** VAN HOUTVUUR TOT (O)LEDVERLICHTING ** Van lijn- of ...
** VAN HOUTVUUR TOT (O)LEDVERLICHTING ** Van lijn- of ...
** VAN HOUTVUUR TOT (O)LEDVERLICHTING ** Van lijn- of ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Jan van der Heyden<br />
Jan van der Heyden lantaarns op Magere<br />
Brug te Amsterdam. (foto: DE NOOD B.V.)<br />
Op 18 september 1669 werd hij, op grond van een ingediend rapport, door de<br />
burgemeesters van Amsterdam alsnog benoemd tot Opzigter en Directeur der bij<br />
Nacht lichtende lantarens. Hij had echter nog meer in zijn mars. Op 29 juni 1671<br />
verleenden Staten van Holland hem en zijn broer octrooi voor de uitvinding van een<br />
scheprad en van een slangpomp, waarmee water uit een gracht in brandspuiten kon<br />
worden gepompt. Op 25 maart 1672 nam hij met deze slangpomp voor het eerst een<br />
proef bij een zware brand. Zijn ontwerp bleek nog vatbaar voor verbetering, want<br />
kort daarop vond hij de eigenlijke slang/brandspuit uit, die voor het eerst op 12<br />
januari 1673 werd gebruikt. Ook voor de organisatie van de brandweer zelf is hij van<br />
grote betekenis geweest.<br />
Terug nu naar zijn uitvinding in het bestek van dit artikel: zijn lantaarn, voorzien van<br />
een door hem ontworpen oliebrander. Deze bestond uit een reservoir met een<br />
gesloten en een open gedeelte, verbonden met een tuit met daarin een lemmetpijpje<br />
en een pit. Bijkomend voordeel van dit type oliebrander was dat de olie er niet meer<br />
uit kon lopen. De behuizing moest van glas en blik zijn. De lantaarn stond op een zes<br />
duim dikke (15 cm) vierkante eikenhouten paal, op 9 voet (2,55 meter) boven het<br />
straatniveau.<br />
Aan de bovenzijde zat een plint om de lantaarn vast te maken. Onder deze plint<br />
waren luchtgaten geboord. De glazen lantaarn van 2 voet (57 cm) werd afgedekt door<br />
een losse zogenaamde buitensnuiver, die de rook van de lampenpit aan alle zijde<br />
uitliet. Aan één zijde van de lantaarn zat een deurtje voor het reinigen van het glas.<br />
De pit <strong>of</strong> lemmet bestond uit dik gedraaid katoen. Jan van der Heyden berekende dat<br />
voor een brandduur van ongeveer 100 uur één mangel olie (1,21 liter) nodig was. Als<br />
brandst<strong>of</strong> gebruikte men een mengsel van half raapolie (plantaardige olie, afkomstig<br />
18