Download rapport - Biax Consult
Download rapport - Biax Consult
Download rapport - Biax Consult
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BIAXiaal 435 27<br />
andere aangetroffen granen een zogenaamde C 4 -plant. Dergelijke planten komen vooral<br />
voor in de warmere delen van de wereld. De benaming C 4 -plant betekent dat ze op een<br />
bijzondere manier kooldioxide vastleggen en daarbij minder water nodig hebben dan<br />
andere planten. Dit stofwisselingsproces werkt alleen goed bij temperaturen die overdag<br />
niet onder de 12 °C komen. Daarom werd gierst in ons land vooral op droge, zandige<br />
bodems verbouwd die snel opwarmen. Op vochtige (koude) grond doet pluimgierst het<br />
niet goed. Het lijkt daarom aannemelijk te veronderstellen dat de gierst op droge, zandige<br />
bodems in de omgeving werd verbouwd.<br />
In een aantal monsters werden aarvorkjes gevonden die sterk lijken op aarvorkjes van<br />
spelt. Aarvorkjes zijn onderdelen van de aar waarmee elke graankorrel aan de aarspil<br />
vastzit. Spelt is een tarwesoort die tegenwoordig niet meer in ons land wordt verbouwd,<br />
maar in de IJzertijd kwam het op de zandgronden in ons land wel hier en daar voor.<br />
Van emmertarwe, broodtarwe, gerst, vlas en (mogelijk) spelt is dorsafval gevonden.<br />
Op grond van de aan- of afwezigheid van dorsafval kunnen soms conclusies worden<br />
getrokken over lokale verbouw of import van cultuurgewassen. Uitgangspunt bij dit<br />
onderzoek is het gegeven dat dorsafval in principe achterblijft op de nederzetting waar het<br />
cultuurgewas geproduceerd (verbouwd) wordt, en dat het dus niet met het gedorste<br />
product verhandeld wordt. 31 De aard van het dorsafval moet hierbij echter wel in<br />
ogenschouw genomen worden. Van emmertarwe en (mogelijk) spelt zijn bovengenoemde<br />
aarvorkjes gevonden. Deze kafresten zitten na de eerste dorsing (op de<br />
productienederzetting) nog aan de graankorrels vast. In deze vorm wordt het graan ook<br />
verhandeld. 32 Aarvorkjes worden pas vlak voor consumptie tijdens een tweede dorsronde<br />
verwijderd (bijvoorbeeld d.m.v. stampen of eesten). Hoewel we op grond van de<br />
aangetroffen resten dus niet kunnen bewijzen dat de emmertarwe en misschien de spelt<br />
lokaal zijn verbouwd, is het gezien de rurale context waarin de resten zijn gevonden wel<br />
aannemelijk.<br />
Van gerst en broodtarwe zijn aarspilsegmenten gevonden. 33 Deze onderdelen van de<br />
aar worden tijdens de eerste dorsing (op de productienederzetting) van de korrels<br />
gescheiden. Grote hoeveelheden aarspilsegmenten, zoals van gerst in het monster uit<br />
Vz01-G01, duiden daarom op lokale productie van dit graan. Van broodtarwe zijn minder<br />
aarspilsegmenten gevonden dan van gerst, maar toch denken we dat dit graan ook lokaal<br />
verbouwd werd. Op grond van de macrobotanische analyses kan echter niet worden<br />
achterhaald waar het graan precies werd verbouwd. Gerst is wat bodemgesteldheid betreft<br />
niet zo veeleisend en kan ook op ontwaterde veengrond worden verbouwd. 34 Zoals<br />
hierboven al werd gesteld, is broodtarwe echter wel een veeleisend gewas. Het levert<br />
alleen een redelijke opbrengst op goed gedraineerde humus- en kalkrijke leem of<br />
kleibodems. Op veenbodems is tarwe niet succesvol. 35 Dit laatste betekent uiteraard niet<br />
dat tarwe vroeger nooit op veen verbouwd werd. Uit schriftelijke bronnen blijkt dat tarwe<br />
(en gerst) tijdens de Middeleeuwen in Waterland op opgehoogde slootkanten werd<br />
verbouwd. De slootkanten in dit veengebied werden opgehoogd met modder die uit de<br />
sloten werd opgebaggerd. Zo ontstonden langgerekte akkers die geschikt waren voor de<br />
verbouw van graan, waaronder tarwe. 36 Op deze wijze kan de tarwe (en andere<br />
cultuurgewassen) ook in de Vergulde Hand-West zijn verbouwd. Uiteraard kunnen de<br />
granen ook op iets verder weg gelegen oeverwallen zijn verbouwd en in de nederzetting<br />
zijn verwerkt.<br />
31 Zie o.a. Hillman 1984; Jones 1984.<br />
32 Hillman 1984, 8.<br />
33 Een aarspil bestaat anatomisch bezien uit meerdere segmenten, die vaak afzonderlijk worden<br />
gevonden. Soms worden meerdere segmenten aaneen gevonden. In die gevallen spreken we<br />
van aarspilfragmenten.<br />
34 Zie discussie in Brinkkemper 1993, 125.<br />
35 Renfrew 1973, 66.<br />
36 Janse 1980, 37. Zie ook Van de Ven 1993, 45 over toemaak.