18.11.2012 Views

Programmeringstudie Chronische Ziek(t)en en Sport en Bewegen

Programmeringstudie Chronische Ziek(t)en en Sport en Bewegen

Programmeringstudie Chronische Ziek(t)en en Sport en Bewegen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Programmeringstudie</strong><br />

<strong>Chronische</strong> <strong>Ziek</strong>(t)<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Sport</strong> <strong>en</strong> Beweg<strong>en</strong><br />

Auteurs: Drs. J.A.C.G. Jans<strong>en</strong><br />

Dr. W.R. de Vries<br />

Dr. F.J.G. Backx<br />

UMC Utrecht, Divisie Hers<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />

afd. Revalidatie <strong>en</strong> <strong>Sport</strong>g<strong>en</strong>eeskunde,<br />

Oktober 2006


Programmeringsstudie <strong>Chronische</strong> <strong>Ziek</strong>(t)<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Sport</strong> <strong>en</strong> Beweg<strong>en</strong><br />

(Definitieve versie 16 oktober 2006)<br />

Inhoudsopgave<br />

Sam<strong>en</strong>vatting<br />

Blz.<br />

2<br />

1. Inleiding 4<br />

2. Omvang chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 6<br />

3. Medische kost<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 8<br />

4. Onderzoeksvrag<strong>en</strong> 9<br />

5. Omschrijving <strong>Sport</strong> & Beweg<strong>en</strong> (S/B) 10<br />

6. Methodologische verantwoording 12<br />

6.1 Systematische reviews 12<br />

6.2. Zoekmethod<strong>en</strong> 13<br />

6.3. Beoordeling systematische reviews<br />

7. Effectiviteit van S/B<br />

14<br />

7.1 Neurologische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 16<br />

7.1.1 CVA 16<br />

7.1.2 Parkinson 21<br />

7.1.3 Epilepsie 21<br />

7.2 Reumatische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 21<br />

7.2.1 Heupartrose 22<br />

7.2.2 <strong>Ziek</strong>te van Bechterew 22<br />

7.2.3 Reumatoïde artritis 23<br />

7.3 Aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de ademhalingsweg<strong>en</strong> 24<br />

7.3.1 Astma 24<br />

7.4 Psychiatrische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> 26<br />

7.4.1 Depressie 26<br />

7.4.2 Angststoornis 27<br />

8. Conclusies <strong>en</strong> Aanbeveling<strong>en</strong> 28<br />

8.1 Conclusies 28<br />

8.2 Aanbeveling<strong>en</strong> 31<br />

8.3 Prioritering 33<br />

9. Dankwoord 33<br />

10.Literatuurlijst 34<br />

Bijlage I. Ass<strong>en</strong>delft methode 39<br />

App<strong>en</strong>dix: Details zoekacties <strong>en</strong> beoordeling refer<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 41


Sam<strong>en</strong>vatting<br />

<strong>Chronische</strong> aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d probleem in de gezondheidszorg.<br />

Curatieve mogelijkhed<strong>en</strong> zijn veelal beperkt, waardoor gezocht wordt naar additionele<br />

behandelvorm<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> gunstig effect hebb<strong>en</strong> op het beloop van de ziekte. In<br />

onderhavige literatuurstudie is bekek<strong>en</strong> of er wet<strong>en</strong>schappelijk bewijs bestaat voor e<strong>en</strong><br />

toegevoegde waarde van <strong>Sport</strong> <strong>en</strong> Beweg<strong>en</strong> (S/B) bij e<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tal chronische<br />

aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> CVA, ziekte van Parkinson, epilepsie, artrose van de heup,<br />

reumatoïde artritis, ziekte van Bechterew, astma, depressie <strong>en</strong> angststoornis. Deze<br />

toegevoegde waarde betreft vooral de bestaande k<strong>en</strong>nis over de effectiviteit <strong>en</strong> de dosisrespons<br />

relatie van S/B bij deze aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Qua aanpak is in grote lijn<strong>en</strong> de methodiek gevolgd van de Gezondheidsraad in het<br />

rapport Oef<strong>en</strong>therapie (2003), dwz. dat per chronische aando<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> evaluatie van<br />

kwalitatief goede systematische reviews t<strong>en</strong> grondslag ligt aan e<strong>en</strong> wet<strong>en</strong>schappelijk<br />

verantwoorde evid<strong>en</strong>tie over effectiviteit, dosis-respons relatie <strong>en</strong> veiligheid van S/B.<br />

Hierbij werd<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de gradaties gebruikt: er is hard bewijs, er zijn aanwijzing<strong>en</strong>, of<br />

er kan ge<strong>en</strong> uitspraak gedaan word<strong>en</strong>. De kwaliteit van reviews werd per aando<strong>en</strong>ing<br />

door twee (soms drie) experts als voldo<strong>en</strong>de beoordeeld bij e<strong>en</strong> score van meer dan 60<br />

punt<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de Ass<strong>en</strong>delft-methode (Ass<strong>en</strong>delft et al., 1995).<br />

Door deze inv<strong>en</strong>tarisatie werd e<strong>en</strong> beknopt <strong>en</strong> gestructureerd overzicht van de aanwezige<br />

evid<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> bestaande lacunes op dit gebied verkreg<strong>en</strong>.<br />

Op basis van deze methodiek kom<strong>en</strong> wij tot de volg<strong>en</strong>de conclusies:<br />

• Er is bewijs dat S/B positieve effect<strong>en</strong> heeft bij CVA <strong>en</strong> dat int<strong>en</strong>sievere vorm<strong>en</strong><br />

van S/B, in term<strong>en</strong> van meer tijd, effectiever zijn m.b.t. klinisch relevante<br />

parameters.<br />

• Er is bewijs dat S/B positieve effect<strong>en</strong> heeft op <strong>en</strong>kele fysieke parameters bij<br />

CVA, astma, depressie <strong>en</strong> Bechterew.<br />

• Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat S/B positieve effect<strong>en</strong> heeft bij de ziekte van Parkinson,<br />

ziekte van Bechterew, heupartrose, astma <strong>en</strong> depressie m.b.t. klinisch relevante<br />

parameters. Alle<strong>en</strong> bij de ziekte van Bechterew zijn er aanwijzing<strong>en</strong> dat<br />

int<strong>en</strong>sievere vorm<strong>en</strong> van S/B, in term<strong>en</strong> van meer tijd, effectiever zijn.<br />

• Er zijn ge<strong>en</strong> uitsprak<strong>en</strong> mogelijk over de effectiviteit of dosis-respons relatie van<br />

S/B bij reumatoïde artritis, epilepsie <strong>en</strong> angststoorniss<strong>en</strong>.<br />

• Er word<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> serieuze negatieve effect<strong>en</strong> met betrekking tot<br />

veiligheid gerapporteerd in de door ons geselecteerde literatuur.<br />

Wij bevel<strong>en</strong> daarom aan om S/B, met name functionele oef<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong>, bij patiënt<strong>en</strong> met<br />

CVA te implem<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> in de praktijk, waarbij er in de eerste fase (eerste zes maand<strong>en</strong>)<br />

int<strong>en</strong>sief, in de vorm van meer tijd, geoef<strong>en</strong>d moet word<strong>en</strong>. Dit di<strong>en</strong>t echter vooraf<br />

gegaan te word<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> doelmatigheidsonderzoek. Er ontbreekt nog bewijs<br />

betreff<strong>en</strong>de de meest effectieve vorm van S/B <strong>en</strong> de lange termijn effect<strong>en</strong> van S/B bij<br />

CVA. Bij alle andere aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> kan nader onderzoek word<strong>en</strong> verricht, waarbij<br />

onderscheid gemaakt moet word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> scre<strong>en</strong>ing van rec<strong>en</strong>te RCT’s die niet<br />

geëvalueerd zijn of (bij ontbrek<strong>en</strong> van kwalitatief goede RCT’s) het opzett<strong>en</strong> van<br />

onderzoek, waarbij vooral klinisch relevante parameters zoals kwaliteit van lev<strong>en</strong>, ADL,<br />

pijn, maar ook het plezier bij S/B word<strong>en</strong> geëvalueerd.<br />

2


Wat betreft de prioritering in onderzoek, gebaseerd op gezondheidsbevorder<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong><br />

van S/B <strong>en</strong> de mogelijkhed<strong>en</strong> tot implem<strong>en</strong>tatie, di<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> afweging gemaakt te word<strong>en</strong><br />

op basis van de aanwezige evid<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> expertise van onderzoeksgroep<strong>en</strong> in binn<strong>en</strong>- <strong>en</strong><br />

buit<strong>en</strong>land. Daarnaast spel<strong>en</strong> factor<strong>en</strong> als preval<strong>en</strong>tie- <strong>en</strong> incid<strong>en</strong>tiecijfers, ernst van de<br />

aando<strong>en</strong>ing, leeftijd <strong>en</strong> lev<strong>en</strong>sverwachting, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> macro-economische kost<strong>en</strong>-bat<strong>en</strong><br />

analyse e<strong>en</strong> belangrijke rol. Er is ge<strong>en</strong> nadere programmering aangebracht in<br />

onderzoeksprioriteit<strong>en</strong>, daar de onderzoekers van m<strong>en</strong>ing zijn dat deze noodzakelijke<br />

afweging om strategische keuzes vraagt van beleidsmakers.<br />

3


1. Inleiding.<br />

Anno 2005 heeft 4 op de 10 Nederlanders hinder van e<strong>en</strong> chronische ziekte (CBS<br />

Statline, 2006). De voorspelling is dat het aantal chronisch ziek<strong>en</strong> gestaag verder zal<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> (RIVM, 2002; 2006). Mede hierdoor heeft de landelijke overheid voor e<strong>en</strong><br />

actieve aanpak van deze gezondheidsproblematiek gekoz<strong>en</strong> door <strong>Sport</strong> <strong>en</strong> Beweg<strong>en</strong> (S/B)<br />

te stimuler<strong>en</strong> (VWS, 2001). Dit is gebaseerd op het feit dat lichamelijke inactiviteit<br />

algeme<strong>en</strong> wordt beschouwd als één van de belangrijkste factor<strong>en</strong> bij het ontstaan van e<strong>en</strong><br />

groot aantal chronische ziekt<strong>en</strong> (Mosterd et al., 1996; RIVM, 2002). Bevordering van<br />

S/B, met name gericht op de inactieve Nederlander, is ondertuss<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>goed<br />

geword<strong>en</strong>. Echter, ondanks nationale campagnes ter bewegingsstimulering, voldoet nog<br />

altijd de helft van de Nederlanders niet aan de combinorm (=voldo<strong>en</strong>de lichamelijk<br />

activiteit ter bevordering van fitheid of gezondheid; Chorus & Hopman-Rock, 2004).<br />

Bewegingsarmoede beperkt zich niet tot e<strong>en</strong> bepaalde bevolkingsgroep, want het wordt<br />

geconstateerd bij de jeugd, bij allochton<strong>en</strong> <strong>en</strong> lager geschoolde arbeiders, <strong>en</strong> bij chronisch<br />

ziek<strong>en</strong> (Chorus & Hopman-Rock, 2004). Minder bek<strong>en</strong>d is dat e<strong>en</strong> actieve leefstijl het<br />

beloop van e<strong>en</strong> chronische ziekte èn van gezondheidsparameters (inschatting van eig<strong>en</strong><br />

gezondheid, quality of life, verminderd medicatiegebruik) gunstig kan beïnvloed<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

voorbeeld hiervan is de behandeling met beweegprogramma’s bij patiënt<strong>en</strong> met chronisch<br />

hartfal<strong>en</strong> (Clark and Sherman, 1998; Wiel<strong>en</strong>ga et al., 1999). Voorhe<strong>en</strong> praktisch e<strong>en</strong><br />

taboe, vandaag de dag word<strong>en</strong> zelfs de vorm, de duur, de frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> de int<strong>en</strong>siteit van<br />

de beweegprogramma's uitgebreid beschrev<strong>en</strong>. Helaas is slechts van <strong>en</strong>kele chronische<br />

ziekt<strong>en</strong> vast kom<strong>en</strong> te staan of S/B in de behandelfase e<strong>en</strong> gunstig effect kan hebb<strong>en</strong>.<br />

Eind vorige eeuw werd voor e<strong>en</strong> aantal chronische ziekt<strong>en</strong> het nut van S/B als tertiaire<br />

prev<strong>en</strong>tie reeds beschrev<strong>en</strong> (Mosterd et al., 1996). Later slot<strong>en</strong> diverse nota's hierbij aan<br />

(VWS-nota SBG, 2001; RGO, 2001; ZonMw SBG-programmavoorstel, 2004; <strong>en</strong> de<br />

VWS-<strong>Sport</strong>nota, 2005). Toch bestaat er nog altijd onvoldo<strong>en</strong>de k<strong>en</strong>nis over de<br />

gezondheidseffect<strong>en</strong> van S/B, <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t<strong>en</strong>gevolge over de noodzakelijke dosis voor de<br />

gew<strong>en</strong>ste respons. Het is derhalve nog niet mogelijk om bij e<strong>en</strong> veelvoud van chronische<br />

ziekt<strong>en</strong> specifieke beweegadviez<strong>en</strong> te verstrekk<strong>en</strong>. Met de vraag wat de juiste dosering is,<br />

wordt tegelijkertijd de complexiteit van de dosis-respons relatie aangekaart (Bouchard et<br />

al., 1993). Indi<strong>en</strong> door S/B e<strong>en</strong> lichamelijk effect wordt bewerkstelligd, dan variër<strong>en</strong> deze<br />

effect<strong>en</strong> vaak van musculo-skeletair tot cardio-pulmonaal <strong>en</strong> van biochemisch tot<br />

immunologisch. De dosering blijkt o.a. afhankelijk van het type lichamelijke activiteit, de<br />

duur, de frequ<strong>en</strong>tie, de int<strong>en</strong>siteit <strong>en</strong> de periodisering. Effect<strong>en</strong> zijn ondermeer<br />

afhankelijk van baseline nivo's, van comorbiditeit, belastbaarheid, voeding, erfelijke <strong>en</strong><br />

sociale factor<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de 'perceived int<strong>en</strong>sity'. Kortom: de dosis-respons komt veelal neer<br />

op multi dosis met mogelijk ook multi responses. Het is daarom niet vreemd dat nog<br />

weinig bek<strong>en</strong>d is over de optimale of minimale dosis fysieke inspanning om<br />

gezondheidswinst te bereik<strong>en</strong> bij person<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> bepaalde chronische aando<strong>en</strong>ing. De<br />

huidige aanbeveling<strong>en</strong> zijn nochtans vrij algeme<strong>en</strong> van aard <strong>en</strong> meestal gebaseerd op<br />

experi<strong>en</strong>ce-based gegev<strong>en</strong>s. Mom<strong>en</strong>teel zijn deze beweegadviez<strong>en</strong> als volgt te<br />

omschrijv<strong>en</strong>:<br />

– regelmatig (2-3x/wk);<br />

– duur van 20-30 min<br />

– laag int<strong>en</strong>sief<br />

4


– type: wandel<strong>en</strong>, fiets<strong>en</strong>, zwemm<strong>en</strong> (Pate et al.,1995; Coumans & van Montfort,<br />

2000).<br />

Toch heeft de afgelop<strong>en</strong> 10 jaar het onderzoek naar de effect<strong>en</strong> van S/B bij diverse<br />

chronische ziekt<strong>en</strong> niet stil gestaan. In het rapport Oef<strong>en</strong>therapie van de Gezondheidsraad<br />

uit 2003 wordt beschrev<strong>en</strong> dat het reeds aangetoond is, dat S/B als interv<strong>en</strong>tie effectief is<br />

bij patiënt<strong>en</strong> met taaislijmziekte, chronische obstructieve longaando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>,<br />

etalageziekte, artrose van de knie, subacute <strong>en</strong> chronische lage rugklacht<strong>en</strong>. Ook werd<br />

geconcludeerd, dat er slechts aanwijzing<strong>en</strong> bestond<strong>en</strong> voor de effectiviteit van S/B bij<br />

patiënt<strong>en</strong> met CVA, de ziekte van Parkinson, heupartrose, de ziekte van Bechterew,<br />

astma <strong>en</strong> reumatoïde artritis. Indachtig de prognose dat in 2020 misschi<strong>en</strong> wel 9 miljo<strong>en</strong><br />

Nederlanders e<strong>en</strong> chronische ziekte hebb<strong>en</strong> (RIVM, 2002), is het gew<strong>en</strong>st dat de huidige<br />

stand van zak<strong>en</strong> over de effectiviteit <strong>en</strong> de dosis-respons relatie van S/B bij chronische<br />

ziekt<strong>en</strong> opnieuw wordt geïnv<strong>en</strong>tariseerd.<br />

In deze programmeringstudie gaat de aandacht uit naar de volg<strong>en</strong>de chronische ziekt<strong>en</strong>:<br />

CVA, Parkinson, ziekte van Bechterew, heupartrose, astma, reumatoïde artritis (RA).<br />

Deze zes werd<strong>en</strong> reeds besprok<strong>en</strong> in het rapport Oef<strong>en</strong>therapie (2003). De lijst met<br />

chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> is vanuit ZonMW uitgebreid met epilepsie, depressie <strong>en</strong><br />

angststoornis, zodat de effectiviteit van S/B bij in totaal neg<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

wordt geëvalueerd.<br />

Hoewel het begrijpelijk is dat het ontwikkel<strong>en</strong> van deze k<strong>en</strong>nis voor elke chronische<br />

ziekte in het belang zal zijn voor e<strong>en</strong> brede groep Nederlanders, is e<strong>en</strong> zekere prioritering<br />

gew<strong>en</strong>st in het onderzoek dat in Nederland zou moet<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>. Binn<strong>en</strong> dit rapport<br />

word<strong>en</strong> factor<strong>en</strong> aangedrag<strong>en</strong> om te kom<strong>en</strong> tot prioritering.<br />

5


2.Omvang chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

Tuss<strong>en</strong> 1989 <strong>en</strong> 2000 is het aantal chronisch ziek<strong>en</strong> in Nederland met gemiddeld 6%<br />

gesteg<strong>en</strong> naar in totaal 6,5 miljo<strong>en</strong> (CBS Statline, 2006). Mom<strong>en</strong>teel heeft bijna 41% van<br />

alle Nederlanders e<strong>en</strong> (of meer) chronische ziekte(n). Geschatte incid<strong>en</strong>tie- <strong>en</strong> preval<strong>en</strong>tie<br />

cijfers van acht van de neg<strong>en</strong> geïnv<strong>en</strong>tariseerde aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (2002; ziekte van<br />

Bechterew ontbreekt) zijn weergegev<strong>en</strong> in tabel 1. Het ligt echter in de lijn der<br />

verwachting dat de incid<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> preval<strong>en</strong>tie van deze aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> toe zull<strong>en</strong> nem<strong>en</strong><br />

(zie tabel 1). In algem<strong>en</strong>e zin voorspelt het RIVM in 2002 e<strong>en</strong> groei (van 25-55% in<br />

2020) van het aantal chronisch ziek<strong>en</strong> door de vergrijzing <strong>en</strong> groei van de bevolking.<br />

Daarbij moet in acht word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat de bevolkingsgroei in de periode 2000-2020<br />

slechts op 10% wordt geschat. E<strong>en</strong> belangrijk deel van de to<strong>en</strong>ame in chronisch ziek<strong>en</strong> in<br />

de kom<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> lijkt dus in hoge mate het gevolg van de vergrijzing. Deze voorspelling<br />

wordt bevestigd door rec<strong>en</strong>tere gegev<strong>en</strong>s over preval<strong>en</strong>tie cijfers.<br />

In 2001 had 5.4% van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de leeftijdscategorie 65+ ooit e<strong>en</strong> CVA gehad,<br />

terwijl dit in 2005 was opgelop<strong>en</strong> tot 7.4%.(CBS Statline, 2006).<br />

Bij patiënt<strong>en</strong> met klacht<strong>en</strong> die gerelateerd zijn aan gewrichtsslijtage van heup<strong>en</strong> of knieën<br />

is ook e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame te zi<strong>en</strong> over de laatste jar<strong>en</strong>. In 2001 had 29.5% van de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ouder<br />

dan 65 jaar klacht<strong>en</strong> van gewrichtsslijtage, terwijl dit in 2005 was gesteg<strong>en</strong> tot 33.7%.<br />

Bij reumatoïde artritis was in de leeftijdscategorie 65+ de preval<strong>en</strong>tie van 10.1% in 2001<br />

toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> naar 11.8% in 2005.<br />

De preval<strong>en</strong>tie van Parkinson neemt sterk toe met de leeftijd, van 3.64% (mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong><br />

2.04% (vrouw<strong>en</strong>) in de leeftijdscategorie 55-64, tot 28.85% (mann<strong>en</strong>) <strong>en</strong> 47.75%<br />

(vrouw<strong>en</strong>) in de leeftijdscategorie 85+ (Speelman, 2003). Naast deze tr<strong>en</strong>ds werd<strong>en</strong> ook<br />

e<strong>en</strong> aantal significante tr<strong>en</strong>ds gevond<strong>en</strong> voor minder ouderdomsgerelateerde<br />

aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> als depressie, angststoornis <strong>en</strong> astma. De preval<strong>en</strong>tie voor astma steeg van<br />

7.2% in 2001 naar 8.2% in 2005. De preval<strong>en</strong>tie van depressieve episodes <strong>en</strong> periodes<br />

van angstigheid nam niet toe (van 17.8% in 2001 naar 16.4% in 2005, (CBS Statline,<br />

2006), terwijl het aantal patiënt<strong>en</strong> dat voor depressie behandeld werd ongeveer<br />

verdubbelde (Schoemaker et al.,2005) .<br />

Voor epilepsie, met e<strong>en</strong> preval<strong>en</strong>tie van 0.5% in 2000, werd er ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s ge<strong>en</strong> significante<br />

tr<strong>en</strong>d gevond<strong>en</strong> over de periode 1990-2000. Toch voorpelt het RIVM e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame, mede<br />

gebaseerd op demografische verandering<strong>en</strong> (Carpay et al., 2004).<br />

Met bov<strong>en</strong>staande cijfers wordt duidelijk dat e<strong>en</strong> beleid gericht op e<strong>en</strong> effectieve<br />

behandeling van g<strong>en</strong>oemde chronische ziekt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot sociaal-maatschappelijk doel<br />

di<strong>en</strong>t.<br />

6


Tabel 1. Incid<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> Preval<strong>en</strong>tie<br />

<strong>Chronische</strong><br />

aando<strong>en</strong>ing<br />

Incid<strong>en</strong>tie 1 Preval<strong>en</strong>tie 1 Verwachte<br />

to<strong>en</strong>ame<br />

incid<strong>en</strong>tie in<br />

2020 t.o.v. 2000<br />

(in %) 2<br />

CVA Mann<strong>en</strong> 15.200 111.100 56.8 57.2<br />

Vrouw<strong>en</strong> 18.500 117.400 29.6 30.2<br />

Parkinson 3 Mann<strong>en</strong> 4.500 24.000 59.7 59.8<br />

Vrouw<strong>en</strong> 8.500 41.200 28.6 31.7<br />

Epilepsie Mann<strong>en</strong> 4.700 34.800 12.5 19.4<br />

Vrouw<strong>en</strong> 4.500 34.100 11.9 13.2<br />

Artrose Mann<strong>en</strong> 25.900 223.000 41.9 45.8<br />

Vrouw<strong>en</strong> 66.600 459.100 33.1 33.6<br />

Reumatoïde artritis Mann<strong>en</strong> 5.300 57.100 24.9 30.2<br />

Vrouw<strong>en</strong> 11.500 90.400 20.4 25.2<br />

Astma Mann<strong>en</strong> 52.600 236.800 2.1 5.4<br />

Vrouw<strong>en</strong> 64.700 283.000 7.3 7.9<br />

Depressie Mann<strong>en</strong> 38.400 116.900 11.2 14.0<br />

Vrouw<strong>en</strong> 73.600 246.700 12.8 15.3<br />

Angststoornis Mann<strong>en</strong> 16.600 42.200 9.5 7.3<br />

Vrouw<strong>en</strong> 32000 89400 8.5 13.2<br />

Bronn<strong>en</strong>: 1 Poos & Gommer (RIVM, 2006)<br />

2 Op basis van CBS bevolkingsprognose (RIVM, 2002)<br />

3 <strong>Ziek</strong>te van Parkinson & parkinsonisme (de Rijk et al., 1996)<br />

Verwachte to<strong>en</strong>ame<br />

preval<strong>en</strong>tie in 2020<br />

t.o.v. 2000 (in %) 2<br />

7


3. Medische kost<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

Wat de medische kost<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> aantal relevante chronische ziekt<strong>en</strong> betreft is in tabel 2<br />

e<strong>en</strong> schatting gegev<strong>en</strong> van de totale kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> per ziektegeval over 1999 (ziekte<br />

van Bechterew ontbreekt). Wat de totale kost<strong>en</strong> betreft scoort de behandeling van CVA<br />

hoog, per ziektegeval zijn dat vooral patiënt<strong>en</strong> met Parkinson <strong>en</strong> CVA.<br />

Tabel 2. Medische kost<strong>en</strong><br />

<strong>Chronische</strong> ziekte Totale kost<strong>en</strong>* Kost<strong>en</strong>* per<br />

1999<br />

ziektegeval<br />

CVA >1.000 3.000-10.000<br />

Parkinson 100-300 3.000-10.000<br />

Epilepsie 100-300 1.000-3.000<br />

Artrose 300-1.000 300-1.000<br />

Reumatoïde artritis 30-100 300-1.000<br />

Astma 300-1.000 300-1.000<br />

Depressie 300-1.000 1.000-3.000<br />

Angststoorniss<strong>en</strong> 100-300 1.000-3.000<br />

* in miljo<strong>en</strong><strong>en</strong> euro’s<br />

Bron: Polder et al., 2002<br />

Rond het jaar 2000 zijn psychische stoorniss<strong>en</strong> (angststoornis, depressie, dem<strong>en</strong>tie)<br />

verantwoordelijk voor bijna 8 miljard euro aan kost<strong>en</strong> in de zorg. Ter vergelijking kost<strong>en</strong><br />

hart- <strong>en</strong> vaatziekt<strong>en</strong> 'slechts' de helft (3,6 miljard euro). <strong>Ziek</strong>t<strong>en</strong> aan het<br />

spijsverteringsstelsel, het z<strong>en</strong>uwstelsel <strong>en</strong> zintuig<strong>en</strong>, het bewegingsapparaat, <strong>en</strong> het<br />

ademhalingsapparaat zijn nog e<strong>en</strong>s goed voor 8,2 miljard euro aan zorgkost<strong>en</strong> (RIVM,<br />

2002).<br />

E<strong>en</strong> belangrijk feit is tev<strong>en</strong>s dat patiënt<strong>en</strong> met chronische ziekt<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong><br />

maatschappelijk minder actief zijn <strong>en</strong> minder betaald werk verricht<strong>en</strong> (RIVM, 2002). De<br />

kost<strong>en</strong> als gevolg van verlies aan arbeidsproductiviteit bij patiënt<strong>en</strong> met chronische<br />

ziekt<strong>en</strong> zijn echter (nog) onvoldo<strong>en</strong>de bek<strong>en</strong>d.<br />

Deze cijfers ondersteun<strong>en</strong> nogmaals het belang van e<strong>en</strong> beleid dat gericht is op e<strong>en</strong><br />

effectieve behandeling van chronisch ziek<strong>en</strong>. Het is derhalve noodzakelijk te wet<strong>en</strong> in<br />

hoeverre S/B als onderdeel van e<strong>en</strong> actieve leefstijl hiertoe kan bijdrag<strong>en</strong>. Daarbij moet<br />

S/B beschouwd word<strong>en</strong> als additioneel aan andere therapievorm<strong>en</strong>. Ook is niet uit te<br />

sluit<strong>en</strong> dat S/B suppler<strong>en</strong>d kan werk<strong>en</strong>, waardoor bijvoorbeeld de medicatie zou kunn<strong>en</strong><br />

verminder<strong>en</strong>.<br />

8


4. Onderzoeksvrag<strong>en</strong><br />

De inv<strong>en</strong>tarisatie heeft tot doel de volg<strong>en</strong>de vrag<strong>en</strong> te beantwoord<strong>en</strong> met betrekking tot<br />

de behandeling van g<strong>en</strong>oemde neg<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>:<br />

1) Is er voldo<strong>en</strong>de bewijs dat <strong>Sport</strong> <strong>en</strong>/of beweg<strong>en</strong> (S/B) meer effect bewerkstelligt<br />

dan ge<strong>en</strong> behandeling/of andere vorm<strong>en</strong> van behandeling, resp. dat de toevoeging<br />

S/B aan e<strong>en</strong> willekeurige behandelingsvorm meer effect geeft dan de<br />

behandelingsvorm alle<strong>en</strong>?<br />

2) Is er voldo<strong>en</strong>de bewijs dat S/B veiliger is dan ge<strong>en</strong> behandeling/of andere vorm<strong>en</strong><br />

van behandeling, respectievelijk dat de toevoeging van S/B aan e<strong>en</strong> willekeurige<br />

behandelingsvorm minder schade veroorzaakt dan de behandelingsvorm alle<strong>en</strong>?<br />

3) Indi<strong>en</strong> er bewijs is voor e<strong>en</strong> effect, is dat voldo<strong>en</strong>de voor de bepaling van de<br />

optimale int<strong>en</strong>siteit, frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> duur (dosis)?<br />

4) Indi<strong>en</strong> er bewijs is voor minder schade, is dat voldo<strong>en</strong>de om vast te kunn<strong>en</strong> stell<strong>en</strong><br />

bij welke int<strong>en</strong>siteit, frequ<strong>en</strong>tie of duur (dosis) de schadelijke (bij-)werking<br />

optreedt?<br />

9


5. Omschrijving <strong>Sport</strong> & Beweg<strong>en</strong><br />

Om de onderzoeksvrag<strong>en</strong> goed te kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> is allereerst e<strong>en</strong> omschrijving<br />

van de begripp<strong>en</strong> sport <strong>en</strong> beweg<strong>en</strong> noodzakelijk. Van het begrip “sport” bestaan er<br />

meerdere definities die aangev<strong>en</strong> dat sport e<strong>en</strong> spelelem<strong>en</strong>t <strong>en</strong> e<strong>en</strong> competitie-elem<strong>en</strong>t<br />

bevat, <strong>en</strong> waarbij de sporter moeite moet do<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> bepaald doel te bereik<strong>en</strong>.<br />

Hieronder staan e<strong>en</strong> tweetal voorbeeld<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd:<br />

“a human activity capable of achieving a result requiring physical exertion and/or<br />

physical skill, which, by its nature and organization, is competitive and is g<strong>en</strong>erally<br />

accepted as being a sport” (Australian <strong>Sport</strong>s Foundation)<br />

“E<strong>en</strong> fysiek of d<strong>en</strong>kspel dat op reglem<strong>en</strong>taire wijze in competitieverband gespeeld kan<br />

word<strong>en</strong>. <strong>Sport</strong> kan ook op e<strong>en</strong> recreatieve wijze beoef<strong>en</strong>d word<strong>en</strong>” (van Dale).<br />

Daarnaast zijn er vorm<strong>en</strong> van beweg<strong>en</strong>, die uitsluit<strong>en</strong>d bedoeld zijn om de lichamelijke<br />

fitheid te verbeter<strong>en</strong> of slechts als doel hebb<strong>en</strong> lichamelijk actief te zijn, zoals wandel<strong>en</strong>,<br />

jogg<strong>en</strong>, fiets<strong>en</strong>, fitness, <strong>en</strong> aanverwante activiteit<strong>en</strong>. Deze vorm<strong>en</strong> van beweg<strong>en</strong> vall<strong>en</strong><br />

niet onder de klassieke definitie van sport, maar zijn zeker vorm<strong>en</strong> van activiteit waarbij<br />

het lichaam uitgedaagd wordt.<br />

Beweg<strong>en</strong> in therapeutische zin zal in dit rapport aansluit<strong>en</strong> bij de definitie van Tan (1995)<br />

in het rapport Oef<strong>en</strong>therapie”(2003):<br />

‘Het teweegbr<strong>en</strong>g<strong>en</strong> van spiercontracties <strong>en</strong> beweging<strong>en</strong> van het lichaam met als doel het<br />

functioner<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> persoon te verbeter<strong>en</strong>, zodat de activiteit<strong>en</strong> van het dagelijkse lev<strong>en</strong><br />

uitgevoerd kunn<strong>en</strong> (blijv<strong>en</strong>) word<strong>en</strong>. Door toepassing <strong>en</strong> aanpassing van<br />

(spier)spanning<strong>en</strong> <strong>en</strong> kracht<strong>en</strong> op del<strong>en</strong> van het lichaam van e<strong>en</strong> individu wordt getracht<br />

stoorniss<strong>en</strong> op te heff<strong>en</strong>, functies van het bewegingsapparaat te verbeter<strong>en</strong>, de<br />

gezondheidstoestand te handhav<strong>en</strong> <strong>en</strong> het disfunctioner<strong>en</strong> van het bewegingsapparaat te<br />

voorkom<strong>en</strong>, zonder dat daarbij letsel wordt veroorzaakt. Afhankelijk van de behoeft<strong>en</strong><br />

van het individu, kunn<strong>en</strong> specifieke vorm<strong>en</strong> van oef<strong>en</strong>therapie word<strong>en</strong> toegepast met als<br />

doel: het verbeter<strong>en</strong> of onderhoud<strong>en</strong> van de bewegingsuitslag van de gewricht<strong>en</strong>,<br />

spierkracht, uithoudingsvermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> cardiovasculaire fitheid, coördinatie, snelheid<br />

<strong>en</strong> het bevorder<strong>en</strong> van (spier)ontspanning’.<br />

Binn<strong>en</strong> de revalidatie zijn er ook oef<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>d, waarmee m<strong>en</strong> door middel van<br />

m<strong>en</strong>tale d<strong>en</strong>kprocess<strong>en</strong> probeert, het lichaam of bepaalde lichaamsdel<strong>en</strong> tot ontspanning<br />

te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> hiervan zijn autog<strong>en</strong>e training, zelfhypnose <strong>en</strong> meditatie.<br />

Aangezi<strong>en</strong> hiervoor niet direct lichamelijke activiteit noodzakelijk is, vall<strong>en</strong> dergelijke<br />

oef<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het bestek van onze omschrijving van S/B.<br />

In dit rapport wordt onder S/B verstaan: alle vorm<strong>en</strong> van beweg<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> patiënt actief<br />

uitvoert <strong>en</strong> die als uitdag<strong>en</strong>d <strong>en</strong>/of vermoei<strong>en</strong>d zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>. Dit betek<strong>en</strong>t<br />

dat alle vorm<strong>en</strong> van passief beweg<strong>en</strong> buit<strong>en</strong> beschouwing word<strong>en</strong> gelat<strong>en</strong> (zie figuur 1).<br />

10


Figuur 1. Het continuüm van passief beweg<strong>en</strong> (uiterst links), via zelfstandig beweg<strong>en</strong><br />

onder individuele begeleiding, via functionele oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, via recreatieve sport naar<br />

georganiseerde sport (uiterst rechts).<br />

11


6. Methodologische verantwoording<br />

6.1 Systematische reviews.<br />

De door ons verkoz<strong>en</strong> werkwijze komt in grote lijn<strong>en</strong> overe<strong>en</strong> met de programmeringstudie<br />

over Oef<strong>en</strong>therapie (Gezondheidsraad, 2003). Op basis van e<strong>en</strong> systematische<br />

literatuurstudie is e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t overzicht verkreg<strong>en</strong> over de effectiviteit <strong>en</strong> de dosis-respons<br />

relatie van S/B op het beloop van e<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tal chronische ziekt<strong>en</strong>. Om de hoeveelheid<br />

werk binn<strong>en</strong> de gestelde tijdstermijn af te kunn<strong>en</strong> rond<strong>en</strong>, is ervoor gekoz<strong>en</strong> om de<br />

literatuur te beperk<strong>en</strong> tot systematische reviews. Deze bronn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beknopt <strong>en</strong><br />

gestructureerd overzicht van de aanwezige evid<strong>en</strong>tie op dit gebied.<br />

Aan de hand van de verschill<strong>en</strong>de keyword combinaties (zie tabel 3) is in de “whole text“<br />

gezocht naar systematische reviews of meta-analyses via de digitale databases Pubmed,<br />

Embase, Cinahl, PEdro, Cochrane <strong>en</strong> doconline (zie bijlage I-IX). Aansluit<strong>en</strong>d op het<br />

“Rapport Oef<strong>en</strong>therapie” van de Gezondheidsraad (2003) werd gezocht naar volledig<br />

gepubliceerde artikel<strong>en</strong> in de periode van 01-08-2002 tot 01-04-2006 voor de<br />

aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> beroerte (CVA), Parkinson, reumatoïde artritis, (heup-)artrose, astma, <strong>en</strong><br />

ziekte van Bechterew. Voor epilepsie, depressie <strong>en</strong> angststoornis is gezocht naar artikel<strong>en</strong><br />

die gepubliceerd zijn in de periode van 01-01-1996 tot 01-04-2006. Artikel<strong>en</strong> moest<strong>en</strong><br />

geschrev<strong>en</strong> zijn in het Engels, Duits of Nederlands. In de zoekactie werd zoveel mogelijk<br />

gebruik gemaakt van de beschikbare “limits”, zodat er e<strong>en</strong> voorselectie gemaakt kon<br />

word<strong>en</strong> in het aantal zoekresultat<strong>en</strong>.Artikel<strong>en</strong> die niet beschikbaar war<strong>en</strong> via de<br />

Nederlandse C<strong>en</strong>trale Catalogus (NCC) werd<strong>en</strong> niet geselecteerd.<br />

Tabel 3. Keywords<br />

<strong>Chronische</strong><br />

aando<strong>en</strong>ing<br />

Keywords aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> Keywords interv<strong>en</strong>tie<br />

CVA “CVA” OR “CVI” OR "cerebrovascular "physical education" OR<br />

incid<strong>en</strong>t" OR “stroke”<br />

training OR<br />

Parkinson CVA “Parkinson”<br />

"physical fitness" OR<br />

Epilepsie “epilepsy”<br />

"physical <strong>en</strong>durance" OR<br />

Astma<br />

Rheumatoïde artritis<br />

Artrose heup<br />

Bechterew<br />

Depressie<br />

Angststoornis<br />

“asthma”<br />

“rheumatoid arthritis”<br />

osteoarthritis AND hip<br />

Bechterew OR "ankylosing spondylitis"<br />

“depression”<br />

“anxiety” OR “fear”<br />

sport OR athlete* OR<br />

"physical activity" OR<br />

"leisure time activity" OR<br />

exercise OR<br />

“physical therapy” OR<br />

physiotherapy<br />

12


Astma .<br />

dr. N.J.M. Cox<br />

CVA<br />

Dr. N.<br />

Smidt<br />

Parkinson<br />

Dr. C. Visscher<br />

Astma<br />

Prof. dr. J.W-J.<br />

Lammers<br />

Parkinson & CVA<br />

Dr. G. Kwakkel<br />

Reumatoïde<br />

artritis<br />

Dr. Z. de Jong<br />

Externe experts<br />

Interne experts<br />

<strong>Ziek</strong>te van Bechterew,<br />

Reumatoide artritis &<br />

heupartrose<br />

Prof. dr. J.W.J. Bijlsma<br />

Kerngroep<br />

<strong>Sport</strong>g<strong>en</strong>eeskunde<br />

dr. F.J.G. Backx<br />

drs. J.A.C.G. Jans<strong>en</strong><br />

dr. W.R. de Vries<br />

drs. S.L. Schmikli<br />

prof. dr. E. Lindeman<br />

Angststoornis<br />

dr.I. M. van Vliet<br />

Depressie & Angststoornis<br />

drs B. Gunther Moor<br />

Bechterew<br />

Prof. dr. S. van<br />

der Lind<strong>en</strong><br />

Epilepsie<br />

Prof. dr.<br />

J.H.J. Wokke<br />

Depressie<br />

Prof. dr. A.J.<br />

Beekman<br />

Artrose<br />

Prof. dr.<br />

S.K. Bulstra<br />

Figuur 2. Medewerkers, verdeeld over de verschill<strong>en</strong>de schill<strong>en</strong>. Interne experts zijn<br />

experts binn<strong>en</strong> het UMC Utrecht; externe experts zijn van buit<strong>en</strong> het UMC Utrecht.<br />

Epilepsie<br />

Prof. dr.<br />

O. F. Brouwer<br />

6.2 Zoekmethod<strong>en</strong>.<br />

Alle reviews werd<strong>en</strong> in eerste instantie door één lid van de Kerngroep <strong>Sport</strong>g<strong>en</strong>eeskunde<br />

(J.A.C.G.J., zie figuur 2) gescre<strong>en</strong>d op relevantie op basis van titel <strong>en</strong> abstract. Als er<br />

ge<strong>en</strong> abstract beschrev<strong>en</strong> was, werd het volledige artikel achterhaald, <strong>en</strong> werd op basis<br />

van het daarin beschrev<strong>en</strong> abstract de review al dan niet geselecteerd.<br />

In e<strong>en</strong> tweede ronde werd<strong>en</strong> de literatuurlijst<strong>en</strong> (refer<strong>en</strong>ties) van de geselecteerde<br />

artikel<strong>en</strong> gescre<strong>en</strong>d op mogelijk relevante titels <strong>en</strong> ook deze artikel<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> achterhaald<br />

(J.A.C.G.J.). Vervolg<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> deze artikel<strong>en</strong> “full-text” gelez<strong>en</strong> door de led<strong>en</strong> van de<br />

kerngroep <strong>en</strong> nogmaals beoordeeld, waarbij alle<strong>en</strong> artikel<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> geïncludeerd als zij<br />

volded<strong>en</strong> aan de volg<strong>en</strong>de eis<strong>en</strong>:<br />

13


1. De review is volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> volledig reproduceerbaar protocol uitgevoerd met t<strong>en</strong><br />

minste e<strong>en</strong> inzichtelijke “methode-sectie”.<br />

2. De review bevat t<strong>en</strong> minste één RCT.<br />

3. S/B wordt vergelek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> standaard behandeling, placebo-behandeling, of<br />

andere vorm<strong>en</strong> van behandeling.<br />

4. Uitkomstmat<strong>en</strong> zijn klinisch relevant.<br />

5. Pres<strong>en</strong>tatie van resultat<strong>en</strong> per diagnose.<br />

6. S/B heeft tot doel of lichamelijk actief te zijn, dan wel functionele vaardighed<strong>en</strong><br />

te verbeter<strong>en</strong>.<br />

7. De eig<strong>en</strong> of additionele bijdrage van S/B moet duidelijk zijn.<br />

Punt 7 kan geïllustreerd word<strong>en</strong> aan de hand van de interv<strong>en</strong>tie-effect<strong>en</strong> van ergotherapie<br />

(“occupational therapy”), dat zowel elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van functioneel oef<strong>en</strong><strong>en</strong> omvat als ook het<br />

creër<strong>en</strong> van aanpassing<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gebruik van hulpmiddel<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> review di<strong>en</strong>t duidelijk<br />

onderscheid te mak<strong>en</strong> in de effect<strong>en</strong> van deze verschill<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Alle geselecteerde artikel<strong>en</strong> zijn vervolg<strong>en</strong>s door e<strong>en</strong> aantal interne (binn<strong>en</strong> het UMC<br />

Utrecht) <strong>en</strong> externe experts (zie figuur 2) beoordeeld volg<strong>en</strong>s de Ass<strong>en</strong>delft methode<br />

(Ass<strong>en</strong>delft et al., 1995, zie bijlage I). Deze methode kwantificeert de kwaliteit van<br />

systematische reviews door beoordeling van 1) de beschrijving van de gebruikte<br />

methodiek voor het selecter<strong>en</strong> van artikel<strong>en</strong>, 2) de methodologische kwaliteit, 3) de<br />

beschrijving van de interv<strong>en</strong>tie, <strong>en</strong> 4) de data pres<strong>en</strong>tatie <strong>en</strong> evaluatie. Er kunn<strong>en</strong><br />

maximaal 100 punt<strong>en</strong> op de Ass<strong>en</strong>delft-schaal gehaald word<strong>en</strong>. Onze adviez<strong>en</strong> zijn<br />

gebaseerd op systematische reviews die door beide refer<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (zowel intern als extern)<br />

met e<strong>en</strong> score van meer dan 60 punt<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> beoordeeld. Als e<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst<br />

was tuss<strong>en</strong> de beide refer<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, werd e<strong>en</strong> derde refer<strong>en</strong>t ingeschakeld (E.L.). Alle<strong>en</strong><br />

indi<strong>en</strong> deze de betreff<strong>en</strong>de review e<strong>en</strong> score van > 60 punt<strong>en</strong> gaf, werd deze alsnog<br />

meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de inv<strong>en</strong>tarisatie.<br />

6.3 Beoordeling systematische reviews<br />

Gebaseerd op de systematische reviews word<strong>en</strong> met betrekking tot effectiviteit, dosisrespons<br />

relatie <strong>en</strong> veiligheid van S/B de volg<strong>en</strong>de gradaties in de bewijsvoering gebruikt:<br />

Effectiviteit<br />

• Er is hard bewijs dat S/B effectiever is dan ge<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> alternatieve behandeling.<br />

• Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat S/B effectiever is.<br />

• Er kan ge<strong>en</strong> uitspraak gedaan word<strong>en</strong> over de effectiviteit van S/B.<br />

Dosis-respons relatie<br />

• Er is hard bewijs voor e<strong>en</strong> dosis-respons relatie.<br />

• Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> dosis-respons relatie.<br />

• Er kan ge<strong>en</strong> uitspraak gedaan word<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> dosis-respons relatie.<br />

Veiligheid<br />

• Er is hard bewijs dat S/B ge<strong>en</strong> negatieve effect<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de veiligheid met<br />

zich meebr<strong>en</strong>gt.<br />

14


• Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat S/B ge<strong>en</strong> negatieve effect<strong>en</strong> met zich meebr<strong>en</strong>gt<br />

• Er kan ge<strong>en</strong> uitspraak gedaan word<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de veiligheidsaspect<strong>en</strong> van S/B.<br />

In tabel 4 wordt e<strong>en</strong> overzicht gegev<strong>en</strong> van de conclusies uit het Rapport Oef<strong>en</strong>therapie<br />

(2003) betreff<strong>en</strong>de zes van de neg<strong>en</strong> onderhavige chronische ziekt<strong>en</strong>. De aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

depressie, angststoornis <strong>en</strong> epilepsie war<strong>en</strong> in dat rapport niet geëvalueerd.<br />

Tabel 4. Overzicht aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

Huidige<br />

rapport<br />

Rapport<br />

Oef<strong>en</strong>therapie<br />

(2003)<br />

CVA*<br />

Parkinson *<br />

Heupartrose *<br />

<strong>Ziek</strong>te van<br />

Bechterew *<br />

Conclusies oef<strong>en</strong>therapie<br />

Ge<strong>en</strong> uitspraak mogelijk over effectiviteit bij hemiplege<br />

schouderpijn; aanwijzing<strong>en</strong> dat meer int<strong>en</strong>sieve oef<strong>en</strong>therapie<br />

meer effect heeft dan minder int<strong>en</strong>sieve therapie<br />

Onvoldo<strong>en</strong>de bewijs voor effectiviteit; aanwijzing<strong>en</strong> voor<br />

effect<strong>en</strong> op loopsnelheid <strong>en</strong> ADL<br />

Aanwijzing<strong>en</strong> dat oef<strong>en</strong>therapie gunstiger is dan ge<strong>en</strong><br />

oef<strong>en</strong>therapie.<br />

Aanwijzing<strong>en</strong> voor de effectiviteit van oef<strong>en</strong>therapie.<br />

Reumatoïde artritis *<br />

Onvoldo<strong>en</strong>de bewijs om e<strong>en</strong> uitspraak te do<strong>en</strong> over de<br />

effectiviteit<br />

Astma *<br />

Ge<strong>en</strong> uitspraak mogelijk over effectiviteit van oef<strong>en</strong>therapie<br />

Depressie<br />

#<br />

-<br />

Angststoornis<br />

#<br />

-<br />

Epilepsie<br />

#<br />

-<br />

#Niet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in rapport Oef<strong>en</strong>therapie (2003); zoekactie van 01-01-1996 tot 01-04-2006<br />

* Zoekactie van 01-08-2002 tot 01-04-2006<br />

15


7. Resultat<strong>en</strong><br />

Zoekactie <strong>en</strong> Ass<strong>en</strong>delft methode<br />

De resultat<strong>en</strong> van de zoekacties <strong>en</strong> de beoordeling middels de Ass<strong>en</strong>delft methode zijn<br />

per aando<strong>en</strong>ing gedetailleerd beschrev<strong>en</strong> in de App<strong>en</strong>dix. In de volg<strong>en</strong>de paragraf<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> per aando<strong>en</strong>ing de systematische reviews beschrev<strong>en</strong>.<br />

7.1 Aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van het z<strong>en</strong>uwstelsel.<br />

De geïnv<strong>en</strong>tariseerde aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die gerelateerd zijn aan het z<strong>en</strong>uwstelsel betreff<strong>en</strong>:<br />

CVA, de ziekte van Parkinson <strong>en</strong> epilepsie.<br />

7.1.1 CVA<br />

Bij patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beroerte word<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de interv<strong>en</strong>ties toegepast. Van Pepp<strong>en</strong><br />

et al. (2004) mak<strong>en</strong> onderscheid naar zes vorm<strong>en</strong>:<br />

1. “neurologische” behandelmethod<strong>en</strong> (o.a. Bobath concept, PNF)<br />

2. programma’s voor s<strong>en</strong>sorimotorische functies of beïnvloeding spiertonus<br />

3. cardiovasculaire- <strong>en</strong> aerobe fitness programma’s<br />

4. mobiliteitsgerelateerde oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

5. oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor de paretische arm<br />

6. oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> met to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de int<strong>en</strong>siteit <strong>en</strong> tijdsduur<br />

Er werd<strong>en</strong> 19 systematische reviews over de effectiviteit van minst<strong>en</strong>s één van<br />

bov<strong>en</strong>staande interv<strong>en</strong>tievorm<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> (Barreca et al., 2003; Eng, 2004; Hakk<strong>en</strong>nes<br />

et al., 2005; Kwakkel et al., 2004; Luke et al., 2004;; Manning & Pomeroy, 2003; Meek<br />

et al., 2003; Morris et al., 2004; Moseley et al., 2005; Paci, 2003; Page & Lockwood,<br />

2003; Pang et al., 2006; Platz, 2003; Pollock et al., 2003; Saunders et al., 2004; Steultj<strong>en</strong>s<br />

et al., 2003;Teassell et al., 2003 a ; Teasell et al., 2003 b ; van Pepp<strong>en</strong> et al., 2004).<br />

Van deze 19 blek<strong>en</strong> er 12 van methodologisch goede kwaliteit (Hakk<strong>en</strong>nes et al., 2005;<br />

Kwakkel et al., 2004; Luke et al., 2004; Meek et al., 2003; Morris et al., 2004; Moseley et<br />

al., 2005; Pang et al., 2006; Pollock et al., 2003; Saunders et al., 2004; Steultj<strong>en</strong>s et al.,<br />

2003; van Pepp<strong>en</strong> et al., 2004; Teasell et al., 2003).<br />

Gezi<strong>en</strong> de overlap tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de interv<strong>en</strong>tievorm<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> wij om<br />

pragmatische red<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> vere<strong>en</strong>voudiging aan in vier vorm<strong>en</strong>:<br />

• neurologische behandelmethod<strong>en</strong> (1)<br />

• functionele <strong>en</strong> niet-functionele kracht- <strong>en</strong> conditieoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (2-3-4)<br />

• gedwong<strong>en</strong> gebruik (5)<br />

• oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> met to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de int<strong>en</strong>siteit <strong>en</strong> duur (6)<br />

Neurologische behandelmethod<strong>en</strong><br />

De review van Luke et al. (2004) behandelt o.a. de effect<strong>en</strong> van diverse interv<strong>en</strong>ties op<br />

effect-parameters als pijn, spiertonus, kracht, <strong>en</strong> coördinatie bij e<strong>en</strong> parese van de arm. Er<br />

word<strong>en</strong> 5 RCT’s besprok<strong>en</strong>, waarin de resultat<strong>en</strong> van de Bobath methode word<strong>en</strong><br />

vergelek<strong>en</strong> met andere interv<strong>en</strong>ties als controlebehandeling. Bij de behandeling van<br />

hypertonie wordt Bobath vergelek<strong>en</strong> met PNF (131 patiënt<strong>en</strong>), bij verbetering van de<br />

coördinatie vindt vergelijking plaats met e<strong>en</strong> geïntegreerde fysiotherapeutische<br />

gedragsb<strong>en</strong>adering (29 patiënt<strong>en</strong>), bij behandeling van schouderpijn met cryotherapie (65<br />

16


patiënt<strong>en</strong>), <strong>en</strong> bij verbetering van bewegingsbeperking<strong>en</strong> wordt Bobath vergelek<strong>en</strong> met<br />

functionele training <strong>en</strong> Motor Relearning Program (88 patiënt<strong>en</strong>). Alle onderzochte<br />

behandelingsmethod<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> gunstige effect<strong>en</strong> op de relevante parameters. Alle<strong>en</strong><br />

voor e<strong>en</strong> vermindering van de hypertonie <strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>tie van schouderpijn wordt e<strong>en</strong><br />

statistisch significant voordeel voor de Bobath methode gevond<strong>en</strong> t.o.v de toegepaste<br />

controle therapieën. De meeste studies zijn van e<strong>en</strong> lage methodologische kwaliteit.<br />

Daarnaast is het de vraag of de Bobath methode meer effect zou hebb<strong>en</strong> dan ‘’ge<strong>en</strong><br />

behandeling’’. De vraag resteert echter of dit voordeel ook praktisch relevant is.<br />

Functionele <strong>en</strong> niet-functionele kracht- <strong>en</strong> conditieoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

In de review van Saunders et al. (2004) word<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van cardiovasculaire training,<br />

al dan niet gecombineerd met krachtoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, geëvalueerd. In deze review zijn 12<br />

RCT’s opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. De effect<strong>en</strong> van cardiovasculaire training word<strong>en</strong> geëvalueerd in 10<br />

RCT’s bij totaal 215 patiënt<strong>en</strong>. De effect<strong>en</strong> van alle<strong>en</strong> krachttraining word<strong>en</strong> geëvalueerd<br />

in 2 RCT’s. 5 RCT’s kijk<strong>en</strong> naar de effect<strong>en</strong> van cardiovasculaire training gecombineerd<br />

met krachttraining.<br />

• Twee RCT’s bestuder<strong>en</strong> o.a. de effect<strong>en</strong> van cardiovasculaire training op de<br />

aërobe capaciteit <strong>en</strong> de maximale belasting bij 55 patiënt<strong>en</strong>. De auteurs<br />

concluder<strong>en</strong> op basis van e<strong>en</strong> meta-analyse van de gepoolde data dat er ge<strong>en</strong><br />

significante verbetering<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> in de VO2 <strong>en</strong> de maximale belasting<br />

(fietsergometrie) vergelek<strong>en</strong> met ‘’ge<strong>en</strong> behandeling’’ of reguliere<br />

fysiotherapeutische behandeling.<br />

• Op basis van de gepoolde data van 4 RCT’s met in totaal 115 deelnemers<br />

concluder<strong>en</strong> de auteurs dat cardiorespiratoire training (met name op de tredmol<strong>en</strong>)<br />

e<strong>en</strong> significante verbetering geeft van de maximale wandelsnelheid over korte<br />

afstand, alsook e<strong>en</strong> vermindering van de mate van afhankelijkheid van ander<strong>en</strong> bij<br />

het ambulant zijn. Er bestaan ge<strong>en</strong> significante effect<strong>en</strong> op de bij voorkeur<br />

gekoz<strong>en</strong> loopsnelheid.<br />

• Twee RCT’s die de effect<strong>en</strong> van training op de parameter spierkracht bestuder<strong>en</strong><br />

rapporter<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>duidige resultat<strong>en</strong>.<br />

• Er wordt tev<strong>en</strong>s gemeld dat er ge<strong>en</strong> sprake is geweest van training geïnduceerde<br />

blessures of andere calamiteit<strong>en</strong> bij de onderzochte patiënt<strong>en</strong>.<br />

Saunders et al. (2004) b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat er onvoldo<strong>en</strong>de data beschikbaar zijn om e<strong>en</strong><br />

definitieve conclusie omtr<strong>en</strong>t de effectiviteit van spierversterk<strong>en</strong>de oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> te trekk<strong>en</strong>:<br />

de overdracht van e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tuele krachtto<strong>en</strong>ame naar e<strong>en</strong> significante verbetering van<br />

functionele vaardighed<strong>en</strong> als opstaan <strong>en</strong> lop<strong>en</strong> ontbreekt.<br />

In de review van Meek et al. (2003) wordt ook gekek<strong>en</strong> naar effect<strong>en</strong> van<br />

cardiovasculaire fitness programma’s op fysieke beperking<strong>en</strong> <strong>en</strong> mate van invaliditeit. Op<br />

basis van drie RCT’s, met data van in totaal 75 patiënt<strong>en</strong>, wordt geconcludeerd dat er<br />

ge<strong>en</strong> overtuig<strong>en</strong>d bewijs bestaat voor <strong>en</strong>ig effect op fysieke eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> als kracht,<br />

aëroob uithoudingsvermog<strong>en</strong>, lichaamsbalans, spiertonus <strong>en</strong> loopsnelheid, als mede op de<br />

mate van afhankelijkheid, de kwaliteit van lev<strong>en</strong> of het risico voor toekomstige CVA’s.<br />

Pang et al. (2006) besprek<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van aërobe training op de aërobe capaciteit<br />

(VO2max, maximale belasting), de wandelsnelheid <strong>en</strong> het uithoudingsvermog<strong>en</strong> van<br />

patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lichte tot matige beroerte, die e<strong>en</strong> relatief laag risico hebb<strong>en</strong> op cardiale<br />

complicaties tijd<strong>en</strong>s fysieke inspanning<strong>en</strong>. Op basis van e<strong>en</strong> meta-analyse van 7 RCT’s<br />

met in totaal 480 patiënt<strong>en</strong> (waarvan drie RCT’s na 2002, die niet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zijn in de<br />

17


eview van Saunders et al. 2004), wordt geconcludeerd dat er sterk bewijs is voor<br />

gunstige effect<strong>en</strong> van aërobe training op de aërobe capaciteit (de wandelsnelheid <strong>en</strong> het<br />

loopuithoudingsvermog<strong>en</strong>). De auteurs gev<strong>en</strong> tev<strong>en</strong>s aan dat e<strong>en</strong> verbetering van het<br />

uithoudingsvermog<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> aan aërobe training moet word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong>, maar<br />

ook aan ev<strong>en</strong>tuele verbetering<strong>en</strong> in de lichaamsbalans of de spierkracht. Doordat studies<br />

met relatief weinig deelnemers in de meta-analyse zijn meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de patiënt<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

lichte tot matige beroerte hebb<strong>en</strong>, is bij g<strong>en</strong>eralisatie e<strong>en</strong> overschatting van de effect<strong>en</strong><br />

mogelijk.<br />

Morris et al. (2004) besprek<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van 3 RCT’s <strong>en</strong> 6 pre- post test studies<br />

waarin de effect<strong>en</strong> van progressieve krachttraining word<strong>en</strong> onderzocht. Slechts één studie<br />

is van goede methodologische kwaliteit <strong>en</strong> heeft voldo<strong>en</strong>de deelnemers (Inaba et<br />

al.,1973). Er wordt op de korte termijn e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van kracht <strong>en</strong> verbetering in<br />

functionele vaardighed<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van conv<strong>en</strong>tionele therapie. Na acht<br />

wek<strong>en</strong> was dit effect weer verdw<strong>en</strong><strong>en</strong>. De auteurs concluder<strong>en</strong> dat er aanwijzing<strong>en</strong> zijn<br />

dat lichamelijke beperking<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verminder<strong>en</strong> na krachttraining, maar dat er<br />

onvoldo<strong>en</strong>de bewijs is voor e<strong>en</strong> transfer van deze resultat<strong>en</strong> naar functionele<br />

vaardighed<strong>en</strong>.<br />

In de review van Teasell et al. (2003) word<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de<br />

interv<strong>en</strong>tievorm<strong>en</strong> t<strong>en</strong> behoeve van het lop<strong>en</strong> geëvalueerd. Zij concluder<strong>en</strong> op basis van<br />

twee RCT’s van matige kwaliteit <strong>en</strong> e<strong>en</strong> beperkt aantal deelnemers dat er <strong>en</strong>ig bewijs is<br />

voor de effectiviteit van krachttraining op het loopuithoudingsvermog<strong>en</strong>. Verder<br />

concluder<strong>en</strong> zij op basis van 1 goede studie (Inaba et al., 1973) dat er matig bewijs is<br />

voor e<strong>en</strong> transfer naar ADL activiteit<strong>en</strong>. Gunstige effect<strong>en</strong> zijn slechts kort van duur. Bij<br />

tredmol<strong>en</strong>training, met of zonder ondersteuning van het lichaamsgewicht, kom<strong>en</strong> de<br />

auteurs tot de conclusie dat er onvoldo<strong>en</strong>de bewijs is voor <strong>en</strong>ig effect.<br />

In e<strong>en</strong> review van Moseley et al. (2005) word<strong>en</strong> 15 trials (met 622 deelnemers)<br />

beschrev<strong>en</strong>, die de effect<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> tredmol<strong>en</strong>training op het loopvermog<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong><br />

met andere fysiotherapeutische interv<strong>en</strong>ties met lop<strong>en</strong>, dan wel met placebo<br />

behandeling<strong>en</strong> of ge<strong>en</strong> interv<strong>en</strong>ties. Moseley et al. (2005) concluder<strong>en</strong> dat er na het<br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, met ondersteuning van het lichaamsgewicht, ge<strong>en</strong> significant gunstiger effect<strong>en</strong><br />

gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong> op de houdingsbalans, de loopcoördinatie of de zelfgekoz<strong>en</strong><br />

loopsnelheid <strong>en</strong> uithoudingsvermog<strong>en</strong>, vergelek<strong>en</strong> met andere fysiotherapeutische<br />

interv<strong>en</strong>ties gerelateerd aan lop<strong>en</strong>.<br />

Wel heeft één RCT aangetoond dat voor e<strong>en</strong> groep van slechts 20 CVA patiënt<strong>en</strong> die bij<br />

aanvang van de behandeling niet zelfstandig kond<strong>en</strong> lop<strong>en</strong>, het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> met<br />

ondersteuning van het lichaamsgewicht e<strong>en</strong> beter effect heeft dan het lop<strong>en</strong> zonder<br />

ondersteuning. Betreff<strong>en</strong>de de risico’s voor calamiteit<strong>en</strong> bij het lop<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> loopband<br />

meldd<strong>en</strong> de auteurs dat ongeveer 1-8 % van de deelnem<strong>en</strong>de patiënt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> kans heeft op<br />

e<strong>en</strong> al of niet ernstige training geïnduceerde calamiteit, zoals cardiale complicaties,<br />

vall<strong>en</strong>, of spierpijn.<br />

In de review van Pollock et al. (2003) word<strong>en</strong> in 11 RCT’s met in totaal 362 patiënt<strong>en</strong> de<br />

effect<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de fysiotherapeutische interv<strong>en</strong>ties op houdingscontrole <strong>en</strong> de<br />

functie van de onderste extremiteit met elkaar vergelek<strong>en</strong>. Er word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> significante<br />

verschill<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> in loopsnelheid, ev<strong>en</strong>wicht, <strong>en</strong> functionele afhankelijkheid tuss<strong>en</strong><br />

de meer neurofysiologisch georiënteerde <strong>en</strong> meer orthopedisch georiënteerde<br />

behandeling<strong>en</strong>. Er wordt door de auteurs opgemerkt dat het, vanwege de vage<br />

omschrijving<strong>en</strong> van de interv<strong>en</strong>tievorm<strong>en</strong>, lastig is om definitieve conclusies te trekk<strong>en</strong>.<br />

18


Van Pepp<strong>en</strong> et al. (2004) gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> overzicht van alle mogelijke fysiotherapeutische<br />

interv<strong>en</strong>ties bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> beroerte. Zij concluder<strong>en</strong> op basis van twee RCT’s dat er<br />

voldo<strong>en</strong>de bewijs is dat krachttraining e<strong>en</strong> positieve bijdrage kan lever<strong>en</strong> aan de kracht<br />

van paretische spier<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat er beperkt bewijs bestaat voor e<strong>en</strong> verbetering van het<br />

uithoudingsvermog<strong>en</strong> van deze spier<strong>en</strong>. Ook concluder<strong>en</strong> zij dat er ge<strong>en</strong> bewijs is voor<br />

e<strong>en</strong> effect op ADL-gerelateerde parameters <strong>en</strong> de fysieke <strong>en</strong> m<strong>en</strong>tale gezondheid.<br />

Gebaseerd op e<strong>en</strong> best-evid<strong>en</strong>ce synthese van de gegev<strong>en</strong>s van drie RCT’s concluder<strong>en</strong><br />

zij verder dat cardiovasculaire oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positief effect hebb<strong>en</strong> op het<br />

loopvermog<strong>en</strong> <strong>en</strong> de loopafstand, <strong>en</strong> dat er beperkt bewijs is voor e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame in de<br />

VO2max. E<strong>en</strong> combinatie van kracht- <strong>en</strong> cardiovasculaire oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> geeft e<strong>en</strong><br />

significant positief effect op spierkracht van de onderste extremiteit (2 RCT’s), maar niet<br />

op het uithoudingsvermog<strong>en</strong> (2 RCT’s) of de loopsnelheid (4 RCT’s).<br />

Volg<strong>en</strong>s van Pepp<strong>en</strong> et al.(2004) bestaat er bewijs dat het specifiek oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van<br />

functionele tak<strong>en</strong>, zoals transfers <strong>en</strong> stabalans, e<strong>en</strong> positief effect heeft op het vermog<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> patiënt om het ev<strong>en</strong>wicht te handhav<strong>en</strong>.<br />

Het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op e<strong>en</strong> tredmol<strong>en</strong>, met of zonder ondersteuning van het lichaamsgewicht,<br />

heeft e<strong>en</strong> positief effect op de loopafstand die e<strong>en</strong> patiënt kan aflegg<strong>en</strong>, maar ge<strong>en</strong> effect<br />

op de houdingsbalans, de loopcoördinatie of de zelfgekoz<strong>en</strong> loopsnelheid. Probleem bij<br />

deze resultat<strong>en</strong> is, dat de controle behandeling<strong>en</strong> niet duidelijk zijn aangegev<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> review van Steultj<strong>en</strong>s et al. (2003) evalueert de resultat<strong>en</strong> van ergotherapie. Binn<strong>en</strong><br />

deze review word<strong>en</strong> 3 RCT’s aangegev<strong>en</strong>, waarvan er één van methodologisch goede<br />

kwaliteit is. In deze RCT (N=113) word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van specifieke apraxie strategie<br />

training op ADL-vaardighed<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> met traditionele ergotherapie. Er werd e<strong>en</strong><br />

klein maar significante effect size gevond<strong>en</strong> t<strong>en</strong> faveure van de apraxie training. De<br />

auteurs concluder<strong>en</strong> dat ergotherapie, als onderdeel van e<strong>en</strong> multidisciplinair<br />

revalidatietraject, e<strong>en</strong> positieve bijdrage levert aan het herstel van patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

beroerte, maar dat er ge<strong>en</strong> bewijs is voor e<strong>en</strong> bijdrage van specifieke onderdel<strong>en</strong> uit de<br />

ergotherapie.<br />

Gedwong<strong>en</strong> gebruik<br />

De systematische review van Hakk<strong>en</strong>nes <strong>en</strong> Keating (2005) bevat de resultat<strong>en</strong> van<br />

“Constraint-Induced Movem<strong>en</strong>t Therapy” (CIMT). CIMT is e<strong>en</strong> verzameling van<br />

techniek<strong>en</strong> waarbij de gezonde zijde uitgeschakeld wordt, in combinatie met e<strong>en</strong> groot<br />

aantal herhaling<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>taak met de aangedane zijde, waarbij <strong>en</strong>kele ur<strong>en</strong> per<br />

dag (soms tot maximaal 6 uur) di<strong>en</strong>t te word<strong>en</strong> geoef<strong>en</strong>d. In deze review word<strong>en</strong> de<br />

resultat<strong>en</strong> van 14 veelal rec<strong>en</strong>te RCT’s beschrev<strong>en</strong> met in totaal 292 deelnemers.<br />

Er word<strong>en</strong> vergelijking<strong>en</strong> gemaakt met ‘’ge<strong>en</strong> behandeling’’ of e<strong>en</strong> alternatieve<br />

behandeling. De resultat<strong>en</strong> van de “action arm reach test”, “Fugl-Meyer assessm<strong>en</strong>t”,<br />

“Motor activity amount of use” <strong>en</strong> “motor activity quality of move” werd<strong>en</strong> gepoold, <strong>en</strong><br />

er werd<strong>en</strong> matige tot grote effect sizes gevond<strong>en</strong>, waarvan er slechts één (“action arm<br />

reach test”) statistisch significant was.<br />

Hakk<strong>en</strong>nes et al. (2005) concluder<strong>en</strong> dat er aanwijzing<strong>en</strong> zijn dat CIMT de functie van de<br />

paretische arm kan verbeter<strong>en</strong> in vergelijking met andere therapieën, dan wel ‘’ge<strong>en</strong><br />

behandeling’’. Onduidelijk blijft ook of CIMT invloed heeft op de kwaliteit van lev<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de mate van onafhankelijkheid bij ADL, aangezi<strong>en</strong> deze parameters niet in de RCT’s<br />

war<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

19


Oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> met to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de int<strong>en</strong>siteit <strong>en</strong> duur<br />

Kwakkel et al. (2004) onderzocht<strong>en</strong> specifiek de resultat<strong>en</strong> van diverse oef<strong>en</strong>therapieën<br />

met to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de int<strong>en</strong>siteit <strong>en</strong> tijdsduur (Augm<strong>en</strong>ted Exercise Therapy Time; AETT) op<br />

ADL (Barthel index), het lop<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de handvaardigheid bij patiënt<strong>en</strong> na e<strong>en</strong> beroerte. T<strong>en</strong><br />

opzichte van het rapport Oef<strong>en</strong>therapie (2003) word<strong>en</strong> 11 nieuwe trials geëvalueerd. De<br />

auteurs concluder<strong>en</strong> dat AETT resulteert in significant gunstiger effect<strong>en</strong> (ca 5%) op het<br />

gebied van ADL dan de controle therapieën, in het bijzonder indi<strong>en</strong> de meer int<strong>en</strong>sieve<br />

therapievorm<strong>en</strong> gemiddeld t<strong>en</strong>minste ongeveer 16 uur (range 132-6816 min) langer dur<strong>en</strong><br />

dan de controle therapieën <strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de eerste 6 maand<strong>en</strong> na de beroerte. Er<br />

zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat er ook e<strong>en</strong> gunstig effect behaald kan word<strong>en</strong> op de loopsnelheid,<br />

maar er kunn<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> effect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetoond op de handvaardigheid.<br />

Conclusies: Gegev<strong>en</strong> de methodologische beperking<strong>en</strong> in de studies over het Bobath<br />

concept, <strong>en</strong> de in het algeme<strong>en</strong> kleine studie populaties, concluder<strong>en</strong> wij:<br />

• dat alle onderzochte method<strong>en</strong> vergelijkbare verbetering<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> in de<br />

effectparameters, maar dat er onvoldo<strong>en</strong>de hard bewijs is voor e<strong>en</strong> superieur<br />

effect van het Bobath concept.<br />

• Er is onvoldo<strong>en</strong>de bewijs om e<strong>en</strong> uitspraak te do<strong>en</strong> over de effectiviteit van<br />

“constraint induced movem<strong>en</strong>t therapy”(CIMT) op het gebied van pijn, ADL <strong>en</strong><br />

kwaliteit van lev<strong>en</strong>.<br />

• Er bestaan aanwijzing<strong>en</strong> dat spierversterk<strong>en</strong>de oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van paretische spier<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> positieve bijdrage kunn<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> aan de krachtsontwikkeling van aangedane<br />

ledemat<strong>en</strong>. Er is onvoldo<strong>en</strong>de bewijs dat deze niet-specifieke krachtsontwikkeling<br />

e<strong>en</strong> positief effect heeft op functionele vaardighed<strong>en</strong> als opstaan, lop<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

wandel<strong>en</strong>.<br />

• Er is bewijs dat het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van vaardighed<strong>en</strong> (ADL) e<strong>en</strong> positief effect kan<br />

hebb<strong>en</strong> op de mogelijkhed<strong>en</strong> om fysieke beperking<strong>en</strong> bij CVA patiënt<strong>en</strong> te<br />

comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>.<br />

• Er is bewijs dat cardiovasculaire oef<strong>en</strong>therapie e<strong>en</strong> positieve bijdrage kan lever<strong>en</strong><br />

aan de VO2max <strong>en</strong> het uithoudingsvermog<strong>en</strong> bij patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> lichte tot<br />

matige beroerte. Bij patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ernstige beroerte is er onvoldo<strong>en</strong>de bewijs.<br />

• Er is ge<strong>en</strong> bewijs dat cardiovasculaire oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan de<br />

kwaliteit van lev<strong>en</strong> of aan het functioner<strong>en</strong> in ADL.<br />

• Er is bewijs dat loopbandtraining e<strong>en</strong> positief effect heeft op de loopafstand.<br />

• Er is onvoldo<strong>en</strong>de bewijs dat loopbandtraining e<strong>en</strong> effect heeft op de kwaliteit<br />

van lev<strong>en</strong> of het ADL functioner<strong>en</strong>.<br />

• Er is bewijs dat kleine verbetering<strong>en</strong> in ADL zijn te bereik<strong>en</strong> door het toepass<strong>en</strong><br />

van int<strong>en</strong>sievere vorm<strong>en</strong> van therapie, in term<strong>en</strong> van tijdsduur, vooral indi<strong>en</strong> deze<br />

interv<strong>en</strong>tie aanvangt binn<strong>en</strong> de eerste 6 maand<strong>en</strong>.<br />

• Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat de diverse vorm<strong>en</strong> van S/B ge<strong>en</strong> negatieve gevolg<strong>en</strong> met<br />

zich meebr<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, die klinische aandacht vrag<strong>en</strong>.<br />

7.1.2 Parkinson<br />

In het rapport Oef<strong>en</strong>therapie (2003) wordt er op basis van 3 systematische reviews<br />

geconcludeerd dat, door gebrek aan RCT’s van goede methodologische kwaliteit, slechts<br />

20


aanwijzing<strong>en</strong> bestond<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de de effectiviteit van oef<strong>en</strong>therapie bij de <strong>Ziek</strong>te van<br />

Parkinson.<br />

Na 2002 is er één nieuwe systematische review versch<strong>en</strong><strong>en</strong> (Gage et al., 2004). Deze<br />

review is echter ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s van onvoldo<strong>en</strong>de methodologische kwaliteit. Wij kunn<strong>en</strong><br />

daarom ge<strong>en</strong> aanvull<strong>en</strong>de uitsprak<strong>en</strong> do<strong>en</strong> omtr<strong>en</strong>t de effectiviteit of dosis respons relatie<br />

van S/B bij de ziekte van Parkinson <strong>en</strong> ook niet over mogelijke negatieve effect<strong>en</strong>.<br />

Conclusie: Bij gebrek aan nieuwe onderzoeksbevinding<strong>en</strong> over de <strong>Ziek</strong>te van Parkinson<br />

in relatie tot <strong>Sport</strong>/Beweg<strong>en</strong> wordt aangeslot<strong>en</strong> bij de eerdere conclusies uit het rapport<br />

Oef<strong>en</strong>therapie (2003): er zijn wel aanwijzing<strong>en</strong> dat oef<strong>en</strong>therapie t<strong>en</strong> opzichte van ''ge<strong>en</strong><br />

behandeling'' gunstige effect<strong>en</strong> heeft op de loopsnelheid <strong>en</strong> op activiteit<strong>en</strong> van het<br />

dagelijks lev<strong>en</strong>, maar dit is gebaseerd op RCT’s van lage methodologische kwaliteit. Er<br />

kan derhalve ge<strong>en</strong> uitspraak word<strong>en</strong> gedaan over e<strong>en</strong> bepaalde dosis-respons relatie of<br />

ev<strong>en</strong>tuele negatieve effect<strong>en</strong>.<br />

7.1.3 Epilepsie<br />

Zoekacties vanaf 1996 hebb<strong>en</strong> slechts één systematische review op het gebied van<br />

epilepsie opgeleverd (Ramaratnam & Sridharan, 2000). In deze review wordt slechts één<br />

RCT geëvalueerd. De resultat<strong>en</strong> van deze <strong>en</strong>e RCT zijn veelbelov<strong>en</strong>d <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

indicatie dat Sahaja yoga* e<strong>en</strong> positief effect heeft op de maandelijkse frequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong><br />

tijdsduur van e<strong>en</strong> epileptisch insult. Er war<strong>en</strong> echter ge<strong>en</strong> klinisch relevante variabel<strong>en</strong><br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in het design.<br />

Deze RCT is van e<strong>en</strong> methodologisch lage kwaliteit met belangrijke baseline-verschill<strong>en</strong><br />

tuss<strong>en</strong> de onderzochte populaties, zodat er ge<strong>en</strong> betrouwbare conclusies kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

getrokk<strong>en</strong>. Er werd ge<strong>en</strong> melding gemaakt van ev<strong>en</strong>tuele negatieve effect<strong>en</strong>.<br />

Conclusie: Op basis van één gevond<strong>en</strong> systematische review van lage methodologische<br />

kwaliteit bestaat onvoldo<strong>en</strong>de bewijs voor mogelijke positieve of negatieve effect<strong>en</strong> van<br />

S/B bij epilepsie. Er kan daarom ook ge<strong>en</strong> uitspraak word<strong>en</strong> gedaan over e<strong>en</strong> bepaalde<br />

dosis-respons relatie. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> kan ge<strong>en</strong> uitspraak word<strong>en</strong> gedaan over de mogelijke<br />

risico’s van Sahaja Yoga bij epilepsie.<br />

* Sahaja Yoga is e<strong>en</strong> vorm van Yoga waarbij in e<strong>en</strong> typische meditatie uitgangshouding<br />

ontspanningsoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgevoerd.<br />

7.2 Reumatische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

Onder de reumatische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, die wij in deze programmeringstudie hebb<strong>en</strong><br />

onderzocht, behor<strong>en</strong> Heupartrose, <strong>Ziek</strong>te van Bechterew <strong>en</strong> Reumatoïde Artritis.<br />

7.2.1 Heupartrose<br />

Na 2002 zijn 6 systematische reviews over knie- <strong>en</strong> heupartrose in relatie tot S/B<br />

gevond<strong>en</strong> (Brosseau et al., 2003; Brosseau et al., 2004; Kettun<strong>en</strong> & Kajula, 2004; Ottawa<br />

Panel, 2005 Roddy et al., 2005. Pelland et al., 2004). Hiervan zijn er vier van voldo<strong>en</strong>de<br />

methodologische kwaliteit bevond<strong>en</strong> (Ottawa Panel, 2005; Brosseau et al., 2003;<br />

Pelland et al., 2004; Brosseau et al., 2004). In deze vier reviews word<strong>en</strong> o.a. nieuwe trials<br />

beschrev<strong>en</strong> bij patiënt<strong>en</strong> met knieartrose, maar niet bij patiënt<strong>en</strong> met heupartrose (dat wil<br />

21


zegg<strong>en</strong> RCT’s die niet al in het rapport Oef<strong>en</strong>therapie (2003) staan). Het blijft daarom<br />

moeilijk om nieuwe conclusies aangaande S/B te trekk<strong>en</strong>.<br />

Conclusie: Bij gebrek aan nieuwe onderzoeksbevinding<strong>en</strong> over heupartrose wordt<br />

aangeslot<strong>en</strong> bij eerdere conclusies uit het rapport Oef<strong>en</strong>therapie (2003, dat wil zegg<strong>en</strong>,<br />

er bestaan aanwijzing<strong>en</strong> dat oef<strong>en</strong>therapie bij artrose van de heup gunstiger is dan<br />

‘’ge<strong>en</strong> behandeling’’. Sterk bewijs ontbreekt ev<strong>en</strong>wel. Derhalve kan ook ge<strong>en</strong><br />

deugdelijke uitspraak word<strong>en</strong> gedaan over e<strong>en</strong> dosis-respons relatie of over<br />

veiligheidsaspect<strong>en</strong> met betrekking tot S/B.<br />

7.2.2 <strong>Ziek</strong>te van Bechterew<br />

In de review beschrev<strong>en</strong> in het rapport Oef<strong>en</strong>therapie (2003) van de Gezondheidsraad<br />

(Dagfinrud et al. 2002) werd<strong>en</strong> 3 RCT’s met 241 proefperson<strong>en</strong> geëvalueerd. De<br />

aanvull<strong>en</strong>de zoekactie teruggaand tot 2002 leverde 4 nieuwe systematische reviews op<br />

(Dagfinrud et al., 2004; Geyt<strong>en</strong>beek, 2002; van der Lind<strong>en</strong> et al., 2002; Zochling et al.,<br />

2006), waarvan er één door beide refer<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als goed werd beoordeeld (Dagfinrud et al.,<br />

2004). In deze review word<strong>en</strong> 6 RCT’s beschrev<strong>en</strong> met in totaal 561 proefperson<strong>en</strong><br />

• Volg<strong>en</strong>s Dagfinrud et al (2004) bestaat er matig wet<strong>en</strong>schappelijk bewijs<br />

(gebaseerd op 2 RCT’s met 155 <strong>en</strong> 53 deelnemers) voor de effectiviteit van e<strong>en</strong><br />

beweegprogramma thuis, ter verbetering van de mobiliteit van de wervelkolom <strong>en</strong><br />

het fysiek functioner<strong>en</strong>, t<strong>en</strong> opzichte van ‘’ge<strong>en</strong> behandeling’’. Regelmatig<br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong> lijkt de stijfheid niet te kunn<strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>.<br />

• Er is bewijs van matig wet<strong>en</strong>schappelijk niveau (3 RCT’s), dat e<strong>en</strong> paramedisch<br />

begeleid oef<strong>en</strong>programma in e<strong>en</strong> groep, e<strong>en</strong> klein maar significant voordeel<br />

oplevert betreff<strong>en</strong>de de beweeglijkheid van de wervelkolom <strong>en</strong> het algeme<strong>en</strong><br />

welbevind<strong>en</strong>, vergelek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> individueel oef<strong>en</strong>programma voor thuis.<br />

• Er is matig bewijs, dat er voor de parameters pijn <strong>en</strong> fysiek functioner<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />

verschil bestaat tuss<strong>en</strong> beide behandelvorm<strong>en</strong> (thuis of in groepsverband<br />

oef<strong>en</strong><strong>en</strong>). Helaas wordt er slechts in één studie over therapietrouw gerapporteerd,<br />

hetge<strong>en</strong> juist e<strong>en</strong> verklaring zou zijn voor het betere effect van oef<strong>en</strong>therapie<br />

onder supervisie.<br />

• Er is bewijs van matig wet<strong>en</strong>schappelijk niveau (1 RCT met 120 deelnemers) dat<br />

drie wek<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sieve “spa-kuur” bestaande uit groepsoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, wandel<strong>en</strong>,<br />

hydrotherapie, sport <strong>en</strong> sauna, gevolgd door wekelijkse oef<strong>en</strong>therapie in e<strong>en</strong> groep<br />

onder begeleiding, betere effect<strong>en</strong> heeft op de parameters pijn <strong>en</strong> algeheel<br />

welbevind<strong>en</strong>, dan uitsluit<strong>en</strong>d wekelijkse oef<strong>en</strong>therapie in e<strong>en</strong> groep. Deze<br />

verschill<strong>en</strong> blev<strong>en</strong> tot 7 maand<strong>en</strong> na beëindiging van de “spa-kuur” bestaan, maar<br />

verdw<strong>en</strong><strong>en</strong> daarna. Door toepassing van de spa-kuur, lijk<strong>en</strong> er aanwijzing<strong>en</strong> te<br />

zijn, dat e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>sief bewegingsprogramma betere effect<strong>en</strong> heeft dan e<strong>en</strong><br />

wekelijks programma. Omdat er echter sprake is van co-interv<strong>en</strong>ties is het niet<br />

goed mogelijk om hier harde conclusies aan te verbind<strong>en</strong>.<br />

• Er word<strong>en</strong> door de auteurs ge<strong>en</strong> opmerking<strong>en</strong> gemaakt over ev<strong>en</strong>tuele negatieve<br />

effect<strong>en</strong> van S/B.<br />

Conclusie: Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> positieve bijdrage van S/B bij patiënt<strong>en</strong> met de<br />

ziekte van Bechterew in term<strong>en</strong> van beweeglijkheid van de wervelkolom <strong>en</strong> fysiek<br />

functioner<strong>en</strong>. Voor e<strong>en</strong> dosis-respons relatie zijn er tev<strong>en</strong>s aanwijzing<strong>en</strong>, dat int<strong>en</strong>sievere<br />

22


vorm<strong>en</strong> van behandeling, bijvoorbeeld in de vorm van e<strong>en</strong> “spa-kuur”, op korte termijn<br />

bijdrag<strong>en</strong> aan het algeme<strong>en</strong> welbevind<strong>en</strong>. Door gebrek aan informatie kan er ge<strong>en</strong><br />

uitspraak word<strong>en</strong> gedaan over veiligheidsaspect<strong>en</strong>.<br />

7.2.3 Reumatoïde artritis<br />

In het rapport Oef<strong>en</strong>therapie (2003) werd slechts één systematische review met 6 RCT’s<br />

beschrev<strong>en</strong>. Van de Ende (1998) selecteerde alle<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>programma’s met e<strong>en</strong> minimale<br />

duur van 6 wek<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>tie van minimaal twee keer per week, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> nauwkeurige<br />

omschrijving van de int<strong>en</strong>siteit.<br />

In de zoekactie teruggaand tot 2002 werd<strong>en</strong> in totaal acht systematische reviews<br />

gevond<strong>en</strong> (Brady et al., 2003; Geyt<strong>en</strong>beek, 2002; Han et al., 2004; Kettun<strong>en</strong> & Kajula,<br />

2004; Ottawa-Panel, 2004; St<strong>en</strong>strom & Minor, 2003; Steultj<strong>en</strong>s et al., 2004; Wessel,<br />

2004), waarvan drie van voldo<strong>en</strong>de kwaliteit (Han et al., 2004; Steultj<strong>en</strong>s et al., 2004;<br />

Ottawa-Panel, 2004).<br />

In de review van Han et al. (2004) word<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van tai chi uit 4 CCT’s<br />

beschrev<strong>en</strong>.<br />

• Uit twee controlled clinical trials (CCT’s) met in totaal 43 deelnemers bleek dat<br />

Tai chi gedur<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> periode van 10 wek<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> effect heeft op het functioner<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> de loopsnelheid, vergelek<strong>en</strong> met ‘’ge<strong>en</strong> tai chi’’.<br />

• In twee CCT’s met in totaal 52 deelnemers werd bij het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> e<strong>en</strong> klinisch,<br />

maar niet statistisch, relevant verbetering gevond<strong>en</strong> voor de parameter<br />

gevoeligheid van gewricht<strong>en</strong>. Ook werd<strong>en</strong> er statistisch significante, maar<br />

klinisch niet-relevante voordel<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> voor de parameter mobiliteit van de<br />

onderste extremiteit. Voor de bov<strong>en</strong>ste extremiteit werd ge<strong>en</strong> significante<br />

to<strong>en</strong>ame in mobiliteit <strong>en</strong> spierkracht gevond<strong>en</strong>.<br />

• In één RCT met 95 deelnemers werd e<strong>en</strong> significante verbetering in het ervar<strong>en</strong><br />

plezier in deelname gemet<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van e<strong>en</strong> groep die rust kreeg<br />

voorgeschrev<strong>en</strong>. In twee RCT’s word<strong>en</strong> nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> gerapporteerd. Gedur<strong>en</strong>de<br />

de opstartfase van het oef<strong>en</strong>programma klag<strong>en</strong> de deelnemers over kleine pijntjes,<br />

die verdwijn<strong>en</strong> in de loop van de tijd.<br />

In de review van Steultj<strong>en</strong>s et al. (2004) word<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van ergotherapie als totale<br />

interv<strong>en</strong>tie beschrev<strong>en</strong>. Zij concluder<strong>en</strong>, dat ergotherapie, bestaande uit het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van<br />

vaardighed<strong>en</strong>, advies <strong>en</strong> hulpmiddel<strong>en</strong>, positieve effect<strong>en</strong> heeft op het uitvoer<strong>en</strong> van<br />

ADL. Echter, er is slechts één vergelijking waarin training of “motor function” specifiek<br />

geëvalueerd wordt, <strong>en</strong> dit betreft de knijpkracht. Op basis van de gepoolde data van twee<br />

RCT’s met in totaal 43 deelnemers concluder<strong>en</strong> zij dat “motor training” van knijpkracht<br />

superieur is in vergelijking tot “ge<strong>en</strong> behandeling”. Deze uitkomst<strong>en</strong> zijn echter niet te<br />

g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong> naar algeme<strong>en</strong> dagelijks functioner<strong>en</strong> of kwaliteit van lev<strong>en</strong>.<br />

In de systematische review van het Ottawa Panel (2004) word<strong>en</strong> 16 trials met in totaal<br />

661 deelnemers besprok<strong>en</strong>.<br />

• In één RCT met 28 deelnemers, waarin schoudertraining wordt vergelek<strong>en</strong> met<br />

‘’ge<strong>en</strong> therapie’’, wordt ge<strong>en</strong> klinische verbetering of significant effect van de<br />

training gevond<strong>en</strong>. Ook handtraining (één RCT; n=41) heeft ge<strong>en</strong> klinisch<br />

relevant effect op de mobiliteit van de hand.<br />

23


• Één RCT (n=35) vond e<strong>en</strong> klinisch relevante pijnvermindering (ca. 41%) na<br />

functionele training van de kniestrekkers, maar dit effect was niet merkbaar in het<br />

dagelijks functioner<strong>en</strong>.<br />

• E<strong>en</strong> studie met 46 patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> follow-up periode van 8 jaar rapporteert 43%<br />

minder verzuim, minder langdurig verzuim, <strong>en</strong> meer kracht in de quadriceps bij<br />

patiënt<strong>en</strong> die oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor het gehele lichaam hebb<strong>en</strong> gedaan.<br />

• Één RCT bestudeert de effect<strong>en</strong> van verschill<strong>en</strong>de int<strong>en</strong>siteit<strong>en</strong> van oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Deze<br />

RCT wordt ook uitgebreid beschrev<strong>en</strong> in het Rapport Oef<strong>en</strong>therapie (2003).<br />

Conclusie: Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat vorm<strong>en</strong> van S/B, zoals tai chi <strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voor het<br />

gehele lichaam, de beweeglijkheid kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong>. Er is onvoldo<strong>en</strong>de bewijs om e<strong>en</strong><br />

verantwoorde uitspraak te do<strong>en</strong> over de effect<strong>en</strong> van tai chi op kwaliteit van lev<strong>en</strong>, pijn<br />

<strong>en</strong> ADL.<br />

Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat S/B in de vorm van krachtoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op lange termijn kunn<strong>en</strong><br />

bijdrag<strong>en</strong> aan de kracht bij patiënt<strong>en</strong> met reumatoïde artritis. Er is onvoldo<strong>en</strong>de bewijs<br />

van e<strong>en</strong> positief dan wel negatief effect van S/B op pijn, functionele parameters <strong>en</strong><br />

kwaliteit van lev<strong>en</strong>.<br />

Qua dosis-respons relatie zijn er aanwijzing<strong>en</strong>, dat te int<strong>en</strong>sieve vorm<strong>en</strong> van S/B de<br />

verschijnsel<strong>en</strong> van reumatoïde artritis op korte <strong>en</strong> lange termijn kan vererger<strong>en</strong>.<br />

Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> met (te) hoge int<strong>en</strong>siteit kortdur<strong>en</strong>d e<strong>en</strong> verergering<br />

van de pijn met zich meebr<strong>en</strong>gt, maar dat dit later weer wegtrekt. Er is ge<strong>en</strong> uitspraak<br />

mogelijk betreff<strong>en</strong>de de effect<strong>en</strong> op ADL.<br />

Wat betreft de veiligheidsaspect<strong>en</strong> is er, bij gebrek aan specifieke gegev<strong>en</strong>s, ge<strong>en</strong><br />

uitspraak mogelijk.<br />

7.3 Aando<strong>en</strong>ing van de ademhalingsweg<strong>en</strong><br />

In dit rapport word<strong>en</strong> de effect<strong>en</strong> van S/B beschrev<strong>en</strong> bij één aando<strong>en</strong>ing van de<br />

ademhalingsweg<strong>en</strong>, namelijk astma.<br />

7.3.1 Astma<br />

In het rapport Oef<strong>en</strong>therapie (2003) wordt op basis van twee systematische reviews (Ram<br />

et al., 2002; Holloway et al. 2002) geconcludeerd dat er onvoldo<strong>en</strong>de bewijs is voor e<strong>en</strong><br />

effect van oef<strong>en</strong>therapie bij patiënt<strong>en</strong> met astma. Dit gebrek aan bewijs wordt met name<br />

veroorzaakt door het ontbrek<strong>en</strong> van klinisch relevante uitkomstmat<strong>en</strong> zoals “kwaliteit van<br />

lev<strong>en</strong>” <strong>en</strong> ADL-activiteit<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de geringe statistische power van de geëvalueerde RCT’s.<br />

Na 2002 zijn er e<strong>en</strong> zestal systematische reviews versch<strong>en</strong><strong>en</strong> die het effect van S/B<br />

evaluer<strong>en</strong> (Bruton & Lewith, 2005; Gyorik & Brutsche, 2004; Holloway et al., 2004;<br />

Ram et al. (2003); Ram et al., 2005; Welsh et al., 2005). Van deze zes zijn er drie<br />

beoordeeld als zijnde methodologisch van voldo<strong>en</strong>de kwaliteit (Ram et al., 2003;<br />

Holloway et al.,2004; Ram et al., 2005).<br />

De review van Ram et al. (2003) gaat specifiek over de effect<strong>en</strong> van het train<strong>en</strong> van de<br />

inademingsspier<strong>en</strong> bij patiënt<strong>en</strong> met astma. Drie studies met in totaal 76 patiënt<strong>en</strong> ton<strong>en</strong><br />

aan dat het specifiek train<strong>en</strong> van de inademingsspier<strong>en</strong> de maximale inademingsdruk<br />

(PImax) significant doet to<strong>en</strong>em<strong>en</strong> (met t<strong>en</strong> minste 23 cm H20) in vergelijking met e<strong>en</strong><br />

controlegroep (inadem<strong>en</strong> zonder weerstand)). De auteurs concluder<strong>en</strong> dat er echter<br />

24


onvoldo<strong>en</strong>de bewijs is voor e<strong>en</strong> gunstig effect op klinisch relevante parameters als<br />

kwaliteit van lev<strong>en</strong>, ADL-activiteit<strong>en</strong>, medicijngebruik, werk- <strong>en</strong> schoolverzuim, of<br />

acute exacerbaties.<br />

In de review van Holloway et al. (2004) wordt de effectiviteit van e<strong>en</strong> breed palet aan<br />

ademhalingsoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (trainingsduur 1-16 wek<strong>en</strong>) geëvalueerd t<strong>en</strong> opzichte van<br />

controlegroep<strong>en</strong> (7 RCT’s). Vergelek<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vorig review van Holloway et al. (2002)<br />

(zie rapport Oef<strong>en</strong>therapie, 2003) zijn twee RCT’s toegevoegd. In totaal word<strong>en</strong> nu 292<br />

patiënt<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>, bij wie gekek<strong>en</strong> is naar effect<strong>en</strong> op kwaliteit van lev<strong>en</strong>,<br />

longfunctie, medicijngebruik <strong>en</strong> acute exacerbaties.<br />

Twee studies (72 patiënt<strong>en</strong>) vind<strong>en</strong> na ademtraining significante verbetering<strong>en</strong> in de<br />

kwaliteit van lev<strong>en</strong>, gemet<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vrag<strong>en</strong>lijst, vergelek<strong>en</strong> met voorlichting. De<br />

patiënt<strong>en</strong>populatie bestond uit e<strong>en</strong> groep met ernstige astmatische verschijnsel<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het<br />

is daarom de vraag of de resultat<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eraliseerbaar zijn.<br />

Er zijn ge<strong>en</strong> studies gevond<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> significant effect van ademtraining verton<strong>en</strong> op<br />

parameters als Forced Expiratory Volume in 1 sec (FEV1), Forced Vital Capacity (FVC),<br />

Peak Expiratory Flow Rate (PEFR) or Minute Volume (MV). Drie RCT’s met in totaal<br />

173 patiënt<strong>en</strong> wijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> verminderd medicijngebruik (inhalatie <strong>en</strong>/of orale medicatie)<br />

na ademtraining vergelek<strong>en</strong> met ‘’ge<strong>en</strong> interv<strong>en</strong>tie’’.<br />

In één studie waarbij de patiënt<strong>en</strong> gedur<strong>en</strong>de 30 maand<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> gevolgd, wordt e<strong>en</strong><br />

verminderd aantal exacerbaties van gemiddeld 1.27 episodes per week (95% CI: 0.28-<br />

2.26) gemeld na ademhalingstraining t<strong>en</strong> opzichte van ‘’ge<strong>en</strong> training’’. Twee andere<br />

studies (72 patiënt<strong>en</strong>) kunn<strong>en</strong> deze bevinding niet bevestig<strong>en</strong>. Zeer sporadisch wordt in<br />

de RCT’s melding gemaakt van acute exacerbaties bij patiënt<strong>en</strong> van zowel de controle-<br />

als de interv<strong>en</strong>tiegroep.<br />

Op basis van deze bevinding<strong>en</strong> stell<strong>en</strong> Holloway et al. (2004) dat in verband met de<br />

verschill<strong>en</strong>de interv<strong>en</strong>ties (van specifieke ademtechniek<strong>en</strong> tot yoga method<strong>en</strong>), de<br />

variatie in evaluatie methodes, <strong>en</strong> de geringe aantall<strong>en</strong> proefperson<strong>en</strong>, ge<strong>en</strong> definitieve<br />

conclusies te trekk<strong>en</strong> zijn omtr<strong>en</strong>t de effectiviteit van ademtraining. Overig<strong>en</strong>s werd<strong>en</strong> er<br />

ge<strong>en</strong> negatieve gevolg<strong>en</strong> van ademtraining gemeld op de onderzochte parameters.<br />

In de review van Ram et al. (2005) word<strong>en</strong> bij in totaal 455 patiënt<strong>en</strong> (kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>) de effect<strong>en</strong> van fysieke training (minst<strong>en</strong>s 4 wek<strong>en</strong> 2-3 maal per week<br />

aërobe activiteit van 20-30 min) geëvalueerd op longfunctie, fysiek prestatievermog<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

kwaliteit van lev<strong>en</strong>.<br />

Op basis van de gepoolde data van meerdere RCT’s word<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> significante effect<strong>en</strong><br />

van aërobe training op de longfunctie gevond<strong>en</strong>. Aërobe training heeft ge<strong>en</strong> effect op het<br />

aantal episodes van kortademigheid of piep<strong>en</strong>de ademhaling per dag.<br />

Aërobe training (hardlop<strong>en</strong>, zwemm<strong>en</strong>, fiets<strong>en</strong>, fitness programma’s) leidt tot e<strong>en</strong><br />

verbetering van het fysiek prestatievermog<strong>en</strong>. De auteurs rapporter<strong>en</strong> op basis van<br />

gepoolde data van zev<strong>en</strong> RCT’s significante to<strong>en</strong>ame voor deVO2max (gemiddeld: 5.4<br />

ml/kg/min, 95% CI: 4.2-6.6), <strong>en</strong> de daaraan gerelateerde VEmax <strong>en</strong> maximaal<br />

prestatievermog<strong>en</strong> (via fietsergometrie). Er zijn ge<strong>en</strong> bruikbare gegev<strong>en</strong>s beschikbaar<br />

betreff<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong> van aërobe training op kwaliteit van lev<strong>en</strong>, medicijngebruik of de<br />

ontwikkeling van inspanningsastma.<br />

Volg<strong>en</strong>s de auteurs bestaat er ge<strong>en</strong> red<strong>en</strong> om astmatische patiënt<strong>en</strong> niet aan sport te lat<strong>en</strong><br />

deelnem<strong>en</strong>. Zij lop<strong>en</strong> als gevolg van sport<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> risico indi<strong>en</strong> zij bek<strong>en</strong>d zijn met<br />

inspanningsastma.<br />

25


Conclusie: Er is bewijs dat het train<strong>en</strong> van de inademingspier<strong>en</strong> de maximale<br />

inademingsdruk kan vergrot<strong>en</strong>. Er is echter onvoldo<strong>en</strong>de bewijs of dit voor de patiënt<br />

verbetering<strong>en</strong> geeft in klinisch relevante parameters als kwaliteit van lev<strong>en</strong>, ADLactiviteit<strong>en</strong>,<br />

medicijngebruik, werk- <strong>en</strong> schoolverzuim, of acute exacerbaties. Er zijn<br />

aanwijzing<strong>en</strong> dat ademoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong> aan kwaliteit van lev<strong>en</strong>, vergelek<strong>en</strong> met<br />

voorlichting. In ieder geval zijn er ge<strong>en</strong> negatieve gevolg<strong>en</strong> op de onderzochte<br />

parameters, te wet<strong>en</strong> kwaliteit van lev<strong>en</strong>, longfunctie, medicijngebruik <strong>en</strong> acute<br />

exacerbaties. Er is bewijs dat jeugdige- <strong>en</strong> volwass<strong>en</strong> astmapatiënt<strong>en</strong> hun fysiek<br />

prestatievermog<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verbeter<strong>en</strong> door middel van aërobe training, zonder negatieve<br />

gevolg<strong>en</strong> op het aantal exacerbaties. Nochtans ontbreekt e<strong>en</strong> hard bewijs dat aërobe<br />

training <strong>en</strong>ig effect heeft op de kwaliteit van lev<strong>en</strong>.<br />

Over e<strong>en</strong> dosis-respons relatie valt op basis van de inv<strong>en</strong>tarisatie niets te meld<strong>en</strong>.<br />

Ev<strong>en</strong>min is over veiligheidsaspect<strong>en</strong> zoals het optred<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> inspanningsastma tijd<strong>en</strong>s<br />

S/B of het aantal acute exacerbaties e<strong>en</strong> uitspraak mogelijk.<br />

7.4 Psychiatrische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

Onder de neg<strong>en</strong> chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die in dit rapport word<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>, behor<strong>en</strong><br />

de psychiatrische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> Depressie <strong>en</strong> Angststoornis.<br />

7.4.1 Depressie<br />

Er werd<strong>en</strong> 6 systematische reviews geselecteerd (Craft & Landers, 1998; Dunn et al.,<br />

2001; Frazer et al., 2005; Jorm et al., 2002; Lawlor & Hopker, 2001; Pilkington et al.,<br />

2005). Slechts één review bleek van voldo<strong>en</strong>de kwaliteit (Lawlor & Hopker, (2001). In<br />

deze review over het effect van fysieke training als interv<strong>en</strong>tie bij de behandeling van<br />

depressies zijn 14 RCT’s geselecteerd, die de effect<strong>en</strong> van aerobe/anaerobe training<br />

vergelijk<strong>en</strong> met “ge<strong>en</strong> behandeling” of met cognitieve therapie.<br />

• Alle studies verton<strong>en</strong> de nodige methodologische gebrek<strong>en</strong>. In de meeste studies<br />

wordt de mate van depressie gescoord door middel van zelfinvullijst<strong>en</strong> als de<br />

Beck depressieschaal <strong>en</strong> niet op basis van klinisch onderzoek. Met name het<br />

includer<strong>en</strong> van uitsluit<strong>en</strong>d niet-klinische patiënt<strong>en</strong>, het excluder<strong>en</strong> van patiënt<strong>en</strong><br />

die niet gemotiveerd zijn voor e<strong>en</strong> trainingsprogramma, het veelal ontbrek<strong>en</strong> van<br />

e<strong>en</strong> “int<strong>en</strong>tion-to-treat analysis” of e<strong>en</strong> follow-up na de interv<strong>en</strong>tie, mak<strong>en</strong> dat de<br />

resultat<strong>en</strong> op voorhand e<strong>en</strong> overschatting zull<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> van wat in de klinische<br />

praktijk te verwacht<strong>en</strong> valt.<br />

• In 11 RCT’s met in totaal 479 patiënt<strong>en</strong> wordt S/B vergelek<strong>en</strong> met “ge<strong>en</strong><br />

behandeling”: E<strong>en</strong> trainingsprogramma resulteert in e<strong>en</strong> vermindering van<br />

depressieve symptom<strong>en</strong> (patiënt<strong>en</strong> die train<strong>en</strong> zijn gemiddeld minder depressief<br />

dan niet-train<strong>en</strong>de patiënt<strong>en</strong>, of scor<strong>en</strong> gemiddeld duidelijk minder op de Beck<br />

schaal).<br />

• Op basis van de gepoolde data van 4 RCT’s met 188 patiënt<strong>en</strong> kan word<strong>en</strong><br />

geconcludeerd dat fysieke training e<strong>en</strong> vergelijkbaar effect heeft als cognitieve<br />

therapie. In deze studies is het effect van de training echter minder dan bij de<br />

studies die de effect<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong> met ‘’ge<strong>en</strong> behandeling’’. De grootste effect<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> gehaald bij kortdur<strong>en</strong>de interv<strong>en</strong>ties (4-9 wek<strong>en</strong>), <strong>en</strong> deze kunn<strong>en</strong> door<br />

zowel aërobe training (wandel<strong>en</strong>, hardlop<strong>en</strong>, jogg<strong>en</strong>, dans<strong>en</strong>) als anaërobe training<br />

(krachttraining) word<strong>en</strong> bewerkstelligd.<br />

26


Onduidelijk is of de gemelde trainingseffect<strong>en</strong> verklaard kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de training<br />

zelf, of door het sociale contact met instructeur <strong>en</strong>/of mede patiënt<strong>en</strong>. Ook blijft<br />

onbek<strong>en</strong>d in hoeverre fysieke training e<strong>en</strong> gunstig effect heeft op het recidiver<strong>en</strong> van<br />

depressieve klacht<strong>en</strong> na aanvankelijk herstel, daar e<strong>en</strong> gedeg<strong>en</strong> follow-up na de<br />

interv<strong>en</strong>tie ontbreekt. In ieder geval word<strong>en</strong> in de geselecteerde reviews ge<strong>en</strong> negatieve<br />

effect<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de oef<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> gemeld.<br />

Conclusie: Er zijn aanwijzing<strong>en</strong>, dat verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van S/B bij patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

milde depressie op de korte termijn e<strong>en</strong> gunstig effect hebb<strong>en</strong>. Dit bewijs ontbreekt voor<br />

patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> matige tot ernstige depressie. Methodologische gebrek<strong>en</strong> <strong>en</strong> nietklinische<br />

patiënt<strong>en</strong>populaties mak<strong>en</strong> het lastig om tot e<strong>en</strong> betrouwbare uitspraak te<br />

kom<strong>en</strong>. Er zijn ge<strong>en</strong> negatieve effect<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de oef<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong> gerapporteerd.<br />

7.4.2 Angststoorniss<strong>en</strong><br />

Aan de hand van de eerder beschrev<strong>en</strong> zoekactie zijn twee systematische reviews (Dunn<br />

et al., 2001; Jorm et al., 2004) gevond<strong>en</strong>, die niet van voldo<strong>en</strong>de methodologische<br />

kwaliteit zijn om e<strong>en</strong> uitspraak te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> over de effectiviteit <strong>en</strong> dosis-respons<br />

relatie van S/B bij patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> angststoornis. Ook over veiligheidsaspect<strong>en</strong> is ge<strong>en</strong><br />

uitspraak mogelijk.<br />

Conclusie: Bij gebrek aan systematische reviews van voldo<strong>en</strong>de kwaliteit kan ge<strong>en</strong><br />

uitspraak gedaan word<strong>en</strong> over de effect<strong>en</strong> van S/B bij patiënt<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> angststoornis. Er<br />

is dus ook ge<strong>en</strong> uitspraak mogelijk met betrekking tot e<strong>en</strong> dosis-respons relatie, <strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>min over ev<strong>en</strong>tuele risicoaspect<strong>en</strong> voor deze patiënt<strong>en</strong>.<br />

27


8. Conclusies <strong>en</strong> Aanbeveling<strong>en</strong><br />

8.1 Conclusies<br />

Op basis van e<strong>en</strong> systematische literatuurstudie is e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t overzicht verkreg<strong>en</strong> van de<br />

bestaande k<strong>en</strong>nis over de effectiviteit <strong>en</strong> dosis-respons relatie van <strong>Sport</strong> <strong>en</strong> Beweg<strong>en</strong> (S/B<br />

op het beloop van e<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tal chronische ziekt<strong>en</strong>. Gericht is gezocht naar rec<strong>en</strong>te<br />

gegev<strong>en</strong>s met betrekking tot de chronische ziekt<strong>en</strong> CVA, Parkinson, epilepsie,<br />

Bechterew, heupartrose, astma, RA, depressie <strong>en</strong> angststoornis.<br />

Qua werkwijze is zoveel mogelijk dezelfde systematiek gehanteerd als in de<br />

programmeringstudie van de Gezondheidsraad over Oef<strong>en</strong>therapie (2003). In dit rapport<br />

werd<strong>en</strong> reeds 6 van de 9 gew<strong>en</strong>ste chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Zodo<strong>en</strong>de<br />

hebb<strong>en</strong> we ons in deze analyse voor zes ziektebeeld<strong>en</strong> (CVA, Parkinson, reumatoïde<br />

artritis, heupartrose, ziekte van Bechterew, astma) kunn<strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> tot systematische<br />

reviews over de periode 2002-2006. Voor depressie, angststoornis <strong>en</strong> epilepsie zijn onze<br />

zoekacties teruggegaan tot 1996, het jaar waarin de inv<strong>en</strong>tarisatie ''Beweg<strong>en</strong> gewog<strong>en</strong>''<br />

versche<strong>en</strong> (Mosterd et al., 1996). In die publicatie werd reeds beschrev<strong>en</strong> dat er bewijs is<br />

voor de effectiviteit van S/B bij e<strong>en</strong> aantal van de g<strong>en</strong>oemde aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. In deze<br />

publicatie zijn de uitsprak<strong>en</strong> echter vooral gebaseerd op e<strong>en</strong> beperkt aantal retrospectieve<br />

studies, m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van experts <strong>en</strong> veelal op basis van fysieke parameters. Op basis van<br />

deze gegev<strong>en</strong>s zijn door organisaties zoals NebasNsg <strong>en</strong> NISB reeds veel initiatiev<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> op het gebied van S/B bij bepaalde chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. Gedur<strong>en</strong>de het<br />

afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nium is m<strong>en</strong> voorzichtiger geword<strong>en</strong> met het transferer<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>eraliser<strong>en</strong> van positieve bevinding<strong>en</strong> die gebaseerd zijn op fysieke parameters.<br />

Voordat er e<strong>en</strong> uitspraak gedaan kan word<strong>en</strong> over de effectiviteit van S/B op bijvoorbeeld<br />

ADL activiteit<strong>en</strong>, zal dit toch eerst in grootschalige, geblindeerde studies onderzocht<br />

di<strong>en</strong><strong>en</strong> te word<strong>en</strong>. In het huidige rapport zijn de uitsprak<strong>en</strong> over effectiviteit van S/B<br />

vooral gebaseerd op systematische reviews van goede kwaliteit, waarin voornamelijk<br />

prospectieve, gerandomiseerde, geblindeerde studies zijn geëvalueerd. Het is daarom niet<br />

verwonderlijk, dat in het Rapport Oef<strong>en</strong>therapie (2003) <strong>en</strong> het huidige rapport minder<br />

boute, maar wel beter onderbouwde conclusies word<strong>en</strong> getrokk<strong>en</strong>.<br />

Sinds 1996 hebb<strong>en</strong> zich de nodige ontwikkeling<strong>en</strong> voorgedaan met betrekking tot<br />

chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> in zijn algeme<strong>en</strong>heid. Om <strong>en</strong>kele tr<strong>en</strong>ds te noem<strong>en</strong>:<br />

- de preval<strong>en</strong>tie van chronische ziekt<strong>en</strong> is verder toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, al of niet<br />

sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>d met de verdere vergrijzing (RIVM, 2002).<br />

- Bij de behandeling van chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> werd voorhe<strong>en</strong> vaak voor e<strong>en</strong><br />

voorzichtige, passieve b<strong>en</strong>adering (rust, massage) gekoz<strong>en</strong>, maar word<strong>en</strong> nu<br />

allerlei vorm<strong>en</strong> van S/B in e<strong>en</strong> paramedische setting toegepast.<br />

- Het inzett<strong>en</strong> van actieve therapievorm<strong>en</strong> bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische<br />

aando<strong>en</strong>ing hangt sam<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> tr<strong>en</strong>d van e<strong>en</strong> “hands-on” b<strong>en</strong>adering naar e<strong>en</strong><br />

“hands-off” b<strong>en</strong>adering binn<strong>en</strong> paramedische beroep<strong>en</strong>. Deze tr<strong>en</strong>d is <strong>en</strong>erzijds<br />

ontstaan door de w<strong>en</strong>s van de overheid, <strong>en</strong> anderzijds door paramedici, die voor<br />

e<strong>en</strong> meer evid<strong>en</strong>ce-based handel<strong>en</strong> in hun beroep pleit<strong>en</strong>.<br />

- de individuele behandeling voor bepaalde aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> lijkt te verdwijn<strong>en</strong>. Het<br />

ontstaan van oef<strong>en</strong>groep<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> de fysiotherapie is daar e<strong>en</strong> goed voorbeeld<br />

van. Het onderscheid tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> therapeutische interv<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> S/B in algem<strong>en</strong>e zin<br />

wordt door g<strong>en</strong>oemde ontwikkeling<strong>en</strong> steeds kleiner.<br />

28


Op basis van de huidige inv<strong>en</strong>tarisatie moet geconcludeerd word<strong>en</strong>, dat de beoogde<br />

effect<strong>en</strong> van S/B in wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek vooral bereikt word<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> klinische<br />

<strong>en</strong> paramedische setting, <strong>en</strong> dat extramurale activiteit<strong>en</strong> als sportbeoef<strong>en</strong>ing, zijnde<br />

onderdeel van e<strong>en</strong> actieve leefstijl, nauwelijks zijn geëvalueerd. Wel zijn vorm<strong>en</strong> van<br />

beweging geëvalueerd, die niet direct medisch geïndiceerd war<strong>en</strong> (Tai Chi, hardlop<strong>en</strong>,<br />

fitness training, Yoga). Hiermee is duidelijk, dat het gr<strong>en</strong>svlak tuss<strong>en</strong> therapeutisch<br />

beweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> recreatief beweg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> grijs gebied is geword<strong>en</strong>. Dit was e<strong>en</strong> probleem<br />

tijd<strong>en</strong>s het afbak<strong>en</strong><strong>en</strong> van S/B, <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het selecter<strong>en</strong> van relevante literatuur.<br />

In bov<strong>en</strong>staand licht is getracht antwoord te gev<strong>en</strong> op de 4 hoofdvraagstelling<strong>en</strong> m.b.t.<br />

effectiviteit van S/B, de bepaling van de optimale dosis <strong>en</strong> mogelijk schadelijke<br />

bijwerking<strong>en</strong>.<br />

De conclusies zijn bondig sam<strong>en</strong>gevat:<br />

• Er is bewijs dat S/B effectief is bij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> CVA; tev<strong>en</strong>s is er bewijs dat<br />

int<strong>en</strong>siever toepass<strong>en</strong> van S/B, in term<strong>en</strong> van tijd, effectiever is dan minder<br />

therapie.<br />

• Er zijn aanwijzing<strong>en</strong>, dat S/B effectief is bij de ziekte van Parkinson, de ziekte<br />

van Bechterew, heupartrose, astma <strong>en</strong> depressie. Er zijn aanwijzing<strong>en</strong> dat<br />

int<strong>en</strong>sievere (in de vorm van meer tijd) therapie bij de ziekte van Bechterew<br />

betere effect<strong>en</strong> heeft dan minder int<strong>en</strong>sieve therapie.<br />

• Er is onvoldo<strong>en</strong>de bewijs om e<strong>en</strong> uitspraak te do<strong>en</strong> over de effectiviteit van S/B<br />

bij reumatoïde artritis, epilepsie, <strong>en</strong> angststoornis.<br />

• Er is onvoldo<strong>en</strong>de bewijs om e<strong>en</strong> uitspraak te do<strong>en</strong> betreff<strong>en</strong>de e<strong>en</strong> dosis-respons<br />

relatie voor epilepsie, ziekte van Parkinson, heupartrose, reumatoïde artritis,<br />

astma, depressie <strong>en</strong> angststoornis.<br />

• Met betrekking tot de veiligheid wordt er geconcludeerd dat er over het algeme<strong>en</strong><br />

ge<strong>en</strong> serieuze negatieve gevolg<strong>en</strong> van S/B word<strong>en</strong> gerapporteerd<br />

Deze conclusies word<strong>en</strong> in tabel 5 vergelek<strong>en</strong> met de resultat<strong>en</strong> uit het rapport<br />

Oef<strong>en</strong>therapie (2003).<br />

29


Tabel 5. Vergelijking resultat<strong>en</strong> rapport Oef<strong>en</strong>therapie (2003) met resultat<strong>en</strong> uit het<br />

huidige rapport<br />

Conclusies rapport<br />

Oef<strong>en</strong>therapie (2003)<br />

Huidige rapport (2006)<br />

CVA Ge<strong>en</strong> uitspraak mogelijk over effectiviteit Bewijs dat functionele beweegvorm<strong>en</strong> effectief<br />

bij hemiplege schouderpijn; aanwijzing<strong>en</strong> zijn m.b.t. prester<strong>en</strong> op ADL functies; bewijs dat<br />

dat veel oef<strong>en</strong>therapie meer effect heeft int<strong>en</strong>sievere therapie effectiever is dan minder<br />

dan minder<br />

int<strong>en</strong>sieve therapie<br />

Parkinson Onvoldo<strong>en</strong>de bewijs voor effectiviteit; Bij gebrek aan goede systematische reviews<br />

aanwijzing<strong>en</strong> voor effect<strong>en</strong> op<br />

loopsnelheid <strong>en</strong> ADL<br />

géén aanvull<strong>en</strong>de uitspraak mogelijk<br />

Epilepsie # Bij gebrek aan methodologisch goede RCT’s<br />

géén uitspraak mogelijk<br />

Heupartrose Aanwijzing<strong>en</strong> dat oef<strong>en</strong>therapie gunstiger Bij gebrek aan opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> RCT’s specifiek over<br />

is dan ge<strong>en</strong> oef<strong>en</strong>therapie m.b.t.<br />

heupartrose géén aanvull<strong>en</strong>de uitspraak<br />

lichamelijk functioner<strong>en</strong>.<br />

mogelijk<br />

<strong>Ziek</strong>te van Aanwijzing<strong>en</strong> voor de effectiviteit van Aanwijzing<strong>en</strong> voor de effectiviteit van S/B<br />

Bechterew oef<strong>en</strong>therapie.<br />

onder supervisie; aanwijzing<strong>en</strong> dat int<strong>en</strong>sievere<br />

vorm<strong>en</strong> betere resultat<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.<br />

Reumatoïde Onvoldo<strong>en</strong>de bewijs om e<strong>en</strong> uitspraak te M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met reumatoïde artritis zijn trainbaar in<br />

artritis do<strong>en</strong> over de effectiviteit m.b.t. pijn <strong>en</strong> kracht <strong>en</strong> uithoudingsvermog<strong>en</strong>. Onvoldo<strong>en</strong>de<br />

dagelijks functioner<strong>en</strong><br />

bewijs over effectiviteit m.b.t. ADL<br />

Astma Ge<strong>en</strong> uitspraak mogelijk over effectiviteit Aanwijzing<strong>en</strong> dat ademoef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> bijdrag<strong>en</strong><br />

van oef<strong>en</strong>therapie<br />

aan kwaliteit van lev<strong>en</strong>; M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met astma zijn<br />

trainbaar in fysieke parameters<br />

Depressie # Aanwijzing<strong>en</strong> voor effectiviteit bij milde tot<br />

matige depressie<br />

Angststoornis # Bij gebrek aan goede systematische reviews<br />

ge<strong>en</strong> uitspraak mogelijk<br />

# Niet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in Rapport Oef<strong>en</strong>therapie (2003)<br />

De verklaring voor de beperkte bevinding<strong>en</strong> kan voor e<strong>en</strong> deel word<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong> aan<br />

e<strong>en</strong> aantal aannames <strong>en</strong> bevinding<strong>en</strong>:<br />

- de gehanteerde definitie van <strong>Sport</strong> <strong>en</strong> Beweg<strong>en</strong> (S/B)<br />

- Alle<strong>en</strong> reviews in het Nederlands, Duits of Engels.<br />

- ''Ge<strong>en</strong> bewijs'' wil niet zegg<strong>en</strong> dat er daadwerkelijk ge<strong>en</strong> bewijs is. Onze<br />

bewijslast is gebaseerd op systematische reviews, die in het verled<strong>en</strong> gepubliceerd<br />

zijn. Met andere woord<strong>en</strong>; niet alle RCT’s tot <strong>en</strong> met het hed<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

geëvalueerd.<br />

- We hebb<strong>en</strong> zeer scherpe criteria gesteld overe<strong>en</strong>komstig het Gezondheidsraadrapport<br />

over Oef<strong>en</strong>therapie (2003). Daaraan kan word<strong>en</strong> toegevoegd dat het door<br />

middel van de Ass<strong>en</strong>delft methode kwantificer<strong>en</strong> van methodologische kwaliteit<br />

door meerdere refer<strong>en</strong>t<strong>en</strong> als zeer lastig werd ervar<strong>en</strong>. Dit wordt geïllustreerd door<br />

het feit dat e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>ingsverschil (>/< 60 punt<strong>en</strong>) bestond in neg<strong>en</strong> van de in totaal<br />

53 reviews die door beide refer<strong>en</strong>t<strong>en</strong> beoordeeld werd<strong>en</strong>.<br />

- De dosis-respons vraag wordt, op CVA na, niet c<strong>en</strong>traal gesteld in de door ons<br />

geselecteerde reviews.<br />

- Nadelige bijwerking<strong>en</strong> cq. schade als gevolg van e<strong>en</strong> interv<strong>en</strong>tie met S/B is<br />

nimmer de primaire onderzoeksvraag geweest. Dit zou trouw<strong>en</strong>s onethisch zijn.<br />

Derhalve word<strong>en</strong> mogelijke schadelijke effect<strong>en</strong> of risico’s louter zijdelings<br />

30


eschrev<strong>en</strong> in de reviews. Slechts bij het lop<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> tredmol<strong>en</strong> door CVA<br />

patiënt<strong>en</strong> is er expliciet aandacht voor ev<strong>en</strong>tuele negatieve nev<strong>en</strong>effect<strong>en</strong> zoals<br />

spierpijn.<br />

- Optred<strong>en</strong> van co-morbiditeit, vooral bij de ouderdomsgerelateerde aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />

8.2 Aanbeveling<strong>en</strong><br />

Qua formulering van onze adviez<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt naar concrete<br />

implem<strong>en</strong>tatie van S/B <strong>en</strong>/of naar gew<strong>en</strong>ste onderzoeksactiviteit<strong>en</strong> aangaande effect<strong>en</strong><br />

van S/B. Hierbij is ge<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> met speciale doelgroep<strong>en</strong>, zoals jonger<strong>en</strong>,<br />

ouder<strong>en</strong>, werk<strong>en</strong>d<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> sociaal lagere status, daar de praktijk tot<br />

dusverre duidelijk maakt dat deze specificatie e<strong>en</strong> overvraging betreft.<br />

Indi<strong>en</strong> het eindoordeel duidde op “voldo<strong>en</strong>de bewijs voor effectiviteit”, dan is e<strong>en</strong><br />

doelmatigheidsonderzoek de volg<strong>en</strong>de stap richting implem<strong>en</strong>tatie. Bij ev<strong>en</strong>tuele<br />

geblek<strong>en</strong> doelmatigheid kan dan geïmplem<strong>en</strong>teerd word<strong>en</strong>. Als ook informatie over <strong>en</strong>ige<br />

dosis-respons relatie bek<strong>en</strong>d is, zoals bij CVA, dan kan al meer specifieke implem<strong>en</strong>tatie<br />

geschied<strong>en</strong>.<br />

Over de betreff<strong>en</strong>de mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> beperking<strong>en</strong> qua implem<strong>en</strong>tatie kon in de beperkte<br />

tijdsspanne van onderhavige studie nog niet of nauwelijks met veldorganisaties word<strong>en</strong><br />

overlegd.<br />

Indi<strong>en</strong> er slechts aanwijzing<strong>en</strong> bestond<strong>en</strong>, of er ge<strong>en</strong> uitspraak mogelijk was, is e<strong>en</strong><br />

voorstel gedaan voor nader onderzoek (zie figuur 3).<br />

Maar ook bij e<strong>en</strong> relatief beter onderzochte aando<strong>en</strong>ing als CVA bestaan natuurlijk nog<br />

leemtes in k<strong>en</strong>nis. Zo zijn er nog weinig studies die evaluer<strong>en</strong> op functionele parameters<br />

zoals traplop<strong>en</strong>, gebruik van hulpmiddel<strong>en</strong> <strong>en</strong> valprev<strong>en</strong>tie, of kwaliteit van lev<strong>en</strong>.<br />

Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d kom<strong>en</strong> wij tot de volg<strong>en</strong>de concrete adviez<strong>en</strong>:<br />

- bij aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> waarbij er ''ge<strong>en</strong> uitspraak mogelijk'' is over de effectiviteit van<br />

S/B di<strong>en</strong>t er eerst e<strong>en</strong> scre<strong>en</strong>ing van de literatuur plaats te vind<strong>en</strong> naar goede<br />

RCT’s. Als er goede RCT’s word<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>, is het raadzaam e<strong>en</strong> systematische<br />

review uit te voer<strong>en</strong> om e<strong>en</strong> actueler overzicht te creër<strong>en</strong>. Mocht<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> goede<br />

RCT’s gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, dan is het zinloos e<strong>en</strong> systematische review uit te<br />

voer<strong>en</strong>. Het is in dergelijke gevall<strong>en</strong> raadzaam e<strong>en</strong> goede RCT op te start<strong>en</strong>,<br />

waarbij geëvalueerd wordt op klinisch relevante parameters zoals kwaliteit van<br />

lev<strong>en</strong>, pijn, ADL, functioner<strong>en</strong> etc (zie figuur 3).<br />

- Bij aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> waarbij S/B effectief geblek<strong>en</strong> is, of daar waar er zeer<br />

duidelijke aanwijzing<strong>en</strong> zijn dat S/B effectief is, di<strong>en</strong>t onderzoek gedaan te<br />

word<strong>en</strong> naar de meest effectieve vorm van S/B. Bij aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> zoals CVA is er<br />

al k<strong>en</strong>nis omtr<strong>en</strong>t de int<strong>en</strong>siteit in term<strong>en</strong> van tijd. Er is nog ge<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis<br />

betreff<strong>en</strong>de de int<strong>en</strong>siteit van de oef<strong>en</strong>vorm<strong>en</strong>. Dit kan leid<strong>en</strong> tot het optimaliser<strong>en</strong><br />

van het effect van oef<strong>en</strong>therapie.<br />

- Follow-up onderzoek naar method<strong>en</strong> om te bezi<strong>en</strong> of het korte-termijn effect van<br />

bepaalde oef<strong>en</strong>therapie op de lange termijn behoud<strong>en</strong> blijft. Hierbij kan gedacht<br />

word<strong>en</strong> aan onderzoek naar de effectiviteit van groepsbehandeling<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

compliance-bevorder<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong>.<br />

31


- Als uitkomstmaat is het w<strong>en</strong>selijk dat m<strong>en</strong> naast de gebruikelijke uitkomstmat<strong>en</strong><br />

in het geval van S/B ook het plezier qua beleving aan het S/B, mee evalueert. Dit<br />

kan ook invloed hebb<strong>en</strong> op het gevoel van “ik b<strong>en</strong> toch nog erg<strong>en</strong>s toe in staat”<br />

(self-esteem). Daarnaast speelt het sociale contact, dat vaak e<strong>en</strong> impliciet<br />

onderdeel vormt van verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> van S/B, e<strong>en</strong> belangrijke rol. De factor<br />

“plezier in beweg<strong>en</strong>” speelt ook e<strong>en</strong> belangrijke rol in het waarborg<strong>en</strong> van<br />

langdurige deelname.<br />

32


8.3 Prioritering<br />

In geval van onderzoeksadviez<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bouwst<strong>en</strong><strong>en</strong> aangedrag<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om tot<br />

prioritering te kom<strong>en</strong>. Deze is gebaseerd op de combinatie van twee aspect<strong>en</strong>: de<br />

gezondheidsbevorder<strong>en</strong>de effect<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de mogelijkheid van implem<strong>en</strong>tatie. De<br />

onderzoekers zijn van m<strong>en</strong>ing dat bij e<strong>en</strong> afweging dermate veel verschill<strong>en</strong>de aspect<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>d gewicht meespel<strong>en</strong> dat wij ons niet compet<strong>en</strong>t acht<strong>en</strong><br />

om deze balans zelf op te mak<strong>en</strong>. Dat ligt meer op het terrein van beleidsbepalers.<br />

Factor<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> nadere prioritering zijn ondermeer prognose qua<br />

incid<strong>en</strong>tie, preval<strong>en</strong>tie van het ziektebeeld, kost<strong>en</strong> (direct <strong>en</strong> indirect), kwaliteit van<br />

lev<strong>en</strong>, leeftijd, lev<strong>en</strong>sverwachting, maar ook de aanwezigheid van ger<strong>en</strong>ommeerde<br />

onderzoeksgroep<strong>en</strong> in binn<strong>en</strong>- <strong>en</strong> buit<strong>en</strong>land.<br />

Onze slotsom is dat feitelijk bij bijna alle chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> met betrekking tot<br />

S/B te weinig evid<strong>en</strong>ce bestaat om dit te vertal<strong>en</strong> in gerichte, praktische adviez<strong>en</strong>. Goed<br />

opgezet onderzoek, i.h.b. multi-c<strong>en</strong>ter trials bij grotere patiënt<strong>en</strong>populaties, leid<strong>en</strong>d tot<br />

toepasbare programma’s voor zorgverl<strong>en</strong>ers is voor de meeste aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> op zijn<br />

plaats.<br />

9. Dankwoord.<br />

Dit rapport is mede tot stand gekom<strong>en</strong> door de belangeloze medewerking van e<strong>en</strong> groot<br />

aantal vakinhoudelijke <strong>en</strong> methodologische experts. Zij hebb<strong>en</strong> op ons verzoek de<br />

verantwoordelijke taak op zich g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> om de systematische reviews te beoordel<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

stapel artikel<strong>en</strong> me<strong>en</strong>em<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> reis lijkt voor e<strong>en</strong> aantal refer<strong>en</strong>t<strong>en</strong> e<strong>en</strong> goede methode<br />

om de reistijd nuttig te bested<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> welgeme<strong>en</strong>d woord van dank is op zijn plaats voor<br />

alle tijd <strong>en</strong> moeite die deze experts besteed hebb<strong>en</strong> aan de gevraagde beoordeling.<br />

33


10. Literatuurlijst<br />

1. Ass<strong>en</strong>delft WJ, Koes BW, Knipschild PG, Bouter LM. The relationship betwe<strong>en</strong><br />

methodological quality and conclusions in reviews of spinal manipulation. JAMA<br />

1995; 274(24):1942-8.<br />

2. Barreca S, Wolf SL, Fasoli S, Bohannon R. Treatm<strong>en</strong>t interv<strong>en</strong>tions for the<br />

paretic upper limb of stroke survivors: a critical review. Neurorehabil Neural<br />

Repair 2003; 17: 220-6.<br />

3. Bouchard C, Shepard RJ, Steph<strong>en</strong>s T (eds). Physical activity, fitness and helath;<br />

Cons<strong>en</strong>sus statem<strong>en</strong>t. Champaign (IL); Human Kinetics, 1993.<br />

4. Brady TJ, Kruger J, Helmick CG, Callahan LF, Boutaugh ML. Interv<strong>en</strong>tion<br />

programs for arthritis and other rheumatic diseases. Health Educ Behav. 2003; 30:<br />

44-63.<br />

5. Brosseau L, MacLeay L, Robinson V, Wells G, Tugwell P. Int<strong>en</strong>sity of exercise<br />

for the treatm<strong>en</strong>t of osteoarthritis. Cochrane Database Syst Rev. 2003;(2):<br />

CD004259<br />

6. Brosseau L, Pelland L, Wells G, Macleay L, Lamothe C, Michaud G, Lambert J,<br />

Robinson V, Tugwell P Efficacy of aerobic exercises for osteoarthritis (part II): a<br />

meta-analysis Physical Therapy Reviews 2004; 9: 125-145.<br />

7. Bruton A, Lewith GT. The Buteyko breathing technique for asthma: a review.<br />

Complem<strong>en</strong>t Ther Med. 2005;13: 41-6.<br />

8. Carpay JA, Gijs<strong>en</strong> R, Poos MJJC. Neemt het aantal m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met epilepsie toe of<br />

af? In: Volksgezondheid Toekomst Verk<strong>en</strong>ning, Nationaal Kompas<br />

Volksgezondheid. Bilthov<strong>en</strong>: RIVM, <br />

Gezondheid <strong>en</strong> ziekte\ <strong>Ziek</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>\ Z<strong>en</strong>uwstelsel <strong>en</strong> zintuig<strong>en</strong>\<br />

Epilepsie, 20 februari 2004.<br />

9. CBS Statline. http://statline.cbs.nl. Voorburg/Heerl<strong>en</strong>, 2006.<br />

10. Chorus AMJ, Hopman-Rock. Chronisch ziek<strong>en</strong> <strong>en</strong> beweg<strong>en</strong>. In: Hildebrandt VH,<br />

Ooij<strong>en</strong>dijk WTM, Stiggelbout M Hopman-Rock M (eds). Tr<strong>en</strong>drapport Beweg<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> Gezondheid 2002/2003. Hoofddorp; TNO Arbeid, 2004.<br />

11. Coumans B, Montfort W van. Gezond in Beweging 2. E<strong>en</strong> stap voorwaarts naar<br />

e<strong>en</strong> verantwoord <strong>en</strong> structureel sport- <strong>en</strong> bewegings(stimulerings)beleid voor<br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> chronische ziekte. Arnhem; NISB, 2000.<br />

12. Craft LL, Landers DM. The effect of exercise on clinical depression and<br />

depression resulting from m<strong>en</strong>tal illness: a meta-analysis. J <strong>Sport</strong> Exerc Psych<br />

1998; 20: 339-357.<br />

13. Dagfinrud H, Kvi<strong>en</strong> TK, Hag<strong>en</strong> KB. Physiotherapy interv<strong>en</strong>tions for ankylosing<br />

spondylitis. Cochrane Database Syst Rev. 2004; 18;(4): CD002822.<br />

14. Dunn AL, Trivedi MH, O’Neal HA. Physical activity dose-response effects on<br />

outcomes of depression and anxiety. Med Sci <strong>Sport</strong>s Exerc 2001; 33: S587-S597.<br />

15. Eng JJ. Str<strong>en</strong>gth training in individuals with stroke. Physiother Can 2004; 56:<br />

189-200.<br />

16. Frazer CJ, Christ<strong>en</strong>s<strong>en</strong> H, Griffiths KM. Effectiv<strong>en</strong>ess of treatm<strong>en</strong>ts for<br />

depression in older people. Med J Aust 2005; 182: 627-632.<br />

17. Gage H, Storey L. Rehabilitation for Parkinson's disease: a systematic review of<br />

available evid<strong>en</strong>ce. Clin Rehabil 2004; 18: 463-82.<br />

34


18. Geyt<strong>en</strong>beek J. Evid<strong>en</strong>ce for effective hydrotherapy. Physiotherapy 2002; 88: 514-<br />

29.<br />

19. Gezondheidsraad. Oef<strong>en</strong>therapie. D<strong>en</strong> Haag, 2003, pub. nr. 2003/22.<br />

20. Gyorik SA, Brutsche MH. Complem<strong>en</strong>tary and alternative medicine for bronchial<br />

asthma: is there new evid<strong>en</strong>ce? Curr Op Pulm Med 2004; 10: 37-43<br />

21. Hakk<strong>en</strong>nes S, Keating JL. Constraint-induced movem<strong>en</strong>t therapy following<br />

stroke: a systematic review of randomised controlled trials. Aust J Physiother<br />

2005; 51: 221-31.<br />

22. Han A, Robinson V, Judd M, Taixiang W, Wells G, Tugwell P. Tai chi for<br />

treating rheumatoid arthritis. Cochrane Database Syst Rev. 2004;(3): CD004849<br />

23. Holloway E, Ram FS. Breathing exercises for asthma. Cochrane Database Syst<br />

Rev. 2004;(1): CD001277<br />

24. Inaba M, Edberg E, Montgomery J, Gillis MK. Effectiv<strong>en</strong>ess of functional<br />

training, active exercise, and resistive exercise for pati<strong>en</strong>ts with hemiplegia. Phys<br />

Ther 1973; 53: 28-35.<br />

25. James R, Clark M, Sherman C, DiNubile NA. A Guide to exercise for congestive<br />

heart failure pati<strong>en</strong>ts. Phys <strong>Sport</strong>s Med 1998; 26: 8.<br />

26. Jorm AF, Christ<strong>en</strong>s<strong>en</strong> H, Griffith KM, Parslow RA, Rodgers B, Blewitt KA.<br />

Effectiv<strong>en</strong>ess of complem<strong>en</strong>tary and self-help treatm<strong>en</strong>ts for anxiety disorders.<br />

Med J Aust 2004; 181: S29-S46<br />

27. Kettun<strong>en</strong> JA, Kujala UM. Exercise therapy for people with rheumatoid arthritis<br />

and osteoarthritis. Scand J Med Sci <strong>Sport</strong>s 2004; 14: 138-42.<br />

28. Kwakkel G, van Pepp<strong>en</strong> R, Wag<strong>en</strong>aar RC, Wood Dauphinee S, Richards C,<br />

Ashburn A, Miller K, Lincoln N, Partridge C, Wellwood I, Langhorne P. Effects<br />

of augm<strong>en</strong>ted exercise therapy time after stroke: a meta-analysis. Stroke 2004; 35:<br />

2529-39.<br />

29. Lawlor DA, Hopker SW. The effectiv<strong>en</strong>ess of exercise as an interv<strong>en</strong>tion in the<br />

managem<strong>en</strong>t of depression: systematic review and meta-regression analysis of<br />

randomised controlled trials. BMJ 2001; 322: 763-7.<br />

30. Luke C, Dodd KJ, Brock K. Outcomes of the Bobath concept on upper limb<br />

recovery following stroke. Clin Rehabil 2004; 18: 888-98.<br />

31. Manning CD, Pomeroy VM. Effectiv<strong>en</strong>ess of treadmill retraining on gait of<br />

hemiparetic stroke pati<strong>en</strong>ts: systematic review of curr<strong>en</strong>t evid<strong>en</strong>ce. Physiotherapy<br />

2003; 89: 337-49<br />

32. Meek C, Pollock A, Potter J, Langhorne P. A systematic review of exercise trials<br />

post stroke. Clin Rehabil 2003; 17: 6-13.<br />

33. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn <strong>en</strong> <strong>Sport</strong>. <strong>Sport</strong>, Beweg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Gezondheid; naar e<strong>en</strong> actief kabinetsbeleid ter vergroting van de gezondheid door<br />

<strong>en</strong> bij sport <strong>en</strong> beweging. D<strong>en</strong> Haag; VWS, 2001.<br />

34. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn <strong>en</strong> <strong>Sport</strong>. Tijd voor <strong>Sport</strong>. D<strong>en</strong> Haag;<br />

VWS, 2005.<br />

35. Morris SL, Dodd KJ, Morris ME. Outcomes of progressive resistance str<strong>en</strong>gth<br />

training following stroke: a systematic review. Clin Rehabil 2004; 18: 27-39.<br />

36. Moseley AM, Stark A, Cameron ID, Pollock A. Treadmill training and body<br />

weight support for walking after stroke. Cochrane Database Syst Rev 2005; 4:<br />

CD002840.<br />

35


37. Mosterd WL, Bol E, Vries WR de, et al. Beweg<strong>en</strong> gewog<strong>en</strong>. Inv<strong>en</strong>tarisatie van<br />

wet<strong>en</strong>schappelijke gegev<strong>en</strong>s <strong>en</strong> formulering van aanbeveling<strong>en</strong> ter ondersteuning<br />

van actiegericht beleid inzake sport <strong>en</strong> (volks)gezondheid. Utrecht; Universiteit<br />

Utrecht, 1996.<br />

38. Ooij<strong>en</strong>dijk WTM, Hildebrandt VH, Stiggelbout M. Beweg<strong>en</strong> in Nederland 2000-<br />

2003. In: Hildebrandt VH, Ooij<strong>en</strong>dijk WTM, Stiggelbout M Hopman-Rock M<br />

(eds). Tr<strong>en</strong>drapport Beweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> Gezondheid 2002/2003. Hoofddorp, TNO<br />

Arbeid 2004.<br />

39. Ottawa Panel evid<strong>en</strong>ce-based clinical practice guidelines for therapeutic exercises<br />

and manual therapy in the managem<strong>en</strong>t of osteoarthritis. Phys Ther 2005; 85:<br />

907-71.<br />

40. Ottawa Panel. Ottawa Panel evid<strong>en</strong>ce-based clinical practice guidelines for<br />

therapeutic exercises in the managem<strong>en</strong>t of rheumatoid arthritis in adults. Phys<br />

Ther 2004; 84: 934-72.<br />

41. Paci M. Physiotherapy based on the Bobath concept for adults with post-stroke<br />

hemiplegia: a review of effectiv<strong>en</strong>ess studies. J Rehabil Med 2003; 35: 2-7.<br />

42. Page T, Lockwood C. Prev<strong>en</strong>tion and managem<strong>en</strong>t of shoulder pain in the<br />

hemiplegic pati<strong>en</strong>t. JBI-Rep 2003; 1: 149-65.<br />

43. Pang MYC, Eng JJ, Dawson AS, Gylfado�ttir S. The use of aerobic exercise<br />

training in improving aerobic capacity in individuals with stroke: A meta-analysis<br />

Clin Rehabil 2006; 20: 97-111.<br />

44. Pate RR, Pratt M, Blair SN, et al. Physical Activity and Public Health: a<br />

recomm<strong>en</strong>dation from the C<strong>en</strong>ters for Disease Control and Prev<strong>en</strong>tion and the<br />

American College of <strong>Sport</strong>s Medicine. JAMA 1995; 273: 402-407.<br />

45. Pelland L, Brosseau L, Wells G, MacLeay L, Lambert J, Lamothe C, Robinson V,<br />

Tugwell P Efficacy of str<strong>en</strong>gth<strong>en</strong>ing exercises for osteoarthritis (part 1): a metaanalysis.<br />

Phys Ther Rev 2004; 9: 77-108.<br />

46. Pilkington K, Kirkwood G, Rampes H, Richardson J Yoga for depression: the<br />

research evid<strong>en</strong>ce. Journal of Affective Disorders 2005; 89: 13-24.<br />

47. Platz T. Evid<strong>en</strong>ce-based arm rehabilitation--a systematic review of the literature<br />

Nerv<strong>en</strong>arzt 2003; 74: 841-9.<br />

48. Polder JJ, Takk<strong>en</strong> J, Meerding WJ, Kommer GJ, Stokx LJ,. Kost<strong>en</strong> van <strong>Ziek</strong>t<strong>en</strong> in<br />

Nederland. De zorgeuro ontrafelt. Themarapport van de Volksgezondheid<br />

Toekomst Verk<strong>en</strong>ning 2002. RIVM-rapport 270751005, Bilthov<strong>en</strong>, RIVM 2002.<br />

49. Poos MJJC, Gommer AM. Achtergrondcijfers bij rangordetabell<strong>en</strong>. In:<br />

Volksgezondheid Toekomst Verk<strong>en</strong>ning, Nationaal Kompas Volksgezondheid<br />

Bilthov<strong>en</strong>: RIVM, Gezondheid <strong>en</strong><br />

ziekte/<strong>Ziek</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, 19 juni 2006.<br />

50. Pollock A, Baer G, Pomeroy V, Langhorne P. Physiotherapy treatm<strong>en</strong>t<br />

approaches for the recovery of postural control and lower limb function following<br />

stroke. Cochrane Database Syst Rev 2006; 1: CD001920.<br />

51. Raad voor Gezondheidsonderzoek. Advies Onderzoek <strong>Sport</strong>gezondheidszorg-<br />

S/B. D<strong>en</strong> Haag; RGO, 2001.<br />

52. Ram FS, Robinson SM, Black PN, Picot J. Physical training for asthma. Cochrane<br />

Database Syst Rev 2005;(4): CD001116<br />

53. Ram FS, Wellington SR, Barnes NC. Inspiratory muscle training for asthma.<br />

Cochrane Database Syst Rev. 2003;(4): CD003792<br />

36


54. Ramaratnam S, Sridharan K. Yoga for epilepsy. Cochrane Database Syst Rev<br />

2000;(3): CD001524.<br />

55. Rijk MC de, Breteler MMB, Graveland GA, Ott A, Meché FGA van der, Hofman<br />

A. De preval<strong>en</strong>tie van parkinsonisme <strong>en</strong> de ziekte van Parkinson bij ouder<strong>en</strong>; het<br />

ERGO-onderzoek. Ned Tijdschr G<strong>en</strong>eeskd 1996a; 140: 196-200.<br />

56. RIVM. Gezondheid op koers? Volksgezondheid Toekomst Verk<strong>en</strong>ning 2002.<br />

Hout<strong>en</strong>; BSL, 2002.<br />

57. RIVM. Polder JJ, Takk<strong>en</strong> J, Meerding WJ, Kommer GJ, Stokx LJ. Kost<strong>en</strong> van<br />

ziekt<strong>en</strong> in Nederland (www.rivm.nl/ kost<strong>en</strong> van ziekt<strong>en</strong>), 2002.<br />

58. Roddy E, Zhang W, Doherty M, Ard<strong>en</strong> NK, Barlow J, Birrell F, Carr A,<br />

Chakravarty K, Dickson J, Hay E, Hosie G, Hurley M, Jordan KM, McCarthy C,<br />

McMurdo M, Mockett S, O’Reilly S, Peat G, P<strong>en</strong>dleton A, Richards S. Evid<strong>en</strong>cebased<br />

recomm<strong>en</strong>dations for the role of exercise in the managem<strong>en</strong>t of<br />

osteoarthritis of the hip or knee—the MOVE cons<strong>en</strong>sus. Rheumatology 2005; 44:<br />

67-73.<br />

59. Saunders DH, Greig CA, Young A, Mead GE. Physical fitness training for stroke<br />

pati<strong>en</strong>ts. Cochrane Database Syst Rev. 2004;(1): CD003316.<br />

60. Schoemaker C (RIVM), Poos MJJC (RIVM), Spijker J (Trimbos-instituut). Hoe<br />

vaak komt depressie voor? In: Volksgezondheid Toekomst Verk<strong>en</strong>ning, Nationaal<br />

Kompas Volksgezondheid. Bilthov<strong>en</strong>: RIVM, <br />

Gezondheid <strong>en</strong> ziekte\ <strong>Ziek</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>\ Psychische stoorniss<strong>en</strong>\<br />

Depressie, 13 december 2005.<br />

61. Speelman JD. Hoe vaak komt de ziekte van Parkinson voor <strong>en</strong> hoeveel m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

sterv<strong>en</strong> eraan? In: Volksgezondheid Toekomst Verk<strong>en</strong>ning, Nationaal Kompas<br />

Volksgezondheid. Bilthov<strong>en</strong>: RIVM, <br />

Gezondheid <strong>en</strong> ziekte\ <strong>Ziek</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>\ Z<strong>en</strong>uwstelsel <strong>en</strong> zintuig<strong>en</strong>\<br />

<strong>Ziek</strong>te van Parkinson, 11 september 2003<br />

62. St<strong>en</strong>strom CH, Minor MA. Evid<strong>en</strong>ce for the b<strong>en</strong>efit of aerobic and str<strong>en</strong>gth<strong>en</strong>ing<br />

exercise in rheumatoid arthritis. Arthritis Rheum 2003; 49: 428-34.<br />

63. Steultj<strong>en</strong>s EM, Dekker J, Bouter LM, van de Nes JC, Cup EH, van d<strong>en</strong> Ende CH.<br />

Occupational therapy for stroke pati<strong>en</strong>ts: a systematic review. Stroke 2003; 34:<br />

676-87.<br />

64. Steultj<strong>en</strong>s EM, Dekker J, Bouter LM, van Schaard<strong>en</strong>burg D, van Kuyk MA, van<br />

d<strong>en</strong> Ende CH. Occupational therapy for rheumatoid arthritis. Cochrane Database<br />

Syst Rev 2004;(1):CD003114<br />

65. Teasell RW, Bhogal SK, Foley NC, Speechley MR. Gait retraining post stroke.<br />

Top Stroke Rehabil 2003 a ;10: 34-65.<br />

66. Teasell RW, Foley NC, Bhogal SK, Speechley MR. An evid<strong>en</strong>ce-based review of<br />

stroke rehabilitation. Top Stroke Rehabil 2003 b ; 10: 29-58.<br />

67. van Dale taalweb. www.vandale.nl<br />

68. Van d<strong>en</strong> Ende CH, Vliet Vlieland TP, Munneke M, Hazes JM. Dynamic exercise<br />

therapy in rheumatoid arthritis: a systematic review. Br J Rheumatol 1998; 37:<br />

677-87.<br />

69. van der Lind<strong>en</strong> S, van Tuberg<strong>en</strong> A, Hidding A. Physiotherapy in ankylosing<br />

spondylitis: what is the evid<strong>en</strong>ce? Clin Exp Rheumatol 2002; 20: S60-4.<br />

37


70. Van Pepp<strong>en</strong> RPS, Kwakkel G, Wood-Dauphinee S., H<strong>en</strong>driks HJM, Van der<br />

Wees PhJ, Dekker J. The impact of physical therapy on functional outcomes after<br />

stroke: What's the evid<strong>en</strong>ce? Clin Rehab 2004; 18: 833-862.<br />

71. Welsh L, Kemp JG, Roberts RG. Effects of physical conditioning on childr<strong>en</strong> and<br />

adolesc<strong>en</strong>ts with asthma. <strong>Sport</strong>s Med 2005; 35: 127-41.<br />

72. Wessel J. The effectiv<strong>en</strong>ess of hand exercises for persons with rheumatoid<br />

arthritis: a systematic review. J Hand Ther 2004; 17: 174-80.<br />

73. Wiel<strong>en</strong>ga RP, Huisveld IA, Bol E, Dunselman PH, Erdman RA, Baselier MR,<br />

Mosterd W L. Safety and effects of physical training in chronic heart failure:<br />

results of the chronic heart failure and graded exercise study. J Cardiopulm Rehab<br />

1999; 19: 392.<br />

74. Zochling J, van der Heijde D, Dougados M, Braun J. Curr<strong>en</strong>t evid<strong>en</strong>ce for the<br />

managem<strong>en</strong>t of ankylosing spondylitis: a systematic literature review for the<br />

ASAS/EULAR managem<strong>en</strong>t recomm<strong>en</strong>dations in ankylosing spondylitis. Ann<br />

Rheum Dis 2006; 65: 423-32.<br />

75. ZonMw. Programma <strong>Sport</strong>, Beweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> Gezondheid 2004-2006. D<strong>en</strong> Haag;<br />

ZonMw, 2004.<br />

38


Bijlage I: Ass<strong>en</strong>delft-methode*<br />

Naam beoordelaar:……………………………………………….<br />

Studie: ....................................................................................<br />

Study selection (30)<br />

Max. points Score<br />

A Description of inclusion and exclusion criteria of the systematic review<br />

1 Study setting(s) included (i.e. industry, g<strong>en</strong>eral practice, hospital) 2 …….<br />

2 Interv<strong>en</strong>tions type(s) included 2 …….<br />

3 Outcome type(s) included (i.e. pain, g<strong>en</strong>eral improvem<strong>en</strong>t, disability questionnaire) 2 …….<br />

4 Years covered 2 …….<br />

5 Language(s) covered 2 …….<br />

B Search strategy<br />

1 Established bibliographic database included (Medline (or PubMed), and at least one other database) 5 …….<br />

2 Additional efforts to locate non-indexed randomised clinical trials (RCTs) (e.g. refer<strong>en</strong>ce tracking,<br />

correspond<strong>en</strong>ce with experts, manual search of non-indexed journals) 5 …….<br />

C Emphasis on RCTs: RCTs only, or results or RCTs discussed separately from other study designs 10 …….<br />

Methodological Quality Assessm<strong>en</strong>t (20)<br />

D Assessm<strong>en</strong>t (of the validity) of RCTs included that is explicit (reproducible by readers of the review) regarding:<br />

1 Similarity of treatm<strong>en</strong>t groups at baseline (prognostic factors) 2 …….<br />

2 Similarity of treatm<strong>en</strong>t characteristics (co-interv<strong>en</strong>tions) 2 …….<br />

3 Adequacy of treatm<strong>en</strong>t of missing values (dropouts, loss to follow-up) 2 …….<br />

4 Blinding of outcome assessm<strong>en</strong>t 2 …….<br />

5 Relevance of outcome measures 2 …….<br />

6 Adequacy of statistical analysis (i.e. int<strong>en</strong>tion-to-treat analysis) 2 …….<br />

E Number of reviewers (at least two indep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t reviewers) 4 …….<br />

F Blinding of reviewer(s): (blinded for source of article: journal, year of the trial, publication, institute) 2 …….<br />

G Agreem<strong>en</strong>t of reviewer(s): reported (quantitatively in perc<strong>en</strong>tage agreem<strong>en</strong>t or Kappa statistics) and acceptable<br />

(cut-off Kappa statistics > 0.60, where Kappa statistics is not reported look at perc<strong>en</strong>tage agreem<strong>en</strong>t, which<br />

should be at least 80%). In the ev<strong>en</strong>t of reviewer, use of an assessm<strong>en</strong>t list with established reliability. 2 …….<br />

Interv<strong>en</strong>tion (15) (15)<br />

H Description of (index) interv<strong>en</strong>tion(s) (exercises) per RCT<br />

1 Description of therapeutic exercise (i.e. str<strong>en</strong>gth, <strong>en</strong>durance and cardiovascular fitness, mobility 3 …….<br />

and flexibility, stability, relaxation, coordination, balance, and functional skills)<br />

2 Profession or training of care provider 1 …….<br />

3 Treatm<strong>en</strong>t frequ<strong>en</strong>cy or number of treatm<strong>en</strong>ts 2 …….<br />

4 Duration of treatm<strong>en</strong>t period 2 …….<br />

I Description of control interv<strong>en</strong>tion(s): per RCT<br />

1 Type (e.g. conservative treatm<strong>en</strong>ts, wait-and-see policy, surgery) 3 …….<br />

2 Treatm<strong>en</strong>t frequ<strong>en</strong>cy or number of treatm<strong>en</strong>ts 2 …….<br />

3 Duration of treatm<strong>en</strong>t period 2 …….<br />

Data Pres<strong>en</strong>tation (20) (20)<br />

J Outcome pres<strong>en</strong>tation (for the most important (clinical relevant) outcome measures)<br />

1 The original data of the main outcome(s) are pres<strong>en</strong>ted separately per RCT per group 5 …….<br />

2 Pres<strong>en</strong>tation of the mean differ<strong>en</strong>ce (effect size, standardised mean differ<strong>en</strong>ces, weighted mean differ<strong>en</strong>ces)<br />

or ratio of outcome(s) (relative risk, risk differ<strong>en</strong>ce, odds ratio) betwe<strong>en</strong> interv<strong>en</strong>tion group(s) and<br />

control group(s) 3 …….<br />

3 Pres<strong>en</strong>ce of confid<strong>en</strong>ce interval (i.e. 95% CI) or standard deviation (SD) per RCT 3 …….<br />

4 Graphic pres<strong>en</strong>tation of the most important outcome(s) (indicating outliers and distribution) per RCT<br />

(pres<strong>en</strong>tation of a tree plot, meta-analysis) 3 …….<br />

39


K Adequate summary of research findings: statistical pooling of the most important outcome(s); discussion of the<br />

reason why pooling is not indicated or warranted; or pooling of the subset considered to be valid and<br />

similar <strong>en</strong>ough 3 …….<br />

L Discussion of the power of negative RCTs …….<br />

1. Calculation of the power of negative RCT’s 3<br />

or<br />

2. Narrative elaboration (qualitative) on the power of each negative RCT 3<br />

or<br />

3. Overall narrative elaboration on the power of the negative RCTs (i.e. remarks about small sample sizes) 1 1 …….<br />

Evaluation (15) (15)<br />

M Overall conclusion regarding the aggregated level of available RCTs on the effectiv<strong>en</strong>ess of the (index) …….<br />

interv<strong>en</strong>tion pres<strong>en</strong>ted 5 5 …….<br />

N Discussion of heterog<strong>en</strong>eity of RCTs and outcomes<br />

1 Id<strong>en</strong>tification of relevant subgroups (e.g. age, study setting, disease classification) with explicit motivation 4 …….<br />

2 Discussion of variety of treatm<strong>en</strong>t modalities in the interv<strong>en</strong>tion groups (i.e. high dose exercises) 2 …….<br />

3 Discussion of variety of treatm<strong>en</strong>t modalities in control groups (placebo, existing modality) 2 …….<br />

4 Discussion of relationship betwe<strong>en</strong> methodological quality of RCTs and outcome 2 …….<br />

Total 100 (100) …….<br />

*Ass<strong>en</strong>delft WJ, Koes BW, Knipschild PG, Bouter LM. The relationship betwe<strong>en</strong> methodological quality and<br />

conclusions in reviews of spinal manipulation. JAMA 1995; 27: 1942-8 .<br />

40


App<strong>en</strong>dix Details zoekacties <strong>en</strong> beoordeling refer<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />

Resultat<strong>en</strong> zoekactie CVA<br />

Pubmed<br />

408 results<br />

Embase<br />

72 results<br />

Cinahl<br />

124 results<br />

CVA<br />

45<br />

19<br />

Pedro<br />

22 results<br />

Cochrane<br />

194 results<br />

Doconline<br />

37 results<br />

Relevante<br />

titels<br />

Ter beoordeling<br />

aangebod<strong>en</strong><br />

Geïncludeerde reviews<br />

1. Barreca S, Wolf SL, Fasoli S, Bohannon R. Treatm<strong>en</strong>t interv<strong>en</strong>tions for the<br />

paretic upper limb of stroke survivors: a critical review. Neurorehabil Neural<br />

Repair 2003; 17: 220-6.<br />

2. Eng JJ. Str<strong>en</strong>gth training in individuals with stroke Physiother Can 2004; 56: 189-<br />

200.<br />

3. Hakk<strong>en</strong>nes S, Keating JL. Constraint-induced movem<strong>en</strong>t therapy following<br />

stroke: a systematic review of randomised controlled trials Aust J Physiother<br />

2005; 51: 221-31.<br />

4. Kwakkel G, van Pepp<strong>en</strong> R, Wag<strong>en</strong>aar RC, Wood Dauphinee S, Richards C,<br />

Ashburn A, Miller K, Lincoln N, Partridge C, Wellwood I, Langhorne P. Effects<br />

of augm<strong>en</strong>ted exercise therapy time after stroke: a meta-analysis. Stroke 2004; 35:<br />

2529-39.<br />

5. Luke C, Dodd KJ, Brock K. Outcomes of the Bobath concept on upper limb<br />

recovery following stroke. Clin Rehabil. 2004; 18: 888-98.<br />

6. Manning CD, Pomeroy VM. Effectiv<strong>en</strong>ess of treadmill retraining on gait of<br />

hemiparetic stroke pati<strong>en</strong>ts: systematic review of curr<strong>en</strong>t evid<strong>en</strong>ce. Physiotherapy<br />

2003; 89: 337-49<br />

7. Meek C, Pollock A, Potter J, Langhorne P. A systematic review of exercise trials<br />

post stroke. Clin Rehabil. 2003; 17: 6-13.<br />

8. Morris SL, Dodd KJ, Morris ME. Outcomes of progressive resistance str<strong>en</strong>gth<br />

training following stroke: a systematic review. Clin Rehabil. 2004; 18: 27-39.<br />

41


9. Moseley AM, Stark A, Cameron ID, Pollock A. Treadmill training and body<br />

weight support for walking after stroke. Cochrane Database Syst Rev. 2005; 4:<br />

CD002840.<br />

10. Paci M. Physiotherapy based on the Bobath concept for adults with post-stroke<br />

hemiplegia: a review of effectiv<strong>en</strong>ess studies. J Rehabil Med. 2003; 35: 2-7.<br />

11. Page T, Lockwood C. Prev<strong>en</strong>tion and managem<strong>en</strong>t of shoulder pain in the<br />

hemiplegic pati<strong>en</strong>t. JBI-Rep 2003; 1: 149-65.<br />

12. Pang MYC, Eng JJ, Dawson AS, Gylfado�ttir S. The use of aerobic exercise<br />

training in improving aerobic capacity in individuals with stroke: A meta-analysis<br />

Clin Rehabil 2006; 20: 97-111.<br />

13. Platz T. Evid<strong>en</strong>ce-based arm rehabilitation--a systematic review of the literature<br />

Nerv<strong>en</strong>arzt. 2003; 74: 841-9.<br />

14. Pollock A, Baer G, Pomeroy V, Langhorne P. Physiotherapy treatm<strong>en</strong>t<br />

approaches for the recovery of postural control and lower limb function following<br />

stroke Cochrane Database Syst Rev 2006; 1: CD001920.<br />

15. Saunders DH, Greig CA, Young A, Mead GE. Physical fitness training for stroke<br />

pati<strong>en</strong>ts. Cochrane Database Syst Rev. 2004;(1): CD003316.<br />

16. Steultj<strong>en</strong>s EM, Dekker J, Bouter LM, van de Nes JC, Cup EH, van d<strong>en</strong> Ende CH.<br />

Occupational therapy for stroke pati<strong>en</strong>ts: a systematic review. Stroke. 2003; 34:<br />

676-87.<br />

17. Teasell RW, Bhogal SK, Foley NC, Speechley MR. Gait retraining post stroke.<br />

Top Stroke Rehabil. 2003 a ;10: 34-65.<br />

18. Teasell RW, Foley NC, Bhogal SK, Speechley MR. An evid<strong>en</strong>ce-based review of<br />

stroke rehabilitation. Top Stroke Rehabil. 2003 b ; 10: 29-58.<br />

19. Van Pepp<strong>en</strong> RPS, Kwakkel G, Wood-Dauphinee S, H<strong>en</strong>driks HJM, Van der Wees<br />

PhJ and Dekker J. The impact of physical therapy on functional outcomes after<br />

stroke: What's the evid<strong>en</strong>ce? Clinical Rehabilitation 2004; 18: 833-862.<br />

Geëxcludeeerde reviews<br />

1. Charles J, Gordon AM. A critical review of constraint-induced movem<strong>en</strong>t therapy<br />

and forced use in childr<strong>en</strong> with hemiplegia. Neural Plast. 2005;12: 245-61.<br />

2. Foley NC, Teasell RW, Bhogal SK, Doherty T, Speechley MR. The efficacy of<br />

stroke rehabilitation: a qualitative review Top Stroke Rehabil 2003; 10: 1-18.<br />

3. Ivey FM, Macko RF, Ryan AS, Hafer-Macko CE. Cardiovascular health and<br />

fitness after stroke. Top Stroke Rehabil. 2005; 12:1-16.<br />

4. Karmisholt K, Gotzsche PC.Physical activity for secondary prev<strong>en</strong>tion of disease.<br />

Systematic reviews of randomised clinical trials. Dan Med Bull. 2005; 52: 90-4.<br />

5. Kluding P, Billinger SA. Exercise-induced changes of the upper extremity in<br />

chronic stroke survivors. Top Stroke Rehabil. 2005; 12:58-68.<br />

6. Koll<strong>en</strong> B, Kwakkel G, Lindeman E. Functional Recovery after stroke: a review of<br />

curr<strong>en</strong>t developm<strong>en</strong>ts in stroke rehabilitation research. Rev Clin Trials 2006; 1:<br />

75-80.<br />

42


7. Legg L, Langhorne P; Outpati<strong>en</strong>t Service Trialists. Rehabilitation therapy services<br />

for stroke pati<strong>en</strong>ts living at home: systematic review of randomised trials. Lancet.<br />

2004;363: 352-6.<br />

8. Ma HI, Trombly CA. A synthesis of the effects of occupational therapy for<br />

persons with stroke, Part II: Remediation of impairm<strong>en</strong>ts. Am J Occup Ther.<br />

2002; 56: 260-74.<br />

9. MacKay-Lyons MJ, Howlett J. Exercise capacity and cardiovascular adaptations<br />

to aerobic training early after stroke. Top Stroke Rehabil. 2005; 12: 31-44.<br />

10. Meek-C; Pollock-A; Potter-J; Langehorne-P The Chartered Society of<br />

Physiotherapy Annual Congress and Exhibition: Defining Practice, Friday,<br />

October 17 to Sunday, October 19 2003, International Conv<strong>en</strong>tion C<strong>en</strong>tre,<br />

Birmingham. Cardiovascular exercise post stroke: a systematic review and metaanalysis<br />

The Chartered Society of Physiotherapy 2003 (74).<br />

11. Outpati<strong>en</strong>t Service Trialists. Therapy-based rehabilitation services for stroke<br />

pati<strong>en</strong>ts at home. Cochrane Database Syst Rev. 2003;(1):CD002925<br />

12. Paraskevas KI, Daskalopoulou SS, Daskalopoulos ME, Liapis CD. Secondary<br />

prev<strong>en</strong>tion of ischemic cerebrovascular disease. What is the evid<strong>en</strong>ce?<br />

Angiology. 2005; 56:539-52.<br />

13. Rimmer JH, Wang E. Aerobic exercise training in stroke survivors. Top Stroke<br />

Rehabil. 2005; 12:17-30.<br />

14. Riolo L, Fisher K. Is there evid<strong>en</strong>ce that str<strong>en</strong>gth training could help improve<br />

muscle function and other outcomes without reinforcing abnormal movem<strong>en</strong>t<br />

patterns or increasing reflex activity in a man who has had a stroke? Phys Ther.<br />

2003; 83: 844-51.<br />

15. Smidt N, de Vet HCW, Bouter LM and Dekker J. De effectiviteit van<br />

oef<strong>en</strong>therapie: e<strong>en</strong> review van systematische reviews. Ned Tijdschr Fysiother<br />

2005; 115 (4): 86-95.<br />

16. Smidt N, de Vet HCW, Bouter LM and Dekker J: Effectiv<strong>en</strong>ess of exercise<br />

therapy: A best-evid<strong>en</strong>ce summary of systematic reviews. Aust J Physiother 2005;<br />

51: 71–85.<br />

17. Steultj<strong>en</strong>s EM, Dekker J, Bouter LM, Leemrijse CJ, van d<strong>en</strong> Ende CH. Evid<strong>en</strong>ce<br />

of the efficacy of occupational therapy in differ<strong>en</strong>t conditions: an overview of<br />

systematic reviews. Clin Rehabil. 2005; 19: 247-54.<br />

18. Taylor NF, Dodd KJ, Damiano DL. Progressive resistance exercise in physical<br />

therapy: a summary of systematic reviews Phys Ther 2005; 85: 1208-23.<br />

19. Teasell R, Bit<strong>en</strong>sky J, Salter K, Bayona NA. The role of timing and int<strong>en</strong>sity of<br />

rehabilitation therapies. Top Stroke Rehabil. 2005; 12: 46-57.<br />

20. Trombly CA, Ma HI. A synthesis of the effects of occupational therapy for<br />

persons with stroke, Part I: Restoration of roles, tasks, and activities. Am J Occup<br />

Ther. 2002; 56: 250-9<br />

21. van der Lee JH. Constraint-induced movem<strong>en</strong>t therapy: some thoughts about<br />

theories and evid<strong>en</strong>ce. J Rehabil Med. 2003; (41 Suppl):41-5<br />

22. van Dijk H, Jannink MJ, Herm<strong>en</strong>s HJ. Effect of augm<strong>en</strong>ted feedback on motor<br />

function of the affected upper extremity in rehabilitation pati<strong>en</strong>ts: a systematic<br />

review of randomized controlled trials. J Rehabil Med. 2005; 37: 202-11.<br />

23. van-Pepp<strong>en</strong> RPS, Harmeling van der Wel BC, Koll<strong>en</strong> BJ, Hobbel<strong>en</strong> JSM, Buurke<br />

JH, Half<strong>en</strong>s J, Wag<strong>en</strong>borg L, Vogel MJ, Berns M, van Klaver<strong>en</strong> R, H<strong>en</strong>driks<br />

43


HJM. Effects of physical therapy interv<strong>en</strong>tions in stroke pati<strong>en</strong>ts: a systematic<br />

review Ned Tijdschr Fysiother 2004; 114: 126-48.<br />

24. Walker MF, Leonardi-Bee J, Bath P, Langhorne P, Dewey M, Corr S, Drummond<br />

A, Gilbertson L, Gladman JR, Jongbloed L, Logan P, Parker C. Individual pati<strong>en</strong>t<br />

data meta-analysis of randomized controlled trials of community occupational<br />

therapy for stroke pati<strong>en</strong>ts. Stroke. 2004; 35: 2226-32.<br />

25. Wilkins S, Jung B, Wishart L, Edwards M, Norton SG. The effectiv<strong>en</strong>ess of<br />

community-based occupational therapy education and functional training<br />

programs for older adults: a critical literature review.Can J Occup Ther. 2003; 70:<br />

214-25.<br />

26. Woldag H, Hummelsheim H. Evid<strong>en</strong>ce-based physiotherapeutic concepts for<br />

improving arm and hand function in stroke pati<strong>en</strong>ts: a review. J Neurol. 2002;<br />

249: 518-28.<br />

44


Resultat<strong>en</strong> zoekactie ziekte van Parkinson<br />

Pubmed<br />

45 results<br />

<strong>Ziek</strong>te van Parkinson<br />

Embase<br />

10 results<br />

Cinahl<br />

12 results<br />

3<br />

1<br />

Pedro<br />

7 results<br />

Cochrane<br />

21 results<br />

Doconline<br />

5 results<br />

Relevante<br />

titels<br />

Ter beoordeling<br />

aangebod<strong>en</strong><br />

Geïncludeerde reviews<br />

1. Gage H, Storey L. Rehabilitation for Parkinson's disease: a systematic review of<br />

available evid<strong>en</strong>ce. Clin Rehabil. 2004; 18: 463-82.<br />

Geëxcludeeerde reviews<br />

1. Lim I, van Weg<strong>en</strong> E, de Goede C, Deutekom M, Nieuwboer A, Willems A, Jones<br />

D, Rochester L, Kwakkel G. Effects of external rhythmical cueing on gait in<br />

pati<strong>en</strong>ts with Parkinson's disease: a systematic review. Clin Rehabil. 2005; 19:<br />

695-713.<br />

2. Italian Neurological Society; Italian Society of Clinical Neurophysiology;<br />

Guidelines for the Treatm<strong>en</strong>t of Parkinson's Disease 2002. Treatm<strong>en</strong>t of<br />

Parkinson's disease. Neurol Sci. 2003; 24 Suppl 3: S165-213.<br />

45


Resultat<strong>en</strong> zoekactie Epilepsie<br />

Pubmed<br />

127 results<br />

Embase<br />

2 results<br />

Epilepsie<br />

Cinahl<br />

7 results<br />

6<br />

1<br />

Pedro<br />

0 results<br />

Cochrane<br />

0 results<br />

Doconline<br />

3 results<br />

Relevante<br />

titels<br />

Ter beoordeling<br />

aangebod<strong>en</strong><br />

Geïncludeerde reviews<br />

1. Ramaratnam S, Sridharan K. Yoga for epilepsy. Cochrane Database Syst Rev.<br />

2000;(3): CD001524.<br />

Geëxcludeeerde reviews<br />

1. Dubow JS, Kelly JP. Epilepsy in sports and recreation. <strong>Sport</strong>s Med.<br />

2003;33(7):499-516.<br />

2. Fountain NB, May AC Epilepsy and athletics. Clin <strong>Sport</strong>s Med. 2003; 22: 605-16,<br />

x-xi.<br />

3. Howard GM, Radloff M, Sevier TL. Epilepsy and sports participation. Curr<br />

<strong>Sport</strong>s Med Rep. 2004; 3: 15-9.<br />

4. Marson A, Ramaratnam S. Epilepsy. Clin Evid. 2005;13:1588-607.<br />

5. Sahoo SK, Fountain NB. Epilepsy in football players and other land-based contact<br />

or collision sport athletes: wh<strong>en</strong> can they participate, and is there an increased<br />

risk? Curr <strong>Sport</strong>s Med Rep. 2004; 3: 284-8.<br />

46


Auteurs (jaar) Aando<strong>en</strong>ing Red<strong>en</strong> voor uitsluiting<br />

1 2 3 4 5 6 7 8<br />

1. Charles & Gordon (2005) CVA X<br />

2. Foley et al. (2003) CVA X X<br />

3. Ivey et al. (2005) CVA X<br />

4. Karmisholt (2005) CVA X<br />

5. Kluding & Billinger (2005) CVA X<br />

6. Koll<strong>en</strong> et al. (2006) CVA X<br />

7. Ma & Trombly (2002) CVA X<br />

8. MacKay et al. (2005) CVA X<br />

9. Meek et al. (2003) CVA X<br />

10. Outpati<strong>en</strong>t Service trialists (2003) CVA X<br />

11. Paraskevas (2005) CVA X<br />

12. Rimmer & Wang (2005) CVA X<br />

13. Riolo & Fisher (2003) CVA X<br />

14. Smith et al. (2005)1 CVA X X<br />

15. Smith et al. (2005) 2 CVA X<br />

16. Sterr (2004) CVA X<br />

17. Steultj<strong>en</strong>s et al. (2005) CVA X<br />

18. Taylor et al. (2005) CVA X<br />

19. Teasell et al. (2005) CVA X<br />

20. Trombley & Ma (2002) CVA X<br />

21. van der Lee (2003) CVA X<br />

22. Van Dijk et al. (2005) CVA<br />

23. Van Pepp<strong>en</strong> (2004) CVA X<br />

24. Walker et al. (2004) CVA X<br />

25. Wilkins et al. (2003) CVA X<br />

26. Woldag & Hummelsheim (2002) CVA X<br />

1. Italian Society (2003) Parkinson X<br />

2. Lim et al. (2005) Parkinson X<br />

1. Dubow & Kelly (2003) epilepsy X<br />

2. Fountain & May (2003) epilepsy X<br />

3. Howard et al. (2004) epilepsy X<br />

4. Marson & Ramaratnam (2005) epilepsy X<br />

5. Sahoo & Fountain (2004) epilepsy X<br />

*Red<strong>en</strong> voor uitsluiting van de review. 1) de review is niet volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> systematisch protocol opgezet; 2) de review is e<strong>en</strong> review van reviews; 3) de review bevat<br />

ge<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van sport/ Beweg<strong>en</strong>; 4) sport/ beweg<strong>en</strong> is primaire prev<strong>en</strong>tie;6)Uit de review wordt niet duidelijk welk effect het gevolg is van oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> of andere<br />

onderdel<strong>en</strong> van de interv<strong>en</strong>tie;7) dubbele publicatie; 8) het artikel is niet beschikbaar in Nederland<br />

47


Resultat<strong>en</strong> zoekactie Heupartrose<br />

Pubmed<br />

174 results<br />

Embase<br />

39 results<br />

Heupartrose<br />

Cinahl<br />

56 results<br />

14<br />

6<br />

Pedro<br />

26 results<br />

Cochrane<br />

75 results<br />

Doconline<br />

7 results<br />

Relevante<br />

titels<br />

Ter beoordeling<br />

aangebod<strong>en</strong><br />

Geïncludeerde reviews<br />

1. Brosseau L, MacLeay L, Robinson V, Wells G, Tugwell P. Int<strong>en</strong>sity of exercise<br />

for the treatm<strong>en</strong>t of osteoarthritis. Cochrane Database Syst Rev. 2003;(2):<br />

CD004259<br />

2. Brosseau L, Pelland L, Wells G, Macleay L, Lamothe C, Michaud G, Lambert J,<br />

Robinson V, Tugwell P Efficacy of aerobic exercises for osteoarthritis (part II): a<br />

meta-analysis Physical Therapy Reviews 2004; 9: 125-145.<br />

3. Kettun<strong>en</strong> JA, Kujala UM. Exercise therapy for people with rheumatoid arthritis<br />

and osteoarthritis. Scand J Med Sci <strong>Sport</strong>s. 2004; 14: 138-42.<br />

4. Ottawa panel evid<strong>en</strong>ce-based clinical practice guidelines for therapeutic exercises<br />

and manual therapy in the managem<strong>en</strong>t of osteoarthritis. Phys Ther. 2005; 85:<br />

907-71.<br />

5. Pelland L, Brosseau L, Wells G, MacLeay L, Lambert J, Lamothe C, Robinson V,<br />

Tugwell P Efficacy of str<strong>en</strong>gth<strong>en</strong>ing exercises for osteoarthritis (part 1): a metaanalysis<br />

Phys Ther Rev 2004; 9: 77-108.<br />

6. Roddy E, Zhang W, Doherty M, Ard<strong>en</strong> NK, Barlow J, Birrell F, Carr A,<br />

Chakravarty K, Dickson J, Hay E, Hosie G, Hurley M, Jordan KM, McCarthy C,<br />

McMurdo M, Mockett S, O’Reilly S, Peat G, P<strong>en</strong>dleton A, Richards S. Evid<strong>en</strong>cebased<br />

recomm<strong>en</strong>dations for the role of exercise in the managem<strong>en</strong>t of<br />

osteoarthritis of the hip or knee—the MOVE cons<strong>en</strong>sus. Rheumatology 2005; 44:<br />

67-73.<br />

48


Geëxcludeeerde reviews<br />

1. B<strong>en</strong>nell K. and Hinman R Exercise as a treatm<strong>en</strong>t for osteoarthritis. Curr Opinion<br />

Rheumatol 2005; 17: 634-640.<br />

2. Kajula UM. Evid<strong>en</strong>ce for exercise therapy in the treatm<strong>en</strong>t of chronic disease<br />

based on at least three randomized controlled trials- summary of published<br />

systematic reviews. Scan J <strong>Sport</strong> Med 2004: 14; 339-345.<br />

3. Karmisholt K, Gotzsche PC. Physical activity for secondary prev<strong>en</strong>tion of<br />

disease. Systematic reviews of randomised clinical trials. Dan Med Bull 2005; 52:<br />

90-4.<br />

4. Kladny B. Physical therapy of osteoarthritis. Z Rheumatol. 2005; 64: 448-55.<br />

5. Minor MA. Impact of exercise on osteoarthritis outcomes. J Rheumatol Suppl<br />

2004 Apr;70:81-6.<br />

6. Sarzi-Puttini P, Cimmino MA, Scarpa R, Caporali R, Parazzini F, Zaninelli A,<br />

Atz<strong>en</strong>i F, Canesi B. Osteoarthritis: an overview of the disease and its treatm<strong>en</strong>t<br />

strategies. Semin Arthritis Rheum. 2005; 35 Suppl 1: 1-10.<br />

7. Scott D, Smith C, Lohmander S, Chard J. Osteoarthritis. Clin Evid 2003; 10:<br />

1402-30.<br />

8. Zhang W, Doherty M, Ard<strong>en</strong> N, Bannwarth B, Bijlsma J, Gunther KP,<br />

Hauselmann HJ, Herrero-Beaumont G, Jordan K, Kaklamanis P, Leeb B,<br />

Lequesne M, Lohmander S, Mazieres B, Martin-Mola E, Pavelka K, P<strong>en</strong>dleton A,<br />

Punzi L, Swoboda B, Varatojo R, Verbrugg<strong>en</strong> G, Zimmermann-Gorska I,<br />

Dougados M; EULAR Standing Committee for International Clinical Studies<br />

Including Therapeutics (ESCISIT). EULAR evid<strong>en</strong>ce based recomm<strong>en</strong>dations for<br />

the managem<strong>en</strong>t of hip osteoarthritis: report of a task force of the EULAR<br />

Standing Committee for International Clinical Studies Including Therapeutics<br />

(ESCISIT). Ann Rheum Dis 2005; 64: 669-81<br />

49


Resultat<strong>en</strong> zoekactie <strong>Ziek</strong>te van Bechterew<br />

Pubmed<br />

25 results<br />

<strong>Ziek</strong>te van Bechterew<br />

Embase<br />

7 results<br />

Cinahl<br />

8 results<br />

8<br />

4<br />

Pedro<br />

2 results<br />

Cochrane<br />

22 results<br />

Doconline<br />

0 results<br />

Relevante<br />

titels<br />

Ter beoordeling<br />

aangebod<strong>en</strong><br />

Geïncludeerde reviews<br />

1. Dagfinrud H, Kvi<strong>en</strong> TK, Hag<strong>en</strong> KB. Physiotherapy interv<strong>en</strong>tions for ankylosing<br />

spondylitis. Cochrane Database Syst Rev. 2004; 18;(4): CD002822<br />

2. Geyt<strong>en</strong>beek J. Evid<strong>en</strong>ce for effective hydrotherapy Physiotherapy 2002; 88: 514-<br />

29.<br />

3. van der Lind<strong>en</strong> S, van Tuberg<strong>en</strong> A, Hidding A. Physiotherapy in ankylosing<br />

spondylitis: what is the evid<strong>en</strong>ce? Clin Exp Rheumatol 2002; 20: S60-4.<br />

4. Zochling J, van der Heijde D, Dougados M, Braun J. Curr<strong>en</strong>t evid<strong>en</strong>ce for the<br />

managem<strong>en</strong>t of ankylosing spondylitis: a systematic literature review for the<br />

ASAS/EULAR managem<strong>en</strong>t recomm<strong>en</strong>dations in ankylosing spondylitis. Ann<br />

Rheum Dis 2006; 65: 423-32.<br />

Geëxcludeeerde reviews<br />

1. Braun J, Baraliakos X, Godolias G, Bohm H. Therapy of ankylosing spondylitis -<br />

A review. Part I: Conv<strong>en</strong>tional medical treatm<strong>en</strong>t and surgical therapy Scand. J.<br />

Rheumatol 2005; 34: 97-108.<br />

2. Dagfinrud H, Kvi<strong>en</strong> TK, Hag<strong>en</strong> KB. The Cochrane review of physiotherapy<br />

interv<strong>en</strong>tions for ankylosing spondylitis. J Rheumatol. 2005; 32: 1899-906.<br />

3. Liu Y, Cortinovis D, Stone MA. Rec<strong>en</strong>t advances in the treatm<strong>en</strong>t of the<br />

spondyloarthropathies. Curr Opin Rheumatol 2004; 16: 357-365.<br />

4. Rudwaleit M, Sieper J. Diagnosis and treatm<strong>en</strong>t of ankylosing spondylitis<br />

(Bechterew disease) Dtsch Med Woch<strong>en</strong>schr 2005; 130: 1882-6.<br />

50


Resultat<strong>en</strong> zoekactie Reumatoïde artritis<br />

Pubmed<br />

105 results<br />

Embase<br />

22 results<br />

Reumatoïde artritis<br />

Cinahl<br />

50 results<br />

13<br />

8<br />

Pedro<br />

27 results<br />

Cochrane<br />

84 results<br />

Doconline<br />

6 results<br />

Relevante<br />

titels<br />

Ter beoordeling<br />

aangebod<strong>en</strong><br />

Geïncludeerde reviews<br />

1. Brady TJ, Kruger J, Helmick CG, Callahan LF, Boutaugh ML. Interv<strong>en</strong>tion<br />

programs for arthritis and other rheumatic diseases. Health Educ Behav 2003; 30:<br />

44-63.<br />

2. Geyt<strong>en</strong>beek J. Evid<strong>en</strong>ce for effective hydrotherapy. Physiotherapy 2002; 88: 514-<br />

29.<br />

3. Han A, Robinson V, Judd M, Taixiang W, Wells G, Tugwell P. Tai chi for<br />

treating rheumatoid arthritis. Cochrane Database Syst Rev 2004;(3): CD004849<br />

4. Kettun<strong>en</strong> JA, Kujala UM. Exercise therapy for people with rheumatoid arthritis<br />

and osteoarthritis. Scand J Med Sci <strong>Sport</strong>s 2004; 14: 138-42.<br />

5. Ottawa Panel. Ottawa Panel evid<strong>en</strong>ce-based clinical practice guidelines for<br />

therapeutic exercises in the managem<strong>en</strong>t of rheumatoid arthritis in adults. Phys<br />

Ther 2004; 84: 934-72.<br />

6. St<strong>en</strong>strom CH, Minor MA. Evid<strong>en</strong>ce for the b<strong>en</strong>efit of aerobic and str<strong>en</strong>gth<strong>en</strong>ing<br />

exercise in rheumatoid arthritis. Arthritis Rheum 2003; 49: 428-34.<br />

7. Steultj<strong>en</strong>s EM, Dekker J, Bouter LM, van Schaard<strong>en</strong>burg D, van Kuyk MA, van<br />

d<strong>en</strong> Ende CH. Occupational therapy for rheumatoid arthritis. Cochrane Database<br />

Syst Rev 2004;(1):CD003114.<br />

8. Wessel J. The effectiv<strong>en</strong>ess of hand exercises for persons with rheumatoid<br />

arthritis: a systematic review J Hand Ther 2004; 17: 174-80.<br />

51


Geëxcludeeerde reviews<br />

1. Cakmak A, Bolukbas N. Juv<strong>en</strong>ile rheumatoid arthritis: physical therapy and<br />

rehabilitation. South Med J 2005; 98: 212-6.<br />

2. Hakkin<strong>en</strong> A. Effectiv<strong>en</strong>ess and safety of str<strong>en</strong>gth training in rheumatoid arthritis.<br />

Curr Opin Rheumatol 2004; 16: 132-7.<br />

3. Kajula UM. Evid<strong>en</strong>ce for exercise therapy in the treatm<strong>en</strong>t of chronic disease<br />

based on at least three randomized controlled trials- summary of published<br />

systematic reviews. Scan J <strong>Sport</strong> Med 2004: 14; 339-345.<br />

4. Karmisholt K, Gotzsche PC. Physical activity for secondary prev<strong>en</strong>tion of<br />

disease. Systematic reviews of randomised clinical trials. Dan Med Bull 2005; 52:<br />

90-4.<br />

5. Li LC, Ivers<strong>en</strong> MD. Outcomes of pati<strong>en</strong>ts with rheumatoid arthritis receiving<br />

rehabilitation. Curr Opin Rheumatol 2005; 17: 172-6.<br />

6. Steultj<strong>en</strong>s EM, Dekker J, Bouter LM, Leemrijse CJ, van d<strong>en</strong> Ende CH. Evid<strong>en</strong>ce<br />

of the efficacy of occupational therapy in differ<strong>en</strong>t conditions: an overview of<br />

systematic reviews. Clin Rehabil 2005; 19: 247-54.<br />

52


Auteurs (jaar) Aando<strong>en</strong>ing Red<strong>en</strong> voor uitsluiting<br />

1 2 3 4 5 6 7 8<br />

1. B<strong>en</strong>nell & Hinman (2005) Artrose X<br />

2. Kajula (2004) Artrose X<br />

3. Kladny (2005) Artrose X<br />

4. Karmisholt & Gotzsche (2005) Artrose X<br />

5. Minor (2004) Artrose X<br />

6. Sarzi-Puttini (2005) Artrose X<br />

7. Scott et al. (2003) Artrose X<br />

8. Zhang et al. (2005) Artrose X<br />

1. Braun et al. (2005) Bechterew X<br />

2. Dagfinrud et al. (2005) Bechterew X<br />

3. Liu et al. (2004) Bechterew X<br />

4. Rudwaleit & Sieper (2005) Bechterew X<br />

1. Cakmak & Bolukbas (2005) Reuma<br />

2. Hakkin<strong>en</strong> (2005) Reuma X<br />

3. Kajula (2004) Reuma X<br />

4. Karmisholt & Gotzsche (2005) Reuma X<br />

5. Li & Ivers<strong>en</strong> (2005) Reuma X<br />

6. Steultj<strong>en</strong>s et al. (2005) Reuma X<br />

*Red<strong>en</strong> voor uitsluiting van de review. 1) de review is niet volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> systematisch protocol opgezet; 2) de review is e<strong>en</strong> review van reviews; 3) de review<br />

bevat ge<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van sport/ Beweg<strong>en</strong>; 4) sport/ beweg<strong>en</strong> is primaire prev<strong>en</strong>tie;6)Uit de review wordt niet duidelijk welk effect het gevolg is van<br />

oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> of andere onderdel<strong>en</strong> van de interv<strong>en</strong>tie;7) dubbele publicatie; 8) het artikel is niet beschikbaar in Nederland<br />

53


Resultat<strong>en</strong> zoekactie Astma<br />

Pubmed<br />

329 results<br />

Embase<br />

35 results<br />

Astma<br />

Cinahl<br />

51 results<br />

12<br />

6<br />

Pedro<br />

22 results<br />

Cochrane<br />

130 results<br />

Doconline<br />

0 results<br />

Relevante<br />

titels<br />

Ter beoordeling<br />

aangebod<strong>en</strong><br />

Geïncludeerde reviews<br />

1. Bruton A, Lewith GT. The Buteyko breathing technique for asthma: a review.<br />

Complem<strong>en</strong>t Ther Med 2005; 13: 41-6.<br />

2. Gyorik SA, Brutsche MH. Complem<strong>en</strong>tary and alternative medicine for bronchial<br />

asthma: is there new evid<strong>en</strong>ce? Curr Op Pulm Med 2004; 10: 37-43<br />

3. Holloway E, Ram FS. Breathing exercises for asthma. Cochrane Database Syst<br />

Rev 2004; (1): CD001277.<br />

4. Ram FS, Robinson SM, Black PN, Picot J. Physical training for asthma. Cochrane<br />

Database Syst Rev 2005; (4): CD001116.<br />

5. Ram FS, Wellington SR, Barnes NC. Inspiratory muscle training for asthma.<br />

Cochrane Database Syst Rev 2003; (4): CD003792.<br />

6. Welsh L, Kemp JG, Roberts RG. Effects of physical conditioning on childr<strong>en</strong> and<br />

adolesc<strong>en</strong>ts with asthma. <strong>Sport</strong>s Med 2005; 35: 127-41.<br />

Geëxcludeeerde reviews.<br />

1. Rosimini C. B<strong>en</strong>efits of swim training for childr<strong>en</strong> and adolesc<strong>en</strong>ts with asthma. J<br />

Am Acad Nurse Pract 2003; 15: 247-52.<br />

2. Karmisholt K, Gotzsche PC. Physical activity for secondary prev<strong>en</strong>tion of<br />

disease. Systematic reviews of randomised clinical trials. Dan Med Bull 2005; 52:<br />

90-4.<br />

3. Lucas SR, Platts-Mills TA. Physical activity and exercise in asthma: relevance to<br />

etiology and treatm<strong>en</strong>t. J Allergy Clin Immunol 2005; 116: 298.<br />

54


4. Welsh L, Roberts RG, Kemp JG. Fitness and physical activity in childr<strong>en</strong> with<br />

asthma. <strong>Sport</strong>s Med 2004; 34: 861-70.<br />

5. Weisgerber MC, Guill M, Weisgerber JM, Butler H. B<strong>en</strong>efits of swimming in<br />

asthma: effect of a session of swimming lessons on symptoms and PFTs with<br />

review of the literature. J Asthma 2003; 40: 453-64.<br />

6. Koehle M, Lloyd-Smith R, McK<strong>en</strong>zie D, Taunton J. Asthma and recreational<br />

SCUBA diving: a systematic review. <strong>Sport</strong>s Med 2003; 33: 109-16.<br />

55


Auteurs (jaar) Aando<strong>en</strong>ing Red<strong>en</strong> voor uitsluiting<br />

1 2 3 4 5 6 7 8<br />

1. Rosimini (2003) Astma X<br />

2. Karmisholt & Gotzsche (2005) Astma X<br />

3. Lucas & Platts-Mills (2005) Astma X<br />

4. Welsh et al. (2004) Astma X<br />

5. Weisgerber et al. (2003) Astma X<br />

6. Koehle et al. (2003) Astma X<br />

*Red<strong>en</strong> voor uitsluiting van de review. 1) de review is niet volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> systematisch protocol opgezet; 2) de review is e<strong>en</strong> review van reviews; 3) de review<br />

bevat ge<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van sport/ Beweg<strong>en</strong>; 4) sport/ beweg<strong>en</strong> is primaire prev<strong>en</strong>tie;6)Uit de review wordt niet duidelijk welk effect het gevolg is van<br />

oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> of andere onderdel<strong>en</strong> van de interv<strong>en</strong>tie;7) dubbele publicatie; 8) het artikel is niet beschikbaar in Nederland<br />

56


Resultat<strong>en</strong> zoekactie Depressie<br />

Pubmed<br />

744 results<br />

Embase<br />

71 results<br />

Depressie<br />

Cinahl<br />

139 results<br />

27<br />

6<br />

Pedro<br />

43 results<br />

Cochrane<br />

392 results<br />

Doconline<br />

14 results<br />

Relevante<br />

titels<br />

Ter beoordeling<br />

aangebod<strong>en</strong><br />

Geïncludeerde reviews<br />

1. Craft LL, Landers DM The effect of exercise on clinical depression and<br />

depression resulting from m<strong>en</strong>tal illness: a meta-analysis J <strong>Sport</strong> & Exerc Psychol<br />

1998; 20: 339-357.<br />

2. Dunn AL, Trivedi MH, O'Neal HA Physical activity dose-response effects on<br />

outcomes of depression and anxiety Med Sci <strong>Sport</strong>s Exerc 2001; 33: S587-S597.<br />

3. Frazer CJ, Christ<strong>en</strong>s<strong>en</strong> H, Griffiths KM. Effectiv<strong>en</strong>ess of treatm<strong>en</strong>ts for<br />

depression in older people. Med J Aust 2005;182: 627-32.<br />

4. Jorm AF, Christ<strong>en</strong>s<strong>en</strong> H, Griffiths KM, Rodgers B Effectiv<strong>en</strong>ess of<br />

complem<strong>en</strong>tary and self-help treatm<strong>en</strong>ts for depression Med J Aust 2002 20; 176:<br />

S84-S96.<br />

5. Lawlor DA, Hopker SW. The effectiv<strong>en</strong>ess of exercise as an interv<strong>en</strong>tion in the<br />

managem<strong>en</strong>t of depression: systematic review and meta-regression analysis of<br />

randomised controlled trials BMJ 2001; 322: 763-7.<br />

6. Pilkington K, Kirkwood G, Rampes H, Richardson J Yoga for depression: the<br />

research evid<strong>en</strong>ce J Affective Disord 2005; 89: 13-24.<br />

Geëxcludeeerde reviews<br />

1. Barbour KA, Blum<strong>en</strong>thal JA. Exercise training and depression in older adults.<br />

Neurobiol Aging 2005; 26: S119-S123.<br />

2. Broocks A. Physical training in the treatm<strong>en</strong>t of psychological disorders<br />

undesgesundheitsblatt Gesundheitsforschung Gesundheitsschutz 2005; 48: 914-<br />

21.<br />

57


3. Brosse AL, Sheets ES, Lett HS, Blum<strong>en</strong>thal JA. Exercise and the treatm<strong>en</strong>t of<br />

clinical depression in adults: rec<strong>en</strong>t findings and future directions. <strong>Sport</strong>s Med<br />

2002; 32: 741-60.<br />

4. Callaghan P. Exercise: a neglected interv<strong>en</strong>tion in m<strong>en</strong>tal health care? J<br />

Psychiatry M<strong>en</strong>t Health Nurs 2004; 11: 476-83.<br />

5. Craft LL, Perna FM. The b<strong>en</strong>efits of exercise for the clinical depressed. J Clin<br />

Psychiatry 2004; 6: 104-111.<br />

6. Ernst E, Rand JI, Stevinson C. Complem<strong>en</strong>tary therapies for depression: an<br />

overview. Arch G<strong>en</strong> Psychiatry 1998; 55: 1026-32.<br />

7. Fox KR. The influ<strong>en</strong>ce of physical activity on m<strong>en</strong>tal well-being. Public Health<br />

Nutr 1999; 2: 411-8.<br />

8. Geddes JR, Butler R. Depressive disorders. Am Fam Physician 2002; 65: 1395-7.<br />

9. Halliwell E. Running for your life. M<strong>en</strong>t Health Today. 2005: 25-7.<br />

10. Karmisholt K, Gotzsche PC. Physical activity for secondary prev<strong>en</strong>tion of<br />

disease. Systematic reviews of randomised clinical trials. Dan Med Bull 2005; 52:<br />

90-4.<br />

11. Kirby S. The positive effect of exercise as a therapy for clinical depression. Nurs<br />

Times 2005; 13: 28-29.<br />

12. Knechtle B. Influ<strong>en</strong>ce of physical activity on m<strong>en</strong>tal well-being and psychiatric<br />

disorders Schweiz Rundsch Med Prax 2004; 93: 1403-11.<br />

13. Lam RW, K<strong>en</strong>nedy SH. Evid<strong>en</strong>ce-based strategies for achieving and sustaining<br />

full remission in depression: focus on metaanalyses. Can J Psychiatry 2004; 49:<br />

17S-26S.<br />

14. Manber R, All<strong>en</strong> JJ, Morris MM. Alternative treatm<strong>en</strong>ts for depression: empirical<br />

support and relevance to wom<strong>en</strong>. J Clin Psychiatry 2002; 63: 628-40.<br />

15. Moore KA, Blum<strong>en</strong>thal JA. Exercise training as an alternative treatm<strong>en</strong>t for<br />

depression among older adults. Altern Ther Health Med 1998; 4: 48-56.<br />

16. Paluska SA, Schw<strong>en</strong>k TL. Physical activity and m<strong>en</strong>tal health: curr<strong>en</strong>t concepts.<br />

<strong>Sport</strong>s Med 2000; 29: 167-80.<br />

17. Plante TG. Does exercise help in the treatm<strong>en</strong>t of psychiatric disorders? J<br />

Psychosocial Nurs 1996; 34: 38-43<br />

18. Phillips WT, Kiernan M, King AC. Physical activity as a nonpharmacological<br />

treatm<strong>en</strong>t for depression: a review. Complem<strong>en</strong>t Health Pract Rev 2003; 8: 139-5.<br />

19. Salmon P. Effects of physical exercise on anxiety, depression, and s<strong>en</strong>sitivity to<br />

stress: a unifying theory. Clin Psychol Rev 2001; 21: 33-61.<br />

20. Scully D, Kremer J, Meade MM, Graham R, Dudgeon K. Physical exercise and<br />

psychological well being: a critical review. Br J <strong>Sport</strong>s Med. 1998; 32: 111-20.<br />

21. Warburton DE, Nicol CW, Bredin SS Health b<strong>en</strong>efits of physical activity: the<br />

evid<strong>en</strong>ce. CMAJ 2006; 174: 801-9.<br />

58


Resultat<strong>en</strong> zoekactie Angststoornis<br />

Pubmed<br />

543 results<br />

Embase<br />

29 results<br />

Angststoornis<br />

Cinahl<br />

115 results<br />

9<br />

2<br />

Pedro<br />

28 results<br />

Cochrane<br />

335 results<br />

Doconline<br />

2 results<br />

Relevante<br />

titels<br />

Ter beoordeling<br />

aangebod<strong>en</strong><br />

Geïncludeerde reviews<br />

1. Dunn AL, Trivedi MH, O’Neal HA Physical activity dose-response effects on<br />

outcomes of depression and anxiety. Med Sci <strong>Sport</strong>s Exerc 2001; 33: S587-S597.<br />

2. Jorm AF, Christ<strong>en</strong>s<strong>en</strong> H, Griffiths KM, Parslow RA, Rodgers B, Blewitt KA.<br />

Effectiv<strong>en</strong>ess of complem<strong>en</strong>tary and self-help treatm<strong>en</strong>ts for anxiety disorders.<br />

Med J Aust 2004; 181: S29-46.<br />

Geëxcludeeerde reviews<br />

1. Broocks A, Meyer TF, George A, Pekrun G, Hillmer-Vogel U, Hajak G,<br />

Bandelow B, Ruther E. Value of sports in treatm<strong>en</strong>t of psychiatric illness<br />

Psychother Psychosom Med Psychol 1997; 47: 379-93.<br />

2. Broocks A. Physical training in the treatm<strong>en</strong>t of psychological disorders<br />

undesgesundheitsblatt Gesundheitsforschung Gesundheitsschutz 2005; 48: 914-<br />

21.<br />

3. Callaghan P. Exercise: a neglected interv<strong>en</strong>tion in m<strong>en</strong>tal health care? J Psychiatr<br />

M<strong>en</strong>t Health Nurs 2004; 11: 476-83.<br />

4. Fox KR. The influ<strong>en</strong>ce of physical activity on m<strong>en</strong>tal well-being. Public Health<br />

Nutr 1999; 2: 411-8<br />

5. Knechtle B. Influ<strong>en</strong>ce of physical activity on m<strong>en</strong>tal well-being and psychiatric<br />

disorders Schweiz Rundsch Med Prax 2004; 93: 1403-11.<br />

6. Plante TG. Does exercise help in the treatm<strong>en</strong>t of psychiatric disorders? J<br />

Psychosoc Nurs M<strong>en</strong>t Health Serv 1996; 34: 38-43.<br />

7. Scully D, Kremer J, Meade MM, Graham R, Dudgeon K. Physical exercise and<br />

psychological well being: a critical review. Br J <strong>Sport</strong>s Med 1998; 32: 111-20.<br />

59


Auteurs (jaar) Aando<strong>en</strong>ing Red<strong>en</strong> voor uitsluiting<br />

1 2 3 4 5 6 7 8<br />

1. Barbour & Blum<strong>en</strong>thal (2005) Depressie X<br />

2. Broocks (2005) Depressie X<br />

3. Brosse et al. (2002) Depressie X<br />

4. Callaghan (2004) Depressie X<br />

5. Craft & Perna (2004) Depressie X<br />

6. Ernst et al. (1998) Depressie X<br />

7. Fox (1999) Depressie X<br />

8. Geddes & Butler (2002) Depressie X<br />

9. Halliwell (2005) niet in NL Depressie X<br />

10. Karmisholt & Gotzsche (2005) Depressie X<br />

11. Kirby (2005) Depressie X<br />

12. Knechtle (2004) Depressie X<br />

13. Lam & K<strong>en</strong>nedy (2004) Depressie X<br />

14. Manber et al. (2002) Depressie X<br />

15. Moore & Blum<strong>en</strong>thal (2004) Depressie X<br />

16. Paluska & Schw<strong>en</strong>k (2000) Depressie X<br />

17. Plante (1996) Depressie X<br />

18. Phillips et al. (2003) Depressie X<br />

19. Salmon (2001) Depressie X<br />

20. Scully et al. (1998) Depressie X<br />

21. Warburton et al. (2006) Depressie X<br />

1. Broocks (2005) Anxiety X<br />

2. Broocks et al. (1997) Anxiety X<br />

3. Callaghan (2004) Anxiety X<br />

4. Fox (1999) Anxiety X<br />

5. Knechtle (2004) Anxiety X<br />

6. Plante (1996) Anxiety X<br />

7. Scully et al. (1998) Anxiety X<br />

*Red<strong>en</strong> voor uitsluiting van de review. 1) de review is niet volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> systematisch protocol opgezet; 2) de review is e<strong>en</strong> review van reviews; 3) de review<br />

bevat ge<strong>en</strong> elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van sport/ Beweg<strong>en</strong>; 4) sport/ beweg<strong>en</strong> is primaire prev<strong>en</strong>tie;6)Uit de review wordt niet duidelijk welk effect het gevolg is van<br />

oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> of andere onderdel<strong>en</strong> van de interv<strong>en</strong>tie;7) dubbele publicatie; 8) het artikel is niet beschikbaar in Nederland<br />

60


Tabel 3. Methodologische beoordeling* van de ingeslot<strong>en</strong> systematische reviews over de effectiviteit van S/B bij CVA <strong>en</strong> Parkinson (refer<strong>en</strong>t 1)<br />

<strong>en</strong> epilepsie (refer<strong>en</strong>t 1).<br />

Adequate beschrijving<br />

Studie selectie Beoordeling methodologische kwaliteit<br />

Data pres<strong>en</strong>tatie Evaluatie<br />

interv<strong>en</strong>tie<br />

A A A A A B B C D D D D D D E F G H H H H I I I J J J J K L M N N N N totaal<br />

1 2 3 4 5 1 2 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 1 2 3 1 2 3 4 1 2 3 4<br />

Aantal punt<strong>en</strong> per item<br />

2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 2 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 2 2 2<br />

(totaal 100)<br />

2<br />

3<br />

Barreca (2003) CVA 2 2 2 5 2 2 2 2 2 2 4 2 3 3 5 40<br />

Eng (2004) CVA 2 2 2 2 5 5 2 2 2 2 2 2 4 3 1 2 2 4 2 48<br />

Hakk<strong>en</strong>nes (2005) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 2 3 2 2 1 5 4 2 2 69<br />

Kwakkel (2004) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 2 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 2 2 2 92<br />

Luke (2004) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 2 3 3 3 3 1 5 4 2 2 85<br />

Manning (2003) CVA 2 2 2 2 5 5 10 4 3 5 4 2 2 2 50<br />

Meek (2003) CVA 2 2 2 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 2 2 3 5 3 3 3 1 5 2 2 2 73<br />

Morris (2004) CVA 2 2 2 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 2 77<br />

Moseley (2005) CVA 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 3 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 2 2 2 95<br />

Paci (2003) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 3 3 3 5 0 2 2 65<br />

Page (2003) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 4 2 2 1 2 2 45<br />

Pang (2006) CVA 2 2 2 5 5 2 2 2 2 2 2 4 2 3 2 2 3 5 3 3 3 3 5 2 68<br />

Platz (2003) CVA 2 2 5 2 3 2 16<br />

Pollock (2003) CVA 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 2 2 86<br />

Saunders (2004) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 2 2 2 86<br />

Steultj<strong>en</strong>s (2003) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 2 3 3 4 2 2 73<br />

Teassell (2003a) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 3 1 2 2 5 4 2 2 2 69<br />

Teassel (2003b) CVA 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0<br />

Van Pepp<strong>en</strong> (2004) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 3 2 2 3 2 2 3 1 5 1 2 2 2 76<br />

Gage (2004) Parkinson 2 2 2 2 2 5 5 3 1 2 2 3 2 2 1 4 2 2 44<br />

Ramaratnam (2000) Epilepsie 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 2 2 2 5 3 3 3 5 4 2 79<br />

61


Adequate beschrijving<br />

Studie selectie Beoordeling methodologische kwaliteit<br />

Data pres<strong>en</strong>tatie Evaluatie<br />

interv<strong>en</strong>tie<br />

A A A A A B B C D D D D D D E F G H H H H I I I J J J J K L M N N N N totaal<br />

1 2 3 4 5 1 2 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 1 2 3 1 2 3 4 1 2 3 4<br />

Aantal punt<strong>en</strong> per item<br />

2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 2 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 2 2 2<br />

(totaal 100)<br />

2<br />

3<br />

Barecca (2003) CVA 2 2 5 10 4 3 3 3 3 5 40<br />

Eng (2004) CVA 2 2 5 5 10 2 2 2 2 4 3 2 2 3 2 2 3 5 4 62<br />

Hakk<strong>en</strong>nes (2005) CVA 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 4 3 2 2 3 2 2 3 3 3 1 5 2 75<br />

Kwakkel (2004) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 4 2 2 84<br />

Luke (2004) CVA 2 2 2 2 2 5 5 2 4 3 1 2 2 3 2 2 3 3 3 3 5 4 62<br />

Manning (2003) CVA 2 2 2 2 5 5 2 2 2 4 3 2 2 3 2 2 3 1 5 4 2 2 59<br />

Meek (2003) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 4 3 2 2 3 2 2 3 3 3 3 5 2 69<br />

Morris (2004) CVA 2 2 2 2 5 5 2 4 3 2 2 3 2 2 3 3 3 3 1 4 2 57<br />

Moseley (2005) CVA 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 4 2 3 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 87<br />

Paci (2003) CVA 2 2 2 5 5 10 2 3 2 3 2 5 4 47<br />

Page (2003) CVA 2 2 2 2 5 5 10 4 3 1 2 2 3 2 2 3 3 1 5 2 2 63<br />

Pang (2006) CVA 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 4 3 2 2 3 2 2 3 3 3 3 3 5 4 2 78<br />

Platz (2003) CVA 2 2 5 10 2 3 2 2 3 5 4 40<br />

Pollock (2003) CVA 2 2 3 2 5 5 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 5 3 2 71<br />

Saunders (2004) CVA 2 2 2 5 5 10 2 2 2 4 3 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 2 2 2 73<br />

Steultj<strong>en</strong>s 2003) CVA 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 2 2 3 2 2 3 3 3 5 2 72<br />

Teassell1 2003a) CVA 2 2 5 5 10 3 2 2 3 2 2 5 5 48<br />

Teassel2 (2003b) CVA 2 2 5 5 10 4 5 4 2 39<br />

van Pepp<strong>en</strong> (2004) CVA 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 4 2 3 3 3 3 5 2 2 61<br />

Gage (2004) Parkinson 2 2 2 2 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 2 3 57<br />

Ramaratnam (2000) Epilepsie 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 4 3 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 2 2 2 85<br />

Tabel 3. Methodologische beoordeling* van de ingeslot<strong>en</strong> systematische reviews over de effectiviteit van S/B bij CVA (refer<strong>en</strong>t 2) <strong>en</strong> Parkinson<br />

(refer<strong>en</strong>t 2) <strong>en</strong> epilepsie (refer<strong>en</strong>t 2)<br />

62


Adequate beschrijving<br />

Studie selectie Beoordeling methodologische kwaliteit<br />

Data pres<strong>en</strong>tatie Evaluatie<br />

interv<strong>en</strong>tie<br />

A A A A A B B C D D D D D D E F G H H H H I I I J J J J K L M N N N N totaal<br />

1 2 3 4 5 1 2 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 1 2 3 1 2 3 4 1 2 3 4<br />

Aantal punt<strong>en</strong> per item<br />

2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 2 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 2 2 2<br />

(totaal 100)<br />

2<br />

3<br />

Brady (2003) R.A. 2 2 2 2 2 5 5 10 2 3 1 2 2 3 2 2 3 5 4 59<br />

Geyt<strong>en</strong>beek (2002) R.A. 2 2 2 2 2 5 5 2 2 2 2 2 2 3 1 2 2 5 4 49<br />

Han (2004) R.A. 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 5 4 2 89<br />

Kettun<strong>en</strong> (2004) R.A. 2 2 2 2 2 5 10 3 3 3 3 5 4 2 48<br />

Ottawa Panel (2004) R.A. 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 3 5 4 2 92<br />

St<strong>en</strong>strom (2003) R.A. 2 2 2 2 2 5 5 10 3 1 2 2 3 2 2 5 4 2 2 58<br />

Steultj<strong>en</strong>s (2004) R.A. 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 3 5 2 2 90<br />

Wessel (2004) R.A. 2 2 2 2 2 5 5 2 2 2 2 2 3 1 2 2 3 2 2 5 2 52<br />

Dagfinrud (2004) Bechterew 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 5 4 2 2 2 93<br />

Geyt<strong>en</strong>beek (2002) Bechterew 2 2 2 2 2 5 5 2 2 2 2 2 2 3 1 2 2 5 4 49<br />

Van der Lind<strong>en</strong> (2002) Bechterew 10 5 15<br />

Zochling (2006) Bechterew 2 2 2 2 2 5 5 10 3 3 5 2 43<br />

Brosseau (2003) Artrose 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 5 2 85<br />

Brosseau (2004) Artrose 10 2 2 3 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 5 4 2 56<br />

Kettun<strong>en</strong> (2004) Artrose 2 2 2 2 2 5 10 3 3 3 3 5 4 2 48<br />

Ottawa Panel (2005) Artrose 2 2 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 5 3 3 3 3 5 4 2 2 2 80<br />

Pelland (2004) Artrose 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 4 2 3 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 5 4 2 2 88<br />

Roddy (2005) Artrose 5 5 10 4 0 5 29<br />

Tabel 3. Methodologische beoordeling* van de ingeslot<strong>en</strong> systematische reviews over de effectiviteit van S/B bij reumatoïde artritis, ziekte van<br />

Bechterew <strong>en</strong> artrose (refer<strong>en</strong>t 1).<br />

63


Adequate beschrijving<br />

Studie selectie Beoordeling methodologische kwaliteit<br />

Data pres<strong>en</strong>tatie Evaluatie<br />

interv<strong>en</strong>tie<br />

A A A A A B B C D D D D D D E F G H H H H I I I J J J J K L M N N N N totaal<br />

1 2 3 4 5 1 2 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 1 2 3 1 2 3 4 1 2 3 4<br />

Aantal punt<strong>en</strong> per item<br />

2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 2 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 2 2 2<br />

(totaal 100)<br />

2<br />

3<br />

Brady (2003) R.A. 2 5 1 2 2 2 14<br />

Geyt<strong>en</strong>beek (2002) R.A. 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 5 4 2 2 2 49<br />

Han (2004) R.A. 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 3 3 5 3 3 2 3 5 2 63<br />

Kettun<strong>en</strong> (2004) R.A. 2 5 2 2 2 2 5 20<br />

Ottawa Panel (2004) R.A. 2 2 2 5 5 10 2 4 2 2 3 2 2 3 5 2 53<br />

St<strong>en</strong>strom (2003) R.A. 2 2 10 2 2 2 2 5 2 29<br />

Steultj<strong>en</strong>s (2004) R.A. 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 2 3 5 3 3 3 3 3 5 2 2 79<br />

Wessel (2004) R.A. 2 2 2 2 5 5 1 2 2 2 25<br />

Dagfinrud (2004) Bechterew 2 2 2 2 2 5 5 2 2 2 2 2 2 4 2 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 3 5 4 2 2 2 88<br />

Geyt<strong>en</strong>beek (2002) Bechterew 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0<br />

Van der Lind<strong>en</strong> (2002) Bechterew 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0<br />

Zochling (2006) Bechterew 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0<br />

Brosseau (2003) Heupartrose 2 5 5 10 2 2 2 2 4 3 2 2 3 2 2 5 3 3 3 5 2 69<br />

Brosseau (2004) Heupartrose 2 2 2 5 5 10 2 2 2 4 3 2 2 3 2 2 5 3 3 3 1 5 4 2 2 2 80<br />

Kettun<strong>en</strong> (2004) Heupartrose 2 2 5 4 13<br />

Ottawa Panel (2005) Heupartrose 2 2 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 5 4 2 2 2 80<br />

Pelland (2004) Heupartrose 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 4 3 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 2 2 2 85<br />

Roddy (2005) Heupartrose 2 2 2 5 10 4 3 3 3 1 5 2 39<br />

Tabel 3. Methodologische beoordeling* van de ingeslot<strong>en</strong> systematische reviews over de effectiviteit van S/B bij reumatoïde artritis (refer<strong>en</strong>t 2),<br />

ziekte van Bechterew (refer<strong>en</strong>t 2) <strong>en</strong> heupartrose (refer<strong>en</strong>t 2).<br />

64


Tabel 3. Methodologische beoordeling* van de ingeslot<strong>en</strong> systematische reviews over de effectiviteit van S/B bij astma (refer<strong>en</strong>t 1, depressie<br />

(refer<strong>en</strong>t 1), angststoornis (refer<strong>en</strong>t 1).<br />

Adequate beschrijving<br />

Studie selectie Beoordeling methodologische kwaliteit<br />

Data pres<strong>en</strong>tatie Evaluatie<br />

interv<strong>en</strong>tie<br />

A A A A A B B C D D D D D D E F G H H H H I I I J J J J K L M N N N N totaal<br />

1 2 3 4 5 1 2 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 1 2 3 1 2 3 4 1 2 3 4<br />

Aantal punt<strong>en</strong> per item<br />

2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 2 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 2 2 2<br />

(totaal 100)<br />

2<br />

3<br />

Bruton (2005) Astma 2 5 10 3 2 22<br />

Gyorik (2004) Astma 2 2 2 5 5 10 26<br />

Holloway (2004) Astma 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 5 2 2 2 2 82<br />

Ram (2005) Astma 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 3 2 2 3 2 5 3 3 3 5 2 2 81<br />

Ram (2003) Astma 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 5 2 2 84<br />

Welsh (2005) Astma 2 2 2 5 5 3 2 2 5 28<br />

Craft (1998) Depressie 2 2 2 2 5 5 4 2 3 3 5 4 2 2 43<br />

Dunn (2001) Depressie 2 5 5 2 2 3 2 2 1 5 4 2 2 37<br />

Frazer (2005) Depressie 2 5 10 3 3 1 5 29<br />

Jorm (2002) Depressie 2 2 5 5 10 3 3 3 1 5 4 2 45<br />

Lawlor (2001) Depressie 2 2 2 5 5 10 2 2 2 4 3 2 3 2 3 3 3 3 5 2 2 67<br />

Pilkington (2005) Depressie 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 4 3 2 2 3 5 4 2 2 61<br />

Dunn (2001) Angst 2 5 5 2 2 3 2 2 1 5 4 2 2 37<br />

Jorm (2002) Angst 2 2 5 10 3 3 3 1 5 4 2 40<br />

65


Adequate beschrijving<br />

Studie selectie Beoordeling methodologische kwaliteit<br />

Data pres<strong>en</strong>tatie Evaluatie<br />

interv<strong>en</strong>tie<br />

A A A A A B B C D D D D D D E F G H H H H I I I J J J J K L M N N N N totaal<br />

1 2 3 4 5 1 2 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 1 2 3 1 2 3 4 1 2 3 4<br />

Aantal punt<strong>en</strong> per item<br />

2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 2 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 2 2 2<br />

(totaal 100)<br />

2<br />

3<br />

Bruton (2005) Astma 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 5 3 3 1 4 2 2 58<br />

Gyorik (2004) Astma 2 2 5 10 3 3 2 1 30<br />

Holloway (2004) Astma 2 2 2 2 2 5 5 2 2 2 2 2 2 4 2 2 3 2 2 3 2 2 5 3 3 3 1 5 2 2 2 79<br />

Ram (2005) Astma 2 2 2 2 2 5 5 2 2 2 2 2 2 4 2 2 3 2 2 3 2 2 3 3 2 5 2 69<br />

Ram (2003) Astma 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 2 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 1 5 2 87<br />

Welsh (2005) Astma 2 2 2 2 5 2 2 2 2 4 3 2 2 3 2 2 5 3 3 5 2 57<br />

Craft (1998) Depressie 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 3 2 5 3 3 3 5 4 2 2 66<br />

Dunn (2001) Depressie 2 2 2 5 5 2 2 3 2 2 5 2 2 36<br />

Frazer (2005) Depressie 2 2 2 5 5 10 5 5 2 38<br />

Jorm (2002) Depressie 2 2 2 5 10 2 2 3 2 5 3 1 5 4 2 49<br />

Lawlor (2001) Depressie 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 4 3 2 5 3 3 3 3 3 5 4 2 78<br />

Pilkington (2005) Depressie 2 2 2 2 5 5 10 2 2 4 3 5 5 2 2 53<br />

Dunn (2001) Angst 2 5 5 10 2 2 2 2 3 2 2 5 1 5 2 2 2 54<br />

Jorm (2002) Angst 2 5 10 2 2 3 3 3 1 4 2 2 39<br />

Tabel 3. Methodologische beoordeling* van de ingeslot<strong>en</strong> systematische reviews over de effectiviteit van S/B bij astma (refer<strong>en</strong>t 2), depressie<br />

(refer<strong>en</strong>t 2), angststoornis (refer<strong>en</strong>t 2)<br />

66


Tabel 3. Methodologische beoordeling* van de ingeslot<strong>en</strong> systematische reviews (refer<strong>en</strong>t 3).<br />

Adequate beschrijving<br />

Studie selectie Beoordeling methodologische kwaliteit<br />

Data pres<strong>en</strong>tatie Evaluatie<br />

interv<strong>en</strong>tie<br />

A A A A A B B C D D D D D D E F G H H H H I I I J J J J K L M N N N N totaal<br />

1 2 3 4 5 1 2 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 1 2 3 1 2 3 4 1 2 3 4<br />

Aantal punt<strong>en</strong> per item<br />

2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 2 2 4 2 2 3 1 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 1 5 4 2 2 2<br />

(totaal 100)<br />

2<br />

3<br />

Eng (2004) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 4 3 2 2 5 4 2 54<br />

Teassell (2003a) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 4 3 2 2 3 2 2 5 3 5 2 2 71<br />

Paci (2003) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 3 2 3 2 4 2 50<br />

Page (2003) CVA 2 2 2 2 2 5 10 4 3 2 5 3 3 2 47<br />

Morris (2004) CVA 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 4 3 2 2 5 3 3 3 5 63<br />

Brosseau (2004) artrose 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 4 3 2 2 3 2 2 5 3 3 3 3 5 2 80<br />

Ottawa panel (2004) Reuma 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 4 2 3 2 3 2 2 5 3 3 3 3 5 74<br />

Pilkington ((2005) depressie 2 2 2 2 2 5 5 10 2 2 2 2 4 2 3 2 2 3 2 2 5 2 55<br />

Craft (1998) depressie 2 2 2 2 2 5 10 2 2 2 4 2 3 38<br />

67

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!