Cross Acceptance Unit - ERA
Cross Acceptance Unit - ERA
Cross Acceptance Unit - ERA
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
European Railway Agency<br />
<strong>ERA</strong>/TD/2011-01/XA: ANNEX III of REFERENCE DOCUMENT<br />
3. Voor bijzondere spoorvoertuigen die niet worden afgestoten geldt een<br />
minimaal te verdragen bakbelasting van:<br />
a. 1200 kN bij symmetrische bufferbelasting;<br />
b. 400 kN bij diagonale bufferbelasting;<br />
c. 1000 kN trekbelasting.<br />
Zie aanhangsel<br />
Gebruiktip:<br />
Gewijzigde vereisten mogelijk vanaf 25.01.2010.<br />
Zie schrijven "VENW/DGMo-2010/630" van de IVW d.d. 21.01.2010<br />
(het document kan ook worden gevonden in het documenten portal)<br />
2.1.2 Beladingscapaciteit<br />
2.1.2.1 Beladingsvoorschriften<br />
en<br />
gewogen massa<br />
2.1.2.2 As- en<br />
wielbelasting<br />
Rks<br />
17.1<br />
17.3<br />
17.4<br />
Gedetailleerde eisen...<br />
Regeling keuring spoorvoertuigen<br />
Artikel 17<br />
1. Spoorvoertuigen voldoen in relatie tot de bovenbouw aan de volgende<br />
eisen:<br />
a. UIC nr. 700 (10e editie van 11-2004) zoals per categorie gespecificeerd;<br />
b. de maximale gaping van een wiel in een kruisstuk bedraagt 80 mm,<br />
voor wielen met een diameter kleiner dan 730 mm;<br />
c. de door het spoorvoertuig uitgeoefende<br />
d. warskrachten, en dwarskrachten in wissels en S-bogen voldoen aan<br />
UIC nr. 518 (2e editie van 01-2003). deze uitschakelbaar.<br />
3. Op een baanvak met beladingscategorie C worden alleen<br />
spoorvoertuigen ingezet met een maximale quasi statische wiellast van<br />
177 kN.<br />
4. Op een baanvak met beladingscategorie D worden alleen<br />
spoorvoertuigen ingezet met een maximale quasi dynamische wiellast van<br />
200 kN.<br />
Gebruiktip:<br />
Gewijzigde vereisten mogelijk vanaf 25.01.2010.<br />
Zie schrijven "VENW/DGMo-2010/630" van de IVW d.d. 21.01.2010<br />
(het document kan ook worden gevonden in het documenten portal)<br />
ATI 2010 4.3 Actuele technische inzichten Voertuigtoelating 2010<br />
Artikel 4.3<br />
Gebruiksvoorschriften<br />
Spoorbelasting<br />
4.3.1 Spoorvoertuigen worden gebruikt met inachtneming van hun<br />
categorisering en van de classificatie van de infrastructuur in verband met<br />
de belasting, zoals bedoeld in EN 15528, alsmede de door de beheerder<br />
vastgestelde maximumsnelheid of incidentele toestemming ingeval van<br />
overschrijding.<br />
4.3.2 Op een baanvak met beladingscategorie C worden alleen<br />
spoorvoertuigen ingezet met een maximale quasi dynamische wiellast van<br />
177 kN.<br />
4.3.3 Op een baanvak met beladingscategorie D worden alleen<br />
spoorvoertuigen ingezet met een maximale quasi dynamische wiellast van<br />
200 kN.<br />
Rks<br />
17.1.<br />
17.3.<br />
17.4<br />
Regeling keuring spoorvoertuigen<br />
Artikel 17<br />
1. Spoorvoertuigen voldoen in relatie tot de bovenbouw aan de volgende<br />
eisen:<br />
a. UIC nr. 700 (10e editie van 11-2004) zoals per categorie gespecificeerd;<br />
b. de maximale gaping van een wiel in een kruisstuk bedraagt 80 mm,<br />
voor wielen met een diameter kleiner dan 730 mm;<br />
c. de door het spoorvoertuig uitgeoefende<br />
d. warskrachten, en dwarskrachten in wissels en S-bogen voldoen aan<br />
UIC nr. 518 (2e editie van 01-2003). deze uitschakelbaar.<br />
3. Op een baanvak met beladingscategorie C worden alleen<br />
spoorvoertuigen ingezet met een maximale quasi statische wiellast van<br />
177 kN.<br />
4. Op een baanvak met beladingscategorie D worden alleen<br />
spoorvoertuigen ingezet met een maximale quasi dynamische wiellast van<br />
200 kN.<br />
UIC 700<br />
UIC 518<br />
ProRail Richtlinie RLN<br />
00022<br />
EN 15528<br />
UIC 700<br />
UIC 518<br />
ProRail Richtlinie RLN<br />
00022<br />
Version Draft 1.2 Page 7/74