Toelichting - Gemeente Buren

Verhoogde concentraties zware metalen in grond komen in de meeste gevallen voor
in combinatie met stortmateriaal, puin of iets dergelijks. De zware metalen zijn over
het algemeen vrij immobiel en de verontreiniging zal dus voornamelijk beperkt zijn tot
de betreffende bodemlaag.
Zware metalen kunnen zich in de bodem verspreiden door verplaatsing van vast bestanddelen,
via de bodemoplossing (neerslag), de wortels van de planeten, in de bodem
levende organismen en de gasfase. Convectief transport van opgeloste en gesuspendeerde
metalen via de bodemoplossing is veruit het belangrijkste proces. De
omvang van het transpot is voornamelijk afhankelijk van het neerslagoverschot en van
de concentratie van de metalen in het bodemvocht. De processen die de concentratie
van de metalen in het bodemvocht reguleren, vervullen een sleutelrol ten aanzien van
de mobiliteit.
Nader bodemonderzoek
Naar aanleiding van de resultaten van het verkennend bodemonderzoek 2 is er een
nader bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie 4 . De doelstelling van het onderzoek
is het bepalen of er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging op de
locatie. Indien dit het geval is dient bij de bouw rekening gehouden te worden met een
saneringsprocedure, Indien geen sprake is van een ernstig geval kan bij het bouw- en
woonrijp maken volstaan worden met een plan van aanpak dat geen saneringsprocedure
behoeft.
Uit het onderzoek blijkt dat in geen van de grondmonsters de interventiewaarde voor
lood en/of zink wordt overschreden. Bij onderhavig nader bodemonderzoek is gebleken
dat wederom geen gehalten aan lood en/of zink boven de interventiewaarden zijn
aangetoond. Er is derhalve geen sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging.
De verhoogde gehalten hangen waarschijnlijk samen met de diverse bijmengingen
met puin en kolengruis en het voormalige gebruik ter plaatse (schuur met vermoedelijk
opslag van kolen).
Conclusie van het rapport is dat gezien de vastgestelde bodemkwaliteit er geen risico's
voor de volksgezondheid en/of het milieu zijn. Voor geen van de gemeten stoffen
wordt de interventiewaarde overschreden, Gegeven de in dit rapport beschreven
onderzoeksresultaten, wordt de grond vanuit milieuhygiënisch oogpunt geschikt geacht
voor het huidige gebruik en voorgekomen herontwikkeling.
Bij het bouw- en woonrijp maken kan volstaan worden met een plan van aanpak dat
geen saneringsprocedure behoeft (bijvoorbeeld hergebruik grond op de locatie).
Conclusie
Concluderend kan worden gesteld dat voor de gehele locatie een bodemonderzoek is
verricht. Voor het perceel 1504 is gebleken uit het verkennend onderzoek dat er geen
belemmeringen waren voor het voorgenomen gebruik. Wat betreft het perceel L1034
kan worden gesteld dat een nader onderzoek naar de omvang en de herkomst van de
matige lood- en zinkverontreiniging uitgevoerd is. Hieruit is gebleken dat de grond
vanuit milieuhygiënisch oogpunt geschikt geacht wordt voor het huidige gebruik en
voorgekomen herontwikkeling.
4
Briefrapport Nader bodemonderzoek Oudsmidsestraat 4-8 te Lienden, Aveco de Bondt ingenieursbedrijf,
15 februari 2011, kenmerk B-PTW/519
Gemeente Buren, bestemmingsplan Lienden, Verbrughweg (voormalig gemeentehuis)
NL.IMRO.0214.LIEBP20100002.ON01 | Februari 2011 | Ontwerp 33