10.07.2015 Views

Vitamine D en calcium - vzw farmaka asbl

Vitamine D en calcium - vzw farmaka asbl

Vitamine D en calcium - vzw farmaka asbl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Uitgave van <strong>vzw</strong> Farmakajaargang 20 februari 2013g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>briefformul R infoAfgiftekantoor G<strong>en</strong>t XP 408505verschijnt 4 x per jaar[februari, mei, september, november] nr1<strong>Vitamine</strong> D <strong>en</strong> <strong>calcium</strong>Het WZC-Formularium online!Sommige bezoekers van onze websitehebb<strong>en</strong> het misschi<strong>en</strong> al gezi<strong>en</strong>.Sinds eind december 2012 ishet WZC-Formularium online raadpleegbaar.Deze online-versie ise<strong>en</strong> eerste testversie op basis vande tekst<strong>en</strong> van de editie 2012. E<strong>en</strong>betere zoekfunctie op indicatie (metICPC-thesaurus) is nog in ontwikkeling.Om dit product verder te lat<strong>en</strong>evoluer<strong>en</strong> <strong>en</strong> te verbeter<strong>en</strong>, zijn wemede afhankelijk van opmerking<strong>en</strong>van gebruikers. We will<strong>en</strong> hierbij danook de lezers van de G<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>briefuitnodig<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kijkje te gaannem<strong>en</strong> op www.formularium.be. Opmerking<strong>en</strong><strong>en</strong> feedback zijn welkomop redact@formularium.be.Sam<strong>en</strong> met het verschijn<strong>en</strong> van deeditie 2013 van het WZC-Formularium,hop<strong>en</strong> we dan, mede op basisvan de opmerking<strong>en</strong> van de eerstegebruikers, e<strong>en</strong> nieuwe, verbeterdeversie te kunn<strong>en</strong> lancer<strong>en</strong> met e<strong>en</strong>geoptimaliseerde zoekfunctie op indicatie(via e<strong>en</strong> ICPC-thesaurus).InleidingDe voorbije jar<strong>en</strong> zijn door expert<strong>en</strong> ofcons<strong>en</strong>susgroep<strong>en</strong> <strong>en</strong> in praktijkrichtlijn<strong>en</strong>verschill<strong>en</strong>de aanbeveling<strong>en</strong> geformuleerdin verband met vitamine D<strong>en</strong> <strong>calcium</strong>. Zo kwam<strong>en</strong> er adviez<strong>en</strong>over het systematisch bepal<strong>en</strong> vanvitamine D-conc<strong>en</strong>tratie bij ouder<strong>en</strong>,over het systematisch toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> vanvitamine D bij 65-plussers, over hetsystematisch toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>met of zonder vitamineD bij postm<strong>en</strong>opausale vrouw<strong>en</strong> terprev<strong>en</strong>tie van osteoporotische fractur<strong>en</strong>.Gelijktijdig wez<strong>en</strong> publicatiesop onzekerhed<strong>en</strong> over de aanbevol<strong>en</strong>serumconc<strong>en</strong>tratie van vitamine D <strong>en</strong>over de toe te di<strong>en</strong><strong>en</strong> dosis. Ook overde zwakke beschikbare evid<strong>en</strong>tie voorhet systematisch toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van vitamineD <strong>en</strong> over e<strong>en</strong> pot<strong>en</strong>tieel gevaar van<strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op cardiovasculairvlak versch<strong>en</strong><strong>en</strong> publicaties.In deze g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>brief br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>we de beschikbare k<strong>en</strong>nis in de literatuurover deze materie sam<strong>en</strong>.1 <strong>Vitamine</strong> D1.1 Bronn<strong>en</strong> van vitamine D<strong>Vitamine</strong> D wordt in de huid gesynthetiseerdonder invloed van zonlicht.Blootstelling aan de zon gedur<strong>en</strong>dee<strong>en</strong> kwartier per dag wordt aanbevol<strong>en</strong>.Alle<strong>en</strong> al blootstell<strong>en</strong> van hand<strong>en</strong><strong>en</strong> gelaat zou volstaan, maar e<strong>en</strong> korteblootstelling van grotere lichaamsdel<strong>en</strong>(zoals arm<strong>en</strong> of b<strong>en</strong><strong>en</strong>) zorgt voore<strong>en</strong> grotere vitamine D-productie.Overproductie van vitamine D doorlange inwerking van het zonlicht isonmogelijk, omdat het provitamineD 3dan wordt omgezet in e<strong>en</strong> inactiefsterol 1 .Buit<strong>en</strong> het zomerseizo<strong>en</strong> hangt dehoeveelheid vitamine D in het lichaamaf van wat als reserve is opgeslag<strong>en</strong>gedur<strong>en</strong>de de zomermaand<strong>en</strong> <strong>en</strong>van de inname van vitamine D-rijkevoeding (zoals vette vis <strong>en</strong> eigeel) 1,2 .Margarines bevatt<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vitamineD als supplem<strong>en</strong>t (ongeveer300 IU/100 g).


2jaargang 20 februari 2013 g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>brief1.2 Het met<strong>en</strong> van vitamineD-conc<strong>en</strong>tratie <strong>en</strong>de streefwaard<strong>en</strong>In feite omvat de term vitamine Dverschill<strong>en</strong>de vitamines. Calcidiol (25-hydroxyvitamine D 3of 25OHD) ontstaatdoor transformatie in de levervan cholecalciferol (vitamine D 3) datvoor 90% in de huid wordt aangemaaktonder invloed van zonlicht. Calcidiolwordt omgezet in de nier<strong>en</strong> totcalcitriol, de meest actieve metaboliet.Door sommige expert<strong>en</strong> wordt decalcidiolconc<strong>en</strong>tratie aanzi<strong>en</strong> als derefer<strong>en</strong>tiewaarde voor de vitamineD-status 2 . Dit wordt door ander<strong>en</strong>dan weer (gedeeltelijk) in twijfel getrokk<strong>en</strong>:calcidiol zou niet de meestgeschikte indicator zijn om te wet<strong>en</strong>of er globaal voldo<strong>en</strong>de of te weinigvitamine D aanwezig is 3 .De betrouwbaarheid van de vitamineD-bepaling blijft onderwerp vandiscussie. Daarnaast is er ook on<strong>en</strong>igheidover de klinisch relevantedrempelwaard<strong>en</strong> van vitamine D. E<strong>en</strong>onderzoek uit 2012 evalueert de betrouwbaarheidvan de resultat<strong>en</strong> vanverschill<strong>en</strong>de bepaling<strong>en</strong> van vitamineD (25OHD) in e<strong>en</strong>zelfde Libaneesziek<strong>en</strong>huis, met parallelle controle ine<strong>en</strong> refer<strong>en</strong>tielaboratorium in de Ver<strong>en</strong>igdeStat<strong>en</strong> 4 . De bepaling<strong>en</strong> werd<strong>en</strong>uitgevoerd bij 494 voornamelijk nietgehospitaliseerde(97%), volwass<strong>en</strong>(97%), vrouwelijke (75%) patiënt<strong>en</strong>.Meer gegev<strong>en</strong>s over de betrokk<strong>en</strong>populatie word<strong>en</strong> door de auteursniet meegedeeld. Het gemiddeld verschiltuss<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van de tweeaangew<strong>en</strong>de meettechniek<strong>en</strong> (DiaSorinLiaison versus Immunodiagnostics SystemsRIA) bedroeg -5 ng/ml, met e<strong>en</strong>spreiding van -38,1 tot +18,7 ng/ml(p 30kg/m 2 ), granulomateuzepathologieën (o.a. tuberculose). Dezepraktijkrichtlijn levert, net als andererichtlijn<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> bewijs voor het nutvan e<strong>en</strong> behandeling op basis van e<strong>en</strong>vitamine D-dosage.Het nut van het systematisch met<strong>en</strong>van de vitamine D-conc<strong>en</strong>tratie bijoudere person<strong>en</strong> is niet aangetoond.1.4 <strong>Vitamine</strong> D-gebrekE<strong>en</strong> belangrijk tekort aan vitamine D(25OHD < 25 nmol/l of 10 ng/ml)kan bij volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> aanleiding gev<strong>en</strong>tot het ontstaan van osteomalacie 6 ,maar bij dergelijke zeer lage conc<strong>en</strong>tratieskomt niet altijd noodzakelijkosteomalacie voor 8 .Bij secundaire hyperparathyroïdie t<strong>en</strong>gevolge van nierinsufficiëntie, kan e<strong>en</strong>matig vitamine D-tekort gepaard gaanmet e<strong>en</strong> verlies van botmassa. Dergelijktekort speelt waarschijnlijk ooke<strong>en</strong> rol in het ontstaan van osteoporose.Nochtans is het verband tuss<strong>en</strong>vitamine D-gebrek <strong>en</strong> verhoogd fractuurrisicoonduidelijk 1 .Tot de groep<strong>en</strong> die het grootste risicolop<strong>en</strong> op vitamine D-tekort behor<strong>en</strong>oudere person<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> instellingverblijv<strong>en</strong>, zeer oude person<strong>en</strong> in hetalgeme<strong>en</strong>, person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> donkerehuid <strong>en</strong> gesluierde vrouw<strong>en</strong>. Andereoorzak<strong>en</strong> van vitamine D-gebrek zijn,onder meer, chronische nierfunctiestoorniss<strong>en</strong>,e<strong>en</strong> in het algeme<strong>en</strong> zeerdeficiënte voedingswijze of malabsorptievan vett<strong>en</strong> 1,9 .


31.5 Bewez<strong>en</strong> nut vanhet toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van vitamineD-supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>1.5.1 Fractuurprev<strong>en</strong>tiebij broze be<strong>en</strong>der<strong>en</strong>Het is niet e<strong>en</strong>voudig om op basisvan, vaak inconsist<strong>en</strong>te, literatuurgegev<strong>en</strong>s10 te bepal<strong>en</strong> welke populatiehet meeste nut kan hal<strong>en</strong> uit het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong>van e<strong>en</strong> supplem<strong>en</strong>t van vitamineD ter prev<strong>en</strong>tie van fractur<strong>en</strong>.Hieraan is ook de vraag over het nutvan <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> toegevoegdaan vitamine D verbond<strong>en</strong>. We gaanhier verderop uitgebreider op in inhet deeltje over <strong>calcium</strong>.1.5.2 Valprev<strong>en</strong>tieHet kan nuttig zijn om vitamine D (sam<strong>en</strong>met <strong>calcium</strong>) toe te di<strong>en</strong><strong>en</strong> aanoudere vrouw<strong>en</strong> in het kader van valprev<strong>en</strong>tie.Uit e<strong>en</strong> meta-analyse (gepubliceerd in2009, 8 dubbelblinde RCT’s, 2426 patiënt<strong>en</strong>met e<strong>en</strong> gemiddelde leeftijdvan minst<strong>en</strong>s 65 jaar) blijkt dat hetdagelijks toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van 700 tot 1000IU vitamine D (met of zonder <strong>calcium</strong>)het relatieve risico op e<strong>en</strong> val bij vrouw<strong>en</strong>in de m<strong>en</strong>opauze met 19% vermindert(in absolute cijfers: 44% versus54%, e<strong>en</strong> absolute risicoreductievan 9,4% voor e<strong>en</strong> behandeling van2 tot 36 maand<strong>en</strong>, voor het geheelvan de geïncludeerde studies) 11 .E<strong>en</strong> ander systematisch literatuuroverzichtuit 2010 (9 RCT’s, 5809deelnemers) toont e<strong>en</strong> relatieve risicoreductieop vall<strong>en</strong> aan van 17%(95%BI: 11 tot 23%; absolute cijfersniet meegedeeld) voor e<strong>en</strong> behandelingsduurvan 6 tot 36 maand<strong>en</strong>.Leeftijd, noch geslacht (vrouw<strong>en</strong>maakt<strong>en</strong> de meerderheid uit), nochanteced<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van of risicofactor<strong>en</strong>voor vall<strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> e<strong>en</strong> invloed ophet resultaat 12 .E<strong>en</strong> RCT, gepubliceerd in 2010 in e<strong>en</strong>populatie van 302 oudere (leeftijd van70 tot 90 jaar), niet-geïnstitutionaliseerdevrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> voorgeschied<strong>en</strong>isvan vall<strong>en</strong>, met spierzwakte <strong>en</strong>beperkte mobiliteit <strong>en</strong> e<strong>en</strong> 25OHDspiegel< 24 ng/ml, toont aan datdagelijks toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van 1000 IU vitamineD 2<strong>en</strong> 1 g <strong>calcium</strong> de spierkracht<strong>en</strong> mobiliteit verbetert 13 .E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>ter literatuuroverzicht (gepubliceerdin 2011) over vitamine D<strong>en</strong> valprev<strong>en</strong>tie (26 RCT’s, 45782 patiënt<strong>en</strong>,met e<strong>en</strong> gemiddelde leeftijdvan 76 jaar, 78% vrouw<strong>en</strong>) toondede werkzaamheid van vitamine D: OR(odds ratio) voor minst<strong>en</strong>s 1 valpartijvan 0,86 (95%BI: 0,77 tot 0,96). Dewerkzaamheid bleek groter bij person<strong>en</strong>die bij de start van het onderzoeke<strong>en</strong> vitamine D-tekort vertoond<strong>en</strong> <strong>en</strong>in de studies waarbij ook <strong>calcium</strong> werdgegev<strong>en</strong>. De auteurs van dit literatuuroverzichtbeschouw<strong>en</strong> de gevond<strong>en</strong>evid<strong>en</strong>tie als zwak tot matig weg<strong>en</strong>s deheterog<strong>en</strong>iteit van de geïncludeerdestudies <strong>en</strong> publicatiebias 14 .Het effect van het om de 3 maand<strong>en</strong>toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van 150000 IU cholecalciferol(D 3) gedur<strong>en</strong>de 9 maand<strong>en</strong>, naasthet aanzett<strong>en</strong> tot meer gebruik van<strong>calcium</strong>rijke voeding, werd onderzochtbij 686 niet-geïnstitutionaliseerdevrouw<strong>en</strong>, ouder dan 70 jaar. Erwas, versus placebo, ge<strong>en</strong> effect opvall<strong>en</strong> <strong>en</strong> op spierkracht, ondanks e<strong>en</strong>stijging van de serumconc<strong>en</strong>tratie van25OHD 15 . In e<strong>en</strong> ander onderzoek kreg<strong>en</strong>2256 niet-geïnstitutionaliseerdevrouw<strong>en</strong> van minst<strong>en</strong>s 70 jaar 1 maalper jaar e<strong>en</strong> zeer hoge dosis vitamineD (500000 IU) gedur<strong>en</strong>de 3 tot 5jaar. Dit bleek schadelijk: het risico opvall<strong>en</strong> (<strong>en</strong> fractur<strong>en</strong>) nam toe 16 . Dezetwee laatste studies ton<strong>en</strong> aan dathet intermitt<strong>en</strong>t toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van hogedosiss<strong>en</strong> vitamine D niet kan word<strong>en</strong>aanbevol<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> in 2011 gepubliceerd literatuuroverzichtonderzocht ook het nutvan e<strong>en</strong> vitamine D-supplem<strong>en</strong>t infunctie van de toegedi<strong>en</strong>de dosis <strong>en</strong>het effect op spierkracht, gangpatroon<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wicht. De resultat<strong>en</strong> van13 RCT’s (2268 deelnemers, meestalvrouw<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> gemiddelde leeftijdvan 78 jaar) werd<strong>en</strong> in het overzichtopg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>; 7 studies ging<strong>en</strong> overniet-geïnstitutionaliseerde person<strong>en</strong><strong>en</strong> 6 over geïnstitutionaliseerde person<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> dagelijkse dosis van 800tot 1000 IU vitamine D blijkt keer opkeer e<strong>en</strong> gunstig effect te gev<strong>en</strong> opspierkracht <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wicht. E<strong>en</strong> effectop het gangpatroon kon niet word<strong>en</strong>aangetoond 17 .Vooral op basis van hoger vermeldsystematisch literatuuroverzicht uit2010 12 adviseert e<strong>en</strong> Amerikaanse cons<strong>en</strong>susrichtlijnuit 2012 om vitamine Dtoe te di<strong>en</strong><strong>en</strong> aan niet-geïnstitutionaliseerdeperson<strong>en</strong> ouder dan 65 jaardie e<strong>en</strong> verhoogd valrisico verton<strong>en</strong> 18 .E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te update van e<strong>en</strong> systematischliteratuuroverzicht door deCochrane Collaboration over valprev<strong>en</strong>tiebij niet-geïnstitutionaliseerdeouder<strong>en</strong> verzamelt gegev<strong>en</strong>s uit 159RCT’s (79193 deelnemers). Dit onderzoekkomt tot e<strong>en</strong> meer g<strong>en</strong>uanceerdbesluit: vitamine D-supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> blijk<strong>en</strong>de valfrequ<strong>en</strong>tie niet te verminder<strong>en</strong>,maar zoud<strong>en</strong> zinvol kunn<strong>en</strong> zijnbij person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lage vitamineD-conc<strong>en</strong>tratie bij het begin van debehandeling 19 .We beschikk<strong>en</strong> over onvoldo<strong>en</strong>debewijsmateriaal om e<strong>en</strong> systematischevitamine D-toedi<strong>en</strong>ing te verantwoord<strong>en</strong>in het kader van valprev<strong>en</strong>tiebij niet-geïnstitutionaliseerdeouder<strong>en</strong>.Voor geïnstitutionaliseerde person<strong>en</strong>toont e<strong>en</strong> systematisch literatuuroverzichtvan de Cochrane Collaborationuit 2010 het nut van vitamineD-toedi<strong>en</strong>ing voor het verminder<strong>en</strong>van de valfrequ<strong>en</strong>tie (relatief risico:0,72; 95%BI: 0,55 tot 0,95; 4 RCT’s,n = 4512), maar niet voor het valrisico(relatief risico: 0,98; 95%BI: 0,89 tot1,09; 5 RCT’s, n = 5095) 20 .Het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van vitamine D aangeïnstitutionaliseerde person<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> verhoogd valrisico vermindertde valfrequ<strong>en</strong>tie.


4jaargang 20 februari 2013 g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>brief1.5.3 Het verbeter<strong>en</strong> vanhet geestelijk welzijn ofde prev<strong>en</strong>tie van depressieE<strong>en</strong> systematisch literatuuroverzichtsuggereert e<strong>en</strong> verband tuss<strong>en</strong> zwakcognitief functioner<strong>en</strong> <strong>en</strong> verhoogdekans op ziekte van Alzheimer <strong>en</strong>erzijds<strong>en</strong> lage vitamine D-conc<strong>en</strong>tratieanderzijds 21 . Het causaal verband kanechter net zo goed omgekeerd zijn,namelijk dat verminderde cognitieaanleiding kan gev<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> voedingsdeficiëntie<strong>en</strong> minder blootstellingaan zonlicht.E<strong>en</strong> eerder vermeld onderzoek waarin2256 niet-geïnstitutionaliseerde vrouw<strong>en</strong>van minst<strong>en</strong>s 70 jaar 1 maal perjaar e<strong>en</strong> zeer grote dosis vitamine D(500000 IU) kreg<strong>en</strong> toegedi<strong>en</strong>d hadvitamine D ge<strong>en</strong> effect op het geestelijkwelzijn 16 . Ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel prev<strong>en</strong>tiefeffect op het optred<strong>en</strong> van depressiekon word<strong>en</strong> vastgesteld in de groteWom<strong>en</strong>’s Health Initiative studie,waarbij 36282 vrouw<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de50 <strong>en</strong> 80 jaar oud <strong>calcium</strong> (1000 mg/dag) <strong>en</strong> vitamine D (400 IU/dag)kreg<strong>en</strong> toegedi<strong>en</strong>d 22 .E<strong>en</strong> RCT includeerde 243 person<strong>en</strong>(30 tot 75 jaar oud) met e<strong>en</strong> beginconc<strong>en</strong>tratie25OHD > 55nmol/l,<strong>en</strong> vergeleek met e<strong>en</strong> controlegroep.Aangetoond werd dat e<strong>en</strong> lage conc<strong>en</strong>tratievan calcidiol in verband kangebracht word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> hogerefrequ<strong>en</strong>tie van symptom<strong>en</strong> van depressie,maar dat het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> vanvitamine D (40000 IU per week gedur<strong>en</strong>de6 maand<strong>en</strong>) dit probleemniet kan voorkom<strong>en</strong> 23 .We beschikk<strong>en</strong> over ge<strong>en</strong> bewijs datvitamine D van nut kan zijn in de prev<strong>en</strong>tievan depressieve verschijnsel<strong>en</strong>,noch voor de verbetering vanhet geestelijk welzijn.1.5.4 Cardiovasculaire prev<strong>en</strong>tieHet idee dat het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van vitamineD nuttig zou kunn<strong>en</strong> zijn in cardiovasculaireprev<strong>en</strong>tie is gebaseerdop epidemiologische gegev<strong>en</strong>s die e<strong>en</strong>verhoogd risico op vasculaire aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><strong>en</strong> sterfte aantoond<strong>en</strong> in gevalvan vitamine D-gebrek <strong>en</strong> op basis vanin vitro gegev<strong>en</strong>s die suggerer<strong>en</strong> datvitamine D het cardiovasculair stelselkan beïnvloed<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>d<strong>en</strong>iveaus 24 . E<strong>en</strong> narratief literatuuronderzoekuit 2011 komt tot het besluitdat slechts in weinig RCT’s het effectvan vitamine D-supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opcardiovasculaire voorvall<strong>en</strong> wordt onderzocht<strong>en</strong> dat uit de resultat<strong>en</strong> ge<strong>en</strong>besluit<strong>en</strong> te trekk<strong>en</strong> zijn of dat deresultat<strong>en</strong> contradictorisch zijn 25 .E<strong>en</strong> systematisch literatuuroverzicht,ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in 2011 gepubliceerd, verzameltresultat<strong>en</strong> uit 51 studies die hetnut van vitamine D-supplem<strong>en</strong>t versusge<strong>en</strong> supplem<strong>en</strong>t onderzocht<strong>en</strong>. Dezemeta-analyse toont ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel gunstigsignificant effect van vitamine D opoverlijd<strong>en</strong>, myocardinfarct of CVA 26 .De kwaliteit van de geïncludeerde studies,met geringe heterog<strong>en</strong>iteit, isechter zwak of op zijn best matig.E<strong>en</strong> kleine RCT bij 114 vrouw<strong>en</strong> (gemiddeldeleeftijd: 64 jaar) toonde ge<strong>en</strong>effect van het dagelijks toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van2500 IU vitamine D 3versus placeboop intermediaire criteria voor cardiovasculairrisico (<strong>en</strong>dotheliale functie,soepelheid van arteriën, CRP) 27 . E<strong>en</strong>andere kleine RCT (305 postm<strong>en</strong>opausalevrouw<strong>en</strong>) kan ge<strong>en</strong> nuttig effectaanton<strong>en</strong> voor het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van 400of 1000 IU vitamine D gedur<strong>en</strong>de1 jaar op diverse cardiovasculaire risicofactor<strong>en</strong>(lipid<strong>en</strong> <strong>en</strong> lipoproteïnes,ultras<strong>en</strong>sitief CRP, IL-6, bloeddruk) 28 .E<strong>en</strong> eerdere meta-analyse suggereerte<strong>en</strong> vermindering van het cardiovasculairrisico door vitamine D, maarin e<strong>en</strong> bijzondere setting (5 van de6 geïncludeerde studies uitgevoerd bijnierdialysepatiënt<strong>en</strong>) 29 .Literatuurgegev<strong>en</strong>s kunn<strong>en</strong> het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong>van vitamine D ge<strong>en</strong> plaatsgev<strong>en</strong> in de cardiovasculaire prev<strong>en</strong>tie.1.5.5 Kankerprev<strong>en</strong>tieLiteratuurgegev<strong>en</strong>s over de rol vanvitamine D in kankerprev<strong>en</strong>tie zijn teg<strong>en</strong>strijdig.Volg<strong>en</strong>s zeldzame RCT’szou 1000 IU vitamine D per dag hettotaal aantal kankers verminder<strong>en</strong>.Observationeel onderzoek toont e<strong>en</strong>to<strong>en</strong>ame van kankers met hogere doses25OHD. Het effect kan ook nogafhankelijk zijn van het soort kanker.De auteurs van e<strong>en</strong> meta-analyse meld<strong>en</strong>dat gebrek aan betrouwbare evid<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>iet toelaat om tot e<strong>en</strong> besluitte kom<strong>en</strong> 30 .De huidige gegev<strong>en</strong>s uit de literatuurlat<strong>en</strong> niet toe om te besluit<strong>en</strong> dat aanvitamine D e<strong>en</strong> gunstig effect in dekankerprev<strong>en</strong>tie kan word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>.1.5.6 Daling van mortaliteitHet effect op de mortaliteit van allerhandevorm<strong>en</strong> van vitamine D werdonderzocht: vitamine D 3of cholecalciferol,vitamine D 2of ergocalciferol,zog<strong>en</strong>aamd actieve vorm<strong>en</strong> vanvitamine D, alfacalcidol <strong>en</strong> calcitriol.Uit e<strong>en</strong> meta-analyse van 50 RCT’s(n = 94148, 79% vrouw<strong>en</strong>, gemiddeld74 jaar, vaak geïnstitutionaliseerd)bleek alle<strong>en</strong> cholecalciferol (vitamineD 3) werkzaam in het verminder<strong>en</strong> vande globale sterfte (NNT = 161; 95%BI:107 tot 481; behandeling meestal gedur<strong>en</strong>de2 jaar) 31 . Anderzijds verhoogtde combinatie van vitamine D 3+ <strong>calcium</strong>het risico op het ontstaan vannefrolithiase (RR = 1,17; 95%BI: 1,02tot 1,34). Alfacalcidol <strong>en</strong> calcitriolverhog<strong>en</strong> het risico op het optred<strong>en</strong>van hypercalciëmie (RR = 3,18;95%BI: 1,17 tot 8,68; I 2 17%). Er is ge<strong>en</strong>significant verschil vastgesteld wat betreftmortaliteit specifiek te wijt<strong>en</strong> aancardiovasculaire aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> of aankanker.Uit e<strong>en</strong> meta-analyse van individuelegegev<strong>en</strong>s (N = 13; 70528 patiënt<strong>en</strong>,87% vrouw<strong>en</strong>, gemiddelde leeftijd70 jaar (IQR 62-77)) bleek het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong>van vitamine D <strong>en</strong> <strong>calcium</strong> demortaliteit met 9% te verminder<strong>en</strong>(95%BI voor hazard ratio van 0,84 tot0,98; NNT = 151 op 3 jaar) 32 . Dit wasniet het geval voor vitamine D alle<strong>en</strong>.


5De resultat<strong>en</strong> van dergelijk onderzoekmoet m<strong>en</strong> zeer voorzichtig interpreter<strong>en</strong>:het eindpunt sterfte wasnooit e<strong>en</strong> primair eindpunt in dezeonderzoek<strong>en</strong> waarbij fractuurprev<strong>en</strong>tiewordt onderzocht. De auteurs zelfbesluit<strong>en</strong> dat “het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van vitamineD ge<strong>en</strong> schadelijke invloed heeftop het overlev<strong>en</strong>”.Er is ge<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming in deresultat<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>desystematische literatuurstudiesover mortaliteitsreductie door hettoedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van vitamine D zonder<strong>calcium</strong>.1.6 Voor wie vitamineD-supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>?Op cons<strong>en</strong>sus gebaseerde (lokale)richtlijn<strong>en</strong> zijn niet e<strong>en</strong>sluid<strong>en</strong>d inhet omschrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> populatiedie e<strong>en</strong> vitamine D-supplem<strong>en</strong>t di<strong>en</strong>tte krijg<strong>en</strong>. Er bestaat, op basis vanactuele evid<strong>en</strong>tie, e<strong>en</strong> cons<strong>en</strong>sus vanexpert<strong>en</strong> uit de Ver<strong>en</strong>igde Stat<strong>en</strong> omniet systematisch <strong>en</strong> zonder specifiekdoel vitamine D-supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> toete di<strong>en</strong><strong>en</strong> 33,34 . De Nederlandse Gezondheidsraadechter geeft de meestmaximalistische aanbeveling, namelijkhet dagelijks toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van 400 IUvitamine D aan elke vrouw bov<strong>en</strong> de50 jaar 1 .Op basis van de huidige gegev<strong>en</strong>sbeschikk<strong>en</strong> we niet over afdo<strong>en</strong>debewijz<strong>en</strong> om het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>van vitamine D aan alleperson<strong>en</strong> ouder dan 50 of 65 jaar aante bevel<strong>en</strong>.1.7 De dosis van vitamineD-supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>E<strong>en</strong> dosis van meer dan 2000 IUvitamine D per dag wordt niet aangerad<strong>en</strong>.De toxische dosis is vermoedelijke<strong>en</strong> stuk hoger maar deze waardeis niet precies gek<strong>en</strong>d 1 .Uit e<strong>en</strong> RCT die 2256 niet-geïnstitutionaliseerdevrouw<strong>en</strong> van minst<strong>en</strong>s70 jaar oud includeerde, bleekdat het één maal per jaar toedi<strong>en</strong><strong>en</strong>van e<strong>en</strong> zeer hoge dosis vitamine D(500000 IU) gedur<strong>en</strong>de 3 tot 5 jaare<strong>en</strong> negatief effect veroorzaakte, metname e<strong>en</strong> verhoogd valrisico <strong>en</strong> e<strong>en</strong>hogere frequ<strong>en</strong>tie van fractur<strong>en</strong> 16 .E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te meta-analyse van individuelegegev<strong>en</strong>s kon aanton<strong>en</strong> dat e<strong>en</strong>dosis van minst<strong>en</strong>s 800 IU maar minderdan 2000 IU vitamine D noodzakelijkis voor fractuurprev<strong>en</strong>tie 35 .Hierbij di<strong>en</strong>t vermeld dat de therapietrouwgroter was in de groep diedagelijks minst<strong>en</strong>s 800 IU vitamine Dinnam, dan bij patiënt<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> lageredosis kreg<strong>en</strong>, wat de interpretatie vande resultat<strong>en</strong> <strong>en</strong>igszins bemoeilijkt.E<strong>en</strong> andere rec<strong>en</strong>te meta-analysetoont aan dat met het gebruik vanvitamine D 3e<strong>en</strong> hogere conc<strong>en</strong>tratievan 25OHD kan bereikt word<strong>en</strong> danmet vitamine D 236.E<strong>en</strong> intoxicatie met vitamine D is gek<strong>en</strong>merktdoor neerslag van <strong>calcium</strong>fosfaatin de nier<strong>en</strong> (nierst<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> nefrocalcinose).Dit kan nierinsufficiën tievoor gevolg hebb<strong>en</strong>. Calciumfosfaatkan ook neerslaan in de l<strong>en</strong>s (cataract),in de bloedvatwand, long<strong>en</strong>, pancreas<strong>en</strong> huid. E<strong>en</strong> hoge calciëmie kan nausea,brak<strong>en</strong>, obstipatie, polydypsie,polyurie <strong>en</strong> verminderd bewustzijnveroorzak<strong>en</strong> 37 .E<strong>en</strong> dagelijkse dosis van vitamineD 3(cholecalciferol) van minst<strong>en</strong>s800 IU, maar minder dan 2000 IU iswaarschijnlijk de meest geschiktedosis voor fractuurprev<strong>en</strong>tie (opvoorwaarde dat er ook voldo<strong>en</strong>de<strong>calcium</strong> wordt ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong>).2 Calcium2.1 Bronn<strong>en</strong> <strong>en</strong> hoeveelhed<strong>en</strong><strong>calcium</strong>Melkproduct<strong>en</strong> zijn de belangrijkstebronn<strong>en</strong> van <strong>calcium</strong> in de voeding.Vier of vijf e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> melkproduct<strong>en</strong>(glaz<strong>en</strong> melk of plakk<strong>en</strong> kaas) per dagvoor volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> volstaan om de <strong>calcium</strong>behoeftete dekk<strong>en</strong>, zonder dathierbij nog <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nodigzijn 37,38 .Verschill<strong>en</strong>de <strong>calcium</strong>zout<strong>en</strong> word<strong>en</strong>als oraal <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t gebruikt:carbonaat, citraat, glubionaat, gluconaat<strong>en</strong> lactaat. In magistrale vormword<strong>en</strong> in België vooral het carbonaat<strong>en</strong> acetaat gebruikt. Calcium wordtactief geresorbeerd in de dundarm.Verschill<strong>en</strong>de factor<strong>en</strong>, waarondervitamine D, beïnvloed<strong>en</strong> deze resorptie.Ongeveer één derde vanhet ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>calcium</strong> wordt uiteindelijkopg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Calciumcarbonaat(2,5 g = 1 g elem<strong>en</strong>tair <strong>calcium</strong>)wordt bij voorkeur tijd<strong>en</strong>s of nae<strong>en</strong> maaltijd ing<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, weg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong>verbeterde biodisponibiliteit in zuurgastrisch milieu 39 . Het is vermoedelijkbeter om bij patiënt<strong>en</strong> die lijd<strong>en</strong> aanachloorhydrie, <strong>en</strong> misschi<strong>en</strong> ook bijperson<strong>en</strong> die behandeld word<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> protonpompinhibitor, om ge<strong>en</strong><strong>calcium</strong> carbonaat te gebruik<strong>en</strong>, maar<strong>calcium</strong>citraat (4,74 g = 1 g elem<strong>en</strong>tair<strong>calcium</strong>) want de resorptie hiervanis niet afhankelijk van de pH in demaag 40 . Wet<strong>en</strong>schappelijk bewijs voordeze aanbeveling is er echter niet 41 .Indi<strong>en</strong> m<strong>en</strong> alle factor<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rolspel<strong>en</strong> in acht neemt zijn de verschill<strong>en</strong>in biodisponibiliteit waarschijnlijkonbelangrijk.Alle orale <strong>calcium</strong>preparat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>obstipatie uitlokk<strong>en</strong>. Calciumcarbonaatzou meer oprisping<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong>38 . Algeme<strong>en</strong> wordt geadviseerdom <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> ’s avonds inte nem<strong>en</strong> 42,43 .De dagelijkse <strong>calcium</strong>inname (via devoeding inbegrep<strong>en</strong>) mag niet meerzijn dan 2500 mg, zoniet is er risicoop hypercalciëmie, vorming van nierst<strong>en</strong><strong>en</strong><strong>en</strong> nierfunctiedaling 2 .


6jaargang 20 februari 2013 g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>brief2.2 Interactiesmet <strong>calcium</strong>zout<strong>en</strong>Orale <strong>calcium</strong>zout<strong>en</strong> verminder<strong>en</strong> deabsorptie van tetracyclines (behalvevan doxycycline <strong>en</strong> minocycline), chinolon<strong>en</strong>,fluorides, bisfosfonat<strong>en</strong> <strong>en</strong>estramustine 38 .2.3 Calcium <strong>en</strong> hetcardiovasculair risicoUit e<strong>en</strong> meta-analyse (15 RCT’s, n =12000, hoofdzakelijk blanke vrouw<strong>en</strong>,gemiddeld 75 jaar), gepubliceerd in2010, blijkt na e<strong>en</strong> behandeling met<strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de 2 tot5 jaar e<strong>en</strong> significante stijging van deincid<strong>en</strong>tie van myocardinfarct (RR =1,31) 44 . Deze meta-analyse k<strong>en</strong>t echterverschill<strong>en</strong>de beperking<strong>en</strong>, in het bijzonderdat de gebruikte bronn<strong>en</strong> niettoelat<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> causaal verband tuss<strong>en</strong>de inname van <strong>calcium</strong> <strong>en</strong> de cardiovasculairevoorvall<strong>en</strong> te legg<strong>en</strong> 45 .Onderzoek op basis van gegev<strong>en</strong>suit de Wom<strong>en</strong>’s Health Initiative Calcium/VitaminD Supplem<strong>en</strong>tation Studymaakt onderscheid tuss<strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>die <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> innam<strong>en</strong> vanbij het begin van de studie (8429ontving<strong>en</strong> in de loop van de studie<strong>calcium</strong> plus vitamine D <strong>en</strong> 8289 e<strong>en</strong>placebo) <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de vrouw<strong>en</strong> die ditinitieel niet kreg<strong>en</strong> (9747 kreg<strong>en</strong> in deloop van het onderzoek <strong>calcium</strong> plusvitamine D <strong>en</strong> 9817 e<strong>en</strong> placebo). Deresultat<strong>en</strong> van dit onderzoek ton<strong>en</strong>dat er in de eerste groep e<strong>en</strong> verhoogdrisico op myocardinfarct ofvan coronaire revascularisatie optrad(Hazard Ratio 1,16 met 95%BI: 1,01 tot1,34), maar voor alle andere cardiovasculairecriteria zijn de 95%BI nauwelijkssignificant 46 . De auteurs van dezepublicatie combiner<strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s deresultat<strong>en</strong> van deze studie met die van2 RCT’s over e<strong>en</strong> associatie van <strong>calcium</strong><strong>en</strong> vitamine D <strong>en</strong> ton<strong>en</strong> op diemanier e<strong>en</strong> verhoogd risico op myocardinfarct,CVA <strong>en</strong> die twee sam<strong>en</strong>.De onderwaarde van de 95%BI b<strong>en</strong>adertechter steeds zeer dicht 1, voorwat het relatieve risico betreft. Dit betek<strong>en</strong>tdat er nauwelijks verschil is aante ton<strong>en</strong>, wat twijfels doet ontstaanover het klinisch belang van de bekom<strong>en</strong>resultat<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>slotte toont e<strong>en</strong>meta-analyse van alle studies met <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,al dan niet sam<strong>en</strong>met vitamine D, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> stijgingvan het risico op myocardinfarct (RR= 1,24; 95%BI: 1,07 tot 1,45), op CVA(RR = 1,15; 95%BI: 1,00 tot 1,32), opinfarct <strong>en</strong> CVA sam<strong>en</strong> (RR = 1,15;95%BI: 1,03 tot 1,27) 46 . Andermaal zijnde cijfers weinig overtuig<strong>en</strong>d. Ookmaakt het combiner<strong>en</strong> van studiesmet inname van <strong>calcium</strong> zonder vitamineD <strong>en</strong> <strong>calcium</strong> met vitamine D heter voor de clinicus niet e<strong>en</strong>voudigerop om deze cijfers te interpreter<strong>en</strong>.Rec<strong>en</strong>ter onderzoek (e<strong>en</strong> RCT over5 jaar, waarna observatie gedur<strong>en</strong>d<strong>en</strong>og e<strong>en</strong>s 4,5 jaar) kon ge<strong>en</strong> stijgingvan overlijd<strong>en</strong> of hospitalisatie t<strong>en</strong>gevolge van cardiovasculaire oorzak<strong>en</strong>aanton<strong>en</strong> bij 1460 vrouw<strong>en</strong> (bijhet begin van de studie gemiddeld 75jaar). De resultat<strong>en</strong> suggerer<strong>en</strong> zelfse<strong>en</strong> daling van het risico bij vrouw<strong>en</strong>met e<strong>en</strong> cardiovasculair voorval in devoorgeschied<strong>en</strong>is 47 . E<strong>en</strong> prospectiefcohortonderzoek over e<strong>en</strong> duur van 11jaar levert ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige resultat<strong>en</strong>over het verband tuss<strong>en</strong> het optred<strong>en</strong>van myocardinfarct <strong>en</strong> de totale<strong>calcium</strong> inname (voeding + supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>),opgedeeld in kwartiel<strong>en</strong> 48 .Algeme<strong>en</strong> wordt voorzichtigheid geadviseerdbij het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bij person<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> verhoogd cardiovasculair risico.E<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van de incid<strong>en</strong>tie vanmyocardinfarct<strong>en</strong> is waarschijnlijk alle<strong>en</strong>mogelijk door het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van<strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> niet door<strong>calcium</strong> uit de voeding 44 . In de eerdergeciteerde prospectieve cohortstudieis het risico op myocardinfarct verhoogdbij gebruikers van <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>versus niet-gebruikers,vooral in het geval van gebruik vansupplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> zonder inname van <strong>calcium</strong>via de voeding 48 . Verder onderzoekop lange termijn met voldo<strong>en</strong>depower is nodig om dit pot<strong>en</strong>tieelgevaar van verhoogd risico op myocardinfarctaf te weg<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>over devoordel<strong>en</strong> op gebied van fractuurprev<strong>en</strong>tie.Er is onvoldo<strong>en</strong>de evid<strong>en</strong>tie om e<strong>en</strong>verhoogd cardiovasculair risico doorgebruik van <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>uit te sluit<strong>en</strong>. Dit risico is niet aangetoondbij inname van <strong>calcium</strong> via devoeding.3 Osteoporose3.1 Calcium <strong>en</strong> vitamineD in de prev<strong>en</strong>tie vanosteoporotische fractur<strong>en</strong>E<strong>en</strong> meta-analyse gepubliceerd in2007 toonde het belang aan van hettoedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van <strong>calcium</strong> (in e<strong>en</strong> dosisvan minst<strong>en</strong>s 1200 mg per dag) metof zonder vitamine D aan person<strong>en</strong>ouder dan 50 jaar (het overgrote deelvrouw<strong>en</strong>) in de prev<strong>en</strong>tie van osteoporotischefractur<strong>en</strong> 49 .E<strong>en</strong> systematisch literatuuroverzichtvan de Cochrane Collaboration uit2009 toont aan dat de combinatie van<strong>calcium</strong> <strong>en</strong> vitamine D het risico opheupfractur<strong>en</strong> doet dal<strong>en</strong>, terwijl vitamineD alle<strong>en</strong> hiervoor niet werkzaamis. De werkzaamheid was echter slechtsduidelijk bij geïnstitutionaliseerdevrouw<strong>en</strong> die dagelijks 700 tot 800IU vitamine D <strong>en</strong> 1200 mg elem<strong>en</strong>tair<strong>calcium</strong> innam<strong>en</strong>, met name in tweestudies die in totaal 3853 person<strong>en</strong>includeerd<strong>en</strong>, waarvan de vitamine D-spiegel laag was bij inclusie in de studie(respectievelijk 40 <strong>en</strong> 21 nmol/l inde twee groep<strong>en</strong> voor het begin vande interv<strong>en</strong>tie) 50 . Deze meta-analysevan de Cochrane Collaboration werdrec<strong>en</strong>t teruggetrokk<strong>en</strong>.E<strong>en</strong> meta-analyse uit 2010 gebaseerdop individuele gegev<strong>en</strong>s (7 studies,68516 person<strong>en</strong>) toont dat er bij person<strong>en</strong>van gemiddeld 70 jaar (gaande


7van 62 tot 85 jaar) met e<strong>en</strong> forsemeerderheid vrouw<strong>en</strong> (85%), bij prev<strong>en</strong>tieveinname van 10 µg (400 IU)vitamine D sam<strong>en</strong> met <strong>calcium</strong>, e<strong>en</strong>vermindering van alle fractur<strong>en</strong> (NNT= 213 voor e<strong>en</strong> behandeling van 3 jaar,NNT = 111 na de leeftijd van 70 jaar)<strong>en</strong> van heupfractur<strong>en</strong> (NNT = 225voor 70-plussers <strong>en</strong> 548 voor person<strong>en</strong>zonder eerdere fractuur) optreedt51 . Het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van vitamineD alle<strong>en</strong> (dus zonder toevoeging van<strong>calcium</strong>) blijkt niet werkzaam in subgroepanalyses.E<strong>en</strong> andere meta-analyse van 15 RCT’s(n = 52915; gemiddelde leeftijd<strong>en</strong> van53 tot 85 jaar; geïncludeerde vrouw<strong>en</strong>van 24 tot 100%) laat e<strong>en</strong> daling zi<strong>en</strong>van fractur<strong>en</strong> met de combinatie vanvitamine D + <strong>calcium</strong> (NNT = 76;95%BI: 44 tot 909), maar niet met vitamineD alle<strong>en</strong> 30 . De auteurs van dezemeta-analyse wijz<strong>en</strong> er op dat het effectvan vitamine D-toedi<strong>en</strong>ing sam<strong>en</strong>met <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waarschijnlijkminder uitgesprok<strong>en</strong> is bij nietgeïnstitutionaliseerdeperson<strong>en</strong> danbij geïnstitutionaliseerde.E<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te meta-analyse verzameltde individuele gegev<strong>en</strong>s van 31.022person<strong>en</strong> ouder dan 65 jaar ( gemiddeldeleeftijd 76 jaar, 91% vrouw<strong>en</strong>)<strong>en</strong> probeert de dosis vitamine D (metof zonder <strong>calcium</strong>) te bepal<strong>en</strong> di<strong>en</strong>oodzakelijk is om breuk<strong>en</strong> te voorkom<strong>en</strong>35 . Deze meta-analyse toont aandat voor alle dosering<strong>en</strong> vitamine Dsam<strong>en</strong> de daling van het aantal heupfractur<strong>en</strong>statistisch niet significant is(HR = 0,90; 95%BI: 0,80 tot 1,01).Dit in teg<strong>en</strong>stelling tot voor alle nietvertebralefractur<strong>en</strong> (HR = 0,93;95%BI: 0,87 tot 0,99). In e<strong>en</strong> heranalysevan de gegev<strong>en</strong>s in functie van detoegedi<strong>en</strong>de dosis vitamine D wordt,voor e<strong>en</strong> gemiddelde dosis van 800IU vitamine D (gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong>: 792 tot 2000IU), de daling van de fractuurincid<strong>en</strong>tiewel significant: HR = 0,70 (95%BI:0,58 tot 0,86) voor reductie vanheupfractur<strong>en</strong> <strong>en</strong> HR = 0,86 (95%BI:0,76 tot 0,96) voor alle niet-vertebralefractur<strong>en</strong>. Deze gegev<strong>en</strong>s zijn gelijkvoor alle subgroep<strong>en</strong>, in functie vanleeftijd, lev<strong>en</strong>swijze, initiële 25OHDconc<strong>en</strong>tratieof inname van <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.Ter herinnering: het e<strong>en</strong>malig toedi<strong>en</strong><strong>en</strong>van e<strong>en</strong> zeer hoge dosis vitamineD (500000 IU) aan vrouw<strong>en</strong> die minst<strong>en</strong>s70 jaar oud zijn bleek schadelijk(e<strong>en</strong> hoger valrisico <strong>en</strong> meer breuk<strong>en</strong>)16 .De rec<strong>en</strong>te NHG-Standaard raadtev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s het gebruik aan van vitamineD (met voldo<strong>en</strong>de <strong>calcium</strong>inname) ingeval van e<strong>en</strong> verhoogd fractuurrisico37 . De kans op e<strong>en</strong> fractuur neemttoe na de leeftijd van 50 jaar, in gevalvan e<strong>en</strong> eerdere vertebrale fractuurof e<strong>en</strong> voorafgaande niet-vertebralefractuur als gevolg van e<strong>en</strong> val of e<strong>en</strong>mineur trauma. Dit risico kan ook verhoogdzijn volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> algoritme datrek<strong>en</strong>ing houdt met e<strong>en</strong> leeftijd ≥ 60jaar, ondergewicht (BMI < 20 kg/m 2of e<strong>en</strong> gewicht < 60 kg), e<strong>en</strong> nietrec<strong>en</strong>t<strong>en</strong>iet-vertebrale fractuur nade leeftijd van 50 jaar <strong>en</strong> e<strong>en</strong> oudermet e<strong>en</strong> voorgeschied<strong>en</strong>is van heupfractuur.De toe te di<strong>en</strong><strong>en</strong> dosis vanhet <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t is afhankelijkvan de <strong>calcium</strong>inname via voeding.De aanbevol<strong>en</strong> dosis van vitamine D is800 IU.Op basis van de literatuurgegev<strong>en</strong>skan m<strong>en</strong>, in het kader van de prev<strong>en</strong>tievan osteoporotische fractur<strong>en</strong>,het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vitamine D-supplem<strong>en</strong>t (800 IU tot 2000 IU perdag) sam<strong>en</strong> met voldo<strong>en</strong>de <strong>calcium</strong>inname(1200 mg/dag) aanbevel<strong>en</strong>voor alle oudere geïnstitutionaliseerdeperson<strong>en</strong> <strong>en</strong> wanneer er e<strong>en</strong>verhoogd fractuurrisico bestaat. Inge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele richtlijn wordt de behandelingsduurgespecificeerd (ofbeperkt in tijd)Voor de groep van (oudere) nietgeïnstitutionaliseerdeperson<strong>en</strong> zijn erte weinig gegev<strong>en</strong>s voorhand<strong>en</strong> om teoordel<strong>en</strong> over het nut <strong>en</strong> de nadel<strong>en</strong>van het toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van meer dan 400IU vitamine D 3sam<strong>en</strong> met 1000 mg<strong>calcium</strong> als primaire fractuurprev<strong>en</strong>tiebij postm<strong>en</strong>opausale vrouw<strong>en</strong> 34 . Erwordt aanbevol<strong>en</strong> om aan deze vrouw<strong>en</strong>ge<strong>en</strong> vitamine D ≤ 400 IU sam<strong>en</strong>met <strong>calcium</strong> voor te schrijv<strong>en</strong>.M<strong>en</strong> veronderstelt dat, indi<strong>en</strong> de <strong>calcium</strong>innamevia de voeding aan d<strong>en</strong>orm<strong>en</strong> voldoet, vitamine D alle<strong>en</strong>(dus zonder <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t) hetbotverlies bij vrouw<strong>en</strong> kan teg<strong>en</strong>houd<strong>en</strong>,maar hiervoor bestaat ge<strong>en</strong>formeel bewijs 1 . We will<strong>en</strong> eraan herinner<strong>en</strong>dat vier (of vijf, afhankelijk vande bron) e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> melkproduct<strong>en</strong>(glaz<strong>en</strong> melk of kaas) per dag word<strong>en</strong>aanbevol<strong>en</strong> 37,38 .In de huidige literatuurgegev<strong>en</strong>skan ge<strong>en</strong> bewijs gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>waaruit blijkt dat systematisch toedi<strong>en</strong><strong>en</strong>van vitamine D of <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>aan niet-geïnstitutionaliseerdeperson<strong>en</strong> nuttig zou zijn.3.2 Calcium voor person<strong>en</strong> diebehandeld word<strong>en</strong> voorosteoporoseDe refer<strong>en</strong>tiebehandeling van osteoporosebij verhoogd fractuurrisico ise<strong>en</strong> therapie met bisfosfonat<strong>en</strong> 37 . Dezebehandeling is ook het best bestudeerd.E<strong>en</strong> evaluatie van het nut vande verschill<strong>en</strong>de bisfosfonat<strong>en</strong> kanm<strong>en</strong> terugvind<strong>en</strong> in het hoofdstuk‘Osteo-articulaire aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>’ vanhet WZC-Formularium.Indi<strong>en</strong> de aanvoer via de voeding van<strong>calcium</strong> <strong>en</strong> vitamine D niet volstaatmoet<strong>en</strong> beide steeds aan e<strong>en</strong> behandelingmet bisfosfonat<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegevoegd.In de klinische studies metal<strong>en</strong>dronaat bijvoorbeeld kreg<strong>en</strong> depatiënt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>calcium</strong>supplem<strong>en</strong>t van500 mg per dag (dit supplem<strong>en</strong>t werd<strong>en</strong>kele ur<strong>en</strong> na de inname van al<strong>en</strong>dronaattoegedi<strong>en</strong>d).De lijst met refer<strong>en</strong>ties kan geraadpleegdword<strong>en</strong> op de website:www.formularium.be


8jaargang 20 februari 2013 g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>briefkort nieuwsTiotropium versuslangwerk<strong>en</strong>de 2-mimeticabij COPDBespreking van:aaChong J, Karner C, Poole P. Tiotropiumversus long-acting beta-agonistsfor stable chronic obstructivepulmonary disease. Cochrane Databaseof Systematic Reviews 2012,Issue 9. Art. No.: CD009157. DOI:10.1002/14651858.CD009157.pub2.aaDong YH, Lin HH, Shau WY et al.Comparative study of inhaled medicationsin pati<strong>en</strong>ts with chronicobstructive pulmonary disease: systematicreview and mixed treatm<strong>en</strong>tcomparison meta-analysis of randomisedcontrolled trials. Thorax2013;68:48-56.De onderhoudsbehandeling bij COPDheeft als doel de symptom<strong>en</strong> ondercontrole te houd<strong>en</strong>, de frequ<strong>en</strong>tie<strong>en</strong> ernst van exacerbaties te verminder<strong>en</strong>,de algem<strong>en</strong>e gezondheidstoestand<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>skwaliteit te verbeter<strong>en</strong><strong>en</strong> de mortaliteit te verklein<strong>en</strong> 1 . Richtlijn<strong>en</strong>gev<strong>en</strong> tiotropium e<strong>en</strong> plaats inde onderhoudsbehandeling van stabielCOPD naast de andere bronchodilator<strong>en</strong>zoals langwerk<strong>en</strong>de 2-mimetica 1,2 .In het WZC Formularium selecter<strong>en</strong>wij voor deze indicatie e<strong>en</strong> langwerk<strong>en</strong>d 2-mimeticum 3 .Dit jaar versch<strong>en</strong><strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>desystematische literatuuroverzicht<strong>en</strong>waarin o.a. vergelijking<strong>en</strong> van tiotropiummet langwerk<strong>en</strong>de 2-mimeticaaan bod kwam<strong>en</strong> 4,5,6 . De geïncludeerdestudies war<strong>en</strong> RCT’s met e<strong>en</strong> studieduurvan 3 tot 12 maand<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong>tiotropium met de verschill<strong>en</strong>delangwerk<strong>en</strong>de 2-mimetica salmeterol,formoterol <strong>en</strong> indacaterol. Ondanksde heterog<strong>en</strong>iteit in geïncludeerdepopulaties <strong>en</strong> eindpunt<strong>en</strong>, prober<strong>en</strong>we de resultat<strong>en</strong> hieronder sam<strong>en</strong>te vatt<strong>en</strong>. Er di<strong>en</strong>t echter opgemerktte word<strong>en</strong> dat vrijwel alle studies gesponsordwerd<strong>en</strong> door de farmaceutischeindustrie, waardoor het risico opbias verhoogd is.Er is ge<strong>en</strong> significant verschil tuss<strong>en</strong>tiotropium <strong>en</strong> langwerk<strong>en</strong>de 2-mimetica op symptoomcontrole, metuitzondering van indacaterol 300 µg,dat bij directe vergelijking beter scoortdan tiotropium op dit eindpunt (OR= 0,60; 95%BI: 0,43-0,83) 5 . Volg<strong>en</strong>stwee meta-analyses geeft tiotropiumaanleiding tot minder exacerbaties(respectievelijke OR = 0,86 (95%BI:0,79-0,93) 4 <strong>en</strong> 0,87 (95%BI: 0,80-0,94) 5 ) <strong>en</strong> hospitalisaties t<strong>en</strong> gevolgehiervan (respectievelijke OR = 0,87(95%BI: 0,77-0,99) 4 <strong>en</strong> 0,76 (95%BI:0,65-0,89) 5 ) in vergelijking met delangwerk<strong>en</strong>de 2-mimetica 5 . Op hetvlak van lev<strong>en</strong>skwaliteit besluit de <strong>en</strong>ereview dat er ge<strong>en</strong> significant verschilis tuss<strong>en</strong> tiotropium <strong>en</strong> langwerk<strong>en</strong>de 2-mimetica (op indacaterol na) 5 , terwijle<strong>en</strong> andere review vermeldt datde resultat<strong>en</strong> afhankelijk zijn van hettype langwerk<strong>en</strong>d 2-mimeticum 4 . Hetaantal ernstige ongew<strong>en</strong>ste effect<strong>en</strong>blijkt uit het <strong>en</strong>e literatuuroverzichtlager te zijn bij de patiënt<strong>en</strong> behandeldmet tiotropium in vergelijking metde langwerk<strong>en</strong>de 2-mimetica (OR =0,88 (95%BI: 0,78-0,99) 4 , terwijl hetandere literatuuroverzicht ge<strong>en</strong> significantverschil vindt 5 .De totale mortaliteit verschilt nietsignificant tuss<strong>en</strong> tiotropium <strong>en</strong> delangwerk<strong>en</strong>de 2-mimetica 4,5 . Allestudies in de systematische literatuuroverzicht<strong>en</strong>werd<strong>en</strong> uitgevoerd metde Handihaler (inhalatiepoeder). Verschill<strong>en</strong>detrials 6-8 die het effect vande toedi<strong>en</strong>ingswijze van tiotropiumbestudeerd<strong>en</strong>, bemerkt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogermortaliteitsrisico bij het gebruik vande Respimat soft mist inhaler (doseeraërosol):OR = 1,51 (95%BI: 1,06-2,19) t<strong>en</strong> opzichte van placebo <strong>en</strong> OR= 1,65 (95%BI: 1,13-2,43) t<strong>en</strong> opzichtevan de Handihaler 6 . Het risico is hetgrootst voor sterfte door e<strong>en</strong> cardiovasculaireaando<strong>en</strong>ing, bij patiënt<strong>en</strong>met ernstige COPD <strong>en</strong> aan hogeredagelijkse dosiss<strong>en</strong>. Er werd ge<strong>en</strong> extrarisico vastgesteld bij de Handihalerof de langwerk<strong>en</strong>de 2-mimetica 6 .T<strong>en</strong> gevolge van deze meta-analyse<strong>en</strong> eerder gepubliceerde studies gaanstemm<strong>en</strong> op om de Respimat soft mistinhaler van de markt te hal<strong>en</strong> 8 .Comm<strong>en</strong>taar van de redactieDe evid<strong>en</strong>tie is niet e<strong>en</strong>duidig overhet al dan niet voordeliger zijn vantiotropium of langwerk<strong>en</strong>de 2-mimetica bij de chronische behandelingvan COPD. Tiotropium isdoeltreff<strong>en</strong>der dan langwerk<strong>en</strong>de 2-mimetica in de prev<strong>en</strong>tie vanexacerbaties <strong>en</strong> COPD-gerelateerdeziek<strong>en</strong>huisopnames, maar erzijn ge<strong>en</strong> significante verschill<strong>en</strong> inhet totaal aantal ziek<strong>en</strong>huisopnamesof mortaliteit gedur<strong>en</strong>de destudieduur. Symptoomverlichting isgelijkaardig in beide behandelingsgroep<strong>en</strong>.Tiotropium is bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong>ongeveer dubbel zo duur als salmeterol.We zi<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om e<strong>en</strong>wijziging door te voer<strong>en</strong> in de selectievan het WZC Formularium.Refer<strong>en</strong>ties1 Global Initiative for Chronic ObstructiveLung Disease (GOLD).Global strategy for the diagnosis,managem<strong>en</strong>t and prev<strong>en</strong>tion ofCOPD. 2011. http://www.goldcopd.org.2 National Institute of Health andClinical Excell<strong>en</strong>ce. Managem<strong>en</strong>tof chronic obstructive pulmonarydisease in adults in primaryand secondary care. NICE Clini-


9cal Guideline CG101, June 2010.http://guidance.nice.org.uk/CG101/Guidance/pdf/English.3 Redactie WZC-Formularium. Onderhoudsbehandelingvan COPD.Hoofdstuk ‘Ademhalingsstelsel’.WZC Formularium 2012;74-78.4 Chong J, Karner C, Poole P.Tiotropium versus long-actingbeta-agonists for stable chronicobstructive pulmonary disease.Cochrane Database of SystematicReviews 2012, Issue9. Art. No.: CD009157. DOI:10.1002/14651858.CD009157.pub2.5 Institut für Qualität und Wirtschaftlichkeitim Gesundheitswes<strong>en</strong>(IQWiG). Tiotropiumbromidbei COPD. IQWiG ProjektA05-18, 2012. https://www.iqwig.de/a05-18-tiotropiumbromid-beicopd.986.html?tid=1142.6 Dong YH, Lin HH, Shau WY etal. Comparative study of inhaledmedications in pati<strong>en</strong>ts with chronicobstructive pulmonary disease:systematic review and mixedtreatm<strong>en</strong>t comparison meta-analysisof randomised controlledtrials. Thorax 2013;68:48-56.7 van Noord JA, Corneliss<strong>en</strong> PJ,Aumann JL et al. The efficacy oftiotropium administered via RespimatSoft Mist Inhaler or Handi-Haler in COPD pati<strong>en</strong>ts. RespirMed 2009;103:22-9.8 Beasly R, Singh S, Loke YK et al.Call for worldwide withdrawal oftiotropium Respimat mist inhaler.BMJ 2012;345:e7390.Ziekte van Alzheimer:donepezil + memantine?Bespreking van:aaHoward R, McShane R, LindesayJ et al. Donepezil and memantinefor moderate-to-severe Alzheimer’sdisease. N Engl J Med2012;366:893-903.De beperkte werkzaamheid van decholinesterase-inhibitor<strong>en</strong> <strong>en</strong> memantinein de behandeling van de ziektevan Alzheimer wordt reeds b<strong>en</strong>adruktin het WZC-Formularium.Rec<strong>en</strong>t werd<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van deDOMINO-studie gepubliceerd. Dezestudie evalueert, over e<strong>en</strong> verloop van12 maand<strong>en</strong>, het nut van het verderzett<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> behandeling met donepezil,al dan niet met toevoegingvan memantine aan de behandeling,bij 295 niet-geïnstitutionaliseerde patiënt<strong>en</strong>wi<strong>en</strong>s ziekte van Alzheimerevolueerde naar het ernstige stadium(ge standaardiseerde MMSE-score van5-13; gemiddelde score: 9, waarvoordonepezil overig<strong>en</strong>s niet meer de indicatieheeft).De geïncludeerde patiënt<strong>en</strong>nam<strong>en</strong> all<strong>en</strong> reeds donepezil gedur<strong>en</strong>deminst<strong>en</strong>s 3 maand<strong>en</strong>, waarvan minst<strong>en</strong>s6 wek<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> dagelijkse dosisvan 10 mg. 73% van de deelnemersnam donepezil al langer dan e<strong>en</strong> jaartot maximaal 5 jaar. We mog<strong>en</strong> hierdus eig<strong>en</strong>lijk sprek<strong>en</strong> van “responders”op donepezil, van wie de aando<strong>en</strong>ingnu verder achteruitgaat. Bij deze patiënt<strong>en</strong>word<strong>en</strong> 4 behandelingsstrategieëngeëvalueerd: stopp<strong>en</strong> van alleanti-Alzheimermedicatie, verderzett<strong>en</strong>van donepezil, vervang<strong>en</strong> van donepezildoor memantine <strong>en</strong> toevoeg<strong>en</strong> vanmemantine aan de donepezilbehandeling(in feite donepezil <strong>en</strong> memantinesteeds versus corresponder<strong>en</strong>de placeboin factorieel 2 x 2 protocol).Volg<strong>en</strong>de twee primaire eindpunt<strong>en</strong>word<strong>en</strong> gekoz<strong>en</strong>: de evolutie vande gestandaardiseerde MMSE-score(waarbij de drempel voor e<strong>en</strong> klinischrelevant verschil wordt gelegd op1,4 punt<strong>en</strong>) <strong>en</strong> evolutie op de BristolActivities of Daily Living Scale(BADLS) (waarbij de drempel op e<strong>en</strong>verschil van 3,5 punt<strong>en</strong> wordt gelegd).Deze klinisch relevante drempelwaard<strong>en</strong>zijn gebaseerd op de resultat<strong>en</strong>van de eerste 127 deelnemers(0,4 keer de standaarddeviatie van hetverschil met de baselinewaarde), <strong>en</strong>zijn dus ge<strong>en</strong> correct bepaalde reëledrempelwaard<strong>en</strong> voor klinische relevantie.Alle<strong>en</strong> het verderzett<strong>en</strong> vandonepezil leidde, in vergelijking metplacebo tot e<strong>en</strong> klinisch relevantevertraging van de achteruitgang vande MMSE- <strong>en</strong> BADLS-scores. Dit wasniet het geval voor memantine inmonotherapie of voor de associatiedonepezil-memantine. Wel merkt m<strong>en</strong>e<strong>en</strong> tijdelijke vertraging van de achteruitgangvan de MMSE-scores na30 wek<strong>en</strong> in de associatie-groep t.o.v.donepezil monotherapie. Ook moet<strong>en</strong>we erop wijz<strong>en</strong> dat de behandeling hetvaakst gestopt werd in de memantinegroep(20%).De socre op de NeuropsychiatricInv<strong>en</strong>tory (NPI) was e<strong>en</strong> secundaireindpunt; op dit eindpunt was de associatiestatistisch significant meerwerkzaam dan de beide middel<strong>en</strong> inmonotherapie.Comm<strong>en</strong>taar van de redactieDe resultat<strong>en</strong> van deze studie voeg<strong>en</strong>nauwelijks iets toe aan wat wereeds wist<strong>en</strong> uit eerdere publicatiesover de werkzaamheid van anti-Alzheimermiddel<strong>en</strong>.


10jaargang 20 februari 2013 g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>briefVoordel<strong>en</strong> van hormonalesubstitutietherapie inde m<strong>en</strong>opauze in de prev<strong>en</strong>tievan chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>Bespreking van:aaNelson HD, Walker M, Zakher B.M<strong>en</strong>opausal hormone therapy forthe primary prev<strong>en</strong>tion of chronicconditions: a systematic review toupdate the U.S. prev<strong>en</strong>tive servicestask force recomm<strong>en</strong>dations. AnnIntern Med 2012;157:104-13.In het hoofdstuk ‘Hormonaal Stelsel’van het WZC-Formularium kom<strong>en</strong> wetot de conclusie dat “de nadel<strong>en</strong> vanhormonale substitutietherapie groterzijn dan de voordel<strong>en</strong>”. Om die red<strong>en</strong>selecter<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel g<strong>en</strong>eesmiddelvoor deze indicatie, met uitzonderingvan lokaal estriol voor de behandelingvan vaginale atrofie <strong>en</strong> recidiver<strong>en</strong>deurineweginfecties.E<strong>en</strong> nieuw systematisch literatuuroverzichtwerd rec<strong>en</strong>t gepubliceerd. Doelvan deze publicatie was het updat<strong>en</strong>van onze k<strong>en</strong>nis over de werkzaamheidvan hormonale substitutietherapievoor wat betreft het verminder<strong>en</strong>van de incid<strong>en</strong>tie van chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><strong>en</strong> voor wat betreft ongew<strong>en</strong>steeffect<strong>en</strong>. Waar mogelijk <strong>en</strong> relevantwerd<strong>en</strong> ook verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>subgroep<strong>en</strong> geëvalueerd.De auteurs verzameld<strong>en</strong> de gegev<strong>en</strong>svan 9 studies, waarvan de Wom<strong>en</strong>’sHealth Initiative 1,2 de belangrijksteblijft, met 11 jaar follow up. Oestroprogestatieveassociaties verminder<strong>en</strong>het aantal fractur<strong>en</strong> (46 fractur<strong>en</strong>minder per 10000 patiënt<strong>en</strong>jar<strong>en</strong>)maar verhog<strong>en</strong> het risico op invasieveborstkanker (8 gevall<strong>en</strong> meer),CVA (9 gevall<strong>en</strong> meer), diepe v<strong>en</strong>euzetrombose (12 gevall<strong>en</strong> meer), longembolie(9 gevall<strong>en</strong> meer), mortaliteitdoor longkanker (5 gevall<strong>en</strong> meer),blaasaando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (20 gevall<strong>en</strong> meer),incontin<strong>en</strong>tie (872 gevall<strong>en</strong> meer) <strong>en</strong>dem<strong>en</strong>tie (22 gevall<strong>en</strong> meer). Ook e<strong>en</strong>monotherapie met oestrog<strong>en</strong><strong>en</strong> verminderthet aantal fractur<strong>en</strong> (56 fractur<strong>en</strong>minder per 10000 patiënt<strong>en</strong>jar<strong>en</strong>)<strong>en</strong> daarnaast ook het risico opborstkanker (8 gevall<strong>en</strong> minder) <strong>en</strong> opoverlijd<strong>en</strong> (2 gevall<strong>en</strong> minder), maarverhoogt het risico op CVA (11 gevall<strong>en</strong>meer), diepe v<strong>en</strong>euze trombose(7 gevall<strong>en</strong> meer), blaasaando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>(33 gevall<strong>en</strong> meer) <strong>en</strong> urinaire incontin<strong>en</strong>tie(1271 gevall<strong>en</strong> meer). Deze bevinding<strong>en</strong>verschill<strong>en</strong> niet in functievan leeftijd of comorbiditeit.De auteurs wijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> lage therapietrouw<strong>en</strong> hoge studie-uitval, op deonvoldo<strong>en</strong>de power voor bepaaldeeindpunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> op het beperkte aantaltherapeutische schema’s dat geëvalueerdwerd.Comm<strong>en</strong>taar van de redactieDit nieuwe literatuuroverzicht bevestigt,binn<strong>en</strong> de beperking<strong>en</strong> vande geïncludeerde studies, de afwezigheidvan e<strong>en</strong> netto klinisch voordeelvan hormonale substitutietherapietijd<strong>en</strong>s de m<strong>en</strong>opause.Refer<strong>en</strong>ties1 Rossouw JE, Anderson GL, Pr<strong>en</strong>ticeRL et al; Writing Group for theWom<strong>en</strong>’s Health Initiative Investigators.Risks and b<strong>en</strong>efits of estrog<strong>en</strong>plus progestin in healthypostm<strong>en</strong>opausal wom<strong>en</strong>: principalresults From the Wom<strong>en</strong>’s HealthInitiative randomized controlledtrial. JAMA 2002;288:321-33.2 Anderson GL, Limacher M, AssafAR et al; Wom<strong>en</strong>’s Health InitiativeSteering Committee. Effectsof conjugated equine estrog<strong>en</strong> inpostm<strong>en</strong>opausal wom<strong>en</strong> with hysterectomy:the Wom<strong>en</strong>’s HealthInitiative randomized controlledtrial. JAMA. 2004;291:1701-12.Palliatieve sedatie: ge<strong>en</strong> invloedop de overlevingsduurin de laatste lev<strong>en</strong>sfase?Bespreking van:aaMaltoni M, Scarpi E, Rosati M et al.Palliative sedation in the <strong>en</strong>d-of-lifecare and survival: a systematic review.J Clin Oncol 2012;30:1378-83.Soms wordt gesteld dat palliatieve sedatiede lev<strong>en</strong>sduur verkort. Palliatievesedatie wordt dan ook soms omschrev<strong>en</strong>als e<strong>en</strong> trage vorm van euthanasie1 . Maar is dit werkelijk zo?Dit systematisch literatuuroverzichtprobeert hierin duidelijkheid te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.De auteurs verzameld<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>svan 11 onderzoek<strong>en</strong> waarbij e<strong>en</strong>vergelijking gemaakt werd tuss<strong>en</strong> deoverlevingsduur met <strong>en</strong> zonder palliatievesedatie bij terminale patiënt<strong>en</strong>.Ge<strong>en</strong> van de geselecteerde studieswas gerandomiseerd, 7 war<strong>en</strong> retrospectief,4 prospectief. De meeste studieswar<strong>en</strong> opgezet om bij terminalepatiënt<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de symptom<strong>en</strong><strong>en</strong> hun preval<strong>en</strong>tie te evaluer<strong>en</strong>, maarook de overlevingsduur bij gesedeerde<strong>en</strong> niet-gesedeerde patiënt<strong>en</strong> werdvergelek<strong>en</strong>. De gebod<strong>en</strong> zorgvoorzi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> de manier waarop de gegev<strong>en</strong>sverzameld werd<strong>en</strong> in de verschill<strong>en</strong>destudies war<strong>en</strong> zeer heteroge<strong>en</strong>.Sedatie had voor het overgrote deelals indicaties delirium, dyspnoe <strong>en</strong>/ofpijn. Psychische nood werd ook vaakals red<strong>en</strong> voor het toepass<strong>en</strong> van palliatievesedatie aangegev<strong>en</strong>. De auteursvan dit onderzoek beschouw<strong>en</strong> dezelaatste indicatie als controversieel (o.a.omdat deze problematiek zich in elkefase – ook in het begin – van e<strong>en</strong>fataal aflop<strong>en</strong>de aando<strong>en</strong>ing kan voordo<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer onvoorspelbaar <strong>en</strong>wissel<strong>en</strong>d karakter heeft). Midazolamwas het meest gebruikte g<strong>en</strong>eesmiddel.Palliatieve sedatie werd niet steedsmet dezelfde modaliteit<strong>en</strong> uitgevoerd:deze ging<strong>en</strong> van het intermitt<strong>en</strong>t toedi<strong>en</strong><strong>en</strong>van seder<strong>en</strong>de middel<strong>en</strong> tothet bewerkstellig<strong>en</strong> van aanhoud<strong>en</strong>de


11diepe sedatie. Deze laatste groep wasslechts e<strong>en</strong> kleine minderheid. In degeïncludeerde onderzoek<strong>en</strong> werd depalliatieve sedatie het meest voor korteperiodes aangew<strong>en</strong>d.Voor zover vergelijking<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>beide groep<strong>en</strong> op basis van dit literatuuronderzoekmogelijk zijn, blijkt deoverleving bij gesedeerde <strong>en</strong> niet-gesedeerdepatiënt<strong>en</strong> niet te verschill<strong>en</strong>.De auteurs stell<strong>en</strong> dat wanneer palliatievesedatie zuiver <strong>en</strong> alle<strong>en</strong> voorsymptoomverlichting (lees: intermitt<strong>en</strong>t)wordt toegepast, deze praktijkge<strong>en</strong> invloed heeft op de overlevingsduurbij de laatste lev<strong>en</strong>sfase.Comm<strong>en</strong>taar van de redactieDe zeer uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de handelswijzein het toepass<strong>en</strong> van palliatieve sedatiein de studies in dit literatuuronderzoekdoet twijfel ontstaan overwat onder palliatieve sedatie preciesverstaan moet word<strong>en</strong>. In het WZC-Formularium gaan we ervan uit date<strong>en</strong>s de palliatieve sedatie wordtingesteld, deze tot aan het mom<strong>en</strong>tvan overlijd<strong>en</strong> wordt aangehoud<strong>en</strong>.De auteurs van besprok<strong>en</strong> literatuuroverzichthebb<strong>en</strong> hier klaarblijkelijke<strong>en</strong> andere m<strong>en</strong>ing over: palliatievesedatie wordt hier als e<strong>en</strong> symptomatischeaanpak van anders onbehandelbareklacht<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> nietals e<strong>en</strong> besliss<strong>en</strong>de keuze voor hetlev<strong>en</strong>seinde. Het antwoord op devraag of palliatieve sedatie al danniet de lev<strong>en</strong>sduur beïnvloedt lijktdus eerder af te hang<strong>en</strong> van wat onderpalliatieve sedatie precies wordtbegrep<strong>en</strong>.Refer<strong>en</strong>ties1 Billings JA, Block SD. Slow euthanasia.J Palliat Care 1996;12:21-30.Extrapiramidale ongew<strong>en</strong>steeffect<strong>en</strong> van eerste <strong>en</strong> tweedeg<strong>en</strong>eratie neurolepticaBespreking van:aaPeluso MJ, Lewis SW, Barnes TRand Jones PB. Extrapyramidal motorside-effects of first- and secondg<strong>en</strong>erationantipsychotic drugs. BrJ Psychiatry 2012;200:387-92.Lange tijd werd gedacht dat behandelingmet atypische antipsychoticagepaard ging met minder extrapiramidaleongew<strong>en</strong>ste effect<strong>en</strong>. Rec<strong>en</strong>testudiegev<strong>en</strong>s lijk<strong>en</strong> dit echter teg<strong>en</strong> tesprek<strong>en</strong>.In de CUtLass 1-studie werd<strong>en</strong> 227schizofr<strong>en</strong>iepatiënt<strong>en</strong>, waarvan detherapie met neuroleptica gewijzigddi<strong>en</strong>de te word<strong>en</strong> omwille van onvoldo<strong>en</strong>dewerkzaamheid of ongew<strong>en</strong>steeffect<strong>en</strong>, gerandomiseerd overgeschakeldnaar ofwel e<strong>en</strong> neurolepticumvan de eerste g<strong>en</strong>eratie (typisch neurolepticum)ofwel e<strong>en</strong> neurolepticumvan de tweede g<strong>en</strong>eratie (atypischneurolepticum, clozapine uitgezonderd).Binn<strong>en</strong> deze klass<strong>en</strong> was de behandel<strong>en</strong>dearts vrij om e<strong>en</strong> specifiekproduct te kiez<strong>en</strong>. Enkel de beoordelaarvan het effect van de behandeling<strong>en</strong> de ongew<strong>en</strong>ste effect<strong>en</strong> was blindover de keuze van medicatie. Primaireindpunt was lev<strong>en</strong>skwaliteit. E<strong>en</strong> secundaireanalyse werd uitgevoerd omna te gaan of er e<strong>en</strong> verschil was in hetvoorkom<strong>en</strong> van extrapiramidale ongew<strong>en</strong>steeffect<strong>en</strong> zoals acute dystonie,acathisie, parkinsonisme <strong>en</strong> tardievedyskinesie. Als klinisch belangrijk effectwerd e<strong>en</strong> odds ratio van 2 ofwel0,5 vooropgesteld, dit wil zegg<strong>en</strong>: e<strong>en</strong>verdubbeling ofwel e<strong>en</strong> halvering vanhet risico op extrapiramidale ongew<strong>en</strong>steeffect<strong>en</strong> van tweede g<strong>en</strong>erati<strong>en</strong>euroleptica t<strong>en</strong> opzichte van eersteg<strong>en</strong>eratie neuroleptica. E<strong>en</strong> beoordelingvond plaats op 12 wek<strong>en</strong> <strong>en</strong> 52wek<strong>en</strong>.Na 12 wek<strong>en</strong> vond m<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s devooropgestelde criteria klinisch relevantminder ontstaan van parkinsonisme<strong>en</strong> acathasie, maar het verschilwas niet statistisch significant na 52wek<strong>en</strong>. Omgekeerd kwam tardievedyskinesie na 12 wek<strong>en</strong> klinisch relevantmeer frequ<strong>en</strong>t voor bij de behandelingmet tweede g<strong>en</strong>eratie neuroleptica,al was dit verschil ook hier nietstatistisch significant na 52 wek<strong>en</strong>. Erwas ge<strong>en</strong> statistisch significant verschilin het verbeter<strong>en</strong> van bestaande extrapiramidaleverschijnsel<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> beideklass<strong>en</strong> neuroleptica zowel op 12 als 52wek<strong>en</strong>.Wijzig<strong>en</strong> van klasse was toegelat<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>shet verloop van de studie. Doorde int<strong>en</strong>tion-to-treat analyse blijv<strong>en</strong>patiënt<strong>en</strong> die wisseld<strong>en</strong> van klasse welgerek<strong>en</strong>d bij de klasse van neurolepticabij randomisatie, wat volg<strong>en</strong>s deauteurs e<strong>en</strong> mogelijke verklaring isvoor het verdwijn<strong>en</strong> van het verschilop 52 wek<strong>en</strong>.Comm<strong>en</strong>taar van de redactieDeze kleine studie besluit dat erge<strong>en</strong> verschil bestaat in het voorkom<strong>en</strong>van extrapiramidale verschijnsel<strong>en</strong>tuss<strong>en</strong> eerste <strong>en</strong> tweede g<strong>en</strong>erati<strong>en</strong>euroleptica. De verkeerdeopvatting dat er e<strong>en</strong> verhoogd risicozou zijn met de eerste g<strong>en</strong>eratie t<strong>en</strong>opzichte van de tweede is mogelijkontstaan doordat in de eerdere studiesde tweede g<strong>en</strong>eratie neurolepticavaak werd<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> methaloperidol in hoge dosis.


12jaargang 20 februari 2013 g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>briefNieuwe Beers-criteriaBespreking van:aaThe American Geriatrics Society2012 Beers Criteria Update Expertpanel. AGS updated Beers Criteriafor pot<strong>en</strong>tially inappropriate medicationuse in older adults. J AmGeriatr Soc 2012;60:616-31.In 1991 publiceerde Marc Beers, Amerikaansgeriater, sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> teamvan expert<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eerste lijst met g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>waarvan het gebruik bijouder<strong>en</strong> die in e<strong>en</strong> verzorgingsinstellingverblev<strong>en</strong> mogelijk gevaar inhield.Er volgde in 1997 <strong>en</strong> 2003 e<strong>en</strong> updating<strong>en</strong> uitbreiding van deze lijst,die sindsdi<strong>en</strong> ook bedoeld is voor alleperson<strong>en</strong> ouder dan 65 jaar, al danniet geïnstitutionaliseerd. De richtlijn<strong>en</strong>zijn in eerste instantie bedoeldvoor de praktiser<strong>en</strong>de clinicus.Regelmatig was er kritiek op de Beerslijst:veel g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong> die in de lijstwar<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> war<strong>en</strong> ofwel nietmeer verkrijgbaar of werd<strong>en</strong> nauwelijksgebruikt.De American Geriatrics Society namhet initiatief om de Beers-lijst up tedat<strong>en</strong>. De nieuwe criteria zijn nu gepubliceerd.Deze herzi<strong>en</strong>ing van deBeers-lijst was nodig <strong>en</strong> de auteursbeschouw<strong>en</strong> deze actualisering alse<strong>en</strong> grote vooruitgang t<strong>en</strong> opzichtevan de eerdere richtlijn<strong>en</strong>. Er werde<strong>en</strong> groter belang gehecht aan beschikbareevid<strong>en</strong>tie, met duidelijkeaanduiding van de graad van evid<strong>en</strong>tie<strong>en</strong> meer transparantie in de keuzevorming1 . Problematisch blijft de onderverteg<strong>en</strong>woordigingvan ouder<strong>en</strong> inklinische onderzoek<strong>en</strong> waardoor deauteurs zich verplicht zag<strong>en</strong> om ookresultat<strong>en</strong> van observationeel onderzoekals basis voor evid<strong>en</strong>tie te hanter<strong>en</strong>.De Beers-lijst is niet het <strong>en</strong>ige hulpmiddelvoor veilig gebruik van g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>bij ouder<strong>en</strong>. De STOPP<strong>en</strong> START criteria 2 , die grot<strong>en</strong>deelsde Beers-criteria overlapp<strong>en</strong> zijn zekere<strong>en</strong> nuttige aanvulling bij het mak<strong>en</strong>van beslissing<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> klinische setting.Ook al zijn deze criteria bijzonderwaardevol in het beslissingsprocesover het al dan niet gebruik<strong>en</strong> vanspecifieke g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong> bij ouder<strong>en</strong>,di<strong>en</strong>t toch gewaarschuwd voorblind vertrouw<strong>en</strong>: richtlijn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>e<strong>en</strong> professioneel oordeel <strong>en</strong> het afweg<strong>en</strong>van e<strong>en</strong> beslissing voor e<strong>en</strong> individuelepatiënt niet vervang<strong>en</strong> 3 .Comm<strong>en</strong>taar van de redactieDe START- <strong>en</strong> STOPP-criteria zijn,zoals de Beers-criteria op Angelsaksischeleest geschoeid. Interessantom te vermeld<strong>en</strong> is dat we sindskort kunn<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong> over aanNederlandse richtlijn<strong>en</strong> aangepasteSTART- <strong>en</strong> STOPP-criteria. Deze sluit<strong>en</strong>beter aan bij wat bij ons gebruikelijkis op farmacotherapeutischvlak 4 .Refer<strong>en</strong>ties1 Fick D, Todd P. 2012 AmericanGeriatrics Society Beers criteria:new year, new criteria, newperspective. J Am Geriatr Soc2012;60:614-52 Gallagher P, Ryan C, Byrne S etal. STOPP and START. Cons<strong>en</strong>susvalidation. Int J Clin PharmacolTher 2008;46:72-833 Resnick B, Pacala J. 2012 Beerscriteria. J Am Geriatr Soc2012;60:612-3.4 Nederlands Huisarts<strong>en</strong> G<strong>en</strong>ootschap.Multidisciplinaire richtlijnPolyfarmacie bij ouder<strong>en</strong>.2012. http://nhg.arts<strong>en</strong>net.nl/k<strong>en</strong>nisc<strong>en</strong>trum/k_richtlijn<strong>en</strong>/Multidisciplinaire-Richtlijn<strong>en</strong>.htm.Hoofdredactie: J.P. Sturtewag<strong>en</strong>Eindredactie: J. Vand<strong>en</strong>hov<strong>en</strong>Adjunct-hoofdredacteur: P. ChevalierRedactie: T. Christia<strong>en</strong>s, H. Decat, J. Lannoy, I. Leunck<strong>en</strong>s, W. Staess<strong>en</strong>, M.A. Van Bogaert, J. Van Els<strong>en</strong>, C. VeysMedewerkers: D. Boudry, S. VanderdonckCorrespond<strong>en</strong>tie-adres voor de inhoud van de G<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>brief: redact@formularium.be; fax 09 265 76 49Correspond<strong>en</strong>tie-adres voor abonnem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, adreswijziging<strong>en</strong>: Kleindokkaai 3-5, 9000 G<strong>en</strong>t; tel 09 265 76 40; fax 09 265 76 49;e-mail: secret@formularium.beVerantwoordelijke uitgever: K. Verhofstadt, Bonsgrachtstraat 1, 9070 Destelberg<strong>en</strong>Website: www.formularium.beDe G<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>brief komt tot stand met financiële steun van het RIZIV, dat de onafhankelijkheid van de redactie respecteert.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!