10.07.2015 Views

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BIAXiaal 185 22. WerkwijzeHet hout is door het veldteam verzameld, in plastic verpakt en naar het archeologischdepot van de gemeente Breda gebracht. Daar is het hout door de auteur en K. Hänninen(BIAX <strong>Consult</strong>) beschreven. De houtbeschrijving bestond uit het verzamelen van demetrische gegevens van het hout. Dat wil zeggen dat van het hout de lengte, breedte endikte is opgemeten. In de meeste gevallen was de lengte van een object niet compleet, ditin tegenstelling tot de breedte en dikte, die meestal wel volledig bewaard gebleven waren.Daar waar de indruk bestond dat van een object de volledige lengte bewaard geblevenwas, is dat in het opmerkingenveld van de database vermeld. Wanneer de breedte of dedikte incompleet was, is dat is dat eveneens in het opmerkingenveld aangetekend. Naastde metrische gegevens is tevens, indien de conservering van het hout het toeliet,onderzocht welk boomonderdeel is gebruikt, hoe het object is gemaakt en welkgereedschap daarbij is gebruikt.Bij vlechtwerk is, indien de conservering van het hout het toeliet, het aantal jaarringenvan de takken geteld. Dit geschiedde op het laboratorium van BIAX <strong>Consult</strong> met behulpvan een doorvallend-lichtmicroscoop met vergrotingen tot 400 maal. Tevens is getrachtom aan de hand van het groeistadium van de laatste jaarring het seizoen te achterhalenwaarin het hout voor het vlechtwerk is verzameld. In de gematigde klimaatszone, waarinNederland ligt, maken houtige gewassen alleen in het voorjaar en de zomer hout aan. Inhet najaar en de winter vormen ze geen hout. Omdat de aanmaak van hout in onze strekendus seizoensgebonden is, produceren bomen en struiken zogenoemde jaarringen, ook welgroeiringen genoemd. Bij de ringporige houtsoorten, zoals eik (Quercus) en es (Fraxinusexcelsior), is het hout dat in het voorjaar wordt gevormd goed herkenbaar ten opzichtevan het hout uit het zomerseizoen. Daarom kan bij ringporige houtsoorten vrij goed eenonderscheid gemaakt worden tussen hout dat in het voorjaar, in de zomer of in het najaardan wel de winter is gestopt met groeien. Bij de zogenoemde verspreidporigehoutsoorten, zoals els (Alnus), hazelaar (Corylus avellana) en wilg (Salix) is het bepalenvan de groeistop een stuk lastiger, omdat binnen één groeiring bijna geen verschil te zienis tussen hout dat in het voorjaar en dat wat in de zomer is gevormd. Meestal kan bij deverspreidporige houtsoorten alleen het winterseizoen (najaar en winter) onderscheidenworden van het groeiseizoen (voorjaar en zomer).Het hout is niet alleen beschreven, maar ook op houtsoort gedetermineerd. Voor zoverhet eikenhout betrof, geschiedde de determinatie met het blote oog. De anderehoutsoorten zijn in het laboratorium van BIAX <strong>Consult</strong> gedetermineerd met behulp vaneen doorvallend-lichtmicroscoop met vergrotingen tot 400 maal. De determinaties zijngebaseerd op kenmerken die door Schweingruber zijn beschreven. 3 Bij de determinatiesis de auteur geassisteerd door K. Hänninen en P. van Rijn (BIAX <strong>Consult</strong>).Het eikenhout is onderzocht op de geschiktheid voor dendrochronologisch onderzoek.Een object werd daartoe geschikt geacht als het meer dan 60 jaarringen en spinthoutbevatte. 4 Van de objecten die aan deze criteria voldeden, is een plak hout van ca. 7 cmdikte gezaagd. Na een selectie op basis van archeologische vraagstellingen is eentwintigtal monsters voor dendrochronologisch onderzoek naar de Stichting RINGgestuurd. 5 Dertien waterputten zijn zo met behulp van dendrochronologisch onderzoekgedateerd. Bij de presentatie van dendrochronologisch onderzoek worden einddateringen3 Schweingruber 1982.4 Spinthout is het buitenste nog levende hout van een boom. Eiken hebben, afhankelijk van deleeftijd van de boom, tussen de 11 en 34 jaarringen spinthout.5 De resultaten van het onderzoek liggen bij het Beleidsbureau Cultureel Erfgoed van de gemeenteBreda.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!