MENSEN IN WORDING Theologische, ethische en pastorale ...

MENSEN IN WORDING Theologische, ethische en pastorale ... MENSEN IN WORDING Theologische, ethische en pastorale ...

10.07.2015 Views

centrale zenuwstelsel (ruim 3 weken), omdat dit de voorwaarde is voor het kunnen voelenvan pijn. Weer anderen leggen de grens bij de levensvatbaarheid (nu nog ± 24 weken) of zelfsde geboorte. Een ander argument dat in dit verband wordt genoemd is dat in de natuur altijdal ruim de helft van de menselijke pre-embryo's verloren gaan, ten dele doordat zij afwijkingenhebben waardoor zij zich niet kunnen innestelen, ten dele ook als volkomen normalebevruchte eicellen. Het verloren-gaan van deze embryo's wordt, als men het al merkt, alsemotioneel veel minder pijnlijk ervaren dan dat van een "gevormde vrucht".Met het aangeven van deze en dergelijke grenzen kan men overigens nog verschillendekanten op. Zij betekenen bijvoorbeeld niet voor iedereen dat vanaf dàt moment sprakeis van volledige beschermwaardigheid, laat staan van een volledige menselijke persoon. Ditkomt onder meer daardoor, dat men niet één punt, maar verschillende opeenvolgende fasenvan belang acht op de lijn van toenemende beschermwaardigheid. En dit standpunt behelstevenmin dat vóór dat bepaalde moment alles maar met de vrucht zou mogen worden gedaan.Een illustratie bij dit laatste: in de joodse traditie heeft een vrucht voor de geboorte nog nietde persoonsstatus, en wordt het doden ervan dan ook niet gelijk gesteld met het doden vaneen mens. Toch wordt het afbreken van een zwangerschap doorgaans gezien als eenhandeling die geheel ingaat tegen de bedoeling van God met de schepping, in het bijzondermet het huwelijk, en dus beschouwd als een zwaar vergrijp.c De beschermwaardigheid van het embryoZoals gezegd wordt bij beide benaderingen een andere klemtoon gelegd: in de één bij demorele relevantie van de ontwikkelingsfasen, in de ander bij de ononderbroken lijn vanaf hetmoment van de conceptie. Beide posities achten wij in principe zeer goed te onderbouwen.Zelf acht de commissie het van belang om de beide lijnen uit de traditie zo dicht mogelijk bijelkaar te houden. Met de rooms-katholieke en een deel van de reformatorische traditie willenwij het belang van de continuïteit in de ontwikkelingsgang van een mens vanaf debevruchting beamen. Er is geen moment dat zo'n eenduidig begin vormt van een mens alsjuist de bevruchting. Gegeven een aantal voorwaarden is het ontegenzeggelijk zo dat een preembryozal uitgroeien tot een mens. Dat houdt in dat wij vanaf het moment van bevruchtingverantwoordelijkheid dragen voor het ontluikende mensenleven, een verantwoordelijkheid dietot uitdrukking komt in een zorgvuldig omgaan ermee. Met de andere traditie willen wijonderstrepen dat het groeiproces van het embryo ethisch verdisconteerd dient te worden. Wijzouden dit laatste willen kenschetsen als een op bepaalden gronden (w.o. de traditie)gebaseerde morele intuïtie.De belangrijkste vraag op dit punt is, of een pre-embryo dezelfde status heeft als eenuitgegroeid kind. Nu hebben we bij een pre-embryo te maken hebben met een prilmensenleven, waarmee behoedzaam moet worden omgegaan. Toch kan een pre-embryo nietzomaar op één lijn gezet worden met een uitgegroeid kind. De voornaamste overwegingdaarbij is dat het groeiproces meer is dan alleen maar een kwantitatieve toename van hetaantal cellen. Er zit ook een kwalitatief aspect aan. Er is geen aanleiding om elk ethischonderscheid in de ontwikkelingsgang van conceptus naar pasgeborene te ontkennen.Ontwikkelingen als de innesteling, de aanleg van een zenuwstelsel en de levensvatbaarheidhebben wel degelijk gevolgen voor de status van de vrucht. Het feit dat iedereontwikkelingsfase onmisbaar is voor de verdere ontwikkeling van de vrucht vormt nog geenreden voor een gelijke beschermwaardigheid van de vrucht in alle fasen. Wij vergelijken ditmet een zaadje en een boom: een boom begint als zaadje, maar een boom behandelen we tochanders dan een zaadje.We zouden dit standpunt kunnen omschrijven als dat van een toenemende beschermwaardigheidvan de menselijke vrucht, maar doen dat met enige reserve. Ten eerstewillen wij opnieuw benadrukken dat wij ons hier uitspreken over ons handelen ten opzichte

van de vrucht, en niet over de waarde van de vrucht. Daarnaast betekent dit standpuntgeenszins dat bij een mensenleven ook kan worden gesproken van een "afnemende beschermwaardigheid".Elke suggestie dat er in dit opzicht een parallellie zou zijn tussen hetbegin en het eind van een mensenleven, dient te worden vermeden. Voorts moet een andermisverstand uit de weg worden geruimd: ook wanneer de vrucht nog niet de status van"mens" heeft bereikt is zij zeer beschermwaardig. In de Talmoed, een opschriftstelling vanjoodse commentaren op het Oude Testament, wordt aan het menselijk embryo nog geenpersoonsstatus toegekend. Voor de geboorte is de status van de vrucht die van deel van demoeder. Maar wat niet is, kan komen: sterke nadruk wordt gelegd op de continuïteit vanembryo en foetus tot pasgeboren kind en volwassen mens. Ondanks het verschil in status is erdus in alle gevallen sprake van een grote beschermwaardigheid, welke zich uit in voorschriftenter bescherming van de vrucht.In het pre-embryo is in potentie aanwezig wat in het pasgeboren kind tot ontplooiingis gekomen en wat zich in de groei naar de volwassenheid nog verder zal ontplooien. Hetbetreft hier een ontplooiing naar lichaam, geest en relaties. Voor dat proces kunnen mensenslechts verwondering hebben, al weten wij dat er bij dit ontwikkelingsproces veel fout kangaan. In § 3.2.1. zeiden wij al dat natuurlijke processen niet goddelijk zijn. Maarniettegenstaande alles wat fout kan gaan geloven wij dat een mens in wording er mag zijn, als"kind, van God bemind en tot geluk geschapen". Als schepsel Gods mag het blij verwacht enmet grote behoedzaamheid omgeven worden. Het vraagt onze zorg en liefdevolle toewijding.Mensen in wording zijn geen "materiaal", geen gebruiksvoorwerpen, maar hebben een intrinsieke,d.i. van externe doelen onafhankelijke waarde. Ze zijn niet ons "bezit" waarmee wenaar believen mogen omgaan, maar ze zijn bezig zich tot iemand te ontwikkelen en dat hebbenwij te respecteren.dExperimenten met embryo'sWaar het nu gaat om het concreter maken van de hierboven omschreven mensvisie bestaat bijde commissieleden geen volledige eenstemmigheid. Een meerderheid van de commissie isvan mening dat dit met zich meebrengt dat een pre-embryo niet zonder meer onaantastbaar is.Enkele commissieleden willen minder ver gaan. Een toelichting is hier op zijn plaats.Een meerderheid van de commissie is van mening dat een pre-embryo in de eerste 2weken niet zonder meer onaantastbaar is. Het gebruik van overgebleven pre-embryo's voortherapeutische en medische doeleinden kan onder strikte voorwaarden, die we hieronderzullen uiteenzetten, worden toegestaan. Dit standpunt is te omschrijven als een "nee, tenzij"standpunt. Dit betekent dat er zeer zwaarwegende argumenten moeten zijn om ingrijpen tekunnen rechtvaardigen, en ligt in de lijn die destijds in het abortusrapport "Leven en helpen televen" van de Nederlandse Hervormde Kerk werd uitgestippeld. Het "tenzij" is hier teverbinden aan omstandigheden waarin sprake is van zwaarwegende menselijke belangen, dieanders geschaad worden. Dit standpunt behelst ook dat het aanvaardbaar is om zoveeleicellen te bevruchten (en eventueel in te vriezen) als nodig zijn voor het doen van meerderepogingen tot een geslaagde implantatie, dit om het ongemak voor met name de vrouw zoveelmogelijk te beperken. Indien enkele van deze pre-embryo's niet meer blijken nodig te zijn,kan het gebruik van deze restembryo's voor onderzoeksdoeleinden onder strikte voorwaardensoms aanvaardbaar worden geacht. Andere commissieleden zijn van mening dat ook het doenontstaan van embryo's uitsluitend voor onderzoek, gezien de belangen die ermee gemoeidzijn, aanvaardbaar kan zijn.Enkele commissieleden staan huiverig tegenover deze conclusies. Zij pleiten ervoorom bij een IVF-ingreep slechts zoveel eicellen te bevruchten als nodig zijn voor één cyclus,d.w.z. ongeveer 3 à 4, dit om het ontstaan van restembryo's zoveel mogelijk te voorkomen.

van de vrucht, <strong>en</strong> niet over de waarde van de vrucht. Daarnaast betek<strong>en</strong>t dit standpuntge<strong>en</strong>szins dat bij e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>lev<strong>en</strong> ook kan word<strong>en</strong> gesprok<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> "afnem<strong>en</strong>de beschermwaardigheid".Elke suggestie dat er in dit opzicht e<strong>en</strong> parallellie zou zijn tuss<strong>en</strong> hetbegin <strong>en</strong> het eind van e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>lev<strong>en</strong>, di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> vermed<strong>en</strong>. Voorts moet e<strong>en</strong> andermisverstand uit de weg word<strong>en</strong> geruimd: ook wanneer de vrucht nog niet de status van"m<strong>en</strong>s" heeft bereikt is zij zeer beschermwaardig. In de Talmoed, e<strong>en</strong> opschriftstelling vanjoodse comm<strong>en</strong>tar<strong>en</strong> op het Oude Testam<strong>en</strong>t, wordt aan het m<strong>en</strong>selijk embryo nog ge<strong>en</strong>persoonsstatus toegek<strong>en</strong>d. Voor de geboorte is de status van de vrucht die van deel van demoeder. Maar wat niet is, kan kom<strong>en</strong>: sterke nadruk wordt gelegd op de continuïteit vanembryo <strong>en</strong> foetus tot pasgebor<strong>en</strong> kind <strong>en</strong> volwass<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s. Ondanks het verschil in status is erdus in alle gevall<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> grote beschermwaardigheid, welke zich uit in voorschrift<strong>en</strong>ter bescherming van de vrucht.In het pre-embryo is in pot<strong>en</strong>tie aanwezig wat in het pasgebor<strong>en</strong> kind tot ontplooiingis gekom<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat zich in de groei naar de volwass<strong>en</strong>heid nog verder zal ontplooi<strong>en</strong>. Hetbetreft hier e<strong>en</strong> ontplooiing naar lichaam, geest <strong>en</strong> relaties. Voor dat proces kunn<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>slechts verwondering hebb<strong>en</strong>, al wet<strong>en</strong> wij dat er bij dit ontwikkelingsproces veel fout kangaan. In § 3.2.1. zeid<strong>en</strong> wij al dat natuurlijke process<strong>en</strong> niet goddelijk zijn. Maarnietteg<strong>en</strong>staande alles wat fout kan gaan gelov<strong>en</strong> wij dat e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s in wording er mag zijn, als"kind, van God bemind <strong>en</strong> tot geluk geschap<strong>en</strong>". Als schepsel Gods mag het blij verwacht <strong>en</strong>met grote behoedzaamheid omgev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Het vraagt onze zorg <strong>en</strong> liefdevolle toewijding.M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in wording zijn ge<strong>en</strong> "materiaal", ge<strong>en</strong> gebruiksvoorwerp<strong>en</strong>, maar hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> intrinsieke,d.i. van externe doel<strong>en</strong> onafhankelijke waarde. Ze zijn niet ons "bezit" waarmee w<strong>en</strong>aar believ<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> omgaan, maar ze zijn bezig zich tot iemand te ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat hebb<strong>en</strong>wij te respecter<strong>en</strong>.dExperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> met embryo'sWaar het nu gaat om het concreter mak<strong>en</strong> van de hierbov<strong>en</strong> omschrev<strong>en</strong> m<strong>en</strong>svisie bestaat bijde commissieled<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> volledige e<strong>en</strong>stemmigheid. E<strong>en</strong> meerderheid van de commissie isvan m<strong>en</strong>ing dat dit met zich meebr<strong>en</strong>gt dat e<strong>en</strong> pre-embryo niet zonder meer onaantastbaar is.Enkele commissieled<strong>en</strong> will<strong>en</strong> minder ver gaan. E<strong>en</strong> toelichting is hier op zijn plaats.E<strong>en</strong> meerderheid van de commissie is van m<strong>en</strong>ing dat e<strong>en</strong> pre-embryo in de eerste 2wek<strong>en</strong> niet zonder meer onaantastbaar is. Het gebruik van overgeblev<strong>en</strong> pre-embryo's voortherapeutische <strong>en</strong> medische doeleind<strong>en</strong> kan onder strikte voorwaard<strong>en</strong>, die we hieronderzull<strong>en</strong> uite<strong>en</strong>zett<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> toegestaan. Dit standpunt is te omschrijv<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> "nee, t<strong>en</strong>zij"standpunt. Dit betek<strong>en</strong>t dat er zeer zwaarweg<strong>en</strong>de argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> zijn om ingrijp<strong>en</strong> tekunn<strong>en</strong> rechtvaardig<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ligt in de lijn die destijds in het abortusrapport "Lev<strong>en</strong> <strong>en</strong> help<strong>en</strong> telev<strong>en</strong>" van de Nederlandse Hervormde Kerk werd uitgestippeld. Het "t<strong>en</strong>zij" is hier teverbind<strong>en</strong> aan omstandighed<strong>en</strong> waarin sprake is van zwaarweg<strong>en</strong>de m<strong>en</strong>selijke belang<strong>en</strong>, dieanders geschaad word<strong>en</strong>. Dit standpunt behelst ook dat het aanvaardbaar is om zoveeleicell<strong>en</strong> te bevrucht<strong>en</strong> (<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel in te vriez<strong>en</strong>) als nodig zijn voor het do<strong>en</strong> van meerderepoging<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> geslaagde implantatie, dit om het ongemak voor met name de vrouw zoveelmogelijk te beperk<strong>en</strong>. Indi<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele van deze pre-embryo's niet meer blijk<strong>en</strong> nodig te zijn,kan het gebruik van deze restembryo's voor onderzoeksdoeleind<strong>en</strong> onder strikte voorwaard<strong>en</strong>soms aanvaardbaar word<strong>en</strong> geacht. Andere commissieled<strong>en</strong> zijn van m<strong>en</strong>ing dat ook het do<strong>en</strong>ontstaan van embryo's uitsluit<strong>en</strong>d voor onderzoek, gezi<strong>en</strong> de belang<strong>en</strong> die ermee gemoeidzijn, aanvaardbaar kan zijn.Enkele commissieled<strong>en</strong> staan huiverig teg<strong>en</strong>over deze conclusies. Zij pleit<strong>en</strong> ervoorom bij e<strong>en</strong> IVF-ingreep slechts zoveel eicell<strong>en</strong> te bevrucht<strong>en</strong> als nodig zijn voor één cyclus,d.w.z. ongeveer 3 à 4, dit om het ontstaan van restembryo's zoveel mogelijk te voorkom<strong>en</strong>.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!