06.07.2015 Views

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BIAXiaal 435 6<br />

activiteitenfase en de bijbehorende macrobotanische monsters in een gedetailleerd<br />

chronologisch kader te plaatsen. De dateringen van de Vroege IJzertijd laten zich<br />

vanwege het zogenaamde Hallstatt-plateau namelijk niet scherper kalibreren dan tot op<br />

een aantal eeuwen. Deze dateringen vallen tussen 2500 en 2400 BP, wat in kalenderjaren<br />

uitkomt op een marge van 800 tot 400 v.Chr.<br />

De menselijke aanwezigheid wordt voorlopig, op grond van de lithostratigrafie,<br />

geplaatst in een landschap dat werd gedomineerd door rietvenen. De basis van deze venen<br />

betreft een rietveen in zwarte matrix (Hv-3.6). Op dit niveau volgt een rietveen met<br />

houtopslag (Hv-3.5). Heel precies kan de activiteitenfase echter niet worden geduid in de<br />

lithostratigrafie, omdat alleen vondstzone 06 voorzag in een herkenbare cultuurlaag (C-4)<br />

met aardewerk en ander klein vondstmateriaal. Hier was het boven- en onderliggende<br />

veen echter te geoxideerd voor een goede lithostratigrafische duiding van de activiteiten.<br />

Het huidige beeld van het landschap tijdens deze activiteitenfase is daarom vermoedelijk<br />

verre van volledig. De beschikbare macrobotanische monsters zijn dus belangrijke<br />

bouwstenen voor het onderzoek naar het landschap en menselijk gebruik daarvan in de<br />

Vroege IJzertijd.<br />

De Vergulde Hand-West was in de Vroege IJzertijd niet dicht bewoond. Alleen in<br />

vondstzone 06 ligt een nederzetting met een woonstalhuis (Vz06-G01). Deze nederzetting<br />

bestaat verder uit een omheinde ruimte (Vz06-He01) en een takkenpad. De aard van de<br />

voedseleconomie laat zich echter moeilijk afleiden. Ook is niet bekend of de nederzetting<br />

permanent werd bewoond. Het macrobotanische onderzoek kan bijdragen aan de kennis<br />

over de voedseleconomie van de nederzetting. In vondstzone 03 zijn de resten van<br />

vermoedelijk een klein gebouw aangetroffen. Hier bestond echter geen mogelijkheid voor<br />

macrobotanisch onderzoek. In vondstzone 10 liggen een gebouw en een boomstamkano<br />

uit de Vroege IJzertijd. Een plantaardig niveau op de boomstamkano is opgenomen in dit<br />

onderzoek.<br />

4.3 MIDDEN- EN LATE IJZERTIJD<br />

In de Midden- en Late IJzertijd was de Vergulde Hand-West dicht bewoond. De oudste<br />

nederzetting is vermoedelijk snel na 400 v.Chr. gebouwd. Er is tot 200 à 150 v.Chr.<br />

sprake van een hoge dichtheid aan archeologische resten en deze hoofdperiode is daarom<br />

de belangrijkste activiteitenfase van het onderzoek. Behoudens de vondstzones 02 en 06<br />

zijn overal resten van nederzettingen en menselijke activiteiten aangetroffen. De<br />

nederzettingen zijn aangelegd op de veenbodems en worden gekenmerkt door permanente<br />

bewoning in woonstalhuizen, met daarnaast bijgebouwen, takkenpaden en (mogelijk) een<br />

gemengde bedrijfsvoering met veeteelt en akkerbouw. In en rondom de nederzettingen<br />

zijn talloze aanwijzingen gevonden voor vertrapping en vergraving van het<br />

oorspronkelijke loopoppervlak. Het macrobotanische onderzoek moet toegespitst zijn op<br />

de voedseleconomie van de nederzettingen en op de kenmerken en het gebruik van het<br />

omliggende landschap. Het 14 C-onderzoek laat geen verdere fasering van de<br />

activiteitenfase toe. De beschikbare dateringen beslaan over het algemeen marges van<br />

ruim 150 tot 200 jaar. Ook ontbreken mogelijkheden om op basis van de stratigrafie een<br />

gedetailleerde relatieve chronologie op te stellen.<br />

Van ongeveer 500 tot 400 v.Chr. vertoont de Vergulde Hand-West een ontwikkeling<br />

van het rietveenlandschap (Hv-3,6 en Hv-3.5) uit de Vroege IJzertijd, naar een<br />

hoogveenlandschap (Hv-3.2 en Hv-3.1) met aanwijzingen voor veenmos- en<br />

heidevegetaties tussen 400 en 150 v.Chr. Mogelijk kwamen in dit landschap echter ook<br />

nog biotopen voor met een voedselrijker karakter (Hv-3.3). De top van dit veen was in de<br />

nederzettingen, maar ook daaromheen zeer amorf. De oxidatie die dit heeft veroorzaakt<br />

moet al zijn opgetreden in de late Prehistorie en is waarschijnlijk versterkt door de<br />

menselijke aanwezigheid. Dit is de cultuurlaag van de Midden- en Late IJzertijd (C-3),<br />

omdat de meeste archeologische sporen verband houden met dit niveau. Op de<br />

bewoningsfase en het landschap met oligotrofe kenmerken volgt een overstromingsfase

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!