06.07.2015 Views

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BIAXiaal<br />

300<br />

Onderzoek naar de bewerkings- en gebruikssporen<br />

van de IJzertijd kano uit<br />

Vlaardingen Vergulde-Hand West<br />

C. Vermeeren<br />

Y. Vorst<br />

Maart 2007<br />

BIAX<br />

C o n s u l t<br />

Onderzoeks- en Adviesbureau<br />

voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie


Colofon<br />

Titel:<br />

BIAXiaal 300<br />

Onderzoek naar de bewerkings- en gebruikssporen van de IJzertijd kano uit Vlaardingen<br />

Vergulde-Hand West.<br />

Auteurs:<br />

C.Vermeeren & Y. Vorst<br />

Opdrachtgever:<br />

VLAK<br />

ISSN: 1568-2285<br />

©BIAX <strong>Consult</strong>, Zaandam, 2007<br />

Correspondentieadres:<br />

BIAX <strong>Consult</strong><br />

Hogendijk 134<br />

1506 AL Zaandam<br />

tel: 075 – 61 61 010<br />

fax: 075 – 61 49 980<br />

e-mail: BIAX@BIAX.nl


BIAXiaal 300 1<br />

1. Inleiding<br />

Tijdens proefsleuvenonderzoek in mei en juni 2003 werden in het circa 25 hectare grote<br />

gebied ‘Vergulde Hand West’, gelegen aan de Nieuwe Waterweg ten westen van<br />

Vlaardingen, bewoningssporen uit de IJzertijd, Romeinse Tijd en Middeleeuwen<br />

gevonden. In een zone binnen het gebied (vondstzone 10, centrumcoördinaat 80450/<br />

435450) werd een eikenhouten (Quercus) boomstamkano aangetroffen. De kano lag op<br />

zijn kop en werd met een eerste 14 C-datering in de Late Bronstijd geplaatst. Omdat de<br />

conditie van de kano door de realisatie van een bedrijventerrein binnen het gebied indirect<br />

zou worden bedreigd, werd besloten de kano tijdens het vervolgonderzoek in 2005 op te<br />

graven, te onderzoeken en te bergen. 1<br />

In dit <strong>rapport</strong> wordt verslag gedaan van het houtonderzoek aan deze kano. Daarbij dienen<br />

de volgende vragen als leidraad:<br />

- Kan er iets gezegd worden over de vorm, de herkomst en de groeiplaats van de<br />

gebruikte boom?<br />

- Hoe is de kano uit de boom gehaald?<br />

- Met welke werktuigen is de kano vervaardigd?<br />

- Welke sporen van gebruik zijn aangetroffen op de kano?<br />

- Is er een relatie tussen de losliggende stukken hout rond de kano en de kano zelf?<br />

- Is de kano aangespoeld of is deze intentioneel achtergelaten?<br />

- Wat is de datering van de kano?<br />

2. Methoden<br />

De onderkant van de kano is in het veld beschreven, gefotografeerd en bekeken op<br />

geschiktheid voor dendrochronologische datering. Na het omkeren en leegscheppen is<br />

hetzelfde gedaan voor de binnenzijde. De losliggende stukken hout zijn in verband<br />

bekeken, geborgen en vervolgens verder onderzocht. Determinatie van de houtsoort aan<br />

deze stukken is uitgevoerd door coupes te snijden in de drie hoofdrichtingen van het hout<br />

(dwars, radiaal en tangentiaal) en preparaten hiervan te bekijken onder een doorvallendlichtmicroscoop<br />

bij vergrotingen van 100 tot 400x.<br />

Bewerkingssporen aan de binnen- en buitenkant van de kano zijn in detail beschreven<br />

en gefotografeerd. Daarbij is gezocht naar de vorm van de sneden, de slagrichting, de<br />

diepte van de inslag en naar eventuele braamsporen. Gebruikssporen, waaronder<br />

brandplekken en slijtagesporen zijn fotografisch vastgelegd en/of beschreven.<br />

Er is geprobeerd te bepalen hoe de boot uit de boom is gehaald. Hierbij is gelet op de<br />

positie en de richting van knoesten en is op een aantal punten gekeken naar het verloop<br />

van de jaarringen, met name aan de incomplete achterzijde van de kano en op afgebroken<br />

fragmenten van de zijkant. Vervolgens is door Elsemiek Hanraets en Tamara Vernimmen<br />

(Stichting RING) op een geschikte plaats een monster genomen voor<br />

dendrochronologisch onderzoek. 2 Ook is gezocht naar de plek waar men het eerste 14 C-<br />

monster had genomen, om te bepalen welk gedeelte van de eik in de Late Bronstijd was<br />

gedateerd.<br />

1<br />

2<br />

De opgraving is uitgevoerd door een veldteam van het Vlaardings Archeologisch Kantoor<br />

(VLAK) onder leiding van Tim de Ridder, Yurie Eijskoot (projectcoördinator) en Rene Torremans<br />

(archeologisch coördinator), het houtonderzoek is uitgevoerd door Caroline Vermeeren en<br />

Yardeni Vorst van BIAX <strong>Consult</strong>, de berging is verricht door Paul Schulten van Archeoplan.<br />

Hanraets 2005. Het dendrochronologisch <strong>rapport</strong> is toegevoegd als bijlage 1.


BIAXiaal 300 2<br />

De kano is door Frank Dallmijer (NISA) met een digitale tekenarm vastgelegd (figuur 1)<br />

en vervolgens voor conservering naar het NISA gebracht.<br />

3. Resultaten<br />

3.1 3.1 DE BOOM EN DE KANO<br />

De kano is ruim 10 m lang, in het midden circa 0,85 m breed, maar sterk vervormd. De<br />

werkelijke breedte kon niet worden herleid. De op zijn kop liggende kano (figuur 2) is<br />

door de bovenliggende grond platgedrukt en op verschillende plaatsen gescheurd, zoals<br />

de voorpunt en aan de achterzijde (figuren 3 & 4). Aan de buitenzijde is de kano over de<br />

gehele lengte sterk verweerd, met uitzondering van de lager liggende voorpunt.<br />

Waarschijnlijk heeft de kano net op het grensvlak van de grondwaterspiegel gelegen.<br />

Omdat de kano aan de buitenzijde sterk was verweerd, zijn daar geen knoesten<br />

waargenomen. Aan de binnenzijde zijn een aantal knoesten opgemerkt van grote en<br />

kleine zijtakken (figuur 5). Aan de hand van de plaatsing van deze knoesten in het hout is<br />

bepaald wat de boven- en onderkant van de boom was. De achterzijde van de kano bleek<br />

de onderkant van de boom te zijn, zodat de kano kon worden“teruggeplaatst”in de boom<br />

(figuur 6). Aan de voorzijde loopt de kano uit in een smalle ronde steven die boven het<br />

midden van de stam uitkomt en daarmee de kern kruist. In de reconstructietekening zijn<br />

ook de zijtakken in de boom voorgesteld.<br />

Het middengedeelte is uit tweederde van de stam gehaald door deze uit te hollen, maar<br />

ook door aan de buitenkant het spinthout (de buitenste jaarringen) eraf te halen. Mogelijk<br />

is dit gebeurd om rotting te voorkomen aangezien het zachtere spinthout eerder wordt<br />

aangetast.<br />

Vanwege de verwering aan de buitenkant, de sterke vervorming van de bodem en het<br />

ontbreken van breukvlakken in het midden is helaas onduidelijk gebleven of de kano aan<br />

de onderzijde rond liep of dat de kano een platte bodem heeft gehad. De<br />

reconstructietekening is dan ook niet gebaseerd op de werkelijke vorm, maar dient ter<br />

illustratie van hoe de kano mogelijk uit de boom is gehaald.<br />

Van de kano ontbreken fragmenten van de rechter zijkant; aan de voorkant zit een gat<br />

in de bodem waar de kern wordt doorsneden en aan de achterkant mist een groot stuk in<br />

het midden (figuur 7 & 8). Dit deel uit de achterkant van de kano ontbrak al tijdens de<br />

eerste proefsleuvencampagne en werd ook niet in de omgeving van de kano aangetroffen.<br />

Aan de rechterkant (stuurboord) van het gat aan de achterkant van de kano is het hout<br />

circa 7 cm dik. Deze verdikking lijkt het uiteinde van de kano aan te geven. Echter, aan<br />

de andere kant is de wand drie maal zo dun en lijkt daar nog dezelfde vorm te hebben als<br />

het middenstuk van de kano. Door het ontbreken van het stuk ertussenin, is het moeilijk<br />

de precieze vorm van de achterkant van de kano te reconstrueren. Door de sterke<br />

vervorming in dit gedeelte was het in eerste instantie ook moeilijk te bepalen hoe de<br />

achterzijde van de kano precies uit de stam was gekomen. Met behulp van het<br />

jaarringonderzoek is uiteindelijk duidelijk geworden dat ook de achterzijde van de kano<br />

afkomstig is uit tweederde boom, maar dat vanwege het smaller worden van de boot en<br />

het breder worden van de onderkant van de boom, alleen één zijde de ronding van de<br />

jaarringen volgt, terwijl de andere kant (links) het jaarringpatroon meer kruist. Deze zijde<br />

zit dus “scheef” in de doorsnede van de boom en daardoor bevinden zich op dit stuk meer<br />

jaarringen, waarmee het geschikt werd voor dendrochronologische datering (zie<br />

doorsnede 3 op figuur 6, figuur 9 en hoofdstuk 3.4).


BIAXiaal 300 3<br />

3.2 DE BEWERKINGSSPOREN EN SPOREN VAN GEBRUIK<br />

3.2.1 Algemeen<br />

De boom waarvan de kano is gemaakt, is waarschijnlijk in eerste instantie met een bijl<br />

omgekapt en bijgewerkt, maar daarvan zijn, door de latere bewerking geen sporen<br />

teruggevonden. Zeker is dat de kano vervolgens met een dissel is uitgehold, in ieder geval<br />

in de fase van afwerking. Dit is in regelmatige banen gebeurd die van de ene naar de<br />

andere zijkant lopen. De bewerking is zeer zorgvuldig geweest met steeds overlapping<br />

over een voorgaande baan. Dit heeft geresulteerd in een groot aantal parallelle banen over<br />

de hele lengte van de boot, die grotendeels nog bewaard zijn gebleven (figuur 10 en 11).<br />

Over de grootte, de kromming en de ronding van het disselblad kan geen uitspraak<br />

worden gedaan aangezien door het zorgvuldige werken slechts kleine delen van de inslag<br />

bewaard zijn gebleven.<br />

3.2.2 Opstaande delen (ribben en zitje)<br />

Aan de binnenkant van de kano zit op circa 2 m vanaf de voorzijde een opstaande rand of<br />

rib (figuur 12). Achterin zit, op circa 1 m van de achterzijde, nog een opstaand element<br />

dat lijkt op het restant van een rib (figuur 13). De functie van dit soort interne verdelingen<br />

is hier onduidelijk. Ze worden in literatuur geïnterpreteerd als interne<br />

scheidingselementen en als mogelijke voetensteun voor de peddelaar wanneer een<br />

dergelijke opstaande rand zich dichtbij de zitplek bevindt, zoals hier aan de achterzijde<br />

het geval is. Hun functie als versterkende elementen van de kano wordt door<br />

verschillende auteurs betwijfeld, maar dit zou verder moeten worden onderzocht. 3<br />

De ribben alsook het opstaande dikke gedeelte aan de achterkant zijn met een bijl<br />

vervaardigd, waarbij alleen nog op het dikke deel de kapsporen te zien zijn (figuur 14),<br />

omdat de ribben zeer gesleten zijn. De verdikking in de achterzijde kan mogelijk als<br />

‘zitje’ hebben gediend. Dergelijke zitplekken worden vaker aangetrofen; een mooi<br />

voorbeeld is te zien in de kano van Uitgeest. 4<br />

3.2.3 Gaten<br />

Aan de voorzijde loopt door de zijkant van de steven horizontaal een groot rechthoekig<br />

gat van 6 bij 5 cm en 11 cm diep (figuur 15). Mogelijk is dit gat voor een touw om de<br />

kano te kunnen trekken of vast te leggen. Het gat moet met een soort beitel zijn gemaakt,<br />

maar bewerkingssporen zijn vervaagd, omdat het gat door gebruik is gesleten.<br />

Boomstamkano’s met een dergelijk gat worden regelmatig gevonden. 5<br />

Even voorbij de punt zit aan de stuurboordzijde een klein vierkant gat van 3 bij 3 cm,<br />

wat enigszins schuin naar binnen loopt en waarvoor een kleine beitel moet zijn gebruikt<br />

(figuur 16). De functie van dit gat is onduidelijk. Het zit vrij laag in de zijkant en dicht bij<br />

de bodem van de kano. Dit geeft aan dat de punt van de kano ver boven het water moet<br />

hebben uitgestoken, anders had men door dit gat water gemaakt.<br />

Tijdens het onderzoek in het veld van de buitenkant van de kano is in de<br />

bakboordzijde op circa 6 m van de achterzijde vanaf achteren een rechthoekig gat door de<br />

wand aangetroffen van 3 bij 2,5 cm (figuur 17). 6 Dit gat meet aan de binnenzijde 4 bij 1,5<br />

cm (figuur 18). Iets verder naar achter zit een tweede gat van 1,5 cm hoog, dat deels is<br />

afgebroken (figuur 19). Beide gaten zijn zozeer gesleten dat bewerkingssporen niet meer<br />

zichtbaar zijn. Mogelijke tegenhangers van deze gaten konden in de andere zijde van de<br />

kano niet worden vastgesteld, omdat aan stuurboord grote delen van de zijkant ontbraken.<br />

De los gevonden delen van de stuurboordzijde zijn echter alle onderzocht en hierin<br />

werden geen gaten teruggevonden.<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

McGrail 1978, 55.<br />

Koehler in voorbereiding; Vermeeren & Brinkkemper 2004.<br />

McGrail 1978, fig. 112; Arnold 1965, 64.<br />

De kanowand is hier 3 cm dik.


BIAXiaal 300 4<br />

3.2.4 Brandsporen<br />

Aan bakboordzijde vooraan is aan de binnenkant van de kano een groot brandspoor<br />

aangetroffen (18,5 bij 13,5 cm, figuur 20). Dergelijke schroeiplekken zijn ook<br />

aangetroffen in de kano van Uitgeest en moeten zijn gevormd doordat het hout indirect in<br />

contact kwam met vuur (bijvoorbeeld door een warmtebron zoals een pot met gloeiende<br />

houtskool, eventueel op een klomp klei). 7 De kleinere brandvlekken kunnen het resultaat<br />

zijn van vonken. Uit de etnografie is bekend dat men vuur gebruikt om in het donker te<br />

kunnen vissen, omdat het licht niet alleen bijschijnt maar ook de vissen aanlokt.<br />

3.3 HET LOSSE HOUT<br />

De losliggende stukken hout op, rond en onder de kano bestonden uit fragmenten eik<br />

afkomstig van de zijkant van de kano zelf, uit paaltjes met grof gekapte punten van<br />

elzenhout (Alnus), en uit een mogelijk bewerkt essen (Fraxinus excelsior) stammetje. 8<br />

Behalve de afgebroken fragmenten van de zijkant hebben de stukken geen zichtbaar<br />

verband met de kano. De gegevens van dit losse hout staan in bijlage 2.<br />

3.4 DE DATERING<br />

De kano is op twee verschillende manieren gedateerd. In eerste instantie met een 14 C-<br />

datering van een fragment van de kano dat tijdens het proefsleuvenonderzoek was<br />

verzameld. De 14 C-methode gaf een scherpe datering van 798 ± 30 cal BC. In figuur 21 is<br />

te zien dat deze datering net buiten het zogenaamde Halstatt-plateau valt. Hiermee werd<br />

de kano van Vlaardingen in de Late Bronstijd geplaatst, wat niet overeenkwam met de<br />

aangetroffen bewoningsfasen (IJzertijd tot Middeleeuwen). Achteraf bleek het gedateerde<br />

fragment afkomstig te zijn uit het voorgedeelte van de kano, nabij de plek waar de kano<br />

het hart van de boom snijdt (zie ook figuur 6). De 14 C-datering betreft dan ook een<br />

datering van een vroege levensfase van de boom, terwijl de boom veel ouder is geworden<br />

voordat hij gekapt werd om de kano te maken.<br />

Normaal dient men om een 14 C-datering te krijgen die zo dicht mogelijk bij de<br />

kapdatum ligt, het monster zo ver mogelijk aan de buitenkant van de boom te nemen.<br />

Aangezien een tweede 14 C-datering van de buitenste jaarringen hier automatisch in het<br />

Halstatt-plateau terecht zou zijn gekomen, had het in dit geval geen zin dit monster in te<br />

sturen.<br />

Ook voor dendrochronologische datering zijn de laatstgevormde jaarringen van groot<br />

belang. Dit onderzoek gaf uiteindelijk een middelcurve van 140 ringen met een datering<br />

van ná 683 ± 6 BC. Bovendien is door een dendrochronologische meting van het 14 C-<br />

monster met visuele plaatsing de exacte positie van de ringen van dit monster binnen de<br />

boomcurve teruggevonden. Hiermee werd aangetoond dat met de 14 C-methode te oud<br />

hout was gedateerd. 9<br />

3.5 VERGELIJKING MET ANDERE KANO’S IN NEDERLAND<br />

De kano van Vlaardingen past binnen de wijdverspreide en zeer lange traditie van het<br />

maken van kano’s in Europa. De vroegste typenwerden vervaardigd van huid of bast die<br />

op takken werd gespannen. Hiervan wordt weinig teruggevonden, omdat dit geheel veel<br />

moeilijker als herkenbare kano bewaard blijft. De aanwezigheid wordt met name<br />

vastgesteld door de vondst van peddels. Vanaf het Mesolithicum komen langzaam de<br />

boomstamkano’s op, eerst gemaakt van dennen (Pinus), later van els (Alnus), linde (Tilia)<br />

7<br />

8<br />

9<br />

Koehler in voorbereiding; Vermeeren & Brinkkemper 2004; Damian Goodburn mond. meded.<br />

Naast de palen werden er ook wortels en/of takken van waarschijnlijk elzenhout aangetroffen,<br />

maar deze zijn niet verder onderzocht.<br />

Hanraets 2005.


BIAXiaal 300 5<br />

en populier (Populus). De eik (Quercus) komt in de loop van het Neolithicum in<br />

gebruik. 10 Pas later ontstaan de samengestelde boten. Binnen Nederland zijn er uit deze<br />

periode slechts enkele boomstamkano’s gevonden (tabel 1). 11 De best vergelijkbare kano<br />

is die van Uitgeest. Deze is met circa 9 meter korter dan de kano van Vlaardingen van<br />

10,6 meter. De bewerkingssporen waren op de kano van Uitgeest veel beter bewaard,<br />

deels omdat de conservering beter was, maar ook omdat er minder slijtage had<br />

plaatsgevonden, wat misschien wijst op minder intensief gebruik, maar ook kan komen<br />

door minder watererosie na het zinken. Omdat er bij de kano van Uitgeest enkele<br />

reparaties hadden plaatsgevonden die vrij slordig waren uitgevoerd, werden diverse<br />

sneden aangetroffen en was de gebruikte dissel nog te reconstrueren, terwijl ook<br />

bijlsneden herkend werden. Voor de Vlaardingse boot kan alleen het gebruik van een iets<br />

holle dissel met zekerheid worden vastgesteld, maar mag ook worden verondersteld dat<br />

één of meerdere bijlen en beitels zijn gebruikt. Van de overige kano’s is aleen bij die van<br />

Hardinxveld naar bewerkingssporen gekeken. Wel is in de in 1987 gevonden kano van<br />

Nigtevecht een reparatie geconstateerd door de onderzoekers van het Scheepvaartmuseum<br />

te Ketelhaven. Van de kano van Pesse en de veel jongere kano uit Zwammerdam zijn<br />

geen gegevens bekend over bewerking. Beide kano’s zijn onderwerp van discusie<br />

waarbij getwijfeld wordt of het wel werkelijk kano’s betreft. De lengte is in beide<br />

gevallen relatief klein. Daarbij zijn grote gaten in de bodem aangetroffen wat wijst op<br />

gebruik als visbun, maar dat kan secundair gebruik zijn.<br />

Tabel 1<br />

Overzicht van Nederlandse kano’s tot en met de Romeinse tijd(Meso=Mesolithicum,<br />

IJT=IJzertijd, ROM=Romeins).<br />

Vindplaats datering houtsoort Ned. naam lengte (m) opmerkingen<br />

Pesse vroeg Meso Pinus Den c. 3 .<br />

Hardinxveld de Bruin 1 laat Meso Tilia Linde 5,5 disselsporen<br />

Hardinxveld de Bruin 2 laat Meso Tilia Linde >1,5 fragment<br />

Nigtevecht IJT? ? ? 6 of 8,6 zwaluwstaart reparatie<br />

Uitgeest IJT Quercus Eik c. 9<br />

Vlaardingen IJT Quercus Eik 10,6 .<br />

twee reparaties, disselen<br />

bijlsporen<br />

Zwammerdam Rom Quercus Eik 5,5 als visbun gebruikt<br />

4. Conclusies<br />

Terugkomend op de vragen die in de inleiding genoemd zijn, kunnen we het volgende<br />

concluderen:<br />

- De eik waaruit de Vlaardingse kano is vervaardigd was een flinke boom met een<br />

aantal zijtakken al vrij laag aan de stam. Dat betekent dat de boom waarschijnlijk in<br />

een open bos heeft gestaan, mogelijk met lage ondergroei. Bij bomen uit het open veld<br />

zijn er vaak nog meer grote en lage zijtakken, in een gesloten bos groeien bomen<br />

vanwege de lichtconcurrentie snel omhoog en ontwikkelen pas bovenaan zijtakken.<br />

De referentiekalender waarmee de dendrochronologische datering werd uitgevoerd<br />

(NIromR9, met een t-waarde boven de 5), geeft aan dat het een inheemse, mogelijk<br />

zelfs lokale boom is geweest.<br />

- Voor de kano is een hele stam gebruikt. Omdat te reconstrueren was dat het hart wordt<br />

doorsneden (zie reconstructietekening in figuur 6) is uitgesloten dat de stam eerst is<br />

10<br />

11<br />

Zie onder andere overzichtswerken van Burov 1997; Lanting & Brindley 1997 en Mc Grail 1978.<br />

Zie ook Louwe Kooijmans et al, 2001; de Weerd 1988, 37 en http://www.vannigtevecht.nl.


BIAXiaal 300 6<br />

gehalveerd en daarna uitgehold, zoals voor de kano van Uitgeest wel aannemelijk was.<br />

De boom is waarschijnlijk eerst met een bijl omgekapt en vervolgens bijgewerkt en<br />

met een dissel uitgehold. Alleen de sporen van de zeer zorgvuldige laatste afwerking<br />

zijn teruggevonden, als vele regelmatige parallel lopende banen met overlappende<br />

facetten.<br />

- Voor het vervaardigen van de kano zijn in ieder geval bijl en dissel gebruikt. De bijl is<br />

gebruikt om de boom om te hakken en de loodrechte vlakken te maken. Restanten<br />

hiervan zijn de ribben en het opstaande deel van de brede achterkant. Door de manier<br />

van werken zijn deze opstaande randen met een bijl goed te maken, maar wordt dit<br />

met een dissel bijna onmogelijk. De teruggevonden sporen wijzen ook op een bijl.<br />

Omdat door de zorgvuldige manier van bewerken en de slijtage aan met name de<br />

buitenzijde geen goede snedenafdrukken werden gevonden, kunnen er geen conclusies<br />

getrokken worden over de exacte vorm en breedte van de gebruikte gereedschappen.<br />

Wel blijkt uit de iets holle disselsporen dat het geen vlakke maar een iets holle dissel<br />

moet zijn geweest. Er konden geen individuele gereedschappen worden herkend en er<br />

is ook niet te zeggen hoeveel bijlen en dissels zijn gebruikt. Naast een bijl en dissel<br />

zijn er zeker ook één of meerdere soorten beitels gebruikt voor de gaten in de<br />

voorsteven en zijkanten. Deze gaten waren door gebruik echter zo gesleten dat<br />

bewerkingssporen niet konden worden waargenomen. De gebruiks- en<br />

bewerkingssporen geven niet aan hoeveel mensen aan de kano hebben gewerkt of<br />

hoeveel mensen er in hebben gezeten.<br />

- De slijtagesporen in de gaten laten zien dat de kano intensief is gebruikt. De kano zelf,<br />

en met name de onderzijde, is ook zeer afgesleten, maar dit hangt deels ook samen<br />

met de minder goede conservering, omdat de kano op zijn kop heeft gelegen op het<br />

grensvlak van de grondwaterspiegel. Ook watererosie zal hier een rol hebben<br />

gespeeld. Het brandspoor aan de voorzijde in de kano geeft aan dat men vuur mee aan<br />

boord nam voor gebruik op de boot of elders.<br />

- Het losse hout rond de kano houdt geen verband met de kano, uitgezonderd de<br />

afgebroken stukken eikenhout afkomstig van de zijkant.<br />

- Het ontbreken van delen van de zijkant, van een stuk aan de voorkant rond het hart<br />

van de boom en met name van een groot stuk uit het midden van de achterkant, lijkt er<br />

op te wijzen dat de kano tijdens het gebruik is beschadigd en is achtergelaten op deze<br />

plek. Een tweede mogelijkheid is dat de kano compleet was toen hij wegdreef en dat<br />

pas ná het zinken de watererosie en de druk van de grond de diverse delen heeft<br />

afgesleten en afgebroken. Een deel van de los aangetroffen zijkanten is hierdoor te<br />

verklaren. Het grote gat aan de achterzijde laat echter geen losse brokstukken zien, en<br />

ook tijdens de proefsleuvencampagne zijn ze nergens in de buurt van de kano<br />

aangetroffen, zodat de eerste optie toch meer voor de hand ligt. Een derde optie, dat de<br />

kano hier intentioneel omgekeerd was neergelegd om materiaal onder de kano op te<br />

slaan, kon al bij het draaien worden ontkracht. Er werd in het geheel niets<br />

aangetroffen.<br />

- De eerste datering op basis van 14 C was een uitzonderlijke gelukstreffer. Doordat per<br />

ongeluk een monster vlakbij het hart van de boom werd genomen werd het veel<br />

oudere kernhout gedateerd, wat vlak voor het Halstatt-plateau uitkwam tussen 820 en<br />

764 cal BC. Als in dit geval jonger hout was bemonsterd, was er geen enkele datering<br />

uitgekomen, aangezien dat in het genoemde plateau terecht was gekomen. Een later<br />

onder zeer gecontroleerde omstandigheden uitgevoerde dendrodatering kwam uit na<br />

683 ± 6 BC en dat sluit goed aan bij de IJzertijdbewoning. Uit een combinatie van de<br />

twee dateringen en een inschatting van het aantal hier missende spintringen, is met<br />

enige voorzichtigheid af te leiden dat de boom waarschijnlijkzo’n 160 jaar oud was,<br />

zodat het een flinke, maar geen zeer oude eik betrof.


BIAXiaal 300 7<br />

5. Literatuur<br />

Arnold, B.,1995: Pirogues monoxyles d’Europe centrale: construction, typologie,<br />

evolution, tome 1 & 2, Archeologie neuchateloise 20.<br />

Burov, G.M., 1997: Ancient Dugouts of Eastern Europe, Newswarp.<br />

Hanraets, E., 2005: Ring Intern Rapport nummer: 2005076.<br />

http://www.vannigtevecht.nl/Nigtevecht/oerkano.html<br />

Koehler, L., in voorbereiding: De kano van Uitgeest.<br />

Lanting, J.N. & A.L.Brindley, 1997: Dateringen voor oorsprong en verspreiding van de<br />

Europese boomstamkano, Paleo-aktueel 8.<br />

Louwe Kooijmans, L.P., K. Hänninen & C. E. Vermeeren, 2001: Artefacten van hout, in:<br />

L.P. Louwe Kooijmans (red), Archeologie in de Betuweroute, Hardinxveld-<br />

Giessendam de Bruin. Een kampplaats uit het Laat-Mesolithicum en het begin van de<br />

Swifterbant-cultuur (5500-4450 v. Chr.), 435-479.<br />

McGrail, S., 1978: Logboats of England and Wales with Comparative Material from<br />

other European Countries, Part i: Discussion and Catalogue, BAR British Series 51(i).<br />

Vermeeren, C., & O. Brinkkemper 2004: De IJzertijd-kano van Uitgeest: onderzoek van<br />

het hout en de bewerkingssporen, <strong>Biax</strong>iaal 209.<br />

Weerd, M.D. de, 1988: Schepen voor Zwammerdam, academisch proefschrift UvA, 37.


BIAXiaal 300 8<br />

BIJLAGEN:<br />

Figuren 1 –21 en bijlagen 1 en 2: Vlaardingen-Vergulde Hand West, tekeningen en foto’s van de<br />

kano, resultaten van het losse hout en calibratiecurve van het 14 C-monster met <strong>rapport</strong>.<br />

Figuur 1<br />

Figuur 2<br />

Figuur 3<br />

Figuur 4<br />

Figuur 5<br />

Figuur 6<br />

Figuur 7<br />

Figuur 8<br />

Figuur 9<br />

Figuur 10<br />

Figuur 11<br />

Figuur 12<br />

Figuur 13<br />

Figuur 14<br />

Figuur 15<br />

Figuur 16<br />

Figuur 17<br />

Figuur 18<br />

Figuur 19<br />

Figuur 20<br />

Figuur 21<br />

Digitale tekening van de kano (F. Dallmijer, NISA).<br />

Kano in het veld, op zijn kop, met voorsteven lager (C. Vermeeren, BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Gescheurde voorsteven van de kano (C. Vermeeren, BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Gescheurde achterzijde van de kano (C. Vermeeren, BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Kleine knoest aan de binnenzijde van de kano (C. Vermeeren, BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Schematische afbeelding van de kano teruggeplaatst in de boom, met op drie<br />

plaatsen een doorsnede. N.B. de vorm van de dwarsdoorsnede is een aanname, de<br />

kano kan ook rond hebben gelopen (Y.Vorst, BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Achterzijde van de kano met missend midden deel en duidelijk dikkere<br />

stuurboorddeel (C. Vermeeren, BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Achterzijde van de kano met detail van het duidelijk dikkere stuurboorddeel (C.<br />

Vermeeren, BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Dunne bakboorddeel aan de achterzijde van de kano, waarop te zien is dat het hout<br />

scheef uit de boom komt (C. Vermeeren, BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Bewerkingssporen van dissel op de binnenzijde van de kano, zijkant (C. Vermeeren,<br />

BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Bewerkingssporen van dissel op de binnenzijde van de kano, bodem (C. Vermeeren,<br />

BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Rib en knoest aan de voorzijde van de kano (C. Vermeeren, BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Restant van mogelijke rib aan achterzijde van de kano (C. Vermeeren, BIAX<br />

<strong>Consult</strong>).<br />

Kapspoor op het opstaande dikke deel achterin de kano (C. Vermeeren, BIAX<br />

<strong>Consult</strong>).<br />

Groot gat door de voorsteven (C. Vermeeren, BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Gat aan de voorkant, stuurboordzijde (C. Vermeeren, BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Gat aan de bakboordzijde achter het midden, buitenkant (C. Vermeeren, BIAX<br />

<strong>Consult</strong>).<br />

Gat aan de bakboordzijde achter het midden, binnenkant (C. Vermeeren, BIAX<br />

<strong>Consult</strong>).<br />

Gat aan de bakboordzijde achteraan (C. Vermeeren, BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Brandplek voorkant bakboordzijde (C. Vermeeren, BIAX <strong>Consult</strong>).<br />

Calibratiecurve van het 14 C-monster.<br />

Bijlage 1<br />

Bijlage 2<br />

Vlaardingen-Vergulde Hand West, Ring Intern <strong>rapport</strong> over het dendrochronologisch<br />

onderzoek aan de kano.<br />

Vlaardingen-Vergulde Hand West, resultaten van het onderzoek aan los hout uit<br />

vondstzone 10.


Figuur 1


Figuur 2<br />

Figuur 3


Figuur 4<br />

Figuur 5


Figuur 6


Figuur 7 Figuur 8<br />

Figuur 9<br />

Figuur 10


Figuur 11<br />

Figuur 12<br />

Figuur 13


Figuur 14<br />

Figuur 15


Figuur 16<br />

Figuur 17


Figuur 18<br />

Figuur 19<br />

Figuur 20


Figuur 21


Bijlage 1<br />

Vlaardingen-Vergulde Hand West, Ring Intern <strong>rapport</strong> over het dendrochronologisch<br />

onderzoek aan de kano.<br />

Uitslag dateringsonderzoek<br />

RING Intern Rapport nummer: 2005076<br />

Datum: 18 oktober 2005<br />

Wij onderzochten voor u 6 houtmonsters, afkomstig uit Vlaardingen, De Vergulde Hand (boomstamkano)<br />

(offertenummer O2005054). De volgende dateringen zijn het resultaat (zie met name de derde kolom):<br />

Monster Dendrocode Datering Zekerheid van de<br />

datering (probability)<br />

Gebruikte referentie<br />

chronologie<br />

1 VKA00011 765-719 BC 99,5% NlRomR9<br />

2 VKA00021 747-709 BC 98% NlRomR9<br />

3 VKA00030 842-809 BC 96% NlRomR9<br />

P1 VKA00040 738-703 BC 99,5% NlRomR9<br />

fr. onder kano VKA00051 Geen datering<br />

C14 fragment VKA00060 795-767 BC Visueel gedateerd -<br />

De fragmenten VKA 1 tmt 4 zijn gemiddeld tot VKA1234 (140 jaarringen):<br />

Dendrocode Datering Periode waarná de<br />

boom is omgehakt<br />

VKA<br />

1234(140)<br />

t %PV Zekerheid van<br />

de datering<br />

(probability)<br />

Gebruikte<br />

referentiechronologie<br />

842-703 BC Na 683 BC +/- 6 4,3 62,2 99,5% NlromR9<br />

De datering is vrij zwak. Dit komt mogelijk doordat de binnenkant van monster VKA0003 (134 ringen)<br />

zowel een onregelmatig groeipatroon had met “wedgende”ringen (ringen die van smal naar breed uitlopen<br />

en v.v.), als doordat het monster deels vervormd was.<br />

Als de middelcurve wordt ingekort tot de lengte van de andere monsters (63 jaar) is de datering veel<br />

sterker:<br />

Dendrocode Datering Periode waarná de<br />

boom is omgehakt<br />

t %PV Zekerheid van<br />

de datering<br />

(probability)<br />

Gebruikte<br />

referentiechronologie<br />

VKA 1234(63) 765-703 BC Na 683 BC +/- 6 5,6 73,4 99,8% NlromR9<br />

Deze datering wordt ondersteund door de C14 datering (798 BC +/-30) van een fragment van de kano. Het<br />

restant hiervan is gemeten, en heeft 29 ringen. Hoewel dit is te weinig is voor een statistische vergelijking<br />

met de middelcurve, kon het toch visueel worden ingepast. Het dateert dan dus tussen 795 en 767 BC, wat<br />

uitstekend past binnen de marge van de C14 datering.<br />

Er is geen spinthout meer aanwezig op het monster. Bij de jongste ring moeten dus nog 20 +/- 6<br />

ontbrekende spintringen opgeteld worden. Er kunnen echter ook een onbepaald aantal “kernringen”<br />

ontbreken. Het is in dit geval echter onwaarschijnlijk dat het er veel zijn. De datering ligt waarschijnlijk<br />

kort na 683 BC +/- 6.


Bijlage 2<br />

Vlaardingen-Vergulde Hand West, resultaten van het onderzoek aan los hout uit vondstzone 10. Alnus=els, Fraxinus=es,<br />

ART=artefact, L=lengte, B=breedte, D=dikte, diam.st.=diameter stam, PV=puntvorm resp. 1 (1zijdig) en 2 (2zijdig),<br />

STC=stamcode resp. 1 (rondhout) en 2 (gehalveerd), Njr=aantal jaarringen met =meer dan, w=winter,<br />

g=goed, m=matig, x=geschikt, b=bewaren, c=conserveren, f=foto, w=weg<br />

VNR SOORT ART L B D diam.st. PV PL STC Njr Seizoen CONS C14 advies OPMERKING<br />

10.026 Alnus paal >27 14 24 24 2 7 2 >40? . g x fc meerdere kappen, grof gemaakt<br />

10.028 Alnus paal >40 . . 4,5 . . 1 < . g . w .<br />

10.029 Fraxinus paal >19 . . 5 . . 1 < . g x b wijde ringen<br />

10.030 Fraxinus paal >34 . . 5 . . 1 ca. 35 . g . w .<br />

10.032 Alnus paal >19 10 21 21 1 0 2 ? . g x b .<br />

10.033 Alnus paal >35 14 25 35 2a 9 2 >40? . g x f meerdere kappen, grof gemaakt<br />

10.034 Alnus paal >29 12 30 30 1 0 2 c30? . g x f punt niet af: zit nog uitstekend stuk aan<br />

10.035 Alnus paal >20 10 22 22 1 0 2 ? . m x b .<br />

10.036 Alnus paal >18 5,5 15 10 1 1 2 < w m . b .

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!