Gemeente Leidschendam-Voorburg
Gemeente Leidschendam-Voorburg
Gemeente Leidschendam-Voorburg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Groen Blauwe Slinger (GBS) en Landinrichting <strong>Leidschendam</strong> (1999)<br />
De beleidslijnen zoals die hiervoor globaal zijn omschreven, zijn in sterke mate beïnvloed door<br />
de planvorming binnen de Landinrichting <strong>Leidschendam</strong> en door de Nota “Stad en Land in<br />
Balans”, waarmee de GroenBlauwe Slinger voor het eerst een formele beleidsbasis kreeg. Met<br />
beide projecten hebben de betrokken overheden al ruim voor de vaststelling van het streekplan<br />
te kennen gegeven, in de Nieuwe Driemanspolder een verreikende functieverandering tot stand<br />
te willen brengen. Daarbij bleef een grootschalige herinrichting aanvankelijk beperkt tot het<br />
Zoetermeerse deel van de polder. Met de vaststelling van de Nota Stad en Land in Balans is<br />
deze insteek echter ingrijpend veranderd. De belangrijkste aanpassingen daarbij waren:<br />
• een flinke uitbreiding van het her in te richten gebied (met delen van <strong>Leidschendam</strong> -<br />
<strong>Voorburg</strong>s grondgebied)<br />
• de verkenning van mogelijkheden voor een regionale waterberging voor piekwater<br />
• de ontwikkeling van een natte verbinding tussen het Rijnlandse boezemstelsel rond<br />
Stompwijk en de Nieuwe Driemanspolder ten behoeve van de aanvoer van piekwater en<br />
• de versterking van de functies water, recreatie en natuur ten kosten van een meer<br />
bosbouwkundige inrichting zoals die oorspronkelijk voorzien was in het kader van de<br />
Randstadgroenstructuur.<br />
De gewijzigde doelstellingen voor de Nieuwe Driemanspolder hebben daarnaast ook<br />
procesmatige consequenties gehad. De belangrijkste effecten daarbij waren:<br />
• een actualisatie van de oorspronkelijke opdracht voor de landinrichting<br />
• een meer moduleachtige aanpak van de landinrichting als geheel, waarin de Nieuwe<br />
Driemanspolder als een zelfstandige module werd beschouwd en<br />
• een nieuwe planvorming voor de polder onder andere aan de hand van een nieuwe<br />
Milieu Effect Rapportage en de hierbij behorende procedure.<br />
Mede onder invloed van het hiervoor omschreven proces zijn de doelstellingen voor de Nieuwe<br />
Driemanspolder in het vervolg ook in tal van andere nota’s verwerkt. Hiertoe behoren o.a. het<br />
gebiedsperspectief voor Het Land van Wijk en Wouden, het provinciale Beleidsplan Milieu en<br />
Water en de nota Cultuurhistorische Impuls Duin, Horst en Weide 2004. Hun beleidsmatige<br />
betekenis was echter vooral volgend of begeleidend van aard in plaats van kaderstellend.<br />
Cultuurhistorische hoofdstructuur (CHS)<br />
Een zeker kaderstellend effect is daarentegen wel uitgegaan van de provinciale<br />
Cultuurhistorische Hoofdstructuur waarmee de hoofdlijnen van het cultureel erfgoed van de<br />
provincie worden beschreven. Daaronder vallen zowel de belangrijkste archeologische waarden<br />
binnen de provincie als relevante historisch - landschappelijke en historisch -<br />
stedenbouwkundige structuren en patronen. Op grond van de randvoorwaarden vanuit het<br />
cultuurhistorisch kader dient bij de planvorming voor de Nieuwe Driemanspolder rekening te<br />
worden gehouden met:<br />
• het behoud van de oude ontginningslinten Stompwijkseweg, Wilsveen en Voorweg<br />
• het behoud van de Molendriegang van Wilsveen en<br />
• de handhaving van de karakteristieke kavelstructuur en openheid in Potteveen.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 23