06.07.2015 Views

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BIAXiaal 435 30<br />

dergelijk ‘ruigtekruiden’ waarvan resten in de monsters zijn gevonden, zijn grote<br />

brandnetel (Urtica dioica), klit (Arctium) en beklierde duizendknoop (Persicaria<br />

lapathifolia). Vooral van grote brandnetel zijn zeer veel zaden gevonden. Grote<br />

brandnetels staan meestal op matig vochtige, enigszins beschaduwde plaatsen.<br />

Op het nederzettingsterrein was ook sprake van standplaatsen waar onkruiden uit de<br />

categorie ‘Pioniers van stikstofrijke, natte bodems’ groeiden. Het gaat onder andere om<br />

greppelrus (Juncus bufonius), waterpeper (Persicaria hydropiper), goudzuring (Rumex<br />

maritimus), blaartrekkende boterbloem (Ranunculus sceleratus) en watermuur (Stellaria<br />

aquatica). Plaatsen waar deze planten bij voorkeur groeien zijn bijvoorbeeld periodiek<br />

droogvallende, modderige oevers, greppels of (natte) mesthopen. Ze kunnen echter ook<br />

op open, stukgetrapte (modderige) plekken in graslanden gestaan hebben.<br />

Hoewel de planten ook wel in zuiver natuurlijke milieus kunnen voorkomen<br />

(bijvoorbeeld langs rivieroevers) blijkt in de praktijk dat de standplaatsen meestal door<br />

mensen of vee zijn beïnvloed. Dit geldt vooral voor natte, van oorsprong voedselarme<br />

milieus. 40<br />

Graslandplanten<br />

Een groot aantal plantenresten in de geanalyseerde monsters is afkomstig van soorten die<br />

tegenwoordig bekend staan als graslandplanten. Dit betekent zonder enige twijfel dat<br />

grasland een belangrijk vegetatietype in de omgeving was. Grasland is een term die in de<br />

vegetatiekunde gebruikt wordt om een bepaalde vegetatiestructuur aan te duiden. Hoewel<br />

in graslanden echte grassen (Poaceae) kunnen voorkomen, is de aan- of afwezigheid van<br />

grassen geen criterium om een bepaald vegetatietype tot grasland te rekenen. In veel<br />

(natuurlijke) graslanden komen zelfs meer soorten andere kruiden voor dan grassen. Dit<br />

geldt niet voor onze huidige intensief begraasde weiden, maar wel voor ‘ouderwetse’,<br />

minder intensief gebruikte graslanden. Graslanden zijn volgens de moderne<br />

vegetatiekundige definitie korte, gesloten vegetaties zonder hoog opschietende kruiden of<br />

struiken. Aan deze definitie voldoen ook veel vegetaties waarin ‘Planten van<br />

storingsmilieus’ een belangrijk aandeel hebben. Meestal verschijnen deze planten in<br />

grasland als sprake is van begrazing en/of wisselende waterstand.<br />

Als we goed naar de soortensamenstelling kijken, dan kunnen we belangrijke dingen<br />

te weten komen over de aard van het grasland, dat in de economie van de nederzetting<br />

waarschijnlijk een belangrijke rol heeft gespeeld. Veel graslandplanten zijn kenmerkend<br />

voor zogenaamde storingsmilieus. Het gaat onder andere om zilverschoon (Potentilla<br />

anserina), gewone en/of slanke waterbies (Eleocharis palustris/uniglumis), zomprus<br />

(Juncus articulatus), water- en akkermunt (Mentha aquatica/arvensis), gewone<br />

waternavel (Hydrocotyle vulgaris), voszegge (Carex otrubae/vulpina) en pitrus (Juncus<br />

effusus). De verstoring waar deze planten zo van lijken te houden, is wisselende<br />

waterstand of regelmatige begrazing. Ze worden tegenwoordig veel aangetroffen in<br />

graslanden die ’s winters onder water staan en ’s zomers begraasd (en betreden!)<br />

worden. 41 Planten uit storingsmilieus worden in archeologische context heel vaak<br />

aangetroffen in dierlijke mest. Ze vormen een aanwijzing voor extensieve begrazing van<br />

vochtig grasland. Ook de bij de tredplanten ingedeelde grote weegbree (Plantago major),<br />

wordt vaak in dergelijke graslanden gevonden. Vanwege haar grote resistentie tegen<br />

betreding staat grote weegbree vaak op door vee druk bezochte plaatsen.<br />

De vele ‘normale’ graslandplanten wijzen op een grasland op vochtige, voedselrijke<br />

bodem waar geen sprake lijkt te zijn van directe mariene invloed. Wel moet gezegd<br />

worden dat een aantal van de hierboven genoemde storingsindicatoren kan worden<br />

aangetroffen onder licht brakke omstandigheden of in graslanden die in het verleden<br />

onder brakke invloed stonden. Ook de bij de kwelderplanten ingedeeld zilte rus (Juncus<br />

gerardi) kan onderdeel hebben uitgemaakt van een zoet grasland dat in het verleden<br />

40 Schaminée et al. 1998, 175.<br />

41 Schaminée et al. 1996, 34, 35.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!