** VAN HOUTVUUR TOT (O)LEDVERLICHTING ** Van lijn- of ...
** VAN HOUTVUUR TOT (O)LEDVERLICHTING ** Van lijn- of ...
** VAN HOUTVUUR TOT (O)LEDVERLICHTING ** Van lijn- of ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
van raapzaad, geslagen in oliemolens) en half <strong>lijn</strong>olie (<strong>lijn</strong>zaadolie <strong>of</strong> <strong>lijn</strong>olie:<br />
plantaardige olie van de zaden van olievlas, eveneens geslagen in oliemolens). In de<br />
winter werd, bij zeer strenge vorst, zelfs tweederde deel <strong>lijn</strong>olie gebruikt teneinde<br />
bevriezing van het oliemengsel te voorkomen.<br />
De lantaarn werd ook wel als gevellantaarn uitgevoerd en dan geplaatst op een<br />
houten wandarm met een uitslag van ongeveer één meter lengte. Ook werden wel<br />
smeedijzeren armen gebruikt: rechte in de 17e eeuw en gebogen in de 18e eeuw.<br />
<strong>Van</strong> der Heyden ontwierp een compleet verlichtingsplan waarin hij de onderlinge<br />
afstanden der lantaarns vaststelde op 50 meter, aantallen benodigde<br />
lantaarnopstekers, vullers en hun werkschema's , benodigde hoeveelheden olie, enz.<br />
Lantaarnopstekers moesten een eed afleggen waarin ze belo<strong>of</strong>den hun instructies<br />
nauwgezet na te komen en de overgebleven olie terug te bezorgen. In Amsterdam<br />
werden ruim 1.800 van zijn lantaarns geplaatst.<br />
< Replica van de originele Jan van der<br />
Heydenlantaarn, met olielamp.<br />
Product van DE NOOD B.V. te<br />
Middelburg, een bedrijf waar vele<br />
historische lantaarns en andere<br />
sfeerverhogende verlichting van<br />
hoge kwaliteit worden<br />
geproduceerd.<br />
(foto: DE NOOD B.V.)<br />
Winter 1669 kreeg Amsterdam de wereldprimeur: één type straatlantaarn, omgeven<br />
door een pr<strong>of</strong>essionele dienst en goed georganiseerd. De stad was verdeeld in 17<br />
wijken. Elke wijk kende één vuller die zorgde voor het bijvullen van de olie, het<br />
bijknippen (snuiten) <strong>of</strong> vervangen van de katoenen pitten en schoonmaken van de<br />
lantaarnruitjes. Elke vuller had een dagtaak aan de ca. 120 lantaarns in zijn wijk.<br />
Onder de vullers (hiërarchisch) stonden de opstekers, waarvan er per wijk 6 <strong>of</strong> 7<br />
waren die elk 20 à 25 lantaarns moesten opsteken en later weer doven. Zij moesten<br />
hun werk snel doen, aangezien binnen één kwartier de hele wijk verlicht moest zijn.<br />
Het werk van de opstekers was een bijbaantje. Er waren zogeheten 'nagtronders'<br />
aangesteld die het werk van de opstekers moesten controleren en rapporteren aan de<br />
'opsiener'.<br />
Het Amsterdamse initiatief werd gevolgd door onder andere 's-Gravenhage, Haarlem<br />
Utrecht en Groningen. In 1682 plaatste men in Ber<strong>lijn</strong> 1.600 van deze lantaarns. Ook<br />
in Leipzig deed de Jan van der Heydenlantaarn zijn intrede. In de winter van<br />
1724/'25 verscheen de lantaarn in Wageningen. Op diverse plaatsen in<br />
19