06.07.2015 Views

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BIAXiaal 435 36<br />

Op grond van de botanische samenstelling alleen kunnen geen betrouwbare uitspraken<br />

worden gedaan over de aard van de grondbewerking en de reden van het<br />

veenmosgebruik. Ongetwijfeld was het doel hiervan de bodemeigenschappen te<br />

veranderen waardoor de vochthuishouding en/of de bewerkbaarheid van de bodem werd<br />

verbeterd.<br />

Figuur 10 Profiel door de ondergrond in vondstzone 09 waarin de herkomst van de<br />

vondstnummers 09.1584 en 09.1553 is weergegeven (© VLAK).<br />

6.4 LATE IJZERTIJD EN ROMEINSE TIJD<br />

De resultaten van het macrorestenonderzoek uit deze perioden staan vermeld in bijlage 7.<br />

Gebruiksplanten<br />

In de monsters uit de Late IJzertijd en Romeinse tijd zijn maar weinig resten van<br />

cultuurgewassen gevonden. Het gaat slechts om één verkoolde korrel van emmertarwe<br />

(Triticum dicoccon), één aarspilsegment van gerst (Hordeum vulgare) en een drietal<br />

verkoolde graankorrels (Cerealia) die niet nauwkeurig gedetermineerd konden worden<br />

omdat ze daarvoor te slecht bewaard waren gebleven.<br />

In de monsters zijn wel relatief veel resten van wilde fruitsoorten aangetroffen. Dat zijn<br />

rode kornoelje (Cornus sanguinea), gewone braam (Rubus fruticosus) en gewone vlier<br />

(Sambucus nigra). Of het hier gaat om resten van wilde struiken of menselijk<br />

consumptieafval is niet zeker.<br />

De graanresten zijn uitsluitend gevonden in de monsters uit gebouw 02, erfgreppel 02<br />

en de leeflaag. In de greppels uit de verkavelingen zijn geen graanvondsten gedaan.<br />

Wilde planten<br />

In het monster uit de vloer van Vz01-G02 zijn niet veel vondsten van wilde planten<br />

gedaan. De resten zijn vermoedelijk afkomstig van planten die op of vlakbij het<br />

nederzettingsterrein hebben gestaan. De meeste zaden zijn afkomstig van grote brandnetel<br />

(Urtica dioica), blaartrekkende boterbloem (Ranunculus sceleratus) en water- of<br />

akkermunt (Mentha aquatica/arvensis). Uit de botanische vondsten kan helaas niets

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!