 1554 en visitator in1539, 1540, 1545, 1546 en 1548. Op het generaal kapittel van 1557werd hij bij de overledenen vermeld.406- 1557: Severinus was clericus van Schwarzenbroich. Op het generaalkapittel van 1557 werd hij bij de overledenen vermeld.407- 1558: Tongris Johannes was clericus van Hoei. In 1523 werd hij doorhet generaal kapittel naar Hohenbusch gezonden. Een jaar later verhuisdehij naar Schwarzenbroich. Hoe lang hij daar verbleef, weten weniet. Op het generaal kapittel van 1558 werd hij bij de overledenenvermeld.- 1560: Leyndt Walterus was clericus van Schwarzenbroich. Op hetgeneraal kapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.408- 1563: Durweiss Matthias was clericus van Schwarzenbroich. In zijnlaatste levensjaar was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1565werd hij bij de overledenen vermeld.409- 1568: Kelissa Petrus was clericus van Schwarzenbroich. In zijn laatstelevensjaar was hij pastoor van Mariaweiler. Op het generaal kapittelvan 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.410- 1568: Maris Jacobus was clericus van Schwarzenbroich. Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.411- 1568: de Duren Godefridus was clericus van Schwarzenbroich. In1528 werd hij door het generaal kapittel voor een jaar naarHohenbusch gezonden. In 1529 keerde hij naar Schwarzenbroichterug. In 1530 werd hij naar Aken gezonden. Wanneer hij naarSchwarzenbroich terugkeerde, weten we niet. Op het generaal kapittelvan 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1568: Stralen Henricus was clericus van Hohenbusch. In 1528 werdhij naar Schwarzenbroich gezonden. Een jaar later keerde hij naarHohenbusch terug. In 1530 en 1531 verbleef hij in Duisburg en waser predikant en terminarius. In 1533 en 1534 was hij subprior inNieuwland. Van 1542 tot 1544 was hij subprior in Schiedam. In 1544A. Van de Pasch, Definities... >PP . 327, 336, 342, 346, 356 en 364A. Van de Pasch, Definities... , p. 364A. Van de Pasch, Definities... , p. 372A. Van de Pasch, Definities... , p. 380A. Van de Pasch, Definities... , p. 383A. Van de Pasch, Definities... 384, p.


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 83werd hij naar Wickrath gezonden en in 1545 naar Diisseldorf. Van1546 tot aan zijn dood woonde hij in het klooster van Hohenbusch.Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.1572: von Rees Johannes was clericus van Emmerich. In 1572 was hijer subprior. In dat jaar werd hij door het generaal kapittel tot subpriorvan Schwarzenbroich benoemd.4121572: Balen Johannes was clericus van Pedernach. Hij was er prior van1535 tot 1553 en opnieuw in 1572. In 1553 werd hij aangesteld totsubprior van Schwarzenbroich. Hoelang hij dit ambt bekleedde, wetenwe niet. Hij was jubilaris. Op het generaal kapittel van 1572 werd hijbij de overledenen vermeld.4131572: Werdenus Leonardus was donatus van Schwarzenbroich. Hijwas er kok. Op het generaal kapittel van 1572 werd hij bij de overledenen vermeld.4141575: Marcus was donatus van Schwarzenbroich. Hij was er portier.Op het generaal kapittel van 1575 werd hij bij de overledenen vermeld.4151583: Weda Godscalcus was clericus van Schwarzenbroich. In zijnlaatste levensjaar was hij pastoor van Mariaweiler. Op het generaalkapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.4161586: Vorst (Voirst, Forstus) Henricus was clericus vanSchwarzenbroich. In 1563 werd hij door het generaal kapittel naar TerApel gezonden. In 1586 werd hij aangesteld tot prior van Maastricht.4171600: von Hergenrath Kaspar was clericus van Schwarzenbroich.Omstreeks 1600 was hij er cellarius.4181600: Ludovikus Joannes was clericus van Schwarzenbroich.Omstreeks 1600 was hij er sacrista.4191600: Consen Nicolaus was donatus van Schwarzenbroich. Op hetgeneraal kapittel van 1600 werd hij bij de overledenen vermeld.420412 A. Van de Pasch, Definities..., p. 388; C.R. Hermans, Annales Canonicorum regular^um StAugustini Ordinis S.Cruris, dl. 3, p. 8413 A. Van de Pasch, Definities..., p. 389414 A. Van de Pasch, Definities..., p. 389415 A. Van de Pasch, Definities..., p. 391416 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406417 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 378 en 412418 L. Heere, Sprokkelingen uit Merodes Archieven. in: Clairlieu, jg.3O, 1972, p. 74419 L. Heere, Sprokkelingen uit Merodes Archieven. in: Clairlieu, jg.30, 1972, p. 74420 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 97


84 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1603: Mertens (Merkensis) Christianus was clericus vanSchwarzenbroich. Hij was er prior van ca. 1563 tot 1583. Hij werdjubilaris. Op het generaal kapittel van 1603 werd hij bij de overledenenvermeld.421- 1603: Merodiensis Dominicus was donatus van Schwarzenbroich. Ophet generaal kapittel van 1603 werd hij bij de overledenen vermeld.422- 1617: Batenburg Johannes was laicus van Schwarzenbroich in 1617.m- 1620: Diippengeisser (Diippengiesser) Petrus was clericus vanSchwarzenbroich. Van 1583 tot minstens 1606 was hij er prior. Hijwerd definitor van de orde in 1583, 1589, 1591, 1594 en 1606. Ophet generaal kapittel van 1620 werd hij bij de overledenen vermeld.424- 1622: Indensis (van Munster op de Inde) Quirinus was clericus vanSchwarzenbroich. Kort na 1600 was hij procurator vanSchwarzenbroich.Hij was prior van Ehrenstein van 1598 tot 1600 envan Schwarzenbroich van 1617 tot 16 november 1622. Op het generaal kapittel van 1624 werd hij bij de overledenen vermeld.425- 1624: Grutzenitz Reinerus was clericus van Schwarzenbroich. In 1624was hij pastoor van Mariaweiler. Op het generaal kapittel van 1624werd hij bij de overledenen vermeld.426- 1624: Boesweilert (Boesebeil) Jacobus was clericus van Schwarzenbroich. Op het generaal kapittel van 1624 werd hij bij de overledenenvermeld.427- 1624: Frentz Richardus was clericus van Schwarzenbroich. Hij waspastoor van Mariaweiler. Op het generaal kapittel van 1624 werd hijbij de overledenen vermeld.428- 1627: Franck Franciscus Thomas was clericus van Schwarzenbroich.Hij schreef: "Origo monasterii vallis S. Matthiae Ordinis S. Crucis et defundatione eiusdem D. Wernero Barone Meroedensipientissimo". Keulen,1627.429421 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 97422 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 97423 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 91424 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 398, 417, 420, 423, 428 en 441425 A. Van de Pasch, Definities..., p. 445426 A. Van de Pasch, Definities.... p. 445427 A. Van de Pasch, Definities..., p. 445428 A. Van de Pasch, Definities..., p. 445429 C.R. Hermans, Annales Canonicorum regularium St.Augustini Ordinis S. Crucis, dl. 1,pp. 69-70


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 85- 1634: Fabricius Matthaeus was clericus van Schwarzenbroich. Van1618 tot 1622 werd hij prior van Osterberg. Van 1622 tot 1637 washij prior van Schwarzenbroich. In 1634 verbleef hij in Luik en werdex-prior genoemd. In 1618 was hij prior-provinciaal van de Duitsekloosters.430Kruisheren in Schwarzenbroich,1541 -1619604020nu401H348 66ABCDVeertig kruisheren verbleven in Schwarzenbroich tussen 1541 en(1619). Daarvan waren er vierendertig in Schwarzenbroich ingetreden,zes kwamen van elders. Zes van de ingetredenenen werdennaar andere kloosters gezonden.AkenIn de vijftiende en zestiende eeuw genoten de Akense kruisherenblijkbaar zo'n hoge achting van de bevolking, dat zij met veelschenkingen en stichtingen werden begiftigd. Veel hinder ondervondenzij niet van het protestantisme. Tijdens de pestepidemievan 1622 richtten de kruisheren de broederschap van Sint-Sebastiaan op, die door de paus werd goedgekeurd, en met aflatenwerd overladen. Ook bestond in de kloosterkerk de broederschapvan de H.Familie.431430 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 456 en 461; H.U. Weiss, Die Kreuzherren inWestfalen, p. 231431 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCruets..., p. 42


86 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1541: Aldenhoven Aegidius was clericus van Briiggen. In 1541 werdhij aangesteld tot subprior van Aken.432- 1541: Johannes was donatus van Aken. Hij was er kok. Op het generaalkapittel van 1542 werd hij bij de overledenen vermeld.433- 1542: Alsdarf (Adsdorff, Alstorpp) Wilhelmus was clericus van Aken.In 1540 en 1541 verbleef hij in Emmerich. In 1542 keerde hij terugnaar Aken.434- 1544: Gabriel was clericus van Aken. Op het generaal kapittel van1544 werd hij bij de overledenen vermeld.435- 1546: Radebach Gerardus was clericus van Aken. In 1546 werd hijdoor het generaal kapittel naar Ehrenstein gezonden om er als subpriorop te treden.436- 1547: Gerbant (Gerbaar, Gaerbroder, Gantzberder) Johannes was clericus van Osterberg. In 1501 werd hij naar Aken gezonden.437- 1549: Raedt Gerhardus was clericus van Aken. In 1541 werd hij doorhet generaal kapittel naar Diisseldorf gezonden. In 1549 keerde hijterug naar Aken.438- 1550: Zittart Franciscus was clericus van Aken. Voor 1547 was hij erprior. Hij was rector van de Agneten in Peer, van 1547 tot 1550. Ophet generaal kapittel van 1550 werd hij bij de overledenen vermeld.439- 1551: Gerhardus was clericus van Aken. Op het generaal kapittel van1551 werd hij bij de overledenen vermeld.440- 1551: Hassell Petrus was clericus van (?). In 1550 werd hij door hetgeneraal kapittel voor een jaar naar Aken gezonden.441- 1553: Gladbach Rutgerus was clericus van Ehrenstein. In 1546 werdhij door het generaal kapittel naar Aken gezonden. In 1548 keerde hijnaar Ehrenstein terug. Van 1548 tot 1553 verbleef hij in Franeker. In1553 werd hij naar Helenenberg gezonden, waar hij werkte als predikant.442432 A. Van de Pasch, Definities..433 A. Van de Pasch, Definities..434 A. Van de Pasch, Definities..435 A. Van de Pasch, Definities..436 A. Van de Pasch, Definities..437 A. Van de Pasch, Definities..438 A. Van de Pasch, Definities..■*5


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 871554: Martini Johannes was clericus van Luik. In 1550 werd hij doorhet generaal kapittel naar Aken gezonden en in 1551 naarHelenenberg. Van 1552 tot 1554 was hij subprior en novicemeester inFraneker. Op het generaal kapittel van 1554 werd hij bij de overledenenvermeld.1556: Turck Petrus was clericus van Aken. Op het generaal kapittel van1556 werd hij bij de overledenen vermeld.4431559: von Limburg (de Lymborch) Nicolaus was clericus vanBrandenburg. In 1532 werd hij door het generaal kapittel naarPedernach gezonden om er het ambt van prior te aanvaarden. In 1541werd hij naar Aken gezonden. Later, we weten niet wanneer, werd hijprior van Brandenburg en bleef dit ambt bekleden tot aan zijn dood.4441565: Petrus was donatus van Aken. Hij was er kok. Op het generaalkapittel van 1565 werd hij bij de overledenen vermeld.4451568: Joannes was clericus van Aken. In 1568 keerde hij uit een nietnader genoemd klooster terug naar Aken.4461568: de Duren Godefridus was clericus van Schwarzenbroich. In1528 werd hij door het generaal kapittel voor een jaar naarHohenbusch gezonden. In 1529 keerde hij naar Schwarzenbroichterug. In 1530 werd hij naar Aken gezonden. Wanneer hij naarSchwarzenbroich terugkeerde, weten we niet. Op het generaal kapittelvan 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.1572: Tongris Henricus was clericus van Hoei. In 1525 werd hij voorpenitentie naar Maaseik gezond en beroofd van stemrecht. Een jaarlater verhuisde hij voor twee jaren naar Nieuwland. In 1530 verbleefhij in Aken. Later verbleef hij in Luik, waar hij als senior overleed. Ophet generaal kapittel van 1572 werd hij bij de overledenen vermeld.1575: Sibertus was clericus van Aken. Hij was diaken. Op het generaalkapittel van 1575 werd hij bij de overledenen vermeld.4471579: a Vervia Laurentius was clericus van Aken. Hij was er prior van1555 tot 1579. Hij werd definitor van de orde in 1555, 1557, 1568 en1572. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenenvermeld.448443 A. Van de Pasch, Definities..444 A. Van de Pasch, Definities..445 A. Van de Pasch, Definities..446 A. Van de Pasch, Definities..447 A. Van de Pasch, Definities..p. 362pp. 301, 328 en 369p. 381p. 383p. 391448 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 359, 368, 382, 387 en 405; C.R. Hermans, Annul*Canonicorum regularium St.Augustini Ordinis S.Crucis, dl. II, p. 157


88 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1580: Rompt Dyonisius was clericus van Aken. Omtrent 1580 was hijer prior.449- 1580: Forst Johann was clericus van Aken. Omtrent 1580 was hij erprior.450- 1583: von Straelen Gerardus was clericus van Aken. In 1579 was hij erprior, in 1583 subprior. Hij werd senior.451- 1583: Bocholt Henricus was donatus van Aken. Op het generaal kapittelvan 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.452- 1583: Arnoldus was clericus van Aken. In zijn laatste levensjaar was hijer procurator. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.453- 1617: Petrus was clericus van Aken. Op het generaal kapittel van 1620werd hij bij de overledenen vermeld.454- 1624: Loen (von Hun) Nikolaas was clericus van Aken. Omstreeks1624 was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1624 werd hij bijde overledenen vermeld.455- 1627: Beluen Johannes was clericus van Aken. Op het generaal kapittel van 1627 werd hij bij de overledenen vermeld.456- 1635: Carnot Samuel was clericus van Maastricht. Op 16 September1601 deed hij professie. Hij was conventualis van Maastricht van 1601tot 1608 en van 28 januari 1615 tot 1635, van Briiggen van 05 december1608 tot 03 juli 1610, van Aken van 03 juli 1610 tot 1612 en vanKolen-Kerniel van 1612 tot 1615. Van 1606 tot 1609 was hij procurator van Maastricht. Hij was pastoor in Oud-Valkenburg in 1620 enin Sint-Maartensvoeren in 1635.457449 C.R. Hermans, Annales Canonicorum regularium St.Augustini Ordinis S.Crucis, dl. II,p. 157450 C.R. Hermans, Annales Canonicorum regularium St.Augustini Ordinis S.Crucis, dl. II,p. 157451 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 406 en 409452 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406453 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406454 A. Van de Pasch, Definities..., p. 441455 A. Van de Pasch, Definities..., p. 445456 A. Van de Pasch, Definities..., p. 450457 A. Van de Pasch, Definities..., p. 434; H.P. Van Hasselt, Geschiedenis van het kbosterder Kruisheren te Maastricht, p. 54


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 89Kruisheren in Aken,1541 -1619604020nU2921■-IA■-BC8D5Negenentwintig kruisheren verbleven in Aken tussen 1541 en(1619). Eenentwintig daarvan traden in Aken in, acht kwamenvan elders. Van de ingetredenen werden er vijf naar anderekloosters gezonden.AsperenIn 1517 werd Asperen aangevallen door huurtroepen van dehertog van Gelre. Meer dan 250 inwoners van de stad werden vermoord.Het Sint-Annaconvent van de dominicanessen werd voilediguitgemoord. De hele stad werd in brand gestoken. In dat jaarstierven vijf kruisheren, waaronder twee broeders, die zeker vermoordwerden.458 Tussen 1560 en 1578 - het vermoedelijke jaarvan de verbanning van de kruisheren uit Asperen - werd hetkloosterleven onmogelijk gemaakt doordat de stad over en weer inhanden viel van de opstandelingen en de Spanjaarden.Al hadden de kruisheren hun klooster in Asperen verlaten, deorde gaf de hoop op een terugkeer niet op. In 1630 en 1631 rekendende kapittels het voormalige klooster tot de dan opgerichteMaasprovincie, ook al leefde er toen geen enkele kruisheer meer inAsperen.458 R. Janssen, De Orde van het Heilig Kruis in de vijjiiende eeuw. Deel 1: Het herstel vande observantie in de kloosters die v66r 1410 werden gesticht, pp. 165-166


90 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541 -1619 - DEEL 1- 1541: Brugis Antonius was clericus van Nieuwland. In 1541 werd hijdoor het generaal kapittel naar Asperen gezonden. Hij werd er gei'ncorporeerd.459- 1541: Buren Cornelius was clericus van Asperen. Op het generaalkapittel van 1541 werd hij bij de overledenen vermeld.460- 1542: Geldenhouwer (Noviomagus) Gerardus was clericus vanAsperen. Hij werd in 1482 geboren als zoon van Gerrit Geldenhouweren Richilde de Beijer. Zijn vader was kamerheer bij de hertogen vanGelre. Zijn moeder stamde uit een voorname Nijmeegse familie.Middelbaar onderwijs genoot hij in de school van de Broeders van hetGemene Leven in Deventer. Hij trad rond 1500 in in Asperen. Ditklooster stond toen, omwille van zijn inwendige tucht, zeer goed aangeschrevenbij de Broeders van het Gemene Leven. Na zijn professiewerd hij naar het studiehuis in Leuven gezonden. Hij was student inLeuven van 1502 tot 1510 en werd baccalaureus formatus. Van 1510tot 1512 verbleef hij in Goes en van 1512 tot 1514 in Nieuwland. Hijcorrespondeerde met Erasmus. Aanvankelijk verdedigde hij nadrukkelijkhet humanistisch ideaal: een combinatie van wetenschap en deugddoor de studie van de H. Schrift en de Vaders, waardoor zowel dewetenschap als de deugd gediend zouden worden. Daarom viel hijscherp uit tegen de formalistische theologie, de misbruiken in kloostersen bij priesters, in Kerk en Staat. Vanaf 1514 leidde hij een rusteloosleven als sacerdosjacellanus van Philips van Bourgondie, admiraal vande Vlaamse vloot en in 1517 bisschop van Utrecht. Het leven buitende kloostermuren veranderde stilaan in een reizend, weelderig en losbandigleven. Bovendien kwam hij geleidelijk aan onder invloed testaan van vrienden die 'evangelisch' gezind waren. In 1526 ging hijover naar het protestantisme en huwde in Worms. Hij kreeg een zoonen leed jarenlang bittere armoede. In 1528 verwierf hij het burgerrechtin Straatsburg en kreeg er een betrekking als leraar. In 1531 aanvaarddehij een betrekking als leraar aan het gymnasium van Augsburg. Inoktober 1532 werd hij professor in geschiedenis aan de universiteit vanMarburg. Hij overleed op 10 januari 1542 aan de pest.46149) A. Van de Pasch, Definities..., p. 328460 A. Van de Pasch, Definities..., p. 329461 A. Van de Pasch, Definities..., p 250; A. Ramaekers, De Kruisheren en de LeuvenseUniversiteit. in: Clairlieu, jg.40, 1982, pp. 71-111


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 911543: Kempis Godefridus was clericus van Emmerich. In 1537 werdhij door het generaal kapittel naar Asperen gezonden. Later verhuisdehij naar Franaker. Op het generaal kapittel van 1542 kreeg hij deopdracht in Franeker te blijven. In 1543 werd hij naar Hoorn gezonden wegens gravis culpa.4621544: Bommel Joannes was clericus van Asperen. In 1543 en 1544verbleef hij in Franeker.4631547: Oesterwyck Nicolaus was clericus van Asperen. Op het generaalkapittel van 1547 werd hij bij de overledenen vermeld.4641549: Wilhelmus was donatus van Asperen. In 1536 werd hij naarBrandenburg gezonden. Op het generaal kapittel van 1549 werd hij bijde overledenen vermeld.4651554: Hagis (Hays) Nicolaus was clericus van Sneek. Hij werd priestergewijd in 1515. In 1525 werd hij door het generaal kapittel naarAsperen gezonden. In 1527 en 1528 verbleef hij in Bentlage, van 1529tot 1535 in Schiedam, in 1535 en 1536 in Goes en in 1537 in Hoorn.Of hij daarna terugkeerde naar Sneek weten we niet. Op het generaalkapittel van 1554 werd hij bij de overledenen vermeld.4661554: Herentals Henricus was clericus van Asperen. In 1508 werd hijpriester gewijd. In 1526 was hij er subprior. In dat jaar werd hij doorhet generaal kapittel naar Sneek gezonden. Wanneer hij terugkeerdenaar Asperen weten we niet. Op het generaal kapittel van 1554 werdhij bij de overledenen vermeld.4671557: Wernerus was clericus van Asperen. In 1538 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Hoorn gezonden. In zijn laatste levensjaar washij prior van Woudrichem. Op het generaal kapittel van 1557 werd hijbij de overledenen vermeld.4681562: Mylen (Myll) Joannes was clericus van Asperen. In 1561 werdhij door het generaal kapittel naar Hoorn gezonden en een jaar laternaar Franeker.469462 A. Van de Pasch, Definities.463 A. Van de Pasch, Definities.464 A. Van de Pasch, Definities.465 A. Van de Pasch, Definities.466 A. Van de Pasch, Definities.357A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.pp. 316, 331 en 334pp. 334 en 336p. 343pp.311 en 347pp. 283, 288, 291, 293, 295, 298, 302, 310, 315 enpp. 285 en 358pp. 319 en 364pp. 374 en 376


92 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1562: Goerkum Johannes was clericus van Asperen. Hij was senior enjubilaris. Op het generaal kapittel van 1562 werd hij bij de overledenenvermeld.470- 1563: Cornelius was donatus van Schiedam. In 1561 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Asperen gezonden. Zowel in Schiedam als inAsperen was hij kok. Op het generaal kapittel van 1563 werd hij bij deoverledenen vermeld.471- 1563: Dickenbeek Henricus was clericus van Asperen. In 1563 werdhij door het generaal kapittel naar Lannoy gezonden.472- 1563: Joannes was clericus van Asperen. Hij was er prior van 1558 tot1563. Hij werd definitor van de orde in 1558, 1560, 1562 en 1563.Op het generaal kapittel van 1563 werd hij bij de overledenen vermeld.473- 1567: Meerhout Paschasius was clericus van Asperen. Omstreeks 1567was hij er prior.474- 1568: Martinus was clericus van Marienfrede. In 1568 werd hij doorhet generaal kapittel naar Asperen gezonden.475- 1568: Brandenburgensis Hermannus was clericus van Brandenburg. In1562 werd hij door het generaal kapittel naar Asperen gezonden. Van1563 tot 1568 verbleef hij in Schiedam. Daarna keerde hij terug naarBrandenburg.476- 1568: Jacobi Cornelis was donatus van Schiedam. Hij was er kok. Van1561 tot 1568 werkte hij als kok in Asperen. Op het generaal kapittelvan 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.477- 1568: Merling Hermannus was clericus van Asperen. Hij werd calvinistischpredikant. De baron in Asperen dwong de prior om Merlingte huisvesten, te kleden en in de kerk te laten preken. Later werd hijpredikant in Ridderkerk en Nieuwkerk.478- 1570: Arssen Tneodericus was clericus van Asperen. Hij was er procurator van ca. 1567 tot 1570. Op het generaal kapittel van 1570 werdhij bij de overledenen vermeld.479A. Van de Pasch, Definities..., p. 376A. Van de Pasch, Definities..., pp. 374 en 379A. Van de Pasch, Definities..., pp. 374 en 378473 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 366, 370, 375 en 378474 OR. Hermans, Annales Canonicorum regularium St.Augustini Ordinis S. Crucis, dl. II,183475 A. Van de Pasch, Definities..., p. 383A. Van de Pasch, Definities..., pp. 376, 378 en 383A. Van de Pasch, Definities..., pp. 374 en 384G. Scheerder, Het oude moederklooster van Asperen. in: Cruciferanay nr. 3, 1935, p. 19479 A. Van de Pasch, Definities..., p. 386; C.R. Hermans, Annales Canonicorum regularium StAugustini Ordinis S.Crucis, dl. II, p. 183 en dl. Ill, pp. 64-65 en 68


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 931572: Wamme Francois was clericus van Lannoy. In 1562 was hij ersubprior. In dat jaar werd hij door het generaal kapittel naar Asperengezonden, in 1563 naar Diilken en in 1568 naar Parijs. Op het generaal kapittel van 1572 werd hij bij de overledenen vermeld.4801575: Cornelius was clericus van Woudrichem. Hij was er subdiaken.In 1565 werd hij naar Asperen gezonden. Op het generaal kapittel van1575 werd hij bij de overledenen vermeld.4811575: Egidius was clericus van Asperen. In zijn laatste levensjaar washij er subprior. Op het generaal kapittel van 1575 werd hij bij de overledenen vermeld.4821581: Aertszoon Claes was clericus van Asperen. Na de verbanning vande kruisheren uit het klooster van Asperen omstreeks 1578 ontving hijvan de Staten van Gelderland een levensonderhoud. Hij onderhieldgeen contact meer met de orde.4831598: Reckelinchuysen (Asperensis) Petrus was clericus van Asperen.Na de verbanning van de kruisheren uit het klooster van Asperen vondhij een onderkomen in het kruisherenklooster van Marienfrede. InAsperen was hij in 1569 subprior, in Marienfrede werd hij van 1579tot 1598 prior. Op het generaal kapittel van 1600 werd hij bij de overledenen vermeld.4841599: Valckenburg Nicolaus was clericus van Asperen. Van 1572 tot1580 was hij prior van Franeker. Hij was een van de laatste kruisherenvan Asperen. In 1580 werd hij in Franeker door de protestanten verbannen.Enige tijd verbleef hij in Groningen. In 1593 woonde hij inhet norbertinessenklooster te Heiligerlee. In 1599 overleed hij in hetklooster van Bentlage.485480 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 376, 378, 383 en 389481 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 380 en 391482 A. Van de Pasch, Definities..., p. 391483 L. Heere, De Kruisheren van Asperen. in: Kruistriomf, jg. 36, 1956, p. 73484 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 96; C.R. Hermans, AnnalesCanonicorum regularium St.Augustini Ordinis S.Crucis, dl. II, p. 183485 A. Telting, Het Kruisbroedersklooster te Franeker. in: De Vrije Fries, jg.9, 1862, pp. 116,119, 121-124 en 127; C.R. Hermans, Annales Canonicorum regularium StAugustini OrdinisS.Crucis,dllll,p.64


94 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1Kruisheren in Asperen,1541-16196040200281A18mBiC10D9Achtentwintig kruisheren verbleven in Asperen tussen 1541 en(1619). Daarvan traden er achttien in Asperen in, tien kwamenvan elders. Negen van de achttien ingetredenen werden naar anderekloosters gezonden en drie anderen verlieten de orde.Sint-AgathaIn 1437 woonden vermoedelijk al een twintigtal religieuzen inhet kruisbroedersklooster van Sint-Agatha. Dit aantal werd af entoe door besmettelijke ziekten sterk uitgedund, zoals in 1500 en1508. Toch groeide het aantal gestadig. Omstreeks 1570 leefdeneen veertigtal kloosterlingen in deze priorij. Binnen twee eeuwengroeide het klooster uit tot een van de grootste van de orde.Verschillende kruisbroeders van Sint-Agatha werden prior gekozenin andere kloosters en heel wat conventuales werden uitgezondenom de tucht in andere kloosters te herstellen.Tussen 1560 en 1566 werden de procurator en drie religieuzenvan Sint-Agatha naar Zaltbommel gedeporteerd. Omstreeks 1575werden weeral enkele religieuzen naar Zaltbommel gevoerd. Delosprijs die het klooster moest betalen, bleef onbekend. Hetklooster Sint-Agatha lag gevaarlijk tussen de legers van deSpanjaarden en de Staatsen. Daarom vroegen de kruisheren aanprins Willem van Oranje, die sinds 1559 heer was van het Landvan Cuijk, een beschermingsbrief. Zowel in 1566 als in 1575 ontvingenze hulp: het klooster mocht het wapenschild vanjie grins


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 95boven zijn poort en op zijn pachthoeven plaatsen. Ondanks dezesauvegardes ontkwam het klooster niet aan plundering en verwoesting.In 1579 gaf de burgemeester van Grave, Pierlings,opdracht om een groot gedeelte van de kloosterbibliotheek naarLeiden te brengen om daar de nieuwe bibliotheek aan te vullen.Camillo Zachimi, de Spaans gouverneur, begon het klooster af tebreken en gebruikte het sloopmateriaal om het Huis Middelaar uitte breiden en te versterken. De kruisheren vluchtten in 1582 naarde Kleppenburg in Oeffelt, dat tot het hertogdom Kleef behoorde,en later naar Gennep. Prior Otto von Doisborch vond onderdak inhet klooster van Emmerich. De subprior, de procurator en enkeleanderen bleven in Gennep om het klooster en de landerijen in hetoog te houden. Op 17 September 1584 berichtten zij dat alle altarenin de kloosterkerk verniemd waren en dat de kerk zelf dienstdeed als stal voor koeien, paarden en varkens.De opvolger van Otto von Doisburch was Cornelius van Oye.Hij was in Sint-Agatha ingetreden en prior geworden in Hoorn,tot de kruisheren er in 1572 werden verdreven. Van 1577 tot 1586was hij prior van Ter Apel en biechtvader in een adellijk vrouwenstiftin Groningen. Als banneling begon hij zijn derde prioraat inGennep met de overgebleven conventuales van Sint-Agatha, waarvanze aan de andere kant van de Maas de mine konden zien. Op2 november 1588 verkreeg hij van de prior-generaal, GeorgiusConstantini, de toelating om het convent van Sint-Agatha te verplaatsennaar Nijmegen of Grave. In 1595 brandde het stadjeGennep volledig af en verloren de kruisheren heel wat bezittingen.In de tussentijd hadden zij een refugiehuis in Grave gekocht dathun tot onderkomen kon dienen. Maar toen Maurits van Nassauin 1602 deze Maasstad veroverde, volgde een nieuwe vlucht die dekruisheren van Sint-Agatha tot in Duitsland bracht. Tijdens hetTwaalfjarig Bestand (1609-1621) restaureerden de kruisheren hunklooster Sint-Agatha. Na het herstel van hun kloosterkerk in 1612schonk prins Maurits de kruisheren in het grote venster achter hethoogaltaar een glasraam, waarop de prins knielend werd voorgesteld,met gevouwen handen voor de openliggende bijbel.486486 R. Janssen, Het klooster Sint Agatha speelde een grote rol in de geschiedenis van de Ordevan het Heilig Kruis. St. Agatha, Stichting Sint Aegten, 2006, pp. 12-14; A. Van de Pasch,Prior Henricus Walteri Verheijen 1584-1647. in: Clairlieu, jg. 32, 1974, pp. 3-13


96 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1541: Honzeler Gerardus was conversus van Sint-Agatha. Hij was erkok. Op het generaal kapittel van 1542 werd hij bij de overledenenvermeld.487- 1542: Dymen Johannes was clericus van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1543 werd hij bij de overledenen vermeld.488- 1543: Engelen Johannes was clericus van Sint-Agatha. Hij werd inNijmegen geboren. Op het generaal kapittel van 1543 werd hij bij deoverledenen vermeld.489- 1543: Wachtendonck Arnoldus was clericus van Sint-Agatha. Op hetgeneraal kapittel van 1543 werd hij bij de overledenen vermeld.490- 1543: van Venlo Godefridus was donatus van Sint-Agatha. Hij wasbierbrouwer in 1543.491- 1543: Arnoldus was donatus van Sint-Agatha. Op het generaal kapittel van 1543 werd hij bij de overledenen vermeld.492- 1544: Godefridus was clericus van Sint-Agatha. Op het generaal kapittel van 1544 werd hij bij de overledenen vermeld.493- 1547: de Tiela Henricus was clericus van Sint-Agatha in 1547.494- 1548: Topijn de Valentinis Johannes was donatus van Sint-Agatha. Ophet generaal kapittel van 1549 werd hij bij de overledenen vermeld.495- 1549: Plaetmaker (Platmeker, Plattenmeker) Henricus was clericus vanSint-Agatha. In 1510 werd hij naar Sneek gezonden en in 1512 naarHoorn. Hij was jubilaris. Op het generaal kapittel van 1550 werd hijbij de overledenen vermeld.496- 1550: Nijdeggen Walramus was clericus van Sint-Agatha. Op het generaal kapittel van 1551 werd hij bij de overledenen vermeld.4971550: de Merksel Petrus was donatus van Sint-Agatha in 1550.4981551: Mowick Wolterus was clericus van Sint-Agatha. Hij werd ersenior.49917 A. Van de Pasch, Definities..., p. 33218 A. Van de Pasch, Definities..., p. 33519 A. Van de Pasch, Definities..., p. 335m A. Van de Pasch, Definities..., p. 335" Arch. St. Agatha, Necrologium St. Agatha12 A. Van de Pasch, Definities..., p. 33513 A. Van de Pasch, Definities.... p. 337)A Arch. St. Agatha, Necrologium St. Agatha'5 A. Van de Pasch, Definities..., p. 347)6 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 249, 255 en 349)7 A. Van de Pasch, Definities..., p. 351198 A. Van de Pasch, Definities..., p. 349199 Arch. St. Agatha, Necrologium St. Agatha800 A. Van de Pasch, Definities..., p. 358


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 971553: Veler Segerus was clericus van Sint-Agatha. In 1553 was hij ersubprior. Op het generaal kapittel van 1554 werd hij bij de overledenenvermeld.5001553: de Monte Lambertus was donatus van Sint-Agatha. Op hetgeneraal kapittel van 1553 werd hij bij de overledenen vermeld.5011554: Penninck Jacobus was donatus van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1554 werd hij bij de overledenen vermeld.5021556: Oert Joannes was donatus van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1557 werd hij bij de overledenen vermeld.5031556: Poelman Godefriodus was clericus van Sint-Agatha. Op hetgeneraal kapittel van 1556 werd hij bij de overledenen vermeld.5041557: van den Broek (Broick, Broeck, Broyck, Paludanus) Rudolphuswas clericus van Sint-Agatha. Hij was student in Leuven en werd baccalaureusformatus in de theologie tussen 1510 en 1518. In 1518 werdhij aangesteld tot professor in de theologie in Sint-Agatha. Hij wasprior van Sint-Agatha van 1540 tot ca. 1556 en definitor van de ordein 1541, 1544, 1546, 1550, 1552, 1554 en 1556. Hij werd visitator in1541 voor de kloosters in Brabant, Zeeland en Holland, in 1542 voorBentlage, Ter Apel en Osterberg, in 1544 voor de kloosters in Hollanden Friesland. Ook in 1546, 1554, 1555 en 1557 was hij visitator. Ophet generaal kapittel van 1558 werd hij bij de overledenen vermeld. Hijschreef: "Memoriale sive rerum memorabilium Annotatio ConventusSanctae Agathae". Dit Memoriale gaat van 1540 tot 1636 en werd uitgegevenin de reeks Cruciferana door G. Van Hoorn. Amersfoort,1962, nr. 21, 28 p.5051558: de Embrica Everardus was donatus van Sint-Agatha. Hij was erkleermaker. Op het generaal kapittel van 1558 werd hij bij de overledenen vermeld.5061559: Baldt Johannes was donatus van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1559 werd hij bij de overledenen vermeld.507501 A. Van de Pasch, Definities..., p. 356502 A. Van de Pasch, Definities..., p. 358503 A. Van de Pasch, Definities..., p. 365504 A. Van de Pasch, Definities..., p. 362w A. Van de Pasch, Definities..., pp. 327, 330, 333, 336, 340, 348, 352, 356, 360, 361,365 en 367; A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense Universiteit. in: Clairlieu, jg.40,1982, pp. 117-121506 A. Van de Pasch, Definities..., p. 368507 A. Van de Pasch, Definities..., p. 370


98 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1559: Thomas was clericus van Kolen-Kerniel. In 1559 werd hij doorhet generaal kapittel naar Sint-Agatha gezonden.508- 1559: Bergen Johannes was donatus van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1559 werd hij bij de overledenen vermeld.509- 1559: Eyseren Johannes was donatus van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1559 werd hij bij de overledenen vermeld.510- 1561: Pennynck Petrus was donatus van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1561 werd hij bij de overledenen vermeld.511- 1561: Pijnappel Godefridus was clericus van Sint-Agatha. Ergens voor1561 was hij prior van Woudrichem geweest. Op het generaal kapittelvan 1562 werd hij bij de overledenen vermeld.512- 1562: Mathhias was clericus van Sint-Agatha. In 1562 werd hij doorhet generaal kapittel naar Briiggen gezonden.513- 1562: Carolus Cruchten was clericus van Bruggen. In 1562 werd hijdoor het generaal kapittel naar Sint-Agatha gezonden.514- 1565: a Neuenkirchen Petrus was donatus van Sint-Agatha. Op hetgeneraal kapittel van 1565 werd hij bij de overledenen vermeld.515- 1568: Novimagensis Cornelius was clericus van Sint-Agatha. Een tijdlarigwas hij prior in Schiedam. We weten niet wanneer. Van 1551 tot1568 was hij prior van Emmerich. Hij werd definitor van de orde in1553, 1557, 1560enl563.516- 1568: Haenen van Linden (Lynden, Lyndanus) Johannes was clericusvan Sint-Agatha van 1518 tot 1568. Omstreeks 1540 was hij scriptorillustrator.Hij werd jubilaris. Was Johannes Haenen van Lindendezelfde persoon als Joannes Lyndanus die in 1580 bij de overledenenwerd vermeld? Dan was hij senior en jubilaris. Hij was de broer vanJacobus Haenen van Linden.517- 1569: Helmontanus Lambertus was clericus van Sint-Agatha. Op hetgeneraal kapittel van 1570 werd hij bij de overledenen vermeld.518508 A. Van de Pasch, Definities.509 A. Van de Pasch, Definities.10 A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.2 A. Van de Pasch, Definities.3 A. Van de Pasch, Definities.14 A. Van de Pasch, Definities.15 A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.Necrobgium St. Agathap. 369p. 370; Arch. St. Agatha, Necrologium St. Agathap. 370p. 374p. 376p. 376p. 376p. 381., pp.354, 363, 370, 377 en 383; Arch. St Agatha,517 L. Heere, 600 Jaar Sint-Agatha. Cuyk, 1971, p. 4 ; A. Van de Pasch, Definities...,p. 386518 A. Van de Pasch, Definities..., p. 387


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 991575: Moyck Petrus was clericus van Sint-Agatha. In 1595 werd hijdoor het generaal kapittel naar Scharmer gezonden en benoemd totpredikant.5191576: Neomagus Gerardus was donatus van Sint-Agatha. Hij overleedaan de pest.5201578: Cuijck (Lucanus) Matthias was clericus van Sint-Agatha. Hijwas er procurator tot 1578. Hij verdronk in Grave. Op het generaalkapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.5211579: Graviensis Theodorus was donatus van Sint-Agatha tot 1579.Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.5221580: Haenen van Linden (Lyndanus, Lynden) Jacobus was clericusvan Sint-Agatha. Van 1550 tot 1553 studeerde hij aan de Leuvenseuniversiteit. Van 1553 tot 1560 was hij subprior van Sint-Agatha envan 1560 tot 1579 prior van Marienfrede. In 1565 was hij definitorvan de orde. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld. Het klooster Marienfrede was tijdens zijn prioraateen bolwerk tegen het protestantisme. Door zijn contrareformatorischeopleiding in Leuven was hij in staat om krachtig op te treden tegen hetcalvinisme, onder meer door zielzorg in Loikum.5231583: Haryts (Lyndanus) Wenmarus was clericus van Sint-Agatha. In1559 was hij subprior van Kolen-Kerniel. Na 1559 werd hij biechtvadervan de Agneten in Peer. Op het generaal kapittel van 1583 werdhij bij de overledenen vermeld.5241583: Gerardus was clericus van Sint-Agatha. Op het generaal kapittelvan 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.5251583: Vig Theodorus was clericus van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.526S19 A. Van de Pasch, Definities..., p. 390; P. Van den Bosch, De Priorij Sint Helena teScharmer 1489-1596, p. 29"° Arch. St. Agatha, Necrobgium St. Agatha521 Arch. St. Agatha, Necrobgium St. Agatha; A. Van de Pasch, Definities..., p. 406522 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406523 A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense Universiteit. in: Clairlieu, jg.4l, 1983, pp.44-46; Arch. St. Agatha, Necrobgium St. Agatha; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 379 en4055" A. Van de Pasch, Definities..., pp. 369 en 406; J. Stinissen, Geschiedenis vanAgnetendal. Het tertiarissenklooster van Peer 1437-1798, p. 67525 A. Van de Pasch, Definities..., p. 407526 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406


100 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1585: Ambrosius was laicus van Sint-Agatha. Op het generaal kapittelvan 1585 werd hij bij de overledenen vermeld.527- 1585: Haeps Petrus was clericus van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1585 werd hij bij de overledenen vermeld.528- 1585: Kampen (a Campis Neomagensis) Arnoldus was clericus vanSint-Agatha. In februari 1566 was hij student aan de universiteit vanLeuven. Op het generaal kapittel van 1586 werd hij bij de overledenenvermeld. Hij stierf op 7 december 1585.529- 1585: Maiden Johannes was laicus van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1585 werd hij bij de overledenen vermeld.530- 1585: Haren Petrus was donatus van Sint-Agatha. In 1585 was hij ermagister agriculturae. Op het generaal kapittel van 1585 werd hij bij deoverledenen vermeld.531- 1586: van Venlo Mattheus was donatus van Sint-Agatha. Hij werdbegraven in Gennep.532- 1586: Broickum Theodericus was donatus van Sint-Agatha. Hij overleedin Gennep.533- 1586: Haeps Arnoldus was clericus van Sint-Agatha. Hij overleed inSint-Agatha.534- 1586: Cuick Johannes was clericus van Sint-Agatha. In 1586 was hij ersubprior. Hij overleed in Gennep.535- 1586: Goch Johannes was donatus van Sint-Agatha. Hij overleed inSint-Agatha en werd begraven in Gennep.536- 1586: Horst Wilhelmus was donatus van Sint-Agatha. In 1562 werdhij door het generaal kapittel benoemd voor Osterberg en in 1563 voorMarienfrede.537- 1586: Puiffelick Jacobus was clericus van Sint-Agatha. In 1586 was hijer procurator. Hij was senior. Hij stierf aan de pest en werd in Gennepbegraven.538w A. Van de Pasch, Definities..., p. 409528 A. Van de Pasch, Definities..., p. 409529 A. Ramaekers, De Kruisheren en de Leuvense Universiteit. in: Clairlieu, jg.4l, 1983,pp. 64-65; Arch. St. Agatha, Necrologium St. Agatha; A. Van de Pasch, Definities..., p. 413"" A. Van de Pasch, Definities..., p. 409A. Van de Pasch, Definities..., p. 409Arch. St. Agatha, Necrologium St. AgathaArch. St. Agatha, Necrologium St. Agatha534 Arch. St. Agatha, Necrologium St. Agatha535 Arch. St. Agatha, Necrologium St. AgathaArch. St. Agatha, Necrologium St. AgathaA. Van de Pasch, Definities..., pp. 376 en 378Arch. St. Agatha, Necrologium St. Agatha


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 1011587: Hummel Everardus was donatus van Sint-Agatha. In 1587 werdhij door het generaal kapittel naar Emmerich gezonden. Daar zou hijook overlijden.5391590: van Doesborch (van Duisburg, von Doisburch) Otto was clericus van Duisburg. Van 1558 tot 1582 was hij prior van Sint-Agatha.In 1582 ging hij op de vlucht voor de Spanjaarden in 1580 en overleedals jubilaris in het klooster van Emmerich op 2 februari 1590. Hij werder in het koor van de kloosterkerk begraven.5401595: Dirvant Wilhelmus was clericus van Sint-Agatha. In 1595, hetjaar van zijn overlijden, was hij er procurator.5411597: van Oeffelt Gerardus was clericus van Beyenburg. In 1576 deedhij dienst bij de norbertinessen in Heiligerlee. In 1576 kreeg hij vanhet generaal kapittel de opdracht om uit een niet nader genoemdklooster terug te keren naar Beyenburg. In 1596 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Sint-Agatha gezonden.1598: Loen (Loenen, van Loon) Theodericus was clericus van Sint-Agatha. Van 1576 tot 1598 was hij prior van Emmerich. In 1576 washij definitor van de orde. Op het generaal kapittel van 1600 werd hijbij de overledenen vermeld.5421599: Venradensis (Aeleffs, Adelphaeus, Adolphus, Aldophaei)Johannes was clericus van Sint-Agatha. Vanuit Sint-Agatha werd hijdoor het generaal kapittel naar Venlo gezonden. Wanneer weten weniet. Van 1588 tot 1599 was hij prior van Wickrath en in 1590 definitor van de orde. Op het generaal kapittel van 1600 werd hij bij deoverledenen vermeld.5431600: de Sepperen Thomas was clericus van Sint-Agatha. Op 17 September 1553 deed hij professie. In 1559 en 1560 verbleef hij in Hoornen een jaar later in Den Bosch. Op het generaal kapittel van 1600 werdhij bij de overledenen vermeld.544539 Arch. St. Agatha, Necrologium St. Agatha540 J. Stinissen, Geschiedenis van Agnetendai Het tertiarissenklooster van Peer 1437-1798,pp. 66-67; C.R. Hermans, Annales Canonicorum reqularium StAugustini Ordinis S Crucis,dl.2,p. 127541 A. Van de Pasch, Prior Henricus Walteri Verheijen 1584-164, p. 5542 Arch. St. Agatha, Necrologium St. Agatha; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift metDefinities..., p. 96; A. Van de Pasch, Definities..., p. 392543 Arch. St. Agatha, Necrologium St. Agatha; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift metDefinities..., p. 96; C.R. Hermans, Annales Canonicorum regularium StAugustini OrdinisS.Crucisy dl.l(2), p. 69; dl. II, p. 132; H.P. Van Hasselt, Geschiedenis van het klooster derKruisheren te Wickrath. in: Geschiedkundige Bladen, jg.2, 1906, afl.l, p. 19544 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 97; A. Van de Pasch,Definities..., pp. 369 en 371


102 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1602: Raimeker (Venlo) Johannes was donatus van Sint-Agatha. Ophet generaal kapittel van 1606 werd hij bij de overledenen vermeld.543- 1603: Heinsberg van (Hynsberch, Haynsberch) Wilhelmus was clericusvan^Sint^atRa. Op 9 oktober 1551 deed nfj professie. Hij wasstudent aan de universiteit van Leuven van 8 September 1560 tot in1568 en behaalde het licentiaat in de theologie. Van 1568 tot 1575 washij prior van Emmerich en in 1575 definitor van de orde. In 1575werd hij tot prior-generaal gekozen. Van de paus verkreeg hij de faculteitom kerken enBoosters, die door ketters werden ontwijd, te reconcilieren;ook bekwam hij de faculteit om een voile aflaat te verdienenop Kruisvinding en Kruisverheffing in Hoei. Als generaal was hij zeerstreng. Hij verstond blijkbaar de kunst om iemand de mantel uit tevegen. Hij gebruikte geen algemene aansporingen, maar concrete taal.Hij wilde streng optreden tegen misbruiken die de onrust van de tijden de geloofscrisis meebracht. Hij was niet geliefd bij zijn medebroeders.Na klachten van het convent van Hoei in 1586 bij de apostolischenuntius werd Heinsberg gedwongen af te treden. Datzelfde jaarnog vertrok hij naar Diisseldorf. Tijdens zijn generalaat, dat elf jaarduurde, kwam het generaal kapittel slechts vier keer bijeen. Bijzondereaandacht ging dan naar het college in Leuven en naar de hervormingvan het brevier. Aan Robert Wyart, prior van Parijs en doctor van deSorbonne, werd de zorg voor de brevierhervorming toevertrouwd.Wyart Hep echter over naar de hugenoten. Een nieuwe bewerking vanhet brevier werd daarna uitgesteld. In 1583 werd het overnemen vanhet hervormde brevier van de dominicanen op het generaal kapittelaanbevolen. Wilhelmus van Heinsberg overleed als rector van dezusters van Jeruzalem in Venray op 9 februari 1603.- 1605: ab Oy (van Oye, van Nimwegen) Cornelis (Cornelius) was clericusvan Sint-Agatha. In 1562 was hij er subprior. Van 1562 tot 1572was hij prior van Hoorn en van 1576 tot 1587 prior van Ter Apel.Vervolgens werd hij prior van Sint-Agatha van 1588 tot 1605. In 1572opende Hoorn de poorten van de stad voor de troepen van Willem vanOranje en werd het klooster opgeheven. Van Oye werd aangesteld totprior van Ter Apel. Al vrij snel na zijn aanstelling in Ter Apel waren erproblemen met de kloostertucht. Van Oye stierf als prior van Sint-Agatha in ballingschap in Gennep.546545 Arch. St. Agatha, Necrologium St. Agatha; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift metDefinities..., p. 98546 A. Zwart, Het Sint-Pietersdal of het Kruisherenklooster te Hoorn. in: Clairlieu, jg.5O,1992, pp. 146-147; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 98; A. Van dePasch, Prior Henricus Walteri Verheijen 1584-164\ p. 6


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 1031613: van Bocholt Theodorus was clericus van Sint-Agatha. Hij maakte,als prior, een eerste begin met de wederopbouw van het kloosterSint-Agatha. Hij overleed op jeugdige leeftijd, op 23 mei 1613.5471618: Hjias (Haes, Hass, Hasius) Herman was clericus van Sint-Agatha, werd prior van Briiggen en iiTl596 in Diisseldorf, waar hij bijde hertog van Julich, Cleve en Berch een zeer gewenste predikant was.Als prior van Briiggen was hij definitor in 1589. Door Constantini opzijn sterfbed aanbevolen werd hij op 9 juli 1602 tot prior-generaalgekozen. Hoewel hij geen Frans sprak, was hij graag in Hoei. Depauselijke legaat Antonius Albergate kwam in Clairlieu op bezoek enprees de kruisheren gelukkig met zo'n nederige generale overste. Hijschonk Haas een zilveren ciborie. In 1612 vroeg Haas aan de verschillendehuizen een contributie voor de studenten in Leuven. Op 15maart 1616 moest hij het kruisherencollege van Leuven verkopen aande Franciscanen, omdat de opbrengst van de stichting van PhilipNicolai de Hondt niet meer volstond voor het onderhoud van drie studerendepriesters en een broeder, zoals de testamentaire beschikkingluidde. Haas overleed op 9 december 1618. Onder zijn bestuur werdom de drie jaar een generaal kapittel gehouden.1618: Looman (Loman) Theodorus was clericus van (?). Van 1600 tot1613 was hij prior in Keulen en van 1613 tot aan zijn dood in Sint-Agatha. Hij was definitor van de orde in 1606 en visitator in 1600. Hijwerd jubilaris en overleed op 6 augustus 1618. Vooraleer naar Keulente verhuizen, was hij lang conventualis van Sint-Agatha geweest. In devloer van de kerk van Sint-Agatha lag voor de brand van 1944 een kleineafgelopen grafsteen, waarop zijn naam nog goed leesbaar was. Hijwas een verstandig man met zeer veel ondervinding. Op het generaalkapittel van 1620 werd hij bij de overledenen vermeld.1627: Henrici Judocus was clericus van Sint-Agatha. Omstreeks 1627was hij er procurator. Op het generaal kapittel van 1627 werd hij bijde overledenen vermeld.5481647: Verheijen Henricus Waltherus was clericus van Sint-Agatha. Op21 januari 1601 deed hij professie. Van 1601 tot 1612 verbleef hij inSint-Agatha. Van 1612 tot 1624 was hij prior van Roermond en van1624 tot 1648 van Sint-Agatha. Hij werd definitor van de orde in1612, 1614, 1617, 1624, 1631 en 1639. Hij werd prior-provinciaalvan de Rijnprovincie van 1631 tot 1634 en van de Maasprovincie in547 A. Van de Pasch, Prior Henricus Walteri Verheijen 1584-164, p. 13548 A. Van de Pasch, Definities..., p. 450


104 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 11639, 1644 en 1648. Hij was visitator van Den Bosch (1623), Keulen(1624), Marienfrede (1624 en 1631), Bentlage (1631), Dusseldorf(1631) en Wickrath (1635). Van 15 maart 1638 tot 3 januari 1639 washij pastoor van Gennep. In 1630 opende hij in Sint-Agatha eenLatijnse school. In 1631 kreeg hij de opdracht de oude gebruiken enceremonies van de orde na te gaan en op schrift te stellen. Van de uitvoeringvan deze opdracht is slechts het begin te vinden - en daar ishet bij gebleven - in het archief van Sint-Agatha. Op het generaalkapittel van 1648 werd hij bij de overledenen vermeld.549] iruisheren in Sint-Agatha, 1541-161980/6257604020//■■^1 5150ABCDTweeenzestig kxuisheren verbleven in het convent Sint-Agatha tussen1541 en (1619). Daarvan traden er zevenenvijftig in Sint-Agatha in, vijf kwamen van elders. Van de ingetredenen werden ervijftien naar andere kloosters gezonden.VenloTot 1559 behoorde Venlo tot het bisdom Luik. Nadien werd hetbij het nieuwe bisdom Roermond ingedeeld. In de zestiende eeuwvervielen de Venlose kxuisheren in hun koorgebed in de droeve549 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 432, 436, 442, 452, 462, 464, 467 en 473; C. vanDal, De Regel van Sint Augustinus in de geschiedenis van de Reguliere Kanunniken van de Ordevan hetH. Kruis, pp. 18-22; C. Van Dal, Sint-Agatha. in: ClairHeu, jg. 37, 1979, pp. 128-130;A. Van de Pasch, Prior Henricus Walteri Verheijen 1584-1647, passim.


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 105mineurtoon van de late middeleeuwers, voor wie lijden en doodalles was wat hun zielen vulde en voor wie smart het liefste onderwerpwas. In de kruisherenkerk werd de Moeder van Smarten vereerd.De onrustige eeuw van 1540 tot 1640 deed het geestelijk levenvan de kruisheren geen goed. Er waren jaren, dat in hun gebeeldstormdekerk de koordienst stil viel en dat zelfs het zingen van degetijden binnen het klooster onmogelijk werd gemaakt. Tijdens deBeeldenstorm geroofde ex-voto's werden vervangen door nieuwevan goud, zilver en edelstenen in de vorm van harten en hoofden.De sfeer in het kruisherenklooster van Venlo was enigszins contemplatief,maar nu kwam er toch ook ruimte voor enige zielzorg:men schonk meer aandacht aan prediking.De invloed van het kruisbroedersklooster van Venlo is grootgeweest, zowel bij de hervorming van 1410 als bij die van deContrareformatie. Voor het generaal kapittel van 1410 nam Janvan Merode van Venlo, gesteund door zijn broer in Luik en velemedebroeders, een verstrekkend initiatief. Zij wisten prior-generaalJean van Avins tot aftreden te bewegen, zodat de baan vrijkwamvoor de hervorming in hoofd en leden. Libertus Janssen vanBommel, oud-prior van Venlo en prior van Sint-Agatha, werd totprior-generaal gekozen. De invloed van het klooster van Venlo bijde renovatie van de orde in de geest van het Concilie van Trente,valt af te lezen uit de geschriften van twee van zijn leden, waarinde wil tot herbronning in het oog springt. We bedoelen Rutger vanNijmegen en Godefridus van Lit. Aan Godefridus van Lit schenkenwe in deze aflevering van Clairlieu slechts even aandacht,omdat zijn sterfdatum buiten de bestudeerde periode valt. In 1614volgde hij Paulus Reniers op als prior en bekleedde dit ambt totaan zijn dood in 1642. In 1581 en rond 1600 werd hij als procurator vermeld. Na 1606 ging hij in Leuven studeren, werd eengevierd predikant en werd van 1614 tot 1642 prior van Venlo,waar hij rond 1619 een Latijnse school oprichtte. In 1627 werd hijtot definitor gekozen. Vooral in de Maasprovincie speelde hij eenbelangrijke rol, eerst als 'discretus' (1630-1632) en later als vicaris-


106 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1generaal (1634). Als prior van Venlo schreef Van Lit in 1632 eencommentaar op de constituties van de kruisheren, Lucerna splendens.In Venlo vielen de protestanten in 1577 de kruisherenkerkbinnen, vernielden er de banken en beelden en roofden kerkelijkesieraden. Twee jaar later plunderden Duitse soldaten de kerkopnieuw. In 1586 werd ze tot paardenstal voor het soldatenvolkbestemd, maar nog datzelfde jaar heroverden de Spanjaarden Venloen kregen de kruisheren him gebouwen terug.550- 1541: van Diilken Petrus was clericus van Venlo. Van 1501 tot 1522was hij er procurator. Van 1523 tot 1541 was hij prior van Maaseik.551- 1541: Schonhovie Johannes was clericus van Sneek. Rond 1500 werdhij door het generaal kapittel naar Venlo gezonden. Een jaar later kreeghij de opdracht er te blijven. In 1502 werd hij cter verbetering' naarSneek gezonden. In 1510 verbleef hij in Hoorn. Hij nam toen ontslagals subprior. Van 1510 tot 1541 werd hij naar Sneek gezonden. In zijnlaatste levensjaar was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1541werd hij bij de overledenen vermeld. Hij werd jubilaris.552- 1543: Wanckum (Wanen) Arnoldus was clericus van Venlo. In 1539werd hij door het generaal kapittel naar Dulken gezonden om er subpriorte worden. Op het generaal kapittel van 1543 werd hij bij deoverledenen vermeld.553- 1543: Straelen Petrus was clericus van Venlo. In 1543 was hij er subprior.Op het generaal kapittel van 1543 werd hij bij de overledenenvermeld.554- 1543: Hinsberch Johannes was clericus van Venlo. Hij was er (kort?)voor 1543 subprior. Op het generaal kapittel van 1543 werd hij bij deoverledenen vermeld.555- 1544: Jacobus was donatus van Venlo. Op het generaal kapittel van1544 werd hij bij de overledenen vermeld.556550 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCrucis..., pp. 194-195551 L. Heere, De Kruisheren te Maaseik, 1476-1797, 1855-1955, p. 66; L. Heere, HetKruisherenklooster te Venlo, 16431836, p. 337552 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 221, 226, 250 en 329553 A. Van de Pasch, Definities.554 A. Van de Pasch, Definities.m A. Van de Pasch, Definities.556 A. Van de Pasch, Definities.pp. 322 en 335, p. 335, p. 335, p. 337


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 1071545: Michels Martinus was clericus van Venlo. In 1510 voerde hij eenproces tegen zijn prior in Venlo, dat hij won. In 1512 werd hij aldaarontheven van net subprioraat. Hij bleef in Venlo tot 1522 en werd dandoor het generaal kapittel naar Helenenberg gezonden. In 1526 werdhij aangesteld tot subprior van Woudrichem. In 1527 keerde hij naarVenlo terug. In 1545 was hij subprior in Wickrath. Op het generaalkapittel van 1545 werd hij bij de overledenen vermeld.5571546: Tymerman Johannes was clericus van Venlo. In zijn laatstelevensjaar was hij er procurator. Op het generaal kapittel van 1546werd hij bij de overledenen vermeld.5581549: van Venlo Tilmannus was clericus van Hohenbusch. Omstreeks1549 was hij er prior. Misschien verbleef hij vanaf einde 1549 eenkorte tijd in Venlo. Op het generaal kapittel van 1550 werd hij bij deoverledenen vermeld.1550: Jacobus was donatus van Venlo. Hij was er portier. Op het generaal kapittel van 1550 werd hij bij de overledenen vermeld.5591554: Johannes was clericus van Venlo. Op het generaal kapittel van1554 werd hij bij de overledenen vermeld.5601554: Gerardus was clericus van Venlo. In 1554 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Goes gezonden. Hij was er actief als predikant.56'1554: Henricus was donatus van Venlo. Hij was er kok. Op het generaal kapittel van 1554 werd hij bij de overledenen vermeld.5621556: Alardus was clericus van Venlo. Op het generaal kapittel van1556 werd hij bij de overledenen vermeld.5631556: Laurentius was donatus van Venlo. Op het generaal kapittel van1556 werd hij bij de overledenen vermeld.5641558: Ducker (Duker) Henricus was clericus van Venlo. In 1534 washij subprior van Dtilken. Op het generaal kapittel van 1558 werd hijbij de overledenen vermeld.565A. Van de Pasch, Definities... , pp. 254, 275, 277, 285, 288 en 339; E. Lichter, 500Jahre Helenenberg- Hospital- Kreuzherrenkloster- Eduardstifi, p. 41; L. Heere, HetKruisherenklooster te Venlo, 16431836, p. 33855KS5r)560561562563564565A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...A. Van de Pasch, Definities...p. 341p. 349p. 358p. 357p. 358p. 362p. 363pp. 307 en 367


108 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1558: Smits Antonius was clericus van Venlo. Hij was prior van Venlovan 1539 tot 1555 en definitor van de orde in 1542, 1544, 1546,1548, 1550 en 1552. Op het generaal kapittel van 1558 werd hij bijde overledenen vermeld.566- 1558: Kluys Johannes was clericus van Venlo. Op het generaal kapittelvan 1558 werd hij bij de overledenen vermeld.567- 1559: Johannes was donatus van Venlo. Op het generaal kapittel van1559 werd hij bij de overledenen vermeld.568- 1565: Alexander was clericus van Venlo. In 1565 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Wickrath gezonden.569- 1568: van Lith Godefridus was clericus van Venlo. In 1568 was hij ercellarius. Hij werd senior. Op het generaal kapittel van 1568 werd hijbij de overledenen vermeld. Op het generaal kapittel van 1570 werd hijopnieuw bij de overledenen vermeld.570- 1569: Ronden Sigerus was clericus van Venlo. Hij was er prior van1557 tot 1565. Op het generaal kapittel van 1569 werd hij bij de overledenen vermeld.571- 1570: Rehn Volquinus was clericus van Venlo. In zijn laatste levensjaarwas hij er prior. Op het generaal kapittel van 1570 werd hij bij de overledenen vermeld.572- 1570: Velden Gisbertus was clericus van Venlo. In zijn laatste levensjaar was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1570 werd hij bijde overledenen vermeld.573- 1574: Gruithuysen Arno was clericus van Venlo. Hij trad in Venlo invoor 1539. Op het generaal kapittel van 1574 werd hij bij de overledenen vermeld.574566 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 331, 336, 340, 344, 348, 352 en 367567 A. Van de Pasch, Definities..., p. 367568 A. Van de Pasch, Definities..., p. 369569 A. Van de Pasch, Definities..., p. 380570 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 384 en 386; L. Heere, Het Kruisherenklooster teVenlo, 1643-1836, p. 339; J. Verzijl, Kroniek. in: Clairlieu, jg. 18, 1960, pp. 97-98571 A. Van de Pasch, Definities..., p. 386; L. Heere, Het Kruisherenklooster te Venlo, 1643-1836, p. 338572 A. Van de Pasch, Definities..., p. 386; L. Heere, Het Kruisherenklooster te Venlo, 1643-1836, p. 339573 A. Van de Pasch, Definities..., p. 387; L. Heere, Het Kruisherenklooster te Venlo, 164-1836, p. 339574 A. Van de Pasch, Definities..., p. 391; L. Heere, Het Kruisherenklooster te Venlo, 1643-1836, p. 338


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 1091575: van Nijmegen Rutger was clericus van Venlo. Voor 1566 was hijer subprior. Door de godsdienstige en politieke troebelen verkoos hijin 1566 om Venlo te verlaten. Hij ging in ballingschap naar Hoei.Daar schreef hij rond 1575 zijn "Monitd, waarin hij een bijzonderehoogachting uitsprak voor de Regel van Augustinus. Dit werkje wasduidelijk gericht op het herstel, c.q. het behoud van het religieuzeleven. Het ademde de geest van de Contrareformatie. Van Nijmegenstreefde naar hernieuwing van de beste tradities van de orde, in het bijzonderde herleving van de Regel van Augustinus, met de nadruk opde persoonlijke armoede, de communio en het vita apostolica, beoefendook in het koorgebed.1581: van Bonn Alexanders was clericus van Venlo. Hij was eromstreeks 1581 prior en nam toen ontslag wegens zijn hoge leeftijd.5751583: Johannes was donatus van Venlo. Op het generaal kapittel van1583 werd hij bij de overledenen vermeld.5761583: Neomagensis Nicolaus was clericus van Venlo. Op het generaalkapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.5771583: Godefridus was clericus van Venlo. Op het generaal kapittel van1583 werd hij bij de overledenen vermeld.5781588: Kyspenning Hendrik was clericus van Venlo. Na zijn professietrad hij uit en werd later kanunnik van Xanten.5791599: Venradensis (Aeleffs, Adelphaeus, Adolphus, Aldophaei)Johannes was clericus van Sint-Agatha. Vanuit Sint-Agatha werd hijdoor het generaal kapittel naar Venlo gezonden. Wanneer weten weniet. Van 1588 tot 1599 was hij prior van Wickrath en in 1590 definitorvan de orde. Op het generaal kapittel van 1600 werd hij bij de overledenen vermeld.1603: van Wamel Rutger was clericus van Venlo. Van 1590 tot 1602was hij prior van Bruggen. Op het generaal kapittel van 1603 werd hijbij de overledenen vermeld.5801604: van Cranenburg Paulus was clericus van Venlo. Omstreeks 1604verzocht hij aan de nuntius te Brussel om te mogen overgaan naar eenstrengere orde.581575 L. Heere, Het Kruisherenklooster te Venlo, 16431836, p. 340576 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406577 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406278 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406579 L. Heere, Het Kruisherenklooster te Venlo, 1643-1836, p. 339580 L. Heere, Het Kruisherenklooster te Venlo, 1643-1836, p. 340; A. Van de Pasch, Nog eenHandschrift met Definities..., p. 97581 L. Heere, Het Kruisherenklooster te Venlo, 16431836, p. 341


110 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1606: Gerardus was donatus van Venlo. In 1606 was hij er kok. Op hetgeneraal kapittel van 1606 werd hij bij de overledenen vermeld.582- 1606: Nicolaus was donatus van Venlo. Op het generaal kapittel van1606 werd hij bij de overledenen vermeld.583- 1606: Haeps Engelbertus was clericus van Venlo. G. Van Lit rekenthem tot de beroemde mannen van het Venlose kruisherenklooster, diewegens de vervolging der ketters als balling in Maaseik verbleef. In1579 vluchtte hij inderdaad naar Maaseik. Hij werd er prior in 1580en bleef in functie tot 20 mei 1583. In Venlo werd hij procurator in1603 en bleef dit ambt bekleden tot aan zijn dood. Op het generaalkapittel van 1606 werd hij bij de overledenen vermeld.584- 1608: van Darff (a Dart) Mathias was clericus van Venlo. Van ca. 1581tot ca. 1608. In 1581 was hij procurator. Omstreeks 1584 werd hijprior en bleef dit ambt bekleden tot aan zijn dood. In 1590 werd hijtot definitor van de orde gekozen. Op het generaal kapittel van 1609werd hij bij de overledenen vermeld.585- 1609: Vogelsanck Johannes was clericus van Venlo. In 1609 was hij ercellarius. Op het generaal kapittel van 1609 werd hij bij de overledenen vermeld.586- 1642: Van Lit Godefridus was clericus van Venlo. In 1580 deed hijprofessie. In 1614 volgde hij Paul us Reniers op als prior en bekleeddedit ambt tot aan zijn dood in 1642. In 1581 en rond 1600 werd hij alsprocurator vermeld. Na 1606 ging hij in Leuven studeren, werd eengevierd predikant en werd van 1614 tot 1642 prior van Venlo, waar hijrond 1619 een Latijnse school oprichtte. In 1627 werd hij tot definitor gekozen. Vooral in de Maasprovincie speelde hij een belangrijkerol, eerst als 'discretus' (1630-1632) en later als vicaris-generaal (1634).Als prior van Venlo schreef Van Lit in 1632 een commentaar op deconstituties van de kruisheren, Lucerna splendens. Op het generaalkapittel van 1644 werd hij bij de overledenen vermeld.587582 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 98583 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 98584 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 403 en 430; C.R. Hermans, Annales Canonicorumregularium StAugustini Ordinis S.Crucis, dl. Ill, p. 87; L. Heere, Het Kruisherenklooster teVenlo, 1643-1836, p. 340; L. Heere, De Kruisheren te Maaseik, 1476-1797, 1855-1955, p. 67;A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 98585 A. Van de Pasch, Definities..., p. 419; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift metDefinities..., p. 98; L. Heere, Het Kruisherenklooster te Venlo, 16431836, p. 340586 A. Van de Pasch, Definities..., p. 432; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift metDefinities..., p. 99587 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 435, 447, 459 en 468; L. Heere, Het Kruisherenklooster te Venlo, 16431836, p. 339


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 1111644: de Amezaga (de Amehaze) Johannes Andreas was clericus vanVenlo. Hij was er procurator van 1618 tot 1644 en subprior van 1632tot 1639/1644. Van 1629 tot 1639 was hij prefect van de Latijnseschool van Venlo. Op het generaal kapittel van 1644 werd hij bij deoverledenen vermeld.5881648: Reiners Paulus was clericus van Venlo. Van omstreeks 1600 tot1609 was hij prior van Venlo. In 1614 was hij prior van Keulen. Van1618 tot 1621 was hij prior van Roermond. Hij werd definitor van deorde in 1609, 1614, 1620 en 1631. In 1617 werd hij prior-provinciaalvan de Duitse kloosters en in 1631 en 1637 van de Maasprovincie. Ophet generaal kapittel van 1648 werd hij bij de overledenen vermeld.806040200/Kruisheren in Venlo,4138MAAB0C1541 -31619D10Eenenveertig kruisheren verbleven in Venlo in de jaren 1541 tot(1619). Daarvan traden er achtendertig in Venlo in, drie kwamenvan elders. Van de ingetredenen werden er tien naar anderekloosters gezonden.ParijsIn 1518 rebelleerden de Franse kruisheren tegen de centralisatiepogingenvan de prior- generaal. De prior van het Parijse klooster,Michel Mulot, was de leider van het verzet. Door het concordaatvan 1516 had de koning van Frankrijk een beslissende stem in hetA. Van de Pasch, Definities..., p. 469; L.H., Johan Amezaga. in: Clairlieu, jg. 22, 1964,p. 148


112 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1bestuur van de Katholieke Kerk in Frankrijk. Het was zijn verlangenom ook meer invloed uit te oefenen op de kloosterorden.Tussen 1518 en 1530 voerde Mulot (samen met enkele andereprioren) een verbeten strijd om het visitatierecht van de priorgeneraalte beperken. De relaties tussen Hoei en Parijs (leesFrankrijk) waren daarna nooit meer zoals voorheen. De Fransekruisheren vormden nu een (bijna autonome) provincie binnen deOrde van het H. Kruis.589- 1545: Clerici Mattheus was clericus van Parijs. In 1501 werd hij doorhet generaal kapittel naar Chauny gezonden. In 1502 keerde hij terugnaar Parijs. Op het generaal kapittel van 1545 werd hij bij de overledenenvermeld.590- 1546: Ochgama Adam was clericus van Parijs. Op het generaal kapittel van 1546 werd hij bij de overledenen vermeld. Hij was senior.591- 1547: Bernardt Michael was clericus van Parijs. Op het generaal kapittel van 1547 werd hij bij de overledenen vermeld.592- 1551: Wilhelmus was donatus van Parijs. Op het generaal kapittel van1551 werd hij bij de overledenen vermeld.593- 1551: Philippus was clericus van Parijs. Op het generaal kapittel van1551 werd hij bij de overledenen vermeld.594- 1555: Columbe Thomas was clericus van Parijs. Hij werd prior vanParijs. De precieze datering ontbreekt. In 1539 was hij visitator van LeVerger. Een jaar later werd hij prior-provincialis van de Franse kloosters.Van 1541 tot 1548 was hij visitator van de Franse kloosters. Op hetgeneraal kapittel van 1555 werd hij bij de overledenen vermeld.595- 1556: Julian us was clericus van Parijs. Op het generaal kapittel van1556 werd hij bij de overledenen vermeld.596- 1557: Schouter Paul was clericus van Parijs. Op het generaal kapittelvan 1557 werd hij bij de overledenen vermeld.597w R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCrucis...y p. 155590 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 221, 226 en 339591 A. Van de Pasch, Definities..., p. 341592 A. Van de Pasch, Definities..., p. 343593 A. Van de Pasch, Definities..., p. 351vw A. Van de Pasch, Definities..., p. 351595 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 324, 325, 330, 333, 335, 337, 339, 342, 344, 345,347 en 360596 A. Van de Pasch, Definities..., p. 362597 A. Van de Pasch, Definities..., p. 364


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541 -1619 - DEEL 1 1131559: Pannyr Simon was clericus van Parijs. Op de generale kapittelsvan 1559 en 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.5981560: Chalnensis Thomas was clericus van Parijs. Op het generaalkapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.5991560: Dalinagie Materanus was clericus van Parijs. Op het generaalkapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.6001560: Wilhelmus was donatus van Parijs. Op het generaal kapittel van1560 werd hij bij de overledenen vermeld.6011560: de Brittonnensis Stephanus was clericus van Parijs. Op het generaal kapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.6021561: Anthonius was clericus van Parijs. Op het generaal kapittel van1561 werd hij bij de overledenen vermeld.6031563: Alexander was clericus van Parijs. Op het generaal kapittel van1563 werd hij bij de overledenen vermeld.6041563: Jacobus was clericus van Parijs. Op het generaal kapittel van1563 werd hij bij de overledenen vermeld.6051568: Ludovicus was clericus van Parijs. In zijn laatste levensjaar washij er prior. Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.6061568: Paie Petrus was donatus van Parijs. Op het generaal kapittel van1568 werd hij bij de overledenen vermeld.6071568: Gnyls (Guils) Johannes was clericus van Parijs. Op het generaalkapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.6081568: Gorlens Johannes was clericus van Parijs. Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.6091570: Hennetz Henricus was clericus van Dinant. In 1568 werd hijdoor het generaal kapittel naar Parijs gezonden. Op het generaal kapittel van 1570 werd hij bij de overledenen vermeld.610598 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 369 en 372w A. Van de Pasch, Definities..., p. 372600 A. Van de Pasch, Definities..., p. 372601 A. Van de Pasch, Definities..., p. 372602 A. Van de Pasch, Definities..., p. 372603 A. Van de Pasch, Definities..., p. 374604 A. Van de Pasch, Definities..., p. 378605 A. Van de Pasch, Definities..., p. 378606 A. Van de Pasch, Definities..., p. 383607 A. Van de Pasch, Definities..., p. 384608 A. Van de Pasch, Definities..., p. 384609 A. Van de Pasch, Definities..., p. 384610 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 383 en 387


114 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1570: Burioux Gerardus was clericus van Parijs. In zijn laatste levensjaarwas hij er prior. Op het generaal kapittel van 1570 werd hij bij deoverledenen vermeld.611- 1572: Despa Wilhelmus was clericus van Parijs. In 1556 verbleef hij inDinant. In 1572 zond het generaal kapittel hem terug naar Parijs.612- 1572: Wamme Francois was clericus van Lannoy. In 1562 was hij ersubprior. In dat jaar werd hij door het generaal kapittel naar Asperengezonden, in 1563 naar Diilken en in 1568 naar Parijs. Op het generaal kapittel van 1572 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1572: Sellyn Michel was clericus van Parijs. Op het generaal kapittelvan 1572 werd hij bij de overledenen vermeld.613- 1572: Biauvisaige Petrus was novice in Parijs. Op het generaal kapittelvan 1572 werd hij bij de overledenen vermeld.614- 1575: Capucet Carolus was donatus van Parijs. Op het generaal kapittel van 1575 werd hij bij de overledenen vermeld.615- 1575: de Lamar was clericus van Parijs. In zijn laatste levensjaar was hijprior van Parijs en prior-provincialis van de Franse kloosters. Op hetgeneraal kapittel van 1575 werd hij bij de overledenen vermeld.616- 1575: Sabein Nicolas was clericus van Parijs. In 1572 was hij definitorvan de orde. Op het generaal kapittel van 1575 werd hij bij de overledenen vermeld.617- 1575: Lescuria Nicolas was clericus van Parijs. Op het generaal kapittel van 1595 werd hij bij de overledenen vermeld.618- 1576: Cotrel Petrus was conversus van Doornik. In 1570 werd hij naarParijs gezonden. Later keerde hij naar Doornik terug. Op het generaalkapittel van 1576 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1578: Lotthon Leonardus was clericus van Parijs. Hij werd senior enjubilaris. Op het generaal kapittel van 1578 werd hij bij de overledenen vermeld.619- 1583: Egidius was clericus van Parijs. In 1583 werd hij door het generaal kapittel uit het ambt van prior van Laines-aux-Bois ontheven.620611 A. Van de Pasch, Definities.612 A. Van de Pasch, Definities.613 A. Van de Pasch, Definities.614 A. Van de Pasch, Definities.615 A. Van de Pasch, Definities.616 A. Van de Pasch, Definities.617 A. Van de Pasch, Definities.618 A. Van de Pasch, Definities.619 A. Van de Pasch, Definities.620 A. Van de Pasch, Definities.p. 386pp. 362 en 383p. 389p. 389p. 391p. 391, pp. 387 en 391, p. 391,p. 397, p. 403


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541 -1619 - DEEL 1 1151583: Amelyn Martinus was clericus van Parijs. Op het generaal kapittelvan 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.6211583: Haris Nicolas was clericus van Parijs. In zijn laatste levensjaarwas hij er prior. Op het generaal kapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.6221585: Joannes was laicus van Parijs. Op het generaal kapittel van 1585werd hij bij de overledenen vermeld.6231585: Nicolas was laicus van Parijs. Op het generaal kapittel van 1585werd hij bij de overledenen vermeld.6241586: Presteire Johannes was donatus van Parijs. Op het generaalkapittel van 1585 werd hij bij de overledenen vermeld.6251591: Vycholt Anthonius was donatus van Parijs. Op het generaalkapittel van 1591 werd hij bij de overledenen vermeld.6261591: Wiart (Weyart, Wyart) Robertus was clericus van Parijs. Hijwerd doctor in de theologie aan de Sorbonne. In 1578 was hij priorvan Parijs en definitor van de orde. Hij kreeg de opdracht om te werkenaan de hervorming van het kruisherenbrevier. Wyart betoondesympathie voor het calvinisme, legde zijn ambt van prior neer en werkteniet meer verder aan het hervorming van het briever. In 1583besloot het generaal kapittel om het hervormde brevier van de dominicanenaan te bevelen. Op het generaal kapittel van 1591 werd hij bijde overledenen vermeld.6271591: Botervist Franciscus was clericus van Parijs. Op het generaalkapittel van 1591 werd hij bij de overledenen vermeld.6281591: de Ralde Faray was donatus van Parijs. Op het generaal kapittelvan 1591 werd hij bij de overledenen vermeld.6291591: Diggert Nicolas was clericus van Parijs. Op het generaal kapittelvan 1591 werd hij bij de overledenen vermeld.6301591: Hasseling Wichardus was clericus van Parijs. Op het generaalkapittel van 1591 werd hij bij de overledenen vermeld.631621 A. Van de Pasch, Definities..., p. 405622 A. Van de Pasch, Definities..., p. 405623 A. Van de Pasch, Definities..., p. 409624 A. Van de Pasch, Definities..., p. 409625 A. Van de Pasch, Definities..., p. 409A. Van de Pasch, Definities..., p. 421627 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 395 en 421; A. Van de Pasch, HetKlooster Clairlieute Hoei en zijn Prioren-generaal 1210-1796, p. 35628 A. Van de Pasch, Definities..., p. 421629 A. Van de Pasch, Definities..., p. 421630 A. Van de Pasch, Definities..., p. 421631 A. Van de Pasch, Definities..., p. 421


116 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541 -1619 - DEEL 1- 1598: le Roix Jacobus was clericus van Parijs. In 1588 was hij definitorvan de orde. Op het generaal kapittel van 1598 werd hij bij de overledenenvermeld.632- 1598: Fette Philippus was clericus van Parijs. Op het generaal kapittelvan 1598 werd hij bij de overledenen vermeld.633- 1598: Gilles Johannes was clericus van Chauny. Hij werd er prior.Wanneer weten we niet. Later werd hij prior van Parijs. Weeral wetenwe niet wanneer. In zijn laatste levensjaar was hij prior van Varennessur-Allier.Op het generaal kapittel van 1598 werd hij bij de overledenen vermeld.634- 1599: Petit Louis was clericus van Parijs. Hij was pastoor - prior vanSt. Maxime in 1597 en pastoor - prior van St. Jean de Dammartin in! 599 e5- 1600: Fabde Johannes was clericus van Doornik. In 1600 werd hijdoor het generaal kapittel naar Parijs gezonden.- 1601: Pallory Simon was clericus van Parijs. Van 1595 tot 1598 was hijprior van Saint-Ursin. In 1595 was hij prior-provinciaal van de Fransekloosters en in 1598 definitor van de orde.636- 1603: Jupin Antonius was clericus van Parijs. Omstreeks 1568 was hijsubprior van Parijs. In 1568 werd hij door het generaal kapittel naarDinant gezonden. In 1578 werd hij tot rector van Salignac benoemden in 1601 tot prior van Saint-Ursin. Op het generaal kapittel van1603 werd hij bij de overledenen vermeld.637- 1609: Ignart (Hinart) Pierre was clericus van Parijs. In zijn laatstelevensjaar was hij er sacrista. Op het generaal kapittel van 1609 werdhij bij de overledenen vermeld.638632 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 415 en 424; A. Van de Pasch, Nog een Handschriftmet Definities..., p. 96633 A. Van de Pasch, Definities..., p. 424; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift metDefinities..., p. 96634 A. Van de Pasch, Definities..., p. 424; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift metDefinities..., p. 96635 J.M. Hayden, The French Crosiers in the 17th and 18th Centuries, in: Clairlieu, jg. 27,1969, pp. 8 en 24636 A. Van de Pasch, Definities..., p. 484; A. Durand, Le prieure1 de Saint-Ursin. in:Clairlieu, jg. 22, 1964, p. 49637 J.M. Hayden, The French Crosiers in the 17th and 18th Centuries, p. 20; A. Durand,Le prieure de Saint-Ursin, p. 50; A. Van de Pasch, Definities..., pp. 383 en 396; A. Van dePasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 97638 J.M. Hayden, The French Crosiers in the 17th and 18th Centuries, p. 8; A. Van dePasch, Definities..., p. 432; A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 99


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541 -1619 - DEEL 1 1171611: Cheron Francois was clericus van Parijs. In 1608 was hij priorvan Varennes-sur-Allier. In 1611 keerde hij terug naar Parijs.6391612: Hebert (Heber) Nicolas was clericus van Parijs. In 1603 werd hijdoor het generaal kapittel naar Toulouse gezonden. In 1611 en 1612was hij prior van Saint-Ursin.6401617: Marnyx (Maerlaer) Michael was clericus van Parijs. Hij werdgeboren in 1575. In 1594 deed hij professie. Hij werd prior van Saint-Ursin van 1601 tot 1604 en procurator van Parijs van 1611 tot 1616.Op het generaal kapittel van 1617 werd hij bij de overledenen verld641meld.6411619: la Pie Denis was clericus van Parijs, zeker in 1608, 1612 en1617.6421619: Chauvet Nicolas was clericus van Parijs. In 1598 was hij pastoorvan St. Jean de Dammartin.6431624: de Villars Johannes was clericus van Parijs. In 1615 en 1616 verbleefhij in Chauny. Hij werd pastoor-prior van Notre Dame deChauny in 1615 en 1616. In 1608 en 1621 was hij prior-provinciaalvan de Franse kloosters en in 1609 was hij definitor van de orde.6441627: Robieu (Robion) Francois was clericus van Parijs. In 1608 en1627 verbleef hij in Parijs. In 1627 was hij er procurator. Van 1620 tot1625 was hij prior van Saint-Ursin. In 1611 was hij pastoor-prior vanSt. Pierre d' Avesne. Op het generaal kapittel van 1627 werd hij vermeldbij de overledenen.6451634: le Roux (le Rout) Jerome was clericus van Parijs. In 1602 was hijer prior en tevens prior-provinciaal van de Franse kloosters. In 1613was hij pastoor-prior van Gressy. Op het generaal kapittel van 1634werd hij bij de overledenen vermeld.646639 J.M. Hayden, The French Crosiers in the 17th and 18th Centuries, p. 8640 J.M. Hayden, The French Crosiers in the 17th and 18th Centuries, p. 8; A. Van dePasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 97; A. Durand, Le prieure de Saint-Ursin,p. 50641 A. Van de Pasch, Definities..., pp. 437 en 445642 J.M. Hayden, The French Crosiers in the 17th and 18th Centuries, p. 8643 J.M. Hayden, The French Crosiers in the 17th and 18th Centuries, pp. 8 en 38644 J.M. Hayden, The French Crosiers in the 17th and 18th Centuries, pp. 8 en 38; A. Vande Pasch, Definities..., p. 430645 A. Durand, Le prieure de Saint-Ursin, p. 51; A. Van de Pasch, Definities..., p. 450646 A. Van de Pasch, Definities..., p. 461; J.M. Hayden, The French Crosiers in the 17thand 18th Centuries, p. 8


118 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1Kruisheren in Parijs,1541-161980160/ 59a5440200IHPAm1BC5D9Negenenvijftig kruisheren verbleven in Parijs tussen 1541 en(1619). Daarvan traden er vierenvijftig in Parijs in en kwamen ervijf van elders. Van de ingetredenen werden er negen naar anderekloosters gezonden.ChaunyIn 1484/1486 verhuisden de kruisbroeders van Condren naarChauny en namen hun intrek in een klooster dat gesticht was doorMaria van Kleef, hertogin van Orleans. Zij overleed in 1488 enwerd als participans door het generale kapittel van de kruisbroedersherdacht.Frankrijk moest in de Nieuwe Tijden voortdurend aanvallenvanuit het Noorden weerstaan: in de vijftiende eeuw van deEngelsen en de Bourgondiers, in de zestiende en zeventiende eeuwvan de Spanjaarden. Chauny was een belangrijke sleutel, die voorde aanvallers de weg naar Parijs opende. Vandaar dat de Fransekoningen al sinds de twaalfde eeuw de stad met allerlei privilegesbegiftigden. De inwoners van de stad bleven altijd trouw aan dekoning en stonden hem fanatiek terzijde. De Bourgondiers en de647Engelsen verwoestten de stad in 1472, de Spanjaarden in 1557. ""647 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCruets..., p. 68


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 119• 1541: Calniacensis Petrus was clericus van Chauny. Op het generaalkapittel van 1541 werd hij bij de overledenen vermeld.6481545: Clerici Mattheus was clericus van Parijs. In 1501 werd hij doorhet generaal kapittel naar Chauny gezonden. In 1502 keerde hij terugnaar Parijs. Op het generaal kapittel van 1545 werd hij bij de overledenen vermeld.1546: Dollemart (Dandermit, Danterment, Dankenman, Danbrenmon)Jacobus was clericus van Chauny. In 1532 werd hij door hetgeneraal-kapittel naar Doornik gezonden. In 1543 verbleef hij terug inChauny. Korte tijd later werd hij geincorporeerd in Doornik. Hij werder prior. Op het generaal kapittel van 1546 werd hij bij de overledenenvermeld.1546: de la Larusch Thomas was clericus van Chauny. Op het generaalkapittel van 1546 werd hij bij de overledenen vermeld.6491546: Bibillace Andreaes was clericus van Chauny. Op het generaalkapittel van 1546 werd hij bij de overledenen vermeld. Er werd toentevens opgemerkt dat hij ooit subprior van Chauny was geweest.6501547: Bibloct (Bylloc) Johannes was clericus van Chauny. Hij werdsenior. Op het generaal kapittel van 1547 werd hij bij de overledenenvermeld.6511548: Fraimei Johannes was clericus van Chauny. In 1548 keerde hijin opdracht van het general kapittel uit een niet nader genoemdklooster terug naar Chauny.6521551: Nicolas was clericus van Chauny. Op het generaal kapittel van1551 werd hij bij de overledenen vermeld.6531560: Syncrop (Sincoren) Antonius was clericus van Chauny. Op hetgeneraal kapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.654648 A. Van de Pasch, Definities..., p. 329; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieurisde Condren et de Chauny. in: Clairlieu, jg. 56, 1998, p. 87649 A. Van de Pasch, Definities.... p. 341; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieuresde Condren et de Chauny, p. 87650 A. Van de Pasch, Definities..., p. 341; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieuresde Condren et de Chauny, p. 87 A. Van de Pasch, Definities..., p. 343; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieuresde Condren et de Chauny, p. 87652 A. Van de Pasch, Definities..., p. 345; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieuresde Condren et de Chauny, p. 88M3 A. Van de Pasch, Definities..., p. 351; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieuresde Condren et de Chauny, p. 88654 A. Van de Pasch, Definities..., p. 372; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieuresde Condren et de Chauny, p. 88


120 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1560: de Tartare Egidius (Gilles) was clericus van Chauny. Op hetgeneraal kapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.655- 1560: de Febre (Faber) Nicolas was clericus van Chauny. In zijn laatstelevensjaar was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1560 werdhij bij de overledenen vermeld.656- 1560: Charon (Caron) Johannes was clericus van Chauny. In zijn laatstelevensjaar was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1560 werdhij bij de overledenen vermeld. Hij werd vermoord. Hield deze moordverband met de vlucht van Spaanse troepen die in 1557 in Chaunygelegerd waren en het klooster verlieten op 11 november 1558? Zij stakenhet klooster in brand.657- 1568: de Spina (de 1' Epine) Johannes was clericus van Chauny. Voor1568 was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bijde overledenen vermeld.658- 1568: Rigaul Antonius was clericus van Chauny. In zijn laatste levensjaar was hij er subprior. Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bijde overledenen vermeld.659- 1568: Comber Condolensis (de Conde) Johannes was clericus vanChauny. Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.660- 1572: Jacobus was donatus van Chauny. In 1572 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Toulouse gezonden.661- 1572: Rodiat Balduinus was clericus van Chauny. In zijn laatste levensjaar was hij er rector. Op het generaal kapittel van 1572 werd hij bij deoverledenen vermeld.662- 1583: de Croe Antonius was clericus van Chauny. Op het generaalkapittel van 1583 werd hij bij de overledenen vermeld.663655 A. Van de Pasch, Definities..., p. 372; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieuresde Condren et de Chauny, p. 88656 A. Van de Pasch, Definities..., p. 371; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieuresde Condren et de Chauny\ p. 88657 A. Van de Pasch, Definities..., p. 371; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieurisde Condren et de Chauny, p. 88658 A. Van de Pasch, Definities..., p. 383; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieuresde Condren et de Chauny, p. 88659 A. Van de Pasch, Definities..., p. 383; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieure'sde Condren et de Chauny\ p. 88660 A. Van de Pasch, Definities..., p. 384; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieuresde Condren et de Chauny, p. 88661 A. Van de Pasch, Definities..., p. 388662 A. Van de Pasch, Definities..., p. 388; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieuresde Condren et de Chauny, p. 88663 A. Van de Pasch, Definities..., p. 406; A. Bochin, Les Croisiers en Picardie: les Prieuresde Condren et de Chauny, p. 88


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 121- 1598: Gilles Johannes was clericus van Chauny. Hij werd er prior.Wanneer weten we niet. Later werd hij prior van Parijs. Weeral wetenwe niet wanneer. In zijn laatste levensjaar was hij prior van Varennessur-Allier.Op het generaal kapittel van 1598 werd hij bij de overledenenvermeld.- 1624: de Villars Johannes was clericus van Parijs. In 1615 en 1616 verbleefhij in Chauny. Hij werd pastoor-prior van Notre Dame deChauny in 1615 en 1616. In 1608 en 1621 was hij prior-provinciaalvan de Franse kloosters en in 1609 was hij definitor van de orde.80Kruisheren in Chauny,/1541-161960402018200jflLAAlHBPBmC2D5Twintig kruisheren verbleven in Chauny tussen 1541 en (1619).Daarvan traden er achttien in Chauny in, twee kwamen van elders.Van de ingetredenen werden er vijf naar andere kloosters gezonden.CaenOver de zestiende en zeventiende eeuw zijn we niet goed ingelicht.We weten dat de giften en fundaties toenamen, waardoor hetklooster rijk werd. We kennen de namen van de geprofesten vanaf1602 via een register dat bewaard bleef. We vermoeden dat hetkloosterleven vrij normaal verliep tot het midden van de zeventiende eeuw, ofschoon we over te weinig bronnen beschikken om dezeveronderstelling hard te kunnen maken.664664 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCrucis..., p. 63


122 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541 -1619 - DEEL 1- 1541: Licrorris Johannes was clericus van Caen. Hij werd medicus. Ophet generaal kapittel van 1541 werd hij bij de overledenen vermeld.665- 1541: Villette Jean was clericus van Caen in 1541.666- 1541: Bartlot Thomas was clericus van Caen. Rond 1541 was hij erprofessor in de theologie en prior van het convent.667- 1541: Boissel Laurent was clericus van Caen. In 1541 was hij er subprior.668- 1541: le Comte Constantin was clericus van Caen, zeker in 1540 en1541.669- 1541: le Cocq Andre was clericus van Caen in de jaren 1519 tot 1541.Omstreeks 1540 was hij prior.670- 1541: Pourrey Etienne was clericus van Caen. In 1541 was hij subdiaken.671- 1541: Hamon Gillet was clericus van Caen in 1541.672- 1541: Louisquet Jean was clericus van Caen in 1541.673- 1546: Choce Nicolas was clericus van Buzancais. In 1511 werd hijdoor het generaal kapittel naar Caen gezonden. Op het generaal kapittel van 1546 werd hij bij de overledenen vermeld.674- 1546: Motet Jean was clericus van Caen in 1546. Hij was procurator.675- 1547: Galli Andreas was clericus van Caen. In 1511 keerde hij uitToulouse terug naar Caen en werd er prior. Is hij dezelfde persoon alsAndre le Cocq? Op het generaal kapittel van 1547 werd hij bij de overledenen vermeld.676- 1548: Gronet Jacobus was clericus van Caen, zeker van 1540 tot 1548.Op het generaal kapittel van 1548 werd hij bij de overledenen vermeld.677665 A. Van de Pasch, Definities..., p. 329666 A. Durand, Leprieure1Sainte-Croix de Caen, in: Clairlieu, jg.25, 1967, p. 65667 A. Van de Pasch, Definities..., p. 328A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 65A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 63A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 58A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 65A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 65A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 65A. Van de Pasch, Definities..., p. 341A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 65tt/b A. Van de Pasch, Definities..., pp. 252 en 343677 A. Van de Pasch, Definities.... p. 345; A. Durand, Le prieure1 Sainte-Croix de Caen,p. 63


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 1231549: Lefebvre Martin was clericus van Caen. Van 1546 tot (1549)was hij er procurator.6781549: le Monnier Etienne was clericus van Caen. Hij was er prior van1519 tot 1528 en opnieuw in 1549. In 1546 was hij subprior vanCaen.6791549: Simon Roger was clericus van Caen in 1548 en 1549.6801549: Poulain Guillaume was clericus van Caen in 1548 en 1549.6811561: Constantinus was clericus van Caen. In zijn laatste levensjaarwas hij er procurator. Op het generaal kapittel van 1561 werd hij bijde overledenen vermeld.6821561: Stephanus was clericus van Caen. Hij was er prior geweest, wanneerweten we niet. Op het generaal kapittel van 1561 werd hij bij deoverledenen vermeld.6831561: Picquart Eloi was clericus van Caen in 1561.6841561: de la Butyde Simon was clericus van Caen in 1561. Hij was ersubprior.6851561: Regnault Francois was clericus van Caen in 1561.6861568: le Vavasseur Jacques was clericus van Caen. In 1561 en 1568 washij er procurator.6871582: Bonhourt Pierre was clericus van Caen in 1581 en 1582.6881582: Hugues Pierre was clericus van Caen in 1582.6891582: Ernauld Thomas was clericus van Caen van (1558) tot 1582.Hij was doctor in de theologie. Van 1558 tot 1582 was hij er prior.6901582: Hubelin Andre was clericus van Caen. In 1582 was hij er procurator.6911582: Radiguet Baptiste was clericus van Caen, zeker in 1561, 1581 en1582.692678 A. Durand, Le prienre Sainte-Croix de Caen, p. 63679 A. Durand, Le prieureSainte-Croix de Caen, p. 59680 A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 65MX A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 65682 A. Van de Pasch, Definities..., p. 374683 A. Van de Pasch, Definities.... p. 374684 A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 65685 A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 65686 A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 65687 A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 65688 A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen, p. 66(>8


124 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1598: Hubelin Petrus was clericus van Caen tot 1553. In 1553 werdhij prior van Saint-Georges de Tremeur en bleef dit ambt bekleden totin 1580. Daarna keerde hij terug naar Caen en werd er procurator. Ophet generaal kapittel van 1598 werd hij bij de overledenen vermeld.693- 1608: Vavasseur Gaspar was clericus van Caen. Omstreeks 1600 washij er prior en beneficiant van Hotel de Dieu.694- 1613: Olivier Jacques was clericus van Caen in 1613.695- 1624: Jouanne (Jovenne, Jouanna) Nicolas was clericus van Caen. In1611 en l5l2 verbleef hij in Saint-Ursin. Daarna keerde hij terug naarCaen. Hij rebelleerde tegen het gezag. Zijn zaak werd besproken op hetgeneraal kapittel van 1624. Hij werd geexommuniceerd en uit de ordegezet.696- 1629: Sauldebreuil Pierre was clericus van Caen. In 1600 deed hij professie.Hij werd prior. Hij overleed omstreeks 1629.697- 1629: de Troismont Pierre was clericus van Caen. Hij was er prior van1599 tot 1613 en subprior van 1626 tot aan zijn dood.69880 SKruisheren in Caen,1541- 16196034 334020AUifll mmHa'w^ mmABC1D3Vierendertig kruisheren verbleven in Caen tussen 1541 en (1619).Daarvan traden er drieendertig in Caen in, een kwam van elders.Drie van de ingetredenen werden naar andere kloosters gezonden.693 A. Van de Pasch, Definities..., p. 424; A. Durand, Le prieure Sainte-Croix de Caen,p. 65; A. Van de Pasch, Nog een Handschrifi met Definities..., p. 96694 J.M. Hayden, The French Crosiers in the 17th and 18th Centuries, p. 18695 J.M. Hayden, The French Crosiers in the 17th and 18th Centuries, p. 18; A. Durand,Le prieuri Sainte-Croix de Caen, p. 71696 J.M. Hayden, The French Crosiers in the 17th and 18th Centuries, p. 18697 J.M. Hayden, The French Crosiers in the 17th and 18th Centuries, p. 18698 J.M. Hayden, The French Crosiers in the 17th and 18th Centuries, p. 18


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 125Saint-UrsinDe geschiedenis van deze priorij is van geringe betekenis voor deorde. In 1470 gingen vier religieuzen dagelijks bedelen. In dezestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw was hetklooster welvarend. Op het einde van de zestiende eeuw ondervondde klooster moeilijkheden vanwege de protestanten. Vanaf1530 telde het protestantisme in deze streek heel wat aanhangers.Vanaf 1562 plunderden protestantse troepen van maarschalkMontgomery en in de lente van 1589 waren het de troepen van dehertog van Mayenne die de streek onveilig maakten. Nadat priorJacques Dupont gevankelijk werd weggevoerd bleven in Saint-Ursin slechts twee kruisheren over: Guy Ferrant en Jean Gilles.699- 1541: Lecompte (Leconte) Francois was clericus van Saint-Ursin. Hijwas er prior van 1534 tot 1541. Tijdens het generaal kapittel van 1541werd hij ontheven van het prioraat in Saint-Ursin.700- 1541: Johannes was clericus van Saint-Ursin. Op het generaal kapittelvan 1541 werd hij bij de overledenen vermeld.701- 1541: Wirii Johannes was in 1541 procurator van Saint-Ursin. In datjaar werd hij door het generaal kapittel ontheven van zijn taak van procurator.702- 1560: Leckhoen Franciscus was clericus van Saint-Ursin. In zijn laatstelevensjaar was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1560 werd hijbij de overledenen vermeld.703- 1560: Blandin Michel was clericus van Saint-Ursin. Van 1556 tot 1560was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.704- 1573: Gueril Jehan was clericus van Saint-Ursin. Hij was er prior tussen1567 en 1573.705699 R. Janssen & P. Winkelmolen, Repertorium Canonicorum <strong>Regular</strong>ium Ordinis SanctaeCrucis..., p. 168700 A. Van de Pasch, Definities..., p. 328; A. Durand, Le prieure de Saint-Ursin, p. 45701 A. Van de Pasch, Definities..., p. 329702 A. Van de Pasch, Definities..., p. 328703 A. Van de Pasch, Definities..., p. 371704 A. Van de Pasch, Definities..., p. 372; A. Durand, Le prieuri de Saint-Ursin,p. 46705 A. Durand, Leprieure1 de Saint-Ursin, p. 46


126 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1573: Taupin Francois was clericus van Saint-Ursin. Zeker tussen 1568en 1573 verbleef hij in Saint-Ursin.706- 1573: le Bedel Guillaume was clericus van Saint-Ursin. Zeker tussen1568 en 1573 verbleef hij in Saint-Ursin.707- 1591: Gilles Johannes was clericus van Saint-Ursin in 1591.708- 1591: Ferrant Guy was clericus van Saint-Ursin in 1591.709- 1600: Bodart Andreas was clericus van Hoei. In 1600 werd hij doorhet generaal kapittel naar Saint-Ursin gezonden.- 1601: Pallory Simon was clericus van Parijs. Van 1595 tot 1598 was hijprior van Saint-Ursin. In 1595 was hij prior-provinciaal van de Fransekloosters en in 1598 definitor van de orde.- 1603: Jupin Antonius was clericus van Parijs. Omstreeks 1568 was hijsubprior van Parijs. In 1568 werd hij door het generaal kapittel naarDinant gezonden. In 1578 werd hij tot rector van Salignac benoemden in 1601 tot prior van Saint-Ursin. Op het generaal kapittel van1603 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1604: Dupont Jacques was clericus van Saint-Ursin. Zeker tussen 1568en 1604 verbleef hij in Saint-Ursin. Hij was er prior van 1581 tot 1591en opnieuwin 1604. Omstreeks 1591 werd hij gevankelijk weggevoerddoor protestanten.710- 1612: Gobidin P. was clericus van Saint-Ursin in 1612.711- 1612: Hebert (Heber) Nicolas was clericus van Parijs. In 1603 werd hijdoor het generaal kapittel naar Toulouse gezonden. In 1611 en 1612was hij prior van Saint-Ursin.- 1617: Marnyx (Maerlaer) Michael was clericus van Parijs. Hij werdgeboren in 1575. In 1594 deed hij professie. Hij werd prior van Saint-Ursin van 1601 tot 1604 en procurator van Parijs van 1611 tot 1616.Op het generaal kapittel van 1617 werd hij bij de overledenen vermeld.- 1620: Lemercier (le Mercier) Mathurin was clericus van Saint-Ursinomstreeks 1620.712- 1620: Hunoust Francois was clericus van Saint-Ursin. Van 1618 tot1620 was hij er prior.713706 A. Durand, Le prieure de Saint-Ursin, p. 48707 A. Durand, Le prieure de Saint-Ursin, p. 48708 A. Durand, Le prieure de Saint-Ursin, p. 49709 A. Durand, Le prieure de Saint-Ursin, p. 49710 A. Durand, Le prieure de Saint-Ursin, pp. 49-50711 A. Durand, Le prieure de Saint-Ursin, p. 51712 A. Durand, Le prieure de Saint-Ursin, p. 51713 A. Durand, Le prieure de Saint-Ursin, p. 51


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 1271620: de Escoubleau Laurent was clericus van Saint-Ursin. Van 1612tot 1618 was hij er prior.7141624: Jouanne (Jovenne, Jouanna) Nicolas was clericus van Caen. In1611 en 1612 verbleef hij in Saint-Ursin. Daarna keerde hij terug naarCaen. Hij rebelleerde tegen het gezag. Zijn zaak werd besproken op hetgeneraal kapittel van 1624. Hij werd geexommuniceerd en uit de ordegezet.1624: Marny Michael was clericus van Sain-Ursin. Van 1620 tot 1624was hij er prior en procurator. Op het generaal kapittel van 1624 werdhij bij de overledenen vermeld. Andere bronnen vermelden Fran


128 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1545: Galeson Nicolas was clericus van Saint-Georges de Tremeur. Inzijn laatste levensjaar was hij er prior. Op het generaal kapittel van1545 werd hij bij de overledenen vermeld.716- 1560: Multor Petrus was clericus van Saint-Georges de Tremeur. Inzijn laatste levensjaar was hij er prior. Op het generaal kapittel van1545 werd hij bij de overledenen vermeld.717- 1560: Herpensis Franciscus was clericus van Le Verger. Op het generaal kapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld. Hij werdop dat kapittel voormalig prior van Saint-Georges de Tremeurgenoemd.718- 1568: Moretz Sebastianus was clericus van Saint-Georges de Tremeur.Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.719- 1575: Guerius Wilhelmus was clericus van Saint-Georges de Tremeur.Op het generaal kapittel van 1575 werd hij bij de overledenen vermeld.720- 1583: Masson Johannes was donatus van Le Verger. In 1572 werd hijdoor het generaal kapittel naar Buzan^ais gezonden en in 1583 naarSaint-Georges de Tremeur.721- 1591: B... churt Petrus was clericus van Saint-Georges de Tremeur. Ophet generaal kapittel van 1591 werd hij bij de overledenen vermeld. Hijwerd op dat kapittel voormalig prior van Saint-Georges de Tremeurgenoemd.722- 1598: Hubelin Petrus was clericus van Caen tot 1553. In 1553 werdhij prior van Saint-Georges de Tremeur en bleef dit ambt bekleden tot1580. Daarna keerde hij terug naar Caen en werd er procurator. Ophet generaal kapittel van 1598 werd hij bij de overledenen vermeld.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.20 A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities.A. Van de Pasch, Definities., p. 337, p. 371, p. 372, p. 384, p. 391, p. 388 en 403, p. 421


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 129Kruisheren in Saint-Georges de Tremeur, 1541 - 1619Acht kruisheren verbleven in Saint-Georges de Tremeur. Vijf daarvantraden in Saint-Georges in, drie kwamen van elders.Varennes-sur-AllierOver dit klooster en zijn bewoners weten we heel weinig.- 1559: de Mosa (de Moza, de Rosa) Antonius (Arnoux, Arnaud) wasclericus van Toulouse. Hij werd doctor in de theologie. In 1531 verbleefhij in Varennes-sur-Allier. Vanaf 1551 tot aan zijn dood was hijprior van Toulouse en tevens prior-provinciaal van de Franse kloosters.Op het generaal kapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.723- 1568: Termell Petrus was clericus van Varennes-sur-Allier. Hij was ersacrista. Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenenvermeld.724- 1568: Kuchir Simon was clericus van Varennes-sur-Allier. Op hetgeneraal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.725- 1568: Felix Simon was clericus van Varennes-sur-Allier. Op het generaal kapittel van 1568 werd hij bij de overledenen vermeld.726723 A. Van de Pasch, Definities..., p. 371; Archives Departementales de la Haute- Garonne, 132 H. 1; Archives Departementales de V Allier, H.650, terrier, 24/27aout 1531, microfilm 2.ML27.R.71724 A. Van de Pasch, Definities..., p. 383725 A. Van de Pasch, Definities..., p. 383726 A. Van de Pasch, Definities..., p. 384


130 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1570: Manleu Johannes clericus van Varennes-sur-Allier. Hij was erprocurator. Op het generaal kapittel van 1570 werd hij bij de overledenenvermeld.727- 1599: Buissard Erasme was donatus van Varennes-sur-Allier. Hij waspastoor van Saint-Georges de Saint-Pourc.ain in 1599. Op 17 november1599 schonk hij een som geld aan het klooster van Varennes-sur-Allier in ruil voor kost en inwoon.728- 1611: Cheron Francois was clericus van Parijs. In 1608 was hij priorvan Verennus-sur-Allier. In 1611 keerde hij terug naar Parijs.- 1627: Veau Jacques was clericus van Varennes-sur-Allier. In 1604begon hij aan het noviciaat. In 1619 was hij procurator van Varennessur-Allier.In 1627 was hij nog altijd conventualis.729Kruisheren in Varennes-sur-Allier,1541-161940120nu8mmmm6i tfflM 2ABCD0Acht kruisheren verbleven in Varennes-sur-Allier. Zes traden inVarennes-sur-Allier in, twee kwamen van elders.ToulouseOver de geschiedenis van dit klooster in de zestiende en hetbegin van de zeventiende eeuw weten we heel weinig.727 A. Van de Pasch, Definities..., p. 384728 Archives. Departementales. Puy-de Dome 1.G.2076 n°l729 Archives Departementales de V Allier, H.665


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 1311547: de Dugo Johannes was clericus van Toulouse. In zijn laatstelevensjaar was hij er prior. Op het generaal kapittel van 1547 werd hijbij de overledenen vermeld.7301547: Galli Andreas was clericus van Caen. In 1511 keerde hij uitToulouse terug naar Caen en werd er prior. Is hij dezelfde persoon alsAndre le Cocq? Op het generaal kapittel van 1547 werd hij bij de overledenen vermeld.1550: Jodocus was clericus van Doornik. In 1540 en 1541 verbleef hijin Hoei en in 1541 werd hij naar Toulouse gezonden. Op het generaalkapittel van 1550 werd hij bij de overledenen vermeld.1559: de Mosa (de Moza, de Rosa) Antonius (Arnoux, Arnaud) wasclericus van Toulouse. Hij werd doctor in de theologie. In 1531 verbleef hij in Varennes-sur-Allier. Vanaf 1551 tot aan zijn dood was hijprior van Toulouse en tevens prior-provinciaal van de Franse kloosters.Op het generaal kapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.1560: Montanus Johannes was clericus van Toulouse. Op het generaalkapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.7311560: de Cava Petrus was clericus van Toulouse. Op het generaal kapittel van 1560 werd hij bij de overledenen vermeld.7321563: Martina Pierre was clericus van Toulouse. In 1563 was hij ersubprior.7331563: Ducroc Antoine was clericus van Toulouse in 1563.7341563: Ferray Andre was clericus van Toulouse in 1563.7351563: Deladoux Anthoine was clericus van Toulouse in 1563.Hij wassyndicus.7361565: Blanc (Blanq) Antoine was clericus van Toulouse in 1565. Hijwas er procurator in 1563 en 1565.7371565: Aroux Pierre was clericus van Toulouse in 1565. Hij was capitularis.7381565: Camy Arnauld was clericus van Toulouse in 1565. Hij was capitularis.739730 A. Van de Pasch, Definities..., p. 343731 A. Van de Pasch, Definities..., p. 372732 A. Van de Pasch, Definities..., p. 372733 Archives Departementales de la Haute-Garonne, 132 H. 11734 Archives Departementales de la Haute-Garonne, 132 H. 11735 Archives Departementales de la Haute-Garonne, 132 H. 11736 Archives Departementales de la Haute-Garonne, 132 H. 11737 Archives Departementales de la Haute-Garonne, 132 H. 9 en 11738 Archives Departementales de la Haute-Garonne, 132 H. 9739 Archives Dipartementales de la Haute-Garonne, 132 H. 9


132 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1- 1565: de Lafont Anthoine was clericus van Toulouse in 1565. Op 17juli 1565 was hij er subprior.740- 1565: Monge Guillaume was clericus van Toulouse in 1565. Hij wascapitularis.741- 1565: Bartres Anthoine was clericus van Toulouse in 1565. Hij wascapitularis.742- 1565: Melet Guillaume was clericus van Toulouse in 1565. Hij wascapitularis.743- 1565: Potee Andre was clericus van Toulouse in 1565. Hij was capitularis.744- 1565: Danblanc (des Blancs) Estienne was clericus van Toulouse in1563 en 1565.745- 1565: Bolhon (de Boulyon, de Boulion) Fortis was clericus vanToulouse. In 1552 was hij er procurator en in 1563 en 1565 prior.746- 1572: Jacobus was donatus van Chauny. In 1572 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Toulouse gezonden.- 1578: Bolhon (de Boulyon, de Boulion) Eustachius was clericus vanToulouse. Hij werd senior. Op het generaal kapittel van 1578 werd hijbij de overledenen vermeld.747- 1604: Litre Michel was clericus van Toulouse. Hij werd baccalaureusin de theologie in Toulouse op 27 april 1604.748- 1606: Damnel Maritius was clericus van Toulouse in 1606.749- 1609: Campador Johannes was clericus van Toulouse. Hij was diaken.Op het generaal kapittel van 1609 werd hij bij de overledenen vermeld.750- 1609: Anthoij Michael was clericus van Toulouse. Op het generaalkapittel van 1609 werd hij bij de overledenen vermeld.751740 Archives Dipartementales de la Haute-Garonne, 132 H. 9741 Archives Departementales de la Haute-Garonne, 132 H. 9742 Archives Departementales de la Haute-Garonne, 132 H. 9743 Archives Departementales de la Haute-Garonne, 132 H. 9744 Archives Departementales de la Haute-Garonne, 132 H. 9745 Archives Departementales de la Haute-Garonne, 132 H. 9 en 11746 Archives Departementales de la Haute-Garonne, 132 H. 9 en 11747 Archives Departementales de la Haute-Garonne, 132 H. 9 en 11; A. Van dePasch, Definities..., p. 397748 Archives Departementales de la Haute-Garonne, D 30749 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities,.., p. 98750 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 99751 A. Van de Pasch, Nog een Handschrift met Definities..., p. 99


DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1 1331612: Hebert (Heber) Nicolas was clericus van Parijs. In 1603 werd hijdoor het generaal kapittel naar Toulouse gezonden. In 1611 en 1612was hij prior van Saint-Ursin.Kruisheren in Toulouse,1541-161940127232004114w1ABCDZevenentwintig kruisheren verbleven in Toulouse tussen 1541 en(1619). Daarvan traden er drieentwintig in Toulouse in, vier kwamenvan elders. Een van de ingetredenen werd naar een anderklooster gezonden.SalignacOver de geschiedenis van dit klooster in de zestiende en hetbegin van de zeventiende eeuw weten we heel weinig.- 1578: Royau (Royaulx) Egidius (Gilles) was clericus van Dinant. Van1561 tot 1565 was hij prior van Virton. In 1565 werd hij door hetgeneraal kapittel naar Brandenburg gezonden. Daarna verbleef hijenkele jaren in Salignac. Op het generaal kapittel van 1578 werd hij bijde overledenen vermeld. Was dit dezelfde persoon als GillesDionensis?752- 1603: Jupin Antonius was clericus van Parijs. Omstreeks 1568 was hijsubprior van Parijs. In 1568 werd hij door het generaal kapittel naarDinant gezonden. In 1578 werd hij tot rector van Salignac benoemden in 1601 tot prior van Saint-Ursin. Op het generaal kapittel van1603 werd hij bij de overledenen vermeld.A. Van de Pasch, Definities..., pp. 374, 380 en 397


134 DE ORDE VAN HET HEILIG KRUIS, 1541-1619 - DEEL 1Laines-aux-BoisVermoedelijk was dit klooster afliankelijk van dat van Parijs.Over de geschiedenis van dit klooster in de zestiende en het beginvan de zeventiende eeuw weten we heel weinig.- 1560: Tilmannus was clericus van Laines-aux-Bois. In zijn laatstelevensjaar was hij er rector. Op het generaal kapittel van 1560 werd hijbij de overledenen vermeld.753- 1569: Savine Nicole was clericus van Laines-aux-Bois. In 1569 was hijer prior.574NawoordIn de volgende jaargang van Clairlieu behandelen we eerst dekloosters die na 1410 werden gesticht. Vervolgens maken we eenoplijsting van de kruisheren die de orde verlieten. Tenslotte onderzoekenwe welke impact het protestantisme heeft gehad op delevensvatbaarheid van de Orde van het Heilig Kruis.753 A. Van de Pasch, Definities..., p. 371754 Archives Dtpartementales de Troyes, G.4164, fol. 22


DE AARTSBROEDERSCHAP VANDE HEILIGE DRIEVULDIGHEIDTOT VRIJKOOP VAN SLAVEN IN ENKELEKRUISHERENKLOOSTERS1dr.Roger Janssen o.s.c.Twee keer werd in de periodiek de Maaseikenaar^ zij het kort,aandacht geschonken aan de Aartsbroederschap van de HeiligeDrievuldigheid. Een eerste keer in 1984 toen Pater Sangers eenopsomming gaf van de broederschappen in de Kruisherenkerk inde 19dc eeuw. Hij vermeldde toen de Broederschap van O.-L-Vrouw, Behoudenis der Kranken (opgericht in 1869), deBroederschap van O.-L.-Vrouw Onbevlekte Ontvangenis (opgericht in 1855), de Broederschap van de Heilige Drievuldigheid totvrijkoop der slaven (heropgericht in 1856) en de Broederschap vanO.-L.-Vrouw van Kevelaer (heropgericht in 1859).2 Een tweedekeer kreeg de aartsbroederschap wat aandacht toen M. Hendrickxin 1994 twee zeldzame boekjes van Maaseikse broederschappenbesprak. Een daarvan droeg als titel: "Beweeg-reden ter devotie vanhet Aarts-Broederschap der Allerheiligste Drievuldigheid" en werd in1824 in Maaseik gedrukt door JJ. Titeux.31 Deze bijdrage verscheen in verkorte versie eerder in De Maaseikenaar, jg. 39, 2008, nr. 2,pp. 63-682 W. Sangers, Maaseiker nieuwsbrief. In: De Maaseikenaar, jg. 15, 1984, afl. 1, p.83 M. Hendrickx, Twee zeldzame boekjes betreffende Maaseiker broederschappen. In: DeMaaseikenaar, jg.25, 1994, afl. 2, pp. 70-71


136 DE AARTSBROEDERSCHAP VAN DE HEILIGE DRIEVULDIGHEIDDe broederschappen tot vrijkoop van slavenHet vrijkopen van gevangenen van de Islam was vanaf de 13deeeuw vooral het werk van twee orden: de Orde van de Trinitariers,die gesticht werd rond 1193 en de Orde van Onze Lieve Vrouw,die in 1222 werd opgericht. Ook de Franciscanen, gestichtomstreeks 1208, en de Lazaristen, gesticht in 1625, hielden er zichmee bezig.De broederschappen tot vrijkoop van christenslaven bij deTurken en de Moren werden sinds 1200 door de Trinitariers overEuropa verspreid. Deze orde van reguliere kanunniken trok zichhet lot van de slaven bijzonder aan. De leden van hun broederschapdroegen een wit scapulier, getekend met een rood-blauwkruisje. Zij verplichtten zich door gebed en aalmoezen om het lotvan de slaven te verlichten.Een van de Spaanse eretitels die Maria draagt, luidt NuestraSefiora de la Merced (= Onze Lieve Vrouwe tot Vrijkoop vanSlaven). Deze benaming gaat terug op de gelijknamige religieuzeorde. Van de achtste tot de vijftiende eeuw werden grote delen vanhet Iberisch schiereiland gecontroleerd door achtereenvolgens deAlmoraviden en de Almohaden. Zij werden kortweg Morengenoemd. Ze hadden een hoogstaande beschaving, die o.m. gekenmerktwerd door een grote wetenschappelijke belangstelling. DeIslam was hun godsdienst. In sommige perioden werden alleonderdanen gedwongen zich tot Allah te bekeren. Wie weigerdezich te onderwerpen, werd als slaaf verkocht in dienst van een moslim,tenzij er voldoende geld was om een losprijs te betalen. Omdeze toestand het hoofd te bieden richtten Petrus Nolascus (t 25december 1256) en Raymundus Nonnatus (t 31 augustus 1240)in 1222 de Orde van de Mercedariers op, officieel geheten Ordevan Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid tot Vrijkoop vanSlaven. De mannen en vrouwen die zich hierbij aansloten, steldenzich ten doel om christenen die als slaaf in bezit van een moslimswaren geraakt, vrij te kopen. Soms betaalden zij de losprijs doorzichzelf in hun plaats als slaaf aan te bieden. Naast de drie gewone


DE AARTSBROEDERSCHAP VAN DE HEILIGE DRIEVULDIGHEID 137kloostergeloften, beloofden de leden dat zij er alles aan zoudendoen om de christenen te bevrijden. De orde plaatste zichzelfonder bescherming van Maria. Daardoor kreeg zij bovengenoemdeeretitel erbij. Het bijbehorende feest (geplaatst op 10 augustusen 24 September) werd enerzijds ingesteld om Maria's hulp in teroepen bij deze riskante onderneming, anderzijds om haar tebedanken voor alle keren dat de Orde erin geslaagd was iemandvrij te krijgen.Nog heel lang werden de Turken, die behoorden tot de Islam,gezien als een bedreiging voor het voortbestaan van het christendom.Ook Turkse en Algerijnse zeepiraten namen christenengevangen en lieten hen als slaven werken. De losgelden die betaaldmoesten worden waren hoog. De veroveringsdrang van de sultanwas soms groot. Zo bijvoorbeeld stonden de Ottomanen in 1528en in 1683 aan de poorten van Wenen. Vanaf 1645 begonnen deTurken oorlogen tegen Venetie en later tegen Oostenrijk. Helelandstreken werden veroverd en men was ernstig bezorgd over hetlot van duizenden christenen, die onder Turks bewind moestenleven. Pas in 1683 werd aan hun opmars een einde gemaakt doorde Poolse koning Jan III Sobieski.De opmars van de Turken in Oost-Europa heeft grote indrukgemaakt op de bewoners van West-Europa. Op verschillendeplaatsen in de Zuidelijke Nederlanden en in het prinsbisdom Luikwerden in de zeventiende eeuw broederschappen tot vrijkoop vanslaven opgericht. Het voornaamste doel van de broederschappenwas het verwerven van fondsen. De leden, die doorgaans gerekruteerdwerden onder de gegoede burgerij, beloofden dagelijks tebidden voor de gevangenen en door middel van aalmoezen bij tedragen tot het vrijkopen van de slaven. Om de ellendige omstandighedente tonen waarin de gevangenen leefden, werden processiesgehouden waarin vaak vrijgekochte slaven meeliepen. Met hungiften konden de burgers ook aflaten verdienen.In Hasselt werd de Broederschap van de H. Drievuldigheid voorhet vrijkopen van "gevangenen" opgericht in 1655 en hernieuwd


138 DE AARTSBROEDERSCHAP VAN DE HEILIGE DRIEVULDIGHEIDin 1809. Er bevond zich voor de vrijkoop van christelijke slaveneen offerblok in de kerk. In Maaseik werd de broederschap in 1650opgericht. In Thorn bevindt zich in de abdijkerk eenTriniteitskapel. Het altaar uit de 17de eeuw herinnert aan de ordevan de Heilige Drievuldigheid tot vrijkoop van slaven, waaraanThorn geldelijke steun verleende.4De broederschap tot vrijkoop van slaven in MaaseikPrior Dublanc richtte in 1650 in Maaseik een Broederschap vande Heilige Drievuldigheid op. De prior voelde veel medelijden metde slaven in Turkse en Moorse dienst. De leden van de broederschap vergaderden elke tweede zondag van de maand in dekloosterkerk en hielden processies ter ere van de H. Drievuldigheiden van Maria van Remedie. Processiegangers die een kaars droegenen een aalmoes gaven, konden een voile aflaat verdienen. Dagelijksmoesten de leden zes Onze Vaders, zes Weesgegroeten en hetGlorie zij de Vader bidden. Bij de inschrijving gaven de leden driestuivers en verder elk jaar minstens een halve stuiver tot vrijkoopvan slaven.In 1661 liet Dublanc een devotieboekje drukken voor de ledenvan de broederschap: "Forme van Ontfankenisse in het Aerts-Broederschap van de Alderheyligste Drijvuldigheydt. Tot verlossingheder gevangen Christene slaven by de Turcken ende Barbaren, ende vande H. Maget Maria van Remedie. Opgerigt in de kercke van 't H.Cruys ende S. Jacob by de Cruys-broders binnen Maeseyck. Alsmedehet kort begrijp van den Instel, Regulen, principaelste Aflaten endePrivilegien van 't voorz. Aerts-Broederschap."5Dublanc schreef in 1663 een boek over de H. Drievuldigheid,Symbola Trinitatis, waarin hij in Latijns proza en verzen de leer overdit eerste mysterie van het Christendom uiteenzette. Een anderA W.Sangers & R. Janssen, Thorn, het witte stadje. Thorn, oktober 1982, passim5 M. Colson, Kroniek. In: Clairlieu, Tijdschriftgewijd aan degeschiedenis van de kruisheren,jg. 17, 1959, pp. 53-54


DE AARTSBROEDERSCHAP VAN DE HEILIGE DRIEVULDIGHEID 139boek, Altera Clavis Coeli diende om de magistraat van Maaseik aante sporen de broederschap tot vrijkoop te steunen.Hertzworms, die in 1671 Dublanc als prior opvolgde, ijverdeeveneens voor de broederschap. In 1663, toen hij nog kruisheervan Schwarzenbroich was, schreef hij voor het klooster vanRoermond een boekje Oeffeninghe van devotie ter eere van deAllerheiligste Drijvuldigheyd ende de H. Maged van Remedie. Hetwas een boekje ter ere van de H. Drievuldigheid en bevatte overwegingenover het Lijden des Heren, vooral voor Roermondenaarsdie in de zeven weken van de vasten de meditaties in zeven kerkenvan de stad bijwoonden.Uit de zeventiende eeuw bleven haast geen documentenbewaard. Nagenoeg de enige informatiebron vormen de aantekeningenvan S. Drost: hij noteerde de titelpagina van een intussenonvindbaar broederschapregister, dat naast de oprichtingsdatumook statuten en rekeningen zou hebben bevat. De achttiende eeuwkan iets beter gevolgd worden. Het convent bezit een Liber rationorumarchifraternitatis SS. Trinitatis, dat in 1662 aanvat en eindigtop 18 december 1822. Het bevat een lijst van alle voorgaande prefecten,assistenten en secretarissen, verder een reglement van debroederschap, een ledenlijst vanaf 1762 en tenslotte rekeningenvanaf 1662.6Steun van het collegiale kapittel van O.-L.-VrouwDe broederschap telde een prefect, twee assistenten en een secretaris. De eerste prefect was Guillielmus de Borman tot Grathem.Assistenten waren Arnoldus Mouwens en Henricus Crol. Secretariswerd Gerardus Bormans. Na de dood van Arnoldus Mouwens in1664 werd zijn zoon Guilielmus Mouwens assistent. Na de doodvan Henricus Croll in 1666 werd Gerardus Dominicus Clant6 R. Janssen, VijfhonderdJaar Kruisheren te Maaseik... een profieltekening. Maaseik, mei1982, pp. 32-33


140 DE AARTSBROEDERSCHAP VAN DE HEILIGE DRIEVULDIGHEIDassistent. Gerardus Bormans werd opgevolgd door Johannes Bex.Guilielmus de Borman werd opgevolgd door Fredericus Bormans,kanunnik van het collegiale kapittel van O.-L.-Vrouw.7De namen van het presidium van de broederschap zijn tot aande Franse Revolutie min of meer bekend. We laten ze hierna volgen.De kanunniken van het Collegiale Kapittel van O.-L.-M.-Vrouw participeerden nadrukkelijk:JaartalPrefectAssistentAssistentSecretarisWaltherus de la Tour,Jacobus Vlecken,Jacobus JacobiStephanus Malderskanunnik-dcken vanpastor"het collegiale kapittel8Mathis RyckenMichael DiernaLudolphus de Haen1705Nicolaus Smets,kanunnik van hetHerman MathiasBormansTheodorus Nienhoffcollegiale kapittel1714Henricus LudolphusPetrus van Dommelende Haen1718Henricus LudolphusReynerus VereyckenPetrus van DommelenJacobus van Boecketde Haen1723Laurentius Michiels,kanunnik van hetcollegiale KapittelJohannes BongaertsJohannes WeryMathias Loyens1762Petrus Mceuwisen,Arnoldus ThyssensCarolus EmondtsKruisheerJuni 1762Aroldus Thyssens,canonicus coadjutorJohannes SimonsJohannes JacobusRuttenGisbertus Carolusvan der Meer"Coll. Ecd.'°7 Archief Kraisheren Maaseik, I.C.5; Fredericus Bormans was kanunnik-deken van 1665tot 1682. Hij werd als een zeer deugdzaam man geprezen. Prior Dublanc vereerde hem metLatijnse verzen. L. Heere, M. Hendrickx & R. Janssen, Lijst van kanunniken van hetKollegiale Kapittel van Onze Lieve Vrouw in Aldeneik en Maaseik (ca. 992-1797). In:Maaslandse Sprokkelingen, Nova Series, jg.5, nr.4, februari 1982, p. 208 Kanunnik vanaf 1669; deken van 1682 tot 1703; overleden op 18 September 1703.L. Heere, M. Hendrickx & R. Janssen, o.c, p. 209 Jacobus Vlecken, afkomstig uit Tongeren, was gedurende vijftien jaar pastoor vanStokkem. Op 14 September 1679 werd hij tot een kanonikaat toegelaten. Hij overleed op 25oktober 1699. L. Heere, M. Hendrickx & R. Janssen, o.c, p. 4410 Arnoldus Thyssens was een zoon van Th. Thyssens en Maria Catharina Engelen. In1754 werd hij vicaris van de proost, graaf de Horion. In 1762 werd hij vicarius coadjutor vankanunnik de Pergens. In 1763 werd hij als kanunnik geinstalleerd. In 1793 was hij vice-dekenen in 1795 vice-scholaster. L. Heere, M. Hendrickx & R. Janssen, o.c, p. 3011 Gisbertus Carolus Van der Meer, burgemeester van Maaseik, stamde uit een invloedrijkgeslacht in Tongeren. Hij huwde in Maaseik met Eva Bongaerts. Drie van hun kinderen kozenvoor de religieuze staat: Joannes Bartholomeus werd in 1788 pastoor van Kessenich, Petrus


DE AARTSBROEDERSCHAP VAN DE HEILIGE DRIEVULDIGHEID 141JaartalPrefectAssistentAssistentSecretarisMei 1763Arnold us ThyssensLeo Jacobus SmetsPetrus Eubels,geneesheerJuli 1764Arnold us ThyssensJohannes MathiasThyssensNicolaus BoelenJuli 1765Arnoldus ThyssensHenricus GielenJohannes JoostenJuni 1768Nicolaus BoelenJohannes JoostenJuni 1771Leo SmetsJohannes MathiasThijssen1772Joannes StalsJohannes MathiasThijssen1773Nicolaus Daniels,deken van hetcoUegiale kapittel12Joannes StalsJacobus Carlier,priester"1774Nicolaus DanielsJacobus CarlierJoannes Lenders,notaris1775Nicolaus DanielsJacobus CarlierNicolaus Boelen1778Nicolaus DanielsJacubus CarlierNicolaus Boelen1784Nicolaus DanielsJacobus CarlierJohannes MathiasThyssen1786Andreas AegidiusStalmans, deken vanhet coUegiale kapittel14Gebrek aan interesse na de Franse TijdPius VII verleende op 8 augustus 1823 een voile aflaat aan deleden van de broederschap. Dat was bij gelegenheid van de heroprichting.Toen werd ook het hierboven geciteerde boekje van 114bladzijden bij JJ. Titeux gedrukt. Verdere informatie ontbreekt totDominicuus werd eerst kanunnik van het coUegiale kapittel in Maaseik en later kapelaan vanSusteren en Maria Margaretha Catharina koos voor het kloosterleven. R. Janssen, De kroniekvan Carts. Hasselt, 1986, p. 3212 Nikolas Richard Daniels, zoon van J.S. Daniels, burgemeester van Luik, en BeatrixUrsula de Raick, was deken van het coUegiale kapittel van Maaseik van 12 april 1747 tot aanzijn dood op 26 rnaart 1785. L. Heere, M. Hendrickx & R. Janssen, o.c, p. 21'•' Jacobus Carlier was vicaris van het coUegiale kapittel van Maaseik. In de Franse Tijd weigerdehij de Eed van Haat af te leggen. R. Janssen, De kroniek van Caris, p. 3214 Geboren op 30 april 1736. Zoon van Jacobus Stalmans en Anna Catharina Vlecken.Zijn ouders woonden op de Markt in Maaseik. Hij overleed op 9 oktober 1797 in de hoedanigheidvan deken van het coUegiale kapittel. L. Heere, M. Hendrickx & R. Janssen, o.c,p. 21


142 DE AARTSBROEDERSCHAP VAN DE HEILIGE DRIEVULDIGHEID1856. In dat jaar werd de Broederschap van de HeiligeDrievuldigheid door prior C.W.A. de Bruijn in de kruisherenkerkweer opgericht. Ze kwam echter niet meer tot bloei. Het registermet de namen van de leden toont aan dat er naast 15 kruisherenslechts 39 leden waren (2 mannen en 37 vrouwen). In 1914 was ernog een lid en in 1922 werd ze opgeheven.15Schilderij van de broederschap van MaaseikIn 2007 restaureerde Kathy Vincke een schilderij uit de zeventiendeeeuw van de Maaseikse Broederschap tot Vrijkoop van slaven.Het kon gerestaureerd worden dank zij de milde giften vanhet Cera-fonds. Compositorisch is het werk in twee helftengedeeld: de bovenste helft toont de voorstelling van de HeiligeDrievuldigheid met links de figuur van de verrezen Christus, in hetmidden de Heilige Geest in de vorm van een duif en rechts Godals schepper van hemel en aarde. De goddelijke personen zitten opeen wolk die ook de bovenste helft van het werk scheidt van deonderste helft. Ze zijn omgeven door putti. De voorstelling is eenduidelijke verwijzing naar de broederschap onder het patronaatvan de Heilige Drievuldigheid. Op de onderste helft van het schilderij zijn vijf figuren afgebeeld. Rechts zitten twee aan een blokgeketende slaven. Links zijn de figuren die een rol spelen bij devrijkoop. Hun houding en expressie tonen aan dat zij de daad vannaastenliefde opdragen aan de Heilige Drievuldigheid. Uiterstlinks is een jonge man afgebeeld in kruisherenhabijt. Schuin achterhem staat een oudere man in eenvoudige kledij. Waarschijnlijkis dit een reeds vrijgekochte slaaf. Op de voorgrond zit een manmet een knie geknield op de grond. Aan zijn kledij, die zeventiendeeeuws is, is te zien dat hij van gegoede afkomst is. Vermoedelijkis het werk geschilderd in zijn opdracht en naar aanleiding van eenbelangrijke donatie aan de kruisheren.15 Archief Kruisheren Maaseik, I.C.3. Er zijn twee registers. Het eerste draagt als titel:11 Register van het Broederschap der Allerheiligste Drievuldigheid vervolgd sedert 1856 door C. WA.de Bruijn... "en bevat naast een ledenlijst een afschrift van de bul van Pius VII uit 1823. Hettweede register draagt als titel: "Confraternitas Sanctissimae Trinitatis" en bevat slechts eenledenlijst uit 1884. R. Janssen, Vijfhonderd Jaar Kruisheren in Maaseik, pp. 33 en 40


DF. AARTSBROF.DFRSCHAP VAN DE HEILIGE DR1EVULDIGHEID 143In de kerk van Thorn bevindt zich een schilderij met eengelijkaardig onderwerp en een vergelijkbare voorstelling van hetgebeuren. Twee franciscanen hebben het geschilderd: RogeriusPescador en broeder Cornells.16 Zijn zij ook de schilders van hetgerestaureerde doek van de kruisheren? We weten het niet. Sindshun komst in Maaseik in 1626 preekten de franciscanen om beurtmet de kapucijnen in de parochiekerk. In hun noodkapel in deBoomgaardstraat begonnen ze dadelijk na hun vestiging met prekenen biechthoren. Tevens bevorderden ze er devotie tot Maria"• K.Vincke, Restaumtieverslag Schilderij: olie op doek. Voorstelling: Vrijkoop vanChristemlaven. 02.03.2007, pp. 2-4


144 DE AARTSBROEDERSCHAP VAN DE HEILIGE DRIEVULDIGHEIDdoor het oprichten van een broederschap van de Moeder derSmarten. Ook de broederschappen van het Koordje en van deDerde Orde trok vromen tot de franciscanen.De franciscanen timmerden en metselden zelf hun kerk volgenshet oude gotische systeem. Enkel de (weinige) versieringen werdenin barok uitgevoerd. Geliefd werden zij pas echt in Maaseik vanaf1634 door het verplegen van pestlijders. Zes of meer paters bezwekendat jaar aan de pest. Vanaf 1680 bedienden ze, op verzoekvan de vorstin-abdis, de kapel van Onze Lieve Vrouw onder deLinden in Thorn. Hun invloed op het geestelijk leven van de stiftdameswas niet gering. Met de kruisheren onderhielden ze vriendschappelijkebetrekkingen. Overigens zegende een kruisheer op 9februari 1675 de kapel in Thorn voorlopig in: Theodoor Meghens,doctor in de theologie en professor aan de universiteit vanKeulen.17De broederschap tot vrijkoop van de slaven in enkele anderekruisherenkloostersHet voorbeeld van het Maaseikse klooster werkte aanstekelijk.Ook in de kruisherenkloosters van Roermond, Venlo, Sint-Agathaen Ehrensteiun werden Triniteitbroederschappen opgericht.18In Roermond werd de broederschap opgericht door priorGerard Glaas (Glas, Glaus, Gelasius). Deze conventualis vanHohenbusch had theologie gestudeerd aan de universiteit vanKeulen en was van 1646 tot 1657 prior van Wickrath geweest en17 L. Heere, Het voormalige minderbroedersklooster, thans Ursulinenklooster te Maaseik.Lezing gehouden op 9 februari 1965... voor de Geschied- en Oudheidkundige Kring te Maaseik.(Maaseik, 1965), 9 p.18 Volgens P. Van den Bosch waren de meest voorkomende broederschappen bij de kruisheren die van het Heilig Kruis en die van de Heilige Drievuldigheid. De leden van deTriniteitsbroederschap konden door het geven van aalmoezen gevangen genomen christenenhelpen loskopen. Later werden de verzamelde gelden gebruikt voor de noden van de arme kinderenin Azie en Afrika. P. Van den Bosch, Sie teilten mit Jedermann. Eine kurze Geschichte desOrdens der Kreuzherren. Bonn, 1978, p. 88; R. Janssen, 750 jaar kruisheren. Vijf breuklijnenvan traditie en vernieuwing in de Orde van het H. Kruis, 1248-1998. Rome, 1999, p. 100


DE AARTSBROEDERSCHAP VAN DE HEILIGE DRIEVULDIGHEID 145tevens pastoor van de parochie. Hij had er zich moeten werentegen de protestanten, zeker toen beslag werd gelegd op dekloostergoederen en de processies verstoord werden. In 1657 werdhij prior van het kruisherenklooster van Roermond en bleef ditambt bekleden tot aan zijn dood in oktober 1676. Drie keer werdhij tot definitor van de orde benoemd, met name in 1658, 1664en 1670. In 1670 visiteerde hij de kloosters van Emmerich enDiisseldorf. In 1661 richtte hij de Confraterniteit van deAlderheyligste Drijvuldigheyt en de H. Maghet Maria van Remedieaengaende op, om gevangenen uit de slavernij van de Turken vrij tekopen. Deze broederschap telde weldra duizenden leden.19In 1645 richtten de kruisheren van Venlo in hun kerk eenBroederschap van het H. Kruis op. Misschien bestond ze vroegeral en werd ze nu heropgericht. Ze was een samensmelting van tweebroederschappen: de Broederschap van de H. Drievuldigheid, eensoort Derde Orde van de Trinitariers, en van de Broederschap vanhet H. Kruis. In 1645 sprak men dan ook van de Vergaderinge ofieBroederschap der alder H. Dryvuldigheyt ende des H. Kruys. DeRoermondse subprior en latere prior van Maaseik en weer later vanVenlo, Arnold Hertzworms, schreef voor deze broederschap in1663 devotieboekjes. In Venlo werd de Broederschap van de H.Drievuldigheid altijd gekoppeld aan die van het H. Kruis. DeVenlose leden moesten elke dag vijf Onzevaders en Weesgegroetenter ere van de Vijf Heilige Wonden van de Heer bidden. Op vrijdagbaden ze de litanie van het H. Kruis of een rozenhoedje volgensde Droeve Geheimen en kwam om vijf uur naar het Lof in dekruisherenkerk om het H. Sacrament met licht te vereren. Op dederde zondag van de maand woonden ze de hoogmis en het lof bijin de kruisherenkerk. Op de eerste zondag werd er na de hoogmiseen vergadering met een korte preek gehouden, er werd gebedenvoor de levenden en de overledenen en de relikwie van het H.19 J. Habets, Geschiedenis van het tegenwoordige Bisdom Roermond en van de Bisdommen diehet in deze gewesten zijn voomfgegaan. Roermond, 1892, dl. II, p. 652; L. Heere, HetRoermondse Kruisherenklooster ofClooster van S. Cornells binnen Ruremonde van de canonikerorder des H. Cruys. Overdruk uit Publications ... dans leLimbourg, jg. 57, 1941, pp. 32-33


146 DE AARTSBROEDERSCHAP VAN DE HEILIGE DRIEVULDIGHEIDKruis werd vereerd. Om de drie maanden deelde de broederschap's maandags aalmoezen uit. Voor alle overleden leden werden opiedere eerste maandag om acht uur een H. Mis en daags naAllerzielen om half tien een solemneel jaargetijde gecelebreerd.Aflaten waren te verdienen op de beide Kruisfeesten, op Sint-Augustinus, Sint-Nicolaas en de kerkwijdingverjaardag. Enkelmannen konden lid worden van de Kruisbroederschap. Ze werdbestuurd door een prefect, twee assistenten, zes raadsheren en eensecretaris. Het bestuur werd elk jaar op de eerste zondag van januarigekozen. De rector was een kruisheer. Men begon met 23 ledenin 1645. In 1745 telde de broederschap 150 leden. De broederschap kon in dat jaar roemen op 600 overleden broeders. In 1745werd het eeuwfeest van de H. Kruisbroederschap groots gevierd.Van een Drievuldigheidsbroederschap was toen al geen sprakemeer. De laatste keer dat haar naam opdook in documenten was in1668 toen iemand twee rijksdaalders schonk.20In Ehrenstein stond de apostolische delegaat Fabricius aan priorJohannes Bachs toe om op de boerderij in Schladern (parochieDattenfeld), die aan de kruisheren toebehoorde, een kapel te bouwenen godsdienstoefeningen te houden. De parochiekerk lag zeerver verwijderd van deze boerderij, terwijl in de omgeving veel protestantenwoonden. Bachs (Bacchius, Paggius) was een kruisheervan Beyenburg, die in Ehrenstein prior werd van 1680 tot 1683 envan 1688 tot 1697. De kerk van Ehrenstein was toegewijd aan deHeilige Drievuldigheid. In 1697 richtte Bachs er de Broederschapvan de H. Drievuldigheid op.21In Sint-Agatha werd de broederschap in 4689 opgericht. In datjaar verscheen Kort begryp van de regelen, privileglen ende aflaetenvan het Aerts-broederschap van de Alderheyligste Dryvuldigheudt,ende van de H. Maget Maria van Remedie, tot verlossinge van degevangene Christene Slaven, bevestigt door onzen H. Vader20 L. Heere, Het Kruisherenklooster te Venlo 1645-1856. in: Publications... dans leLimbourg, dl. 94-95, 1958-1959, pp. 214-21621 R. Haass, Die Kreuzheiren in den Rbeinlanden. Bonn, 1932, p. 190


DE AARTSBROEDERSCHAP VAN DE HEILIGE DRIEVULDIGHE1D 147Innocentius XI, den 17 February 1680, opgerichtin yt klooster van S.Agatha, in 't landt van Kuyck, met autoriteyt van de overste en approbatievan den bisschop aldaer, in 'tjaer 1689. Tot Venlo, bij HenricusKorsten, boeck-drucker en verkooper.22 In 1718 ontvingen de kruishereneen akte van bevestiging van de oprichting van de broederschapvan de Heilige Drievuldigheid door Albertus Pepin, provinciaalvan de Trinitariers in Douai. In 1844 schreefW. de Jonge eenbrief aan de prior van Sint-Agatha met daarin de vraag om de geldenvan de broederschap van de Heilige Drievuldigheid te bestedenvoor de missie in Amerika.23J2 C.R. Hermans, Annales Canonicorum regukrium St.Augustini Ordinis S.Crucis. DenBosch, 1858, dl. 3, p. 428-' H. Douma, Inventaris van het archiefvan het Kruisherenklooster Sint-Agatha, 1371-1887.Den Bosch, 1972, in: Clairlieux jg.28-29, 1970-1971, p. 14


KRONIEKRELIGIEUS ERFGOEDMieke Van Zanten, Religieus erfgoed uit kerken en kloosters in de Lage Landen.Gei'llustreerd lexicon van Nederlandse en Vlaamse termen. Walburg Pers, 2008,309 p., ill.Een rijk boek is het, dat dr. Mieke Van Zanten schreef over het religieus erfgoed. 'Religieus' gaat over de voorwerpen die een rol speelden in het religieuzeleven en in de liturgie. In het boek wordt tevens aandacht geschonken aan deparafernalia die drager zijn van religieuze beeltenissen en daarom in kerken,kloosters en pastorieen zijn bewaard (bijvoorbeeld devotionalia en penningen).Bovendien worden ook de voorwerpen beschreven die een religieuze connotatiemoeten ontberen maar wel om hun historische rol in kerken worden aangetroffen(bijvoorbeeld eeuwenoude stoven, de leren blusemmer en de zerkenlichter).De voorwerpen in dit boek zijn aangetroffen in christelijke kerken van allegezindten, hun pastorieen, gemeenschaps- of buitenruimten en in vrouwen- enmannenkloosters in Nederland en Vlaanderen. Dit gei'llustreerd lexicon biedtvoor elke term een zeer klare en bondige uitleg. Een aanrader is het voor aliendie met kerkelijke kunst en geschiedenis te maken krijgen! De illustrades zijnvan grote kwaliteit, zeer gevarieerd en met grote zorg geselecteerd. Spijtig dat deherkomst niet aangeduid wordt. De 900 foto's zijn, aldus Van Zanten, omwillevan het taalkundig karakter van deze uitgave geplaatst zonder kunsthistorischegegevens en vanwege de anonimiteit omtrent hun erfgoed, ook zonder herkomst. Onder de erfgoedbeheerders in Nederland en Vlaanderen bestond alenige tijd behoefte aan een gestandaardiseerde trefwoordenlijst van religieuzeobjecten. Door het verschijnen van dit schitterend werk van Mieke Van Zantenwordt aan deze behoefte voldaan.Roger Janssen o.s.c.


150 KRONIEKROOMS-KATHOLIEKE BLOEDGETUIGEN UIT NEDERLAND INTWINTIGSTE EEUWDEOnlangs verscheen het reeds lang aangekondigde martelarenboek Getuigenvoor Christus. Rooms-katholieke bloedgetuigen uit Nederland in de twintigsteeeuw. Dit boek werd geschreven in opdracht van de NederlandseBisschoppenconferentie en uitgegeven onder de eindredactie van dr. P. Hamans,kerkhistoricus en pastoor te Sint Odilienberg. Het is een historisch-biografischepresentatie van een groot aantal katholieke Nederlanders die om het leven zijngekomen, vooral in situaties van oorlog en vervolging. In hoofdstuk VI vandeel II dat martelaren presenteert van religieuze Orden komen de kruisheren aande beurt, in totaal 22 met van ieder een foto. Vier medebroeders lieten hunleven in Nederlands-Indie: Jan van Hoek, Herman de Bekker, Gerard Jansenin de Wai en Antoon Walter van Dijk. In het concentratiekamp in Duitslandtijdens de Tweede Wereldoorlog overleed medebroeder Jan Herman Campmanen Jan Smit werd in januari 1965 doodgeschoten in Irian Barat. Van de medebroeders martelaren in Congo zijn alleen de Nederlanders opgenomen. Medebroeder Roger Janssen uit Maaseik presenteert bij de foto van iedere martelaareen korte, gedegen biografie. Voorafgaand aan de voorstelling van onze martelaren in Congo beschrijft Roger het begin en de ontwikkeling van deCongomissie van de kruisheren vanaf 1920, de rebellie in Oost-Congo en deperiode van negen maanden die voorafgingen aan die fatale voorlaatste dag inde maand mei van het jaar 1965 (augustus 1964 - 30 mei 1965). Met dit allesgeeft Roger een goed en toegankelijk beeld van onze martelaren, hun 'curriculum' en hun gedrevenheid. Een prima realisatie, die door de opname in dezenationale publicatie, er zeker toe zal bijdragen om de namen van onze martelaren in de herinnering van velen te laten voortleven, ook buiten onze Orde,omwille van hun inspirerend geloofsgetuigenis tot en met de gave van hunleven. De rode omslag van het boek wil de zegestrijd van de bloedgetuigenafbeelden: een wapperende vaandel waarop rond het kruis tal van Nederlandsemartelaren uit de twintigste eeuw staan afgebeeld. Temidden van hen onderkennenwij de medebroeders Marinus Godefrooy, Jan van Oort, Huub vanLieshout, Peerke Verkuijlen, Wim van Wetten en Jan Smit. Het boek is opglanzend papier gebonden uitgegeven.H. Wagemans o.s.c.


KRONIEK 151LATIJNSE SCHOLEN IN LIMBURGIn Archief- en Bibliotheekwezen in Belgie, dl. LXXXVII, nr.1-4 verscheen oppp. 43-62 van de hand van Johan Van Der Eycken De Limburgse Latijnse scholen tijdens het ancien regime. In het kader van een Max Wildiersproject van deVlaamse Gemeenschap en een project van DWTC wordt in het RijksarchiefLeuven gewerkt aan een archiefgids voor de Vlaamse collegearchieven uit deNieuwe Tijd. Het middeleeuwse onderwijslandschap, dat hoofdzakelijkebestond uit abdij-, kapittel-, parochie- en stadsscholen, onderging eerst met deBroeders van het Gemene Leven, en meer in het algemeen vanaf 1580, eenmetamorfose. In het kader van de contrareformatie richtte men overal inVlaanderen colleges op. De jezuieten en de augustijnen namen het voortouw. Zewerden al snel gevolgd door de oratorianen, de franciscanen-recollecten, de minderbroedersen de kruisheren. Alhoewel de organisatie van deze scholen eenplaatselijke aangelegenheid was en er geen echte centrale regelgeving bestond,zijn er grote gelijkenissen tussen de verschillende scholen. Reglementen en organisatiemodellenvan een school dienden vaak als voorbeeld voor een andere.Toch zijn er ook grote verschillen. Eerst geeft Van der Eycken een overzicht vande Limburgse onderwijsinstellingen. Op pp. 46 en 47 belicht hij de oprichtingdoor Ernest van Beieren (1581-1612) van een seminarie in Luik, een Klein-Seminarie in Sint-Truiden en een gelijkaardige instelling in Maaseik (voor deopleiding van Duitstalige priesters). Deze stichting bleek echter niet levensvatbaaren een poging om de gebouwen van de kruisheren voor dit seminarie tegebruiken, stootte op zwaar verzet. Uiteindelijk bood de eerste rector GabrielHennaerts, eind 1602 zijn ontslag aan. In de zeventiende eeuw volgde onderinvloed van de religieuze orden een nieuwe stichtingsgolf in o.m. Bree,Tongeren, Hasselt en Munsterbilzen. In Maaseik werd de in 1620 opgerichtekloosterschool van de kruisheren in 1644 tot een volwaardige Latijnse schoolomgevormd (p. 48). Van der Eycken bespreekt in deze bijdrage vooral hetarchief. Er is in Limburg zeer weinig archief bewaard van de verschillende scholen. Voor Maaseik vermeldt Van der Eycken op p. 55 de overbekende brief vande prior-generaal aan prior Vossen waarmee hij deze beval de Latijnse school tesluiten. De brief werd op 14 augustus 1765 door de secretaris van de generaalJoannes Franciscus Waltherii opgesteld. In het archief van de Latijnse school vanMaaseik, dat bewaard wordt in het archief van het kruisherenklooster, bevindtzich ook een stuk met betrekking tot de overdracht van de school aan de minderbroeders.Het curriculum van de Maaseikse Latijnse school kan dankzij hetrelict van het provinciale kapittel van 1647 worden nagegaan. In dit documentstaan de leraars en de vakken die ze gaven, vermeld. Het werd gepubliceerd doorC.R. Hermans in de Annales (dl. Ill, p. 720). Van der Eycken vermeldt hetdocument op pp. 57 en 59. In zijn geheel geeft deze bijdrage een brede kijk ophet katholieke onderwijslandschap in de Contrareformatie. De kruisheren speeldener een rol in. Uit de bewaard gebleven archieven kan men niet achterhalenhoe groot hun rol is geweest. Wei kan men, via de vergelijking met de andereonderwijsinstellingen, nagaan welke rol ze gespeeld hebben.Roger Janssen o.s.c.


152 KRONIEKMGR. ANDREAS CREEMERSIn juni 2007 verscheen Zienderogen anders, een jubileumuitgave van deGeschied- en Heemkundige Kring Groot-Bree ter gelegenheid van het 25-jarigbestaan. Het is een mooi fotoboekje van Groot-Bree, dat opent met een vers vanWalter de Mulder: " Tonen wat er was, bewaren hoe het was, kijken naar onuitwisbaredromen, fotograferen: heimwee van morgen verzamelen" Op pp. 124-125treffen we een familiefoto aan die genomen werd bij gelegenheid van de eremisvan kruisheer Andreas Creemers. De foto werd genomen aan het ouderlijk huis"De Kluis". Creemers werd in 1955 bisschop van Bondo en overleed in Neerpeltin 1971. Bijna alle aanwezigen op de foto worden met naam en toenaamgeduid...Roger Janssen o.s.c.FALKENHAGENHeinrich Festing schreef twee fraaie boeken over Falkenhagen. In 2005publiceerde hij Kloster undkatholisches KirchspielFalkenhagen (254 p.). Dit boekbevat drie delen. In het eerste deel wordt het klooster Falkernhagen belicht vanafde stichting in 1232 tot aan de opheffing in 1596 van het kruisherenklooster. Inhet tweede deel spelen de jezuieten de hoofdrol, met name van 1604 tot 1773.In het derde deel schenkt de auteur aandacht aan de jaren 1773 tot heden. Dekruisheren komen aan bod in de bladzijden 45 tot 103. Festing brengt in verbandmet de economische situatie van het klooster nieuwe gegevens aan. Debeschrijving van de kloosterkerk is de moeite waard. De geschiedenis van debewoners van het klooster is enigszins klassiek (lees: bekend). Goed gekozenillustraties geven aan dit boek een meerwaarde. Wie de invloed van deReformatie op het kloosterleven van de kruisheren wil bestuderen, mag aan ditboek niet voorbijgaan.Een tweede boek waarin over de kruisheren van Falkenhagen wordt geschreven,verscheen in 2008. Het draagt als titel: Festschrift 750 Jahre Sabbenhausen(Liigde/Sabbenhausen, 2008, 95 p.). De kruisheren komen aan bod op de bladzijden 32 tot 43. Speciale aandacht krijgt het herstel van het verwoeste cultuurlandschapen de vernielde dorpen na 1432, dus na de verwoesting van hetklooster van de cistercienzerinnen en de overname door de kruisheren.Roger Janssen o.s.c


KRONIEK 153MARCEL COLSONIn Limburgse Monografieen (jg.19, nr.l (74), maart 2008, 31p., ill) publiceerdeRoger Janssen over kruisheer Marcel Colson. We citeren enkele fragmentenuit deze monografie. Reeds tijdens zijn theologiestudies hield Colson zich bezigmet de studie van de ordesgeschiedenis. Samen met enkele confraters organiseerdehij lezingen in eigen kring, verzamelde gegevens op steekkaarten envormde een werkgroepje, dat later mee aan de basis lag van de geschiedkundigekring Clairlieu. Hij werd de stuwende kracht van het gelijknamige tijdschriftClairlieu, dat in 1942 voor het eerst in druk werd uitgegeven.Marcel Colson publiceerde verschillende originele bijdragen over de kruisheren:- Broeder Peter Hermans der Cruysbroeders van Maaseik (+1723). in: Het OudeLand van Loon, jg.7, 1952, pp. 154-156- Prior Jakob Wanzon der Kruisheren van Maaseik (1691-1700). in: Het OudeLand van Loon, jg.7, 1952, pp. 168-170- Het Kruisherenklooster te Maaseik tijdens de Franse Revolutie. in: DeKruisheren te Maaseik, Lichtland-Diest, 1955, pp. 141-213- De Kruisheren van Venlo tijdens de Franse Revolutie. in: Clairlieu, jg.13,1955, pp. 49-79, jg.14, 1956, pp. 3-59- De eigendommen der Kruisheren van Maaseik onder en na de Franse Revolutie(1797-1855). in: Het Oude Land van Loon, jg.ll, 1956, pp. 121-160- Een Kruisherenhandschrift te Bazel. in: Clairlieu, jg.30, 1972, pp. 25-41Na zijn dood noemde A. Ramaekers hem "een bij die van de ene bloem naar deandere vliegt, en die van dl die bloemen genieC Want Colson had belangstellingvoor de meest uiteenlopende dingen, als ze maar iets met schoonheid of methistorie te maken hadden, en dan liefst nog met de historie van zijn eigen ordeof van zijn geboortestad. Zijn kloosterleven hing aaneen via erg verschillendeperioden met allerlei bezigheden in de diverse kloosters van de orde en heel veelbuiten die kloosters. De lijst van zijn uitgegeven werken of bijdragen over dekruisheren was niet zo groot. Zijn kracht lag veeleer in het "anderen laten werken"'. voor vele confraters was hij de stimulator om over de kruisheren te publicerenin bekende naslagwerken zoals de Dictionnaire de Spiritualite, deDictionnaire de Droit canonique, de Dictionnaire dHistoire et de Geographiqueecclesiastique en het Nationaal Biografisch Woordenboek. Waar iets moest uitgegeven worden, van welke aard dan ook, was hij de ervaren raadsman en helper, dieop de duur een kenner was geworden van alles wat met uitgeven en drukken temaken had. Zelf werkte Marcel Colson mee aan allerlei werken door opzoekingen,door het nazien van drukproeven en door het persklaar maken van uitgaven.Tenslotte werd hij de oprichter van de uitgeverij Lichtland in Diest. Dit wasecht zijn winkel: nu kon hij onderhandelen, stimuleren en organiseren, contactenleggen en reizen.Colson was ook een organisator, die bij alle mogelijke gelegenheden onvermoeibaarplannen maakte en ze ook uitvoerde. Bij gelegenheid van de vieringvan het honderdjarig bestaan van het kruisherenklooster in Diest verscheen in


154 KRONIEK1945 een gedenkboek en werd een interessante tentoonstelling mogelijkgemaakt. Toen in juli 1949 de relikwieen van de heilige Odilia feestelijk vanuitKerniel naar Diest werden overgebracht, lag de organisatie grotendeels in dehanden van Colson. In 1961, bij gelegenheid van de 750-jarig bestaan van deorde, vond in Diest een herdenking plaats. In dat jaar werd een volledige jaargangvan Clairlieu gewijd aan De oorsprong van de Orde der Kruisbrieders ofKruisheren. Ze was van de hand van Dr. Henri Van Rooijen. In zijn woord voorafdankte hij "de Redactie van Clairlieu, die op tal van punten kostbare kritiekleverde, aan L. Heere o.s.c. en M. Colson o.s.c, die belangrijke gegevens verschafienen aan G. van Hoorn o.s.c, die bij de ontcijfering van oude teksten kostbare hulpverleende. " Bij de onthidling van het Kongo-monument in Hasselt in 1970 wasColson alweer prominent aanwezig. Tenslotte was er de viering van het 600-jarigbestaan van het klooster Sint-Agatha met een wetenschappelijk congres, een tentoonstelling en de uitgave van de inventaris van het kloosterarchief. In hetarchief van Clairlieu bleven aantekeningen van Colson bewaard over de meestuiteenlopende onderwerpen betreffende de geschiedenis van de Orde van het H.Kruis. We noemen slechts enkele thema's: een tekst van een Tv-uitzending overhet voormalige kruisherenklooster van Kerniel, d.d. 15 mei 1959, presentatorM. Colson; correspondentie over kruisheer-missionaris M. Konings; een liederenbundelvan het kruisherenklooster van Venlo, samengesteld door M. vanBesel o.s.c. onder de naam van Fasciculus Cantionum, 1741; correspondentieover de wijziging van Penintentenstraat in Penitentinenstraat in Leuven en eenbibliografie betreffende prior Mulot van het kruisherenklooster van Parijs.SUXYMurielle Madan en Christan Robinet schreven een mooi boek over Suxy...dit entre nous (Virton, 2007, 237 p.). De auteurs van dit rijkelijk van foto's voorzieneboek besteden ook aandacht aan de rol van de kruisheren in Suxy. Oppp. 94-102 vertellen zij over de pastorale taken en het culturele erfgoed van dekruisheren. De gerestaureerde kapel van de kruisheren is een bezoek zekerwaard.Roger Janssen o.s.c.


"<strong>CLAIRLIEU</strong>"* Tijdschrift ff'wijrl tiiiu ~de Gesrhicdenis van de Kruisheren.* De auieurs blijven vcraittivoordelijk voor him tekst.* Redactie : Dr. R.J.M. Janssen o.s.c.Pelserstraat 33B-3680 - Madseik* Admmistratie- voor Belgie : Geschiedkundige Kiting ClairlieuKruisherenkloosterPelserstraat 33B - 3680 - Maaseik(EQ 000.0122679.71)- voor Nederland: Administratic ClairlieuPostbus 3NL-6116-ZG-Roosteren(Giro : 816.444)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!