Gemeente Leidschendam-Voorburg
Gemeente Leidschendam-Voorburg
Gemeente Leidschendam-Voorburg
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOOFDSTUK 2:<br />
BESCHRIJVING PLANGEBIED<br />
2.1 Korte geschiedenis van het plangebied<br />
Het plangebied voor de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder maakt deel uit van een<br />
aantal droogmakerijen gelegen tussen de bebouwde kommen van Den Haag, <strong>Leidschendam</strong> -<br />
<strong>Voorburg</strong> en Zoetermeer. Ondanks de verreikende verstedelijking rond het plangebied heeft de<br />
polder veel van zijn oude karakteristiek weten te behouden en kunnen de afzonderlijke<br />
ontwikkelingsfasen uit de ontstaansgeschiedenis van het gebied nog goed worden<br />
waargenomen. Historische analyses hierover laten zien dat met name de<br />
landschapsontwikkeling vanaf de late middeleeuwen (ca. 1200 en later) ertoe bij heeft<br />
gedragen, dat de Nieuwe Driemanspolder geleidelijk aan is veranderd van een Oudhollands<br />
veenweidegebied in een droogmakerij. De oorspronkelijke afmetingen waren daarbij veel ruimer<br />
dan thans in het landelijke gebied waarneembaar is.<br />
Kenmerkend voor de droogmakerijen is op de eerste plaats het landschapspatroon bestaande<br />
uit oude ontginningswegen, de hierlangs gelegen “losse” lintbebouwing en de laag gelegen<br />
poldereenheden met hun karakteristieke, opstrekkende kavels. Door grootschalige<br />
veenwinning tot op de klei gevolgd door droogmaking is het kenmerkende hoogteverschil<br />
ontstaan. Dit is in de loop der tijd nog eens versterkt door een continu proces van inklinking en<br />
bemaling, hetgeen uiteindelijk in een polderlandschap heeft geresulteerd met grote<br />
hoogteverschillen tussen het polderpeil en zijn rechtstreekse omgeving (tot ± 5 m).<br />
Gedurende de veenontginning zijn in het plangebied vanzelfsprekend ook de eerste<br />
nederzettingen ontstaan. In oorsprong was er sprake van relatief intensieve lintbebouwing langs<br />
de oude landwegen met Wilsveen als belangrijkste “kern” rond een kerk. Door de veenwinning<br />
is het gebied sterk ontvolkt. Vanaf de 17 e eeuw is het overwegend natte gebied stapsgewijs<br />
drooggemalen en geschikt gemaakt voor landbouwkundig gebruik. Daarbij is de<br />
bodemgesteldheid van het gebied ook van invloed geweest op de vormen van grondgebruik die<br />
zich in de loop der tijd hebben ontwikkeld. Mede hierdoor worden de relatief lagere delen in<br />
<strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong> tegenwoordig bijna alleen voor beweiding gebruikt, terwijl forse delen<br />
in Zoetermeer thans ook in gebruik zijn als bouwland.<br />
Gedurende de droogmaking verschoof het accent van de bebouwing naar Stompwijk en<br />
resteerde een beperkt aantal boerderijen en arbeiderswoningen langs de hoofdwegen en<br />
hoofdweteringen (Voorweg, Wilsveen en Stompwijksevaart). De structuur van dit<br />
bebouwingspatroon is thans nog steeds waarneembaar ook al zijn enkele cultuurhistorisch<br />
interessante elementen zoals een molengang in Potteveen of bebouwing langs het Wilsveen in<br />
de loop der tijd verloren gegaan.<br />
2.2 De huidige hoofdfuncties<br />
Gezien de huidige landbouwkundige betekenis van het plangebied is het grootste deel van de<br />
hierin gelegen gronden in de vigerende bestemmingsplannen bestemd als agrarisch gebied.<br />
Afwijkingen doen zich vooral voor:<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 13