10.07.2015 Views

Recirculatie van water in de tuinbouw - PCS

Recirculatie van water in de tuinbouw - PCS

Recirculatie van water in de tuinbouw - PCS

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Inhoud2.1.3. Potplanten 262.1.3.1. Kwaliteit <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong> 262.1.3.2. Watergift en -opslag 272.1.3.3. Grenswaar<strong>de</strong>n voor dra<strong>in</strong><strong>water</strong> 272.1.3.4. <strong>Recirculatie</strong>systemen 272.1.3.5. Pathogenen 282.1.3.6. Ontsmett<strong>in</strong>gssystemen 282.2. Groenteteelt 282.2.1. Vruchtgroenten 282.2.1.1. Kwaliteit <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong> 282.2.1.2. Watergift en -opslag 292.2.1.3. Grenswaar<strong>de</strong>n voor dra<strong>in</strong><strong>water</strong> 292.2.1.4. <strong>Recirculatie</strong>systemen 302.2.1.5. Pathogenen 302.2.1.6. Ontsmett<strong>in</strong>gssystemen 312.2.2. Bladgewassen en krui<strong>de</strong>n 312.2.2.1. Kwaliteit <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong> 312.2.2.2. Watergift en -opslag 312.2.2.3. <strong>Recirculatie</strong>systemen 312.2.2.4. Pathogenen 312.2.2.5. Ontsmett<strong>in</strong>gssystemen 322.3. Aardbeienteelt 322.3.1. Kwaliteit <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong> 322.3.2. Watergift en -opslag 332.3.3. Grenswaar<strong>de</strong>n voor dra<strong>in</strong><strong>water</strong> 332.3.4. <strong>Recirculatie</strong>systemen 342.3.5. Pathogenen 342.3.6. Ontsmett<strong>in</strong>gssystemen 343. Wat zegt <strong>de</strong> wet? 353.1. Europese Ka<strong>de</strong>rrichtlijn Water en Vlaams Decreet Integraal Waterbeleid 353.2. W<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> regen-, grond- en oppervlakte<strong>water</strong> 363.2.1. Vergunn<strong>in</strong>gen 363.2.1.1. Vergunn<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> regen<strong>water</strong> 363.2.1.2. Vergunn<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> grond<strong>water</strong> 363.2.1.3. Vergunn<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> captatie <strong>van</strong> oppervlakte<strong>water</strong> 373.2.2. Heff<strong>in</strong>gen 373.2.2.1. Heff<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> grond<strong>water</strong> 373.2.2.2. Heff<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> captatie <strong>van</strong> oppervlakte<strong>water</strong> 383.2.2.3. Heff<strong>in</strong>g op <strong>water</strong>verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g 383.3. Lozen <strong>van</strong> afval<strong>water</strong> 403.3.1. Ligg<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het bedrijf <strong>in</strong> een bepaal<strong>de</strong> zuiver<strong>in</strong>gszone 403.3.2. Lozen <strong>van</strong> afval<strong>water</strong> volgens herkomst 404. Literatuur 435. Bijlagen 455.1 ALT-<strong>de</strong>monstratieprojecten 455.2 Nuttige adressen 465.3 Afkort<strong>in</strong>gen 475.4 Verklaren<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nlijst 475.5 Omreken<strong>in</strong>gstabel elementen 483


Inleid<strong>in</strong>gWater is één <strong>van</strong> <strong>de</strong> belangrijkste productiefactoren <strong>in</strong> <strong>de</strong> glastu<strong>in</strong>bouw. Het is echter niet onbeperkt voorradigen ook an<strong>de</strong>re sectoren hebben nood aan grote hoeveelhe<strong>de</strong>n <strong>water</strong> <strong>van</strong> goe<strong>de</strong> kwaliteit. <strong>Recirculatie</strong> isdaarom aangewezen. Steeds meer gewassen wor<strong>de</strong>n op substraat geteeld. In het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> zijn nog voed<strong>in</strong>gsstoffenaanwezig. Daarom is het waar<strong>de</strong>vol om opnieuw gebruikt te wor<strong>de</strong>n. Voor<strong>de</strong>len <strong>van</strong> het hergebruiken<strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> zijn <strong>de</strong> bespar<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>water</strong> en meststoffen en <strong>de</strong> verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> loz<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hetmilieu.Hoofdstuk 1 geeft een ge<strong>de</strong>tailleerd overzicht over hoe <strong>water</strong> kan hergebruikt wor<strong>de</strong>n. De eisen waaraan hetaanmaak<strong>water</strong> moet voldoen, zijn strenger bij het hergebruiken dan bij het niet hergebruiken <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong>.In dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n richtlijnen gegeven voor <strong>de</strong> kwaliteit en <strong>de</strong> opslag <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong>. Bijrecirculatie wordt best regen<strong>water</strong> gebruikt omdat het we<strong>in</strong>ig of geen ballastzouten bevat. Om het dra<strong>in</strong><strong>water</strong>te ontsmetten wor<strong>de</strong>n gewoonlijk langzame zandfilters en uv-ontsmetters gebruikt. Bei<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>nhebben voor- en na<strong>de</strong>len. An<strong>de</strong>re metho<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n ook kort aangehaald. Toepass<strong>in</strong>g op landbouwgron<strong>de</strong>n rietvel<strong>de</strong>n kunnen een oploss<strong>in</strong>g bie<strong>de</strong>n voor het lozen <strong>van</strong> restdra<strong>in</strong>.Hoofdstuk 2 gaat per teelt dieper <strong>in</strong> op <strong>de</strong> aandachtspunten voor recirculatie: <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong>,<strong>water</strong>gift en -opslag, grenswaar<strong>de</strong>n voor dra<strong>in</strong><strong>water</strong>, recirculatiesystemen, pathogenen enontsmett<strong>in</strong>gssystemen. De sierteelt (snijbloemen, azalea en potplanten), <strong>de</strong> teelt <strong>van</strong> vruchtgroenten en <strong>de</strong>aardbeienteelt wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld. Kort wordt ook <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong>, tot nu toe op beperkte schaal toegepaste,grondloze teelt <strong>van</strong> bladgewassen en krui<strong>de</strong>n.De regelgev<strong>in</strong>g betreffen<strong>de</strong> loz<strong>in</strong>g verbiedt dat restdra<strong>in</strong> die on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re meststoffen bevat, zon<strong>de</strong>r zuiver<strong>in</strong>g<strong>in</strong> beken en grachten geloosd wordt. Het vergunn<strong>in</strong>gen- en heff<strong>in</strong>genbeleid legt bovendien het oppompen<strong>van</strong> grond<strong>water</strong> steeds meer aan ban<strong>de</strong>n en maakt het duur<strong>de</strong>r. Hoofdstuk 3 vertelt wat <strong>de</strong> wet zegtover vergunn<strong>in</strong>gen voor en heff<strong>in</strong>gen op w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> regen-, grond- en oppervlakte<strong>water</strong>, en over <strong>de</strong> heff<strong>in</strong>gop <strong>water</strong>verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g. De voorwaar<strong>de</strong>n voor loz<strong>in</strong>g <strong>van</strong> afval<strong>water</strong> komen ook aan bod.Voor wie er nog meer over wil weten, geeft hoofdstuk 4 een lijst met verwijz<strong>in</strong>gen naar bijkomen<strong>de</strong> literatuur.Hoofdstuk 5 bevat on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re nuttige adressen.5


1Hoe <strong>water</strong> hergebruiken?1. Hoe <strong>water</strong> hergebruiken?Bij een recirculatiesysteem wordt het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> verzameld en hergebruikt <strong>in</strong> <strong>de</strong> teelt. Hergebruik v<strong>in</strong>dt meestal plaats na ontsmett<strong>in</strong>g<strong>van</strong> het <strong>water</strong> om verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> eventueel aanwezige pathogenen te voorkomen. De kwaliteit <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong>en <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> vragen speciale aandacht.In <strong>de</strong> glastu<strong>in</strong>bouw is regen<strong>water</strong> <strong>de</strong> <strong>water</strong>bron bij uitstek. Regen<strong>water</strong> kan gemakkelijk <strong>in</strong> grote hoeveelhe<strong>de</strong>n opge<strong>van</strong>genwor<strong>de</strong>n dankzij <strong>de</strong> grote glasoppervlaktes. Bij tekort wordt aangevuld met an<strong>de</strong>re <strong>water</strong>bronnen zoals grond<strong>water</strong>.Een an<strong>de</strong>r aandachtspunt is het feit dat <strong>de</strong> restdra<strong>in</strong> niet zomaar <strong>in</strong> oppervlakte<strong>water</strong>en kan geloosd wor<strong>de</strong>n. Bij loz<strong>in</strong>g <strong>van</strong>restdra<strong>in</strong> mag <strong>de</strong> <strong>water</strong>kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gen<strong>de</strong> <strong>water</strong>loop niet achteruitgaan.1.1. Aanmaak<strong>water</strong>Omdat bepaal<strong>de</strong> elementen accumuleren, zijn <strong>de</strong> eisen waaraan het aanmaak<strong>water</strong> moet voldoen strenger bij het hergebruiken<strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> dan bij het niet hergebruiken. De herkomst <strong>van</strong> het <strong>water</strong> is bepalend voor <strong>de</strong> kwaliteit. Regen<strong>water</strong> is i<strong>de</strong>aalals aanmaak<strong>water</strong>. Vandaar dat ver<strong>de</strong>r dieper <strong>in</strong>gegaan wordt op <strong>de</strong> opslag er<strong>van</strong>.1.1.1. WaterkwaliteitBij een standaard <strong>water</strong>analyse wor<strong>de</strong>n naast <strong>de</strong> zuurtegraad (pH) en <strong>de</strong> elektrische geleidbaarheid (EC), <strong>de</strong> hoofd- en spoorelementengeanalyseerd.1.1.1.1. Richtwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong>Tabel 1 geeft een overzicht <strong>van</strong> algemene richtwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> <strong>water</strong>kwaliteit. Een vergelijk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontled<strong>in</strong>gsuitslag <strong>van</strong>het aanmaak<strong>water</strong> met <strong>de</strong>ze waar<strong>de</strong>n laat toe <strong>de</strong> geschiktheid <strong>van</strong> het <strong>water</strong> voor een substraatteelt te beoor<strong>de</strong>len. Voor specifieketeelten is het mogelijk dat <strong>de</strong> normen voor <strong>water</strong>kwaliteit nog strenger zijn. Daarop wordt <strong>in</strong> hoofdstuk 3 ‘Teelt per teelt’<strong>in</strong>gegaan.Tabel 1. – Richtwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> aanmaak<strong>water</strong> bij hergebruik <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong>ParameterRichtwaar<strong>de</strong>PH > 5,0EC (mS/cm) bij 25 °C < 0,55ElementConcentratieIn mmol/lIn mg/lKalium (K + ) < 2,0 < 78Magnesium (Mg 2+ ) < 0,5 < 12Calcium (Ca 2+ ) < 2,0 < 80Natrium (Na + ) < 0,5 < 11Ammonium-N (NH 4 -N + ) < 0,5 < 7Silicium (Si) < 0,4 < 11Nitraat-N (NO 3 -N - ) < 0,5 < 7Fosfor (P - ) < 0,5 < 15Chlori<strong>de</strong>n (Cl - ) < 0,5 < 182-Sulfaten (SO 4 ) < 0,5 < 48Bicarbonaten (HCO 3- ) < 4,0 < 244In μmol/lIn mg/lIJzer (Fe 2+ ) < 11 < 0,6Mangaan (Mn 2+ ) < 10 < 0,5Koper (Cu 2+ ) < 1 < 0,063Z<strong>in</strong>k (Zn 2+ ) < 5 < 0,3Boor (B) < 25 < 0,3Molyb<strong>de</strong>en (Mo) < 0,5 < 0,05


1SpoorelementenAls algemene regel geldt dat <strong>de</strong> concentraties <strong>van</strong> spoorelementen <strong>in</strong> het aanmaak<strong>water</strong> niet hoger mogen zijn dan die <strong>in</strong> <strong>de</strong>standaardvoed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g. Bepaal<strong>de</strong> elementen, zoals boor, z<strong>in</strong>k, mangaan, koper en silicium, kunnen <strong>in</strong> giet<strong>water</strong> al bij zeerlage concentraties scha<strong>de</strong>lijk zijn voor <strong>de</strong> plantengroei. De scha<strong>de</strong> wordt veroorzaakt door opname <strong>van</strong> een te grote, voor <strong>de</strong>plant toxische, hoeveelheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze elementen.Boor accumuleert <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g. Bijgevolg mag het boorgehalte <strong>in</strong> het aanmaak<strong>water</strong> niet meer dan 25 μmol/lbedragen.Z<strong>in</strong>k komt vooral voor <strong>in</strong> <strong>water</strong> dat met verz<strong>in</strong>kte materialen <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g is geweest, zoals regen<strong>water</strong> <strong>van</strong> verz<strong>in</strong>kte serre<strong>de</strong>kkenof <strong>water</strong> dat <strong>in</strong> verz<strong>in</strong>kte buizen wordt getransporteerd. Voor <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewassen volstaat een z<strong>in</strong>kgehalte <strong>van</strong>3 tot 5 μmol/l. Bij recirculatie is het z<strong>in</strong>kgehalte <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong> bij voorkeur kle<strong>in</strong>er dan 5 μmol/l.Een te hoog mangaangehalte komt vrijwel uitsluitend voor <strong>in</strong> boorput<strong>water</strong>. Het is veelal m<strong>in</strong><strong>de</strong>r bezwaarlijk dan een hoogz<strong>in</strong>kgehalte <strong>van</strong> giet<strong>water</strong> omdat mangaan bij hoge pH gemakkelijk wordt geoxi<strong>de</strong>erd en neerslaat als mangaanoxi<strong>de</strong>. Bij lagepH is er we<strong>in</strong>ig of geen oxidatie. Voor recirculatie is het mangaangehalte <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong> liefst niet hoger dan 10 μmol/l.Voor mangaangevoelige teelten moet het gehalte nog lager zijn.Voor <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g <strong>van</strong> gewassen is 0,5 à 1 μmol/l koper nodig. Bij gehalten <strong>van</strong> 2 à 3 μmol/l <strong>in</strong> het aanmaak<strong>water</strong> zal meestalgeen vergiftig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gewas optre<strong>de</strong>n, zeker niet als <strong>in</strong> potgrond wordt geteeld. Koper wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> grond namelijk sterkgeadsorbeerd aan het humuscomplex. Hoge gehalten moeten verme<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n om onnodige ophop<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het gewas tevoorkomen.In heel wat put<strong>water</strong> komt <strong>van</strong> nature silicium voor. Silicium komt voor <strong>in</strong> zeer veel m<strong>in</strong>eralen, zoals kwarts en mica, en maakt28,2 % <strong>van</strong> <strong>de</strong> aardkorst (tot 16 m diepte) uit. Het is een bestand<strong>de</strong>el <strong>van</strong> zand en kan <strong>in</strong> oploss<strong>in</strong>g komen <strong>in</strong> <strong>water</strong>. Put<strong>water</strong>heeft gewoonlijk een siliciumgehalte <strong>van</strong> 0,4 à 0,8 mmol/l.1.1.2. Waterbronnen1.1.2.1. Regen<strong>water</strong>Regen<strong>water</strong> is door <strong>de</strong> zeer lage elektrische geleidbaarheid (EC) uitermate geschikt als aanmaak<strong>water</strong> voor gesloten teeltsystemenop substraat. Opge<strong>van</strong>gen regen<strong>water</strong> bevat vaak z<strong>in</strong>k, afkomstig <strong>van</strong> het gegal<strong>van</strong>iseer<strong>de</strong> serre<strong>de</strong>k.De pH <strong>van</strong> regen<strong>water</strong> bedraagt meestal ongeveer 7. Kenmerkend is het laag bicarbonaatgehalte, m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 0,5 mmol/l.Regen<strong>water</strong> is dus <strong>water</strong> met we<strong>in</strong>ig buffer voor zuur. Om het bicarbonaatgehalte te verhogen en voor een vlotte zuurregel<strong>in</strong>gwordt regen<strong>water</strong> vaak gemengd met boorput<strong>water</strong> of leid<strong>in</strong>g<strong>water</strong>.Tabel 2. – Voorbeeld <strong>van</strong> een analyseresultaat <strong>van</strong> boorput<strong>water</strong> met een lage EC maar een veel te hoog ijzergehalte, voor gebruikals aanmaak<strong>water</strong>Parameter Ontled<strong>in</strong>gsuitslag Beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gPH 6,8 tamelijk hoogEC (mS/cm) bij 25 °C 0,288 normaalElementConcentratieIn mg/l In meq/l In mmol/lKalium (K + ) 2,0 0,05 0,05 laagMagnesium (Mg 2+ ) 1 0,08 0,04 laagCalcium (Ca 2+ ) 45 2,25 1,12 normaalNatrium (Na + ) 7 0,30 0,30 laagAmmoniumstikstof (NH 4 -N + ) 0,2 0,01 0,01 normaalSilicium (Si) 9,5 0,34 normaalNitraatstikstof (NO 3 -N - ) 3,4 0,24 0,24 normaalFosfor (P - ) 0 0 0 normaalChlori<strong>de</strong>n (Cl - ) 12 0,34 0,34 normaal2-Sulfaten (SO 4 ) 2 0,04 0,02 normaalBicarbonaten (HCO 3- ) 140 2,29 2,29 normaalZuurverbruik tot pH 6,5 0,66In mg/lIn μmol/lIJzer (Fe 2+ ) 12,68 226,95 zeer hoogMangaan (Mn 2+ ) 0,39 7,06 hoger dan normaalKoper (Cu 2+ ) 0 0 normaalZ<strong>in</strong>k (Zn 2+ ) 0,01 0,13 normaalBoor (B) 0,03 2,78 normaalMolyb<strong>de</strong>en (Mo) < 0,010 < 0,10 normaalBron: Bo<strong>de</strong>mkundige Dienst <strong>van</strong> België, Heverlee


Hoe <strong>water</strong> hergebruiken?1.1.2.2. Boorput<strong>water</strong>Niet alle boorput<strong>water</strong> is geschikt als aanmaak<strong>water</strong> voor <strong>de</strong> substraatteelt. Ondiepe boorputten, m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 20 m diep, gevenvaak een te hoog ijzergehalte. Diepe boorputten bevatten dikwijls een te hoge concentratie <strong>van</strong> keukenzout (natriumchlori<strong>de</strong>)en boor. In bepaal<strong>de</strong> regio’s zoals Zuid-Limburg bevat put<strong>water</strong> veel kalk.Tabel 2 toont een voorbeeld <strong>van</strong> een analyse <strong>van</strong> boorput<strong>water</strong> met een lage EC maar een veel te hoog ijzergehalte.1.1.2.3. Openput<strong>water</strong>Water afkomstig <strong>van</strong> een open put is vaak een mengsel <strong>van</strong> regen<strong>water</strong>, <strong>water</strong> dat <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> omliggen<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mlagen <strong>in</strong> <strong>de</strong>open put <strong>in</strong>filtreert, en boorput<strong>water</strong> dat bijgepompt wordt tij<strong>de</strong>ns droge perio<strong>de</strong>n. De samenstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> openput<strong>water</strong> kan<strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> het seizoen wijzigen. In <strong>de</strong> zomer bijvoorbeeld, wanneer het we<strong>in</strong>ig regent en het <strong>water</strong>verbruik groot is,bestaat het voor het grootste <strong>de</strong>el uit <strong>water</strong> aanwezig <strong>in</strong> <strong>de</strong> bovenste bo<strong>de</strong>mlagen, al dan niet gemengd met boorput<strong>water</strong>.Afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m en het eventueel toegevoeg<strong>de</strong> boorput<strong>water</strong> kan het <strong>water</strong> zouten of opgelostijzer bevatten die het m<strong>in</strong><strong>de</strong>r geschikt maken voor bepaal<strong>de</strong> teelten. Wanneer ’s w<strong>in</strong>ters veel regen<strong>water</strong> wordt opge<strong>van</strong>gen<strong>van</strong> het serre<strong>de</strong>k en het gewas <strong>in</strong> <strong>de</strong> serre we<strong>in</strong>ig <strong>water</strong> vraagt, vormt het overschot aan regen<strong>water</strong> een <strong>water</strong>bel die extra<strong>water</strong> bergt <strong>in</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mlagen rond <strong>de</strong> open put. Die <strong>water</strong>bel levert regen<strong>water</strong> na <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter en <strong>in</strong> het voorjaar. Afhankelijk<strong>van</strong> <strong>de</strong> weersomstandighe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> regenval kan <strong>de</strong> open put soms tot diep <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer giet<strong>water</strong> <strong>van</strong> goe<strong>de</strong> kwaliteit leveren.Hoe groter <strong>de</strong> open put en hoe meer op<strong>van</strong>g, <strong>de</strong>s te langer kan men genieten <strong>van</strong> <strong>de</strong> resten <strong>van</strong> het regen<strong>water</strong>.Er is <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren vrij veel openput<strong>water</strong> dat het hele jaar een zeer goe<strong>de</strong> kwaliteit heeft. Regelmatige controle <strong>van</strong> <strong>de</strong> elektrischegeleidbaarheid (EC) laat toe <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> het <strong>water</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> het seizoen op te volgen.1.1.2.4. Leid<strong>in</strong>g<strong>water</strong>Leid<strong>in</strong>g<strong>water</strong> is vrij duur en niet steeds geschikt voor hergebruik. In bepaal<strong>de</strong> regio’s is het leid<strong>in</strong>g<strong>water</strong> te rijk aan natrium enchlori<strong>de</strong>, zoals <strong>in</strong> West- en Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren, of te rijk aan kalk, zoals <strong>in</strong> Zuid-Limburg. Bij hergebruik <strong>van</strong> kalkrijk <strong>water</strong> accumuleertcalcium <strong>in</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong>, met als gevolg dat er na korte tijd geen calciumnitraat meer nodig is <strong>in</strong> het voed<strong>in</strong>gsschema.Bij ver<strong>de</strong>re accumulatie loopt <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g <strong>van</strong> calcium tot an<strong>de</strong>re ionen te ver uit balans, wat <strong>de</strong> opname <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze elementenverstoort.1.1.3. Opslag <strong>van</strong> regen<strong>water</strong>In Vlaan<strong>de</strong>ren valt jaarlijks ongeveer 780 l neerslag per m 2 . In <strong>de</strong> praktijk zijn er echter grote verschillen <strong>in</strong> regenval tussen <strong>de</strong>jaren en kan niet alle regen<strong>water</strong> opgeslagen wor<strong>de</strong>n. Bijgevolg is het <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste gevallen toch nog nodig beroep te doenop een an<strong>de</strong>re <strong>water</strong>bron dan regen<strong>water</strong>, bijvoorbeeld grond<strong>water</strong>.1.1.3.1. Opslagmogelijkhe<strong>de</strong>nVoor opslag <strong>van</strong> regen<strong>water</strong> wor<strong>de</strong>n <strong>water</strong>silo’s of foliebass<strong>in</strong>s gebruikt. De <strong>water</strong>opslag bev<strong>in</strong>dt zich meestal <strong>de</strong>els <strong>in</strong> <strong>de</strong> gron<strong>de</strong>n <strong>de</strong>els boven <strong>de</strong> grond. Er bestaan ook systemen waarbij <strong>water</strong> on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> serre of an<strong>de</strong>re gebouwen wordt gestockeerd.Watersilo’s zijn plaatstalen silo’s met een kunststoffolie er<strong>in</strong>. Foliebass<strong>in</strong>s zijn uitgegraven vijvers die voorzien zijn <strong>van</strong> een kunststoffolie.Een <strong>water</strong>silo neemt m<strong>in</strong><strong>de</strong>r plaats <strong>in</strong> dan een foliebass<strong>in</strong>, maar is over het algemeen duur<strong>de</strong>r dan een foliebass<strong>in</strong>.Enkel bij kle<strong>in</strong>e types, kle<strong>in</strong>er dan 500 m 3 , is <strong>de</strong> kostprijs vergelijkbaar met die <strong>van</strong> een foliebass<strong>in</strong>. Een <strong>water</strong>silo kan gemakkelijkafge<strong>de</strong>kt wor<strong>de</strong>n om algengroei tegen te gaan. Bij foliebass<strong>in</strong>s is het veel moeilijker om het <strong>water</strong> af te schermen <strong>van</strong> lichten kunnen algenproblemen ontstaan.9Voor opslag <strong>van</strong> regen<strong>water</strong> wor<strong>de</strong>n <strong>water</strong>silo’s of foliebass<strong>in</strong>s gebruikt. Een <strong>water</strong>silo neemt m<strong>in</strong><strong>de</strong>r plaats <strong>in</strong> dan een foliebass<strong>in</strong>, maar is overhet algemeen duur<strong>de</strong>r dan een foliebass<strong>in</strong>.


11.1.3.2. Optimale benutt<strong>in</strong>g <strong>van</strong> regen<strong>water</strong>In <strong>de</strong> glastu<strong>in</strong>bouw is <strong>de</strong> oppervlakte <strong>van</strong> het serre<strong>de</strong>k gelijk aan <strong>de</strong> teeltoppervlakte. Al het regen<strong>water</strong> dat boven <strong>de</strong> teeltoppervlaktevalt, kan <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe opge<strong>van</strong>gen wor<strong>de</strong>n. Gezien <strong>water</strong> een kostbaar goed is, is het aan te ra<strong>de</strong>n het zo veel mogelijkop te slaan. Om economische re<strong>de</strong>nen is het echter meestal niet verantwoord om alle regen<strong>water</strong> op te <strong>van</strong>gen. De extraregen<strong>water</strong>benutt<strong>in</strong>g weegt <strong>van</strong>af een bepaal<strong>de</strong> opslaggrootte niet meer op tegen <strong>de</strong> extra kosten voor opslag. Niettem<strong>in</strong> kanzelfs bij relatief kle<strong>in</strong>e foliebass<strong>in</strong>s of <strong>water</strong>silo’s een grote hoeveelheid regen<strong>water</strong> op een glastu<strong>in</strong>bouwbedrijf benut wor<strong>de</strong>n.Tabel 3 geeft een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> benutt<strong>in</strong>g <strong>van</strong> regen<strong>water</strong> voor een tomatenteelt <strong>van</strong> 1 ha on<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlandsklimaat. Deze cijfers zijn ook bruikbaar voor Vlaan<strong>de</strong>ren omdat <strong>de</strong> weersomstandighe<strong>de</strong>n we<strong>in</strong>ig of niet verschillen. Zelfs bij een<strong>water</strong>opslag <strong>van</strong> 500 m 3 per ha is het mogelijk meer dan <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> het regen<strong>water</strong> op te slaan, omdat <strong>de</strong> regen verspreid overhet jaar valt en er cont<strong>in</strong>u ook verbruik <strong>van</strong> <strong>water</strong> is. Bij behoefte aan een grote <strong>water</strong>opslag wordt bijna altijd geopteerd vooreen foliebass<strong>in</strong>. Daarom staan <strong>in</strong> <strong>de</strong> tabel geen gegevens vermeld voor <strong>water</strong>silo’s groter dan 2.000 m 3 . Waterbass<strong>in</strong>sgroter dan 4.000 m 3 per ha teelt hebben <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk eigenlijk geen z<strong>in</strong> omdat <strong>de</strong> regenval <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren beperkt is tot780 l/m 2 /jaar en het regen<strong>water</strong> met een bass<strong>in</strong> <strong>van</strong> 4.000 m 3 per ha teelt bijna volledig opge<strong>van</strong>gen wordt.Tabel 3. – Regen<strong>water</strong>benutt<strong>in</strong>g, grondoppervlakte en op<strong>van</strong>g per jaar voor <strong>water</strong>silo’s of foliebass<strong>in</strong>s met verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>houdvoor 1 ha tomaatInhoud regen<strong>water</strong>op<strong>van</strong>g (m 3 ) (1) Benutt<strong>in</strong>g (%) (2) Grondoppervlak (m 2 ) Op<strong>van</strong>g per jaar (m 3 )Watersilo Foliebass<strong>in</strong>500 60 225 500 4.6001.000 70 450 850 5.4001.500 75 675 1.100 5.8002.000 80 900 1.350 6.2002.500 83 (3) 1.850 6.4003.000 86 (3) 2.000 6.7004.000 95 (3) 2.500 7.400(1) netto of effectief bruikbaar volume(2) t.o.v. theoretisch maximaal mogelijke regen<strong>water</strong>op<strong>van</strong>g <strong>van</strong> 7.800 m 3(3) geen gegevensBron: Kwantitatieve Informatie voor <strong>de</strong> Glastu<strong>in</strong>bouw 2003-20041.1.3.3. AlgengroeiBij opslag <strong>van</strong> <strong>water</strong> is algengroei een probleem dat tijdig moet aangepakt wor<strong>de</strong>n. Algen zijn microscopisch kle<strong>in</strong>e organismendie licht en warmte nodig hebben voor hun groei en koolzuurgas (CO 2 ) voor <strong>de</strong> fotosynthese. Hun ontwikkel<strong>in</strong>g kan erg sterk zijnwanneer voldoen<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsstoffen (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re nitraten en fosfor) <strong>in</strong> het <strong>water</strong> aanwezig zijn. Algen maken het <strong>water</strong> meeralkalisch of zorgen dus voor een pH-stijg<strong>in</strong>g. Ver<strong>de</strong>r kunnen ze het irrigatiesysteem verstoppen en problemen veroorzaken bij <strong>de</strong><strong>water</strong>ontsmett<strong>in</strong>g. Langzame zandfilters slibben bijvoorbeeld gemakkelijker dicht als er veel algen <strong>in</strong> het <strong>water</strong> aanwezig zijn.In <strong>de</strong> praktijk wor<strong>de</strong>n allerlei metho<strong>de</strong>n om algen te bestrij<strong>de</strong>n met wisselend succes toegepast (Tabel 4). Het <strong>water</strong> afschermen<strong>van</strong> licht is <strong>de</strong> beste oploss<strong>in</strong>g, maar dat is enkel bij <strong>water</strong>silo’s gemakkelijk uitvoerbaar. Bij foliebass<strong>in</strong>s is een drijvend af<strong>de</strong>kzeil eenmogelijkheid. Alternatieve mid<strong>de</strong>len als drijven<strong>de</strong> kunststofbollen zijn duur en hevige w<strong>in</strong>d kan hier spelbreker zijn. Op veel bedrijvenwordt gebruik gemaakt <strong>van</strong> ultrasoontoestellen om algen te bestrij<strong>de</strong>n. Een ultrasoontoestel is echter duur. De <strong>in</strong>vloed <strong>van</strong><strong>water</strong>planten en <strong>water</strong>vlooien op algen als mogelijke oploss<strong>in</strong>g is volop <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rzoeksfase. Het gebruik <strong>van</strong> chemische mid<strong>de</strong>lenkan problemen opleveren met <strong>de</strong> <strong>water</strong>kwaliteit en bovendien zijn <strong>de</strong>ze mid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> België voor <strong>de</strong>ze toepass<strong>in</strong>g niet erkend.Tabel 4. - Voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> metho<strong>de</strong>n om algen te bestrij<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>water</strong>Techniek Voorbeel<strong>de</strong>n Opmerk<strong>in</strong>gLichtafscherm<strong>in</strong>g zeil, kunststofbollen zeer effectiefUltrasone geluidsgolven ultrasoontoestel effectief, mits goe<strong>de</strong> afstell<strong>in</strong>gWaterplanten gele lis en an<strong>de</strong>re <strong>water</strong>planten drijvend op het <strong>water</strong> of als begroei<strong>de</strong> lavafilterMengen/beluchten <strong>van</strong> <strong>water</strong> stromend <strong>water</strong>, beluchter eventueel <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met ultrasoontoestelMeer <strong>in</strong>fo over algen:nieuwsbrieven geïntegreer<strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g (Vissers, M. et al., 2005a en 2005b) (zie literatuurlijst achteraan <strong>de</strong>ze brochure).Deze nieuwsbrieven kunnen aangevraagd wor<strong>de</strong>n bij het Proefcentrum voor Sierteelt <strong>in</strong> Destelbergen viae-mail: <strong>in</strong>fo@pcsierteelt.be of tel. 09 353 94 94.


1In <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw wor<strong>de</strong>n, afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> teelt en teeltwijze, verschillen<strong>de</strong> types recirculatiesystemen gebruikt, gewoonlijkbestaan<strong>de</strong> uit volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len:• een verzamelsysteem voor het dra<strong>in</strong><strong>water</strong>, bijvoorbeeld dra<strong>in</strong>slangen, hangen<strong>de</strong> goten, lavabed<strong>de</strong>n,• een opslagbass<strong>in</strong> voor het niet ontsmette <strong>water</strong>,• een <strong>water</strong>ontsmetter, bijvoorbeeld uv-<strong>in</strong>stallatie, langzame zandfilter, verhitter,• een opslagbass<strong>in</strong> voor het ontsmette <strong>water</strong>,• een meng- en bemest<strong>in</strong>gsunit,• een irrigatie-/fertigatiesysteem,• een teeltsysteem (substraatmatten, potten, conta<strong>in</strong>ers).In hoofdstuk 3 ‘Teelt per teelt’wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong>tail <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong> recirculatiesystemen die <strong>in</strong> <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> teelten gangbaar zijn.Hergebruik v<strong>in</strong>dt meestal plaats na ontsmett<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het <strong>water</strong>, om verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ziektekiemen (pathogenen), die aanwezigkunnen zijn <strong>in</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong>, te voorkomen.Het mengen <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> met regen- en/of grond<strong>water</strong> gebeurt voor of na <strong>de</strong> ontsmett<strong>in</strong>g. Meestal wordt gemengdna ontsmett<strong>in</strong>g. Meng<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong>- en regen- en/of grond<strong>water</strong> kan op verschillen<strong>de</strong> manieren: het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> wordt bijgevoegd<strong>in</strong> <strong>de</strong> opslag voor regen<strong>water</strong>, of het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> en het regen- en/of grond<strong>water</strong> wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> bemest<strong>in</strong>gstanksgemengd. Het mengen gebeurt met behulp <strong>van</strong> een mengkraan volgens een vaste volumeverhoud<strong>in</strong>g of wordt gestuurd opbasis <strong>van</strong> <strong>de</strong> elektrische geleidbaarheid (EC). In het twee<strong>de</strong> geval wordt een exacte EC-waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> het mengsel nagestreefd,wat resulteert <strong>in</strong> een betere stur<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het m<strong>in</strong>eralenevenwicht <strong>in</strong> het <strong>water</strong>.Bij hergebruik <strong>van</strong> het <strong>water</strong> dient een op<strong>van</strong>gmogelijkheid (<strong>water</strong>silo of betonnen bass<strong>in</strong>) voor het niet ontsmette dra<strong>in</strong><strong>water</strong>aanwezig te zijn. De capaciteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontsmett<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie en <strong>de</strong> grootte <strong>van</strong> het op<strong>van</strong>gbass<strong>in</strong> dienen dus afgestemdte zijn op <strong>de</strong> hoeveelheid dra<strong>in</strong><strong>water</strong> op een piekdag. Die verschilt naargelang <strong>de</strong> teelt (zie hoofdstuk 3 ‘Teelt per teelt’). Alsregen<strong>water</strong> mee ontsmet wordt, dient reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n met het gezamenlijke verbruik <strong>van</strong> dra<strong>in</strong>- en regen<strong>water</strong>op een piekdag.Een recirculatiesysteem op het bedrijf vraagt <strong>van</strong> <strong>de</strong> teler vakkennis en een goe<strong>de</strong> opvolg<strong>in</strong>g. De samenstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong>is m<strong>in</strong><strong>de</strong>r constant, omdat het naast regen- en/of grond<strong>water</strong>, voor een <strong>de</strong>el uit dra<strong>in</strong><strong>water</strong> bestaat. Een regelmatige,bijvoorbeeld veertiendaagse, analyse <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong>- of substraat<strong>water</strong> is vereist om <strong>de</strong> bemest<strong>in</strong>g optimaal af te stemmenop <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> en op <strong>de</strong> behoefte <strong>van</strong> het gewas <strong>in</strong> een bepaald teeltstadium.Bij recirculatie <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> moet ophop<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ballastzouten <strong>in</strong> het substraat (matten, potten, conta<strong>in</strong>ers) verme<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n.Daarom is <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> het aan het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> toegevoeg<strong>de</strong> <strong>water</strong> <strong>van</strong> zeer groot belang. Om die re<strong>de</strong>n dient bij recirculatiemaximaal gebruik gemaakt te wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> regen<strong>water</strong>, dat we<strong>in</strong>ig of geen ballastzouten bevat. Bovendien wordt erovergeïrrigeerd om te vermij<strong>de</strong>n dat het zoutgehalte <strong>in</strong> het substraat zou stijgen, met een hoeveelheid dra<strong>in</strong><strong>water</strong> tot gevolg.Bij vruchtgroenten bedraagt het dra<strong>in</strong>percentage 25 à 30 %, <strong>in</strong> <strong>de</strong> sierteelt kan het variëren <strong>van</strong> 10 tot zelfs meer dan 50 %.Gesloten teeltsystemen wor<strong>de</strong>n via het Vlaamse Landbouw<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsfonds (VLIF) f<strong>in</strong>ancieel on<strong>de</strong>rsteund.Meer <strong>in</strong>fo:M<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Gemeenschap, Adm<strong>in</strong>istratie Land- en Tu<strong>in</strong>bouw (ALT),Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Land- en Tu<strong>in</strong>bouwon<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>gsbeleid (LTO), Vlaams Landbouw<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsfondsLeuvenseple<strong>in</strong> 4 (3e verdiep<strong>in</strong>g), 1000 Brussel, tel. 02 553 63 21, fax 02 553 63 051.3. Ontsmett<strong>in</strong>gOm een massale verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ziekteverwekkers op het tu<strong>in</strong>bouwbedrijf te voorkomen is het aanbevolen om, naast hetpreventief toepassen <strong>van</strong> een algemene goe<strong>de</strong> bedrijfshygiëne, het recirculatie<strong>water</strong> te ontsmetten. Een besmett<strong>in</strong>g kan opallerlei manieren wor<strong>de</strong>n veroorzaakt, bijvoorbeeld via besmet regen- of oppervlakte<strong>water</strong> of via geïnfecteerd plantenmateriaal.In vergelijk<strong>in</strong>g met een open teeltsysteem bestaat bij recirculatie <strong>van</strong> het voed<strong>in</strong>gs<strong>water</strong> een verhoog<strong>de</strong> kans op <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g<strong>van</strong> ziekteverwekken<strong>de</strong> micro-organismen. Voornamelijk wortelziekten kunnen problemen geven <strong>in</strong> <strong>de</strong> substraatteelt,<strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r ziekten die wor<strong>de</strong>n veroorzaakt door Pythium of Phytophthora. Deze micro-organismen producerenzwemsporen die zeer goed zijn aangepast voor verspreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het <strong>water</strong> b<strong>in</strong>nen een gesloten teeltsysteem. Ook an<strong>de</strong>reschimmels die geen zwemsporen vormen, zoals Fusarium, en bacteriën, virussen en nemato<strong>de</strong>n kunnen zich bij hergebruik<strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> versprei<strong>de</strong>n over het bedrijf. Wanneer aan het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> regen<strong>water</strong> wordt toegevoegd en het regen<strong>water</strong>bass<strong>in</strong>veel kiemen bevat (bijvoorbeeld Fusarium), is het aangera<strong>de</strong>n het regen<strong>water</strong> mee te ontsmetten.De keuze voor een ontsmett<strong>in</strong>gssysteem wordt bepaald door <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> capaciteit, <strong>de</strong> kostprijs en <strong>de</strong> beschikbare ruimte.In <strong>de</strong> praktijk wordt meestal geopteerd voor langzame zandfiltratie, uv-ontsmett<strong>in</strong>g of verhitt<strong>in</strong>g.Het is aangera<strong>de</strong>n om regelmatig het <strong>water</strong> voor en na ontsmett<strong>in</strong>g te laten on<strong>de</strong>rzoeken op <strong>de</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> pathogenemicro-organismen. Op die manier wordt <strong>de</strong> efficiëntie waarmee micro-organismen door <strong>de</strong> ontsmetter wor<strong>de</strong>n afgedoodgecontroleerd en kunnen eventuele problemen met <strong>de</strong> ontsmett<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie wor<strong>de</strong>n opgespoord.


Hoe <strong>water</strong> hergebruiken?1.3.1. Ontsmett<strong>in</strong>gssystemen1.3.1.1. Langzame zandfiltratieLangzame zandfiltratie is één <strong>van</strong> <strong>de</strong> oudste <strong>water</strong>zuiver<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>n en een goedkope manier om <strong>water</strong> te ontsmetten.Werk<strong>in</strong>gEen langzame zandfilter heeft naast <strong>de</strong> fysische werk<strong>in</strong>g een biologische werk<strong>in</strong>g. Wanneer het <strong>water</strong> door <strong>de</strong> zandfilterstroomt, wordt een biologisch actieve slijmlaag afgezet. Aan <strong>de</strong> zandkorrels en <strong>de</strong> slijmlaag wor<strong>de</strong>n organische stoffen geadsorbeerddie via oxidatie afgebroken wor<strong>de</strong>n. De antimicrobiële werk<strong>in</strong>g bestaat er<strong>in</strong> dat bacteriën en an<strong>de</strong>re micro-organismenwor<strong>de</strong>n geadsorbeerd. Ze zijn een voed<strong>in</strong>gsbron voor nuttige micro-organismen die voorkomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> bovenste lagen<strong>van</strong> het filtermedium. Dit nuttige biologische leven produceert antagonistische stoffen zoals antibiotica die do<strong>de</strong>lijk zijn voor<strong>de</strong> pathogenen. Sporen <strong>van</strong> plantpathogenen bijvoorbeeld wor<strong>de</strong>n geadsorbeerd aan <strong>de</strong> zandkorrels en dan on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed<strong>van</strong> micro-organismen afgebroken.OpbouwEen langzame zandfilter bestaat uit:• een <strong>water</strong>dichte silo,• een laag dra<strong>in</strong><strong>water</strong>,• een filterbed, bestaan<strong>de</strong> uit een zandlaag,• een dra<strong>in</strong>agesysteem, bestaan<strong>de</strong> uit gr<strong>in</strong>dlagen en dra<strong>in</strong>ageslang,• een <strong>de</strong>bietmeter.De meestal ron<strong>de</strong>, <strong>water</strong>dichte silo is m<strong>in</strong>imaal 2,5 m diep en bestaat meestal uit meer<strong>de</strong>re metalen r<strong>in</strong>gen. Hij is gevuld metdrie gr<strong>in</strong>dlagen en een laag gewassen zand (Figuur 2). Van on<strong>de</strong>r naar boven wordt <strong>de</strong> silo als volgt gevuld:• een gr<strong>in</strong>dlaag <strong>van</strong> 15 cm dik met korreldiameter tussen 16 en 32 mm; <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze laag ligt een dra<strong>in</strong>ageslang die verbon<strong>de</strong>n ismet <strong>de</strong> uitlaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> filter,• een gr<strong>in</strong>dlaag <strong>van</strong> 15 cm dik met een korreldiameter tussen 8 en 16 mm,• een gr<strong>in</strong>dlaag <strong>van</strong> 15 cm dik met een korreldiameter tussen 2 en 8 mm,• een laag <strong>van</strong> m<strong>in</strong>imaal 80 cm gewassen zand, om frequent aanvullen te voorkomen best zelfs tussen 100 en 150 cm, meteen korreldiameter tussen 0,15 en 2 mm of beter nog tussen 0,15 en 0,35 mm.Figuur 2. – Schematische voorstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een langzame zandfilter met drie gr<strong>in</strong>dlagen en een zandlaag250 cmDebietmeterPUT ONTSMET WATERWATERLAAGGEWASSEN ZAND0 - 2 mmGRINDLAGENsokkel 20 cmhoogte: 100 - 150 cmmm2 - 88 - 1616 - 32± 15 cm/laagaanvoer te ontsmetten <strong>water</strong>aanzuigpompDRAINPUTOpbouw <strong>van</strong> een langzame zandfilterDe functie <strong>van</strong> het gr<strong>in</strong>d is het <strong>water</strong> goed uit het zand te laten stromen en te voorkomen dat er zand <strong>in</strong> het dra<strong>in</strong>agesysteemterechtkomt. De zandlaag zuivert het <strong>water</strong>. De samenstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze laag is dus cruciaal en het zand moet voldoen aan eenaantal voorwaar<strong>de</strong>n:• gewassen en vrij <strong>van</strong> leem, klei en organisch materiaal. Dat geldt ook voor het gr<strong>in</strong>d. Aanwezigheid <strong>van</strong> klei<strong>de</strong>eltjes kan <strong>de</strong>filter doen dichtslibben, met als gevolg dat frequent re<strong>in</strong>igen nodig zal zijn;• kalkarm, om een constante pH te kunnen handhaven <strong>in</strong> het medium;• uniform. Een niet uniform zandbed geeft wijzig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> volume en afname <strong>van</strong> <strong>de</strong> porositeit, en vertraagt het filtratieproces.Het zand wordt gekarakteriseerd door <strong>de</strong> uniformiteitscoëfficiënt (UC), die gelijk is aan het quotiënt <strong>van</strong> D 60 en D 10(UC=D 60 /D 10 ). D 10 is <strong>de</strong> maasgrootte <strong>van</strong> <strong>de</strong> zeef waarbij 10 % <strong>van</strong> het totale gewicht aan zand <strong>de</strong> zeef passeert. Bij D 60is dat 60 % <strong>van</strong> het zand. De UC moet lager zijn dan 3, en liefst liggen tussen 1,5 en 2;• <strong>de</strong> korreldiameter <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> lagen is zeer belangrijk voor een goe<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g; hiervoor wordt best een analysebij <strong>de</strong> leverancier <strong>van</strong> het zand opgevraagd.13


1Na het vullen met gr<strong>in</strong>d en zand wordt <strong>de</strong> zandfilter met <strong>water</strong> gevuld langs <strong>de</strong> uitlaat, dus <strong>van</strong> on<strong>de</strong>r naar boven toe. Hierdoorwordt <strong>de</strong> aanwezige lucht verwij<strong>de</strong>rd. Nadat <strong>de</strong> filter gevuld is, wordt het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> meestal via sproeiers over het oppervlakver<strong>de</strong>eld. Bovenop het zand bev<strong>in</strong>dt zich een 50 tot 150 cm dikke <strong>water</strong>laag. Deze laag duwt het <strong>water</strong> door <strong>de</strong> zandlaag. Om<strong>de</strong> slijmlaag niet te beschadigen, is het belangrijk dat het <strong>water</strong> niet on<strong>de</strong>r te grote druk op het filterbed terechtkomt.Na <strong>in</strong>stallatie is het belangrijk een perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> twee tot vier weken te voorzien waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> biologische activiteit b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> filterwordt opgebouwd. Om voldoen<strong>de</strong> biologische activiteit te garan<strong>de</strong>ren is het belangrijk dat <strong>de</strong> temperatuur m<strong>in</strong>imum 10 à15 °C bedraagt. Voor warme kasteelten kan het noodzakelijk zijn maatregelen te treffen om <strong>de</strong>ze m<strong>in</strong>imumtemperatuur tehandhaven, door <strong>de</strong> zandfilter te isoleren of b<strong>in</strong>nen te plaatsen. Voor kou<strong>de</strong> kasteelten of buitenteelten zijn <strong>de</strong>ze maatregelenm<strong>in</strong><strong>de</strong>r noodzakelijk.Een <strong>de</strong>bietmeter aan <strong>de</strong> uitstroomleid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> filter controleert <strong>de</strong> doorstroomsnelheid.Bij sommige teelten, zoals azalea en boomkwekerijgewassen, is het aangewezen het <strong>water</strong> voor te filteren, bijvoorbeeld meteen zeefbocht, en zo te ontdoen <strong>van</strong> grof organisch materiaal zoals bladresten en takjes.Bij sommige teelten wordt een zeefbocht gebruikt om het <strong>water</strong>voor te filteren en zo te ontdoen <strong>van</strong> grof organisch materiaalvooraleer het te ontsmetten met een langzame zandfilter.On<strong>de</strong>rhoudDoor accumulatie <strong>van</strong> onzuiverhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het zandbed neemt het poriënvolume af, verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rt <strong>de</strong> filtratie <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong>en dr<strong>in</strong>gt re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> zandfilter zich op. Er moet meer gere<strong>in</strong>igd wor<strong>de</strong>n naarmate meer organisch materiaal <strong>in</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong>aanwezig is, <strong>de</strong> doorstroomsnelheid hoger is en/of het zand fijner is. Om <strong>de</strong> filter te re<strong>in</strong>igen volstaat het meestal om <strong>de</strong>bovenste 1 à 2 cm <strong>van</strong> <strong>de</strong> zandlaag te verwij<strong>de</strong>ren. Het is niet nodig om <strong>de</strong> volledige zandlaag te ver<strong>van</strong>gen. Vaak wordt aangera<strong>de</strong>nom gewoon <strong>de</strong> bovenste 3 à 5 cm <strong>van</strong> het zandbed om te woelen, zon<strong>de</strong>r zand te verwij<strong>de</strong>ren. Hierdoor herstelt hetbiologisch evenwicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> bovenste laag zich vlug.Ook algen kunnen <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> zandfilter verstoren. Daarom is het aan te ra<strong>de</strong>n <strong>de</strong> zandfilter af te <strong>de</strong>kken zodat <strong>de</strong> algengeen licht krijgen en hun groei bijgevolg onmogelijk wordt.EfficiëntieDe efficiëntie <strong>van</strong> een langzame zandfilter wordt beïnvloed door <strong>de</strong> korreldiameter <strong>van</strong> het zand, i<strong>de</strong>aliter tussen 0,15 en 0,35 mm,en <strong>de</strong> doorstroomsnelheid. De aanbevolen doorstroomsnelheid <strong>van</strong> het <strong>water</strong> ligt tussen 100 en 200 l/m 2 zandoppervlak/h. Hoetrager het <strong>water</strong> door <strong>de</strong> filter gaat, hoe langer het <strong>water</strong> <strong>in</strong> contact is met <strong>de</strong> biofilm en hoe effectiever <strong>de</strong> zuiver<strong>in</strong>g verloopt.Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> zandfilter mag het zand niet uitdrogen om het biologische evenwicht niet te verstoren. Langzamezandfiltratie is <strong>in</strong>teressant bij teelten die te maken hebben met schimmels (Pythium, Phytophthora, Olpidium, Cyl<strong>in</strong>drocladium,Thielaviopsis) of bacteriën (Xanthomonas, Pseudomonas, Erw<strong>in</strong>ia en Corynebacterium). Bij problemen met schimmels die kle<strong>in</strong>esporen produceren, zoals Fusarium, is een lage doorstroomsnelheid, ongeveer 100 l/m 2 /h, het meest efficiënt. Aaltjes en virussenwor<strong>de</strong>n onvoldoen<strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>rd door een langzame zandfilter. Ze wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>itieel tegengehou<strong>de</strong>n, maar zakken vervolgens heellangzaam door <strong>de</strong> filter en kunnen geduren<strong>de</strong> zeer lange tijd nog besmett<strong>in</strong>gsgevaar opleveren (<strong>van</strong> Os et al., 1997).Voor<strong>de</strong>len• eenvoudige techniek, <strong>de</strong> <strong>in</strong>stallatie kan zelf gebouwd wor<strong>de</strong>n;• lage kostprijs;• <strong>water</strong> wordt gezuiverd <strong>van</strong> organisch materiaal, troebelheid en gesuspen<strong>de</strong>er<strong>de</strong> <strong>de</strong>eltjes;• veel ziekteverwekkers wor<strong>de</strong>n verwij<strong>de</strong>rd (schimmels en bacteriën);• nuttige microflora overleeft.


Hoe <strong>water</strong> hergebruiken?Na<strong>de</strong>len• volum<strong>in</strong>eus, maar dient an<strong>de</strong>rzijds ook voor <strong>water</strong>opslag;• <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g is temperatuursafhankelijk;• niet alle ziekteverwekkers wor<strong>de</strong>n tegengehou<strong>de</strong>n.1.3.1.2. Uv-ontsmett<strong>in</strong>gWerk<strong>in</strong>gBij uv-ontsmett<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n pathogenen afgedood door uv-bestral<strong>in</strong>g. Uv-stralen hebben een golflengte <strong>van</strong> 100 tot 400 nm.De uvc-stralen, met een golflengte tussen 200 en 280 nm, hebben een kiemdo<strong>de</strong>n<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g. Zij beschadigen <strong>de</strong> DNAstructuur<strong>van</strong> <strong>de</strong> micro-organismen zodat <strong>de</strong> cellen afsterven of m<strong>in</strong>stens hun functie verliezen. DNA wordt het meest efficiëntafgebroken bij een golflengte <strong>van</strong> 265 nm.OpbouwOntsmett<strong>in</strong>g met uv-bestral<strong>in</strong>g wordt uitgevoerd <strong>in</strong> een buisreactor met <strong>in</strong> het mid<strong>de</strong>n een kwikdamplamp beschermd dooreen kwartsbuis. De voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g stroomt tussen <strong>de</strong> kwartsbuis en <strong>de</strong> buitenwand <strong>van</strong> <strong>de</strong> reactor. Als stral<strong>in</strong>gsbron wordteen uv-lamp met lage- of hogekwikdampdruk gebruikt. Bij lagedruklampen is een <strong>in</strong>ert gas met kwikatomen aangebrachton<strong>de</strong>r lage druk, lager dan 0,1 hPa, en wordt voornamelijk uv-stral<strong>in</strong>g met een golflengte <strong>van</strong> 254 nm uitgezon<strong>de</strong>n. Wanneerhet gas met kwikatomen on<strong>de</strong>r hoge druk wordt aangebracht, wordt een golflengtespectrum tussen 200 en 280 nm uitgezon<strong>de</strong>n,waar<strong>van</strong> een ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> stral<strong>in</strong>g rond 254 nm.Lagedruklampen hebben een vermogen <strong>van</strong> 5 tot 50 W (klassiek) of 50 tot 300 W (amalgaam); bij hogedruklampen is dat 3.000tot 8.000 W. Dat betekent dat er meer<strong>de</strong>re lagedruklampen nodig zijn om hetzelf<strong>de</strong> vermogen te garan<strong>de</strong>ren als een hogedruklamp.Hogedruklampen zetten gemid<strong>de</strong>ld 10 % <strong>van</strong> <strong>de</strong> energie om <strong>in</strong> uvc-stral<strong>in</strong>g, lagedruklampen hebben een hoger ren<strong>de</strong>menten zetten 40 % <strong>van</strong> <strong>de</strong> energie om <strong>in</strong> uvc. Tabel 5 vergelijkt hogedruk- en lagedruk-uv-ontsmett<strong>in</strong>g. De gegevens <strong>in</strong> <strong>de</strong>tabel zijn slechts richtwaar<strong>de</strong>n. De reële waar<strong>de</strong>n zijn afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> uv-<strong>in</strong>stallatie. Voor meer ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie wordtbest contact opgenomen met een <strong>in</strong>stallateur <strong>van</strong> uv-ontsmetters.Tabel 5. – Vergelijk<strong>in</strong>g hogedruk- en lagedruk-uv-ontsmett<strong>in</strong>gHogedruk-uvLagedruk-uvRuimtebezett<strong>in</strong>g plaatsbespar<strong>in</strong>g door één lamp meer ruimte nodig door lampen <strong>in</strong> serieLevensduur lampen (uur) 3.000-4.000 6.000-8.000Kostprijs lampen duur<strong>de</strong>r dan lagedruk-uv goedkoper dan hogedruk-uvVermogen per lamp (W) 3.000-8.000 klassiek: 5-50; amalgaam 50-300Uvc output per lamp (W/cm) 9-15 klassiek: 0,2; amalgaam: 0,6Stral<strong>in</strong>g met golflengte 254 nm (%) 27-44 90Efficiëntie energieomzett<strong>in</strong>g (%) uvc: 10 %; warmte: 75 % uvc: 40 %; warmte: 45 %Debiet per lamp (m 3 /h) hoog: 1,5-10 laag: 0,05-0,3Temperatuur (°C) 600-800 40-50Controle over systeem gemakkelijk: slechts één lamp moeilijker: groter aantal lampen die niet alle kunnenvoorzien wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> sensorAankoopprijs hoger lagerBij lagedruk-uv is er m<strong>in</strong><strong>de</strong>r controle over <strong>de</strong> transmissie (zie ver<strong>de</strong>r) en dus over <strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontsmett<strong>in</strong>g. De controlemoet bijgevolg gebeuren door regelmatige staalnames voor en na ontsmett<strong>in</strong>g. Het is wel mogelijk lagedruk-uv-lampen bijte plaatsen <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontsmett<strong>in</strong>g niet voldoen<strong>de</strong> is of bij uitbreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> teeltoppervlakte. Bedien<strong>in</strong>gen technische controle <strong>van</strong> <strong>de</strong> hele <strong>in</strong>stallatie zijn wel eenvoudiger.Een na<strong>de</strong>el <strong>van</strong> uv-ontsmetters is <strong>de</strong> afbraak <strong>van</strong> het ijzerchelaat <strong>in</strong> <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g. De afbraak is groter bij hogedruk-uv dan bijlagedruk-uv. Bij een lagedruk-uv-systeem wordt bij selectieve ontsmett<strong>in</strong>g (enkel afdod<strong>in</strong>g <strong>van</strong> schimmels en bacteriën, niet<strong>van</strong> virussen), met een dosis <strong>van</strong> 100 mJ/cm 2 , een afname <strong>van</strong> 0 tot 3 % geconstateerd. Bij een volledige ontsmett<strong>in</strong>g, met eendosis <strong>van</strong> 250 mJ/cm 2 , ligt <strong>de</strong> afname tussen 20 en 40 %. Bij een hogedruk-uv-<strong>in</strong>stallatie kan bij een dosis <strong>van</strong> 100 mJ/cm 2 hetgehalte aan ijzer gereduceerd wor<strong>de</strong>n met 77 %, bij een dosis <strong>van</strong> 277 mJ/cm 2 wordt tot 92 % <strong>van</strong> het aanwezige ijzerchelaatafgebroken. Na ontsmett<strong>in</strong>g is het bij bei<strong>de</strong> systemen nodig om <strong>de</strong> ijzerconcentratie opnieuw aan te passen.Hogedruk-uv-<strong>in</strong>stallaties zijn technisch complexer dan lagedruk-uv-<strong>in</strong>stallaties. De controle <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> parameters,zoals doorstroomsnelheid en transmissie, gebeurt met <strong>de</strong> hard- en software <strong>in</strong> het systeem. De teler dient dus <strong>de</strong> nodige <strong>in</strong>formatieen opleid<strong>in</strong>g te krijgen om het systeem vlot te kunnen bedienen.Bij alarm kan hij een aantal problemen zelf oplossen, maar er zal ook regelmatig beroep moeten gedaan wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> <strong>in</strong>stallateur.De controle op <strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontsmett<strong>in</strong>g is wel groter bij hogedruk-uv dan bij lagedruk-uv.15


1Hogedruk-uv-ontsmetterLagedruk-uv-ontsmetterTransmissieTransmissieDe transmissie <strong>van</strong> het te ontsmetten dra<strong>in</strong><strong>water</strong> is het percentage kiemdo<strong>de</strong>nd uv-licht dat nog over is nadat het licht doorheeneen <strong>water</strong>laag <strong>van</strong> 10 mm is gegaan. Organische stoffen en ijzerverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>de</strong> transmissie <strong>van</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g.Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> uv-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n ijzerchelaten ge<strong>de</strong>eltelijk afgebroken. Ze slaan neer <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> ijzeroxi<strong>de</strong>nop het kwartsomhulsel of <strong>in</strong> <strong>de</strong> leid<strong>in</strong>gen, waardoor het ijzer niet meer beschikbaar is voor <strong>de</strong> planten. Het type ijzerchelaatbeïnvloedt <strong>de</strong> afbraaksnelheid tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> uv-behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. IJzer on<strong>de</strong>r DTPA-vorm is het meest stabiele chelaat en verlaagthet m<strong>in</strong>st <strong>de</strong> transmissie. In verband met <strong>de</strong> transmissie is <strong>de</strong> ijzerconcentratie <strong>van</strong> het chelaat belangrijk. De concentratie<strong>van</strong> ijzer <strong>in</strong> het chelaat moet m<strong>in</strong>stens 6 % zijn. Bij een lagere concentratie is er meer risico <strong>van</strong> onzuiverhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het chelaat.De transmissiewaar<strong>de</strong> is <strong>van</strong> groot belang omdat ze mee bepalend is voor het berekenen <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontsmett<strong>in</strong>gsdosis. De transmissiewaar<strong>de</strong><strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> afkomstig <strong>van</strong> teelten op <strong>in</strong>ert substraat, bijvoorbeeld steenwol, ligt meestal tussen 20 en 40 %;<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n bij teelten op organische substraten liggen meestal lager.Transmissie <strong>van</strong> het te ontsmetten <strong>water</strong> kan verhoogd wor<strong>de</strong>n door het bijmengen <strong>van</strong> zuiver <strong>water</strong> en/of door voorfiltratiemet een multimediafilter (snelle zandfilter) of een langzame zandfilter. Een multimediafilter bestaat uit drie scheid<strong>in</strong>gslagen,namelijk gravel, zand en antraciet, waardoor het <strong>water</strong> <strong>van</strong> grof naar fijn gefilterd wordt en een diepe filtratie, tot 15 μm, bekomenwordt.EfficiëntieDe efficiëntie <strong>van</strong> <strong>de</strong> uv-ontsmetter wordt enerzijds bepaald door <strong>de</strong> dosis uv-stral<strong>in</strong>g en an<strong>de</strong>rzijds door <strong>de</strong> transmissie <strong>van</strong>het <strong>water</strong>. Hoe lager <strong>de</strong> transmissie, hoe hoger <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> dosis om het gewenste effect te behalen.De stral<strong>in</strong>gsdosis is afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> stral<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>tensiteit (mW/cm 2 ), <strong>de</strong> doorstroomsnelheid of dus <strong>de</strong> contacttijd met <strong>de</strong> ziektekiemen,en het type af te do<strong>de</strong>n pathogenen. Voor <strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g <strong>van</strong> schimmels en bacteriën wordt een dosis <strong>van</strong>100 mJ/cm 2 aangera<strong>de</strong>n. Voor een volledige ontsmett<strong>in</strong>g waarbij ook virussen wor<strong>de</strong>n uitgeschakeld, is een dosis <strong>van</strong>250 mJ/cm 2 aangewezen. Tabel 6 toont <strong>de</strong> letale uvc-dosissen voor enkele pathogenen. Bacteriën en eitjes <strong>van</strong> aaltjes wor<strong>de</strong>nrelatief gemakkelijk afgedood. Voor schimmels hangt <strong>de</strong> efficiëntie af <strong>van</strong> het soort overlev<strong>in</strong>gssporen dat gevormd wordt.Virussen vragen een voldoen<strong>de</strong> hoge doser<strong>in</strong>g. Uit divers on<strong>de</strong>rzoek blijkt dat aaltjes zeker bij een stral<strong>in</strong>gsdosis <strong>van</strong> 200 mJ/cm 2wor<strong>de</strong>n afgedood. De benodig<strong>de</strong> stral<strong>in</strong>gsdosis is afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> soort aaltjes.Om een goe<strong>de</strong> efficiëntie te waarborgen is het nodig <strong>de</strong> kwartsbuizen regelmatig te re<strong>in</strong>igen.


Hoe <strong>water</strong> hergebruiken?Tabel 6. - Letale uvc-dosis voor enkele ziekteverwekkersGroep Species Structuur Letale dosis (mJ/cm 2 )Bacteriën Corynebacterium fascians 24Erw<strong>in</strong>ia chrysanthemi 20Xanthomonas campestris pv. Pelargonii 26Schimmels Aspergillus niger conidia 550Botrytis c<strong>in</strong>erea conidia 300Ceratocystis fimbriata conidia 100Cyl<strong>in</strong>drocladium scoparium conidia 100Fusarium culmorum macroconidia 100Fusarium oxysporum microconidia 40Penicillium sp. conidia 120Phytophthora c<strong>in</strong>namoni zoösporen 30Phytophthora nicotianae mycelium, sporangiën 70Pythium ultimum mycelium, sporangiën, oösporen 100Rhizoctonia solani mycelium 120Thielaviopsis basicola chlamydosporen > 3.000Verticillium dahliae microsclerotia > 600Virussen tabakmozaïekvirus 440pep<strong>in</strong>omozaïekvirus 150Nemato<strong>de</strong>n eitjes 9,2Bron: Wohanka, 1992; Runia, 1994Voor<strong>de</strong>len• m<strong>in</strong><strong>de</strong>r volum<strong>in</strong>eus dan een langzame zandfilter;• volledige ontsmett<strong>in</strong>g mogelijk: bacteriën, schimmels, nemato<strong>de</strong>n en virussen wor<strong>de</strong>n uitgeschakeld met een uvc-dosis<strong>van</strong> 250 mJ/cm 2 ;• werk<strong>in</strong>g is controleerbaar.Na<strong>de</strong>len• hoge kostprijs <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>stallatie;• hoge energiekosten;• transmissie is belangrijk;• afbraak <strong>van</strong> ijzerchelaten.1.3.1.3. Verhitt<strong>in</strong>gVerhitt<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland een veel toegepaste ontsmett<strong>in</strong>gstechniek; <strong>in</strong> België wordt <strong>de</strong> techniek veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gebruikt danlangzame zandfiltratie en uv-ontsmett<strong>in</strong>g.Werk<strong>in</strong>gVerhitt<strong>in</strong>g vernietigt <strong>de</strong> structuur <strong>van</strong> <strong>de</strong> eiwitten <strong>in</strong> <strong>de</strong> ziektekiemen, waardoor ze wor<strong>de</strong>n afgedood. De temperatuur en <strong>de</strong>tijd dat <strong>de</strong>ze temperatuur wordt aangehou<strong>de</strong>n, zijn bepalend voor het afdo<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> micro-organismen. Courant wordt eentemperatuur <strong>van</strong> 95 °C geduren<strong>de</strong> 30 secon<strong>de</strong>n gehanteerd. Dat is voldoen<strong>de</strong> om alle pathogenen te do<strong>de</strong>n. Bij lagere temperaturenmoet <strong>de</strong> tijdsduur wor<strong>de</strong>n verlengd. Wanneer geen virusbesmett<strong>in</strong>g te verwachten is, is er voldoen<strong>de</strong> afdod<strong>in</strong>gdoor het aanhou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een temperatuur <strong>van</strong> 60 °C geduren<strong>de</strong> 2 m<strong>in</strong>uten.OpbouwEr zijn twee technieken op <strong>de</strong> markt om dra<strong>in</strong><strong>water</strong> door hitte te ontsmetten: door een warmtewisselaar of via vlamontsmett<strong>in</strong>g.Vlamontsmett<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw m<strong>in</strong><strong>de</strong>r courant gebruikt.Het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> warmtewisselaar wordt ook wel <strong>in</strong>directe ontsmett<strong>in</strong>g genoemd. Er bestaan twee types warmtewisselaars.Het eerste type werkt met een ketel op <strong>de</strong> <strong>in</strong>stallatie, het twee<strong>de</strong> type met <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> ketel <strong>van</strong> <strong>de</strong> stook<strong>in</strong>stallatie. Bij heteerste type wordt het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> door twee warmtewisselaars verhit tot <strong>de</strong> gewenste temperatuur (95 °C). Deze temperatuurwordt geduren<strong>de</strong> 30 secon<strong>de</strong>n aangehou<strong>de</strong>n alvorens het <strong>water</strong> opnieuw snel af te koelen. De warmte die bij het terugkoelenvrijkomt, wordt gebruikt om onbehan<strong>de</strong>ld <strong>water</strong> te verhitten. Bij het twee<strong>de</strong> type, dat via <strong>de</strong> ketel <strong>van</strong> <strong>de</strong> stook<strong>in</strong>stallatiewerkt, wordt het <strong>water</strong> verhit tot 85 °C geduren<strong>de</strong> 3 m<strong>in</strong>uten.Bij vlamontsmett<strong>in</strong>g wordt <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g, na filtratie en opwarm<strong>in</strong>g via een warmtewisselaar, rechtstreeks verneveld<strong>in</strong> <strong>de</strong> vlam <strong>van</strong> <strong>de</strong> gasbran<strong>de</strong>r geduren<strong>de</strong> 16 secon<strong>de</strong>n.De capaciteit <strong>van</strong> een verhitt<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie varieert <strong>van</strong> 2,5 tot 15 m 3 per uur.17


1Voor<strong>de</strong>len• zeer efficiënt tegen alle pathogenen;• temperatuur en verblijftijd zijn eenvoudig te controleren.Na<strong>de</strong>len• dure techniek, economisch verantwoord <strong>van</strong>af 1 ha serre;• hoog energieverbruik: bij verhitt<strong>in</strong>g tot 95 °C wordt 1,2 m 3 gas per m 3 <strong>water</strong> gebruikt. Bij het type warmtewisselaar waarbij<strong>de</strong> ketel <strong>van</strong> <strong>de</strong> stook<strong>in</strong>stallatie wordt gebruikt, ligt het energieverbruik een stuk gunstiger;• aanzuren <strong>van</strong> het <strong>water</strong> vóór ontsmett<strong>in</strong>g tot een pH <strong>van</strong> maximum 5 is nodig om neerslag <strong>van</strong> calciumzouten op <strong>de</strong> platen<strong>van</strong> <strong>de</strong> warmtewisselaar te vermij<strong>de</strong>n;• voorfiltratie (50-70 μm) is aangewezen ter voorkom<strong>in</strong>g <strong>van</strong> vervuil<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> warmtewisselaar;• het ontsmette <strong>water</strong> is na het proces 5 °C warmer dan bij aan<strong>van</strong>g waardoor <strong>de</strong> <strong>in</strong>fectiedruk kan verhogen.1.3.1.4. OzonisatieOzon is een zeer onstabiel gas met sterk oxi<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> eigenschappen dat wereldwijd wordt gebruikt <strong>in</strong> <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>van</strong>dr<strong>in</strong>k<strong>water</strong> en afval<strong>water</strong>. Omwille <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>stabiliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> molecule wordt ozon ter plaatse aangemaakt, meestal door elektrischeontlad<strong>in</strong>g of eventueel via een uv-lamp. Het geproduceer<strong>de</strong> ozon wordt <strong>in</strong> het <strong>water</strong> geïnjecteerd. Waterbehan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gdoor ozon doodt zowel schimmels en bacteriën als virussen.Ozon is echter een vrij dure ontsmett<strong>in</strong>gstechniek en kent daardoor we<strong>in</strong>ig toepass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw.1.3.2. Controle <strong>van</strong> <strong>de</strong> efficiëntie <strong>van</strong> ontsmett<strong>in</strong>gHet is belangrijk <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> ontsmett<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie regelmatig te laten controleren. Het uitvoeren <strong>van</strong> een mycologischeanalyse op het ontsmette en het niet ontsmette <strong>water</strong> laat dat toe. Daarbij bepaalt het labo hoeveel sporen <strong>van</strong> belangrijkeplantpathogene schimmels, namelijk Pythium, Phytophthora en Fusarium, er <strong>in</strong> het <strong>water</strong> aanwezig zijn. Voor <strong>de</strong> analysewordt een hoeveelheid <strong>water</strong> gefilterd en het filtraat wordt ofwel rechtstreeks, ofwel via verdunn<strong>in</strong>gen, uitgeplaat op eenselectieve voed<strong>in</strong>gsbo<strong>de</strong>m. Na enkele dagen wordt bepaald hoeveel schimmels er <strong>in</strong> het <strong>water</strong> aanwezig zijn.Een an<strong>de</strong>re mogelijkheid is het uitvoeren <strong>van</strong> een ‘bladloktoets’ . Hierbij wor<strong>de</strong>n rodo<strong>de</strong>ndronblaadjes <strong>in</strong> een netje gebrachten geduren<strong>de</strong> een viertal dagen <strong>in</strong> <strong>de</strong> reservoirs met ontsmet en niet ontsmet <strong>water</strong> gelegd. De blaadjes trekken zwemsporen<strong>van</strong> Pythium en Phytophthora aan. De sporen <strong>in</strong>fecteren <strong>de</strong> blaadjes en er wor<strong>de</strong>n lesies gevormd, herkenbaar als bru<strong>in</strong>evlekjes. De blaadjes wor<strong>de</strong>n op lesies gecontroleerd. Indien lesies aanwezig zijn, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> blaadjes naar het labo gestuurd enuitgeplaat op een specifieke voed<strong>in</strong>gsbo<strong>de</strong>m waarop <strong>de</strong> eventueel aanwezige schimmels uitgroeien. Deze metho<strong>de</strong> heeft hetvoor<strong>de</strong>el dat een veel grotere hoeveelheid <strong>water</strong> kan wor<strong>de</strong>n gecontroleerd en <strong>de</strong> <strong>de</strong>tectielimiet dus een pak lager ligt danbij <strong>de</strong> filtratiemetho<strong>de</strong>. Na<strong>de</strong>el is dat enkel Pythium en Phytophthora kunnen wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>tecteerd en dat voornamelijk <strong>de</strong>aan- of afwezigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze schimmels wordt bepaald en dus niet <strong>de</strong> exacte aantallen die aanwezig zijn.Voorbeeld <strong>van</strong> een Phytophthora en Pythium bladloktoets metrodo<strong>de</strong>ndronblaadjes. De eerste twee blaadjes vormen <strong>de</strong>negatieve controle en zijn dus getest <strong>in</strong> zuiver <strong>water</strong>, <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>twee <strong>in</strong> niet ontsmet <strong>water</strong> en <strong>de</strong> laatste twee <strong>in</strong> met uvontsmet <strong>water</strong>.Belangrijk bij uv-ontsmetters is <strong>de</strong> controle <strong>van</strong> <strong>de</strong> transmissie. Een te lage transmissie kan een negatieve <strong>in</strong>vloed hebben op<strong>de</strong> ontsmetten<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>stallatie. Bij sommige <strong>in</strong>stallaties is er een monitor<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> transmissie voorzien, maar bijeen aantal systemen, vooral bij lagedruk-uv-ontsmetters, wordt bij slechts één lamp of zelfs bij geen enkele <strong>de</strong> transmissiegecontroleerd. Bij mycologische analyse <strong>van</strong> <strong>water</strong>stalen wordt ook steeds <strong>de</strong> transmissie gemeten zodat <strong>de</strong> teler zicht heeftop <strong>de</strong>ze parameter.Regelmatige re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwartsbuizen is belangrijk omdat vuil op <strong>de</strong> kwartsbuis het uv-licht tegenhoudt en een goe<strong>de</strong>ontsmett<strong>in</strong>g onmogelijk maakt. Ook dienen <strong>de</strong> lampen tijdig te wor<strong>de</strong>n ver<strong>van</strong>gen. Na verloop <strong>van</strong> tijd neemt hun vermogenimmers af, wat kan lei<strong>de</strong>n tot een slechte ontsmett<strong>in</strong>g.Meer <strong>in</strong>fo over het nemen <strong>van</strong> <strong>water</strong>stalen kan je v<strong>in</strong><strong>de</strong>n op: http://www.clo.fgov.be/diagnosecentrum/staalname.htm


1De zuiver<strong>in</strong>g gebeurt voornamelijk door <strong>de</strong> filteren<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het zand, <strong>de</strong> aërobe bacteriën rond <strong>de</strong> plantenwortels, <strong>de</strong>bo<strong>de</strong>mbacteriën en <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m (filtratie en b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g). Een percolatierietveld zorgt zowel voor een secundaire als voor een tertiairezuiver<strong>in</strong>g. De secundaire zuiver<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> hoofdzuiver<strong>in</strong>g waarbij het meren<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> organische componenten verwij<strong>de</strong>rdwordt. De tertiaire zuiver<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>van</strong> nitrieten, nitraten en fosfaten. Om voldoen<strong>de</strong> zuiver<strong>in</strong>g te garan<strong>de</strong>renmoet het rietveld m<strong>in</strong>imaal 80 cm diep zijn. De verwerk<strong>in</strong>gscapaciteit is ongeveer 50 l/m 2 rietveld/dag.Voor een beter fosforvastleggend vermogen wor<strong>de</strong>n ijzerverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen toegevoegd <strong>in</strong> <strong>de</strong> bovenste 30 à 40 cm <strong>van</strong> <strong>de</strong> filteren/of wordt calciumrijk zand gebruikt.WortelzonerietveldEen wortelzonerietveld wordt horizontaal en verticaal doorstroomd. Het afval<strong>water</strong> stroomt vooraan <strong>in</strong> <strong>de</strong> filter en het gezuiver<strong>de</strong><strong>water</strong> wordt achteraan on<strong>de</strong>rgronds opge<strong>van</strong>gen. De on<strong>de</strong>rgrondse doorvloei<strong>in</strong>g zorgt voor een verhoogd filtereffect.De totale oppervlakte is groter dan die <strong>van</strong> een percolatierietveld. De m<strong>in</strong>imale lengte is 5 à 6 m. Bij <strong>de</strong> meestal rechthoekigerietvel<strong>de</strong>n bedraagt <strong>de</strong> diepte aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>laat ongeveer 60 cm en aan <strong>de</strong> uitlaat ongeveer 80 cm. De i<strong>de</strong>ale hell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het rietveldis 1 %.Deze filter is <strong>in</strong> staat nitraat- en fosfaatrijke afval<strong>water</strong>s te behan<strong>de</strong>len, maar doet met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> afbraak <strong>van</strong> organischestoffen en Kjeldahl-stikstof (ammonium-stikstof en organische stikstof ) on<strong>de</strong>r voor het percolatierietveld.VloeirietveldIn een vloeirietveld wordt een <strong>water</strong>stand <strong>van</strong> ongeveer 50 cm aangehou<strong>de</strong>n en blijft het afval<strong>water</strong> m<strong>in</strong>imum tien dagen <strong>in</strong>het rietveld (Figuur 4). De zweven<strong>de</strong> <strong>de</strong>eltjes krijgen <strong>de</strong> tijd om te bez<strong>in</strong>ken om daar ver<strong>de</strong>r te ontb<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Ook hier gebeurtzowel een secundaire als een tertiaire zuiver<strong>in</strong>g. Het ren<strong>de</strong>ment <strong>van</strong> <strong>de</strong> tertiaire zuiver<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> nutriëntverwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, is bij dit typerietveld veel lager dan bij <strong>de</strong> vorige types. Het vloeirietveld is een licht hellend beplant veld dat horizontaal doorvloeid wordt;het afval<strong>water</strong> stroomt vooraan op het veld en het gezuiver<strong>de</strong> <strong>water</strong> wordt op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> verzameld.vloeirietvel<strong>de</strong>n kunnen goed <strong>in</strong>gepast wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een lange, eer<strong>de</strong>r smalle sloot (lengte/breedte-verhoud<strong>in</strong>g liefst groter dan10/1).Figuur 4. – Opbouw <strong>van</strong> een vloeirietveldrietpompputpompgeotextielrubberfoliezand of grond1.4.1.2. Werk<strong>in</strong>gVoordat het afval<strong>water</strong> op het rietveld wordt gebracht, moet het ontdaan wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> alle drijven<strong>de</strong> stoffen om verstopp<strong>in</strong>gente voorkomen. In <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw is dat meestal geen probleem: het <strong>water</strong> wordt opge<strong>van</strong>gen <strong>in</strong> een vijver of bass<strong>in</strong> waar<strong>de</strong> voorbez<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g gebeurt.Een rietveld verwij<strong>de</strong>rt zweven<strong>de</strong> stoffen, stikstof en fosfor, en scha<strong>de</strong>lijke bacteriën uit het <strong>water</strong>. De hoeveelheid zuurstof diemicro-organismen verbruiken om grote organische moleculen af te breken wordt het biochemisch zuurstofverbruik (BZV)genoemd, <strong>in</strong> het Engels ‘biochemical oxygen <strong>de</strong>mand’(BOD). Het chemisch zuurstofverbruik (CZV), <strong>in</strong> het Engels ‘chemical oxygen<strong>de</strong>mand’ (COD) is <strong>de</strong> zuurstof nodig om het niet biologisch afbreekbaar organisch materiaal af te breken. Bei<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>nuitgedrukt <strong>in</strong> mg O 2 /l.Stikstof komt on<strong>de</strong>r verschillen<strong>de</strong> vormen voor: organische stikstof (gebon<strong>de</strong>n aan organische moleculen), ammoniakale stikstof,nitraat- en nitrietstikstof.Bacteriële afbraak uit organische stikstofverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen resulteert <strong>in</strong> ammonium, dat goed oplost <strong>in</strong> <strong>water</strong> (ammonificatie).De omzett<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ammonium via nitriet naar nitraat heet ‘nitrificatie’. De eerste stap gebeurt voornamelijk door bacteriën <strong>van</strong>het geslacht Nitrosomonas, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r meer door organismen <strong>van</strong> het geslacht Nitrobacter. Belangrijk voor een goe<strong>de</strong>nitrificatie zijn <strong>de</strong> temperatuur, <strong>de</strong> ammoniumconcentratie, <strong>de</strong> concentratie opgeloste zuurstof (optimaal boven 4 mg/l) en <strong>de</strong>pH (tussen 5,5 en 9).


Hoe <strong>water</strong> hergebruiken?Nitraat kan ver<strong>de</strong>r omgezet wor<strong>de</strong>n tot stikstofgas tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>de</strong>nitrificatie. Dat proces verloopt <strong>in</strong> zuurstofarme omgev<strong>in</strong>gen.Stikstofgas is een product dat ongeveer 80 % uitmaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>gslucht. Het is een <strong>in</strong>ert en onscha<strong>de</strong>lijk e<strong>in</strong>dproduct<strong>van</strong> het zuiver<strong>in</strong>gsproces. Heel wat heterotrofe organismen kunnen <strong>in</strong>staan voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>nitrificatie. Die <strong>van</strong> het geslachtPseudomonas zijn het meest courant.Toevoeg<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een externe koolstofbron is essentieel omdat dikwijls hoge gehaltes nitraat voorkomen <strong>in</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong>:koolstof is <strong>de</strong> energiebron bij <strong>de</strong> <strong>de</strong>nitrificatie. Indien bij <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> het rietveld geen externe koolstofbron werd toegevoegd,bijvoorbeeld door het on<strong>de</strong>rmengen <strong>van</strong> stro, of als na verloop <strong>van</strong> tijd <strong>de</strong> koolstofbron uitgeput is en <strong>de</strong> aanvoer <strong>van</strong>nieuw organisch materiaal door afsterven <strong>van</strong> rietplanten onvoldoen<strong>de</strong> is, kan toedien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een nieuwe koolstofbron, bijvoorbeeldsuikermelasse, noodzakelijk zijn.Het is <strong>van</strong> belang te beschikken over een buffer waar restdra<strong>in</strong> kan gestockeerd wor<strong>de</strong>n zodat voldoen<strong>de</strong> tijd kan gelaten wor<strong>de</strong>nvoor het <strong>de</strong>nitrificatieproces <strong>in</strong> het rietveld.1.4.1.3. Praktijkvoorbeel<strong>de</strong>nTweetrapsrietveldEen tweetrapsrietveld wordt courant toegepast, dit is een percolatierietveld gekoppeld aan een wortelzonerietveld. Een voorbeeldis te bezichtigen op het Proefcentrum voor Sierteelt (<strong>PCS</strong>) <strong>in</strong> Destelbergen. In een tweetrapsrietveld v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> het percolatierietveldvooral <strong>de</strong> oxidatieve reacties plaats, namelijk ammonificatie en nitrificatie. In het wortelzonerietveld wordt nitraatomgezet <strong>in</strong> stikstofgas tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>de</strong>nitrificatie. De nutriëntenverwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g verloopt vlot <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer, moeizaam <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter.Comb<strong>in</strong>atie vloeirietveld met lavafilter en wortelzonerietveldOp het Proefcentrum Hoogstraten wordt <strong>de</strong> restdra<strong>in</strong> gezuiverd met <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie <strong>van</strong> een vloeirietveld met lavafilter eneen wortelzonerietveld (Figuur 5). Het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> wordt <strong>in</strong> een betonnen put gemengd met een koolstofbron opdat <strong>de</strong>omzett<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> bacteriën efficiënt zou gebeuren. Dan loopt het <strong>water</strong> <strong>in</strong> een eerste vloeirietveld waar <strong>de</strong> <strong>de</strong>nitrificatiegebeurt. Daarna loopt het <strong>water</strong> door een lavafilter waar<strong>in</strong> nitrificatie plaatsv<strong>in</strong>dt en een belangrijk ge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> nogaanwezige organische stof wordt afgebroken.Figuur 5. - Schematische voorstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het rietvel<strong>de</strong>ncomplex op het Proefcentrum Hoogstraten21


1Hoe <strong>water</strong> hergebruiken?Vervolgens wordt het <strong>water</strong> over een twee<strong>de</strong> vloeirietveld geleid dat e<strong>in</strong>digt <strong>in</strong> een wortelzonerietveld. De functie <strong>van</strong> hettwee<strong>de</strong> vloeirietveld is <strong>de</strong> nitraatstikstof die <strong>in</strong> <strong>de</strong> lavafilter gevormd wordt, om te zetten naar stikstofgas. Het wortelzonerietveldverwij<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> laatste organische stof die <strong>in</strong> het <strong>water</strong> is achtergebleven.Voor <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het rietveldcomplex is <strong>de</strong> keuze <strong>van</strong> <strong>de</strong> koolstofbron, <strong>de</strong> energiebron voor <strong>de</strong> bacteriën, <strong>van</strong>groot belang. In een eerste fase <strong>van</strong> het project werd er gewerkt met sanitair afval<strong>water</strong> als koolstofbron. De zuiver<strong>in</strong>g <strong>van</strong>het <strong>water</strong> functioneer<strong>de</strong> optimaal maar <strong>de</strong> reductie <strong>van</strong> m<strong>in</strong>erale elementen was vooral voor nitraten onvoldoen<strong>de</strong>.Oorzaak was <strong>de</strong> toevoeg<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het sanitaire <strong>water</strong> dat een grote hoeveelheid ammoniakale stikstof bevat, die door <strong>de</strong> lavafilterwerd omgezet tot nitraat. De verblijftijd <strong>in</strong> het laatste rietveld was onvoldoen<strong>de</strong> om <strong>de</strong>ze nitraten opnieuw om te zettentot stikstofgas.In een twee<strong>de</strong> fase <strong>van</strong> het project werd melasse (suikeroploss<strong>in</strong>g) als koolstofbron voor het bacterieleven gebruikt en werdgeen ammoniakale stikstof via sanitair <strong>water</strong> meer toegevoegd. Hierdoor trad geen aanrijk<strong>in</strong>g met nitraat meer op waardoor<strong>de</strong> reductie <strong>van</strong> m<strong>in</strong>erale elementen wel op een positieve manier kon verlopen.In <strong>de</strong> lavafilter op het Proefcentrum Hoogstraten, die on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is <strong>van</strong>het rietvel<strong>de</strong>ncomplex, v<strong>in</strong>dt nitrificatie plaats en wordt een belangrijkge<strong>de</strong>elte <strong>van</strong> <strong>de</strong> nog aanwezige organische stof afgebroken.Uit het on<strong>de</strong>rzoek is gebleken dat een goed gedimensioneerd rietveld, mogelijks comb<strong>in</strong>atie <strong>van</strong> vloei- en percolatierietveld,een oploss<strong>in</strong>g is voor het verwerken <strong>van</strong> restdra<strong>in</strong>. Vrij veel m<strong>in</strong>eralen wor<strong>de</strong>n uit het <strong>water</strong> verwij<strong>de</strong>rd. Op het e<strong>in</strong><strong>de</strong><strong>van</strong> het rietveldcomplex is het <strong>water</strong> ook gezuiverd <strong>van</strong> <strong>de</strong> meeste organische belast<strong>in</strong>g en vervuil<strong>in</strong>g waardoor het op allevlakken geschikt is om te lozen als oppervlakte<strong>water</strong>. De rietvel<strong>de</strong>ncomplexen hierboven beschreven, hebben al hun nutbewezen voor het verwerken <strong>van</strong> restdra<strong>in</strong>. Dat geldt zeker voor kou<strong>de</strong> teelten met een lage nutriëntenbelast<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>teren een hogere belast<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer.1.4.2. Restdra<strong>in</strong> benutten op landbouwgrondEen ALT-<strong>de</strong>monstratieproject toon<strong>de</strong> aan dat <strong>de</strong> overtollige restdra<strong>in</strong> <strong>van</strong> het glastu<strong>in</strong>bouwbedrijf veilig kan aangewendwor<strong>de</strong>n op landbouwgrond. Op twee locaties wer<strong>de</strong>n resten <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> geïnjecteerd op grasland. Op die manier kan<strong>de</strong> glastu<strong>in</strong><strong>de</strong>r op milieuvrien<strong>de</strong>lijke wijze restdra<strong>in</strong> verwij<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> zijn bedrijf zon<strong>de</strong>r het oppervlakte<strong>water</strong> te belasten.De landbouwer kan <strong>de</strong> restdra<strong>in</strong> nuttig gebruiken op zijn teelten <strong>in</strong> ver<strong>van</strong>g<strong>in</strong>g <strong>van</strong> chemische meststoffen. Verschillen<strong>de</strong>an<strong>de</strong>re verwerk<strong>in</strong>gsmogelijkhe<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> literatuur of proeven wer<strong>de</strong>n voorafgaand aan het project vergeleken, maar blekenvaak niet bewezen of onhaalbaar duur.Om <strong>de</strong> restdra<strong>in</strong> oor<strong>de</strong>elkundig te gebruiken, is het noodzakelijk <strong>de</strong> aanvoer <strong>van</strong> voed<strong>in</strong>gselementen door het dra<strong>in</strong><strong>water</strong>te berekenen en <strong>de</strong> behoefte aan voed<strong>in</strong>gselementen <strong>van</strong> <strong>de</strong> teelt op landbouwland te kennen. De restdra<strong>in</strong> kan dan <strong>in</strong>gepastwor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het bemest<strong>in</strong>gsplan. Uit <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> het ALT-<strong>de</strong>monstratieproject wer<strong>de</strong>n geen problemen met <strong>de</strong>groei <strong>van</strong> het gras vastgesteld. Uit <strong>de</strong> met<strong>in</strong>gen bleek <strong>de</strong> grasproductie zelfs te verhogen waar dra<strong>in</strong><strong>water</strong> geïnjecteerdwerd. Deze productieverhog<strong>in</strong>g kan allicht ook eenvoudigweg het gevolg zijn <strong>van</strong> <strong>de</strong> toedien<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>water</strong>: <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd aanvoed<strong>in</strong>gselementen toegediend via restdra<strong>in</strong> was immers erg beperkt tegenover <strong>de</strong> totale voed<strong>in</strong>gsbehoefte <strong>van</strong> gras.Landbouwkundig en uit oogpunt <strong>van</strong> <strong>de</strong> verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> belast<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het oppervlakte<strong>water</strong> met restmeststoffen lijkt dit eentechniek met veel potentie. Er wordt momenteel gewerkt aan het vereenvoudigen <strong>van</strong> <strong>de</strong> wettelijke procedure voor hetbenutten <strong>van</strong> restdra<strong>in</strong> als meststof op landbouwland of op openluchtteelten.


Teelt per teelt2. Teelt per teelt2.1. Sierteelt2.1.1. SnijbloemenS<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> jaren tachtig evolueert <strong>de</strong> snijbloemensector <strong>van</strong> vollegrond naar substraatvoor on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>de</strong> teelt <strong>van</strong> roos, Gerbera, anjer en Anthurium. Bij teeltop substraat is het <strong>van</strong> belang om meer <strong>water</strong> toe te dienen dan noodzakelijkvoor het gewas, dit om ophop<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ballastzouten en verschillen <strong>in</strong> <strong>water</strong>gehalte,veroorzaakt door verschillen <strong>in</strong> verdamp<strong>in</strong>g, weg te werken. Hierbij wordt<strong>in</strong> functie <strong>van</strong> <strong>de</strong> teelt 10 tot 50 % dra<strong>in</strong><strong>water</strong> gerealiseerd.2.1.1.1. Kwaliteit <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong>Rozen op substraatElke teelt heeft zijn specifieke zoutgevoeligheid. Vandaar dat <strong>de</strong> EC <strong>van</strong> <strong>de</strong> druppeloploss<strong>in</strong>g aangepast wordt aan <strong>de</strong> teelt.Voor Anthurium op steenwol wordt er gedruppeld met een EC <strong>van</strong> 0,8, <strong>de</strong> standaard druppeloploss<strong>in</strong>g bij roos op substraatheeft een EC <strong>van</strong> 1,6 mS/cm.Het voorhan<strong>de</strong>n zijn <strong>van</strong> giet<strong>water</strong> <strong>van</strong> goe<strong>de</strong> kwaliteit is dan ook <strong>van</strong> groot belang. Natrium- en chlori<strong>de</strong>concentraties <strong>in</strong> hetgiet<strong>water</strong> moeten lager zijn dan respectievelijk 0,2 en 0,3 mmol/l.2.1.1.2. Watergift en -opslagBij roos en Gerbera op kokos of steenwol wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk een gemid<strong>de</strong>ld dra<strong>in</strong>percentage <strong>van</strong> 40 tot 50 % gehanteerd.In Figuur 6 wordt per vier weken <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>water</strong>gift weergegeven die dagelijks aan een rozengewas werd toegediend<strong>in</strong> 1999. Deze hoeveelheid varieert <strong>van</strong> 2 l/m 2 <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter tot 10 l/m 2 <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer. Het is aan te ra<strong>de</strong>n een op<strong>van</strong>gcapaciteit<strong>van</strong> regen<strong>water</strong> te voorzien <strong>van</strong> 2.000 à 3.000 m 3 per ha.Figuur 6. - Gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dagelijkse <strong>water</strong>gift per perio<strong>de</strong> <strong>van</strong> vier weken bij <strong>de</strong> teelt <strong>van</strong> snijrozen, gegevens afkomstig <strong>van</strong> vier bedrijven <strong>in</strong> 199912Watergift (l/m²/dag)1086420Perio<strong>de</strong> 1Perio<strong>de</strong> 2Perio<strong>de</strong> 32.1.1.3. Grenswaar<strong>de</strong>n voor dra<strong>in</strong><strong>water</strong>Perio<strong>de</strong> 4Perio<strong>de</strong> 5Perio<strong>de</strong> 6Perio<strong>de</strong> 7Perio<strong>de</strong> 8Perio<strong>de</strong> 9Perio<strong>de</strong> 10Perio<strong>de</strong> 11Perio<strong>de</strong> 12Perio<strong>de</strong> 13De standaard druppeloploss<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> teelt <strong>van</strong> roos heeft een EC <strong>van</strong> 1,6 mS/cm. Bij hergebruik <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> is dit <strong>de</strong> som<strong>van</strong> <strong>de</strong> EC <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> en <strong>de</strong> EC <strong>van</strong> <strong>de</strong> verse voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g die wordt toegediend. Veelal wordt 0,4 tot 0,6 mS/cmverse voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g toegediend.De zouttolerantie is niet voor elke plant i<strong>de</strong>ntiek: anjers zijn zouttolerant, roos en Gerbera zijn slechts matig tolerant. Daar natriumgeen voed<strong>in</strong>gselement is, zal het bij hergebruik accumuleren <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g. Het gehalte aan natrium en chlori<strong>de</strong><strong>in</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> ligt bij voorkeur lager dan 1,5 mmol/l. Voor <strong>de</strong> meeste teelten op substraat geldt dat <strong>de</strong> gehaltes aannatrium en chlori<strong>de</strong> <strong>in</strong> het aanmaak<strong>water</strong> en <strong>in</strong> het wortelmilieu best zo laag mogelijk zijn.23


22.1.1.4. <strong>Recirculatie</strong>systemenDe teelt <strong>van</strong> roos en Gerbera op substraat gebeurt doorgaans op verhoog<strong>de</strong> teeltsystemen met goten waar<strong>in</strong> substraatmattenof potten wor<strong>de</strong>n geplaatst. Het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> wordt via <strong>de</strong> goten afgevoerd naar een bass<strong>in</strong> voor dra<strong>in</strong>op<strong>van</strong>g. Bij <strong>de</strong> teelt<strong>van</strong> anjers liggen <strong>de</strong> substraatmatten op een plastic folie op <strong>de</strong> genivelleer<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m. Het overtollige dra<strong>in</strong><strong>water</strong> wordt metbehulp <strong>van</strong> dra<strong>in</strong>ageslangen afgevoerd.Bij <strong>de</strong> aanmaak <strong>van</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g wordt gemid<strong>de</strong>ld 30 % dra<strong>in</strong><strong>water</strong> aan het vers giet<strong>water</strong> toegevoegd. Op diemanier kan een bespar<strong>in</strong>g <strong>van</strong> 30 % op <strong>de</strong> meststoffen wor<strong>de</strong>n gehaald. Een goe<strong>de</strong> monitor<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong>samenstell<strong>in</strong>g,door een twee- tot driewekelijkse chemische analyse, is noodzakelijk.2.1.1.5. PathogenenTabel 7 geeft voor verschillen<strong>de</strong> snijbloementeelten een overzicht <strong>van</strong> een aantal ziekteverwekkers die <strong>in</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> kunnenvoorkomen.Tabel 7. - Ziekteverwekkers <strong>in</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> <strong>in</strong> snijbloementeeltenSchimmels Nemato<strong>de</strong>n Virussen BacteriënAlstroemeria Pythium wortelaaltjes tabaksratelvirusAnjer Fusarium wortelaaltjes anjervlekkenvirus Erw<strong>in</strong>iaCyl<strong>in</strong>drocarponPhytophthoraAnthurium Pythium wortelaaltjes XanthomonasChrysant Fusarium wortelaaltjes Erw<strong>in</strong>iaPythiumFreesia Fusarium wortelaaltjes freesiabladnecrosevirusGerbera Fusarium wortelaaltjesPhytophthoraMyrotheciumLelie Fusarium wortelaaltjes CorynebacteriumCyl<strong>in</strong>drocarponPhytophthoraOrchi<strong>de</strong>e Pythium wortelaaltjes Cymbidium-mozaïekvirus Erw<strong>in</strong>iaRoos Phytophthora wortelaaltjesCyl<strong>in</strong>drocladiumGnomonia radicicolaBron: Proefstation Bloemisterij en GlasgroenteOdontoglossum-kr<strong>in</strong>gvlekkenvirusPseudomonas2.1.1.6. Ontsmett<strong>in</strong>gssystemenDe meest gebruikte ontsmett<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallaties <strong>in</strong> <strong>de</strong> snijbloemensector zijn <strong>de</strong> langzame zandfilter, <strong>de</strong> uv-ontsmetter en <strong>de</strong> verhitter.Voor <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>van</strong> schimmels volstaat een langzame zandfilter. Wanneer echter aaltjes <strong>in</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> kunnenverwacht wor<strong>de</strong>n, is ontsmett<strong>in</strong>g met een uv-ontsmetter of een verhitter noodzakelijk. An<strong>de</strong>re factoren die <strong>de</strong> keuze <strong>van</strong> <strong>de</strong>ontsmett<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie bepalen zijn kostprijs, capaciteit en ruimte.De dagvoorraad moet m<strong>in</strong>stens ontsmet dra<strong>in</strong><strong>water</strong> voor een (piek)dag bevatten. Op een piekdag kan tot 5 l/m 2 dra<strong>in</strong> gerealiseerdwor<strong>de</strong>n; op een bedrijf <strong>van</strong> 1 ha betekent dat 50 m 3 dra<strong>in</strong><strong>water</strong>.Een ontsmett<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie dient <strong>in</strong> één dag <strong>de</strong> piekhoeveelheid te kunnen ontsmetten. Voor 1 ha is dus een ontsmetter meteen m<strong>in</strong>imumcapaciteit <strong>van</strong> 2 m 3 /h nodig. Indien ook het regen<strong>water</strong> ontsmet wordt, is een capaciteit <strong>van</strong> 4 m 3 /h nodig.Aandachtspunten:• een uv-ontsmetter vereist een voldoen<strong>de</strong> hoge transmissie <strong>van</strong> het <strong>water</strong>. De transmissie is bij teelten op steenwol doorgaanshoger dan bij teelten op kokos. Bepaal<strong>de</strong> ijzerchelaten kunnen <strong>de</strong> transmissie beïnvloe<strong>de</strong>n. Toevoeg<strong>in</strong>g <strong>van</strong> regen<strong>water</strong>is een oploss<strong>in</strong>g om <strong>de</strong> transmissie te verbeteren;• bij jaarrondgebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong> langzame zandfilter is het aangewezen dat hij <strong>in</strong> een verwarm<strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g staat, daar <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g<strong>van</strong> <strong>de</strong> biofilter bij temperaturen lager dan 12 °C verslechtert.


Teelt per teelt2.1.2. AzaleaDe teelt <strong>van</strong> azalea’s, zowel on<strong>de</strong>r glas als <strong>in</strong> openlucht, evolueer<strong>de</strong> <strong>de</strong> laatste jaren snel naar een teelt op afge<strong>de</strong>kte bo<strong>de</strong>m.In 2005 wor<strong>de</strong>n heel wat azalea’s op afge<strong>de</strong>kte bo<strong>de</strong>m geteeld, maar is recirculatie <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> nog onvoldoen<strong>de</strong> <strong>in</strong>geburgerd.2.1.2.1. Kwaliteit <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong>De EC <strong>van</strong> het giet<strong>water</strong> bij <strong>de</strong> teelt <strong>van</strong> azalea varieert <strong>van</strong> 0,5 tot 1,5 mS/cm <strong>in</strong> functie <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewasfase. Azalea is een zoutgevoeligeplant. Hergebruik <strong>van</strong> het voed<strong>in</strong>gs<strong>water</strong> houdt <strong>in</strong> dat <strong>de</strong> teelt moet gestuurd wor<strong>de</strong>n met een giet<strong>water</strong>kwaliteitdie niet steeds optimaal is te hou<strong>de</strong>n. In regenarme perio<strong>de</strong>s kan dit giet<strong>water</strong> gelei<strong>de</strong>lijk aanrijken <strong>in</strong> nutriënten. Dat resulteert<strong>in</strong> een toename <strong>van</strong> het totale zoutgehalte, alsook een toename <strong>van</strong> ballastzouten (sulfaten, natrium en chlori<strong>de</strong>n).Opvolg<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> giet<strong>water</strong>kwaliteit <strong>in</strong> 2001 bij een azaleabedrijf dat recirculeert, toon<strong>de</strong> <strong>van</strong> e<strong>in</strong>d mei tot beg<strong>in</strong> augustus eentoename <strong>van</strong> sulfaatconcentraties met factor 2,5 aan; <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijke hardheid steeg <strong>van</strong> 2,5 naar 9,6 mid<strong>de</strong>n augustus. Dit zijn cijfers<strong>in</strong> een gemid<strong>de</strong>ld groeiseizoen met regelmatige neerslag.Daarenboven is goe<strong>de</strong> giet<strong>water</strong>kwaliteit niet voor alle bedrijven beschikbaar. De kwaliteit <strong>van</strong> het opgepompte grond<strong>water</strong>kan sterk variëren. Indien <strong>de</strong> teelt wordt gestart met matig tot hard <strong>water</strong> (hoog calcium- en bicarbonaatgehalte) dan zal ditprobleem bij hergebruik tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> teelt toenemen. De bemest<strong>in</strong>g wordt moeilijker stuurbaar en <strong>de</strong> alkal<strong>in</strong>iteit <strong>van</strong> het <strong>water</strong>resulteert <strong>in</strong> een toename <strong>van</strong> <strong>de</strong> pH <strong>van</strong> het substraat wat voor <strong>de</strong> zuurm<strong>in</strong>nen<strong>de</strong> azalea <strong>in</strong> kwaliteitsverlies kan resulteren.Het is dus niet verwon<strong>de</strong>rlijk dat tij<strong>de</strong>ns het bijzon<strong>de</strong>r droge groeiseizoen 2003 <strong>de</strong> giet<strong>water</strong>kwaliteit <strong>de</strong> belangrijkste bekommernis<strong>van</strong> <strong>de</strong> azaleatelers en hun voorlichters was. Ter illustratie: het kritische niveau voor natriumchlori<strong>de</strong> bij azalea bedraagt1 mmol/l. In augustus 2003 wer<strong>de</strong>n concentraties tot 3 mmol/l teruggevon<strong>de</strong>n bij een beperkte bedrijfsenquête. Deze hogewaar<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n teruggevon<strong>de</strong>n door het oppompen <strong>van</strong> grote hoeveelhe<strong>de</strong>n m<strong>in</strong><strong>de</strong>r geschikt grond<strong>water</strong>. Het kwaliteitsverliesmet oogst<strong>de</strong>rv<strong>in</strong>g als gevolg kon wellicht verme<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n bij hergebruik <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong>. Hoe beter <strong>de</strong> <strong>water</strong>kwaliteit<strong>van</strong> het giet<strong>water</strong>, hoe m<strong>in</strong><strong>de</strong>r snel accumulatie optreedt <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze elementen. Het voorzien <strong>van</strong> voldoen<strong>de</strong> grote op<strong>van</strong>g<strong>van</strong> regen<strong>water</strong> is zeer belangrijk.2.1.2.2. Watergift en -opslagHet ALT-<strong>de</strong>monstratieproject ‘Op weg naar gesloten teeltsystemen voor <strong>de</strong> sierteelt’lever<strong>de</strong> een bijdrage tot een betere <strong>water</strong>beheers<strong>in</strong>gen een milieuvrien<strong>de</strong>lijkere omgang met <strong>water</strong> en meststoffen tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> productie <strong>van</strong> sierteeltgewassen.Horizontaal af<strong>water</strong>en<strong>de</strong> systemen hebben veelal een lager dra<strong>in</strong>percentage, ongeveer 30 %. Op verticaal af<strong>water</strong>en<strong>de</strong> systemenkan een dra<strong>in</strong>percentage tot 70 % voorkomen, afhankelijk <strong>van</strong> het begiet<strong>in</strong>gssysteem en <strong>de</strong> begiet<strong>in</strong>gsduur per beurt.Zo’n hoog dra<strong>in</strong>percentage duidt het belang aan <strong>van</strong> het hergebruik <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong>. Aangewezen is, zeker op verticale af<strong>water</strong><strong>in</strong>gssystemen(lava, noppen, keien,…), enkel <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met hergebruik <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> te telen (zie 2.1.2.4.).Vaak wordt 8 l/m 2 per gietbeurt geïrrigeerd, afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> gietwijze en <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rdom <strong>van</strong> <strong>de</strong> planten. In <strong>de</strong> zomer gebeurtdit dagelijks, op extreem warme dagen twee- tot zelfs driemaal per dag voor <strong>de</strong> oudste planten, <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter één keer op drieweken tot wekelijks. Afhankelijk <strong>van</strong> het af<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>gsmateriaal is er een opslagcapaciteit voor regen<strong>water</strong> nodig <strong>van</strong> m<strong>in</strong>stens2.000 m 3 /ha.2.1.2.3. Grenswaar<strong>de</strong>n voor dra<strong>in</strong><strong>water</strong>Azalea is een kalkvrezen<strong>de</strong> plant en opbepaal<strong>de</strong> tijdstippen <strong>in</strong> <strong>de</strong> teelt wordt hetturfsubstraat bemest met een EC <strong>van</strong> 0,5 à 0,6mS/cm. Om die re<strong>de</strong>nen mag bij hergebruik<strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> enkel aanmaak<strong>water</strong> met eenzeer lage EC, lager dan 0,3 mS/cm, gebruiktwor<strong>de</strong>n.2.1.2.4. <strong>Recirculatie</strong>systemenAzalea wordt meestal geteeld op afge<strong>de</strong>ktegrond, ongeveer voor <strong>de</strong> helft buiten en <strong>de</strong>helft on<strong>de</strong>r glas of plastic folie. De buitenteeltgebeurt op conta<strong>in</strong>ervel<strong>de</strong>n. Deze vel<strong>de</strong>n zijnvaak afge<strong>de</strong>kt met plastic folie en daarbovenantiworteldoek. Er is een heel gamma <strong>van</strong>25Buitenteelt <strong>van</strong> azalea op conta<strong>in</strong>erveld, afge<strong>de</strong>kt met plastic folie en antiworteldoek


2mogelijke af<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>gsmaterialen beschikbaar. In horizontale af<strong>water</strong><strong>in</strong>gssystemen wor<strong>de</strong>n plastic folie en antiworteldoek metdiverse types tussendoeken gecomb<strong>in</strong>eerd, of zijn <strong>de</strong> drie lagen <strong>in</strong>een gelast. An<strong>de</strong>rzijds zijn er heel wat verticale af<strong>water</strong><strong>in</strong>gssystemenvoorhan<strong>de</strong>n zoals lava, keienbed<strong>de</strong>n en noppen. De <strong>water</strong>gift en het dra<strong>in</strong>percentage zijn heel divers naargelanghet af<strong>water</strong><strong>in</strong>gstype.De irrigatie gebeurt via bovenberegen<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> conta<strong>in</strong>ervel<strong>de</strong>n: courant via een gietwagen, <strong>in</strong> moeilijk bereikbare hoeken ofom trager te beregenen met m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>water</strong>verbruik met libellesproeiers. On<strong>de</strong>r glas of plastic wordt eveneens via bovenberegen<strong>in</strong>ggeïrrigeerd. Enkel tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> forceriefase wordt op tafels met on<strong>de</strong>rbevloei<strong>in</strong>g gewerkt.2.1.2.5. PathogenenVoor Phytophthora-gevoelige teelten zoals azalea moet bij hergebruik ontsmett<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> wor<strong>de</strong>n overwogen. Uiton<strong>de</strong>rzoek werd dui<strong>de</strong>lijk dat Phytophthora <strong>van</strong>uit een aangetaste plant op het conta<strong>in</strong>erveld effectief an<strong>de</strong>re planten <strong>in</strong> <strong>de</strong>omgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong>fecteert. Na verloop <strong>van</strong> tijd wordt <strong>de</strong> schimmel ook <strong>in</strong> het <strong>water</strong>op<strong>van</strong>gbekken teruggevon<strong>de</strong>n <strong>van</strong> waaruit hijhet volledige bedrijf kan besmetten.Bijna even belangrijk is <strong>de</strong> aantast<strong>in</strong>g door Cyl<strong>in</strong>drocladium. Bei<strong>de</strong> vormen zijn belangrijk: zowel <strong>de</strong> stam- en wortelaantast<strong>in</strong>gals <strong>de</strong> bladvlekkenziekte zijn een belangrijke oorzaak <strong>van</strong> oogst<strong>de</strong>rv<strong>in</strong>g.An<strong>de</strong>re schimmels zoals Pythium, Fusarium, Botrytis of Rhizoctonia komen <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r belangrijke mate voor.2.1.2.6. Ontsmett<strong>in</strong>gssystemenIn <strong>de</strong> azaleateelt wor<strong>de</strong>n voor ontsmett<strong>in</strong>g voornamelijk langzame zandfilters gebruikt die meestal buiten geplaatst wor<strong>de</strong>n.Het probleem <strong>van</strong> een tragere werk<strong>in</strong>g bij lagere temperaturen, lager dan 12 °C, speelt m<strong>in</strong><strong>de</strong>r een rol gezien <strong>de</strong> hogere <strong>in</strong>fectiedruk<strong>van</strong> Phytophthora <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomermaan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> snelle afname er<strong>van</strong> naar <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter toe. Uv-ontsmett<strong>in</strong>g is eveneens perfectmogelijk maar wordt we<strong>in</strong>ig toegepast omwille <strong>van</strong> <strong>de</strong> hogere kostprijs.Zowel <strong>in</strong> <strong>de</strong> azaleateelt als op rodo<strong>de</strong>ndronbedrijven is er geen probleem met <strong>de</strong> transmissie <strong>van</strong> het <strong>water</strong>. De transmissie isvooral <strong>van</strong> belang bij uv-<strong>in</strong>stallaties. De transmissiewaar<strong>de</strong>n bekomen op <strong>de</strong> bedrijven b<strong>in</strong>nen het ALT-project‘Ontsmett<strong>in</strong>gssystemen op azaleabedrijven’ lagen gemid<strong>de</strong>ld rond 60 %.Een ontsmett<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie dient <strong>in</strong> één dag <strong>de</strong> piekhoeveelheid te kunnen ontsmetten. Voor 1 ha is dus een ontsmetter meteen m<strong>in</strong>imum capaciteit <strong>van</strong> 2 m 3 /h nodig.2.1.3. PotplantenDe meeste potplantenbedrijven zijn voorzien <strong>van</strong> teeltsystemen die het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> kunnen op<strong>van</strong>gen. De keuze voor eenbepaald teeltsysteem (tafels, goten, betonvloeren) is sterk afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> plantkeuze (plantensoort, potmaat,…) op hetbedrijf. Op <strong>de</strong> meeste potplantenbedrijven wordt <strong>water</strong> gerecirculeerd zon<strong>de</strong>r voorafgaand te ontsmetten. Dit houdt <strong>van</strong>zelfspreken<strong>de</strong>en zeker risico <strong>in</strong>. Hierbij is het belangrijk <strong>de</strong> gevoeligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> planten voor pathogenen die via het <strong>water</strong> wor<strong>de</strong>nverspreid, te kennen.2.1.3.1. Kwaliteit <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong>De elektrische geleidbaarheid <strong>van</strong> het irrigatie<strong>water</strong> is een eerste <strong>in</strong>dicatie voor <strong>de</strong> <strong>water</strong>kwaliteit. Bij hergebruik <strong>van</strong> irrigatie<strong>water</strong>is <strong>de</strong> geleidbaarheid bij voorkeur lager dan 0,75 mS/cm. An<strong>de</strong>rzijds is het uitvoeren <strong>van</strong> een <strong>water</strong>analyse noodzakelijkom <strong>de</strong> hoeveelheid <strong>van</strong> elk <strong>in</strong>dividueel element te kennen. Giet<strong>water</strong> met een natriumgehalte lager dan 2,17 mmol/l en eenchlori<strong>de</strong>gehalte lager dan 1,41 mmol/l kan als zeer gunstig beschouwd wor<strong>de</strong>n. In gesloten teeltsystemen wor<strong>de</strong>n zelfs gehaltenlager dan 0,87 mmol/l voor natrium en en dan 0,99 mmol/l voor chloor als richtwaar<strong>de</strong>n gegeven. Voor sulfaat wordt0,83 mmol/l als richtwaar<strong>de</strong> gegeven <strong>in</strong> gesloten teeltsystemen.Naast <strong>de</strong> <strong>water</strong>kwaliteit is het <strong>van</strong> belang <strong>de</strong> zoutgevoeligheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> gewassen te kennen. Zoutgevoelige sierteeltgewassenvertonen al scha<strong>de</strong> bij relatief lage zoutgehalten. Vooral <strong>de</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> chloor, natrium, sulfaat en bicarbonaat bepaalthet zoutgehalte <strong>in</strong> het substraat. Hoe beter <strong>de</strong> <strong>water</strong>kwaliteit <strong>van</strong> het giet<strong>water</strong>, hoe m<strong>in</strong><strong>de</strong>r snel accumulatie optreedt <strong>van</strong><strong>de</strong>ze elementen. De <strong>water</strong>kwaliteit kan verbeterd wor<strong>de</strong>n door het ontzouten <strong>van</strong> het giet<strong>water</strong> door het toepassen <strong>van</strong>omgekeer<strong>de</strong> osmose.


Teelt per teeltTabel 8. - Zouttolerantie <strong>van</strong> sierplanten (totaal zoutgehalte <strong>van</strong> het wortelmilieu <strong>in</strong> mg/l potgrond)Hoog Matig Laag Zeer laag1.000 mg/l 750 mg/l 500 mg/l 250 mg/lchrysant Begonia Cyclamen (w<strong>in</strong>ter) orchi<strong>de</strong>eënAsparagus Cyclamen (zomer) Gesneriaceae varensGerbera Aracea BromeliaceaePo<strong>in</strong>settiaAnthuriumHydrangeaPrimula2.1.3.2. Watergift en -opslagDe <strong>water</strong>gift bij <strong>de</strong> teelt <strong>van</strong> potplanten kan op diverse manieren: eb- en vloedsysteem, on<strong>de</strong>rbevloei<strong>in</strong>g, bovenberegen<strong>in</strong>g ofdruppelaars. Bij elk <strong>van</strong> <strong>de</strong> systemen wordt meestal het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> <strong>in</strong> een op<strong>van</strong>gbass<strong>in</strong> verzameld en na ontsmett<strong>in</strong>g <strong>in</strong> eenan<strong>de</strong>r bass<strong>in</strong> opge<strong>van</strong>gen. Bij een volgen<strong>de</strong> <strong>water</strong>gift kan het vers giet<strong>water</strong> (regen<strong>water</strong>) aangevuld wor<strong>de</strong>n met een percentage<strong>van</strong> het ontsmette <strong>water</strong>.De keuze voor een begiet<strong>in</strong>gssysteem is afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> teeltmetho<strong>de</strong>. De productie <strong>van</strong> potplanten gebeurt op teelttafels,betonvloeren, op goten of op (een zandbed met) anti-worteldoek. Bij elke teeltmetho<strong>de</strong> is het mogelijk om <strong>water</strong> te recirculerenen na ontsmett<strong>in</strong>g te hergebruiken. Om het risico <strong>van</strong> verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ziekten en plagen te beperken is het nuttig hetteeltsysteem te re<strong>in</strong>igen en/of te ontsmetten bij teeltwissel<strong>in</strong>g.2.1.3.3. Grenswaar<strong>de</strong>n voor dra<strong>in</strong><strong>water</strong>De meeste kalkvrezen<strong>de</strong> sierplanten zijn eveneens zoutgevoelig. Kalkvrezen<strong>de</strong> planten zijn bijzon<strong>de</strong>r gevoelig voor natrium ofchlori<strong>de</strong> <strong>in</strong> het aanmaak<strong>water</strong>. Voor <strong>de</strong> meeste teelten op substraat geldt dat <strong>de</strong> gehaltes aan natrium en chlori<strong>de</strong> best zo laagmogelijk zijn <strong>in</strong> het aanmaak<strong>water</strong> en bijgevolg ook <strong>in</strong> het wortelmilieu.Bij beregen<strong>in</strong>g boven het gewas kan bij een te hoog calcium- of magnesiumgehalte witte neerslag ontstaan op <strong>de</strong> bla<strong>de</strong>renzelf. De meeste potplanten wor<strong>de</strong>n gevoed met een voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g die 10 μmol/l boor bevat. In het wortelmilieu is eengehalte <strong>van</strong> 25 μmol/l al hoog. Voor recirculatie ligt het mangaangehalte <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong> liefst niet boven 10 μmol/l.2.1.3.4. <strong>Recirculatie</strong>systemenEb- en vloedsysteemDe tafels of betonvloeren wor<strong>de</strong>n geduren<strong>de</strong>5 tot 15 m<strong>in</strong>uten <strong>van</strong> een 2 à 5 cm hoge laagvoed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g voorzien. Na <strong>de</strong> vloedbeurtstroomt het overtollige <strong>water</strong> terug naareen op<strong>van</strong>gbak. Bij <strong>de</strong>rgelijke systemen kan<strong>de</strong> hoeveelheid dra<strong>in</strong><strong>water</strong> oplopen tot 50 à90 % <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>water</strong>gift. Het is bijgevolg belangrijkdat het ontsmett<strong>in</strong>gssysteem een hogecapaciteit heeft. Indien aangetaste plantenvoorkomen, is het risico <strong>van</strong> verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong>ziekten vrij groot omdat na <strong>de</strong> vloedbeurt<strong>water</strong> uit <strong>de</strong> potten terugstroomt. De kans isgroot dat schimmelsporen <strong>in</strong> het systeemterechtkomen en meegevoerd wor<strong>de</strong>n naar<strong>de</strong> op<strong>van</strong>gbak.On<strong>de</strong>rbevloei<strong>in</strong>gBij een <strong>water</strong>gift door on<strong>de</strong>rbevloei<strong>in</strong>gstroomt het <strong>water</strong> tegen een lage snelheidlangs <strong>de</strong> potten. De potgrond krijgt <strong>de</strong> tijdom via capillaire werk<strong>in</strong>g <strong>water</strong> op te nemen.Bij een voldoen<strong>de</strong> lage bevloei<strong>in</strong>gssnelheidstroomt er bijna geen <strong>water</strong> uit <strong>de</strong> potgrond27Omdat na <strong>de</strong> vloedbeurt <strong>water</strong> uit <strong>de</strong> potten terugstroomt, is het bij een eb- en vloedsysteemoppassen geblazen voor <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ziekten.


2naar het systeem en is er 0 à 30 % dra<strong>in</strong><strong>water</strong>. De meer beperkte hoeveelheid dra<strong>in</strong><strong>water</strong> kan ook makkelijker ontsmet wor<strong>de</strong>n.Het risico <strong>van</strong> verspreid<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ziektekiemen is veeleer lokaal.Bovenberegen<strong>in</strong>gBeregen<strong>in</strong>g boven <strong>de</strong> planten gebeurt met vaste regenleid<strong>in</strong>gen met op geregel<strong>de</strong> afstan<strong>de</strong>n sproeidoppen of door eenvoortbewegen<strong>de</strong> <strong>water</strong>geefrobot met sproeidoppen. Na<strong>de</strong>el <strong>van</strong> bovengrondse begiet<strong>in</strong>g is dat het gewas geduren<strong>de</strong> eentijd nat staat, waardoor <strong>de</strong> plant meer vatbaar wordt voor schimmels als Botrytis. Daarnaast kunnen via opspatten<strong>de</strong> druppelsschimmelsporen of bacterieziekten (bijvoorbeeld Erw<strong>in</strong>ia) ver<strong>de</strong>r versprei<strong>de</strong>n. Afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rgrond kan het <strong>water</strong>opge<strong>van</strong>gen en ontsmet wor<strong>de</strong>n.DruppelaarsBegiet<strong>in</strong>g met druppelaars gebeurt bijna uitsluitend bij hangpotten of op goten. Met druppelaars krijgt <strong>de</strong> plant een specifiekehoeveelheid <strong>water</strong> per pot. De hoeveelheid dra<strong>in</strong><strong>water</strong> per plant is zeer kle<strong>in</strong> <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met bijvoorbeeld bovenberegen<strong>in</strong>gen er kan dan ook makkelijk ontsmet wor<strong>de</strong>n.2.1.3.5. PathogenenBij potplanten komen regelmatig schimmelproblemen voor, veroorzaakt door Phytophthora, Pythium, Fusarium,Cyl<strong>in</strong>drocladium, Botrytis of Verticillium. An<strong>de</strong>re problemen kunnen optre<strong>de</strong>n omwille <strong>van</strong> aaltjes of bacteriën zoals Erw<strong>in</strong>ia ofXanthomonas.2.1.3.6. Ontsmett<strong>in</strong>gssystemenBij Phytophthora- en Pythium-gevoelige gewassen is ontsmett<strong>in</strong>g zeker aangewezen. In <strong>de</strong> praktijk wordt bij potplanten meestalgeopteerd voor een langzame zandfilter of een uv-ontsmetter. Bij <strong>de</strong> keuze <strong>van</strong> een ontsmett<strong>in</strong>gssysteem wordt vooral reken<strong>in</strong>ggehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> mogelijke risicopathogenen. Aaltjes bijvoorbeeld wor<strong>de</strong>n niet voldoen<strong>de</strong> tegengehou<strong>de</strong>n met eenlangzame zandfilter.2.2. Groenteteelt2.2.1. VruchtgroentenGlasgroenten wor<strong>de</strong>n groten<strong>de</strong>els op substraat geteeld: paprika en tomaat meestal op steenwol, maar soms ook op kokos ofperliet, en komkommers meestal op perliet. Water wordt toegediend via druppelaars. Al het overtollige dra<strong>in</strong><strong>water</strong> wordtopge<strong>van</strong>gen, maar nog niet alle bedrijven hergebruiken dat dra<strong>in</strong><strong>water</strong> ook.Op een aantal bedrijven wordt tomaat nog <strong>in</strong> <strong>de</strong> grond geteeld. Meestal gaat het dan om een korte teelt <strong>in</strong> het teeltplan <strong>in</strong>comb<strong>in</strong>atie met een an<strong>de</strong>re teelt, bijvoorbeeld sla. Watergift gebeurt <strong>in</strong> <strong>de</strong> grondteelt met druppelaars of een druppelleid<strong>in</strong>gdie langs <strong>de</strong> planten ligt. Het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> wordt niet opge<strong>van</strong>gen.2.2.1.1. Kwaliteit <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong>Vooral regen<strong>water</strong> en grond<strong>water</strong> wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> groenteteelt als aanmaak<strong>water</strong> gebruikt.De standaard EC voor tomaat is 3 mS/cm; <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer kan <strong>de</strong> EC dalen tot 2,4 à 2,5 mS/cm. Bij <strong>de</strong> start <strong>van</strong> <strong>de</strong> teelt wordt somsmet hogere EC-waar<strong>de</strong>n gedruppeld, 4 à 5 mS/cm, om <strong>de</strong> planten voldoen<strong>de</strong> te stimuleren tot vruchtzett<strong>in</strong>g. Het percentagedra<strong>in</strong><strong>water</strong> bedraagt gemid<strong>de</strong>ld 25 à 30 %. Voor het bekomen <strong>van</strong> een voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g met een EC <strong>van</strong> 3 mS/cm wordtdra<strong>in</strong><strong>water</strong> met een EC <strong>van</strong> maximum 1,5 toegediend.In <strong>de</strong> teelt <strong>van</strong> paprika wordt er gedruppeld met een EC <strong>van</strong> 2,5 mS/cm, die <strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer daalt tot 2 mS/cm. Bij paprika bedraagt<strong>de</strong> EC <strong>van</strong> het hergebruikte dra<strong>in</strong><strong>water</strong> maximum 1,3 mS/cm.Bij hergebruik <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> wor<strong>de</strong>n aan het aanmaak<strong>water</strong> strengere eisen gesteld wat <strong>de</strong> aanwezige elementen betreft,vooral voor natrium en chloor, maar ook voor mangaan en sulfaat (Tabel 9) .


Teelt per teeltTabel 9. - Grenswaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> elementen <strong>in</strong> <strong>water</strong> voor irrigatie <strong>van</strong> vruchtgroenten bij een systeem met hergebruik<strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong>ElementGrenswaar<strong>de</strong>Natrium (Na + ) (mmol/l) 1Chlori<strong>de</strong>n (Cl - ) (mmol/l) 1Calcium (Ca 2+ ) (mmol/l) 2,5Magnesium (Mg 2+ ) (mmol/l) 0,752-Sulfaten (SO 4 ) (mmol/l) 1,5Bicarbonaten (HCO 3- ) (mmol/l) 10IJzer (Fe 2+ ) (mg/l) 0,6Mangaan (Mn 2+ ) (mg/l) 0,5Boor (B) (mg/l) 0,3Z<strong>in</strong>k (Zn 2+ ) (mg/l) 0,5Bron: Le Quillec, 20022.2.1.2. Watergift en -opslagTabel 10 geeft een overzicht <strong>van</strong> het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> <strong>water</strong>verbruik en dra<strong>in</strong>percentages <strong>in</strong> <strong>de</strong> groenteteelt. Afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong>teeltwijze kunnen soms hogere of lagere <strong>water</strong>hoeveelhe<strong>de</strong>n nodig zijn.In het ALT-project over hergebruik <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> bij substraatteelt tomaat on<strong>de</strong>r glas en zuiver<strong>in</strong>g <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> wer<strong>de</strong>ngeduren<strong>de</strong> een volledig seizoen <strong>de</strong> <strong>in</strong>- en uitgaan<strong>de</strong> <strong>water</strong>stromen <strong>in</strong> een teelt <strong>van</strong> tomaten opgevolgd. Bovendien beschikthet Proefcentrum Hoogstraten door <strong>de</strong> registratie <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> gewas- en klimaatsparameters bij tomaten- en paprikatelersover ruime gegevens over <strong>water</strong>gift en dra<strong>in</strong>percentages. Aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> die gegevens wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> cijfers <strong>in</strong> <strong>de</strong> tabel voortomaat en paprika berekend.Komkommer wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste gevallen jaarrond geteeld aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> drie plant<strong>in</strong>gen, respectievelijk <strong>in</strong> januari, mei enaugustus. Daardoor verloopt het <strong>water</strong>verbruik geduren<strong>de</strong> het jaar grilliger dan bij an<strong>de</strong>re vruchtgewassen. Enerzijds verloopthet groeiproces <strong>van</strong> startend tot volgroeid gewas driemaal per jaar met een lager startverbruik. An<strong>de</strong>rzijds wordt het <strong>water</strong>verbruikbij komkommer naargelang het seizoen en <strong>de</strong> gewasstand geraamd op 0,3 tot 8 l/m 2 per etmaal, terwijl dit bij tomaatschommelt <strong>van</strong> 0,3 tot 5 l/m 2 per etmaal.Tabel 10. – Gemid<strong>de</strong>ld <strong>water</strong>verbruik, dra<strong>in</strong>percentage en hoeveelheid dra<strong>in</strong> bij vruchtgroentenTomaat Komkommer PaprikaWatergift (l/m 2 /jaar) 1.000-1.300 900-1.100 850-1.050Dra<strong>in</strong>percentage 25-35 30-40 25-40Dra<strong>in</strong>hoeveelheid (l/m 2 /jaar) 250-455 250-440 210-4202.2.1.3. Grenswaar<strong>de</strong>n voor dra<strong>in</strong><strong>water</strong>Tomaten verdragen nogal makkelijk iets hogere hoeveelhe<strong>de</strong>n zouten <strong>in</strong> het wortelmilieu. Een chlori<strong>de</strong>gehalte <strong>van</strong>3 mmol/l <strong>in</strong> het wortelmilieu is zelfs wenselijk. Aangezien chlori<strong>de</strong> geen voed<strong>in</strong>gselement is, wordt het niet opgenomendoor <strong>de</strong> planten en is een hoger gehalte af te ra<strong>de</strong>n. Voor paprika en komkommer is het gehalte aan natrium en chlori<strong>de</strong><strong>in</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> bij voorkeur lager dan 1,5 mmol/l. Om alle dra<strong>in</strong><strong>water</strong> te kunnen hergebruiken, dient het gehalte aannatrium en chloor <strong>in</strong> het aanmaak<strong>water</strong> dan ook voldoen<strong>de</strong> laag te zijn.Wat spoorelementen betreft moet vooral aan boor en mangaan aandacht besteed wor<strong>de</strong>n. Tomaten zijn vrij tolerant voorboor <strong>in</strong> het wortelmilieu. De streefwaar<strong>de</strong> <strong>in</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> voor boor bij tomaten op substraat is 60 μmol/l. Vanaf150 μmol/l kan bladpuntverbrand<strong>in</strong>g voorkomen.Het mangaangehalte <strong>in</strong> het aanmaak<strong>water</strong> is bij hergebruik best niet hoger dan 10 μmol/l. Een gehalte <strong>van</strong> 40 μmol/l <strong>in</strong>het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> is voor tomaat het maximum.Omdat bij komkommer geen afremm<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> vegetatieve groei nodig is zoals bij <strong>de</strong> doorteelt <strong>van</strong> tomaat, liggen <strong>de</strong>richtwaar<strong>de</strong> voor EC (3,0 versus 3,7) en dus ook het meststoffenverbruik globaal gezien iets lager dan bij tomaat.Het ammoniumgehalte (pH-buffer<strong>in</strong>g) <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g voor komkommer mag hoger zijn (0,1 à 0,5 mmol/l alsmatlimieten). Occasioneel wordt silicium toegevoegd aan 0,6 mmol/l matrichtwaar<strong>de</strong> (vruchtkwaliteit).29


22.2.1.4. <strong>Recirculatie</strong>systemenIn <strong>de</strong> groenteteelt wor<strong>de</strong>n hoofdzakelijktwee types recirculatiesystemengebruikt:• het substraat ligt op <strong>de</strong> grond opplastic folie. Het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> loopton<strong>de</strong>r het substraat over <strong>de</strong> plasticfolie en vloeit via perforaties <strong>in</strong> <strong>de</strong>folie <strong>in</strong> een dra<strong>in</strong>slang, uitgelegd opeen op<strong>van</strong>gfolie. Via <strong>de</strong> dra<strong>in</strong>slangwordt het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> afgevoerd naarhet op<strong>van</strong>gvat;• het substraat ligt <strong>in</strong> hangen<strong>de</strong> teeltgoten.Op het e<strong>in</strong><strong>de</strong> <strong>van</strong> elke goot iseen op<strong>van</strong>gsysteem voorzien waardooral het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> centraal kanafgevoerd wor<strong>de</strong>n.2.2.1.5. PathogenenBij <strong>de</strong> teelt <strong>van</strong> vruchtgroenten op goten kan al het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> centraal afgevoerd wor<strong>de</strong>n.Mogelijke pathogenen <strong>in</strong> <strong>de</strong> teelt <strong>van</strong> tomaten, komkommer en paprika zijn weergegeven <strong>in</strong> Tabel 11.Tabel 11. – Meest voorkomen<strong>de</strong> pathogenen <strong>in</strong> tomaat, komkommer en paprikaPathogenen Tomaat Komkommer PaprikaBacteriën Pseudomonas syr<strong>in</strong>gae X X XXanthomonas campestris X X XClavibacter michiganensisXErw<strong>in</strong>ia spp. X XPseudomonas corrugataXSchimmels Didymella X X XFusarium oxysporum X X XFusarium solani X X XPyrenochaeta spp. X XPhytophthora spp. X X XPythium spp. X X XPhomopsis sclerotioi<strong>de</strong>sXRhizoctonia solani X X XSclerot<strong>in</strong>ia spp. X X XSeptoria lycopersiciXVerticillium dahliae X X XVerticillium alboatrum X X XAaltjes Globo<strong>de</strong>ra spp. XMeloidogyne spp. X X XPratylenchus penetrans X X XVirussen komkommermozaïekvirus X X XtomatenbronsvlekkenziekteXpep<strong>in</strong>omozaïekvirusXtomatenmozaïekvirusXBron: Jones et al., 1991; Pernezny et al., 2003; Zitter et al., 1996


Teelt per teelt2.2.1.6. Ontsmett<strong>in</strong>gssystemenIn <strong>de</strong> teelt <strong>van</strong> vruchtgroenten on<strong>de</strong>r glas zijn uv-ontsmett<strong>in</strong>g en langzame zandfiltratie <strong>de</strong> meest gangbare ontsmett<strong>in</strong>gssystemen.Voor hergebruik <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> dient extra geïnvesteerd te wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een op<strong>van</strong>gmogelijkheid, een <strong>water</strong>silo of betonnenbass<strong>in</strong>, voor het niet ontsmette dra<strong>in</strong><strong>water</strong>. Er is m<strong>in</strong>stens een voorraad voor een piekdag aanwezig. Op een piekdag is er bijpaprika ongeveer 3,2 l/m 2 dra<strong>in</strong> en bij tomaat bijna 5,0 l/m 2 . Op een bedrijf <strong>van</strong> 2 ha betekent dat voor paprika een dra<strong>in</strong>productie<strong>van</strong> 64 m 3 op een piekdag en voor tomaat <strong>van</strong> 100 m 3 . In <strong>de</strong> praktijk wordt <strong>in</strong> bei<strong>de</strong> gevallen veelal voor een opslag <strong>van</strong>m<strong>in</strong>stens 50 m 3 gekozen.Een ontsmett<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie dient <strong>in</strong> één dag <strong>de</strong> piekhoeveelheid te kunnen ontsmetten. Voor een paprikabedrijf <strong>van</strong> 2 ha isdus een ontsmetter met een capaciteit <strong>van</strong> 3 m 3 /h nodig, voor een tomatenbedrijf <strong>van</strong> 2 ha een met een capaciteit <strong>van</strong> 5 m 3 /h.Indien ook het regen<strong>water</strong> mee ontsmet wordt, is een hogere capaciteit noodzakelijk. Op een piekdag bedraagt het <strong>water</strong>verbruikbij paprika 8,5 l/m 2 en bij tomaat 10 l/m 2 . Op een bedrijf <strong>van</strong> 2 ha is het totaal <strong>water</strong>verbruik respectievelijk 170 m 3 /dagen 200 m 3 /dag. Indien het irrigatie<strong>water</strong> volledig ontsmet wordt, zal <strong>de</strong> ontsmetter op een paprikabedrijf <strong>van</strong> 2 ha dus eencapaciteit <strong>van</strong> 7,5 m 3 /h dienen te hebben en op een tomatenbedrijf <strong>van</strong> 2 ha een capaciteit <strong>van</strong> 9 m 3 /h.2.2.2. Bladgewassen en krui<strong>de</strong>nDe grondloze teelt <strong>van</strong> bladgewassen (kropsla en alternatieve slasoorten) en krui<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r glas gebeur<strong>de</strong> oorspronkelijk <strong>in</strong>het NFT-systeem (Nutrient Film Technique: vaste goten met vaste of beweegbare <strong>de</strong>ksels) maar momenteel <strong>in</strong> het MGS-systeem(mobiele gotensysteem met verleng<strong>de</strong> opkweek en assimilatiebelicht<strong>in</strong>g). De voor<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze grondloze teelt zijnon<strong>de</strong>r meer geen bo<strong>de</strong>mvervuil<strong>in</strong>g, een relatief laag <strong>water</strong>verbruik en <strong>de</strong> mogelijkheid om met fysische ontsmett<strong>in</strong>gsmetho<strong>de</strong>nwortelziektekiemen te bestrij<strong>de</strong>n. Tot op he<strong>de</strong>n wordt <strong>de</strong>ze grondloze teelt op beperkte schaal toegepast, namelijk op eenteeltoppervlakte <strong>van</strong> ongeveer 50 ha. Ze zal <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst echter nog aan belang w<strong>in</strong>nen, on<strong>de</strong>r meer als alternatief voorchemische bo<strong>de</strong>montsmett<strong>in</strong>g.2.2.2.1. Kwaliteit <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong>Mangaanovermaat verhoogt bij sla het risico <strong>van</strong> tulpvorm<strong>in</strong>g, waarbij <strong>de</strong> kroppen niet willen sluiten, maar <strong>in</strong> tulpvorm uitgroeien.Voor <strong>de</strong> teelt <strong>van</strong> sla op hydrocultuur mag het mangaangehalte <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong> niet hoger zijn dan 1 μmol/l.Bij sla opgekweekt <strong>in</strong> turfperspotjes treedt bij hogere gehalten tulpvorm<strong>in</strong>g op. Turf heeft immers <strong>van</strong> nature uit een hooggehalte <strong>van</strong> mangaan. Bij sla opgekweekt op een <strong>in</strong>ert substraat moet evenwel 5 μmol/l mangaan toegevoegd wor<strong>de</strong>n aan<strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g.2.2.2.2. Watergift en -opslagBij het oorspronkelijke NFT-systeem met zes teelten op jaarbasis kan het <strong>water</strong>verbruik begroot wor<strong>de</strong>n op 300 l/m 2 per jaar.In het MGS-systeem wordt cont<strong>in</strong>u geproduceerd en schommelt het <strong>water</strong>verbruik rond 500 l/m 2 per jaar.De optimale op<strong>van</strong>gcapaciteit bedraagt 40 m 3 /ha: 20 m 3 <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste teelthelft en 20 m 3 <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> teelthelft. De voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>gbevat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r meststoffen omdat bij <strong>de</strong> bladgewassen, <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> vruchtgewassen, gewerkt wordt meteen lagere elektrische geleidbaarheid <strong>van</strong> 1,5 tot 2,0 mS/cm.2.2.2.3. <strong>Recirculatie</strong>systemenHet oorspronkelijke NFT-systeem met vaste goten ismomenteel geëvolueerd naar het MGS-systeem(mobiele gotensysteem).2.2.2.4. PathogenenBij <strong>de</strong> NFT-en MGS-teelt zijn Pythium en Olpidium(overdrager <strong>van</strong> bobbelblad en kr<strong>in</strong>gnecrose) <strong>de</strong>voornaamste belagers.31Alternatieve slasoorten op het mobiele gotensysteem


22.2.2.5. Ontsmett<strong>in</strong>gssystemenPartiële uvc-ontsmett<strong>in</strong>g aan een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dosis <strong>van</strong> 100 mJ/cm 2 geeft een afdoen<strong>de</strong> beheers<strong>in</strong>g <strong>van</strong> Pythium en Olpidium.Hierbij dient vooral gelet op <strong>de</strong> voorfiltratie <strong>van</strong> en <strong>de</strong> ijzervoorzien<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g.In <strong>de</strong> praktijk wordt zowel bij het NFT- als bij het MGS-systeem <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g permanent over <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie <strong>van</strong> eenzandfilter en een actieve koolfilter gestuurd naar het op<strong>van</strong>greservoir. Deze oploss<strong>in</strong>g wordt dan volgens behoefte opnieuw<strong>in</strong> het systeem gebracht.De actieve koolfilter werkt volgens het pr<strong>in</strong>cipe <strong>van</strong> adsorptie waardoor oplosbare stoffen uit <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g gehaaldwor<strong>de</strong>n door actieve kool met een grote <strong>in</strong>terne oppervlakte (500-1.500 m 2 /g).Adsorptie gebeurt <strong>in</strong> drie stappen, namelijk macrotransport, microtransport en uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke sorptie of fysische aanhecht<strong>in</strong>g<strong>van</strong> het organische materiaal aan <strong>de</strong> actieve kool.Actieve kool kan geregenereerd wor<strong>de</strong>n, maar moet omwille <strong>van</strong> efficiëntieverlies en verkruimel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> kool uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijkver<strong>van</strong>gen wor<strong>de</strong>n. Een recirculatiesysteem voor bladgewassen resulteert slechts eenmaal per jaar <strong>in</strong> 40 m 3 /ha aan restdra<strong>in</strong>die moet verwij<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n uit het systeem.2.3. AardbeienteeltDe teelt <strong>van</strong> aardbeien on<strong>de</strong>r bescherm<strong>in</strong>g (glas of plastic folie) is meestal een teelt <strong>van</strong> trayplanten op substraat <strong>in</strong> potten ofbakken op hanggoten of stell<strong>in</strong>gen. Ook <strong>in</strong> openlucht wordt <strong>de</strong>ze manier <strong>van</strong> telen meer en meer toegepast, al dan niet on<strong>de</strong>raf<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g. De teeltwijze heeft heel wat voor<strong>de</strong>len: <strong>de</strong> vruchten zijn proper, goed zichtbaar en gemakkelijker te plukken. Hetdra<strong>in</strong><strong>water</strong>, dat eer<strong>de</strong>r beperkt is <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met vruchtgroenten on<strong>de</strong>r glas, kan gemakkelijk verzameld en opge<strong>van</strong>genwor<strong>de</strong>n. Een volgen<strong>de</strong> stap is het hergebruik <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong>.Aardbeien op goten on<strong>de</strong>r glasStell<strong>in</strong>genteelt <strong>van</strong> aardbeien2.3.1. Kwaliteit <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong>Het gebruik <strong>van</strong> regen<strong>water</strong> als aanmaak<strong>water</strong> is <strong>de</strong> beste keuze. Met put<strong>water</strong> tre<strong>de</strong>n gemakkelijker fysiologische problemenop, bijvoorbeeld alb<strong>in</strong>isme bij een te hoog siliciumgehalte. Aardbeien wor<strong>de</strong>n met een vrij lage EC, tussen 1,2 en 1,8,mS/cmgedruppeld. Hergebruik <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> en dus <strong>de</strong> mogelijkheid een <strong>de</strong>el dra<strong>in</strong><strong>water</strong> toe te voegen aan het aanmaak<strong>water</strong>vergt bijgevolg een lage EC <strong>van</strong> het aanmaak<strong>water</strong>. Vandaar dat regen<strong>water</strong> i<strong>de</strong>aal is. Voor gebruik als aanmaak<strong>water</strong> moet <strong>de</strong>EC <strong>van</strong> put<strong>water</strong> als aanmaak<strong>water</strong> lager zijn dan 0,3 à 0,4 mS/cm. Het gehalte <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemakkelijk uitspoelbare elementenmoet nog wat lager zijn dan <strong>de</strong> maximaal toegelaten waar<strong>de</strong>n die wor<strong>de</strong>n gehanteerd bij toepass<strong>in</strong>g zon<strong>de</strong>r hergebruik. Denormen voor het aanmaak<strong>water</strong> bij druppelen zijn weergegeven <strong>in</strong> Tabel 12.


Teelt per teeltElementGrenswaar<strong>de</strong> (mmol/l)Calcium (Ca 2+ ) < 2-2,5Kalium (K + ) < 3Magnesium (Mg 2+ ) < 22-Sulfaten (SO 4 ) < 1Fosfaten (H 2 PO -4 ) < 0,1Silicium (Si) < 0,2Natrium (Na + ) < 0,3Chlori<strong>de</strong> (Cl - ) < 1Grenswaar<strong>de</strong> (μmol/l)IJzer (Fe 2+ ) < 10Boor (B) < 6-7Z<strong>in</strong>k (Zn 2+ ) < 5Tabel 12. - Grenswaar<strong>de</strong>n hoofd- en spoorelementen <strong>in</strong>aanmaak<strong>water</strong> voor <strong>de</strong> aardbeienteelt bij hergebruik<strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong>2.3.2. Watergift en -opslagWater en voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n toegediend met druppelaars. Het gewenste dra<strong>in</strong>percentage varieert <strong>van</strong> 0 tot 35 %,afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> teeltfase en het weertype.Het <strong>water</strong>verbruik <strong>in</strong> <strong>de</strong> productiefase <strong>van</strong> een aardbeienteelt op substraat is ongeveer 250 à 300 l/m 2 ; jaarlijks wordt ongeveer800 l/m 2 gedruppeld wanneer per jaar drie teelten on<strong>de</strong>r glas wor<strong>de</strong>n uitgevoerd (Tabel 13). Daarnaast wordt <strong>water</strong> verbruiktvoor dakberegen<strong>in</strong>g en broezen. Tabel 14 geeft het totale <strong>water</strong>verbruik weer voor substraatteelten on<strong>de</strong>r glas.Voor een productiebedrijf met 1 ha glas is een op<strong>van</strong>gbass<strong>in</strong> voor regen<strong>water</strong> met een volume <strong>van</strong> 1.200 m 3 geschikt. In comb<strong>in</strong>atiemet an<strong>de</strong>re teelten moet uiteraard een groter volume voorzien wor<strong>de</strong>n, tot 5.000 m 3 per ha.Tabel 13. -Bereken<strong>in</strong>gswijze <strong>van</strong> het jaarlijkse druppel<strong>water</strong>verbruik voor drie aardbeienteelten op substraat on<strong>de</strong>r glas, met2 druppelaars/m 2 en 150 ml/druppelbeurtAantal dagen met bepaald Waterverbruik (l/m 2 )aantal beurten per dag90 (1 beurt) 27150 (4 beurten) 18060 (10 beurten) 18065 (20 beurten) 390Totaal 777Tabel 14. - Waterverbruik voor aardbeienteelten op substraat on<strong>de</strong>r glas bij veel licht (veel zon) en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r licht (veel bewolktweer)Waterverbruik (l/m 2 )2 teelten/jaar 3 teelten/jaarLicht Donker Licht DonkerDruppelen 500 400 750 600Dakberegen<strong>in</strong>g 300 150 500 300Broezen 400 200 600 450Totaal 1.200 750 1.850 1.3502.3.3. Grenswaar<strong>de</strong>n voor dra<strong>in</strong><strong>water</strong>In <strong>de</strong> aardbeienteelt is het meststoffenverbruik vrij laag. De gewenste EC ligt afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> teeltfase tussen 1,2 en 1,8mS/cm. De EC <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> ligt tussen 1,5 en 2,5 mS/cm. De samenstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> is afhankelijk <strong>van</strong> on<strong>de</strong>ran<strong>de</strong>re <strong>de</strong> aard <strong>van</strong> <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gselementen (bivalente elementen wor<strong>de</strong>n m<strong>in</strong><strong>de</strong>r snel geabsorbeerd), het ontwikkel<strong>in</strong>gsstadium(vegetatief stadium: meer opname nitraten, calcium, magnesium; bloei en oogst: meer opname kalium) en het klimaat.33


2Door het lage dra<strong>in</strong>percentage wordt <strong>de</strong> concentratie <strong>van</strong> <strong>de</strong> elementen <strong>in</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> m<strong>in</strong>stens ge<strong>de</strong>eld door drie doortoevoeg<strong>in</strong>g <strong>van</strong> regen<strong>water</strong>, met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n maximaal wordt een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> gebruikt <strong>in</strong> <strong>de</strong> nieuwe oploss<strong>in</strong>g.Bijgevolg komt het zel<strong>de</strong>n voor dat concentraties <strong>van</strong> bepaal<strong>de</strong> elementen te hoog oplopen en het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> niet meerkan wor<strong>de</strong>n hergebruikt. Een regelmatige analyse <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> is aan te ra<strong>de</strong>n zodat <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g kan wor<strong>de</strong>naangepast.2.3.4. <strong>Recirculatie</strong>systemenEen recirculatiesysteem bij aardbeien verschilt we<strong>in</strong>ig <strong>van</strong> een standaard recirculatiesysteem. Bij <strong>de</strong> productieteelt op substraatwor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> aardbeien geteeld <strong>in</strong> potten of bakken op goten, en bevloeid via druppelaars. De goten maken het gemakkelijkom het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> op te <strong>van</strong>gen en te verzamelen. Omdat <strong>in</strong> veensubstraat wordt geteeld, wordt best gefilterd voor <strong>de</strong> ontsmett<strong>in</strong>g.Een productiebedrijf <strong>van</strong> 1 ha glas heeft 28 m 3 dra<strong>in</strong> per dag per ha bij een maximale dra<strong>in</strong> <strong>van</strong> 40 % en een <strong>water</strong>gift <strong>van</strong>7 l/m 2 . Er wordt een op<strong>van</strong>gcapaciteit <strong>van</strong> twee dagen voorzien, namelijk 50 à 60 m 3 . M<strong>in</strong><strong>de</strong>r kan ook, maar geeft meer kansop overstroom of tekort.Naast <strong>water</strong> voor het druppelen is <strong>water</strong> nodig voor dakberegen<strong>in</strong>g en broezen. Bovendien hebben veel aardbeientelers eentrayveld <strong>in</strong> open lucht voor <strong>de</strong> opkweek <strong>van</strong> trayplanten. Ook het <strong>water</strong> afkomstig <strong>van</strong> dat trayveld kan wor<strong>de</strong>n opge<strong>van</strong>genen hergebruikt, maar dat vereist extra op<strong>van</strong>g- en ontsmett<strong>in</strong>gscapaciteit, 15 l/m 2 op<strong>van</strong>g per dag bij bovenberegen<strong>in</strong>g.2.3.5. PathogenenIn <strong>de</strong> aardbeienteelt komen bladparasieten en bo<strong>de</strong>m- en wortelparasieten voor. De laatste vormen uiteraard het grootste probleembij hergebruik <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong>. Vooral <strong>de</strong> schimmels Phytophthora en Verticillium, <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate Pythium en Fusarium,en <strong>de</strong> bacterie Xanthomonas kunnen problemen geven. Ontsmetten is dan ook aan te ra<strong>de</strong>n.2.3.6. Ontsmett<strong>in</strong>gssystemenBedrijven die het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> ontsmetten, gebruiken meestal <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie <strong>van</strong> langzame zandfilter met lagedruk-uvontsmetter.Enkele bedrijven ontsmetten enkel met lagedruk-uv. De bru<strong>in</strong>e kleur <strong>van</strong> het <strong>water</strong> als gevolg <strong>van</strong> substraatuitlog<strong>in</strong>g,maakt dat <strong>de</strong> transmissiewaar<strong>de</strong>n laag zijn (lager dan 20 %) en <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> uv-ontsmetter niet i<strong>de</strong>aal is. Om diere<strong>de</strong>n is het plaatsen <strong>van</strong> een langzame zandfilter voor <strong>de</strong> uv-ontsmetter aan te ra<strong>de</strong>n. Het verdunnen <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> metzuiver regen<strong>water</strong> om <strong>de</strong> transmissie <strong>van</strong> het dra<strong>in</strong><strong>water</strong> te verhogen, is een an<strong>de</strong>re mogelijkheid.Voor <strong>de</strong> productieteelten heeft <strong>de</strong> ontsmetter een capaciteit <strong>van</strong> gemid<strong>de</strong>ld 2 m 3 per ha.


Wat zegt <strong>de</strong> wet?3. Wat zegt <strong>de</strong> wet?De Europese en <strong>de</strong> Vlaamse overheid voorzien regels betreffen<strong>de</strong> het gebruik en het lozen <strong>van</strong> <strong>water</strong>. Op Europees niveauwerd e<strong>in</strong>d 2000 <strong>de</strong> Europese Ka<strong>de</strong>rrichtlijn Water 1 goedgekeurd. De richtlijn beoogt het verbeteren <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong><strong>water</strong>systemen en het bevor<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> het duurzame gebruik <strong>van</strong> <strong>water</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> lidstaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese Unie. Ook wordtgestreefd naar een harmonisatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese <strong>water</strong>wetgev<strong>in</strong>g. In navolg<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese Ka<strong>de</strong>rrichtlijn Water keur<strong>de</strong>het Vlaams Parlement <strong>in</strong> juli 2003 het Decreet betreffen<strong>de</strong> het Integraal Waterbeleid 2 goed.Het Vlaamse <strong>water</strong>beleid krijgt vorm via on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re vergunn<strong>in</strong>gen, heff<strong>in</strong>gen en bekken- en <strong>de</strong>elbekkenbeheerplannen.Voor <strong>de</strong> w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> grond<strong>water</strong>, maar ook <strong>in</strong> bepaal<strong>de</strong> gevallen voor <strong>de</strong> w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> oppervlakte<strong>water</strong>, moeten bedrijvenover <strong>de</strong> nodige vergunn<strong>in</strong>gen beschikken en <strong>de</strong> nodige milieuheff<strong>in</strong>gen betalen. Ook voor het lozen <strong>van</strong> rest<strong>water</strong>stromenzijn vergunn<strong>in</strong>gen en normen <strong>van</strong> kracht. Bovendien dient bij gebruik <strong>van</strong> <strong>water</strong> een ‘<strong>water</strong>zuiver<strong>in</strong>gsbelast<strong>in</strong>g’betaald te wor<strong>de</strong>n.Deze milieuheff<strong>in</strong>gen zijn gebaseerd op <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> <strong>water</strong>stromen op het bedrijf.3.1. Europese Ka<strong>de</strong>rrichtlijn Water en Vlaams Decreet Integraal WaterbeleidIn <strong>de</strong> Europese Ka<strong>de</strong>rrichtlijn Water wordt uitgegaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> geografische afbaken<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>water</strong>systemen — en niet meerzoals vroeger <strong>van</strong> land-, prov<strong>in</strong>cie- of an<strong>de</strong>re grenzen — en <strong>van</strong> een geïntegreer<strong>de</strong> aanpak met betrekk<strong>in</strong>g tot het <strong>water</strong>beleid.Een duurzaam <strong>in</strong>tegraal <strong>water</strong>beheer betekent het streven naar het ontwikkelen, <strong>in</strong>standhou<strong>de</strong>n en herstellen <strong>van</strong> het<strong>water</strong>systeem en het waarborgen voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> generaties <strong>van</strong> alle functies <strong>van</strong> het <strong>water</strong>beheer, namelijk dr<strong>in</strong>k<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g,huishou<strong>de</strong>lijk, landbouwkundig en <strong>in</strong>dustrieel <strong>water</strong>gebruik, recreatie, natuur, transport en energiew<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g.In Vlaan<strong>de</strong>ren zijn er twee <strong>in</strong>ternationale stroomgebie<strong>de</strong>n, dat <strong>van</strong> <strong>de</strong> Schel<strong>de</strong> en dat <strong>van</strong> <strong>de</strong> Maas. Deze stroomgebie<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>nver<strong>de</strong>r opge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> bekkens (bijvoorbeeld het netebekken). Vlaan<strong>de</strong>ren telt elf verschillen<strong>de</strong> bekkens. Voor elk bekkenwordt <strong>in</strong> uitvoer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het Vlaamse Decreet Integraal Waterbeleid een bekkenbeheerplan opgemaakt. Het Vlaamse Gewestwerkt tegen 2006 <strong>in</strong> samenspraak met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re betrokken besturen <strong>de</strong> plannen voor alle bekkens uit.Voor meer <strong>in</strong>fo:www.m<strong>in</strong>a.be/<strong>water</strong>_<strong>in</strong>tegraal_<strong>water</strong>beheer.html of www.m<strong>in</strong>a.be/afd<strong>water</strong>.html of www.bekkenwerk<strong>in</strong>g.beVoor <strong>de</strong> glastu<strong>in</strong>bouw kan het <strong>de</strong>creet betreffen<strong>de</strong> het <strong>in</strong>tegrale <strong>water</strong>beleid gevolgen hebben voor <strong>de</strong> vestig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> bedrijven.Het zal ook lei<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> maatregelen met betrekk<strong>in</strong>g tot het maximaal benutten of <strong>in</strong>filtreren <strong>van</strong> hemel<strong>water</strong>en het beschermen <strong>van</strong> oppervlakte- en grond<strong>water</strong> tegen verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g, bijvoorbeeld als gevolg <strong>van</strong> uitspoel<strong>in</strong>g <strong>van</strong>meststoffen of lozen <strong>van</strong> rest<strong>water</strong>stromen.351Europese Ka<strong>de</strong>rrichtlijn Water 2000/60/EG2Decreet betreffen<strong>de</strong> het Integraal Waterbeleid, Belgisch Staatsblad 4 november 2003


33.2. W<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> regen-, grond- en oppervlakte<strong>water</strong>3.2.1. Vergunn<strong>in</strong>gen3.2.1.1. Vergunn<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> regen<strong>water</strong>Voor het w<strong>in</strong>nen <strong>van</strong> hemel<strong>water</strong> of regen<strong>water</strong> is geen milieuvergunn<strong>in</strong>g nodig. Wel is een ste<strong>de</strong>nbouwkundige vergunn<strong>in</strong>gvereist voor <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> een <strong>water</strong>silo of een foliebass<strong>in</strong>. Er wor<strong>de</strong>n steeds meer verplicht<strong>in</strong>gen voor op<strong>van</strong>g en opslag <strong>van</strong>hemel<strong>water</strong> <strong>van</strong> kracht.Specifiek voor <strong>de</strong> glastu<strong>in</strong>bouw wordt <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland een hemel<strong>water</strong>opslag <strong>van</strong> 500 m 3 /ha verplicht. De studie rond BestBeschikbare Technieken (BBT) 3 <strong>in</strong> <strong>de</strong> glastu<strong>in</strong>bouw geeft een eerste aanzet voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g <strong>van</strong> sectorvoorwaar<strong>de</strong>n betreffen<strong>de</strong>hemel<strong>water</strong>opslag <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren.S<strong>in</strong>ds 1 februari 2005 is <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren een gewestelijke ste<strong>de</strong>nbouwkundige veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g 4 betreffen<strong>de</strong> hemel<strong>water</strong>putten, <strong>in</strong>filtratievoorzien<strong>in</strong>gen5 , buffervoorzien<strong>in</strong>gen 6 en geschei<strong>de</strong>n loz<strong>in</strong>g <strong>van</strong> afval<strong>water</strong> en hemel<strong>water</strong> <strong>van</strong> toepass<strong>in</strong>g.Deze veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g bevat m<strong>in</strong>imale voorschriften voor <strong>de</strong> loz<strong>in</strong>g <strong>van</strong> niet verontre<strong>in</strong>igd hemel<strong>water</strong> afkomstig <strong>van</strong> verhar<strong>de</strong>oppervlakken. Het algemene uitgangspr<strong>in</strong>cipe is dat hemel<strong>water</strong> <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie zo veel mogelijk wordt gebruikt.De veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g is <strong>van</strong> toepass<strong>in</strong>g op het bouwen of herbouwen <strong>van</strong> gebouwen of constructies met een horizontale dakoppervlaktegroter dan 75 m 2 . Ze is eveneens <strong>van</strong> toepass<strong>in</strong>g als <strong>de</strong> horizontale dakoppervlakte <strong>van</strong> een gebouw of constructiemet meer dan 50 m 2 wordt uitgebreid, doch enkel op die uitbreid<strong>in</strong>g. Voor landbouwbedrijven is het aanleggen <strong>van</strong> eenhemel<strong>water</strong>put niet verplicht <strong>in</strong>dien een <strong>in</strong>filtratievoorzien<strong>in</strong>g of een afvoerbegrenzer wordt voorzien.3.2.1.2. Vergunn<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> grond<strong>water</strong>S<strong>in</strong>ds 1 mei 1999 is <strong>de</strong> grond<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g geïntegreerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> VLAREM-regelgev<strong>in</strong>g 7 . Dat betekent dat <strong>de</strong> vergunn<strong>in</strong>g voorgrond<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> meer dan 500 m 3 per jaar opgenomen is <strong>in</strong> <strong>de</strong> milieuvergunn<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het bedrijf en er geen afzon<strong>de</strong>rlijkevergunn<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> grond<strong>water</strong> dient aangevraagd te wor<strong>de</strong>n.In VLAREM I wordt <strong>de</strong> w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> grond<strong>water</strong> op basis <strong>van</strong> het opgepompte <strong>de</strong>biet <strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> drie klassen (Tabel 15). Deklassen<strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een bedrijf <strong>in</strong> zijn totaliteit komt overeen met <strong>de</strong> klasse <strong>van</strong> <strong>de</strong> meest h<strong>in</strong><strong>de</strong>rlijke activiteit die <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gplaatsv<strong>in</strong>dt. Klasse 1-activiteiten zijn h<strong>in</strong><strong>de</strong>rlijker dan klasse 2-activiteiten, die op hun beurt h<strong>in</strong><strong>de</strong>rlijker zijn dan klasse 3-activiteiten.3De studie Best Beschikbare Technieken (BBT) voor <strong>de</strong> glastu<strong>in</strong>bouw werd uitgevoerd door het BBT-Kenniscentrum <strong>van</strong> het VITO. De BBT -studie bereidt <strong>de</strong> milieuvergunn<strong>in</strong>gsvoorwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> glastu<strong>in</strong>bouw voor. Zo wer<strong>de</strong>n er on<strong>de</strong>r meer aanbevel<strong>in</strong>gen gedaan rond nuttiggebruik <strong>van</strong> hemel<strong>water</strong> en rond recirculatie <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong>.4Besluit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Reger<strong>in</strong>g <strong>van</strong> 1 oktober 2004 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een gewestelijke ste<strong>de</strong>nbouwkundige veror<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong>zakehemel<strong>water</strong>putten, <strong>in</strong>filtratievoorzien<strong>in</strong>gen, buffervoorzien<strong>in</strong>gen en geschei<strong>de</strong>n loz<strong>in</strong>g <strong>van</strong> afval<strong>water</strong> en hemel<strong>water</strong>, Belgisch Staatsblad, 8november 20045<strong>in</strong>filtratievoorzien<strong>in</strong>g: een buffervoorzien<strong>in</strong>g waarbij <strong>de</strong> vertraag<strong>de</strong> afvoer gebeurt door <strong>in</strong>filtratie, dit is het doorsijpelen <strong>van</strong> hemel<strong>water</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m6buffervoorzien<strong>in</strong>g: een voorzien<strong>in</strong>g voor het bufferen <strong>van</strong> hemel<strong>water</strong> met een vertraag<strong>de</strong> afvoer en een noodoverlaat7VLAREM: Vlaams reglement betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunn<strong>in</strong>g


Wat zegt <strong>de</strong> wet?Een klasse 3-bedrijf dient een meld<strong>in</strong>g te doen bij het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen. Een klasse 2- en klasse 1-bedrijfrichten <strong>de</strong> milieuvergunn<strong>in</strong>gsaanvraag aan respectievelijk het college <strong>van</strong> burgemeester en schepenen en <strong>de</strong> bestendige<strong>de</strong>putatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie. Het meld<strong>in</strong>gsformulier (klasse 3) of het milieuvergunn<strong>in</strong>gaanvraagformulier (klasse 1 en 2) kan verkregenwor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> milieudienst <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente of gedownload wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> website <strong>van</strong> het VITO(http://www.emis.vito.be).Tabel 15. - In<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g grond<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> klassen op basis <strong>van</strong> opgepompt <strong>de</strong>biet <strong>in</strong> VLAREM IRubriek Omschrijv<strong>in</strong>g Klasse53.8 Boren <strong>van</strong> grond<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gsputtenen grond<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g met opgepompt <strong>de</strong>biet:- <strong>van</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 500 m 3 /jaar 3- <strong>van</strong> 500 tot 30.000 m 3 /jaar 2- <strong>van</strong> 30.000 m 3 /jaar en meer 1De milieuvergunn<strong>in</strong>gsaanvraag dient gegevens te bevatten over <strong>de</strong> kenmerken <strong>van</strong> <strong>de</strong> aangesproken <strong>water</strong>voeren<strong>de</strong> laag entechnische gegevens <strong>van</strong> <strong>de</strong> pomp en <strong>de</strong> <strong>water</strong>tellers. Elke grond<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> m<strong>in</strong>stens 500 m 3 per jaar moet immerss<strong>in</strong>ds 1 juli 1997 uitgerust zijn met een <strong>water</strong>teller. De <strong>water</strong>teller moet geplaatst wor<strong>de</strong>n voor het eerste aftappunt <strong>van</strong> hetgrond<strong>water</strong>leid<strong>in</strong>gstelsel volgens een co<strong>de</strong> <strong>van</strong> goe<strong>de</strong> praktijk. Elke meter totaliseert het volume <strong>van</strong> het doorstromen<strong>de</strong><strong>water</strong> en wordt zo geplaatst dat <strong>de</strong> aflez<strong>in</strong>g steeds <strong>in</strong> alle veiligheid kan plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n en dat beschadig<strong>in</strong>g of verstor<strong>in</strong>g <strong>van</strong><strong>de</strong> meter verme<strong>de</strong>n wordt.3.2.1.3. Vergunn<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> captatie <strong>van</strong> oppervlakte<strong>water</strong>In Vlaan<strong>de</strong>ren wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> glastu<strong>in</strong>bouw slechts beperkt gebruik gemaakt <strong>van</strong> oppervlakte<strong>water</strong>. Op <strong>de</strong> meeste bedrijven is <strong>de</strong>hoeveelheid beschikbaar oppervlakte<strong>water</strong> en/of <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> het oppervlakte<strong>water</strong> onvoldoen<strong>de</strong> voor gebruik als irrigatie<strong>water</strong>.Daarom wordt hier slechts kort <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong> wetgev<strong>in</strong>g.Voor <strong>de</strong> captatie <strong>van</strong> oppervlakte<strong>water</strong> wordt on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen, volgens <strong>de</strong> atlas <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>water</strong>lopen, bevaarbareen onbevaarbare <strong>water</strong>lopen. Voor w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> meer dan 500 m 3 oppervlakte<strong>water</strong> per jaar uit bevaarbare <strong>water</strong>lopen, kanalenen havens is een captatievergunn<strong>in</strong>g vereist. Voor het ontrekken <strong>van</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 500 m 3 uit een bevaarbare <strong>water</strong>loopgeldt een meld<strong>in</strong>gsplicht. De captatievergunn<strong>in</strong>g wordt verleend door <strong>de</strong> Adm<strong>in</strong>istratie Waterwegen en Zeewezen (AWZ) <strong>van</strong>het M<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Gemeenschap. Mits motiver<strong>in</strong>g kan te allen tij<strong>de</strong> <strong>in</strong> het belang <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>water</strong>weg een tij<strong>de</strong>lijkverbod of beperk<strong>in</strong>g opgelegd wor<strong>de</strong>n, bijvoorbeeld bij uitzon<strong>de</strong>rlijk lage <strong>water</strong>stan<strong>de</strong>n.De oevereigenaar <strong>van</strong> een onbevaarbare <strong>water</strong>loop kan het <strong>water</strong> vrij gebruiken, op voorwaar<strong>de</strong> dat geen afbreuk gedaanwordt aan <strong>de</strong> rechten <strong>van</strong> tegenover of lager gelegen oevereigenaars. Zolang <strong>de</strong> oevereigenaar het <strong>water</strong> uit <strong>de</strong> onbevaarbare<strong>water</strong>loop haalt zon<strong>de</strong>r opricht<strong>in</strong>g <strong>van</strong> vaste constructies of bouwwerken heeft hij geen vergunn<strong>in</strong>g of machtig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong>bevoeg<strong>de</strong> overheid voor wijzig<strong>in</strong>gswerken aan <strong>de</strong> <strong>water</strong>loop nodig. Indien <strong>de</strong> onbevaarbare <strong>water</strong>loop zich b<strong>in</strong>nen een pol<strong>de</strong>rgebiedof <strong>water</strong><strong>in</strong>g bev<strong>in</strong>dt, moet reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n met mogelijk b<strong>in</strong>nen het gebied bestaan<strong>de</strong> politiereglementendie <strong>de</strong> <strong>water</strong>op<strong>van</strong>g afhankelijk stellen <strong>van</strong> een vergunn<strong>in</strong>g of toelat<strong>in</strong>g.3.2.2. Heff<strong>in</strong>gen3.2.2.1. Heff<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> grond<strong>water</strong>Om het zu<strong>in</strong>ig en rationeel gebruik <strong>van</strong> grond<strong>water</strong> te stimuleren bestaat voor het oppompen <strong>van</strong> grond<strong>water</strong> een milieuheff<strong>in</strong>g.S<strong>in</strong>ds 1998 is elke land- of tu<strong>in</strong>bouwer die <strong>in</strong> het Vlaamse Gewest één of meer grond<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen exploiteert en die<strong>in</strong> het jaar voorafgaand aan het heff<strong>in</strong>gsjaar hieruit m<strong>in</strong>imum 500 m 3 heeft onttrokken, aan <strong>de</strong>ze heff<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rworpen. De heff<strong>in</strong>gwordt berekend op basis <strong>van</strong> het grond<strong>water</strong>verbruik <strong>in</strong> het vorige jaar.Voor grond<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen is zowel <strong>de</strong> heff<strong>in</strong>g op het w<strong>in</strong>nen <strong>van</strong> grond<strong>water</strong> als <strong>de</strong> heff<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> <strong>water</strong>verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g <strong>van</strong>toepass<strong>in</strong>g (zie 3.2.2.3. Heff<strong>in</strong>g op <strong>water</strong>verontre<strong>in</strong><strong>in</strong>g<strong>in</strong>g). S<strong>in</strong>ds 1 januari 2000 is <strong>de</strong> Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) voorbei<strong>de</strong> heff<strong>in</strong>gen bevoegd.De heff<strong>in</strong>g grond<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> 500 tot en met 30.000 m 3 per jaar wordt als volgt berekend:Heff<strong>in</strong>g = 0,05 euro/m 3 x <strong>in</strong><strong>de</strong>xmet <strong>in</strong><strong>de</strong>x = <strong>in</strong><strong>de</strong>xcijfer consumptieprijzen <strong>de</strong>cember voorafgaand aanheff<strong>in</strong>gsjaar/<strong>in</strong><strong>de</strong>xcijfer consumptieprijzen <strong>de</strong>cember 2001 (1,0853 voor 2006)De m<strong>in</strong>imumheff<strong>in</strong>g bedraagt: 124 euro x <strong>in</strong><strong>de</strong>x.37


3Bij grond<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> meer dan 30.000 m 3 per jaar is <strong>de</strong> heff<strong>in</strong>g per m 3 lager, maar stijgt dit bedrag met toenemendgrond<strong>water</strong>verbruik. Dergelijke groot grond<strong>water</strong>verbruik komt echter we<strong>in</strong>ig of niet voor <strong>in</strong> <strong>de</strong> land- en tu<strong>in</strong>bouwsector.Indien <strong>de</strong> grond<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g uitgerust is met een <strong>water</strong>teller, wordt <strong>de</strong> heff<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> opgepompte hoeveelheid grond<strong>water</strong>berekend op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> hoeveelheid geregistreerd met <strong>de</strong> <strong>water</strong>teller <strong>in</strong> het vorige jaar. Indien geen <strong>de</strong>bietmeter aanwezigis, wordt <strong>de</strong> vergun<strong>de</strong> jaarhoeveelheid (of het vergun<strong>de</strong> dag<strong>de</strong>biet) <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g gebracht. Indien <strong>de</strong> grond<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gniet vergund is, wordt <strong>de</strong> hoeveelheid grond<strong>water</strong> berekend aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong> totale <strong>water</strong>balans of aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong>pompcapaciteit.VoorbeeldEen glastu<strong>in</strong>bouwbedrijf pompte <strong>in</strong> 2005 <strong>in</strong> totaal 4.700 m 3 grond<strong>water</strong> op. De heff<strong>in</strong>g voor het w<strong>in</strong>nen <strong>van</strong> grond<strong>water</strong> voor2006 bedraagt:Heff<strong>in</strong>g = 0,05 euro/m 3 x 1,0853 x 4.700 m 3 = 255,05 euroOmwille <strong>van</strong> verdrog<strong>in</strong>gverschijnselen bij bepaal<strong>de</strong> grond<strong>water</strong>voeren<strong>de</strong> lagen <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren, zullen <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst steedsmeer maatregelen genomen wor<strong>de</strong>n om het grond<strong>water</strong>verbruik te verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Grond<strong>water</strong> zal duur<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n. De heff<strong>in</strong>genvoor het oppompen <strong>van</strong> grond<strong>water</strong> zullen stijgen en afhankelijk zijn <strong>van</strong> het gebied en <strong>de</strong> laag waaruit gepompt wordt.Streefdoel <strong>van</strong> het <strong>water</strong>beleid <strong>in</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren is afbouw <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> kwetsbare grondlagen met 75 %.3.2.2.2. Heff<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> captatie <strong>van</strong> oppervlakte<strong>water</strong>Enkel bij captatie <strong>van</strong> meer dan 500 m 3 <strong>water</strong> per jaar uit bevaarbare <strong>water</strong>lopen, kanalen en havens dient een milieuheff<strong>in</strong>gbetaald te wor<strong>de</strong>n. Voor <strong>de</strong> schijf <strong>van</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 1.000.000 m 3 /jaar geldt 0,043381 euro/m 3 maar <strong>de</strong> m<strong>in</strong>imum heff<strong>in</strong>gbedraagt 125 euro. Aangezien het <strong>in</strong> <strong>de</strong> landbouwsector over relatief kle<strong>in</strong>e hoeveelhe<strong>de</strong>n gaat, bedraagt <strong>de</strong> heff<strong>in</strong>g nagenoegaltijd 125 euro vermenigvuldigd met <strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong>x (1,0853 voor 2006). Voor w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>water</strong> uit onbevaarbare <strong>water</strong>lopengeldt een vrijstell<strong>in</strong>g.3.2.2.3. Heff<strong>in</strong>g op <strong>water</strong>verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gIe<strong>de</strong>reen die <strong>in</strong> het jaar voorafgaand aan het heff<strong>in</strong>gsjaar op het grondgebied <strong>van</strong> het Vlaamse Gewest <strong>water</strong> heeft afgenomenvia een openbare <strong>water</strong>leid<strong>in</strong>gsmaatschappij of een eigen <strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g, of <strong>water</strong> heeft geloosd, is on<strong>de</strong>rworpen aan <strong>de</strong> heff<strong>in</strong>gop <strong>de</strong> verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het oppervlakte<strong>water</strong>, ook wel ‘<strong>water</strong>zuiver<strong>in</strong>gsbelast<strong>in</strong>g’genaamd. De heff<strong>in</strong>g wordt berekendop basis <strong>van</strong> het <strong>water</strong>verbruik <strong>in</strong> het voorgaan<strong>de</strong> jaar.Er wordt een on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen:


Wat zegt <strong>de</strong> wet?- kle<strong>in</strong>e verbruikers: m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 500 m 3 gefactureerd <strong>water</strong>verbruik of eigen <strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g met pompcapaciteit lager dan5 m 3 per uur,- grote verbruikers: meer dan 500 m 3 gefactureerd <strong>water</strong>verbruik of eigen <strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g met pompcapaciteit <strong>van</strong> 5 m 3 peruur of meer.Grote verbruikers dienen jaarlijks vóór 15 maart een aangifte te doen. Hoewel <strong>de</strong> Vlaamse Milieumaatschappij belast is met <strong>de</strong><strong>in</strong>n<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> heff<strong>in</strong>g moet het heff<strong>in</strong>gsformulier <strong>van</strong> land- en tu<strong>in</strong>bouwbedrijven <strong>in</strong>gevuld en on<strong>de</strong>rtekend teruggestuurdwor<strong>de</strong>n vóór 15 maart naar <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>ciale af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> Mestbank.De bereken<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘<strong>water</strong>zuiver<strong>in</strong>gsbelast<strong>in</strong>g’ kan uitgevoerd wor<strong>de</strong>n op basis <strong>van</strong> analyseresultaten <strong>van</strong> het geloos<strong>de</strong><strong>water</strong> maar courant wordt <strong>de</strong> vuilvracht <strong>in</strong> <strong>de</strong> land- en tu<strong>in</strong>bouwsector op forfaitaire basis berekend. Hierbij wordt het <strong>water</strong><strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> leid<strong>in</strong>g<strong>water</strong>, grond<strong>water</strong>, oppervlakte<strong>water</strong>, <strong>water</strong> gewonnen op an<strong>de</strong>re wijze (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re regen<strong>water</strong>) enkoel<strong>water</strong>. De hoeveelheid <strong>water</strong> (m 3 ) wordt vermenigvuldigd met een omzett<strong>in</strong>gscoëfficiënt en een eenheidstarief per vervuil<strong>in</strong>gseenheid.Dit eenheidstarief wordt jaarlijks aangepast volgens het <strong>in</strong><strong>de</strong>xcijfer <strong>de</strong>r consumptieprijzen. Het bedraagt 28,61euro <strong>in</strong> 2006, <strong>in</strong>dien het tu<strong>in</strong>bouwbedrijf zelf zuivert en loost op oppervlakte<strong>water</strong>, of <strong>in</strong>dien het beschikt over een vergunn<strong>in</strong>gmet normen voor loz<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gewone oppervlakte<strong>water</strong>en en loost <strong>in</strong> <strong>de</strong> openbare rioler<strong>in</strong>g gelegen <strong>in</strong> zuiver<strong>in</strong>gszone C. Voor<strong>de</strong> overige tu<strong>in</strong>bouwbedrijven bedraagt het eenheidstarief 29,00 euro <strong>in</strong> 2006. Tabel 16 vermeldt <strong>de</strong> omzett<strong>in</strong>gscoëfficiëntenvoor <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘<strong>water</strong>zuiver<strong>in</strong>gsbelast<strong>in</strong>g’. De omzett<strong>in</strong>gscoëfficiënt verschilt naargelang het type landbouwbedrijf.Tabel 16. - Omzett<strong>in</strong>gscoëfficiënten voor bereken<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> ‘<strong>water</strong>zuiver<strong>in</strong>gsbelast<strong>in</strong>g’ per type landbouwbedrijf, voor kle<strong>in</strong>e verbruikersen voor sanitair <strong>water</strong>verbruik <strong>van</strong> werknemersOmzett<strong>in</strong>gscoëfficiëntType landbouwbedrijf:- pluimveebedrijven 0,0005- varkenshou<strong>de</strong>rijen 0,00125- rundveebedrijven 0,0025- an<strong>de</strong>re veebedrijven 0,005- an<strong>de</strong>re bedrijven zoals akker- en tu<strong>in</strong>bouwbedrijven 0,00025Kle<strong>in</strong>e verbruikers, <strong>water</strong>verbruik gez<strong>in</strong>sle<strong>de</strong>n 0,025Sanitair <strong>water</strong>verbruik werknemers 0,027De tabel maakt dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> heff<strong>in</strong>g op het huishou<strong>de</strong>lijke afval<strong>water</strong> en het sanitaire afval<strong>water</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> werknemers relatiefgezien veel hoger is dan op het bedrijfsafval<strong>water</strong>. Voor land- en tu<strong>in</strong>bouwers wordt per persoon <strong>van</strong> het gez<strong>in</strong> en per werknemereen forfaitair <strong>water</strong>verbruik <strong>van</strong> 30 m 3 per jaar <strong>in</strong> reken<strong>in</strong>g gebracht.In 2005 werd <strong>de</strong> ‘<strong>in</strong>tegrale <strong>water</strong>factuur’ <strong>in</strong>gevoerd. Op die manier betaalt <strong>de</strong> consument door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> één enkele factuurzowel <strong>de</strong> lever<strong>in</strong>g als <strong>de</strong> zuiver<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het gebruikte leid<strong>in</strong>g<strong>water</strong>. Deze maatregel heeft geen <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> bereken<strong>in</strong>g <strong>van</strong><strong>de</strong> heff<strong>in</strong>g zoals hierboven wordt voorgesteld. Wel zal het uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk te betalen bedrag <strong>van</strong> <strong>de</strong> heff<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rdmet <strong>de</strong> bijdrage voor leid<strong>in</strong>g<strong>water</strong> die al <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>van</strong> het jaar werd betaald. Ook een eventuele vergoed<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong>NV Aquaf<strong>in</strong> voor het lozen op <strong>de</strong> riool en het zuiveren <strong>van</strong> het afval<strong>water</strong> zal <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gebracht.Daarnaast komen s<strong>in</strong>ds 2005 ook <strong>de</strong> grote verbruikers <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g voor een ge<strong>de</strong>eltelijke vrijstell<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> heff<strong>in</strong>g <strong>in</strong>dienhet huishou<strong>de</strong>lijke afval<strong>water</strong> wordt gezuiverd <strong>in</strong> een private zuiver<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie. De vrijstell<strong>in</strong>g wordt enkel toegekend voorhet ge<strong>de</strong>elte huishou<strong>de</strong>lijk afval<strong>water</strong> met een maximum <strong>van</strong> 30 m 3 per persoon per jaar.VoorbeeldEen glastu<strong>in</strong>bouwbedrijf verbruikte <strong>in</strong> 2005 <strong>in</strong> totaal 8.500 m 3 grond<strong>water</strong> voor zijn gez<strong>in</strong> en zijn bedrijf. Het bedrijf zuivert zelfzijn afval<strong>water</strong> vooraleer het te lozen op oppervlakte<strong>water</strong>. Er zijn vier gez<strong>in</strong>sle<strong>de</strong>n en twee werknemers.De heff<strong>in</strong>g op verontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g <strong>van</strong> oppervlakte<strong>water</strong> bedraagt (als grootverbruiker) <strong>in</strong> 2006:- heff<strong>in</strong>g voor <strong>water</strong>verbruik gez<strong>in</strong>: 4 x 30 m 3 (forfaitair verbruik per gez<strong>in</strong>slid) x 0,025 x 28,61 euro = 85,83 euro;- heff<strong>in</strong>g sanitair verbruik werknemers: 2 x 30 m 3 (forfaitair verbruik per werknemer) x 0,027 x 28,61 euro = 46,35 euro;- heff<strong>in</strong>g voor bedrijfsverbruik: (8.500 - 120 - 60) x 0,00025 x 28,61 euro = 59,51 euro.De totale heff<strong>in</strong>g bedraagt: 85,83 + 46,35 + 59,51 = 191,69 euro.39


33.3. Lozen <strong>van</strong> afval<strong>water</strong>Op elk bedrijf komen een aantal afval<strong>water</strong>stromen voor. Wat met dit afval<strong>water</strong> moet of mag gebeuren, is opgenomen <strong>in</strong>VLAREM I en II. De regels b<strong>in</strong>nen VLAREM zijn enerzijds afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> herkomst <strong>van</strong> het afval<strong>water</strong>, an<strong>de</strong>rzijds <strong>van</strong> <strong>de</strong> ligg<strong>in</strong>g<strong>van</strong> het bedrijf.3.3.1. Ligg<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het bedrijf <strong>in</strong> een bepaal<strong>de</strong> zuiver<strong>in</strong>gszoneVlaan<strong>de</strong>ren kent gerioleer<strong>de</strong> en niet gerioleer<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n. De gerioleer<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n zijn opgesplitst <strong>in</strong> zuiver<strong>in</strong>gszones, namelijkA, B en C, afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanwezige zuiver<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>frastructuur. In zuiver<strong>in</strong>gszone A stroomt het afval<strong>water</strong> via <strong>de</strong> rioler<strong>in</strong>gnaar een gemeenschappelijke <strong>water</strong>zuiver<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatie (RWZI). In zuiver<strong>in</strong>gszone B is <strong>de</strong> aansluit<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> rioler<strong>in</strong>g op eenRWZI voorzien b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> vijf jaar, terwijl <strong>in</strong> zone C geen collectieve <strong>water</strong>zuiver<strong>in</strong>g voorzien wordt. In <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r rioler<strong>in</strong>gwordt het afval<strong>water</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> gracht of op het oppervlakte<strong>water</strong> geloosd. Indien het bedrijf <strong>in</strong> zone C of <strong>in</strong> een niet gerioleerdgebied ligt, dient het afval<strong>water</strong> gezuiverd te wor<strong>de</strong>n. Om te weten <strong>in</strong> welke zone het bedrijf ligt, richt u zich best tot <strong>de</strong>milieu- of technische dienst <strong>van</strong> <strong>de</strong> gemeente.3.3.2. Lozen <strong>van</strong> afval<strong>water</strong> volgens herkomstVLAREM II legt voorwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> loz<strong>in</strong>g <strong>van</strong> afval<strong>water</strong> op. Voor het lozen <strong>van</strong> huishou<strong>de</strong>lijk afval<strong>water</strong> gel<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re normendan voor het lozen <strong>van</strong> bedrijfsafval<strong>water</strong>. Wanneer huishou<strong>de</strong>lijk afval<strong>water</strong> samen met bedrijfsafval<strong>water</strong> geloosd wordt,wordt het geheel aanzien als bedrijfsafval<strong>water</strong>. Bovendien zijn <strong>de</strong> loz<strong>in</strong>gsnormen verschillend voor bedrijfsafval<strong>water</strong> dat geengevaarlijke stoffen bevat en bedrijfsafval<strong>water</strong> met één of meer gevaarlijke stoffen.Wat volgens <strong>de</strong> wetgev<strong>in</strong>g precies gevaarlijke stoffen zijn, wordt vastgelegd <strong>in</strong> VLAREM I. Voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> gevaarlijke stoffenzijn organische en anorganische fosforverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen, ammoniak, nitrieten en zware metalen zoals koper en z<strong>in</strong>k. De concentraties<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze gevaarlijke stoffen wor<strong>de</strong>n getoetst aan <strong>de</strong> kwaliteitsnormen <strong>van</strong> <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gen<strong>de</strong> <strong>water</strong>loop. Tabel 17 geeftenkele voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> basiskwaliteitsnormen voor oppervlakte<strong>water</strong>.Tabel 17. – Enkele voorbeel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> basiskwaliteitsnormen voor gevaarlijke stoffen <strong>in</strong> oppervlakte<strong>water</strong>StofNorm oppervlakte<strong>water</strong>Ammonium-stikstof (mg N/l) < 5Kjeldahl-stikstof (mg N/l) < 6Nitraat + nitriet (mg N/l) < 10Ortho-fosfaat (mg P/l) < 0,3Totaal fosfaat (mg P/l) < 1Zodra <strong>de</strong> concentratie <strong>van</strong> één <strong>van</strong> <strong>de</strong> stoffen <strong>in</strong> het afval<strong>water</strong> hoger is dan <strong>de</strong> milieukwaliteitsnorm <strong>van</strong> <strong>de</strong> ont<strong>van</strong>gen<strong>de</strong><strong>water</strong>loop, gaat het om afval<strong>water</strong> dat gevaarlijke stoffen bevat. Voor het lozen <strong>van</strong> <strong>de</strong>rgelijk afval<strong>water</strong> is steeds een milieuvergunn<strong>in</strong>gnodig (VLAREM I).Als <strong>de</strong> afval<strong>water</strong>loz<strong>in</strong>g vergunn<strong>in</strong>gsplichtig is, wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> loz<strong>in</strong>gsnormen waaraan het afval<strong>water</strong> moet voldoen, vermeld <strong>in</strong><strong>de</strong> milieuvergunn<strong>in</strong>g. Voor het vastleggen <strong>van</strong> die normen baseert <strong>de</strong> vergunn<strong>in</strong>gverlener zich op <strong>de</strong> algemene loz<strong>in</strong>gsnormen.Afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> situatie kunnen <strong>in</strong> <strong>de</strong> milieuvergunn<strong>in</strong>g strengere grenswaar<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n vastgelegd voor bepaal<strong>de</strong>stoffen. Voor niet vergunn<strong>in</strong>gsplichtige loz<strong>in</strong>gen gel<strong>de</strong>n altijd <strong>de</strong> algemene loz<strong>in</strong>gsvoorwaar<strong>de</strong>n (Tabel 18).Tabel 18. – Algemene voorwaar<strong>de</strong>n voor loz<strong>in</strong>g <strong>in</strong> oppervlakte<strong>water</strong>ParameterNorm bedrijfsafval<strong>water</strong>PH 6,5 tot 9Biochemisch zuurstofverbruik (BZV) (mg O 2 /l) < 25Bez<strong>in</strong>kbare stoffen (ml/l) < 0,5Zweven<strong>de</strong> stoffen (mg/l) < 60Temperatuur (°C) < 30Apolaire kool<strong>water</strong>stoffen (mg/l) < 5Oppervlakte actieve stoffen (mg/l) < 3Verbod voor het lozen <strong>van</strong> stoffen die scha<strong>de</strong>lijk kunnen zijn voor <strong>de</strong> gezondheid <strong>van</strong> mens, fauna en floraVerbod <strong>van</strong> oliën, vetten of an<strong>de</strong>re drijven<strong>de</strong> stoffen <strong>in</strong> het geloos<strong>de</strong> <strong>water</strong>Beperkte hoeveelheid pathogene kiemen


Literatuur4. LiteratuurBarth, G. (1999). Slow flow Sand Filtration (SSF) for <strong>water</strong> treatment <strong>in</strong> nurseries and greenhouses. Nursery Papers, 3.http://www.ngia.com.au/publication_resources/NP_Pdf/NP_1999-03.pdfBenoit, F. & Ceustermans, N. (2000). UV-ontsmett<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> glasgroenteteelt. Proeftu<strong>in</strong>nieuws, 10(8), 37-38.Benoit, F. & Ceustermans, N. (2002). Consequenties <strong>van</strong> gesloten grondloze teelttechnieken. Deel 1: Water, recirculatie, alternatievesubstraten. Proeftu<strong>in</strong>nieuws, 12(17), 51-53.Benoit, F. & Ceustermans, N. (2002). Consequenties <strong>van</strong> gesloten grondloze teelttechnieken. Deel 2: Mobiele teeltsystemen, fysischeontsmett<strong>in</strong>g. Proeftu<strong>in</strong>nieuws, 12(18), 35-37.Bl<strong>in</strong><strong>de</strong>man, L. (2004). ALT-<strong>de</strong>monstratieproject: recirculatie <strong>van</strong> voed<strong>in</strong>gs<strong>water</strong> bij snijbloemenbedrijven met substraatteelten.Verbondsnieuws, 48(12), 27-28.Ceustermans, N. (2005). Ontsmett<strong>in</strong>g en hergebruik <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> bij <strong>de</strong> substraatteelt <strong>van</strong> vruchtgroenten: een overzicht <strong>van</strong>enkele mogelijke ontsmett<strong>in</strong>gstechnieken. Proeftu<strong>in</strong>nieuws, 15(10), 24-25.De Bruyn, P., Heungens, K., Deckers, S. & Sarrazyn, R. (2004). Monitor<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>water</strong>gebruik bij aardbeien. Proeftu<strong>in</strong>nieuws, 14(17),28-29.De Rocker, E., Goen, K., Heungens, K. & Ingels, M. (2004). Controle <strong>water</strong>ontsmett<strong>in</strong>g op substraatbedrijven met vruchtgroenten.Proeftu<strong>in</strong>nieuws, 14(17), 26-28.De Rocker, E., Goen, K., Van Poucke, K. & Ingels, M. (2005). Ruime mogelijkhe<strong>de</strong>n voor ontsmett<strong>in</strong>g <strong>van</strong> voed<strong>in</strong>gs<strong>water</strong> op substraatbedrijvenmet tomaat. Proeftu<strong>in</strong>nieuws, 15(10), 26-27.Ehret, D.L., Alsanius, B., Wohanka, W., Menzies, J.G. & Utkhe<strong>de</strong>, R. (2001). Dis<strong>in</strong>festation of recirculat<strong>in</strong>g nutrient solutions <strong>in</strong> greenhousehorticulture. Agronomie, 21, 323-339.http://www.edpsciences.org/articles/agro/pdf/2001/04/a1402.pdfGoen, K. (2004). Stand <strong>van</strong> zaken omtrent hergebruik en zuiver<strong>in</strong>g <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> bij tomaat on<strong>de</strong>r glas. Proeftu<strong>in</strong>nieuws,14(23), 33-34.Grantzau, E. (1999). Salze <strong>in</strong> Substraten. Deutscher Gartenbau, 11, 45-46.Grantzau, E. (2000). Gießwasser – e<strong>in</strong> wichtiger Produktionsfaktor. Deutscher Gartenbau, 10, 53-54.Jamart, G. (1998). De langzame zandfilter als biologische <strong>water</strong>ontsmetter. Verbondsnieuws, 42(14), 35-37.Jones, J.B., Jones, J.P., Stall, R.E. & Zitter, T.A. (1991). Compendium of Tomato Diseases. 3e druk. St. Paul, APS Press, The AmericanPhytopathological Society, 73 p.K<strong>in</strong>t, S. & Van Neck, W. (2004). Dra<strong>in</strong><strong>water</strong> <strong>in</strong>passen op grassen. Proeftu<strong>in</strong>nieuws, 14(17), 32-33.Kwantitatieve Informatie voor <strong>de</strong> Glastu<strong>in</strong>bouw 2003-2004. Wagen<strong>in</strong>gen, Praktijkon<strong>de</strong>rzoek Plant & Omgev<strong>in</strong>g, 2003, 244 p.Le Quillec, S. (2002). Gestion <strong>de</strong>s effluents <strong>de</strong>s cultures légumières sur substrat. CTIFL, 198 p.Newman, S.E. (2004). Dis<strong>in</strong>fect<strong>in</strong>g Irrigation Water for Disease Management. 20th Annual Conference on Pest Managementon Ornamentals, February 20-22, 2004, San Jose, California.http://www.ext.colostate.edu/hort/Newman/publications/Dis<strong>in</strong>fect<strong>in</strong>gWater.pdfPernezny, K.L., Roberts, P.D., Murphy, J.F. & Goldberg, N.P. (2003). Compendium of Pepper Diseases. St. Paul, APS Press, TheAmerican Phytopathological Society, 88 p.41Proefstation Bloemisterij en Glasgroente. Ontsmett<strong>in</strong>g <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> kastu<strong>in</strong>bouw. 5 januari 2006.http://www.lenntech.com/tu<strong>in</strong>bouw-uv-ozon.htm


4Runia, W.T. (1992). Hogedruk UV-unit pakt schimmel en virus aan. Groenten en Fruit, 2(5), 56-57.Runia, W.T. (1994). Elim<strong>in</strong>ation of root <strong>in</strong>fect<strong>in</strong>g pathogens <strong>in</strong> recirculat<strong>in</strong>g <strong>water</strong> from closed cultivation systems by ultra-violetlight radiation. Acta Hort., 361, 361-371.Schnitzler, W. H. (2004). Pest and Disease Management of Soilless Culture. Acta Hort., 648, 191-203.Vanachter, A. & Runia, W. (1994). Vlamontsmetter doodt schimmelsporen effectief. Vakblad voor <strong>de</strong> Bloemisterij, 49(40), 46-47.Van Labeke, M.C. (2005). Ontsmett<strong>in</strong>g en hergebruik <strong>van</strong> irrigatie<strong>water</strong>. Technologisch Instituut Genootschap Plantenproductieen Ecosfeer. Studie- en vervolmak<strong>in</strong>gsdag ‘Duurzaam <strong>water</strong>gebruik <strong>in</strong> land- en tu<strong>in</strong>bouw’. CLO Melle, 97-109.<strong>van</strong> Os, E.A., Ams<strong>in</strong>g, J. & Runia, W. (1997). Aaltjes ontsnappen aan langzame zandfilter. Vakblad voor <strong>de</strong> Bloemisterij 52(8), 44-45.<strong>van</strong> Os, E.A. (2001). New Developments <strong>in</strong> Recirculation Systems and Dis<strong>in</strong>fection Methods for Greenhouse Crops. HorticulturalEng<strong>in</strong>eer<strong>in</strong>g, 16(2), 2. http://aesop.rutgers.edu/~horteng/newsletter/2001/Vol16-2Mar2001.PDF<strong>van</strong> Os, E.A. (2001). New Developments <strong>in</strong> Recirculation Systems and Dis<strong>in</strong>fection Methods for Greenhouse Crops. HorticulturalEng<strong>in</strong>eer<strong>in</strong>g, 16(3), 4. http://aesop.rutgers.edu/~horteng/newsletter/2001/Vol16-3May2001.PDFVissers, M. (2005). Aqua-Hort geeft eerste resultaten. Verbondsnieuws, 49(6), 29-32.Vissers, M., Bl<strong>in</strong><strong>de</strong>man, L., Planckaert, M., Van Parys, P., Haleydt, B., Saverwyns, A. & Goossens, F. (2005a). Dossier Algen <strong>in</strong>bass<strong>in</strong>s 1. Nieuwsbrief Geïntegreer<strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g (Pest Control), 4(2), 10 p.Vissers, M., Bl<strong>in</strong><strong>de</strong>man, L., Planckaert, M., Van Parys, P., Haleydt, B., Saverwyns, A. & Goossens, F. (2005b). Dossier Algen <strong>in</strong>bass<strong>in</strong>s 2. Nieuwsbrief Geïntegreer<strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g (Pest Control), 4(3), 8 p.Wohanka, W. (1992). Slow sand filtration and UV-radiation: low-cost techniques for dis<strong>in</strong>fection of recirculat<strong>in</strong>g nutrient solutionon surface <strong>water</strong>. Proceed<strong>in</strong>gs 8th ISOSC – congress, South-Africa, 407-511.Zitter, T.A., Hopk<strong>in</strong>s, D.L. & Thomas, C.E. (1996). Compendium of Cucurbit Diseases. St. Paul, APS Press, The AmericanPhytopathological Society, 120 p.Nuttige brochuresGrond<strong>water</strong>w<strong>in</strong>n<strong>in</strong>gen: aanleg, on<strong>de</strong>rhoud, peilmet<strong>in</strong>gen en analyses (2003). AMINAL, Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Water, 24 p.Kle<strong>in</strong>schalige <strong>water</strong>zuiver<strong>in</strong>g <strong>in</strong> land- en tu<strong>in</strong>bouw (2003). Prov<strong>in</strong>cie Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren, 60 p.Landbouw en <strong>water</strong>, een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> reglementen en nuttige <strong>in</strong>formatie (2005). Prov<strong>in</strong>cie Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren, 60 p.Pauwels, E. (2003). Aanleg en werk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> een Rietveld. Proefcentrum voor <strong>de</strong> Sierteelt vzw, Destelbergen, 17 p.Water. Elke druppel telt. Groenteteelt op substraat. AMINAL, brochure <strong>in</strong> druk.Water. Elke druppel telt. Sierteelt. AMINAL, brochure <strong>in</strong> druk.


Bijlagen5. Bijlagen5.1. ALT-<strong>de</strong>monstratieprojectenTabel 19 geeft een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> ALT-<strong>de</strong>monstratieprojecten die uitgevoerd wer<strong>de</strong>n <strong>van</strong> 2003 tot 2005 rond hergebruik enzuiver<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>water</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw. De brochure werd samengesteld door uitvoer<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze projecten.Tabel 19. – ALT-<strong>de</strong>monstratieprojecten rond hergebruik en zuiver<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>water</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouwTitel project Perio<strong>de</strong> Uitvoer<strong>de</strong>rs<strong>van</strong> uitvoer<strong>in</strong>gStimuleren <strong>van</strong> het hergebruik <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> bij snijbloembedrijven 2004-2005 - Proefcentrum voor Sierteelt Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Snijbloemenmet substraatteeltenOpvolg<strong>in</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ontsmett<strong>in</strong>gssystemen op azaleabedrijven 2004-2005 - Proefcentrum voor Sierteelt Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g AzaleaMonitor<strong>in</strong>g <strong>van</strong> het herbruik <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> bij aardbeien op substraat 2004-2005 - Proefcentrum Hoogstratenop diverse praktijkbedrijven.- Prov<strong>in</strong>ciaal On<strong>de</strong>rzoeks- en Voorlicht<strong>in</strong>gscentrumReductie <strong>van</strong> het <strong>water</strong>gebruik <strong>in</strong> opkweek <strong>van</strong> trayplanten aardbeien doorvoor Land- en Tu<strong>in</strong>bouw West-Vlaan<strong>de</strong>ren<strong>in</strong>troductie op <strong>de</strong>monstratiebedrijven <strong>van</strong> een tray met druppelbevloei<strong>in</strong>gStroomschema's <strong>water</strong>gebruik <strong>in</strong> land- en tu<strong>in</strong>bouw: elke druppel telt 2004-2005 - Boerenbond-Consult- Proefcentrum voor Sierteelt- Prov<strong>in</strong>ciaal Proefcentrum voor <strong>de</strong> GroenteteeltOost-Vlaan<strong>de</strong>ren- Katholieke Hogeschool Kempen<strong>Recirculatie</strong> <strong>van</strong> voed<strong>in</strong>gs<strong>water</strong> bij vruchtgroenten dankzij doeltreffen<strong>de</strong> 2004-2005 - Prov<strong>in</strong>ciaal Proefcentrum voor <strong>de</strong> Groenteteeltontsmett<strong>in</strong>gstechniekenOost-Vlaan<strong>de</strong>ren- Proefcentrum HoogstratenValorisatie dra<strong>in</strong><strong>water</strong> <strong>van</strong> substraatteelt op cultuurgron<strong>de</strong>n 2003-2004 - Boerenbond-Consult- Bo<strong>de</strong>mkundige Dienst <strong>van</strong> BelgiëOpstellen <strong>van</strong> een totale <strong>water</strong>balans met herbruik <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> bij 2003-2004 - Proefcentrum Hoogstratensubstraatteelt tomaat on<strong>de</strong>r glas (<strong>de</strong>el I), zuiver<strong>in</strong>g <strong>van</strong> dra<strong>in</strong><strong>water</strong> enorganisch vervuild <strong>water</strong> bij substraatteelt tomaat via een systeem <strong>van</strong>belucht<strong>in</strong>g met microbiële omzett<strong>in</strong>g <strong>van</strong> m<strong>in</strong>eralen <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met rietveldContactgegevens uitvoer<strong>de</strong>rs:Proefcentrum Hoogstraten (voormalig Proefbedrijf <strong>de</strong>r Noor<strong>de</strong>rkempen)Voort 71, 2328 Meerle, tel. 03 315 70 52, fax 03 315 00 87,<strong>in</strong>fo@proefcentrum.be, www.proefcentrum.beProefcentrum voor Sierteelt (<strong>PCS</strong>)Schaessestraat 18, 9070 Destelbergen, tel. 09 353 94 94, fax 09 353 94 95,<strong>in</strong>fo@pcsierteelt.be, www.pcsierteelt.beProefstation voor <strong>de</strong> Groenteteelt (PSKW)B<strong>in</strong>nenweg 6, 2860 S<strong>in</strong>t-Katelijne-Waver, tel. 015 55 27 71, fax 015 55 30 61,pst@pstdrc.be, www.proefstation.beProv<strong>in</strong>ciaal Proefcentrum voor <strong>de</strong> Groenteteelt Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren (PCG)Karreweg 6, 9770 Kruishoutem, tel. 09 381 86 86, fax 09 381 86 99,pcg@proefcentrum-kruishoutem.be, www.proefcentrum-kruishoutem.beInstituut voor Landbouw- en Visserijon<strong>de</strong>rzoek (ILVO) (voormalig Centrum voor Landbouwkundig On<strong>de</strong>rzoek (CLO)),Kenniseenheid Planten, Gewasbescherm<strong>in</strong>gBurgemeester Van Gansberghelaan 96 bus 2, 9820 Merelbeke, tel. 09 272 24 00, fax 09 272 24 29,dgb@ilvo.vlaan<strong>de</strong>ren.be, www. ilvo.vlaan<strong>de</strong>ren.be/dgb (dgb@clo.fgov.be, www.clo.fgov.be/dgb)43


5Bo<strong>de</strong>mkundige Dienst België (BDB)Willem <strong>de</strong> Croylaan 48, 3001 Leuven-Heverlee, tel. 016 31 09 22, fax 016 22 42 06,<strong>in</strong>fo@bdb.be, www.bdb.beBoerenbond (BB)Diestsevest 40, 3000 Leuven, tel. 016 28 61 01, fax 016 28 61 09,mart<strong>in</strong>e_tilkens@boerenbond.be, www.boerenbond.beProv<strong>in</strong>ciaal On<strong>de</strong>rzoeks- en Voorlicht<strong>in</strong>gscentrum voor Land- en Tu<strong>in</strong>bouw (POVLT) West-Vlaan<strong>de</strong>renIeperseweg 87, 8800 Rumbeke-Beitem, tel. 051 27 32 00, fax 051 24 00 20,povlt@west-vlaan<strong>de</strong>ren.be, www.povlt.beKatholieke Hogeschool Kempen (KHK)Campus HIKempen Geel, Kle<strong>in</strong>hoefstraat 4, 2440 Geel, tel. 014 56 23 10, fax 014 58 48 59,<strong>in</strong>fo@khk.be, www.khk.be5.2. Nuttige adressenM<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Gemeenschap, Adm<strong>in</strong>istratie Beheer en Kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Landbouwproductie (ABKL),Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Voorlicht<strong>in</strong>gWTC III, S. Bolivarlaan 30, 12e verdiep<strong>in</strong>g, 1000 Brussel, tel. 02 208 41 97, fax 02 208 41 84,els.lapage@ewbl.vlaan<strong>de</strong>ren.be, www.vlaan<strong>de</strong>ren.be/landbouwGroenten (glas- en vollegrondsgroenten): ir. Marleen MertensBurgemeester Van Gansberghelaan 115A, 9820 Merelbeke, tel. 09 272 23 02, fax 09 272 23 01,marleen.mertens@ewbl.vlaan<strong>de</strong>ren.beSierteelt: ir. Adrien SaverwynsBurgemeester Van Gansberghelaan 115A - 9820 Merelbeke, tel. 09 272 23 09, fax 09 272 23 01,adrien.saverwyns@ewbl.vlaan<strong>de</strong>ren.beFruit: ir. Annie DemeyereVlaams Adm<strong>in</strong>istratief Centrum, Kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> Astridlaan 50, bus 6, 3500 Hasselt, tel. 011 74 26 80, fax 011 74 26 99,annie.<strong>de</strong>meyere@ewbl.vlaan<strong>de</strong>ren.beM<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Gemeenschap, Adm<strong>in</strong>istratie Land- en Tu<strong>in</strong>bouw (ALT), Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Duurzame LandbouwLeuvenseple<strong>in</strong> 4 (4e verdiep<strong>in</strong>g), 1000 Brussel, tel. 02 553 63 59, fax 02 553 63 60,<strong>in</strong>geborg.<strong>van</strong>oost@ewbl.vlaan<strong>de</strong>ren.be, www.vlaan<strong>de</strong>ren.be/landbouwM<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Gemeenschap, Adm<strong>in</strong>istratie Land- en Tu<strong>in</strong>bouw (ALT), Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Land- enTu<strong>in</strong>bouwon<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>gsbeleid (LTO), Vlaams Landbouw<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsfonds (VLIF)Leuvenseple<strong>in</strong> 4 (3e verdiep<strong>in</strong>g), 1000 Brussel, tel. 02 553 63 21, fax 02 553 63 05,kenny.<strong>de</strong>bruyn@ewbl.vlaan<strong>de</strong>ren.be, www.vlaan<strong>de</strong>ren.be/landbouwAdm<strong>in</strong>istratie Milieu-, Natuur, Land- en Waterbeheer (AMINAL)Graaf <strong>de</strong> Ferraris-gebouw (3e verdiep<strong>in</strong>g), Kon<strong>in</strong>g Albert II-laan 20, bus 8, 1000 Brussel, tel. 02 553 80 11, fax 02 553 80 05,am<strong>in</strong>al@l<strong>in</strong>.vlaan<strong>de</strong>ren.be, www.am<strong>in</strong>al.beVlaamse Milieumaatschappij (VMM)A. Van De Maelestraat 96, 9320 Erembo<strong>de</strong>gem, tel. 053 72 62 11, fax 053 77 71 68,<strong>in</strong>fo@vmm.be, www.vmm.beVlaamse Landmaatschappij (VLM) - MestbankGul<strong>de</strong>n-Vlieslaan 72, 1060 Brussel, tel. 02 543 73 43, fax 02 543 73 98,mestbank@vlm.be, www.mestbank.be


Bijlagen5.3. Afkort<strong>in</strong>genABKL: Adm<strong>in</strong>istratie Beheer en Kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> LandbouwproductieALT: Adm<strong>in</strong>istratie Land- en Tu<strong>in</strong>bouwBBT: Best Beschikbare TechniekenEC: elektrische geleidbaarheid (electrical conductivity)LZF : langzame zandfiltermS/cm: milliSiemens/centimeter, <strong>de</strong> eenheid <strong>van</strong> elektrische geleidbaarheidMGS: mobiel gotensysteemNFT: Nutriënt Film TechniqueRWZI: riool<strong>water</strong>zuiver<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stallatieUC: uniformiteitscoëfficiëntuv: ultravioletVLAREM: Vlaams reglement betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> milieuvergunn<strong>in</strong>gVLIF: Vlaams Landbouw<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsfonds5.4. Verklaren<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nlijstAanmaak<strong>water</strong>:Boorput<strong>water</strong>:Dra<strong>in</strong><strong>water</strong>:Grond<strong>water</strong>:Letale uvc-dosis:Oppervlakte<strong>water</strong>:Restdra<strong>in</strong>:Tij<strong>de</strong>lijke hardheid:Transmissie:het uitgangs<strong>water</strong> waarmee <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsoploss<strong>in</strong>g aangemaakt wordt.grond<strong>water</strong> dat uit een geboor<strong>de</strong> put wordt opgepompt.het overschot aan <strong>water</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> substraatteelt dat <strong>de</strong> planten niet opgenomen hebben en dat terugkeert.<strong>water</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m, dat bepaal<strong>de</strong> elementen <strong>van</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m kan opnemen en na een kortere of langereverblijftijd kan wor<strong>de</strong>n opgepompt.<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> dosis uvc-stral<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> dood ten gevolge heeft.<strong>water</strong> uit allerhan<strong>de</strong> <strong>water</strong>lopen, zoals beken, grachten, rivieren, kanalen en zeeën.dra<strong>in</strong><strong>water</strong> dat niet kan hergebruikt wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> teelt, omwille <strong>van</strong> aanrijk<strong>in</strong>g met één of meer<strong>de</strong>renutriënten waardoor kritische grenzen wor<strong>de</strong>n overschre<strong>de</strong>n of bij opstapel<strong>in</strong>g <strong>van</strong> ballastzouten.ook vaak bicarbonaathardheid genoemd. Dit is <strong>de</strong> hardheid veroorzaakt door calcium- en magnesiumcarbonatenen -bicarbonaten, die een neerslag vormen bij koken.<strong>de</strong> fractie <strong>van</strong> het oorspronkelijke licht die doorgelaten wordt door het monster. In <strong>de</strong>ze brochure: hetpercentage kiemdo<strong>de</strong>nd uv-licht dat nog over is nadat het licht doorheen een <strong>water</strong>laag <strong>van</strong> 10 mm isgegaan.Uv-stralen: stralen met golflengte tussen 100 en 400 nm; <strong>de</strong> uvc-stralen hebben een golflengte tussen 200 en 280nm en hebben een kiemdo<strong>de</strong>n<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g.Watervoeren<strong>de</strong> laag: doorlaten<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mlaag waaruit grond<strong>water</strong> kan gewonnen wor<strong>de</strong>n, ook wel aquifer genoemd.45


55.5. Omreken<strong>in</strong>gstabel eenhe<strong>de</strong>nTabel 20 is een hulp bij het omrekenen <strong>van</strong> <strong>de</strong> concentratie <strong>van</strong> elementen <strong>van</strong> mg/l naar mmol/l of μmol/l.Tabel 20. – Omreken<strong>in</strong>gstabel elementen, <strong>van</strong> mg/l naar mmol/l of μmol/lElementAtoomgewichtVan mg/l naar mmol/l:hoeveelheid <strong>in</strong> mg/l/atoomgewicht= mmol/lKalium (K + ) 39,1Magnesium (Mg 2+ ) 24,3Calcium (Ca 2+ ) 40,1Natrium (Na + ) 23,0Ammonium-N (NH 4 -N + ) 14,0Silicium (Si) 28,1Nitraat-N (NO 3 -N - ) 14,0Fosfor (P - ) 31,0Chlori<strong>de</strong>n (Cl - ) 35,52-Sulfaten (SO 4 ) 96 (= molecuulgewicht)Bicarbonaten (HCO 3-) 61 (= molecuulgewicht)Van mg/l naar μmol/l: hoeveelheid <strong>in</strong> mg/l*1000/atoomgewicht= μmol/lIJzer (Fe 2+ ) 55,9Mangaan (Mn 2+ ) 54,9Koper (Cu 2+ ) 63,6Z<strong>in</strong>k (Zn 2+ ) 65,4Boor (B) 10,8Molyb<strong>de</strong>en (Mo) 95,9Voorbeel<strong>de</strong>n- Omreken<strong>in</strong>g <strong>van</strong> mg/l naar mmol/lEen analyseverslag geeft een resultaat <strong>van</strong> 308 mg nitraat-N/l.In mmol/l is dit een getal <strong>van</strong> 308/14 = 22 mmol nitraat-N/l.- Omreken<strong>in</strong>g <strong>van</strong> mg/l naar μmol/lEen analyseverslag geeft een resultaat <strong>van</strong> 0,432 mg B/l.In μmol/l is dit een getal <strong>van</strong> 0,432*1000/10,8 = 40 μmol B/l.


Bijlagen ColofonNummer wettelijk <strong>de</strong>pot: D/2006/3241/008Verantwoor<strong>de</strong>lijke uitgever: N. Van G<strong>in</strong><strong>de</strong>rachterM<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse GemeenschapDrukkerij: PEN, VosselaarRedactie:Liesbet Bl<strong>in</strong><strong>de</strong>man (Proefcentrum voor Sierteelt, Destelbergen)Norbert Ceustermans (Proefstation voor <strong>de</strong> Groenteteelt, S<strong>in</strong>t-Katelijne-Waver)Tsang Tsey Chow (Beleidsdome<strong>in</strong> Landbouw en Visserij, Dienst Communicatie, Brussel)Peter De Bruyn (Proefcentrum Hoogstraten, Meerle)Stan Deckers (Bo<strong>de</strong>mkundige Dienst <strong>van</strong> België, Heverlee)Erw<strong>in</strong> De Rocker (Prov<strong>in</strong>ciaal Proefcentrum voor <strong>de</strong> Groenteteelt, Kruishoutem)Kris Goen (Proefcentrum Hoogstraten, Meerle)Els Lapage (M<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Gemeenschap, Adm<strong>in</strong>istratie Beheer en Kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Landbouwproductie, Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gVoorlicht<strong>in</strong>g, Brussel)Marleen Mertens (M<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Gemeenschap, Adm<strong>in</strong>istratie Beheer en Kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Landbouwproductie,Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Voorlicht<strong>in</strong>g, Merelbeke)Hil<strong>de</strong> Nechelput (Am<strong>in</strong>al, Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Algemeen Milieu- en Natuurbeleid, Sectie Water)Els Pauwels (Proefcentrum voor Sierteelt, Destelbergen)Iris Penn<strong>in</strong>ckx (Boerenbond, Leuven)Mieke Planckaert (Proefcentrum voor Sierteelt, Destelbergen)Ilse Van De Populiere (Prov<strong>in</strong>cie Oost-Vlaan<strong>de</strong>ren, Gent)Inge Van Oost (M<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Gemeenschap, Adm<strong>in</strong>istratie Land- en Tu<strong>in</strong>bouw, Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Duurzame Landbouw,Brussel)Kris Van Poucke (Centrum voor Landbouwkundig On<strong>de</strong>rzoek, Merelbeke)E<strong>in</strong>dredactie en e<strong>in</strong>dsamenstell<strong>in</strong>g:Els Lapage en Marleen Mertens (M<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Gemeenschap, Adm<strong>in</strong>istratie Beheer en Kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong>Landbouwproductie, Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Voorlicht<strong>in</strong>g)Beschikbaarheid:Op bestell<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> Adm<strong>in</strong>istratie Beheer en Kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Landbouwproductie, Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Voorlicht<strong>in</strong>gDownloadbaar <strong>in</strong> pdf-formaat www.vlaan<strong>de</strong>ren.be/landbouwBestell<strong>in</strong>gen:M<strong>in</strong>isterie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse GemeenschapAdm<strong>in</strong>istratie Beheer en Kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> Landbouwproductie (ABKL)Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Voorlicht<strong>in</strong>g (VLT)WTC III – 12e verdiep<strong>in</strong>gSimon Bolivarlaan 301000 BrusselTel. 02 208 41 53Fax 02 208 41 84Car<strong>in</strong>e.<strong>van</strong>eeckhoudt@ewbl.vlaan<strong>de</strong>ren.beDisclaimer:De auteurs stellen zich niet aansprakelijk voor eventuele scha<strong>de</strong>lijkegevolgen die kunnen ontstaan door het gebruik <strong>van</strong> <strong>de</strong>vermel<strong>de</strong> gegevens.De <strong>in</strong>formatie uit <strong>de</strong>ze uitgave mag wor<strong>de</strong>n overgenomen mits bronvermeld<strong>in</strong>g.47

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!