Download rapport - Biax Consult
Download rapport - Biax Consult
Download rapport - Biax Consult
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BIAXiaal 435 33<br />
6.3.3 De schuur<br />
Uit een schuur (Vz09-G05) is één monster geanalyseerd.<br />
6.3.4 De paden<br />
Gebruiksplanten<br />
Ook in dit monster zijn voornamelijk resten van emmertarwe (kafresten en korrels), gerst<br />
en vlas (zaden en kapselfragmenten) gevonden. Daarnaast zijn enkele onverkoolde zaden<br />
gevonden van raapzaad (Brassica rapa). Het monster bevat relatief veel zaden en pitten<br />
van wilde fruitsoorten: sleedoorn (Prunus spinosa), gewone braam (Rubus fruticosus) en<br />
framboos (Rubus idaeus).<br />
Wilde planten<br />
De wilde planten leveren vrijwel hetzelfde spectrum als de monsters uit de spieker.<br />
Gebruiksplanten<br />
In de monsters die uit de paden (of daaronder) afkomstig zijn, zijn vrijwel geen resten van<br />
cultuurgewassen of andere gebruiksplanten gevonden. Alleen in een monster uit het<br />
loopvlak van pad 01 (Vz07-P01) is een zaad van vlas aangetroffen.<br />
Pitten van braam zijn wel redelijk goed vertegenwoordigd. Gezien de context waarin<br />
deze vondsten zijn gedaan, moeten we er rekening mee houden dat deze afkomstig zijn<br />
van struiken die naast de paden stonden en dat ze deel uitmaakten van de natuurlijke<br />
vegetatie waar de paden doorheen of langs liepen. De meeste bramenpitten zijn gevonden<br />
in het monster uit het overstromingsdek dat onder pad 03 (Vz07-P03) is aangetroffen.<br />
Deze pitten kunnen zijn aangespoeld, of afkomstig zijn van struiken die daar stonden<br />
voordat pad 03 werd aangelegd.<br />
Wilde planten<br />
Wat de wilde planten betreft moeten we onderscheid maken tussen de monsters die uit de<br />
loopniveaus van de paden afkomstig zijn (07.0605, 07.0608, 07.0613 en 09.1158) en de<br />
monsters van onder de paden (07.0603 en 07.0346).<br />
Het spectrum aan wilde planten uit de loopvlakken wijkt op een aantal punten af van<br />
de hierboven beschreven monsters uit de IJzertijd. Zo zijn onkruiden uit de categorie<br />
‘Planten van voedselrijke akkers en tuinen’ relatief slecht vertegenwoordigd. Dit geldt<br />
ook voor de categorie ‘Planten van weinig betreden voedselrijke ruigten’.<br />
Graslandplanten zijn ook minder goed vertegenwoordigd; van pitrus zijn nog de<br />
meeste resten aangetroffen. Van oever- en moerasplanten zijn daarentegen veel resten<br />
gevonden.<br />
Uit de categorie ‘Bomen en struikgewas’ valt het grote aantal resten van els op. Van deze<br />
boom zijn in bijna alle monsters veel zaden, katjes en knopschubben gevonden. We<br />
vermoeden dat deze resten afkomstig zijn van de takken, waarmee de paden zijn gemaakt.<br />
De samenstelling van vondstnummer 07.0603 dat van onder het loopniveau van pad<br />
01 afkomstig is, wijkt sterk af van de monsters uit de loopvlakken van de paden. Resten<br />
van els ontbreken bijvoorbeeld. Het monster wordt voornamelijk getypeerd door resten<br />
van russen en veenmos. Het vegetatiebeeld dat uit dit monster naar voren komt, lijkt op<br />
dat van een verstoord veenoppervlak waarop zich geen elzen bevonden.<br />
Ook de samenstelling van vondstnummer 07.0346, dat van onder het loopvlak van pad<br />
03 afkomstig is, wijkt af van de monsters uit de loopvlakken zelf. Het monster is<br />
afkomstig uit een kleipakket waarmee de andere paden werden afgedekt. Het<br />
vertegenwoordigt dus een jongere activiteitenfase. In dit monster zijn opvallend veel<br />
resten van els (o.a. duizenden zaden) en relatief veel resten van dierlijke waterorganismen<br />
gevonden. Het gaan om schietmotten (Trichoptera), vissenbloedzuigers (Piscicola<br />
geometra) en sponsen (Porifera). Het idee bestaat dat het kleipakket niet is afgezet tijdens<br />
een eenmalige overstroming, maar dat het een geleidelijk proces van jaarlijkse