Download rapport - Biax Consult
Download rapport - Biax Consult
Download rapport - Biax Consult
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
BIAXiaal 435 31<br />
onder brakke invloed stond. De planten houden het vaak nog tientallen jaren onder de<br />
inmiddels verzoete milieuomstandigheden uit, vooral als ze niet teveel concurrentie van<br />
echte grassen hebben. Dat is het geval langs slootkanten van enigszins brakke wateren, op<br />
open plekken in graslanden en in aan rietland grenzende graslanden die door koeien<br />
worden begraasd. 42<br />
Op open, stukgetrapte, modderige plekken in het grasland kunnen de hierboven al<br />
genoemde greppelrus, goudzuring en blaartrekkende boterbloem gestaan hebben.<br />
Tot slot van deze paragraaf moet worden vermeld dat ook sommige oeverplanten in het<br />
hierboven beschreven grasland gestaan kunnen hebben. In natuurlijke situaties gaan<br />
oever- en graslandvegetaties namelijk geleidelijk in elkaar over.<br />
Water-, oever- en moerasplanten<br />
Ook deze categorie is in bijna alle monsters goed vertegenwoordigd. Resten van echte<br />
waterplanten zijn alleen in het haardmonster uit gebouw 09 gevonden. Het gaat om<br />
enkele onverkoolde (!) zaden van eendenkroos (Lemna) en zannichellia (Zannichellia<br />
palustris). Oever- en moerasplanten zijn in vrijwel alle monsters goed vertegenwoordigd.<br />
Het gaat in alle gevallen om soorten die kenmerkend zijn voor oevers langs voedselrijke,<br />
stilstaande tot zwakstromende (zoete) wateren of moerassen waar het water het hele jaar<br />
of minstens een deel daarvan boven het maaiveld staat. Veel soorten kunnen ook deel<br />
hebben uitgemaakt van nat grasland dat in de omgeving aanwezig was. Door exploitatie<br />
van dit grasland (als hooiland) kunnen de zaden op het nederzettingsterrein terecht zijn<br />
gekomen.<br />
Bomen en struikgewas<br />
Uit deze categorie zijn vooral resten (zaden en katjes) van els (Alnus) gevonden.<br />
Daarnaast is houtskool van es (Fraxinus excelsior) aangetroffen.<br />
De resten van els kunnen van een boom afkomstig zijn die in de directe omgeving van<br />
de gebouwen stond. Elzen staan meestal op plaatsen waar in de winter het grondwater<br />
boven het maaiveld staat. In de zomermaanden zakt het water tot onder het<br />
vegetatieoppervlak, zonder dat de bodem overigens echt uitdroogt.<br />
Essen staan ook op plaatsen die ’s winters behoorlijk nat kunnen zijn. Of de bomen in<br />
de omgeving van de huizen stonden is niet zeker. De houtskool kan immers afkomstig<br />
zijn van hout dat op grotere afstand van de nederzetting is verzameld om als brand- of<br />
bouwhout te dienen.<br />
Heide- en veenplanten<br />
Uit deze categorie zijn onder andere vondsten gedaan van struikhei (Calluna vulgaris),<br />
dophei (Erica tetralix), paddenrus (Juncus subnodulosus), tormentil (Potentilla erecta),<br />
pijpenstrootje (Molinia caerulea), wilde gagel (Myrica gale) en veenmos (Sphagnum).<br />
Waarschijnlijk zijn deze resten afkomstig van de oorspronkelijke vegetatie die zich op de<br />
monsterlocatie bevond voordat de woonstalhuizen er werden gebouwd. Tijdens het<br />
pollenonderzoek was al gebleken dat de huizen gebouwd werden op relatief hoge,<br />
voedselarme delen (struikheibulten) in een oud rietmoeras (zie figuur 9). 43<br />
42 Weeda et al. 1994, 20.<br />
43 Van Haaster & Eijskoot 2009.