Gemeente Leidschendam-Voorburg
Gemeente Leidschendam-Voorburg
Gemeente Leidschendam-Voorburg
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Gemeente</strong> <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong><br />
Toelichting<br />
Bestemmingsplan<br />
Nieuwe Driemanspolder<br />
2009
2<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Inhoud van de toelichting<br />
Hoofdstuk 1: Inleiding<br />
1.1 Aanleiding en doelstelling 7<br />
1.2 Plangebied 9<br />
1.3 Actualisatie bestemmingsplannen 10<br />
1.4 Opzet van de toelichting 10<br />
Hoofdstuk 2: Beschrijving plangebied<br />
2.1 Korte geschiedenis van het plangebied 13<br />
2.2 De huidige hoofdfuncties 13<br />
Hoofdstuk 3: Beleidskader<br />
3.1 Inleiding 17<br />
3.2 Europees beleid en Rijksbeleid 17<br />
3.3 Provinciaal en regionaal beleid 21<br />
3.4 Lokaal beleid 25<br />
3.5 Resumé 27<br />
Hoofdstuk 4: Bestaande situatie<br />
4.1 Cultuurhistorie, landschap en archeologie 29<br />
4.2 Natuur, bodem- en waterhuishouding 30<br />
4.2.1 De natuurwaarden van het plangebied 30<br />
4.2.2 Bodem- en waterhuishouding 35<br />
4.3 Recreatie 37<br />
4.4 Economische aspecten en bedrijvigheid 38<br />
4.5 Verkeerskundige analyse 38<br />
4.6 Milieuaspecten 39<br />
Hoofdstuk 5: De toekomstige situatie<br />
5.1 De hoofdlijnen van het plan 45<br />
5.2 Ontwikkeling van de natuur-, bodem- en waterhuishouding 48<br />
5.2.1 De ontwikkeling van de natuurwaarden 48<br />
5.2.2 Bodem- en waterhuishouding 50<br />
5.3 Recreatie 53<br />
5.4 Economische ontwikkelingen 56<br />
5.5 Verkeer en vervoer 56<br />
5.6 Milieuaspecten 58<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 3
Hoofdstuk 6: Juridische aspecten<br />
6.1 Gekozen planvorm 61<br />
6.2 Inleidende regels 62<br />
6.3 Bestemmingsregels 62<br />
6.4 Algemene regels, overgangs- en slotregels 71<br />
Hoofdstuk 7: Economische uitvoerbaarheid<br />
7.1 Algemeen 73<br />
7.2 De nieuwe kostenraming 73<br />
7.3 Conclusies 74<br />
Hoofdstuk 8: Handhaving<br />
8.1. Algemeen 75<br />
8.2. Heldere en overzichtelijke regels 75<br />
8.3. Bekendheid van de gebruiker met de regels 76<br />
8.4. Toezicht op naleving van de regels 76<br />
8.5. Conclusies 77<br />
Hoofdstuk 9: Overleg/inspraak/zienswijzen<br />
9.1 Algemeen 79<br />
9.2 Het toetsingsadvies van de MER-commissie 79<br />
9.3 Vervolg van de planprocedure 82<br />
Lijst van relevante onderzoeken 83<br />
Bijlagen behorende bij de toelichting: 85<br />
1. Parkeerbalans Nieuwe Driemanspolder<br />
2. Lijst van Rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten in het plangebied Nieuwe<br />
Driemanspolder <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong><br />
3. Notitie m.b.t. tot de Procedure ex art 10 Bro en de inspraak op het<br />
voorontwerpbestemmingsplan<br />
4. Milieuonderzoeken (losse bijlagen)<br />
5. Bodemonderzoeken en hieraan gerelateerd onderzoek (losse bijlagen)<br />
6. Zienswijzennota m.b.t. de ter inzagelegging ex artikel 3.8 Wro van het<br />
ontwerpbestemmingsplan en daartegen ingediende zienswijzen<br />
4<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 5
Fig. 1.1:<br />
Uittreksel projectgebied Herinrichting Nieuwe Driemanspolder - bron: Startnotitie MER<br />
6<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
HOOFDSTUK 1:<br />
INLEIDING<br />
1.1 Aanleiding en doelstelling<br />
In februari 2003 is de Nieuwe Driemanspolder (NDMP) met de vaststelling van het streekplan<br />
Zuid-Holland West aangewezen als “Openluchtrecreatiegebied of stedelijk groen” en als<br />
“Aandachtsgebied Water” met de aanduiding “Voorraad- en Piekberging”. Daarbij is tevens een<br />
aanduiding voor een groenverbinding opgenomen, vanuit het Groene Hart van de Randstad tot<br />
aan de natuur - en weidegebieden van het Midden-Delfland (de zogenaamde GroenBlauwe<br />
Slinger - GBS). Achtergrond voor deze streekplanaanwijzingen was de regionale<br />
beleidsontwikkeling in de voorafgaande jaren, die haar neerslag had gekregen in:<br />
• de provinciale Nota “Stad en land in Balans (1999)”, waarin de realisatie van de<br />
GroenBlauwe Slinger (GBS) formeel als concreet beleidsdoel is vastgelegd<br />
• het landinrichtingsproject “Landinrichting <strong>Leidschendam</strong>”, dat voor de NDMP reeds in<br />
een ingrijpende herinrichting voorzag (zie het voorontwerp voor de herinrichting uit 1999)<br />
• Rijksbeleid en provinciaal beleid dat voor de bewuste polder in omvangrijke nieuwe<br />
natuur - en recreatieontwikkeling voorzag en<br />
• de regionale planvorming in het kader van het project “Beter Water voor Stad en<br />
Platteland”, waarmee de provincie Zuid-Holland, de Hoogheemraadschappen van<br />
Rijnland en Delfland en de gemeenten Den Haag, <strong>Leidschendam</strong> - <strong>Voorburg</strong> en<br />
Zoetermeer nut en noodzaak van een regionale waterberging hadden onderzocht.<br />
Rekening houdend met de reeds bestaande beleidskaders hebben de betrokken overheden<br />
vervolgens de verdere planvorming voor de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder ter<br />
hand genomen. Belangrijke tussenstappen daarbij waren:<br />
• een milieueffectrapportage (MER) voor de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder<br />
• de uitwerking van een voorkeursalternatief voor de herinrichting in het kader van deze<br />
MER - procedure<br />
• de vertaling van dit voorkeursalternatief in een globale inrichtingsschets,<br />
• de uitwerking van voorontwerpbestemmingsplannen aan de hand van de MER -<br />
documenten en de inrichtingsschets en<br />
• de tervisielegging van voornoemde documenten in het kader van een inspraakprocedure<br />
in het voorjaar van 2006.<br />
Van de mogelijkheid tot inspraak is ruimschoots gebruik gemaakt. De talrijke reacties hebben in<br />
een enkele geval aanleiding gegeven tot nader onderzoek en in sommige gevallen tot een<br />
herijking van bepaalde inrichtingskeuzes. In het kader hiervan zijn de inspraakreacties voor de<br />
MER besproken met de landelijke Commissie MER, hetgeen zijn neerslag heeft gekregen in<br />
een aantal aanbevelingen en suggesties voor de verdere planvorming.<br />
De inspraakreacties m.b.t. de voorontwerpbestemmingsplannen zijn door de gemeenten zowel<br />
gezamenlijk als individueel beoordeeld en hebben per gemeente hun neerslag gekregen in een<br />
Nota van Beantwoording op de Inspraakreacties. In deze nota wordt tevens vermeld of en in<br />
welke mate de afzonderlijke reacties aanleiding hebben gegeven tot herijking en / of wijziging<br />
van het voorontwerpbestemmingsplan.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 7
Functie<br />
Toelichting<br />
Oppervlak in<br />
ha<br />
Capaciteit<br />
in m 3<br />
Natuur moeras, rietland, ruigte en bos 210 n.v.t.<br />
Natuurgebied in<br />
Roeleveen (PEHS)<br />
Zoekgebied voor NGP - hectares 34 n.v.t.<br />
Ecologische verbindingszones<br />
in de Nieuwe<br />
Driemanspolder (PEHS)<br />
Natte en droge verbindingen met de omgeving 1<br />
(NGP - hectares)<br />
16 n.v.t.<br />
Recreatie<br />
extensieve en routegebonden recreatie voor de<br />
regio inclusief verbindingen met de omgeving 2 85 + 120 = 205 n.v.t.<br />
240.000<br />
Seizoensberging Oppervlakte afhankelijk van peilfluctuatie 90 - 150<br />
–<br />
420.000<br />
Piekberging Oppervlakte afhankelijk van peilfluctuatie 225 (max.) 2.000.000<br />
Tabel 1.2:<br />
Nieuwe functies horende bij de functiewijziging van de Nieuwe Driemanspolder<br />
Rekening houdend met de aanbevelingen van de Commissie MER en de belangenafweging<br />
rond de inspraakreacties op de MER, de voorontwerpbestemmingsplannen én de voorlopige<br />
inrichtingsschets, heeft in 2007 een herziening van het oorspronkelijke inrichtingsvoorstel<br />
plaatsgevonden. De nieuwe inrichtingsschets is daarna door de betrokken gemeenten in<br />
ontwerpbestemmingsplannen vertaald, die nu de wettelijk bepaalde procedure zullen doorlopen.<br />
Hoofddoel van de ontwerpbestemmingsplannen is een juridisch bindende regeling voor een<br />
functiewijziging en herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder en een aantal aangrenzende<br />
plandelen in Roeleveen, het Buytenpark en de Drooggemaakte Grote Polder. Deze hebben<br />
vooral betrekking op:<br />
1. de vergroting van de recreatieve waarden van het projectgebied inclusief de verruiming<br />
en verbetering van recreatieve verbindingen<br />
2. de realisatie van een duurzame waterhuishouding o.a. in de vorm van een seizoens- en<br />
piekberging en<br />
3. de versterking van de ecologische waarden en natuurwaarden inclusief de verbetering<br />
van de ecologische verbindingen van, naar en in het projectgebied.<br />
Kwantitatief kunnen de functiewijzigingen globaal worden vertaald in bovenstaand programma.<br />
Her en der zal daarbij sprake zijn van functiestapeling, omdat de herinrichting in sommige<br />
deelgebieden aan meerdere functies ten goede komt.<br />
1<br />
Balij, Duivenvoordecorridor (via <strong>Leidschendam</strong>merhout),Stompwijksevaart en Zoetermeersche Meerpolder<br />
2<br />
Balij, Duivenvoordecorridor (via <strong>Leidschendam</strong>merhout),Stompwijksevaart en Zoetermeersche Meerpolder<br />
8<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Fig. 1.3:<br />
Globale weergave plangebieden <strong>Leidschendam</strong> - <strong>Voorburg</strong> en Zoetermeer<br />
1.2 Plangebied<br />
Het projectgebied van de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder omvat zoals hiervoor<br />
reeds is aangeduid zowel de nog open landschapseenheden van de Nieuwe Driemanspolder<br />
als aangrenzende plandelen in Roeleveen, het Buytenpark en de Drooggemaakte Grote Polder.<br />
Alle deelgebieden maken deel uit van oude droogmakerijen en kennen voor zo ver zij nog als<br />
agrarisch gebied worden gebruikt een maaiveldhoogte van ca. - 4,75 m tot - 5,25 m ten opzichte<br />
van NAP.<br />
Het gebied wordt aan de zuidzijde begrensd door de rijksweg A12/ spoorlijn Den Haag- Utrecht,<br />
aan de oostzijde door de groene uitloopgebieden Buytenpark en Westerpark van Zoetermeer en<br />
aan de westzijde door Den Haag, Rijksweg A 4 en <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong>. Aan de noordzijde<br />
is landschappelijk gezien sprake van een minder scherpe begrenzing. De polder gaat hier<br />
geleidelijk over in de Drooggemaakte Grote Polder.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 9
Het zuidelijke deel van het plangebied wordt doorsneden door de spoorlijn Den Haag -<br />
Zoetermeer (RandstadRail) en de Zoetermeerse Rijweg / N 469. De westzijde van Roeleveen<br />
wordt begrensd door de spoorlijn Den Haag - Rotterdam (eveneens RandstadRail) en de<br />
spoorlijn Den Haag - Utecht,<br />
Het huidige landgebruik is voornamelijk agrarisch: in het noordelijk deel weiland, in het zuidelijk<br />
deel wei- en bouwland. Bewoning in het gebied is beperkt aanwezig; deze is geconcentreerd in<br />
bebouwingslinten langs de Voorweg en Wilsveen aan de randen van de polder. In de polder zelf<br />
komt geen bebouwing of bewoning voor.<br />
1.3 Actualisatie bestemmingsplannen<br />
Met de herziening van de juridisch - planologische regelingen voor het projectgebied geven de<br />
gemeenten invulling aan bestuurlijke afspraken met de provincie Zuid-Holland en de<br />
Hoogheemraadschappen van Rijnland en Delfland. De uitwerking van nieuwe<br />
bestemmingsplannen voorziet tegelijkertijd in de wettelijk verplichte actualisatie van<br />
bestemmingsplannen. In de gemeente <strong>Leidschendam</strong> - <strong>Voorburg</strong> betreft het:<br />
• de partiële herziening van het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2001<br />
• de partiële herziening van het bestemmingsplan Landelijk Gebied ged. herz. 1987<br />
• de partiële herziening van het bestemmingsplan Landelijk Gebied 1978 en<br />
• de partiële herziening van het bestemmingsplan Verbreding Rijksweg 4.<br />
1.4 Opzet van de toelichting<br />
De opzet van het bestemmingsplan is afgestemd op de standaard regelingen voor<br />
bestemmingsplannen zoals die ten tijde van de uitwerking van dit plan van toepassing waren.<br />
Dientengevolge bevat het bestemmingsplan naast de bindende planstukken (voorschriften en<br />
plankaarten) nog een toelichting op deze planstukken en diverse onderzoeken die de motivering<br />
voor specifieke belangenafwegingen verhelderen respectievelijk onderbouwen. De voor dit plan<br />
relevante onderzoeken omvatten:<br />
• het Onderzoek luchtkwaliteit Nieuwe Driemanspolder <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong><br />
• het Akoestisch onderzoek Nieuwe Driemanspolder <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong><br />
• het Historisch bodemonderzoek<br />
• het Onderzoek archeologische vindplaatsen- en verwachtingskaart<br />
• de Lijst van Rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten in het plangebied<br />
De toelichting zelf bevat in de eerste plaats een korte beschrijving van het projectgebied.<br />
Daarna volgen een omschrijving van de beleidskaders voor de herinrichting en een algemene<br />
beschrijving van de huidige functioneel - ruimtelijke situatie van het plangebied. In hoofdstuk 5<br />
wordt tenslotte de inrichtingsopgave zelf beschreven.<br />
Na deze planbeschrijving geeft de toelichting inzicht in de juridische aspecten van het<br />
bestemmingsplan zoals de planvorm en de gekozen bestemmingsregelingen. Ook wordt stil<br />
gestaan bij de economische uitvoerbaarheid van het plan en de wijze waarop de betrokken<br />
10<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
overheden de herinrichting financieel willen dekken. De toelichting wordt afgesloten met een<br />
korte passage over het tot op heden gevoerde inspraaktraject alsmede de<br />
zienswijzenprocedure naar aanleiding van de ter inzagelegging van het<br />
ontwerpbestemmingsplan. De feitelijke afweging en beantwoording van de inspraakreacties<br />
vindt plaats in het kader van een separate notitie die onderdeel uitmaakt van de bijlagen voor dit<br />
bestemmingsplan. Dat zelfde geldt voor de afweging en beantwoording van de zienswijzen.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 11
Fig. 2.1: Het projectgebied rond 1835 en 1995<br />
12<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
HOOFDSTUK 2:<br />
BESCHRIJVING PLANGEBIED<br />
2.1 Korte geschiedenis van het plangebied<br />
Het plangebied voor de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder maakt deel uit van een<br />
aantal droogmakerijen gelegen tussen de bebouwde kommen van Den Haag, <strong>Leidschendam</strong> -<br />
<strong>Voorburg</strong> en Zoetermeer. Ondanks de verreikende verstedelijking rond het plangebied heeft de<br />
polder veel van zijn oude karakteristiek weten te behouden en kunnen de afzonderlijke<br />
ontwikkelingsfasen uit de ontstaansgeschiedenis van het gebied nog goed worden<br />
waargenomen. Historische analyses hierover laten zien dat met name de<br />
landschapsontwikkeling vanaf de late middeleeuwen (ca. 1200 en later) ertoe bij heeft<br />
gedragen, dat de Nieuwe Driemanspolder geleidelijk aan is veranderd van een Oudhollands<br />
veenweidegebied in een droogmakerij. De oorspronkelijke afmetingen waren daarbij veel ruimer<br />
dan thans in het landelijke gebied waarneembaar is.<br />
Kenmerkend voor de droogmakerijen is op de eerste plaats het landschapspatroon bestaande<br />
uit oude ontginningswegen, de hierlangs gelegen “losse” lintbebouwing en de laag gelegen<br />
poldereenheden met hun karakteristieke, opstrekkende kavels. Door grootschalige<br />
veenwinning tot op de klei gevolgd door droogmaking is het kenmerkende hoogteverschil<br />
ontstaan. Dit is in de loop der tijd nog eens versterkt door een continu proces van inklinking en<br />
bemaling, hetgeen uiteindelijk in een polderlandschap heeft geresulteerd met grote<br />
hoogteverschillen tussen het polderpeil en zijn rechtstreekse omgeving (tot ± 5 m).<br />
Gedurende de veenontginning zijn in het plangebied vanzelfsprekend ook de eerste<br />
nederzettingen ontstaan. In oorsprong was er sprake van relatief intensieve lintbebouwing langs<br />
de oude landwegen met Wilsveen als belangrijkste “kern” rond een kerk. Door de veenwinning<br />
is het gebied sterk ontvolkt. Vanaf de 17 e eeuw is het overwegend natte gebied stapsgewijs<br />
drooggemalen en geschikt gemaakt voor landbouwkundig gebruik. Daarbij is de<br />
bodemgesteldheid van het gebied ook van invloed geweest op de vormen van grondgebruik die<br />
zich in de loop der tijd hebben ontwikkeld. Mede hierdoor worden de relatief lagere delen in<br />
<strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong> tegenwoordig bijna alleen voor beweiding gebruikt, terwijl forse delen<br />
in Zoetermeer thans ook in gebruik zijn als bouwland.<br />
Gedurende de droogmaking verschoof het accent van de bebouwing naar Stompwijk en<br />
resteerde een beperkt aantal boerderijen en arbeiderswoningen langs de hoofdwegen en<br />
hoofdweteringen (Voorweg, Wilsveen en Stompwijksevaart). De structuur van dit<br />
bebouwingspatroon is thans nog steeds waarneembaar ook al zijn enkele cultuurhistorisch<br />
interessante elementen zoals een molengang in Potteveen of bebouwing langs het Wilsveen in<br />
de loop der tijd verloren gegaan.<br />
2.2 De huidige hoofdfuncties<br />
Gezien de huidige landbouwkundige betekenis van het plangebied is het grootste deel van de<br />
hierin gelegen gronden in de vigerende bestemmingsplannen bestemd als agrarisch gebied.<br />
Afwijkingen doen zich vooral voor:<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 13
Fig. 2.2:<br />
Een open weidelandschap met cultuurhistorisch waardevolle elementen<br />
14<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
• in de oude ontginningslinten langs de Voorweg, Wilsveen, Roeleveen en de<br />
Stompwijkseweg en<br />
• in plandelen waarvoor oorspronkelijk in een ander toekomstperspectief was voorzien,<br />
zoals in het agrarische gebied grenzend aan het golfsportterrein in Zoetermeer.<br />
Binnen de oude ontginningslinten is sprake van uiteenlopende bestemmingen waaronder<br />
agrarische bestemmingen met bouwblokken, bedrijfsbestemmingen, burgerwoningen en<br />
specifieke functies zoals een Molendriegang of begraafplaats. Met name de bepalingen voor de<br />
huidige agrarische bedrijfslocaties en de gewone bedrijfsbestemmingen zullen op grond van het<br />
nieuwe toekomstperspectief voor de Nieuwe Driemanspolder aan een herijking moeten worden<br />
onderworpen en - indien nodig - van nieuwe passende bestemmingen moeten worden voorzien.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 15
BELEIDSKADER<br />
STATUS<br />
PLANGEBIED<br />
HOOFDDOELSTELLINGEN<br />
Nota Ruimte / ILG<br />
• Nationaal<br />
Landschap<br />
• Rijksbufferzone<br />
• Groen-, recreatie- en uitloopgebied voor het<br />
stedelijk netwerk Randstad Holland<br />
• Behoud openheid in het Nationaal Landschap<br />
“Groene Hart van de Randstad”<br />
• Tegengaan verstedelijking tussen de regio’s<br />
Holland-Rijnland en het stadsgewest Haaglanden<br />
• Behoud open ruimte in de Rijksbufferzone<br />
“Den Haag - Leiden - Zoetermeer”<br />
• Herontwikkeling onder provinciale regie (zie het<br />
streekplan Zuid-Holland West en de provinciale<br />
Nota “Stad en Land in Balans”)<br />
• Bevordering mogelijkheden voor dagrecreatie<br />
• Stimulering gebiedsondersteunende functies<br />
• Groenproject in het kader van het<br />
“Investeringsbudget Landelijk Gebied”<br />
Europese Kaderrichtlijn Water<br />
4 e Nota Waterhuishouding<br />
Nationaal Bestuursakkoord<br />
Water (NBW)<br />
• Aandachtsgebied<br />
water<br />
• Actiegebied voor regionaal waterbeheer<br />
• Vertaling Europees en landelijk beleid in concreet<br />
programma van eisen:<br />
- verbetering kwaliteit oppervlaktewater door<br />
seizoensberging<br />
- tegengaan van negatieve effecten van<br />
kwelstromen door waterbuffer<br />
- veiliger waterbeheer door piekberging in een<br />
omvang van 2.000.000 m 3<br />
EU habitatrichtlijn<br />
Flora- en faunawet<br />
Natuurbeschermingswet<br />
• Groenblauwe<br />
Slinger<br />
• Geen gebied met internationale<br />
beschermingsstatus<br />
• Belangrijk leefmilieu voor weidevogels ten westen<br />
van de Zoetermeerse Meerpolder en in de<br />
Meerpolder zelf<br />
• Regionale groenverbindingen “Groen Hart –<br />
Midden-Delfland” (GroenBlauwe Slinger)<br />
• Tevens migratiegebied naar de<br />
Duivenvoordecorridor<br />
Fig. 3.1: Hoofddoelstellingen voor de Nieuwe Driemanspolder<br />
16<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
HOOFDSTUK 3:<br />
BELEIDSKADER<br />
3.1 Inleiding<br />
Een groot aantal overheidsinstanties, waaronder de gemeenten zelf, heeft plannen en nota’s<br />
voor het ruimtelijk beleid, die ook betrekking hebben op het projectgebied van de Nieuwe<br />
Driemanspolder. Het betreft over het algemeen vrij globale plannen, die op hoofdlijnen<br />
richtinggevend zijn voor de verdere planvorming en voor de herinrichting van het projectgebied.<br />
De meest relevante beleidsplannen zullen hieronder op een beknopte manier worden toegelicht.<br />
3.2 Europees beleid en Rijksbeleid<br />
Nota Ruimte (2004)<br />
De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en<br />
de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijke beleid is<br />
een goede onderlinge afstemming van de verschillende ruimtevragende functies voor zowel<br />
stedelijke als landelijke gebieden. Volgens de Rijksnota maken de gemeenten Den Haag,<br />
<strong>Leidschendam</strong> - <strong>Voorburg</strong> en Zoetermeer deel uit van het stedelijke netwerk Randstad Holland,<br />
één van de zes aangewezen nationale stedelijke netwerken.<br />
Op grond van de verreikende verstedelijking in deze netwerken bestaat hier grote behoefte aan<br />
voldoende groen en recreatievoorzieningen, die een bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit<br />
van de woonomgeving. Belangrijke elementen daarbij zijn de zogenaamde Nationale<br />
Landschappen en de Rijksbufferzones. Beiden hebben tot doel een ongeremde verstedelijking<br />
te voorkomen en de groene kwaliteiten in de betrokken regio’s te behouden resp. te versterken.<br />
Dit geldt ook voor het plangebied van de Nieuwe Driemanspolder, dat onderdeel uitmaakt van<br />
het nationaal landschap “Groene Hart van de Randstad” en van de Rijksbufferzone Den Haag -<br />
Leiden - Zoetermeer. Hier ligt het accent vooral op het behoud van waardevolle groengebieden<br />
en open landschapseenheden, de bevordering van de dagrecreatie of landschapsbeleving en<br />
de stimulering van gebiedsondersteunende functies passend bij het overwegend landelijke<br />
karakter van de bufferzone. Ook dient de bufferzone een bijdrage te leveren aan de<br />
ontwikkeling van belangrijke regionale groenverbindingen zoals de GroenBlauwe Slinger van<br />
het Groene Hart naar het Midden-Delfland. De regiefunctie voor deze ontwikkeling en voor het<br />
planologische regime ligt volgens de Nota Ruimte bij de provincie Zuid-Holland.<br />
Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) / Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS)<br />
Ter vervanging en vereenvoudiging van een aantal Rijksregelingen hebben de Rijksoverheid en<br />
de Provincie Zuid-Holland in de afgelopen jaren een nieuwe beleidsregeling ingesteld onder de<br />
noemer “Investeringsbudget Landelijk Gebied”. Doelstelling is een meer effectieve aanpak en<br />
een voortvarende realisatie van de groenontwikkeling in en rond de stedelijke agglomeraties en<br />
de realisatie van oude beleidsdoelstellingen op het gebied van landschap, ecologie en<br />
cultuurhistorie. In het verlengde hiervan is op 5 december 2005 door het Rijk, de provincie Zuid-<br />
Holland en de vijf regio’s binnen de provincie een convenant getekend, waarmee het<br />
groenprogramma op het vlak van recreatie en cultuurhistorie uitgevoerd moet worden. Voor de<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 17
Nieuwe Driemanspolder voorziet dit programma in een groenontwikkeling in een omvang van<br />
325 hectare. Daarbij is tevens sprake van een herbegrenzing van 16 hectare natuur in het kader<br />
van de Groenblauwe Slinger.<br />
Ter realisatie van deze doeleinden dienen in de betreffende bestemmingsplannen de hiervoor<br />
noodzakelijke bestemmingen op het vlak van groen-, water- en recreatie te worden opgenomen.<br />
Daarnaast dient het plan te voorzien in de mogelijkheid voor nieuwe natuur in beperkte omvang.<br />
Europese Kaderrichtlijn Water, 4 e Nota Waterhuishouding (NW4) & het Nationaal<br />
Bestuursakkoord Water (WB 21)<br />
Behalve aan de beleidslijnen uit de Nota Ruimte dient met de toekomstige planvorming voor de<br />
Nieuwe Driemanspolder ook voldaan te worden aan landelijke doelstellingen op het gebied van<br />
het waterbeheer zoals vastgelegd in de 4 e Nota Waterhuishouding (NW4), het Nationaal<br />
Bestuursakkoord Water/Waterbeheer 21 e Eeuw (WB21) en de Europese Kaderrichtlijn Water.<br />
Bijzondere aandacht verdienen daarbij kwesties als watertekorten, verdroging, verzilting en de<br />
kwaliteit van waterbodems. Deze dienen in het kader van regionale gebiedsvisies of<br />
doelgerichte waterplannen te worden aangepakt.<br />
Omtrent de hiervoor genoemde aandachtspunten heeft tijdens de voorbereiding van de<br />
bestemmingsplannen een intensieve samenwerking plaatsgevonden met de provincie Zuid-<br />
Holland en de waterbeheerders van de Hoogheemraadschappen Rijnland en Delfland. Daarbij<br />
is geconstateerd dat in de regio’s Haaglanden en Holland - Rijnland sprake is van een grote<br />
behoefte aan voorzieningen voor de opvang van piekwater en aan een meer duurzaam<br />
waterbeheer in het algemeen. Ook is er sprake van specifieke kwaliteitseisen voor het water- en<br />
bodemmilieu, die voor de toekomstige ontwikkeling van de Nieuwe Driemanspolder<br />
kaderstellend zijn (zie de vertaling van kwaliteitseisen in risiconormen zoals het zogenaamde<br />
maximaal toelaatbare risiconiveau (MTR) of het verwaarloosbare risiconiveau (VR)).<br />
Tijdens de planvorming voor de Nieuwe Driemanspolder heeft de samenwerking tussen de<br />
hiervoor genoemde partijen geresulteerd in een programma van eisen dat naast recreatieve en<br />
ecologische doelstellingen ook belangrijke doeleinden voor een duurzaam waterbeheer omvat.<br />
Hiertoe behoren de realisatie van een seizoensberging waarmee de kwaliteit van het<br />
oppervlaktewater verbeterd dient te worden en ongewenste kwel in het projectgebied<br />
voorkomen dient worden. Daarnaast dient in het projectgebied een mogelijkheid te worden<br />
geschapen voor een regionale waterberging voor piekwater in een omvang van ca. 2 mln. m 3 .<br />
EU richtlijnen – Flora- en faunawet - Natuurbeschermingswet<br />
Op het vlak van de ecologie dienen de bestemmingsplannen voldoende zorg te dragen voor het<br />
beheer en de instandhouding van de in het projectgebied aanwezige flora en fauna. In dit kader<br />
dient rekening te worden gehouden met de “Habitatrichtlijn” van de Europese Unie en de Floraen<br />
faunawet van de Rijksoverheid. Het voortbestaan van specifieke planten en dieren alsmede<br />
hun leefmilieu dient te worden gewaarborgd door de aanwijzing van speciale<br />
beschermingszones.<br />
18<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
De belangrijkste kapstok voor de aanwijzing van hiervoor genoemde beschermingszones is het<br />
streekplan Zuid-Holland West en hier in het bijzonder toetsingskaart 3 “Groenblauw Raamwerk”,<br />
waarop de contouren worden aangeven voor bijvoorbeeld natuurgebieden met een<br />
internationale status of de meest relevante leefmilieus voor weidevogels (zie de aanduidingen<br />
ter hoogte van de Zoetermeerse Meerpolder). Ook is er sprake van een aanduiding<br />
“aandachtsgebied water” in het hart van het projectgebied van de Nieuwe Driemanspolder, die<br />
in het kader van de nieuwe planvorming nadere invulling dient te krijgen.<br />
Nota Belvédère<br />
Behalve door de hiervoor genoemde nota’s wordt de planvorming voor de Nieuwe<br />
Driemanspolder ook beïnvloed door de Nota “Belvedère”. Met deze nota geeft de Rijksoverheid<br />
aan op welke wijze cultuurhistorische aspecten en kwaliteiten bij de toekomstige inrichting van<br />
Nederland een rol kunnen spelen en welke maatregelen daarvoor getroffen kunnen worden. Het<br />
projectgebied van de Nieuwe Driemanspolder valt binnen het Belvédèregebied ‘Zoeterwoude-<br />
Weipoort’, dat wordt gekenmerkt door een veenpolderlandschap met karakteristieke<br />
boerderijlinten en droogmakerijen. Karakteristiek voor de veenontginning zijn de lange, smalle<br />
kavels die overwegend als grasland in gebruik zijn. De dorpen zijn tegenover de weidsheid van<br />
het landschap juist vrij besloten van aard, door de erf- en wegbeplanting en zijn ontstaan langs<br />
hoger gelegen gekanaliseerde veenstromen of weteringen. De bebouwing bevindt zich<br />
voornamelijk op de kop van de kavels. De consequentie van de ligging in een Belvédèregebied,<br />
is dat er bij ontwikkelingen rekening dient te worden gehouden met de cultuurhistorische<br />
waarden en dat deze, waar mogelijk, zelfs richtinggevend moeten zijn (inspiratiebron) voor de<br />
inrichting van het gebied.<br />
Verdrag van Malta<br />
In het verlengde van het vorenstaande is bij de planuitwerking voor de Nieuwe Driemanspolder<br />
ook rekening gehouden met het Europese Verdrag van Valletta, ook wel het Verdrag van Malta<br />
genoemd. Dit verdrag beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te<br />
beschermen. Uitgangspunt van het verdrag is dat het archeologische erfgoed al voordat het tot<br />
monument is verklaard, integrale bescherming nodig heeft en krijgt. In de Nieuwe<br />
Driemanspolder geldt dit thans al voor het terrein van begraafplaats Wilsveen, dat net als<br />
enkele belangrijke gebouwen door de Rijksoverheid als Rijksmonument is aangewezen.<br />
Om het bodemarchief beter te beschermen en om onzekerheden tijdens bouwwerkzaamheden<br />
te beperken, is het in het verlengde van het verdrag wenselijk dat bij de herinrichting<br />
voorafgaand aan graafwerkzaamheden onderzoek plaatsvindt naar eventueel aanwezige<br />
archeologische waarden en naar een mogelijkheid om deze te beschermen of te archiveren.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 19
Fig. 3.2:<br />
Uittreksel Streekplan Zuid-Holland West<br />
20<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Wet luchtkwaliteit 2007<br />
De nieuwe bestemmingsplannen voor de Nieuwe Driemanspolder dienen tenslotte ook te<br />
voorzien in een adequate regelgeving ter bescherming van milieuwaarden in het plangebied.<br />
Eén van de belangrijkste aspecten daarbij is het aspect luchtkwaliteit. Hieromtrent is sinds 2007<br />
De Wet luchtkwaliteit van kracht, een uitwerking van de Europese Kaderrichtlijn Luchtkwaliteit.<br />
Doel van deze richtlijn is de bescherming van de mens tegen schadelijke effecten van<br />
vervuilende stoffen in de lucht. Een bestemmingsplan mocht krachtens de wet alleen worden<br />
gewijzigd of herzien indien kon worden aangetoond dat de normen voor luchtkwaliteit in 2010<br />
niet zouden worden overschreden.<br />
Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit van kracht geworden. De nieuwe wet is<br />
noodzakelijk omdat de vaststelling van een groot aantal bestemmingsplannen en het realiseren<br />
van bouwprojecten werd stilgelegd door uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de<br />
Raad van State. De nieuwe wettelijke regeling geeft meer armslag om ruimtelijke plannen die<br />
gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit uit te voeren. Het actuele kader regelt dat zeezout in de<br />
lucht niet meegerekend hoeft te worden bij vaststelling van concentraties fijn stof. Zeezout is<br />
van natuurlijke oorsprong en ongevaarlijk voor de gezondheid. In de regelingen voor de<br />
luchtkwaliteit staat hoeveel zeezout mag worden afgetrokken van de fijn stofconcentratie. Het<br />
besluit maakt het verder mogelijk om ruimtelijke plannen uit te voeren in gebieden waar te veel<br />
fijn stof en stikstofdioxide in de lucht zit.<br />
3.3 Provinciaal en regionaal beleid<br />
Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie & Streekplan Zuid-Holland West (2003)<br />
De Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie beoogt een integrale visie te geven op de gewenste<br />
ruimtelijke en economische ontwikkeling van de provincie Zuid-Holland. Naast de ontwikkeling<br />
van het stedelijk gebied en de economische kerngebieden wordt veel aandacht geschonken<br />
aan de duurzame ontwikkeling van een groenblauw raamwerk voor de Zuidvleugel van de<br />
Randstad.<br />
Belangrijke elementen in dit raamwerk zijn de zogenaamde regioparken of parklandschappen,<br />
waaronder het parklandschap van de GroenBlauwe Slinger. Hier dienen de hoofddoelstellingen<br />
op het vlak van recreatie, waterbeheer en natuurontwikkeling gerealiseerd te worden, waarbij<br />
een onderscheid wordt gemaakt in gebieden met een volledige functieverandering<br />
(transformatiegebieden) en delen met een beperkte herinrichting (aanpassingsgebieden).<br />
Binnen dit kader voorziet het provinciale beleid in een volledige functieverandering voor de<br />
Nieuwe Driemanspolder zelf en voor een beperkte inrichting van poldereenheden waarbinnen<br />
aanvoerroutes voor zogenaamd piekwater gerealiseerd zullen worden.<br />
In het verlengde van de doelstellingen uit de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie is de Nieuwe<br />
Driemanspolder in het streekplan aangewezen als openluchtrecreatiegebied of stedelijk groen<br />
en als locatie voor een regionale waterberging. Verder voorziet het streekplan in de realisatie<br />
van een groenverbinding resp. ecologische verbinding van het Groene Hart naar het Midden<br />
Delfland, waarbij het nieuwe watersysteem als een belangrijke migratiestelsel kan fungeren.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 21
BELEIDSKADER<br />
STATUS<br />
PLANGEBIED<br />
HOOFDDOELSTELLINGEN<br />
Streekplan<br />
Zuid-Holland West<br />
• Regionaal Park<br />
Groenblauwe Slinger<br />
• Belvédèregebied<br />
• Topgebied Cultureel<br />
Erfgoed<br />
• Hoofdfunctie: Openluchtrecreatiegebied of stedelijk groen<br />
• Groene verbinding tussen het Groene Hart en het<br />
Midden Delfland (conform PEHS)<br />
• Agrarisch gebied plus in Potteveen en de Grote<br />
Drooggemaakte Polder<br />
• Zoekgebied natuur met aanwijzing voor geplande natuur<br />
op kleine schaal langs de Landscheiding<br />
• Gebied met voorraadberging en piekberging<br />
• Waardevolle weidevogelgebieden in de Grote<br />
Drooggemaakte Polder en de Zoetermeerse Meerpolder<br />
• Aandachtsgebied water<br />
• Topgebied cultureel erfgoed volgens de cultuurhistorische<br />
hoofdstructuur van de provincie - tevens Belvédèregebied<br />
Stad en Land in<br />
Balans<br />
• Strategisch Groenproject<br />
Landgoederenzone<br />
Haaglanden -<br />
Groenblauwe Slinger<br />
• Transformatiegebied<br />
Groenblauwe Slinger<br />
• Onderdeel van de TOP-10 projecten voor de Zuidvleugel<br />
• Kerngebied aangewezen als “Transformatiegebeid<br />
richting natuur en recreatie”<br />
• Potteveen aangewezen als “Aanpassingsgebied” met<br />
accent op het benutten van “cultuurhistorische<br />
kwaliteiten”<br />
• Waterrijke Groenstructuur<br />
• Ecologische verbinding van 30 - 300 m in<br />
transformatiegebieden en 15 - 50 meter in<br />
aanpassingsgebieden<br />
Regionaal<br />
Structuurplan<br />
Haaglanden 2020<br />
• Regiopark<br />
Duin, Horst en Weide<br />
• Groene Schakel<br />
Haaglanden<br />
• Regiopark Duin Horst en Weide<br />
• Zoekgebied voor natuur conform NGP<br />
• Versterking van het open en groene karakter van het<br />
Nationaal Landschap “het Groene Hart van de Randstad”<br />
• Groenverbinding en recreatieve verbindingszone tussen<br />
het Groen Harte en het Midden Delfland<br />
• Tevens verbinding naar de regioparken<br />
Duivenvoordecorridor, Pijnacker en Midden Delfland<br />
• Tevens Groene schakel / verbindingen naar de Vlietzone<br />
Fig. 3.3: Hoofddoelstellingen voor de Nieuwe Driemanspolder .<br />
22<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Groen Blauwe Slinger (GBS) en Landinrichting <strong>Leidschendam</strong> (1999)<br />
De beleidslijnen zoals die hiervoor globaal zijn omschreven, zijn in sterke mate beïnvloed door<br />
de planvorming binnen de Landinrichting <strong>Leidschendam</strong> en door de Nota “Stad en Land in<br />
Balans”, waarmee de GroenBlauwe Slinger voor het eerst een formele beleidsbasis kreeg. Met<br />
beide projecten hebben de betrokken overheden al ruim voor de vaststelling van het streekplan<br />
te kennen gegeven, in de Nieuwe Driemanspolder een verreikende functieverandering tot stand<br />
te willen brengen. Daarbij bleef een grootschalige herinrichting aanvankelijk beperkt tot het<br />
Zoetermeerse deel van de polder. Met de vaststelling van de Nota Stad en Land in Balans is<br />
deze insteek echter ingrijpend veranderd. De belangrijkste aanpassingen daarbij waren:<br />
• een flinke uitbreiding van het her in te richten gebied (met delen van <strong>Leidschendam</strong> -<br />
<strong>Voorburg</strong>s grondgebied)<br />
• de verkenning van mogelijkheden voor een regionale waterberging voor piekwater<br />
• de ontwikkeling van een natte verbinding tussen het Rijnlandse boezemstelsel rond<br />
Stompwijk en de Nieuwe Driemanspolder ten behoeve van de aanvoer van piekwater en<br />
• de versterking van de functies water, recreatie en natuur ten kosten van een meer<br />
bosbouwkundige inrichting zoals die oorspronkelijk voorzien was in het kader van de<br />
Randstadgroenstructuur.<br />
De gewijzigde doelstellingen voor de Nieuwe Driemanspolder hebben daarnaast ook<br />
procesmatige consequenties gehad. De belangrijkste effecten daarbij waren:<br />
• een actualisatie van de oorspronkelijke opdracht voor de landinrichting<br />
• een meer moduleachtige aanpak van de landinrichting als geheel, waarin de Nieuwe<br />
Driemanspolder als een zelfstandige module werd beschouwd en<br />
• een nieuwe planvorming voor de polder onder andere aan de hand van een nieuwe<br />
Milieu Effect Rapportage en de hierbij behorende procedure.<br />
Mede onder invloed van het hiervoor omschreven proces zijn de doelstellingen voor de Nieuwe<br />
Driemanspolder in het vervolg ook in tal van andere nota’s verwerkt. Hiertoe behoren o.a. het<br />
gebiedsperspectief voor Het Land van Wijk en Wouden, het provinciale Beleidsplan Milieu en<br />
Water en de nota Cultuurhistorische Impuls Duin, Horst en Weide 2004. Hun beleidsmatige<br />
betekenis was echter vooral volgend of begeleidend van aard in plaats van kaderstellend.<br />
Cultuurhistorische hoofdstructuur (CHS)<br />
Een zeker kaderstellend effect is daarentegen wel uitgegaan van de provinciale<br />
Cultuurhistorische Hoofdstructuur waarmee de hoofdlijnen van het cultureel erfgoed van de<br />
provincie worden beschreven. Daaronder vallen zowel de belangrijkste archeologische waarden<br />
binnen de provincie als relevante historisch - landschappelijke en historisch -<br />
stedenbouwkundige structuren en patronen. Op grond van de randvoorwaarden vanuit het<br />
cultuurhistorisch kader dient bij de planvorming voor de Nieuwe Driemanspolder rekening te<br />
worden gehouden met:<br />
• het behoud van de oude ontginningslinten Stompwijkseweg, Wilsveen en Voorweg<br />
• het behoud van de Molendriegang van Wilsveen en<br />
• de handhaving van de karakteristieke kavelstructuur en openheid in Potteveen.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 23
Fig. 3.4: Uittreksel uit het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP)<br />
24<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Verder wordt het wenselijk geacht, dat in het kader van nieuwe landschapsontwikkeling<br />
onderzocht wordt of en hoe karakteristieke elementen en patronen bij de ontwikkeling van<br />
nieuwe landschappelijke structuren een rol van betekenis kunnen vervullen. Dit geldt o.a. voor<br />
elementen als de begraafplaats van Wilsveen, gemeentelijke monumenten, Rijksmonumenten,<br />
beeldbepalende objecten of de plaatselijke kavelstructuur en ontwikkelingsgeschiedenis.<br />
Waterbeheerplan Rijnland<br />
Tot de relevante regionale beleidsnota’s behoort naast voornoemde documenten ook het<br />
waterbeheerplan “Waterwerk Rijnland 2006-2009” van het Hoogheemraadschap Rijnland. Het<br />
waterbeheerplan biedt onder andere inzicht in de ambities en maatregelen van de<br />
waterbeheerders voor een duurzaam waterbeheer in de nabije toekomst. Hiertoe behoort ook<br />
de realisatie van zogenaamde piekbergingen in de Nieuwe Driemanspolder. Verder dient bij de<br />
planvorming voor het plangebied rekening te worden gehouden met de bepalingen uit de<br />
vergunningenstelsels van de betrokken waterbeheerders (de zogenaamde Keur - bepalingen).<br />
In de Keur wordt onder andere gesteld dat voor werkzaamheden in of nabij waterkeringen een<br />
keurvergunning nodig is. Voor de nadere details omtrent de regelingen uit de Keur wordt hier<br />
kortheidshalve verwezen naar de Keur zelf.<br />
Regionaal Structuurplan Haaglanden (RSP) en Vijfjarenprogramma regionale fietsroutes<br />
Haaglanden<br />
In het Regionaal Structuurplan Haaglanden (RSP), vastgesteld door het algemeen bestuur van<br />
het stadsgewest Haaglanden op 16 april 2008, zijn de actuele en toekomstige ruimtelijke<br />
ontwikkelingen van de regio vastgelegd. Ook in dit document is de Nieuwe Driemanspolder<br />
aangewezen als nieuw regionaal groengebied. Zo voorzien de planstukken in de aanduidingen<br />
“Regiopark Duin, Horst en Weide” en “Nieuw parklandschap en natuurgebied”. Met de<br />
aanduiding “Groene Schakel” wordt daarbij nog onderstreept, dat het plangebied een<br />
belangrijke ecologische en recreatieve verbindingsfunctie heeft tussen het Nationaal Landschap<br />
“Groene Hart” en de regioparken Pijnacker en Midden - Delfland.<br />
In aanvulling hierop heeft het stadsgewest in het eigen meerjarenprogramma voor langzaam<br />
verkeersverbindingen al enige jaren geleden de aanleg van een nieuwe regionale<br />
fietsverbinding opgenomen tussen Den Haag / <strong>Leidschendam</strong> - <strong>Voorburg</strong> enerzijds en<br />
Zoetermeer / Zoeterwoude anderzijds. Meer concreet betreft het hierbij een fietsroute vanuit de<br />
bebouwde kom van <strong>Leidschendam</strong> - <strong>Voorburg</strong> en Den Haag via de Landscheiding en de<br />
Nieuwe Driemanspolder naar de Meerpolder bij Stompwijk.<br />
3.4 Lokaal beleid<br />
<strong>Gemeente</strong>lijke structuurvisies en masterplannen<br />
De hoofdlijnen voor de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder zijn door de betrokken<br />
gemeenten vertaald in globale beleidsdoelstellingen in hun gemeentelijke structuurvisies (Den<br />
Haag en <strong>Leidschendam</strong> - <strong>Voorburg</strong>) of hiermee gelijk te stellen nota’s (Masterplan Zoetermeer).<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 25
Alle visies onderstrepen de noodzaak van een groene herinrichting ten behoeve van groen,<br />
water en recreatie alsmede natuur en cultuurhistorie. De nadere uitwerking van deze<br />
beleidslijnen heeft haar beslag gekregen binnen het samenwerkingsproject Herinrichting<br />
Nieuwe Driemanspolder. Tijdens deze planvorming is rekening gehouden met tal van<br />
gemeentelijke beleidsnota’s, die deels als kader en deels als handleiding voor de nadere<br />
uitwerking zijn gebruikt. De belangrijkste kaderstellende eisen kunnen als volgt worden<br />
samengevat:<br />
• ontwikkeling van een robuuste groenverbinding en ecologische verbinding tussen het<br />
Groen Hart en het Midden-Delfland<br />
• realisatie van een robuuste buffer tussen de woonwijken / woningbouwlocaties<br />
Buytenwegh, Meerzicht en Leidschenveen - Ypenburg<br />
• verruiming van de mogelijkheden voor dagrecreatie met name vanuit de aangrenzende<br />
woonwijken<br />
• realisatie van een duurzaam, naar mogelijkheid zelfvoorzienend waterbeheerstelsel en<br />
• de aanleg van een piekwaterberging voor calamiteitensituaties.<br />
Beleidsnota’s en bestemmingsplannen voor het buitengebied<br />
De juridisch - planologische planvorming voorziet in de herziening of concretisering van tal van<br />
bestemmingsplannen of beleidsdocumenten voor het Landelijke Gebied. De meest belangrijke<br />
regelingen zijn:<br />
• de Beleidsvisie Buitengebied van de gemeente Zoetermeer<br />
• het bestemmingsplan Landelijk Gebied van de gemeente <strong>Leidschendam</strong> – <strong>Voorburg</strong><br />
• het bestemmingsplan Leidschenveen van de gemeente Den Haag<br />
Het bestemmingsplan Landelijk Gebied van de gemeente <strong>Leidschendam</strong> - <strong>Voorburg</strong> bevat voor<br />
het plangebied een aantal beleidslijnen, die weliswaar rekening hielden met een verreikende<br />
functieverandering van de Nieuwe Driemanspolder. Concrete bepalingen voor de herinrichting<br />
zijn destijds in het bestemmingsplan echter nog niet opgenomen; een en ander in verband met<br />
de toen nog aanstaande MER - procedure en de verdere gebiedsuitwerking voor het<br />
projectgebied. Aan het betreffende onderdeel is vervolgens door de provincie goedkeuring<br />
onthouden, hetgeen tot gevolg heeft dat het nieuwe bestemmingsplan in de betreffende<br />
plandelen beleidsbepalingen uit de jaren ‘70 en ‘80 zal gaan vervangen.<br />
Voor plandelen waaraan geen goedkeuring is onthouden, die echter wel in of aan de rand van<br />
de Nieuwe Driemanspolder zijn gelegen, is merendeels een conserverende bestemming van<br />
toepassing. Dit als gevolg van het overwegend conserverende beleid van de hogere overheden<br />
met betrekking tot het Groene Hart en de Rijksbufferzone en de doorwerking hiervan in<br />
gemeentelijke nota’s en ruimtelijke plannen. Specifieke nieuwe ontwikkelingsvragen of nieuwe<br />
regelgeving kunnen in individuele gevallen echter aanleiding zijn voor een herijking van eerder<br />
beleid. Voorbeelden hiervoor zijn:<br />
• de mogelijkheid tot uitbreiding van de plaatselijke begraafplaats in Wilsveen en<br />
• de nieuwe standaardregeling voor bestemmingsplannen (SVBP 2008), die een<br />
voorgeschreven nieuwe plansystematiek met zich meebrengt.<br />
26<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Beleidsnota ‘Schaken met paard en landschap’<br />
Op 16 december 2008 heeft de gemeenteraad de beleidsnota ‘Schaken met paard en<br />
landschap’ vastgesteld. In deze nota is het beleid ten aanzien van de hippische sector en de<br />
ontwikkelingen daaromtrent voor de gemeente <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong> vastgelegd. Centraal in<br />
de beleidsnota staat de gemeentelijke visie met betrekking tot hippische activiteiten in het<br />
landelijk gebied, zij is dus nadrukkelijk relevant voor de Nieuwe Driemanspolder. De nota geeft<br />
de ontwikkelingsrichting aan die de gemeente voor de hippische sector in het landelijk gebied<br />
wenselijk acht. Enerzijds wordt ruimte geboden voor versterking en ontwikkeling van de<br />
hippische activiteiten in het landelijk gebied, anderzijds worden expliciet de spelregels voor<br />
deze versterking en ontwikkeling vastgelegd, uiteraard in nauwe relatie tot de cultuurhistorische,<br />
landschappelijke, ecologische, e.d. waarden van de gronden in het buitengebied.<br />
3.5 Resumé<br />
Vrijwel alle beleidsnota´s met betrekking tot de Nieuwe Driemanspolder voorzien in een<br />
functieverandering van grote delen van het plangebied op de lange termijn. Daarbij zal de<br />
veehouderij en akkerbouw moeten wijken ten behoeve van groene functies op het vlak van<br />
recreatie, waterbeheer, natuur en cultuurhistorie. De belangrijkste randvoorwaarden voor de<br />
herinrichting in de nabije toekomst zijn:<br />
• de (voorlopige) handhaving van de status Rijksbufferzone in de Nota Ruimte<br />
• de hieraan gekoppelde wens de bufferzone een sterkere recreatieve betekenis te geven<br />
• de aanwijzing tot gebied voor de openluchtrecreatie / stedelijk groen” en een “regionale<br />
waterberging” in het streekplan Zuid-Holland West<br />
• de aanwijzing tot regiopark en groene schakel in het “Regionaal Structuurplan<br />
Haaglanden”.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 27
Fig. 4.1:<br />
Kenmerken en karakteristieke landschapselementen van de droogmakerij<br />
28<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
HOOFDSTUK 4:<br />
BESTAANDE SITUATIE<br />
4.1 Cultuurhistorie, landschap en archeologie<br />
Zoals in paragraaf 2.1 reeds is aangegeven, is de ontwikkeling van het huidige landschap<br />
begonnen met de ontginning van veenweidegebieden in de late Middeleeuwen. In opstrekkende<br />
kavels van ca. 50 m breed werd vanuit enkele hoofdwatergangen het wilde veengebied in<br />
cultuur gebracht. Na 100 jaar akkerbouw was de bodem door de ontwatering en kleinschalige<br />
turfwinning als brandstof zo nat geworden dat op veeteelt moest worden overgeschakeld. Vanaf<br />
de 16 e eeuw nam door de economische groei de behoefte aan turf sterk toe en werd in vrijwel<br />
het hele veenweidegebied het goed winbare veen tot op de klei uitgebaggerd en tot turf<br />
verwerkt. De turf werd via de poldervaarten naar oude woonkernen, dorpen en steden vervoerd.<br />
Als resultaat van de intensieve veenwinning ontstonden in de oude veenweidegebieden grote<br />
waterplassen. Door de verbeterde molentechniek werd het mogelijk deze plassen droog te<br />
leggen, in welk verband vanaf ca. 1670 ook de Nieuwe Driemanspolder werd droog gemalen.<br />
Voor deze drooglegging is onder andere de huidige Molendriegang langs de Molenvaart van<br />
Wilsveen aangelegd (destijds een Molenviergang) en een inmiddels verdwenen Molengang in<br />
Potteveen. Van eerstgenoemde Molendriegang langs de Molenvaart zijn de molens<br />
aangewezen als Rijksmonument met een bijbehorende bescherming in het kader van de<br />
zogenaamde “molenbiotoop - regeling”. Hiermee wordt juridisch geregeld dat afgezien van<br />
bestaande gebouwen en beplanting een zone van 400 m rondom de molen, de molenbiotoop,<br />
in principe vrij moet blijven van opgaande begroeiing en bebouwing. Dit vanwege het<br />
oorspronkelijke “windrecht” van de molenaar.<br />
In de 19 e eeuw werd de bemaling overgenomen door stoommachines (zie het gemaal “De<br />
Antagonist” aan de Stompwijkseweg ten noorden van de Nieuwe Driemanspolder). De<br />
kavelstructuur uit de periode voor de droogmakerijen werd na de drooglegging grotendeels<br />
hersteld, en de ontginningsbases zijn als bebouwingslinten in het landschap achtergebleven. Na<br />
de veenwinning is de polder weer als agrarisch cultuurlandschap ingericht en heeft hij voor een<br />
flink deel zijn huidig landschapspatroon gekregen. Karakteristieke elementen hierin zijn:<br />
• de open en transparante lintbebouwing<br />
• de Molendriegang aan de Molenvaart<br />
• de hoogteverspringing in het lint van Wilsveen ter hoogte van de Molenvaart<br />
• de hooggelegen begraafplaats met de funderingen van de kerk van de voormalige<br />
grotere woonkern Wilsveen<br />
• gebiedstypische boerderijen (veelal van het langgerekte hallentype) en<br />
• het karakteristieke kavelpatroon met een opvallend verschil in oriëntatie langs de grens<br />
tussen Zoetermeer en <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong> met in het eerste hoger gelegen deel<br />
veel akkerbouw en in het tweede lager geleden deel weiland.<br />
Bijzondere kenmerken van het plangebied zijn vanzelfsprekend de karakteristieke openheid van<br />
de droogmakerijen en de hieraan verbonden lange zichtlijnen. Hierdoor zijn de randen van het<br />
plangebied goed waarneembaar en is met name aan de kant van Leidschenveen en ter hoogte<br />
van Roeleveen en Potteveen de verstedelijkingsdruk vanuit de omgeving goed voelbaar (zie de<br />
invloed van de Rijkswegen A 12 resp. A 4 op deze plandelen). Aan de noordkant grenst het<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 29
plangebied daarentegen aan vergelijkbare open weidegebieden (de Grote Drooggemaakte<br />
Polder en de Zoetermeerse Meerpolder) of aan grote groen- en recreatiegebieden.<br />
In cultuurhistorisch opzicht is verder van betekenis, dat het noordelijk deel van de Nieuwe<br />
Driemanspolder deel uitmaakt van het nationale Belvedèregebied Zoeterwoude-Weipoort en het<br />
provinciale topgebied Cultuurhistorische hoofdstructuur Zoeterwoude – Stompwijk. Zoals alle<br />
Belvedèregebieden beschikt ook de Nieuwe Driemanspolder over een aantal landschappelijke<br />
kenmerken, die door de eeuwen heen intact zijn gebleven en die bij nieuwe ontwikkelingen (zie<br />
de boogde herinrichting van de polder) als kader voor de landschapsontwikkeling dienen. Meer<br />
concreet gaat het hierbij om:<br />
• de karakteristieke boerderijlinten Wilsveen en Voorweg,<br />
• de Molendriegang van Wilsveen<br />
• de Landscheiding als eeuwenoude scheidslijn tussen de beheersgebieden van de<br />
Hoogheemraadschappen van Rijnland en Delfland<br />
• de gebiedstypische strokenverkaveling en<br />
• de veranderende kavelrichting langs de grens tussen <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong> en<br />
Zoetermeer<br />
De archeologische waarde van het gebied is beperkt. Een groot deel van het verleden is de<br />
Nieuwe Driemanspolder nagenoeg onbewoonbaar geweest. Tijdens het Pleistoceen was het<br />
gebied onderdeel van de riviervlakte van Rijn en Maas. In het vroeg Holoceen lag de polder in<br />
een waddengebied, en in het midden Holoceen van een veengebied achter de strandwallen.<br />
4.2 Natuur, water- en bodemhuishouding<br />
4.2.1 De natuurwaarden van het plangebied<br />
Zoals hiervoor is omschreven, heeft de landschapsontwikkeling in de Nieuwe Driemanspolder<br />
geresulteerd in een fraai agrarisch cultuurlandschap met een specifieke flora en fauna. Daarbij<br />
gaat het vooral om weidevogel- en plantengemeenschappen, die kenmerkend zijn voor het<br />
weidelandschap van droogmakerijen met een relatief hoge grondwaterstand. Volgens flora- en<br />
fauna - inventarisaties uit de afgelopen jaren gaat het hierbij met name om de hierna<br />
beschreven soorten en groepen.<br />
Planten<br />
De verscheidenheid aan watervegetaties in de polder hangt nauw samen met de waterkwaliteit.<br />
In de Nieuwe Driemanspolder is sprake van een matige waterkwaliteit, waardoor alleen<br />
algemeen voorkomende vegetaties aanwezig zijn. Het noordelijk gedeelte van de polder, ten<br />
zuiden van Wilsveen, heeft een relatief hogere natuurwaarde voor wat betreft watervegetaties.<br />
Karakteristieke soorten als Gewoon en Breekbaar kransblad, Holpijp en Zwanenbloem komen<br />
vooral in dit gedeelte voor en wijzen op relatief voedselarme omstandigheden. Zwanenbloem,<br />
Watergentiaan en Sterrenkroos komen zeer regelmatig voor in de Nieuwe Driemanspolder. In<br />
Potteveen komen deze soorten ook, maar in mindere mate, voor. Naast florale waarden in en<br />
om het water, is ook de in het zuiden van de Nieuwe Driemanspolder gelegen kade (verlengde<br />
van het Sprinterpad) vermeldenswaardig. Op deze kade komen Kamgras en Veldgerst voor.<br />
30<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Beide soorten wijzen op graslanden met een extensief beheer en matige voedselrijkdom.<br />
Omstandigheden die in het intensieve agrarische gebied schaars zijn.<br />
Soort Potteveen Nieuwe Driemanspolder<br />
noord<br />
zuid<br />
Grutto 6 15-25 8<br />
Tureluur 8 10-15 4<br />
Slobeend 1 2 -<br />
Boerenzwaluw 1 - -<br />
Gele kwikstaart - - 6<br />
Graspieper - - 1<br />
Huiszwaluw - - 1<br />
Kneu - 1 3<br />
Ringmus 1 2 -<br />
Spotvogel - 2 1<br />
Veldleeuwerik - - 1<br />
Fig. 4.2:<br />
Aantal vindplaatsen van vogels van de Rode Lijst<br />
Vogels<br />
- weidevogels<br />
De Nieuwe Driemanspolder is vooral voor de vele weidevogels van belang. In 2004 zijn Grutto,<br />
Tureluur, Scholekster en Kievit aangetroffen. Met name de Kievit komt zeer veel voor, zowel in<br />
de polder Potteveen als in het noordelijk en zuidelijk deel van de Nieuwe Driemanspolder. Ook<br />
Scholekster komt verspreid over de polders voor. Slobeend, Grutto en Tureluur, Rode<br />
Lijstsoorten, zijn minder algemeen en zijn voornamelijk in Potteveen en het noordelijk deel van<br />
de Nieuwe Driemanspolder waargenomen.<br />
- ganzen en zwanen<br />
Het plangebied ligt in het deelgebied Rijnstreek en <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong>. Dit gebied wordt<br />
voor Zuid-Holland genoemd als één van de belangrijke pleisterplaatsen (foerageergebieden)<br />
voor ganzen en zwanen. Het belang van een gebied wordt uitgedrukt met het zogenaamde 1%-<br />
criterium, hetgeen betekent dat 1% of meer van de Nederlandse dan wel van de geografische<br />
(West-Palearctische flyway) populatie van een soort hier voorkomt (pleisterplaats dan wel<br />
slaapplaats). Het deelgebied als geheel kwalificeerde zich volgens dit criterium in de periode<br />
1985-1994 voor Knobbelzwaan en Kleine zwaan voor wat betreft de Nederlandse populatie en<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 31
Soort Bescherming Potteveen Nieuwe Driemanspolder<br />
noord<br />
zuid<br />
Grote kaardenbol A - - 1<br />
Zwanenbloem A 15-25 50-75 5<br />
Kleine watersalamander A 4 15-25 10<br />
Gewone pad A 1 - 1<br />
Bruine kikker A 3 - 1<br />
Middelste groene kikker A 25-50 >100 75-100<br />
Meerkikker A 25-50 50-75 50-75<br />
Groene kikker-complex A 6 15-25 10-15<br />
Bittervoorn S 8 7 15-25<br />
Kleine modderkuiper O 9 15-25 10-15<br />
Broedvogels S nnb nnb nnb<br />
Bosmuis A - 1 -<br />
Bosspitsmuis A - 1 -<br />
Haas A 15-25 25-50 25-50<br />
Huisspitsmuis A 2 - -<br />
Konijn A - - 1<br />
Mol A - 1 -<br />
Veldmuis A 1 - 4<br />
Vos A 1 - -<br />
Woelrat A - - 2<br />
Gewone dwergvleermuis S 15-25 15-25 25-50<br />
Laatvlieger S 1 5 3<br />
Meervleermuis S 3 - -<br />
Rosse vleermuis S 1 - -<br />
Ruige dwergvleermuis S 3 - 2<br />
Meer- of Watervleermuis S 10 8 2<br />
Fig. 4.3:<br />
Aantal vindplaatsen van beschermde soorten<br />
(A = algemene soort; O = overige soort; S = strikt beschermde soort)<br />
nnb = niet nader bepaald aantal, bescherming geldt algemeen<br />
32<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
voor de laatste soort ook voor de geografische populatie. Voor het deelgebied Rijnstreek en<br />
<strong>Leidschendam</strong> wordt specifiek de Zoetermeersche Meerpolder als belangrijke pleisterplaats<br />
genoemd. De Nieuwe Driemanspolder zelf wordt niet expliciet genoemd al worden hier in de<br />
wintermaanden ook regelmatig groepen Kolganzen en Kleine zwanen waargenomen.<br />
- overige broedvogelsoorten<br />
De overige aangetroffen vogels zijn vooral vogels van stadstuinen en parken, die voornamelijk<br />
aan de randen van het plangebied werden waargenomen. Het gaat hierbij o.a. om zangvogels<br />
als Putter en Groenling of broedvogels in houtwallen (zie de specht, boomkruiper en ijsvogel in<br />
de houtwallen van Roeleveen.<br />
Amfibieën<br />
In het plangebied zijn alleen algemeen voorkomende amfibieën aangetroffen. Met name Groene<br />
Kikkers komen in het gehele gebied veelvuldig voor. In het noordelijk gedeelte van de Nieuwe<br />
Driemanspolder zijn deze kikkers het vaakst aangetroffen. Verder zijn verspreid ook nog<br />
waarnemingen van de Bruine Kikker, Gewone Pad en Kleine Watersalamander bekend.<br />
Vissen<br />
In het plangebied komen drie minder algemene vissoorten voor: Vetje, Bittervoorn en Kleine<br />
modderkruiper. De meeste waarnemingen zijn gedaan in de bredere watergangen, zoals de<br />
Middentocht en de watergang langs de Landscheiding. Het Vetje is alleen aangetroffen in de<br />
Middentocht in het zuidelijk gedeelte van de Nieuwe Driemanspolder, de andere twee soorten<br />
zijn ook in het noordelijke deel waargenomen.<br />
Zoogdieren<br />
Op diverse plaatsen in het plangebied werden muizen aangetroffen, echter in zeer lage<br />
dichtheden. Hazen zijn veelvuldig en verspreid over het plangebied waargenomen. Ook werden<br />
diverse vleermuissoorten aangetroffen. De Gewone dwergvleermuis bleek veruit de meest<br />
algemene in het plangebied. Deze en andere soorten zijn vooral waargenomen langs bredere<br />
watergangen zoals langs de Landscheiding en de Dwarssloot. Verondersteld wordt dat deze<br />
weteringen als vaste vliegroutes fungeren o.a. naar het aangrenzende Westerpark, waar de<br />
vleermuizen eveneens boven waterpartijen zijn aangetroffen.<br />
Wettelijke bescherming<br />
- Soortenbescherming<br />
Van de aangetroffen planten- en diersoorten zijn enkele wettelijk beschermd volgens de Floraen<br />
faunawet. Binnen deze wet is een onderscheid gemaakt naar soorten waarvoor een algehele<br />
vrijstelling geldt (de zogenoemde algemene soorten), soorten waarvoor een vrijstelling geldt als<br />
gewerkt wordt volgens een vooraf goedgekeurde gedragscode (overige soorten) en soorten<br />
waarvoor blijvend een ontheffingverplichting bestaat (strikt beschermde soorten). Onder het<br />
laatste beschermingsregime vallen onder andere de soorten die Europese bescherming van de<br />
Habitatrichtlijn genieten.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 33
Voor het merendeel van de aangetroffen beschermde soorten geldt een algehele vrijstelling. Bij<br />
ruimtelijke ontwikkelingen dient voor de Bittervoorn en alle aangetroffen vleermuizen een<br />
ontheffing te worden aangevraagd. Ook broedvogels vallen onder het strengste<br />
beschermingsregime. Voor activiteiten buiten het broedseizoen zijn echter geen ontheffingen<br />
voor vogels nodig. De Kleine modderkruiper is een vis die behoort tot de categorie overige<br />
soorten en waarvoor in principe een vrijstelling onder voorwaarde van een gedragscode geldt.<br />
Bij het schrijven van deze tekst zijn deze gedragscodes echter nog niet goedgekeurd en geldt<br />
dus ook voor de Kleine modderkruiper een ontheffingsverplichting.<br />
De waarnemingen van weidevogels, beschermde vissoorten en vleermuizen strekken zich uit<br />
over vrijwel het hele plangebied van de Nieuwe Driemanspolder (zie fig. 4.4). Wel zijn enkele<br />
kerngebieden aan te wijzen. Vleermuizen foerageren vooral langs de grenzen van de polder.<br />
Vissen komen voornamelijk in de bredere watergangen voor en weidevogels worden vaker op<br />
perceelsuiteinden aangetroffen.<br />
Fig. 4.4:<br />
Verspreiding van weidevogels, beschermde vissen en vleermuizen in de Nieuwe Driemanspolder<br />
(aangezien de Kievit over het gehele plangebied voorkwam, is deze niet meegenomen)<br />
Gebiedsbescherming<br />
Het Nederlandse gebiedsgerichte natuurbeleid richt zich enerzijds op de bescherming van<br />
bestaande waardevolle natuurgebieden en anderzijds op het realiseren van verbindingen<br />
ertussen. Bescherming van natuurgebieden vindt plaats op basis van de<br />
Natuurbeschermingswet. Vanuit het Rijk worden natuurgebieden aangewezen op basis van<br />
nationale criteria. Veelal gaat het dan om gebieden met een nationaal belang. Ook gebieden<br />
van Europees belang zijn in de Natuurbeschermingswet opgenomen, waarmee deze wet de<br />
nationale implementatie is van het Europese beleid inzake de Vogel- en Habitatrichtlijn. De<br />
hiervoor aangewezen gebieden (Natura 2000-gebieden) zijn dus opgenomen in de<br />
Natuurbeschermingswet. Noch binnen het plangebied noch in de nabije omgeving van de<br />
34<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Nieuwe Driemanspolder liggen beschermde gebieden in de zin van de Natuurbeschermingswet.<br />
De dichtstbijzijnde Vogelrichtlijngebieden zijn “De Wilck” (Rijnwoude) en “Meijendel” (Den Haag)<br />
op een afstand van ca. 8 km van het plangebied.<br />
Het verbinden van natuurgebieden komt tot uiting in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De<br />
EHS moet leiden tot een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden.<br />
De lokale invulling vindt plaats door de provincies, de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur<br />
(PEHS), op basis van door het Rijk gestelde doelen. De Nieuwe Driemanspolder grenst<br />
gedeeltelijk aan de PEHS. Delen van de polder Roeleveen behoren namelijk tot de PEHS .<br />
Op regionaal niveau kunnen provincies of gemeenten tevens natuurgebieden beschermen door<br />
deze te begrenzen in begrenzingen- of bestemmingsplannen, waardoor ze vallen onder de Wet<br />
ruimtelijke ordening (Wro). Vanwege het voorkomen van grote aantallen Kieviten, Scholeksters,<br />
Grutto’s en Tureluurs heeft het centrale deel van de Nieuwe Driemanspolder echter wel de<br />
status van weidevogelgebied. Deze gebieden kennen echter geen nationaal<br />
beschermingsregime.<br />
4.2.2 Bodem- en waterhuishouding<br />
De landschapsontwikkeling zoals die in paragraaf 4.1 globaal is omschreven is tevens<br />
bepalend geweest voor de bodem- en waterhuishouding van de Nieuwe Driemanspolder.<br />
Omdat ter plaatse vanaf de late middeleeuwen op grote schaal veen is gewonnen is vervolgens<br />
een landschapstype achtergebleven, dat overwegend gekenmerkt wordt door grondsoorten<br />
behorend tot het zeekleitype. De bouwvoor van de polder heeft in het westen een redelijk<br />
moerig karakter en is hier vooral geschikt voor de beweiding resp. melkveehouderij. Het<br />
oostelijke gedeelte van de polder kent een verhoudingsgewijs hoger zandgehalte, waardoor<br />
deze gronden ook zeer geschikt zijn voor de “volle grond - groenteteelt”.<br />
Op grond van de landschapsontwikkeling in het verre verleden is in de Nieuwe Driemanspolder<br />
plaatselijk sprake van zogenaamde zandlenzen, die her en der relatief dicht onder het oppervlak<br />
liggen. Op deze plekken en in de topografisch laagst gelegen delen is sprake van een zeer<br />
hoge kweldruk, hetgeen verband houdt met het lage maaiveld in de polder enerzijds en de<br />
aanwezigheid van ondiepe en diepe kwelstromen vanuit de strandwallen rond Den Haag en<br />
Wassenaar anderzijds.<br />
Het maaiveldniveau in het plangebied varieert globaal tussen NAP - 4,0 m en - 5,25 m met<br />
uitzondering van de oude ontginningsassen. Variaties in maaiveld worden vooral gevormd door<br />
voormalige bovenlandstroken en kreekruggen en de tussengelegen komgronden met slappe<br />
klei en een laag restveen.<br />
De meest belangrijke kreekruggronden bevinden zich in het Zoetermeerse gedeelte van de<br />
Nieuwe Driemanspolder en hier met name ter hoogte van de N 469. De bodemlagen bevatten<br />
hier voor een deel zavel op zeer fijn zand waardoor de bovengrond langs de hoofdweg minder<br />
weerstand biedt aan plaatselijke kwel en dus de toevoer van chloriden vanuit de diepere<br />
bodemlagen.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 35
Fig. 4.5:<br />
Oppervlaktewatersysteem Nieuwe Driemanspolder<br />
De kwaliteit van het oppervlaktewater in de polder is matig. Met name op het gebied van<br />
chloriden, stikstof en fosfaten is sprake van een redelijk hoog nutriëntengehalte, hetgeen een<br />
negatieve invloed kan hebben op de ontwikkeling van de flora en fauna in het oppervlaktewater.<br />
Zowel door grondgebruikers, als door de betrokken waterbeheerders als door de betrokken<br />
overheden wordt het wenselijk geacht dit waterstelsel een duurzamer karakter te geven. Een en<br />
ander is mogelijk door de ontwikkeling van een zogenaamde seizoensberging bestaande uit<br />
een groot aaneengesloten waterstelsel waarmee gebiedseigen water en regenwater op grote<br />
schaal kan worden opgevangen. Gekoppeld aan een specifieke waterdiepte en een oever- en<br />
watervegetatie met een nutriëntenbindend vermogen kan zodoende een watersysteem worden<br />
gestimuleerd dat tot op zeker hoogte als zelfvoorzienend mag worden beschouwd.<br />
Bij de ontwikkeling van een nieuw watersysteem dient rekening te worden gehouden met het<br />
afwateringssysteem zoals dit vanaf de 17 e eeuw is ontwikkeld. Kernelementen hierin zijn de<br />
talrijke sloten waarmee de landbouwgronden worden drooggelegd, en die het overtollige water<br />
afvoeren naar de hoofdwatergangen. Via deze zogenaamde sloten en tochten wordt het water<br />
naar het gemaal Driemanspolder geleid, waar het wordt uitgeslagen in de Stompwijksevaart.<br />
De belangrijkste hoofdwatergangen in de Nieuwe Driemanspolder zijn de Middentocht en de<br />
Boventocht. De Boventocht wordt daarbij niet alleen voor de afvoer van gebiedseigen water<br />
gebruikt maar in het geval van extreme regenval ook voor de afvoer van oppervlaktewater uit<br />
het stedelijk gebied van Zoetermeer of het Westerpark.<br />
36<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Voor het beheer van het oppervlaktewater in en rond de Nieuwe Driemanspolder worden door<br />
de waterbeheerders verschillende peilen toegepast. Voor het boezemwater wordt een<br />
standaard waterpeil gehanteerd van NAP -0,6 m. De waterpeilen (winter) in de verschillende<br />
poldereenheden lopen uiteen van NAP -5,8 m tot -6,0 m ten zuiden van Wilsveen tot NAP -4,6<br />
en -4,8 m ten noorden van Wilsveen en NAP -4,8 m in Roeleveen. Vrijwel overal wordt in de<br />
zomer een peil gehandhaafd dat 0,3 m hoger ligt dan het winterpeil. In de zomer wordt<br />
incidenteel water vanuit de Nieuwe Driemanspolder naar het stedelijk gebied van Zoetermeer<br />
aangevoerd via een tweetal stuwen ten westen van het Westerpark.<br />
Knelpunten in het watersysteem<br />
Het veranderende klimaat en de zeespiegelstijging vragen al geruime tijd om meer<br />
mogelijkheden voor een duurzaam waterbeheer en meer ruimte voor water. Mogelijkheden<br />
hiervoor bieden zogenaamde seizoensbergingen, waarmee het oppervlaktewater in regenrijke<br />
periodes (met name in de winter) kan worden vastgehouden en waarmee het relatief schone<br />
regenwater gebruikt kan worden voor een algemene verbetering van de kwaliteit van het<br />
oppervlaktewater. Hiermee wordt bereikt dat het gebied in drogere periodes zoveel mogelijk<br />
zelfvoorzienend is, waarbij er mogelijk ook water beschikbaar is voor omringende natuur- en<br />
landbouwgebieden of het waterstelsel van aangrenzende stadsdelen.<br />
Daarnaast heeft de wateroverlast eind jaren negentig in West-Nederland laten zien dat een<br />
overschot aan water veel schade kan toebrengen. De situaties die zich in het Westland hebben<br />
voorgedaan kunnen zich in de nabije toekomst ook in de regio Nieuwe Driemanspolder voor<br />
gaan doen. Bij harde wind uit noordwestelijke richting treden in het zuidelijk deel van het<br />
boezemstelsel van Rijnland in de omgeving van Stompwijk hoge boezemwaterstanden op. Inzet<br />
van de boezemgemalen om de waterstanden te verlagen is niet altijd mogelijk. Hoge<br />
boezemwaterstanden vormen een gevaar voor de kades en daarmee voor de omliggende<br />
polders. Naast uitbreiding van de gemaalcapaciteit (Katwijk) is het noodzakelijk om bij hoge<br />
waterstanden op de boezem bij Stompwijk het overschot aan boezemwater tijdelijk te kunnen<br />
bergen, de zogenaamde piekberging.<br />
De meest geschikte locatie voor een dergelijke voorziening is geografisch en planologisch<br />
gezien de Nieuwe Driemanspolder. In de polder werd en wordt immers al enige tijd in een<br />
functieverandering ten behoeve van de waterberging voorzien. Daarnaast biedt ook de korte<br />
afstand tot het boezemwater van Rijnland en het probleemgebied rond Stompwijk een<br />
uitstekende mogelijkheid de knelpunten in het regionale watersysteem op te lossen.<br />
4.3 Recreatie<br />
De Nieuwe Driemanspolder heeft vooral voor de directe omgeving een functie als recreatief<br />
uitloopgebied. De recreatiedruk in het gebied zelf is niet hoog, omdat het gebied slechts door<br />
oude polderwegen wordt ontsloten en de landbouwgronden niet voor publiek gebruik zijn open<br />
gesteld. Op dit moment is het plangebied dan ook alleen via de polderwegen, delen van de<br />
landscheiding en de N469 te beleven.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 37
Het gebied kent een aantal plekken met verhoogde recreatieve activiteit. De Molenvaart tussen<br />
de Stompwijkseweg en het Wilsveen, de fietsroute vanuit de Grote Drooggemaakte Polder,<br />
enkele maneges, een horecagelegenheid en een minikampeerterrein aan de Voorweg. Direct<br />
ten oosten van het plangebied komen intensieve recreatiegebieden voor zoals de<br />
recreatiegebieden Noord-West (met Snowworld), het Westerpark van Zoetermeer en het semi -<br />
openbare terrein van een golfclub. Door de openheid en de aanwezigheid van cultuurhistorisch<br />
waardevolle elementen zoals de Molendriegang is de belevingswaarde van het gebied hoog en<br />
kan deze in de nabije toekomst worden gebruikt voor de verbetering van de recreatieve<br />
aantrekkingskracht van het plangebied.<br />
4.4 Economische aspecten en bedrijvigheid<br />
De hoofdfunctie in de Nieuwe Driemanspolder is tot op heden de landbouw met een flink aantal<br />
bedrijven die in de oude ontginningslinten gevestigd zijn, waarvan 3 aan de zuidkant van de<br />
Stompwijkseweg, 12 in het Wilsveen, 4 langs de Voorweg en 2 agrarische bedrijven langs de<br />
Roeleveenseweg. Voor het merendeel van deze bedrijven geldt, dat hun omvang gemeten aan<br />
standaard kengetallen te klein is om in te toekomst een volwaardige agrarische bedrijfsvoering<br />
veilig te kunnen stellen. Dit zou alleen kunnen worden bereikt door een zekere schaalvergroting<br />
hetgeen echter belemmerd wordt door een schaars aanbod aan gunstig gelegen agrarische<br />
gronden en door de hoge grondprijzen, die o.a. het gevolg zijn van een hoge<br />
verstedelijkingsdruk. De verwachting is dat een deel van deze bedrijven van functie zal gaan<br />
veranderen, waarbij de individuele bedrijfssituatie bepalend is voor het nieuwe<br />
toekomstperspectief.<br />
Naast de agrarische bedrijven bevinden zich in de lintbebouwing van Wilsveen en Voorweg ook<br />
andersoortige bedrijven waaronder 3 opslagbedrijven, 3 hippische bedrijven, een botenhandel,<br />
een houthandel een hovenier en een loonwerkersbedrijf. Hun bedrijfsvoering zal - op een<br />
enkele uitzondering na - door de toekomstige herinrichting slechts in beperkte mate worden<br />
beïnvloed. Het betreft daarbij met name de landschappelijke inpassing van deze bedrijven<br />
omdat hun bedrijfshallen en deels omvangrijke buitenopslag het landschapsbeeld sterk<br />
beïnvloeden, hetgeen her en der ook negatieve consequenties heeft voor de recreatie resp.<br />
landschapsbeleving.<br />
4.5 Verkeerskundige analyse<br />
Het gemotoriseerde verkeer in en rond de Nieuwe Driemanspolder maakt in de huidige situatie<br />
overwegend gebruik van de Zoetermeerse Rijweg, die sinds een aantal jaren als nieuwe<br />
verbinding tussen <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong> en Zoetermeer is gaan fungeren. Het<br />
gebiedsvreemde verkeer op de oude verbinding Kostverlorenweg - Wilsveen - Voorweg is<br />
hierdoor enigszins afgenomen. De afname van de verkeersintensiteit is echter ook gepaard<br />
gegaan met een volgens omwonenden duidelijk waarneembare verhoging van de gemiddelde<br />
snelheid op de oude verbinding waardoor de veiligheid op de weg onder druk is komen te staan.<br />
De wens bestaat, de gemiddelde snelheid door passende maatregelen weer tot een veilig<br />
niveau terug te brengen en gebiedsvreemd verkeer zoveel mogelijk te weren.<br />
38<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Fig. 4.2:<br />
Overzicht van de wegen in het plangebied en de hiërarchie hierin<br />
Voor niet-gemotoriseerd verkeer zijn de verkeersfaciliteiten in de Nieuwe Driemanspolder uiterst<br />
beperkt. Publiek toegankelijke wandelpaden of ruiterpaden ontbreken en de fietsvoorzieningen<br />
zijn beperkt tot een vrijliggend fietspad langs de N 469 (onderdeel van het regionale<br />
fietsroutenetwerk), een fietsverbinding door Roeleveen en fietsstroken langs de oude<br />
ontginningsassen Wilsveen en Voorweg. Gezien de toenemende recreatieve betekenis van de<br />
polder (onder andere voor de aangrenzende woonwijken in Den Haag, <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong><br />
en Zoetermeer), is het absoluut noodzakelijk deze situatie ingrijpend te verbeteren en de<br />
verkeersveiligheid langs de polderwegen te verbeteren. Verder is het wenselijk dat het<br />
bestaande padenstelsel met de toekomstige herinrichting wordt uitgebreid en dat bestaande<br />
verbindingen naar aangrenzende deelgebieden zoals het Westerpark, Buytenpark,<br />
Leidschenveen en Stompwijk gehandhaafd of verbeterd worden.<br />
Separate aandacht verdient tenslotte de behoefte aan parkeervoorzieningen, waarmee de<br />
toenemende recreatiedruk opgevangen zal moeten worden. De meest aangewezen plekken<br />
hiervoor lijken plandelen langs de N 469, de entrees naar het plangebied of plekken met<br />
specifieke voorzieningen zoals een begraafplaats of recreatief knooppunt.<br />
4.6 Milieuaspecten<br />
Met betrekking tot milieuhygiënische aspecten in het plangebied is tijdens de voorbereiding van<br />
onderhavig bestemmingsplan verschillende keren onderzoek verricht naar de randvoorwaarden<br />
die voor de toekomstige ontwikkeling van toepassing zijn. Specifieke onderzoeken hebben<br />
plaatsgevonden m.b.t. aspecten geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 39
Geluid<br />
De geluidhinder in het plangebied wordt met name bepaald door de verkeersbewegingen in en<br />
rond het plangebied. In het verlengde hiervan heeft nader onderzoek plaatsgevonden naar de<br />
hinder door wegverkeer op Rijksweg A 4 en de N 469 en het verkeer op de oude polderwegen.<br />
Uitgangspunt hierbij was de verkeersintensiteit voor de diverse betrokken wegvakken zoals die<br />
in de gemeentelijke verkeersmodellen wordt gehanteerd. Volgens deze modellen moet rekening<br />
worden gehouden met een verkeersintensiteit van:<br />
• ruim 3.900 voertuigen per etmaal op de Stompwijkseweg<br />
• krap 4.400 voertuigen per etmaal op de Kostverlorenweg<br />
• krap 4.400 voertuigen per etmaal op de as Wilsveen / Voorweg<br />
• meer dan 10.100 voertuigen per etmaal op de N 469.en<br />
• circa 127.000 voertuigen per etmaal op Rijksweg A 4.<br />
Ook al is de beoogde functieverandering van de Nieuwe Driemanspolder niet gericht op de<br />
ontwikkeling van hindergevoelige functies, het is van belang de potentiële geluidhinder voor het<br />
plangebied in kaart te brengen. Zo zou de hinder door wegverkeer bijvoorbeeld gevolgen<br />
kunnen hebben voor de eventuele (her)bouw van woningen in het kader van Ruimte voor<br />
Ruimte - regelingen of voor individuele, nu niet te voorspellen situaties.<br />
Met het oog op het vorenstaande zijn tijdens de planvoorbereiding verschillende<br />
hindercontouren in kaart gebracht. Daarbij is gebleken dat het verkeer op Rijksweg A 4 in zijn<br />
directe omgeving aanzienlijke geluidhinder veroorzaakt zodat in de lintbebouwing van de<br />
Stompwijkseweg geen nieuwe hindergevoelige functies mogen worden gebouwd tenzij door<br />
specifieke maatregelen (zoals de toepassing van dove gevels) aan de wettelijke normen kan<br />
worden voldaan. 3<br />
Langs de polderwegen Stompwijkseweg, Wilsveen en Voorweg is sprake van een afwijkende<br />
situatie. Hier laten de berekeningen zien dat hindergevoelige functies alleen binnen afstand van<br />
30 m uit de wegas zijn uitgesloten. Daarbuiten dient tot een afstand van 55 meter uit de wegas<br />
een zogenaamde Hogere grenswaarde te worden aangevraagd. Locaties op een ruimere<br />
afstand dan 55 meter voldoen aan de wettelijke voorkeursgrenswaarde van 48 dB.<br />
Voor de volledigheid wordt nog vermeld dat de verkeersintensiteit langs de Roeleveenseweg in<br />
Zoetermeer kleiner is dan 100 voertuigenbewegingen per etmaal en dat ter plaatse daarom<br />
geen sprake is van een hindersituatie door wegverkeer.<br />
Luchtkwaliteit<br />
Ten aanzien van de luchtkwaliteit moet worden vermeld dat de luchtkwaliteit in het plangebied<br />
dient te voldoen aan de Wet luchtkwaliteit van 15 november 2007. Daarbij dient bijzondere<br />
aandacht te worden besteed aan een eventuele belasting door stikstofoxide (NO x ) of fijn stof<br />
3<br />
De Wet geluidhinder bepaalt dat hindergevoelige functies buiten de bebouwde kom bij voorkeur geen hogere<br />
belasting mogen ondergaan dan 48 dB met een ontheffingsmogelijkheid tot 53 dB.<br />
40<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
(PM 10 ). Voor het plangebied is onderzocht of de beoogde functieverandering negatieve<br />
consequenties heeft en of dit tot bijstelling van de plandoelstellingen zou moeten leiden. Daarbij<br />
is gebruik gemaakt van het verkeersmodel ter bepaling van de geluidhinder en het zogeheten<br />
CAR-II-model in de versie 6.1.1. Voor de details van deze onderzoeken wordt hier<br />
kortheidshalve verwezen naar de bijlagen van dit bestemmingsplan.<br />
Geconstateerd is dat de grenswaarde van 40 µg/m 3 voor stikstofoxiden respectievelijk fijn stof<br />
door het jaargemiddelde niet worden overschreden. Ook de 24-uurgemiddelde concentratie van<br />
fijn stof, die maximaal 35 keer per jaar mag worden overschreden voldoet in alle plandelen aan<br />
de wettelijk gestelde norm. Wel is sprake van een verhoogde concentratie aan stikstofoxiden en<br />
fijn stof op locaties langs de Stompwijkseweg, die in de buurt van Rijksweg A 4 zijn gelegen.<br />
Geadviseerd wordt op deze locaties geen hindergevoelige bestemmingen te stimuleren.<br />
Externe veiligheid<br />
Ten aanzien van de externe veiligheid wordt steeds meer de nadruk gelegd op risicobeleid.<br />
Daarbij zijn met name het Plaatsgebonden Risico (PR) en het Groepsrisico (GR) van belang.<br />
Het plaatsgebonden risico zegt iets over de theoretische kans op overlijden op een bepaalde<br />
plaats voor een persoon die een laar lang op die plaats zou staan. Hiervoor geldt dat een kans<br />
groter dan 1 op de miljoen per jaar (10 -6 /jaar) onacceptabel wordt geacht.<br />
De norm voor het plaatsgebonden risico is bij kwetsbare objecten een grenswaarde die niet<br />
mag worden overschreden. Bij beperkt kwetsbare objecten is de 10 -6 /jaar norm een richtwaarde<br />
die alleen mag worden overschreden als daarvoor gewichtige redenen bestaan. Het is aan het<br />
lokale bevoegd gezag (de gemeente) om in concrete gevallen in invulling te geven aan het<br />
begrip ‘gewichtige redenen’. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het toestaan van een<br />
extensief gebruikt terrein, zoals een sportveld, binnen de 10 -6 /jaar PR-contour. Ook kan worden<br />
gedacht aan het opvullen van een open plek in bestaand stedelijk gebied.<br />
In tegenstelling tot het plaatsgebonden risico, dat in één getal kan worden uitgedrukt, wordt het<br />
groepsrisico door een (grafiek)lijn weergegeven. Naarmate de groep mogelijke slachtoffers<br />
groter wordt, moet de kans op een ongeval kleiner zijn. Bij stationaire risicobronnen ligt de lijn<br />
op 10 -5 /jaar voor tien slachtoffers en 10 -7 /jaar voor honderd slachtoffers. Voor risico’s in relatie<br />
tot de transportmodaliteiten weg, rail, water en buisleiding ligt de lijn op 10 -4 /jaar voor tien<br />
slachtoffers en 10 -6 /jaar voor honderd slachtoffers.<br />
Het invloedsgebied van het groepsrisico komt meestal overeen met de 10 -8 PR-contour. De<br />
normen voor het groepsrisico weerspiegelen geen grenswaarde maar een oriënterende waarde.<br />
Dit houdt in dat bij de beoordeling van het groepsrisico het lokaal en regionaal bevoegd gezag<br />
de mogelijkheid geboden worden om gemotiveerd van de oriënterende waarde af te wijken. Een<br />
afwijking moet in een openbare en goed inzichtelijke belangenafweging door het bevoegd<br />
gezag worden gemotiveerd.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 41
Omtrent het aspect externe veiligheid is tijdens de inventarisatie voor het plangebied gebleken,<br />
dat in het projectgebied (het plandeel van Zoetermeer) alleen één LPG - station is gelegen,<br />
waaraan enige vorm van hinder resp. gevaar verbonden is. Gezien de beperkte maat van de<br />
voorziening en de bestendiging van de planologische situatie rond deze voorziening is echter<br />
geen sprake van een onaanvaardbaar veiligheidsrisico, dat om een specifieke juridische<br />
regeling in dit plan vraagt.<br />
Ook het transport van (gevaarlijke) goederen of stoffen via de weg of spoorwegen brengt in het<br />
plangebied geen hindersituaties met zich mee, die nieuwe ontwikkelingen in de weg zouden<br />
kunnen staan. Een en ander betekent, dat vanuit het aspect externe veiligheid geen<br />
belemmeringen voor de toekomstige inrichting van het plangebied bestaan.<br />
Voor de externe veiligheid in het plangebied is tenslotte tevens van belang dat binnen de<br />
plangrenzen verschillende grote transportleidingen zijn gelegen. Meer concreet betreft het:<br />
• een 36 inch - gasleiding ter hoogte van Potteveen (met een bebouwingsvrije zone van 5<br />
meter aan weerskanten uit de as van de leiding)<br />
• een 12 inch - gasleiding ter hoogte van Rijksweg A 4 (met een bebouwingsvrije zone<br />
van 4 meter aan weerskanten uit de as van de leiding)<br />
• een 8 inch - gasleiding ter hoogte van het baggerdepot bij het Buytenpark en verder in de<br />
Grote Drooggemaakte Polder (eveneens met een bebouwingsvrije zone van 4 meter aan<br />
weerskanten uit de as van de leiding)<br />
• een tweetal (boven)regionale rioolwaterleidingen en<br />
• een (boven)regionale drinkwaterleiding.<br />
42<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 43
Fig. 5.1:<br />
Het MMA en VA volgens de Milieueffectrapportage voor de Nieuwe Driemanspolder<br />
44<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
HOOFDSTUK 5:<br />
DE TOEKOMSTIGE SITUATIE<br />
5.1 De hoofdlijnen van het plan<br />
Zoals in de voorgaande paragrafen is toegelicht zal de inrichting van de Nieuwe<br />
Driemanspolder in de komende jaren ingrijpend veranderen. Daarbij zal een flink deel van het<br />
agrarische cultuurlandschap ruimte maken voor andere hoofdfuncties als natuur, water en<br />
recreatie. De omvang van de verandering heeft ertoe geleid dat het hele voornemen aan een<br />
nadere milieutoets is onderworpen. Daarbij is gebruik gemaakt van een milieueffectrapportage<br />
(MER) en de hierbij behorende procedure. Belangrijke onderdelen van de MER - procedure<br />
waren:<br />
• de uitwerking van een programma van eisen voor de inrichting<br />
• de ontwikkeling van alternatieve inrichtingsconcepten waarmee een zekere bandbreedte<br />
van de toekomstige inrichting is verkend en<br />
• de uitwerking van een zogeheten Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA) en een<br />
voorkeursalternatief (VA).<br />
Het voorkeursalternatief is uiteindelijk sterk leidend geweest voor een globaal inrichtingsvoorstel<br />
voor de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder. Dit voorstel heeft als basis gefungeerd<br />
voor de uitwerking van het voorontwerpbestemmingsplan. De drie documenten (MER -<br />
rapportage, inrichtingsplan en voorontwerpbestemmingsplan) hebben in 2006 conform de<br />
wettelijke procedures ter visie gelegen. De hierop ingediende inspraakreacties zijn vervolgens<br />
individueel beoordeeld en hebben her en der tot aanpassingen geleid van zowel het<br />
inrichtingsplan als de plankaart voor het (ontwerp-)bestemmingsplan. Gezien de betekenis van<br />
de MER en de inrichtingsschets voor het bestemmingsplan zullen de meest relevante<br />
elementen uit deze documenten hieronder nader worden toegelicht.<br />
Op grond van het Meest Milieuvriendelijke Alternatief hebben de drie betrokken gemeenten bij<br />
de herinrichting gekozen voor de realisatie van een gecombineerde seizoens- en piekberging in<br />
het kerngebied van de Nieuwe Driemanspolder. Ten noorden van dit bergingsgebied (ter hoogte<br />
van Potteveen) zal het oude agrarische cultuurlandschap gehandhaafd blijven terwijl ten zuiden<br />
van de berging (in het Zoetermeerse parklandschap) een groengebied met flinke bosschages<br />
zal ontstaan met recreatieve functies en natuurvriendelijk ingerichte terreinen.<br />
Verder is het de bedoeling dat ca. 75% van het kerngebied wordt ingericht als open water voor<br />
zoetwatergemeenschappen en circa 25 % als permanent droog gebied met o.a. bloemrijk<br />
grasland, bosschages en struweel. De omvang en situering van het bergingsgebied wordt<br />
daarbij vooral bepaald door:<br />
• de bergingsbehoefte voor piekwater in een omvang van 2.000.000 m³<br />
• de noodzaak van veilige, landschappelijk goed in te passen kades<br />
• de wens tot bestrijding van eutrofe kwel en<br />
• de ligging van kwelgevoelige plekken aan de randen van het plangebied, die de stabiliteit<br />
van kaden zou kunnen ondermijnen of ongewenste kwel in het bergingsgebied zouden<br />
kunnen bevorderen.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 45
Fig. 5.2 Uittreksel voorlopige inrichtingsplan (VO) voor de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder<br />
46<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Het peilbeheer in het bergingsgebied kan volgens het MMA gericht worden op een zomer- en<br />
winterpeil van respectievelijk - 4,25 NAP en - 4,75 NAP. Alleen in het geval van waterpieken<br />
zou het waterpeil opgezet kunnen worden tot een niveau van - 3,25 NAP. Daarbij wordt het<br />
piekwater via twee aanvoerroutes naar het bergingsgebied geleid:<br />
• de route Ringvaart - Limietsloot voor piekwater van het Hoogheemraadschap Rijnland en<br />
• de route Stompwijksevaart - Molenvaart voor piekwater van het Hoogheemraadschap<br />
van Delfland.<br />
Na afloop van de calamiteit zal het water worden afgevoerd via een brede waterzoom langs de<br />
Landscheiding of via de huidige Middentocht ter hoogte van Potteveen, die ten behoeve van<br />
een betere afvoer verbreed zal worden.<br />
Bij de verdere planontwikkeling voor de Nieuwe Driemanspolder [door middel van het<br />
voorkeursalternatief (VA) en het voorlopige ontwerp voor de herinrichting (VO)] hebben ten<br />
opzichte van het MMA vier principiële wijzigingen plaatsgevonden. Het betreft hierbij:<br />
• het toekomstige waterpeil (zomerpeil) van de seizoensberging (-4,35 m NAP in plaats<br />
van -4,25 m NAP)<br />
• de inrichting van het zuidelijk deel van de Nieuwe Driemanspolder (meer parkachtig en<br />
minder besloten bos)<br />
• de vormgeving van de aanvoerroute voor piekwater van Rijnland (aanvoer door een<br />
verbrede Ringvaart in plaats van een nieuwe wetering aan de voet van de Ringvaart) en<br />
• de vormgeving van het bergingsgebied (meer samenhangende waterstructuren en<br />
minder compartimentering).<br />
Samenvattend kan worden geconcludeerd, dat het karakter van de droogmakerij door de<br />
functieverandering grotendeels verloren zal gaan. Dit neemt echter niet weg, dat de<br />
herinrichting kan worden aangegrepen om een deel van de ontstaansgeschiedenis van de<br />
polder op een passende manier inzichtelijk te maken. Basis voor het veranderende<br />
landschapsbeeld blijft immers het casco van oude ontginningsassen, Landscheiding en<br />
Molenvaart en het oude verkavelingspatroon. Door een situering van het nieuwe<br />
oppervlaktewater langs de randen van de polder worden de oude structuurdragers van<br />
Wilsveen en Voorweg sterker geaccentueerd en ontstaat een fors binnenterrein dat kan worden<br />
ingericht ten behoeve van struinnatuur, extensieve recreatie en een duurzaam waterbeheer. De<br />
kaden rond de waterberging zijn dan wel nieuw, maar het zijn vertrouwde elementen in het<br />
Zuid-Hollandse polderlandschap. Het tracé van de kruin zal strak en recht zijn, parallel aan de<br />
oude linten in het landschap. De taluds en het voorland kunnen echter wisselend qua helling en<br />
breedte zijn, zodat de voorbijganger toch een afwissend beeld ervaart.<br />
Referentiekader voor de toekomstige inrichting is het landschapsbeeld van<br />
petgatenlandschappen, veenplassen en droogmakerijen. De hoofdkenmerken hiervan zijn<br />
omvangrijke, relatief ondiepe plassen, droogvallende plandelen met een opstrekkende<br />
kavelstructuur en oude restpercelen met een eveneens langgerekt karakter. Dergelijke<br />
landschapstypen bieden uitstekende mogelijkheden voor extensieve waterrecreatie enerzijds<br />
maar ook voor de realisatie van ecologisch interessante gradiëntsituaties met veel oeverlengte<br />
en beschermende biotopen als rietkragen en natte houtwallen.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 47
5.2 Ontwikkeling van de natuur, bodem- en waterhuishouding<br />
5.2.1 De ontwikkeling van de natuurwaarden<br />
Met de nieuwe inrichting zal het landschap van de Nieuwe Driemanspolder ingrijpend gaan<br />
veranderen. Door het verdwijnen van het weidelandschap zal ook de omvang van de leefmilieus<br />
voor kenmerkende flora en fauna gaan afnemen, waaronder de biotopen voor weidevogels als<br />
de Grutto en Tureluur. Dergelijke negatieve effecten blijven echter zo beperkt mogelijk en<br />
worden ruimschoots gecompenseerd door de ontwikkeling van robuuste, overwegend natte<br />
struinnatuur in het kerngebied van de polder en door brede, eveneens natte verbindingen langs<br />
de aan- en afvoerzones voor piekwater. Een en ander kan als volgt worden samengevat:<br />
Planten<br />
De ontwikkeling van de struinnatuur in het plangebied kent een breed scala aan biotooptypen<br />
die kenmerkend zijn voor veenplassen, droogmakerijen of het petgatenlandschap. Vooral in het<br />
kerngebied is sprake van een hoge diversiteit aan biotooptypen met ca.:<br />
• 135 ha open water met een gemiddelde diepte van 1,5 - 2 m<br />
• 19 ha waterriet<br />
• 5 ha zegge moeras<br />
• 14 ha nat grasland<br />
• 21 ha bloemrijk rietland<br />
• 3 ha natte strooisel ruigte<br />
• 8 ha droge ruigte<br />
• 6 ha wilgenstruweel en<br />
• tientallen hectares bloemrijk grasland.<br />
De verwachting bestaat dat deze landschapsontwikkeling zal bijdragen aan de verruiming van<br />
natte biotopen met ondiep water. Hiervan kunnen vooral soorten profiteren als riet, lisdodde,<br />
egelskop, heen, kalmoes en zwanebloem. Aangevuld met wilg en els kunnen zij beschutting<br />
bieden aan diersoorten die zich thuis voelen in of nabij permanent open water en de hierbij<br />
behorende overgangszones. Verder is de kans groot, dat op termijn verschillende fasen van<br />
verlanding naast elkaar voorkomen, zodat de beoogde hoeveelheden rietland en ruigte<br />
ruimschoots gehaald kunnen worden.<br />
Vergeleken met het kerngebied is de biotoopontwikkeling in de aangrenzende deelgebieden<br />
van Potteveen en Roeleveen relatief beperkt. Zo blijft het open landschap van Potteveen vooral<br />
geschikt voor weidenatuur met een hoge grondwaterstand, terwijl Roeleveen en Wilsveen<br />
vooral geschikt zijn voor de verdere ontwikkeling van bloemrijk grasland, houtsingels en<br />
erfbeplanting. Deze landschapselementen zijn essentieel voor soorten als steenuil, huiszwaluw,<br />
dwergvleermuis en laatvlieger. Daarnaast hebben zijn een betekenis voor broedvogels als de<br />
groene en bonte specht, boomkruiper en ijsvogels.<br />
Vogels<br />
De herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder zal naar verwachting vooral voor de<br />
vogelwereld ingrijpende consequenties hebben. Zo zal de weidevogelpopulatie in omvang<br />
afnemen of zich gaan verplaatsen naar poldergebieden in Potteveen, de Grote Drooggemaakte<br />
48<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Polder of de Zoetermeerse Meerpolder. Tegelijkertijd zal de omvang van de<br />
watervogelpopulatie vermoedelijk sterk toenemen. De voorgestelde biotoopontwikkeling komt<br />
daarbij vooral ten gunste aan watervogels en moerasvogels van de Slobeendgroep en de<br />
Kuifeendgroep. Als representatieve vogelsoorten respectievelijk doelsoorten gelden daarbij de<br />
roerdomp, snor en blauwborst en moerasvogels als de kleine karekiet en de rietzanger. Verder<br />
is de kans groot dat ook vogels uit nabij gelegen biotopen (zoals de Aalscholvers bij de Plas van<br />
Wiegel) het projectgebied zullen gaan opzoeken en hier nieuwe kolonies gaan stichten.<br />
Voor genoemde faunagroepen geldt, dat de inrichting dient te worden afgestemd op de<br />
behoefte aan broed- en rustplaatsen enerzijds en aan foerageermogelijkheden anderzijds. De<br />
eilanden, oeverzones en watergangen in het biotoopstelsel dienen derhalve zodanig te zijn<br />
bemeten, dat zij goede habitatvoorwaarden bieden voor de hiervoor genoemde doelsoorten.<br />
Met het thans voorliggende inrichtingsvoorstel kan hieraan worden voldaan.<br />
Amfibieën<br />
De herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder heeft naar verwachting tevens effecten op de<br />
amfibieën in en rond het waterbergingsgebied. De belangrijkste redenen hiervoor zijn het<br />
grondverzet en de graafwerkzaamheden tijdens de aanleg van de waterberging. Hierdoor zal<br />
het fijnmazige slotenstelsel veranderen in een plassengebied met biotopen van een grotere<br />
maat. Op grond van de beoogde inrichtingskenmerken (flauwe taluds, plas-dras biotopen en<br />
delen met ondiep water) wordt echter verondersteld dat het amfibieënbestand zich kan<br />
handhaven of dat het zich op termijn weet te herstellen.<br />
Vissen<br />
Met de herinrichting zullen de kwelverschijnselen in de Nieuwe Driemanspolder naar<br />
verwachting sterk afnemen, omdat het permanente oppervlaktewater van de seizoensberging<br />
“tegendruk” biedt aan kwelwater uit de diepere bodemlagen. Dit resulteert over het algemeen in<br />
een betere waterkwaliteit met meer ruimte voor onderwaterplanten. Deze planten brengen<br />
zuurstof in het water waardoor de kans op een gezond aquatisch ecosysteem wordt vergroot.<br />
Op basis van ervaringgegevens mag worden verwacht, dat de herinrichting dus positieve<br />
effecten heeft op de visfauna in het plangebied. Een fauna-inventarisatie aan het begin van de<br />
planvorming heeft hieromtrent al enkel jaren geleden laten zien, dat onder de vissoorten van de<br />
Nieuwe Driemanspolder ook onverwachte soorten voorkomen zoals bittervoorn, kleine<br />
modderkruiper en het vetje. Met de toekomstige inrichting wordt getracht het soortenspectrum<br />
vooral te richten op soorten van de snoek en -blankvoorngemeenschap.<br />
Zoogdieren<br />
Behalve op de hiervoor genoemde soorten zal de nieuwe inrichting ook effecten hebben op de<br />
zoogdieren in het plangebied en hier in het bijzonder op de vleermuizenpopulatie. De<br />
verwachting bestaat dat er vooral betere habitatvoorwaarden zullen ontstaan voor de<br />
meervleermuis, die veel baat heeft bij de lange oeverlijnen in het bergingsgebied, die na de<br />
herinrichting een vergelijkbare oriëntatiefunctie zullen vervullen als de (hoofd)weteringen van<br />
het huidige slotenstelsel.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 49
Successie en beheer<br />
Of de genoemde natuurdoelen allemaal gerealiseerd kunnen worden hangt sterk af van het<br />
toekomstige beheer in het plangebied. Ervaring met spontane natte natuurontwikkeling op<br />
minerale kleigronden heeft geleerd dat zich op dergelijke gronden gauw een monotoon<br />
wilgenstruweel en/of ruig elzenbroekbos ontwikkelt. In dat geval is de verwachting dat de<br />
dynamiek van een natuurlijk waterpeil de natuurkwaliteit van de toekomstige biotoop ten goede<br />
zal komen. Verder dient het beheer gericht te worden op het ‘temperen” van de successie door<br />
een hierbij passend begrazings-, maai- en baggerbeheer. Om te voorkomen dat op de kant<br />
gezette bagger het gebied te veel verrijkt, voorziet het inrichtingsplan in een tussendepot op<br />
Zoetermeers grondgebied in een omvang van 3 - 4 hectare. Dit depot is aan de oostzijde van de<br />
Voorweg gesitueerd, in een groenenclave die door de waterbeheerders vooral door haar<br />
centrale ligging als een zeer geschikte (tijdelijke) bergingslocatie wordt beschouwd.<br />
5.2.2 Bodem- en waterhuishouding<br />
Een belangrijke doelstelling van het streekplanbeleid van de provincie Zuid-Holland en het<br />
stadsgewest Haaglanden is de realisatie van een waterberging in de Nieuwe Driemanspolder.<br />
In het kader van de planvoorbereiding en de hierbij behorende milieueffect rapportage hebben<br />
de inrichtingskenmerken van dit bergingsgebied steeds concretere vormen gekregen. De<br />
belangrijkste aspecten hierbij waren:<br />
• de bergingscapaciteit<br />
• de waterkwaliteit<br />
• het toekomstige waterbeheer (inclusief peilbeheer en aan- en afvoer van het<br />
oppervlaktewater) en<br />
• de wisselwerking tussen de waterberging en de bodemhuishouding.<br />
Bergingscapaciteit<br />
Het bergingsgebied binnen de nieuw aan te leggen kaden omvat een oppervlak van circa 180<br />
ha waarvan circa 2/3 als open water zal worden gerealiseerd. De seizoensberging heeft bij een<br />
zomerpeil van NAP -4,35 m een oppervlak van circa 130 ha met een gemiddelde waterdiepte<br />
van 1,5 à 2 m. De piekberging biedt daar bovenop de mogelijkheid van een waterberging van<br />
circa 2 miljoen m 3 met een maximale peilstijging van 1,10 m boven het zomerpeil. Het maximale<br />
waterpeil in tijden van calamiteiten bedraagt daarmee NAP -3,25 m.<br />
Daarnaast heeft de Plas van Van de Ende in Roeleveen een belangrijke functie voor de<br />
waterberging van de Polder van Nootdorp. Indien bij heftige regenval de Polder van Nootdorp<br />
onvoldoende snel het overtollige water op de boezem kan uitslaan dient deze plas als<br />
overloopgebied.<br />
Waterkwaliteit en waterpeil<br />
De waterkwaliteit in het plangebied wordt sterk beïnvloed door de fysische samenstelling van de<br />
bovengrond, kwelprocessen uit diepere bodemlagen en het langdurige agrarische grondgebruik<br />
in de Nieuwe Driemanspolder. Door uitspoeling van voedingsstoffen dragen zij samen bij aan<br />
een voedselrijk (eutroof) watersysteem met een relatief hoge concentratie aan fosfaten en<br />
chloriden.<br />
50<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Met de herinrichting wordt getracht de waterkwaliteit te verbeteren. Zo bestaat de verwachting<br />
dat de plaatselijke kwel door de aanleg van een seizoensberging voor een flink deel verminderd<br />
zal kunnen worden, omdat het waterpakket van de toekomstige seizoensberging een tegendruk<br />
met zich mee zal brengen waarmee kwel onderdrukt kunnen worden. Daarnaast zal de huidige,<br />
voedselrijke bouwvoor in het bergingsgebied zodanig worden verplaatst dat nalevering van<br />
voedings- of meststoffen in principe kan worden voorkomen.<br />
Een positief effect wordt daarnaast ook verwacht door de permanente berging van het relatief<br />
schone regenwater in het plangebied, zodat er in de zomer naar alle waarschijnlijkheid geen<br />
(voedselrijk) boezemwater hoeft te worden ingelaten.<br />
Het peilbeheer in het bergingsgebied is zoals vermeld gericht op een zomerpeil van NAP -4,35<br />
m en een piekbergingspeil van NAP -3,25 m. Het beheer buiten de waterbergende zone zal<br />
worden gericht op een zomerpeil van NAP - 5,40 respectievelijk NAP - 5,60 m in Potteveen en<br />
Wilsveen alsmede een zomerpeil van - 5,80 m in het overige oppervlaktewater (langs de<br />
Landscheiding, in het restant van de oude Middentocht en langs de N 469). Hierdoor is binnen<br />
het plangebied weliswaar nog steeds sprake van verschillende waterpeilen maar het<br />
gedifferentieerde peilbeheer biedt tegelijkertijd een aantal voordelen, zoals:<br />
• mogelijkheden voor een samenhangend peilbeheer tussen het Westerpark en de rand<br />
van de Driemanspolder waardoor de barrièrewerking van de N 469 zal afnemen;<br />
• koppeling van de linten langs Wilsveen en Voorweg aan het lagere peil, waardoor deze<br />
zones hydrologisch gezien niet geïsoleerd komen te liggen;<br />
• handhaving van de calamiteitenafvoer voor Zoetermeer zonder meerkosten;<br />
• het voorkomen van extra kades langs de provinciale weg, welke bij een hoger peilbeheer<br />
om redenen van verkeersveiligheid en grondstabiliteit noodzakelijk zouden zijn.<br />
De wateraan- en afvoer<br />
Het water zal tijdens de piekberging via twee tracés aangevoerd worden. Het water uit het<br />
boezemstelsel van Hoogheemraadschap Rijnland zal worden aangevoerd via de Ringvaart van<br />
de Zoetermeerse Meerpolder, die gedeeltelijk zal worden verbreed, en de aanleg van een<br />
nieuwe watergang ter hoogte van de huidige Limietsloot. De verbreding van de Ringvaart zal in<br />
verband met aanwezige bebouwing in de Meerpolder aan de westzijde plaats vinden. Voordelen<br />
van deze tracékeuze zijn:<br />
• de handhaving van de cultuurhistorische waarden van de Ringvaart;<br />
• geen frustratie van de procesvoortgang vanuit het Belvédèrebeleid;<br />
• een minimaal ruimtegebruik van agrarische gronden;<br />
• agrarisch medegebruik van het nieuwe grastalud;<br />
• goede condities voor een soortenuitwisseling tussen de Nieuwe Driemanspolder en de<br />
Drooggemaakte Grote Polder;<br />
• minimalisering van de kosten voor de nieuwe verbinding.<br />
Het water vanuit het boezemstelsel van Hoogheemraadschap van Delfland zal worden<br />
aangevoerd via de Vliet, de Stompwijksevaart, de Molenvaart, onder de weg van Wilsveen door,<br />
en tot slot middels een open waterverbinding in de waterberging uitmonden. Beide<br />
wateraanvoeren kunnen onder vrij verval plaats vinden.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 51
aanvoer<br />
Rijnland<br />
aanvoer<br />
Delfland<br />
2<br />
3<br />
1<br />
piekberging<br />
© Topografische Dienst Emmen<br />
Wateraanvoer piekberging<br />
Fig. 5.3: Globale aanduidingen voor de aanvoer van piekwater<br />
De waterafvoer van de piekberging kan plaatsvinden via een brede waterzoom langs de<br />
Landscheiding en via de Middentocht in Potteveen. Het verdient aanbeveling de zone langs de<br />
Landscheiding daarbij vorm te geven als een doorgaande, overwegend natte ecologische<br />
verbindingszone met een peil van NAP- 5,80 m. Hierdoor wordt de oude landscheiding als<br />
zelfstandig element verbijzonderd en kan de functie van het plangebied als ecologische<br />
verbinding worden versterkt.<br />
Bodemhuishouding<br />
Zoals uit paragraaf 4.2 kan worden afgeleid bestaat de bovengrond van de Nieuwe<br />
Driemanspolder voornamelijk uit kleigronden; her en der in combinatie met een dunne laag<br />
restveen. Delen van de polder bevatten echter kwelgevoelige plekken, waar sprake is van<br />
zandige of zandhoudende bodemlagen. Zij bieden minder weerstand aan plaatselijke kwel met<br />
kwelwater dat chloriden bevat en zijn derhalve als gevoelige plekken te beschouwen, die de<br />
waterkwaliteit in de polder tot op zekere hoogte zouden kunnen beïnvloeden.<br />
Om negatieve effecten voor de waterkwaliteit te voorkomen is bij de uitwerking van nieuwe<br />
inrichtingsvoorstellen een ruimtelijke hoofdstructuur gekozen, waarmee deze locaties zo veel<br />
mogelijk van grondafgravingen en grondverzet worden ontzien. Hierdoor kan kwel met eutroof<br />
kwelwater worden voorkomen en kan een bijdrage worden geleverd aan de stabiliteit van zowel<br />
de bestaande kades als de nieuwe dijken en kades. Noodzakelijk hiervoor is o.a.:<br />
52<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
• de situering van nieuwe kades op grote afstand van de oude ontginningsassen<br />
• een kadeprofiel met een zo breed mogelijk profiel gekoppeld aan flauwe taluds en<br />
• de situering van droge landschapseenheden op plandelen die als kwelgevoelig<br />
aangemerkt moeten worden.<br />
Voor de handhaving van de bodemkwaliteit is tenslotte ook van belang dat een aantal<br />
slootdempingen tijdens de uitvoering van graafwerkzaamheden meteen wordt verwijderd.<br />
Hierdoor kan nalevering van eventuele verontreinigingen worden voorkomen.<br />
Voor het overige moet worden vermeld dat de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder in<br />
principe met een gesloten grondbalans kan worden uitgevoerd. Dat wil zeggen dat alle<br />
afgegraven grond in het projectgebied kan worden verwerkt. Alleen waar dit uit<br />
veiligheidsoverwegingen noodzakelijk is zal bij de aanleg van nieuwe kades gebruik worden<br />
gemaakt van bodemmateriaal dat vanuit andere locaties zal worden aangevoerd.<br />
5.3 Recreatie<br />
Na herinrichting zal het plangebied ruimte bieden aan verschillende vormen van recreatie, die<br />
allen in meerdere of mindere mate gericht zijn op de natuur- en landschapsbeleving. Meer<br />
concrete betreft het hierbij:<br />
• Routegebonden openluchtrecreatie<br />
• Recreatie met gebouwde voorzieningen<br />
• Verblijfsrecreatie<br />
Openluchtrecreatie<br />
De grote verscheidenheid aan natuurlijke milieus (permanent droge dan wel natte gebieden,<br />
overgangszones etc.) is bevorderlijk voor de landschapswaarden en de landschapsbeleving in<br />
de Nieuwe Driemanspolder. De grootste recreatievorm in het gebied zal naar verwachting de<br />
“routegebonden openluchtrecreatie” zijn. Hierbij moet gedacht worden aan wandelen, fietsen,<br />
kanoën, paardrijden, skeeleren. Ter verbetering van de recreatiemogelijkheden voorziet het<br />
toekomstperspectief dan ook in een uitbreiding van het wegen- en padenstelsel en een<br />
doelgerichte koppeling met aangrenzende woonwijken. Bijzondere verbeteringen zijn o.a.:<br />
• de uitbreiding van het fietspadenstelsel (omvang na herinrichting ca. 11,5 km)<br />
• de uitbreiding van wandelroutes (omvang na de herinrichting ca. 17 km)<br />
• de aanleg van ruiterpaden in een omvang van 12 km, waarbij de bestemmingsregeling<br />
mogelijk maakt deze geheel of gedeeltelijk ook voor de mensport te gebruiken<br />
• de realisatie van een “cultuurhistorische route” door Potteveen en Wilsveen<br />
• de aanleg van paden in het bergingsgebied, die in het geval van calamiteiten tijdelijk<br />
onder water kunnen komen te staan<br />
• specifieke voorzieningen zoals laarzenpaden, vlonderbruggen of een trekpontje<br />
• de inrichting van de Hoogeveenseweg als route binnen een groter recreatief netwerk<br />
• de fiets- en wandelmogelijkheden op de kaden rondom de berging,<br />
• recreatieroutes op cq. evenwijdig aan de Landscheiding (met koppelingsmogelijkheden<br />
richting Roeleveen) en<br />
• de bruggen van en naar vaste oversteekplaatsen bij Leidschenveen.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 53
De droge delen in het bergingsgebied worden volgens het plan ingericht als struinnatuur.<br />
Moeraszones en rietkragen zullen hier worden afgewisseld met “vloedzones” of permanent<br />
droge delen met ruigte en struweelbeplanting. Door deze van nature slecht toegankelijke delen<br />
ontstaat een zonering met een aantal, beschermde rustige plandelen waar de natuur<br />
ongestoord haar gang kan gaan.<br />
Voor de bestaande golfbaan in Roeleveen voorziet het toekomstperspectief in mogelijkheden tot<br />
een beperkte uitbreiding aan de zuidwestzijde van het golfterrein. Het betreft hier een beperkte<br />
uitbreiding t.b.v. de reeds bestaande 18-holes baan die eventueel met enkele oefenholes voor<br />
beginners zal worden gecompleteerd. Welke concrete inrichting hierbij zal worden gekozen was<br />
tijdens de uitwerking van het bestemmingsplan nog onduidelijk. Hoe dan ook zullen bij de<br />
detaillering de “groenvoorschriften” in acht moeten worden genomen zoals die in dit<br />
bestemmingsplan zijn vastgelegd.<br />
Recreatie met gebouwde voorzieningen<br />
Rekening houdend met de aanhoudende vraag naar recreatieve voorzieningen vanuit de<br />
aangrenzende stadswijken biedt het inrichtingsvoorstel voor de Nieuwe Driemanspolder ruimte<br />
voor recreatievoorzieningen gericht op de natuur- en landschapsbeleving. Denkbaar zijn o.a.:<br />
• voorzieningen t.b.v de natuurobservatie<br />
• scouting- of adventureterreinen<br />
• een roeiboten- of kanoverhuur en<br />
• een enkele horecavoorziening.<br />
De hiervoor genoemde voorzieningen kunnen in de toekomstige structuur van bosschages,<br />
houtwallen en eilanden net zo worden ingepast als de beperkte uitbreiding van de bestaande<br />
golfbaan in Zoetermeer. Om de neveneffecten op het vlak van verkeer (doorsnijding en<br />
parkeerdruk) zo veel mogelijk te beperken wordt het merendeel van deze voorzieningen langs<br />
een centrale ontsluitingszone geconcentreerd, die het gebied vanaf de N 469 toegankelijk<br />
maakt. De parkeerdruk zal daarbij worden opgevangen op parkeerplaatsen voor de<br />
voorzieningen zelf en op openbaar toegankelijke parkeerplaatsen.<br />
In de bebouwingslinten kan vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing ook voor recreatieve<br />
doeleinden worden ingericht, mits het een functie betreft waarvan de verkeersaantrekkende<br />
werking zich verhoudt tot de functie van de ontsluitende wegen. Naast bovengenoemde<br />
functies, wordt daarbij vooral gedacht aan logies- en paardensportvoorzieningen.<br />
Verblijfsrecreatie<br />
Ter bevordering van de natuur- en landschapsbeleving biedt het inrichtingsvoorstel voor de<br />
lange termijn ook de mogelijkheid voor een camping in een omvang van maximaal 3 ha en 90<br />
standplaatsen. Een dergelijke normering is vergelijkbaar met de richtlijnen voor natuur- en<br />
landschapscampings in Nederland en zal samen met de toekomstige inrichting goede<br />
randvoorwaarden bieden aan een gebiedsondersteunende functie, die eveneens in de nabijheid<br />
van de centrale ontsluiting gesitueerd zal worden. De inrichting van het terrein zal net als de<br />
overige delen van het parklandschap zijn gericht op een doelgroep die van de natuur, rust en<br />
ruimte in de Nieuwe Driemanspolder wil genieten. Auto’s mogen (behalve dan voor laden en<br />
54<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
lossen) niet bij het kampeermiddel worden geplaatst. Een dergelijke camping biedt naast<br />
douches geen luxe voorzieningen. Buiten het seizoen is niet of nauwelijks te zien dat hier<br />
tijdelijk mogelijkheden bestaan voor een verblijfsvoorziening in het groen.<br />
Een tweede vorm van verblijfsrecreatie kan voorkomen in de oude bebouwingslinten van de<br />
Stompwijkseweg, Wilsveen en Voorweg. Hier kan behoefte bestaan om in vrijkomende<br />
agrarische bebouwing mogelijkheden te bieden voor logiesbedrijven (zie de reeds bestaande<br />
Groene Hart logiesbedrijven in de directe en wijdere omgeving van het plangebied). Het betreft<br />
hierbij dus overnachtingsmogelijkheden in de vorm van bijvoorbeeld bed & breakfastaccommodaties<br />
in vrijkomende of te vervangen agrarische bebouwing, die per saldo geen<br />
toename van de bebouwing in het plangebied tot gevolg mogen hebben en die tevens niet tot<br />
onaanvaardbare verkeershinder mogen leiden<br />
Recreatief knooppunt<br />
De toegang tot de Nieuwe Driemanspolder als geheel is gesitueerd bij de splitsing van de<br />
Kostverlorenweg en de Stompwijkseweg. De Kostverlorenweg heeft primair een ontsluitende<br />
functie, de Stompwijkseweg is zeer geschikt als recreatieve route waarin de elementen, die<br />
typisch zijn voor dit deel van het landelijk gebied, als recreatieve (belevings)activiteit benadrukt<br />
kunnen worden. Het gaat daarbij om elementen als bruggetjes, molens, ‘binnenkijken’ bij<br />
boeren, e.d. Voor het landelijk gebied als geheel, maar ook voor de Nieuwe Driemanspolder als<br />
onderdeel daarvan, wordt niet alleen ingezet op consolidatie en bescherming van de agrarische<br />
functie, maar ook op een versterking van de mogelijkheden voor recreatief (mede)gebruik in<br />
relatie tot de natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen en kanovaren.<br />
De kernkwaliteiten van het landelijk gebied, en daarmee ook van de Nieuwe Driemanspolder,<br />
worden gekenmerkt door rust en ruimte, de ruimtelijke kwaliteit van het gebied wordt bepaald<br />
door de (aan- en afwezigheid van) bebouwing, beplanting, het gebruik van het landschap en de<br />
tussen deze elementen bestaande structuren. Deze kernkwaliteiten mogen niet worden<br />
verstoord door een intensivering van doorgaande en/of bedrijfsgerelateerde verkeersstromen,<br />
her en der geparkeerde auto’s en andere ontwikkelingen die het gebied juist onaantrekkelijk<br />
maken voor langzaam verkeer resp. de beleving van de schoonheid en de kernkwaliteiten van<br />
het gebied belemmeren.<br />
Aan de instandhouding en verdere versterking van deze kernkwaliteiten kan een bijdrage<br />
worden geleverd door de stedelijke recreant, die van de gebiedstypische kwaliteiten wil<br />
genieten, te ontvangen op een zgn. recreatief knooppunt: een centrale, goed ontsloten locatie<br />
met parkeer- en andere voorzieningen ten behoeve van de recreant. Vanuit een dergelijk<br />
recreatief knooppunt betreden recreanten wandelend, fietsend, kanoënd of op andere passende<br />
wijze het gebied zelf. Op deze manier worden recreanten in de gelegenheid gesteld te genieten<br />
van het landschap met zijn kernkwaliteiten, terwijl rust en ruimte in het gebied behouden blijven.<br />
De groenzone in de ‘driehoek’ tussen de Kostverlorenweg en de Stompwijkseweg zou voor het<br />
realiseren van een dergelijk recreatief knooppunt een passende locatie kunnen zijn. Nader<br />
onderzoek in samenhang met de definitieve inrichting van het plangebied is nodig.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 55
5.4 Economische ontwikkelingen<br />
De belangrijkste economische activiteit in het plangebied bestaat zoals in hoofdstuk 4 reeds is<br />
aangegeven uit de landbouw. De verwachting is dat een deel van deze bedrijven van functie zal<br />
gaan veranderen, waarbij de individuele bedrijfssituatie bepalend is voor het nieuwe<br />
toekomstperspectief. Met de nieuwe ontwikkelingen zal hieromtrent een functiewijziging<br />
mogelijk worden gemaakt die geen negatieve landschappelijke, bouwkundige, verkeers- of<br />
milieukundige effecten met zich mee brengt en die in de lijn ligt van provinciaal beleid t.a.v.<br />
functiewijziging of functiebeëindiging van agrarische bedrijven.<br />
Het beleid t.a.v. de overige meer specifieke bedrijven is erop gericht de huidige planologische<br />
regelingen te conserveren of waar gewenst te extensiveren (door gebruik te maken van de in dit<br />
plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid). Van bijzonder belang hierbij is het uitgangspunt, dat<br />
de functieverandering niet mag leiden tot een toename van de netto-bebouwing zoals die ten<br />
tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan reeds bestond, en dat zij geen<br />
negatieve effecten mag hebben op het gebied van verkeer en milieu.<br />
Nieuwe bedrijfsmatige activiteiten blijven voor zo ver zij worden toegestaan beperkt tot<br />
recreatieactiviteiten en zij zijn gericht op de natuur- en landschapsbeleving. Hieronder vallen<br />
dus ook de eerdere genoemde opties voor een botenverhuur, (ondersteunende) horeca of een<br />
beperkte, extensieve kampeervoorziening.<br />
5.5 Verkeer en vervoer<br />
De verwachting bestaat dat de verkeersaantrekkende werking van het plangebied door de<br />
herinrichting licht zal toenemen. Dit betekent echter niet dat hierdoor ook de<br />
verkeersintensiteiten in de drukste uren van de dag verder zullen toenemen. In tegendeel:<br />
volgens de Milieueffectrapportage moet ervan worden uitgegaan, dat een hoge verkeersdruk<br />
door recreatieverkeer vooral op dagdelen moet worden verwacht die buiten de zogenaamde<br />
spitsuren voor woon-werkverkeer liggen. Door deze spreiding zullen de verkeersintensiteiten op<br />
de hoofdroutes (de Zoetermeerse Rijweg en de as Kostverlorenweg - Wilsveen - Voorweg)<br />
tijdens de gewoonlijk drukste dagdelen geen significante of schokkende wijzigingen ondergaan.<br />
Tijdens de periode met veel recreatieverkeer zal gedurende de maatgevende uren (vanaf 10.00<br />
uur in de ochtend) rekening moeten worden gehouden met een hogere recreatiedruk.<br />
Aangezien er geen strand in het gebied is voorzien geldt de bovengrens van het aantal<br />
autoverplaatsingen die in het MER is berekend op ca. 240 verplaatsingen in het drukste uur op<br />
basis van 4.900 recreanten op een topdag. Dit is een weekenddag met mooi weer en op deze<br />
dag zijn de intensiteiten op de N469 beperkt. Hierdoor heeft de realisatie van de Nieuwe<br />
Driemanspolder geen negatieve effecten op de verkeersafwikkeling in de omgeving. Deze<br />
schatting is echter nogal aan de hoge kant, aangezien er voor recreatieve verplaatsingen<br />
(toeren/wandelen) in deze regio een autogebruik 4 geldt van ca. 25%, terwijl is uitgegaan een<br />
maximaal scenario waarin 95% per auto komt.<br />
4<br />
Bron: CBS Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG), 2000<br />
56<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Ontsluiting<br />
- Auto<br />
De N469 is de belangrijkste ontsluitingsweg langs de Nieuwe Driemanspolder en zal met de<br />
Wilsveen en de Voorweg moeten zorgen voor ontsluiting van het recreatiegebied. Met aan de<br />
westkant van de N469 Leidschenveen / Den Haag en aan de oostkant Zoetermeer is dit in de<br />
spitsperiodes een weg die zwaar belast is. Aangezien een recreatiegebied de meeste<br />
bezoekers trekt op weekenddagen, zal de verkeersafwikkeling in de omgeving van het<br />
recreatiegebied geen probleem zijn.<br />
- Langzaam verkeer<br />
Zoals in hoofdstuk 4 is gebleken zijn in het plangebied reeds fietspaden of fietsstroken<br />
aanwezig op respectievelijk de N469, Veenweg, Kostverlorenweg, Wilsveen en Voorweg. Deze<br />
fietsroutes zijn onderdeel van het recreatief hoofdroutenetwerk, die deels onderdeel uitmaken<br />
van het routenetwerk van het stadsgewest Haaglanden. Het bestaande netwerk zal daardoor<br />
uitgebreid worden met routes langs de randen van de toekomstige waterberging, delen van de<br />
Landscheiding en delen van het Zoetermeerse parklandschap.<br />
Het is aannemelijk dat de uitbreiding van het padenstelsel een verplaatsing van het fiets- en<br />
wandelverkeer tot gevolg heeft van het huidige routenetwerk naar de rustiger en aantrekkelijk<br />
gelegen nieuwe fietspaden. De verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers zal derhalve<br />
gaan toenemen. Daarnaast worden er speciale ruiterpaden aangelegd en worden enkele<br />
fietspaden geschikt gemaakt voor medegebruik door skeelers.<br />
- Openbaar vervoer<br />
Voor openbaar vervoer geldt dat er in de omgeving van de Nieuwe Driemanspolder drie stations<br />
zijn gelegen die deel uitmaken van Randstadrail, namelijk Leidschenveen, Forepark en<br />
Voorweg. Deze stations hebben echter een te grote loopafstand tot het recreatiegebied om voor<br />
een goede ontsluiting te zorgen. Daarnaast is er sprake van busdiensten via de N469 en<br />
Leidschenveen, maar ook hier is ten tijde van de planvoorbereiding nog sprake van een grote<br />
loopafstand naar de Nieuwe Driemanspolder. Uit oogpunt van een goede OV-ontsluiting zijn<br />
derhalve extra trein- of bushaltefaciliteiten gewenst die dichter bij het plangebied zijn gelegen<br />
dan de thans beschikbare voorzieningen.<br />
- Parkeren<br />
In de MER wordt aangegeven dat er op een topdag ca. 4.900 recreanten worden verwacht. Er<br />
van uit gaande dat deze op een topdag circa 6 uur in het gebied blijven, levert dit bij een<br />
gemiddelde autobezetting van 2,5 een behoefte aan min. 245 parkeerplaatsen op. Ter<br />
regulering van deze recreatiedruk zullen deze parkeervoorzieningen op de eerste plaats vlak bij<br />
de toegang tot het droge plandeel langs de N-469 worden aangelegd. Om negatieve visuele<br />
neveneffecten van de parkeerterreinen te voorkomen dienen deze in houtwallen te worden<br />
ingepast, aan weerskanten van de centrale ontsluiting in het parklandschap van Zoetermeer.<br />
Daarnaast wordt voorzien in parkeerplaatsen bij:<br />
• de Kostverlorenweg (toegang tot de Nieuwe Driemanspolder als geheel en mogelijk<br />
vertrekpunt of tussenstop van een nieuwe “cultuurhistorische route”)<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 57
• de begraafplaats van Wilsveen (toegang tot het <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong>se deel van de<br />
waterberging) en<br />
• twee toegangsmogelijkheden vanaf de Voorweg in Zoetermeer (een en ander in<br />
combinatie met recreatievoorzieningen in de lintbebouwing).<br />
Met een dergelijke opzet wordt het parkeren in hoofdzaak geconcentreerd bij de belangrijkste<br />
entree naar het plangebied en de hier denkbare recreatieve voorzieningen. De overige<br />
parkeerdruk wordt evenwichtig gespreid opgevangen bij de secundaire toegangen tot het<br />
plangebied in het Wilsveen en aan de Voorweg (voor een meer gedetailleerde toelichting op de<br />
opvang van de parkeerdruk wordt hier kortheidshalve verwezen naar de parkeerbalans in<br />
bijlagen van dit bestemmingsplan).<br />
5.6 Milieuaspecten<br />
Milieuhinder door bedrijven<br />
Ten aanzien van de milieutechnische aspecten kan worden geconcludeerd dat de herinrichting<br />
van de Nieuwe Driemanspolder geen ingrijpende veranderingen op milieuhygiënisch vlak met<br />
zich meebrengt. Het aantal milieuhinderlijke voorzieningen of bedrijven zal door de herinrichting<br />
niet toenemen maar eerder verminderen (i.v.m. met eventuele bedrijfsbeëindigingen of<br />
functiewijzigingen naar woondoeleinden of bedrijfsactiviteiten met een lagere milieu –<br />
hindercategorie).<br />
Externe veiligheid<br />
Van wezenlijk belang is evenwel de externe veiligheid in het plangebied, te weten de mate van<br />
veiligheid of risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen als<br />
vuurwerk, LPG en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen.<br />
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die<br />
een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein. Het gaat daarbij onder meer om<br />
bedrijven die onder het Brzo vallen, LPG-tankstations, opslagplaatsen (PGS),<br />
ammoniakkoelinstallaties en spoorwegemplacementen. Op grond van het Bevi zijn in de<br />
Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) voor een aantal bedrijfscategorieën (LPGtankstations,<br />
ammoniakkoelinstallaties, opslagplaatsen) vaste veiligheidsafstanden opgenomen.<br />
In het plangebied bevinden zich geen voorzieningen van inrichtingen waarop het Bevi van<br />
toepassing is. Aan de Voorweg in Zoetermeer bevindt zich echter wel een LPG-tankstation. Van<br />
dit LPG-tankstation is de gemiddelde jaaromzet niet in de milieuvergunning vastgelegd. Dit<br />
heeft als gevolg dat het risico van het tankstation niet kan worden vastgesteld. Verder is er aan<br />
de <strong>Leidschendam</strong>seweg (ongeveer ten hoogte van de rotonde) een ander LPG-tankstation<br />
gepland. Wanneer deze inrichting daadwerkelijk gerealiseerd wordt, is echter nog niet bekend.<br />
Het bestaan of de realisatie van deze voorzieningen heeft voor de herinrichting geen<br />
belemmerende consequenties. De met de voorzieningen verbonden risico’s zijn dermate laag<br />
dat in de directe omgeving daarvan geen andere bestemmingen of inrichtingsmaatregelen<br />
hoeven te worden gekozen dan oorspronkelijk al was voorzien.<br />
58<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Verder wordt erop gewezen dat alle rijkswegen en de meeste provinciale wegen zijn<br />
aangewezen als route voor gevaarlijke stoffen. <strong>Gemeente</strong>n mogen voor de zogenaamde<br />
routeplichtige stoffen gemeentelijke wegen binnen hun grenzen aanwijzen waarover deze<br />
gevaarlijke stoffen mogen worden vervoerd. De gemeente Zoetermeer heeft een dergelijke<br />
route gevaarlijke stoffen niet vastgesteld wat tot gevolg heeft dat het vervoer van gevaarlijke<br />
stoffen in principe altijd via de snelste weg moet gebeuren. Gezien de ligging van het<br />
plangebied en de daarin gelegen wegen is het niet aannemelijk dat het transport van gevaarlijke<br />
stoffen grote veiligheidsrisico’s, en daarmee ruimtelijke consequenties, met zich mee zal<br />
brengen.<br />
Overige beperkingen<br />
Ten aanzien van het leidingenstelsel in het plangebied kan worden geconstateerd dat van deze<br />
leidingen geen veiligheidsrisico uitgaat. De planvorming wordt hierdoor echter wel enigszins<br />
belemmerd. Met name de grote transportleidingen voor water, gas en rioolwater vragen om een<br />
inrichting die het functioneren en de veiligheid van de bewuste leidingen kan garanderen. De<br />
ruimtelijke inrichting van de Nieuwe Driemanspolder is derhalve op onderdelen afgestemd op de<br />
geografische spreiding van de leidingen en het waarborgen van een goede bereikbaarheid<br />
ervan.<br />
Voor elk leidingentype geldt een separate beschermingszone waarbinnen in principe niet<br />
gebouwd mag worden en waar de belangen van de leidingenbeheerder prevaleren boven<br />
andersoortige belangen. Daarnaast is voor elke leiding en specifieke toetsingszone van<br />
toepassing. In deze zone mag de gebruikersintensiteit op basis van het beoogde grondgebruik<br />
niet hoger zijn dan volgens de beheersnormen of drempelwaarde die door de betreffende<br />
beheerder wordt gehanteerd. Omdat in het plangebied echter geen sprake zal zijn van<br />
nieuwbouw of hoge gebruikersintensiteiten in de betreffende zones, heeft deze regelgeving<br />
geen negatieve consequenties voor de inrichtingsprincipes en voorstellen zoals die tot op heden<br />
zijn ontwikkeld.<br />
Met betrekking tot milieuhygiënische aspecten in het plangebied is tijdens de voorbereiding van<br />
onderhavig bestemmingsplan verschillende keren onderzoek verricht naar de randvoorwaarden<br />
die voor de toekomstige ontwikkeling van toepassing zijn. Specifieke onderzoeken hebben<br />
plaatsgevonden m.b.t. aspecten verkeersintensiteit, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid.<br />
Geen van de onderzoeken heeft aanleiding gegeven tot een fundamentele wijziging van de<br />
inrichtingsprincipes zoals die mede onder invloed van de MER - procedure en een aantal<br />
thema-avonden zijn ontwikkeld.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 59
Fig. 6.1 Uittreksel plankaart<br />
60<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
HOOFDSTUK 6<br />
JURIDISCHE ASPECTEN<br />
6.1 Gekozen planvorm<br />
Het bestemmingsplan is gericht op functiewijziging van de Nieuwe Driemanspolder. Met de<br />
functiewijziging worden mogelijkheden gecreëerd voor ontwikkeling van natuur en recreatie voor<br />
het omliggende stedelijke gebied, waarmee ook de ecologische en recreatieve verbindingen<br />
met de omgeving worden verbeterd. Tevens wordt beoogd een bijdrage te leveren aan het<br />
realiseren van een duurzaam watersysteem door het creëren van mogelijkheden voor seizoensen<br />
piekberging. Bij de functiewijziging wordt rekening gehouden met de bestaande<br />
landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Met de functiewijziging wordt de kwaliteit van<br />
de Nieuwe Driemanspolder als buffer tussen de verstedelijking versterkt en blijvend<br />
gewaarborgd. Samengevat voorziet het bestemmingsplan voor de Nieuwe Driemanspolder in<br />
drie doelen:<br />
• vergroting van ecologische (natuur) waarden en versterken van de ecologische<br />
(natuur)verbindingen;<br />
• vergroting van recreatieve waarden en versterken van de recreatieve verbindingen;<br />
• bijdrage aan realisatie van duurzame waterhuishouding, in de vorm van seizoens- en<br />
piekberging.<br />
Het plan is ontwikkelingsgericht en verschaft daarmee het noodzakelijke juridisch<br />
instrumentarium om uitvoering mogelijk te maken (onteigeningstitel). De gewenste<br />
ontwikkelingen zijn vastgelegd op de plankaart in de vorm van bestemmingen of aanduidingen<br />
en in voorschriften in de vorm van bebouwingsvoorschriften en gebruiksbepalingen. Naast een<br />
programmafunctie vervult het bestemmingsplan ook een belangrijke beheersfunctie voor het<br />
gebied door in de eerste plaats als toetsingskader te fungeren voor bouwplannen (via de<br />
bouwvergunning) en in aangegeven gevallen voor andere werkzaamheden (via<br />
aanlegvergunningen). In de tweede plaats wordt de beheersfunctie ingevuld door bindende<br />
voorschriften voor het gebruik van gronden en opstallen.<br />
De juridisch-planologische regeling van dit bestemmingsplan geschiedt conform de gangbare<br />
bestemmingsplannormen (Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (IMRO2008), Standaard<br />
Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP 2008)) en standaarden voor digitaal uitwisselbare<br />
ruimtelijke plannen (DURP). De plandocumenten omvatten de bindende planstukken, te weten<br />
de voorschriften en de plankaart, en de onderbouwende of toelichtende planstukken (de<br />
toelichting en andere onderzoeken). De voorschriften en de plankaart bevatten een juridische<br />
vertaling van de beleidsvoorwaarden vanuit de hogere overheden enerzijds (zie hoofdstuk 3) en<br />
van het beoogde ruimtelijke toekomstperspectief anderzijds (zie hoofdstuk 5). De bindende<br />
planstukken worden nader onderbouwd met:<br />
• de toelichting op de plankaart en voorschriften<br />
• het besluit Hogere Grenswaarde conform de Wet geluidhinder en<br />
• nadere onderzoeken t.b.v. specifieke beleidsaspecten op het vlak van groen, water,<br />
verkeer, milieu, bodem en archeologie, luchtkwaliteit en externe veiligheid<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 61
6.2 Inleidende regels<br />
De artikelen 1 en 2 omvatten alle gebruikelijke bepalingen en definities, die van belang zijn voor<br />
de toepassing van zowel de bestemmingsregels als de dubbelbestemmingen en algemene<br />
regels. Zodoende hebben zij een zekere betekenis voor de handhaving van de voorschriften en<br />
de hierin bepaalde eisen ten behoeve van bijvoorbeeld de landschappelijke karakteristiek,<br />
monumentale of cultuurhistorische waarde etc.<br />
6.3 Bestemmingsregels<br />
“Agrarisch”<br />
Deze bestemming omvat gronden die worden gebruikt voor de uitoefening van respectievelijk<br />
een agrarisch bedrijf, een bedrijf voor de teelt van bomen of een paardenhouderij. De<br />
ontwikkelingsmogelijkheden van deze bedrijven worden met name bepaald door het per bedrijf<br />
bepaalde bouwvlak en de bebouwingsregels en gebruiksbepalingen voor deze bestemming. Bij<br />
het bepalen van de bouwblokken is nadrukkelijk rekening gehouden met de ter plaatse<br />
aanwezige landschappelijke waarden en met eventueel aanwezige burgerwoningen in de<br />
nabijheid van de betreffende bedrijven alsmede de impact op het landschapsbeeld.<br />
Voor deze gronden geldt, dat in het geval van specifieke waarden deze gehandhaafd resp.<br />
beschermd dienen te worden. Hierbij kan het gaan om cultuurhistorische waarden,<br />
monumentale waarden van een gebouw respectievelijk onderdelen van de bebouwing, de<br />
karakteristieke opzet van de bebouwingsstructuur, waardevolle erfbeplanting, gebiedstypische<br />
ontsluiting, de situering van bebouwing ten opzichte van haar omgeving, een kavelstructuur etc.<br />
In het plangebied zijn in de oude lintbebouwing paardenhouderijen gelegen. Conform de<br />
systematiek SVBP 2008 zijn deze bedrijven voorzien van de bestemming “Agrarisch -<br />
Paardenhouderij”. Omdat deze functie past bij de wens tot versterking van het recreatieaanbod<br />
binnen het plangebied zijn deze bedrijven positief bestemd.<br />
Voor alle bedrijven geldt, dat de toegestane bedrijfsbebouwing doorgaans één bedrijfswoning<br />
per bedrijf omvat en dat de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en bouwwerken, geen gebouw<br />
zijnde, waaronder voeder- en mestsilo’s geconcentreerd dienen te worden binnen hiervoor<br />
aangewezen bouwblokken. De onbebouwde terreinen mogen, mits van ondergeschikte<br />
betekenis, worden gebruikt voor extensieve recreatie en agrarische activiteiten in de<br />
hobbysfeer. Dit betekent dat vormen van dagrecreatie zijn toegestaan, en dat dieren anders dan<br />
vanuit bedrijfsmatig oogpunt kunnen worden gehouden.<br />
Om de landschappelijke waarde van het gebied te beschermen is in de planstukken van dit<br />
bestemmingsplan een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. Bij het beoordelen van een<br />
aanvraag voor een aanlegvergunning dient een afweging plaats te vinden tussen de<br />
(agrarische) belangen die gediend zijn bij het uitvoeren van de activiteiten en de effecten<br />
daarvan op het landschap, de natuur of de water- en bodemhuishouding.<br />
62<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
De beoogde transformatie van de Nieuwe Driemanspolder zal tot gevolg hebben dat het<br />
agrarisch gebied aan de landbouw wordt onttrokken. Bij de bedrijven die voor de agrarische<br />
bedrijfsvoering in belangrijke mate zijn aangewezen op de gronden in de Nieuwe<br />
Driemanspolder zal waarschijnlijk een functieverandering optreden. Ten einde op deze situatie<br />
te kunnen inspelen is een reeks van wijzigingsbevoegdheden opgenomen gericht op de<br />
toekenning van een nieuwe hoofdfunctie in het geval van de beëindiging van de oude<br />
bedrijfsactiviteiten. Tot de wijzigingsopties behoren de volgende functies of bestemmingen:<br />
• wonen;<br />
• dagrecreatieve bestemmingen<br />
• verblijfsrecreatieve bestemmingen van in omvang extensieve aard en<br />
Waar zich een dergelijke functieverandering voordoet, zal herbouw moeten worden gericht op:<br />
• het hergebruik van cultuurhistorisch relevante gebouwen<br />
• herbouw in gebiedstypische hoofdvormen en binnen een eerder aangewezen bouwvlak<br />
• herbouw bij voorkeur op locaties waar eerder (bedrijfs)gebouwen hebben gestaan<br />
• herbouw gerelateerd aan kavelkenmerken (hoofdrichting van de kavel, mate van<br />
openheid en ligging t.o.v. de ontsluitingsweg) en<br />
• handhaving van bestaande zichtlijnen en open ruimte in de huidige lintbebouwing.<br />
Uitgangspunt voor een bedrijfsmatige functieverandering is, dat bedrijven toelaatbaar zijn die<br />
niet milieuhinderlijk zijn voor de nabij gelegen (woon)bestemmingen. In dit verband zijn<br />
uitsluitend bedrijven toelaatbaar die voorkomen in de categorieën 1 of 2 van de staat van<br />
inrichtingen. De staat van inrichtingen is afkomstig uit de brochure van de Vereniging van<br />
Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n “Bedrijven en Milieuzonering’. Bij milieuzonering wordt er vanuit<br />
gegaan dat tussen een milieugevoelige bestemming (wonen) en een milieubelastende<br />
bestemming (bedrijf) op grond van de verste afstandsafhankelijke milieubelasting een bepaalde<br />
ruimte moet worden aangehouden om een zo goed mogelijk klimaat voor beiden te scheppen.<br />
Bij alle genoemde wijzigingsbevoegdheden voor nieuwe functies geldt:<br />
• de noodzaak tot functieverandering dient voort te vloeien uit de transformatie van de<br />
Nieuwe Driemanspolder<br />
• het gaat om functies die geen noemenswaardige milieuhinder veroorzaken en geen of<br />
weinig verkeer aantrekken<br />
• gestreefd wordt naar sloop van overtollige bedrijfsbebouwing, met uitzondering van<br />
bestaande monumenten en karakteristieke gebouwen en<br />
• de hergebruiksactiviteit dient landschappelijk te worden ingepast.<br />
“Agrarisch met waarden”<br />
Deze bestemmingen omvatten gronden die worden gebruikt voor de teelt of het voortbrengen<br />
van gewassen en de teelt of het houden van vee. Voor deze gronden geldt, dat in het geval van<br />
specifieke waarden deze gehandhaafd resp. beschermd dienen te worden. Hierbij kan het gaan<br />
om cultuurhistorische waarden, monumentale waarden van een gebouw respectievelijk<br />
onderdelen van de bebouwing, de karakteristieke opzet van de bebouwingsstructuur,<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 63
waardevolle erfbeplanting, gebiedstypische ontsluiting, de situering van bebouwing ten opzichte<br />
van haar omgeving, een kavelstructuur etc.<br />
Ten aanzien van de bestemming “Agrarisch met waarden” wordt in de plandelen van de<br />
gemeente <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong> een onderscheid gemaakt tussen terreinen met<br />
“landschapswaarden” en terreinen met “natuur- en landschapswaarden”.<br />
Bestemming / nadere aanduiding<br />
Andere werken en<br />
werkzaamheden¹<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />
Agrarisch o o x x x o o x x o<br />
Agrarisch, paardenhouderij resp. bomenteelt o o x x x o o x x o<br />
Agrarisch met waarden - Agr. functie m. landschapswaarden x x x x x o o x x o<br />
Agrarisch met waarden - Agr. functie m. natuur- en landschapswaarden x x x x x x x x x o<br />
Bos x x x x x x x x x x<br />
Bos, boomteelt x x x x o x x o x x<br />
Groen x x x x x x x x x x<br />
Leiding x x x x x x x x x x<br />
Vrijwaringszone - Molenbiotoop o o o x o o o x o o<br />
Waterstaat - Waterkering x x x x x x x x x x<br />
x = aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
o = niet-aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
¹Andere werken en werkzaamheden:<br />
1. het aanleggen en verharden van wegen en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;<br />
2. het verlagen van de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden<br />
3. het aanleggen en dempen van watergangen, sloten, weidegreppels en andere waterpartijen<br />
4. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de<br />
daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;<br />
5. het vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen die<br />
de dood of ernstige beschadiging tot gevolg hebben of kunnen hebben, met uitzondering van het vellen,<br />
rooien of beschadigen van fruitbomen en het periodiek afzetten van hakhout;<br />
6. diepploegen, d.w.z. het extra diep omploegen van de gronden waarbij de kruidlaag volledig wordt<br />
omgeploegd (0,4 meter of meer diep);<br />
7. werken of werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of tot gevolg<br />
hebben, zoals uitdiepen of draineren;<br />
8. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder tevens begrepen het telen en<br />
kweken van bomen heesters (inclusief fruitbomen en boomgaarden);<br />
9. het (chemisch) scheuren van grasland, anders dan voor graslandverbetering;<br />
10. het onttrekken van grondwater, anders dan ten behoeve van de veedrenking.<br />
Fig. 6.2: Overzicht aanlegvergunningenstelsel<br />
64<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
De belangrijkste reden hiervoor is het verschil in betekenis van de betreffende gebieden voor de<br />
weidevogelpopulatie in de rechtstreekse omgeving van de Nieuwe Driemanspolder.<br />
Om de landschappelijke waarde van het gebied te beschermen is in de planstukken van dit<br />
bestemmingsplan ook voor deze bestemming een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. Bij<br />
het beoordelen van een aanvraag voor een aanlegvergunning dient een afweging plaats te<br />
vinden tussen de (agrarische) belangen die gediend zijn bij het uitvoeren van de activiteiten en<br />
de effecten daarvan op het landschap, de natuur of de water- en bodemhuishouding. Deze<br />
mogen niet onevenredig worden aangetast.<br />
Een aanlegvergunning is echter niet nodig voor activiteiten, die behoren tot het normale<br />
onderhoud, gebruik en beheer. Hieronder valt bijvoorbeeld het opschonen van waterlopen en<br />
waterpartijen. Verder is geen vergunning nodig voor activiteiten, die op het tijdstip van de<br />
inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd<br />
krachtens een voor dat tijdstip geldende, dan wel aangevraagde vergunning. Daarnaast is geen<br />
aanlegvergunning nodig voor activiteiten, die plaatsvinden binnen het bouwvlak of die nodig zijn<br />
voor de bescherming of instandhouding van de aangrenzende waterkering.<br />
“Bedrijf”<br />
Gronden binnen de plangrenzen waarop een bedrijf wordt uitgeoefend zijn in dit plan bestemd<br />
als “Bedrijf - B” met een nadere aanduiding voor de bijbehorende hoofdfunctie. Voor alle<br />
bedrijven geldt een vergelijkbare bebouwingsregeling als voor andere “bedrijfsmatige”<br />
bestemmingen (zoals paardenhouderijen en horeca). Ook hier worden de ontwikkelingskansen<br />
van de bedrijven bepaald door bebouwings- en gebruiksregels en het, bij elk bedrijf bepaalde<br />
bouwvlak. Deze bouwvlakken zijn bepaald aan de hand van de omvang en de situering van de<br />
bestaande bebouwing, gewenste zichtlijnen op of rond het erf en aan de hand van<br />
randvoorwaarden vanuit de rechtstreekse omgeving (zoals b.v. de situering van een nieuwe<br />
kade). In aanvulling hierop moet worden vermeld dat voor de bedrijven een individueel<br />
bepaalde hindercirkel van toepassing is.<br />
“Bos”<br />
De bestemming “Bos” is toegekend aan een historisch gegroeide houtopstand aan de<br />
Stompwijkseweg die in de loop der tijd een zekere soortenrijkdom heeft ontwikkeld. Op deze<br />
gronden mogen tevens –door middel van een daarop ook gelegde specifieke agrarische<br />
bestemming- boomteeltactiviteiten worden verricht. Deze zijn begrensd overeenkomstig de<br />
feitelijke situatie.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 65
Fig. 6.3:<br />
Uittreksel plankaart<br />
66<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
“Groen”<br />
Deze bestemming omvat gronden voor de natuur- en landschapsontwikkeling en het behoud en<br />
herstel van natuurwaarden van een bovengemeentelijk belang. De betreffende gronden maken<br />
voor een flink deel onderdeel uit van de provinciale ecologische hoofdstructuur en hebben<br />
derhalve een grote (potentiële) ecologische waarde. Binnen deze bestemming is extensieve<br />
recreatie toegestaan in de vorm van routegebonden recreatie zoals wandelen, fietsen, kanoën<br />
etc. en extensieve dagrecreatie gekoppeld aan specifieke voorzieningen van een bescheiden<br />
omvang. De gronden langs de Landscheiding hebben qua ligging, maat en<br />
beheersvoorwaarden naar verwachting de grootste potentie om als ecologische verbinding te<br />
gaan fungeren tussen respectievelijk:<br />
• het Land van Wijk en Wouden (onderdeel van het Nationaal Landschap het Groene Hart)<br />
• de Duivenvoordecorridor, de Vlietzone en het <strong>Leidschendam</strong>merhout<br />
• de stadsparken van Zoetermeer en<br />
• de Groenzone Berkel - Pijnacker (en in het verlengde hiervan het Midden Delfland).<br />
Met het oog op het vorenstaande zijn de betreffende watergangen en eilanden langs de<br />
Landscheiding van een aanduiding / bestemming voorzien die hun ecologische betekenis<br />
onderstreept. De betreffende plandelen kunnen worden voorgedragen voor een herbegrenzing<br />
van het natuurgebiedsbeleidsplan, dat voor gronden elders langs de Landscheiding reeds in<br />
zoekgebieden voor nieuwe natuur voorzag. Deze gronden bleken bij nader inzien minder<br />
geschikt dan op basis van kaartanalyse was verondersteld, hetgeen een herbegrenzing in<br />
aangrenzende, beter geschikte milieus noodzakelijk maakt.<br />
De gronden behorend tot de bestemming Groen zijn voor het overige van bepalingen voorzien,<br />
waarbinnen ook gebouwde voorzieningen zijn toegestaan ten behoeve van extensieve<br />
dagrecreatie zoals een informatiepunt, informatieborden, picknicktafels, ruif etc. Verder zijn op<br />
de plankaart contouren opgenomen waarbinnen parkeerplaatsen mogen worden aangelegd<br />
t.b.v. de opvang van de parkeerdruk. Om de natuur-, ecologische - en landschapswaarden van<br />
het gebied te beschermen is voorts ook een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. Bij het<br />
beoordelen van een aanvraag voor een aanlegvergunning dient een afweging plaats te vinden<br />
tussen de belangen die gediend zijn bij het uitvoeren van de activiteiten en de effecten daarvan<br />
op het landschap en de natuur. De natuur-, ecologische - en landschappelijke waarden mogen<br />
niet onevenredig worden aangetast.<br />
Als door het stellen van voorwaarden aan de vergunning de onevenredige aantasting van deze<br />
waarden kan worden voorkomen, kan de vergunning toch worden verleend. Van belang is dat<br />
geen aanlegvergunning nodig is voor activiteiten, die behoren tot het normale onderhoud,<br />
gebruik en beheer. Hieronder valt bijvoorbeeld het opschonen van waterlopen en waterpartijen.<br />
Verder is geen vergunning nodig voor activiteiten, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van<br />
het bestemmingsplan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat<br />
tijdstip geldende, dan wel aangevraagde vergunning. Daarnaast is geen aanlegvergunning<br />
nodig voor werkzaamheden, die nodig zijn voor het beheer van de waterkering.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 67
Fig. 6.4:<br />
Uittreksel plankaart<br />
68<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
“Horeca”<br />
Bedrijven met een horecafunctie zijn alleen toegestaan binnen de bestemming “Horeca”; een en<br />
ander met in achtneming van onder meer het bepaalde in de Algemene Plaatselijke<br />
Verordening (APV), bijzondere wetten, e.d. . Ook hier geldt dat bebouwing alleen is toegestaan<br />
binnen een op de plankaart opgenomen bouwvlak. Gronden met deze bestemming die buiten<br />
het bouwvlak zijn gelegen, kunnen worden aangewend voor een terras ten behoeve van het in<br />
het bouwvlak gevestigde horecabedrijf.<br />
“Leiding”<br />
In het plangebied zijn verschillende leidingen gelegen met een belangrijke (boven)regionale<br />
functie op het vlak van de energie-, water- en rioolwatervoorziening. De betreffende leidingen<br />
zijn voorzien van de bestemming “Leiding” met een nadere indicatie van de hoofdfunctie van de<br />
leiding, te weten L-G en L-W. Het betreft hierbij een dubbelbestemming die in het geval van een<br />
belangenafweging voorrang heeft boven de eveneens van toepassing zijnde overige<br />
bestemming(en). Binnen deze bestemmingen kunnen bouwwerken worden gebouwd, die<br />
noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de hoofdfunctie. Voor elke leiding is een zogenaamde<br />
veiligheidszone van toepassing, waarbinnen in principe niet gebouwd mag worden. De breedte<br />
van deze zone is afhankelijk van de functie van de leiding en het hieraan gekoppelde<br />
veiligheidsregime. Ter bescherming van de leidingen is tevens een aanlegvergunningenstelsel<br />
van toepassing.<br />
“Maatschappelijk - Begraafplaats”<br />
De binnen de plangrenzen in <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong> gelegen begraafplaats is conform de<br />
SVBP 2008 voorzien van de bestemming “Maatschappelijk - Begraafplaats”. Het betreft hier een<br />
zeer oude begraafplaats met monumentale waarden. Voor deze voorziening wordt een<br />
mogelijkheid tot uitbreiding opgenomen, waardoor de monumentale waarden zelf niet worden<br />
aangetast. Het betreft een uitbreiding aan de zuidzijde op beperkte schaal tot aan de kade van<br />
de toekomstige waterberging.<br />
“Recreatie - Verblijfsrecreatie”<br />
De als zodanig bestemde gronden zijn bedoeld voor de uitoefening van een logiebedrijf in de<br />
lintbebouwing van Wilsveen. Het betreft een voormalig volwaardig agrarisch bedrijf, dat door de<br />
herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder gedwongen is, zijn huidige bedrijfsactiviteiten op te<br />
geven. Het betreft het bieden van logies in maximaal 7 recreatieonderkomens conform de<br />
aanpak van “Groene Hart logies - bedrijven” binnen de bestaande bebouwing resp. in<br />
vervangende bebouwing. De omvang van de huidige bebouwing zal hierdoor gaan<br />
verminderen.<br />
“Verkeer”<br />
De bestemming “Verkeer” wordt toegekend aan alle openbare, verharde wegen en spoorwegen<br />
in het plangebied (in veel gevallen inclusief de bijbehorende bermen). Gronden met de<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 69
estemming “Verkeer” mogen worden gebruikt voor zowel gemotoriseerd verkeer als langzaam<br />
verkeer.<br />
“Water”<br />
Met de bestemming “Water” worden alle binnen de plangrenzen voorkomende watergangen en<br />
waterelementen geregeld, die voor een stabiele waterhuishouding van het plangebied een<br />
centrale afwaterings- of bergingsfunctie vervullen. Voor deze gronden is eveneens een<br />
aanlegvergunningenstelsel van toepassing maar gelden daarnaast nog:<br />
• beschermingszones langs boezemwater<br />
• bepalingen t.b.v. waterkeringen en<br />
• bepalingen van de Keur van het Hoogheemraadschap Rijnland.<br />
“Wonen” en “Wonen - Molen”<br />
Ten behoeve van de woonfunctie zijn in onderhavig bestemmingsplan de bestemmingen<br />
“Wonen” en “Wonen - Molen” opgenomen. Het betreft hierbij grotendeels individuele vrijstaande<br />
woningen, “twee onder één kap-woningen” of clusterbebouwing. Ter bescherming van de<br />
karakteristiek van bestaande en toekomstige bebouwingspatronen dient hier op de eerste plaats<br />
aandacht te worden besteed aan gebiedstypische bouwvormen en het doorgaans toegepaste<br />
bouwprincipe van 1 bouwlaag met een kapverdieping. De woonfunctie zal daarnaast worden<br />
geregeld door aanduidingen op de plankaart en bebouwingsregels die de maat van de<br />
maximaal toelaatbare bebouwing bepalen. Ten aanzien van bijgebouwen voorziet onderhavig<br />
plan in bijgebouwen met een maximale oppervlak van 50 m 2 en een maximale goot- resp.<br />
bouwhoogte van 3,00 m resp. 4,50 m.<br />
De bestemming “Wonen” voorziet behalve in wonen ook in meer algemene zin in de<br />
aanwezigheid van praktijkruimten aan huis en andere ondergeschikte beroeps- of bedrijfsmatige<br />
activiteiten aan huis. Dergelijke praktijkruimten zijn, in de lijn van de jurisprudentie, toegestaan,<br />
zolang de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd.<br />
Met betrekking tot de bestemming “Wonen - Molen” moet erop worden gewezen, dat voor de<br />
handhaving van de windvang van deze molens tevens een zogenaamde molenbiotoop-regeling<br />
van toepassing is. Met deze regelingen worden nadere voorwaarden gesteld aan voorstellen tot<br />
herinrichting binnen de contouren van het “molenbiotoop”.<br />
Voor deze bestemming is tot slot ook relevant dat sommige andere bestemmingen een<br />
bevoegdheid bevatten voor de wijziging van een bedrijfsmatige bestemming in de bestemming<br />
“Wonen”. Waar zich een dergelijke functiewijziging voordoet, zal herbouw moeten worden<br />
gericht op:<br />
• het hergebruik van cultuurhistorisch relevante gebouwen<br />
• herbouw in gebiedstypisch hoofdvormen en binnen een eerder aangewezen bouwvlak<br />
• herbouw bij voorkeur op locaties waar eerder (bedrijfs)gebouwen hebben gestaan<br />
• herbouw gerelateerd aan kavelkenmerken (hoofdrichting van de kavel, mate van<br />
openheid en ligging t.o.v. de ontsluitingsweg)<br />
70<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
• handhaving van bestaande zichtlijnen en open ruimte in de huidige lintbebouwing.<br />
Verder voorzien de bestemmingen in een nadere eisen - regeling met betrekking tot de<br />
ontsluiting van de woonerven, bruggen, erfbeplanting en de verschijningsvorm van bouwwerken<br />
geen gebouwen zijnde (zoals een stolp, hekwerken etc.). Ook hieromtrent bestaat behoefte aan<br />
een gebiedstypische vormgeving die de karakteristiek van de cultuurhistorisch waardevolle<br />
lintbebouwing kan versterken en die recht doet aan de Belvedère-status van het plangebied.<br />
“Waterstaat - Waterberging”<br />
De gronden waaraan de bestemmingen “Water” en “Groen” zijn toegekend, zijn gedeeltelijk ook<br />
voorzien van de bestemming “Waterstaat - Waterberging”. Het betreft hierbij een<br />
dubbelbestemming die in het geval van een belangenafweging voorrang heeft boven de<br />
eveneens van toepassing zijnde bestemming(en) met uitzondering van de bestemming<br />
“Leiding”. In het kader van seizoens- en piekberging kan het waterpeil in het betreffende<br />
gedeelte van de bestemming “Water” tijdelijk worden verhoogd en kunnen de betreffende<br />
gronden met de bestemming "Groen” tijdelijk onderlopen.<br />
“Waterstaat - Waterkering”<br />
De in het gebied gelegen waterkeringen zijn gelegen in de bestemming “Waterstaat -<br />
Waterkering”. Het betreft hierbij een dubbelbestemming die in het geval van een<br />
belangenafweging voorrang heeft boven de eveneens van toepassing zijnde bestemming(en)<br />
met uitzondering van de bestemming “Leiding”. Op de gronden met deze bestemming mag<br />
slechts worden gebouwd voor zover de waterstaatkundige belangen dit gedogen en nadat<br />
hierover advies is gevraagd bij de beheerder van de waterkering.<br />
6.4 Algemene regels, overgangs- en slotregels<br />
Het laatste hoofdstuk bevat een aantal aanvullende bepalingen van algemene aard. Meer<br />
concreet zijn dit:<br />
• een “bestaande maten - regeling”<br />
• de zogenaamde anti - dubbeltelbepaling<br />
• algemene ontheffingsregels<br />
• algemene wijzigingsregels<br />
• procedure- en overgangsbepalingen en<br />
• de slotbepaling.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 71
KOSTENRAMING HERINRICHTING NIEUWE DRIEMANSPOLDER<br />
KOSTENPOST excl. BTW incl. BTW<br />
Opruimwerkzaamheden 830.000 990.000<br />
Grondverzet 10.340.000 12.300.000<br />
Aanleg beplanting / algemene inrichting 1.000.000 1.200.000<br />
Aanleg waterbeheersingswerken algemeen 730.000 860.000<br />
Aanleg recreatieve voorzieningen 5.740.000 6.830.000<br />
Nutsvoorzieningen 580.000 700.000<br />
SUBTOTAAL 19.220.000 22.870.000<br />
Aanleg aanvoerroute Ringvaart - Limietsloot 20.250.000 25.000.000<br />
Aanleg aanvoerroute via Molenvaart 1.780.000 2.200.000<br />
SUBTOTAAL 22.030.000 27.200.000<br />
TOTAAL VAN DE WERKZAAMHEDEN 41.250.000 50.070.000<br />
Fig. 7.1: Uittreksel VO Nieuwe Driemanspolder, DLG 2008<br />
72<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
HOOFDSTUK 7:<br />
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID<br />
7.1 Algemeen<br />
In het voorjaar van 2008 heeft de stuurgroep Nieuwe Driemanspolder (NDMP) ingestemd met<br />
het voorlopig ontwerp (VO) voor de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder en zijn<br />
rechtstreekse omgeving als robuust water-, groen- en recreatiegebied. Het VO bouwt voort op<br />
het conceptinrichtingsplan en de resultaten uit de MER-procedure van 2005, waarbij voor<br />
verschillende onderdelen van de inrichting een nadere detaillering of wijziging heeft<br />
plaatsgevonden. De belangrijkste kostenposten zijn:<br />
• de realisatie van 325 ha aan (natte) natuur, robuust groen en recreatie<br />
• het recreatieve netwerk bestaande uit 11,5 km aan fietsverbindingen,17 km aan<br />
wandelpaden en 12 km aan ruiterpaden<br />
• de herinrichting van Potteveen t.b.v. de afwatering en recreatief medegebruik<br />
• de (seizoens)waterberging in een omvang van ca. 145 ha open water en<br />
• de voorzieningen voor piekwater uit de beheergebieden van de Hoogheemraadschappen<br />
Rijnland en Delfland in een omvang van 2,0 mln. m³.<br />
Ten opzichte van het voorontwerpbestemmingsplan hebben zich bij de uitwerking van het VO<br />
de volgende ingrijpende wijzigingen voorgedaan:<br />
• het waterbergende vermogen van de seizoensberging is met 20 ha toegenomen<br />
• het hiermee gepaard gaande grondverzet is eveneens toegenomen maar kan volgens<br />
thans beschikbare gegevens binnen de kaders van een neutrale grondbalans worden<br />
opgevangen<br />
• de voorzieningen voor de landschapsbeleving zijn aanzienlijk uitgebreid m.n. voor<br />
wandelaars (5 km meer dan in het voorontwerpbestemmingsplan) en<br />
paardensportliefhebbers (12 km nieuw padenstelsel) en<br />
• de omvang aan specifieke voorzieningen zoals bruggen en duikers is door de verruiming<br />
van het padenstelsel en de verdere detaillering van de inrichting eveneens toegenomen.<br />
7.2 De nieuwe kostenraming<br />
De nieuwe kostenraming is opgesteld aan de hand van het voorlopige ontwerp voor de<br />
herinrichting van maart 2008 en houdt rekening met de resultaten uit de milieueffectrapportage<br />
voor de beoogde herinrichting. De totale kosten voor de herinrichting worden thans geraamd op<br />
ca. € 50,1 mln. Deze vallen uiteen in een bedrag van circa € 18,7 mln. voor de seizoensberging<br />
en een bedrag van ca. € 31,4 mln. voor de piekberging. Hierin meegenomen zijn tevens:<br />
• de kosten voor voorbereiding, aanbesteding en toezicht (VAT-kosten)<br />
• reserveringen t.b.v. onvoorziene kostenposten en<br />
• een BTW-percentage van 19%.<br />
Vergeleken met de kostenraming ten tijde van het voorontwerpbestemmingsplan zijn de kosten<br />
voor de aanleg van een robuust groengebied met seizoensberging toegenomen van € 16,5 mln.<br />
in 2005 naar € 18,7 mln. in 2008. Redenen hiervoor zijn de genoemde uitbreiding van het<br />
padenstelsel, het grotere oppervlak aan open water en het hiermee gemoeide grondverzet.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 73
Voor de dekking van de kosten van de seizoensberging zijn in het kader van de planvorming al<br />
op een eerder moment afspraken gemaakt voor een bedrag van in totaal € 16,5 mln. De<br />
betrokken partijen hebben in het kader van bestuurlijk overleg in 2008 aangegeven dat zij de<br />
destijds toegezegde bijdragen zullen gaan handhaven, her en der gekoppeld aan de<br />
voorwaarde van definitief goedgekeurde bestemmingsplannen. De kostenstijging t.o.v. de<br />
kostenraming uit 2005 kan volledig worden gedekt uit een hogere Rijksbijdrage aan de<br />
herinrichting.<br />
De kostenstijging voor de piekwateropvang is te verklaren met extra investeringen die tijdens de<br />
planvorming noodzakelijk bleken, om een veilige aanvoer en berging van het piekwater te<br />
kunnen faciliteren. Reeds in het voorontwerpbestemmingsplan was aangegeven, dat omtrent de<br />
piekwaterberging nog verschillende kostenposten zouden kunnen wijzigen, omdat de feitelijke<br />
kosten destijds nog onbekend waren of omdat civieltechnische redenen hiertoe aanleiding<br />
zouden kunnen geven. Tijdens de verdere planvorming is vervolgens gebleken dat de volgende<br />
maatregelen een hogere investeringen vergen:<br />
• de stabiliteit van kades in de aanvoerroute voor piekwater langs de Zoetermeerse<br />
Ringvaart<br />
• civieltechnische voorzieningen langs respectievelijk in deze route en<br />
• civieltechnische voorzieningen in de aanvoerroute voor piekwater vanuit de Molenvaart.<br />
De waterbeheerders hebben hieromtrent te kennen gegeven, dat zij de meerkosten voor deze<br />
voorzieningen voor hun rekening zullen gaan nemen.<br />
7.3 Conclusies<br />
De kostenraming voor het VO laat zien dat de investeringen voor de herinrichting flink hoger<br />
uitvallen dan ten tijden van het voorontwerpbestemmingsplan was geraamd. Hoofdreden<br />
hiervoor is dat sprake is van meerkosten voor de aanleg van de piekwaterberging.<br />
Gezien het feit dat alle betrokken partijen echter hebben aangegeven dat zij de oorspronkelijk<br />
toegezegde bijdrage aan de dekking zullen handhaven en gezien het feit dat zowel de<br />
Rijksbijdrage als de investeringen van de waterbeheerders in de piekberging hoger zullen<br />
uitvallen, is ook in deze fase van de planvorming sprake van voldoende financiële dekking en<br />
blijkt de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder dus economisch haalbaar. Dientengevolge<br />
werken de betrokken partijen thans ook aan een formeel document, waarmee de<br />
uitvoeringsfase wordt voorbereid en de wederzijdse formele uitvoeringsafspraken worden<br />
vastgelegd.<br />
74<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
HOOFDSTUK 8:<br />
HANDHAVING<br />
8.1 Algemeen<br />
De concretisering van ruimtelijk beleid eindigt niet op het moment van verkrijgen van<br />
rechtskracht van het bestemmingsplan. Integendeel, de uitvoering van het plan is evenzeer<br />
integraal onderdeel van het beleids- en planproces en maakt derhalve deel uit van de<br />
planhorizon. Eén van de belangrijkste elementen van de uitvoeringsfase is de handhaving van<br />
de in het plan opgenomen regels door de verantwoordelijke overheid en de naleving daarvan<br />
door de betrokken burgers, bedrijven, etc.<br />
Handhaving van regels - ook en niet in de laatste plaats regels uit het bestemmingsplan - is<br />
door een aantal ingrijpende gebeurtenissen (de cafébrand in Volendam, de vuurwerkramp in<br />
Enschede, het ingestorte parkeerdek in Tiel en de Schipholbrand) weer volop in de aandacht<br />
komen te staan. Voor een goed handhaafbaar bestemmingsplan moet aan een aantal<br />
randvoorwaarden worden voldaan:<br />
• heldere en overzichtelijke regels<br />
• bekendheid van de gebruikers met de regels<br />
• toezicht op de naleving van de regels door de overheid en<br />
• een effectieve en gecoördineerde inzet van handhavingsinstrumenten.<br />
8.2 Heldere en overzichtelijke regels<br />
Zowel voor de verantwoordelijke overheid als voor de partijen in het plangebied is van belang<br />
dat het plan zo helder mogelijk is in zijn bedoelingen en de manier waarop daaraan door middel<br />
van voorschriften en het toekennen van bestemmingen uitvoering wordt gegeven. Hoe<br />
genuanceerder het beleid is dat beoogd wordt in het plangebied, des te ingewikkelder dreigen<br />
de regels al snel te worden. De mate van handhaafbaarheid wordt daarmee onvermijdelijk<br />
complexer.<br />
Hoewel in het bestemmingsplan is gestreefd naar een zo groot mogelijke duidelijkheid en<br />
overzichtelijkheid, is de karakteristiek van het plangebied en de daarin voorziene ontwikkelingen<br />
complex. Daaruit volgt de noodzaak om voor onderdelen van het plangebied vrij globale<br />
regelingen op te nemen (zie de bestemming “Groen”). Desondanks is zowel voor de<br />
toezichthouders als voor de gebruiker vrij snel en eenvoudig inzicht te krijgen in wat al dan niet<br />
onder bepaalde voorwaarden is toegestaan, zowel waar het gaat om bebouwing als om gebruik<br />
van gronden en bouwwerken.<br />
Een vereenvoudiging van de thans voorliggende regels zou slechts mogelijk zijn geweest indien<br />
de randvoorwaarden voor de ruimtelijke opgave in het plangebied minder complex zouden zijn<br />
geweest. Dit geldt zowel voor aspecten als eigendomsverhoudingen en schadeloosstellingen in<br />
geval van bedrijfssaneringen, als voor de mate waarin de verschillende bestuurslagen kunnen<br />
en willen bijdragen aan een duurzame en groene herinrichting van het plangebied.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 75
8.3 Bekendheid van de gebruiker met de regels<br />
Ook al streeft de gemeente naar een duidelijk plan met heldere en overzichtelijke regels, dan<br />
nog blijft nadrukkelijk de noodzaak bestaan om alle betrokkenen vertrouwd te maken met de<br />
regels en hun toepassing. Daarvoor is gerichte voorlichting aan de gebruikers van het<br />
plangebied noodzakelijk, zowel tijdens het proces van totstandkoming van het plan als in de<br />
uitvoeringsfase daarna. In elk geval is van belang dat door middel van gerichte voorlichting voor<br />
de gebruikers duidelijk wordt voor welke activiteit (zowel gebruik als bouwen) welke vergunning<br />
vereist is en welke activiteiten per definitie verboden zijn. Tijdige en gerichte voorlichting zorgt<br />
er - en dat is met name in het kader van handhaving belangrijk - ook voor dat gebruikers zich<br />
voor het rechtvaardigen van overtredingen niet kunnen verschuilen achter het excuus van<br />
onbekendheid en onwetendheid. Het gehele informele zowel als formele<br />
bestemmingsplantraject is omkleed met voldoende momenten voor gerichte (zowel algemene<br />
als voor specifieke doelgroepen bedoelde) voorlichting. Daarbij is gebruik gemaakt van<br />
publicaties, informatiebulletins, voorlichtingsavonden, de gemeentelijke website, e.d.<br />
8.4 Toezicht op de naleving van de regels<br />
Voor de geloofwaardigheid van de regels is het van belang dat er voldoende zekerheid bestaat<br />
over (effectieve) controle op de naleving daarvan. Wanneer het gaat om bouwen informeren<br />
gebruikers zich meestal zorgvuldig over de desbetreffende regels. Dat heeft alles te maken met<br />
de relatieve onuitwisbaarheid van bouwen en de hoge kosten wanneer bij het overtreden van de<br />
regels de oude situatie moet worden hersteld. Er bestaat op dit vlak een vrij breed gedragen<br />
normbesef. Uiteraard staat of valt ook hier de geloofwaardigheid van de regels met controle,<br />
gevolgd door de inzet van handhavingsinstrumenten wanneer sprake is van afwijkingen of<br />
overtredingen. Het bestemmingsplan, aangevuld met de reguliere bouw- en milieuwetgeving,<br />
biedt hier een stevig toetsings- en handhavingskader. Gelet op het belang en de kwetsbaarheid<br />
van het plangebied zal hiervan in de uitvoeringsfase gecoördineerd gebruik van worden<br />
gemaakt.<br />
Op het vlak van de gebruiksbepalingen ligt e.e.a. aanzienlijk gecompliceerder. Gebruik in strijd<br />
met het plan is vaak niet direct zichtbaar en zelfs na enige tijd nog uitwisbaar. Gebruik van<br />
bijvoorbeeld (voormalige) bedrijfsgebouwen met een agrarische bestemming voor andere dan<br />
agrarische doeleinden vindt veelal plaats achter gesloten deuren en begint kleinschalig, maar<br />
breidt zich meestal langzaam maar zeker uit. Voordat een dergelijke ontwikkeling door de<br />
verantwoordelijke overheid wordt geconstateerd zijn soms jaren verstreken. Hierdoor kan<br />
sprake zijn van het ontstaan van een al dan niet bewust gedoogde situatie die uiteindelijk de<br />
vraag opwerpt of het betreffende gebruik al dan niet positief bestemd moet worden.<br />
Ook al wordt strijdig gebruik pas na verloop van tijd geconstateerd, dan dient toch in beginsel<br />
direct handhavend te worden opgetreden om rechtsverwerking te voorkomen. Van geval tot<br />
geval moet worden beoordeeld of en in hoeverre afwijkend gebruik van gronden en<br />
bouwwerken past binnen de filosofie en doelstellingen van het plan, en of medewerking kan<br />
worden verleend aan het zoeken naar een oplossing die ook voor de gebruiker acceptabel is.<br />
Gelet op de primaire groen- resp. natuurontwikkelingsdoelstelling én de kwetsbaarheid van het<br />
76<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
plangebied, en ook de aanwijzing van grote delen daarvan als beschermd gezicht zal de<br />
(beleids)ruimte daartoe hier overigens zéér beperkt zijn.<br />
Evenals afwijkend gebruik van opstallen is afwijkend gebruik van gronden in het veld vaak niet<br />
eenvoudig te constateren resp. tijdig te beoordelen. Meestal gaat het om vormen van<br />
grondgebruik die strijdig zijn met de in het plan gegeven bestemmingen en waarderingen.<br />
Bekende voorbeelden zijn het verwijderen van houtopstanden langs agrarische gronden of het<br />
tijdelijk gebruik voor recreatieve doeleinden in de vorm van kampeerplaats of opslag-<br />
/stallingsplaats voor caravans en andere goederen. Het diepploegen of dieper ontwateren in<br />
ecologisch waardevolle (agrarische) gebieden is ook zo’n voorbeeld.<br />
Voor de gebruikers van de gronden is van belang dat zij (kunnen) weten welke activiteiten wel<br />
en niet toelaatbaar zijn of waarvoor een aanlegvergunning vereist is. Dit plan kent een<br />
uitgebreid stelsel van aanlegvergunningen, nodig om de hoge ecologische - en<br />
cultuurhistorische waarde van het plangebied te beschermen. Het aanlegvergunningenstelsel<br />
kent een strikt toetsingskader waarvan advisering door betrokken deskundigen - zoals<br />
waterbeheerders, archeologen e.d.- verplicht onderdeel uitmaakt. Soms kan door aanpassing<br />
van beoogde werken/activiteiten in goed overleg een praktische oplossing worden gevonden.<br />
De handhaving van de regels op dit vlak ligt echter altijd moeilijker omdat gebruikers vaak het<br />
idee hebben dat zij op hun eigen gronden zelf wel mogen uitmaken wat wel en niet kan. Deze<br />
gedachte staat in de praktijk vaak op gespannen voet met het belang van de bescherming van<br />
ecologische -, landschappelijke - en cultuurhistorische waarden.<br />
Met name de regels voor het gebruik van gronden vallen eigenlijk buiten het bereik van het<br />
reguliere bouw- en woningtoezicht, en liggen eerder op het gebied van het milieutoezicht. Om<br />
ook hier bij de effectieve inzet van handhavingsinstrumenten meer winst te behalen zal<br />
aandacht worden besteed aan de coördinatie van een goed samenspel tussen de verschillende<br />
toezichthouders en handhavers, maar zal ook worden ingezet op een goed samenspel met en<br />
vertrouwen bij de gebruikers.<br />
8.5 Conclusies<br />
De conclusie is gerechtvaardigd dat met de vaststelling van het bestemmingsplan het<br />
planproces nog niet is afgerond. De instandhouding en verdere ontwikkeling van een robuust<br />
regionaal groengebied vereist dat er met name ook in de uitvoeringsfase op het gebied van<br />
communicatie, toezicht en handhaving blijvende inspanningen worden verricht. Uiteraard is het<br />
van belang dat reeds bij het opstellen van ruimtelijke plannen (en overige regelgeving) terdege<br />
rekening wordt gehouden met de uiteindelijke handhavingsfase. Dat is bij het opstellen van dit<br />
bestemmingsplan ook gebeurd: zie bijvoorbeeld het daarin opgenomen<br />
aanlegvergunningenstelsel met een grote reikwijdte dat niet alleen voorziet in een beschermend<br />
regime maar ook een duidelijke basis biedt voor de inzet van handhavingsinstrumenten.<br />
Handhaving staat de laatste jaren zowel nationaal als regionaal gezien hoog op de politieke<br />
agenda. De handhaving van wetten en regels verdient nadrukkelijk aandacht, ook waar het de<br />
handhaving van het bestemmingsplan betreft en zeker ten aanzien van groengebieden met<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 77
lintbebouwing met her en der belangrijke cultuurhistorische waarden. De gemeentelijke<br />
organisatie zal daartoe moeten voorzien in voldoende handhavingscapaciteit, zowel in<br />
kwantitatieve als kwalitatieve zin. Onder meer in de jaarlijks door de gemeente (verplicht) vast<br />
te stellen handhavingsprogramma’s op het gebied van o.a. bouwen, ruimtelijke ordening en<br />
milieu zal één en ander gepreciseerd en gecontretiseerd moeten worden<br />
Tenslotte: een consequentie van de in dit plan gemaakte ruimtelijke (beleids)keuzes is dat zich<br />
situaties kunnen voordoen die afwijken van zowel dit plan als van de eerder vigerende<br />
bestemmingsplannen die door dit nieuwe plan worden vervangen. Voor zover deze zonder<br />
bezwaar onder het overgangsrecht kunnen worden gebracht is er geen directe aanleiding tot<br />
handhaving. Waar wel sprake is van situaties die op gespannen voet staan met de<br />
uitgangspunten en doelstellingen van het plan zal waar noodzakelijk en mogelijk de eventuele<br />
werking van het overgangsrecht worden gestuit gedurende het vaststellingstraject van het plan.<br />
Daarmee wordt de weg vrij gehouden voor de inzet van op dit nieuwe plan steunende<br />
handhavingsinstrumenten om dergelijke afwijkingen te kunnen beëindigen.<br />
78<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
HOOFDSTUK 9:<br />
OVERLEG/INSPRAAK/ZIENSWIJZEN<br />
9.1 Algemeen<br />
Voor elk bestemmingsplan diende conform de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)<br />
een procedure gevoerd te worden conform artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening<br />
1985 (Bro). Onderdeel van de procedure was de consultatie van belanghebbende instanties.<br />
Voor onderhavig bestemmingsplan heeft deze min of meer parallel plaatsgevonden aan de<br />
inspraakperiode voor het voorontwerpbestemmingsplan. De inspraakreacties en de reacties in<br />
het kader van de procedure ex artikel 10 Bro zijn parallel aan de uitwerking van het<br />
ontwerpbestemmingsplan behandeld en beoordeeld. Voor zo ver noodzakelijk en relevant<br />
hebben zij ook bijgedragen aan een aanpassing van de planstukken. De binnengekomen<br />
reacties zijn samengevat in een aparte bijlage behorende bij dit bestemmingsplan. Deze bijlage<br />
bevat een samenvatting van de individuele reacties en de gemeentelijke reacties hierop. Voor<br />
de details van de gemeentelijke beoordeling en afweging wordt hier kortheidshalve volstaan met<br />
een verwijzing naar de betreffende bijlage.<br />
9.2 Het toetsingsadvies van de MER-commissie<br />
De toekomstige ontwikkeling is daarnaast tevens getoetst aan de resultaten van de MER en in<br />
het bijzonder aan het toetsingsadvies dat door de landelijke Commissie voor de<br />
milieueffectrapportage hieromtrent is uitgebracht. De commissie concludeert in haar rapport dat<br />
de MER - rapportage alle essentiële informatie bevat die voor een gedegen belangenafweging<br />
noodzakelijk is. Tegelijkertijd doet zij echter ook enkele aanbevelingen voor de planvorming die<br />
als volgt kunnen worden samengevat:<br />
1. overweeg een verruiming van het bergingsgebied tussen het Wilsveen en de Limietsloot<br />
door verlegging van de nieuwe kade tot aan de huidige oude veenkade<br />
2. overweeg het gebruik van de seizoensberging ook voor gebieden buiten het plangebied<br />
3. overweeg een andere aanleg van inlaatpunten ten gunste van een hoger<br />
bergingsvolume en de hiermee gepaard gaande effecten op de waterkwaliteit<br />
4. stem het toekomstige inrichtingsperspectief af op het zomerpeil en niet alleen het<br />
winterpeil, dit i.v.m. de consequenties voor de natuurhuishouding<br />
5. gebruik vrijkomende grond uit grondverzet zo veel mogelijk in het plangebied zelf<br />
6. overweeg ook andere mogelijkheden voor het voorkomen van eutrofiëring dan het<br />
afgraven van de bouwvoor<br />
7. onderzoek de mogelijkheden voor het behoud van het gebied voor weidevogels<br />
8. verken mitigerende maatregelen ter voorkoming van muggen- en knuttenplagen<br />
9. verken mogelijke neveneffecten van de realisatie voor reeds bestaande bebouwing<br />
10. tref maatregelen voor een evaluatie van de beoogde herinrichting.<br />
Verruiming berging<br />
De mogelijkheden tot verruiming van de berging zijn onderwerp van verkenningen geweest bij<br />
de herziening van de inrichtingsvisie voor de Nieuwe Driemanspolder. Tijdens de uitwerking van<br />
het voorlopige ontwerp voor de herinrichting, dat aan de thans voorliggende planstukken ten<br />
grondslag heeft gelegen is gebleken, dat een verruiming ruimtelijk best haalbaar zou kunnen<br />
zijn. De uitbreiding van het bergingsgebied stuit echter op de volgende cruciale bezwaren:<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 79
• de bestaande Veenkade tussen het Wilsveen en de Limietsloot is te zwak om zelf als<br />
waterkering voor een grote waterberging te kunnen fungeren<br />
• een verbreding van deze veenkade zal de stabiliteit van de kade negatief beïnvloeden<br />
en dus ook het functioneren van de in het kadeprofiel gelegen hoofdwatergang<br />
• een verbreding van de veenkade vergt dure stabiliserende maatregelen over een<br />
aanzienlijke lengte (naar verwachting damwandconstructies zowel aan de kant van de<br />
waterberging als aan de “buitenkant” van de Nieuwe Driemanspolder) en<br />
• de aanwezigheid van kwelgevoelige locaties kan bijdragen aan opbarstende bodem<br />
aan de “buitenkant” van de Nieuwe Driemanspolder.<br />
Gezien deze effecten van een eventuele verruiming van de berging is het oorspronkelijk<br />
gekozen inrichtingsconcept op dit punt gehandhaafd.<br />
Inzet seizoensberging<br />
De inzet van de seizoensberging voor andere gebieden dan het projectgebied zal nader<br />
onderzocht dienen te worden bij de uitwerking van een definitieve beheervisie voor het<br />
waterstelsel in en rond de Nieuwe Driemanspolder. De aangedragen suggestie is echter geen<br />
onderwerp van een planologische afweging in het kader van het bestemmingsplan. In zo verre<br />
is de suggestie van de commissie weliswaar van betekenis voor het realisatie- en beheerproces<br />
maar niet voor de uitwerking van het ontwerpbestemmingsplan.<br />
Hogere aanleg inlaatpunten<br />
In opdracht van de waterbeheerders zijn twee specifieke onderzoeken verricht naar de meest<br />
geschikte civieltechnische oplossing voor de aanvoer van piekwater naar de Nieuwe<br />
Driemanspolder. Gebleken is dat noch de aanvoer van piekwater via de Molenvaart noch via de<br />
Ringvaart mogelijkheden biedt voor een hogere aanleg van de inlaatpunten. Het principe van<br />
een wateraanvoer in vrij verval zal derhalve worden gehandhaafd. Tijdens de uitwerking van de<br />
het voorlopige ontwerp voor de herinrichting is wel gebleken dat het gewenste bergingsvolume<br />
voor de piekberging een ander zomerpeil noodzakelijk maakt dan oorspronkelijk was voorzien.<br />
De planvorming gaat nu uit van een zomerpeil van - 4,35 NAP in plaats van - 4,25 NAP.<br />
Afstemming van de inrichting op het zomerpeil<br />
Zoals uit het vorenstaande blijkt is de inrichtingsvisie afgestemd op het zomerpeil, hetgeen naar<br />
verwachting bij zal dragen aan een betere kwaliteit van de natuurhuishouding<br />
Hergebruik vrijkomende grond in het plangebied<br />
Het hergebruik van vrijkomende gronden is reeds vanaf het begin een randvoorwaarde geweest<br />
uit het Programma van Eisen voor de herinrichting. De verwachting bestaat dat de herinrichting<br />
- afgezien van de aanvoer van extra bodemspecie voor veilige waterkeringen – met een<br />
zogenaamd “gesloten grondbalans” kan worden voltooid.<br />
80<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Alternatieve mogelijkheden voor het voorkomen van eutrofiëring<br />
Ook voor deze aanbeveling geldt dat hier geen sprake is van een vraagstuk dat een nadere<br />
planologische afweging behoeft. De verkenning van alternatieve mogelijkheden voor het<br />
voorkomen van eutrofiëring zal onderdeel moeten zijn van het definitieve inrichtingsvoorstel<br />
voor de herinrichting en van de hierbij behorende beheervisie.<br />
Met het thans gekozen inrichtingsvoorstel zijn waar mogelijk overigens reeds keuzes gemaakt<br />
waarmee de aanbeveling van de commissie wordt gevolgd (zie de mogelijkheden tot het<br />
handhaven van de (huidige) bouwvoor op locaties die in de toekomst zullen worden<br />
opgehoogd).<br />
Mogelijkheden voor het behoud van het gebied voor weidevogels<br />
Met het inrichtingsvoorstel zoals dit aan deze planstukken ten grondslag heeft gelegen is het<br />
mogelijk, relevante plandelen te handhaven die voor weidevolgels van betekenis kunnen zijn.<br />
Dit geldt voor de weidegebieden in Potteveen en voor de weidegronden tussen Wilsveen,<br />
Limietsloot en de Zoetermeerse Ringvaart, die vroeger door de Ommedijksche wetering meer<br />
geïsoleerd hebben gelegen dan thans het geval is.<br />
Mitigerende maatregelen ter voorkoming van muggen- en knuttenplagen<br />
Ook voor deze aanbeveling geldt, dat hier geen sprake is van een vraagstuk dat een nadere<br />
planologische afweging behoeft. Hoe dan ook voorziet de inrichtingsvisie echter in een reeks<br />
maatregelen, waarmee getracht wordt de ontwikkeling van muggen- en knuttenplagen zo veel<br />
mogelijk te voorkomen. Meer concreet betreft het hier:<br />
• het vermijden van plas-dras situaties in de nabijheid van grote woonwijken<br />
• de stimulering van permanent watervoerende elementen in de nabijheid van de<br />
lintbebouwing<br />
• het vermijden van nat bos en de stimulering van droge ruigte in de nabijheid van<br />
Wilsveen en Leidschenveen en<br />
• de beperking van een potentieel habitat voor muggen en knutten tot een specifiek deel<br />
van het bergingsgebied.<br />
Voorts geldt ook hier, dat de vermijding van eventuele plagen voor een flink deel zal worden<br />
beïnvloed door een doelgericht beheer.<br />
Neveneffecten voor bestaande bebouwing<br />
Met het inrichtingsvoorstel zoals dit aan deze planstukken ten grondslag heeft gelegen kan op<br />
twee punten na worden voorkomen dat reeds bestaande bebouwing door de herinrichting<br />
voorspelbare stabiliteitsproblemen zal gaan ondervinden. Alleen ter hoogte van locaties waar de<br />
toekomstige aanvoerroutes voor piekwater de lintbebouwing zullen gaan kruisen zal sprake zijn<br />
van enige hindersituaties. De hiermee gemoeide schade zal onderdeel uitmaken van<br />
procedures voor schadeloosstelling of planschade.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 81
Maatregelen voor een evaluatie van de beoogde herinrichting.<br />
Ook voor deze aanbeveling geldt, dat hier geen sprake is van een vraagstuk dat een nadere<br />
planologische afweging behoeft. Een concretisering van het evaluatiemaatregelen kan worden<br />
voorbereid zodra de bestemmingsplannen voor de herinrichting een definitieve status hebben<br />
verkregen. Pas dan is er sprake van enige rechtszekerheid t.a.v. de beoogde herinrichting en<br />
kunnen de hiervoor gewenste monitoringsmaatregelen worden opgezet. Daarbij kan worden<br />
gedacht aan flora- en faunastudies maar ook aan civieltechnische - of hydrologische<br />
onderzoeken bijvoorbeeld voor vraagstukken als:<br />
• de veronderstelde afname van kwel in het waterbergingsgebied<br />
• de analyse van kwelprocessen in de laag gelegen lintbebouwing van Wilsveen<br />
• stoffenbalansen m.b.t. de kwaliteit van het oppervlaktewater en<br />
• het ecologisch functioneren van de brede waterzoom langs de Landscheiding.<br />
9.3 Vervolg van de planprocedure<br />
Onder het regime van de (thans) oude Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), zoals dat goldt<br />
tot 1 juli 2008, zag de voorgeschreven bestuurlijke procedure met betrekking tot het tot stand<br />
brengen van een bestemmingsplan er globaal als volgt uit:<br />
1. vaststelling van het voorontwerpbestemmingsplan door het gemeentebestuur;<br />
2. overleg- en inspraakprocedure;<br />
3. vaststelling van het ontwerpbestemmingsplan door het gemeentebestuur;<br />
4. zienswijzenprocedure;<br />
5. vaststelling van het definitieve bestemmingsplan door de gemeenteraad;<br />
6. bedenkingenprocedure;<br />
7. goedkeuring van het bestemmingsplan door gedeputeerde staten.<br />
Met ingang van 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De<br />
invoering van de Wro heeft ingrijpende gevolgen gehad voor de bestuurlijke procedure ten<br />
aanzien van bestemmingsplannen. Thans is de voorgeschreven bestuurlijke procedure als volgt<br />
ingericht:<br />
1. vaststelling van het ontwerpbestemmingsplan door het gemeentebestuur;<br />
2. zienswijzenprocedure;<br />
3. vaststelling van het definitieve bestemmingsplan door de gemeenteraad.<br />
Voor meer concrete details omtrent de wettelijk voorgeschreven procedure, in acht te nemen<br />
termijnen, etc. wordt hier kortheidshalve verwezen naar de tekst van de Wet ruimtelijke<br />
ordening zelf.<br />
De zienswijzenprocedure naar aanleiding van de ter inzagelegging van het<br />
ontwerpbestemmingsplan heeft geresulteerd in het indienen van 61 ontvankelijke zienswijzen.<br />
De ingediende zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in een aparte, van dit<br />
bestemmingsplan deel uitmakende, bijlage. Op onderdelen hebben deze zienswijzen geleid tot<br />
aanpassing van de planstukken. Daarnaast zijn -ondergeschikte- onderdelen van het<br />
bestemmingsplan na afronding van de ter inzagelegging nog ambtshalve aangepast en/of<br />
gecorrigeerd, waarmee het plan gereed is voor vaststelling door de gemeenteraad.<br />
82<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
LIJST VAN RELEVANTE ONDERZOEKEN<br />
1. Royal Haskoning, MER Herinrichting Nieuwe Driemanspolder - Achtergronddocument<br />
geohydrologisch onderzoek, Rotterdam november 2005<br />
2. Royal Haskoning, MER Herinrichting Nieuwe Driemanspolder - Achtergronddocument<br />
geotechnisch onderzoek kaden, Rotterdam november 2005<br />
3. Royal Haskoning, MER Herinrichting Nieuwe Driemanspolder, Rotterdam december<br />
2005<br />
4. <strong>Gemeente</strong> <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong>, Historisch Bodemonderzoek Nieuwe<br />
Driemanspolder, <strong>Leidschendam</strong> - <strong>Voorburg</strong> 2005<br />
5. Saricon bv, Vooronderzoek Conventionele Explosieven Nieuwe Driemanspolder<br />
<strong>Leidschendam</strong> - Zoetermeer, Heerjansdam maart 2006<br />
6. FUGRO Ingenieurbureau B.V., Verhardingsadvies betreffende Nieuwe Driemanspolder,<br />
<strong>Leidschendam</strong> - <strong>Voorburg</strong> maart 2006<br />
7. Oranjewoud, Bodemonderzoek Nieuwe Driemanspolder Zoetermeer / <strong>Leidschendam</strong> -<br />
<strong>Voorburg</strong>, Capelle aan de IJssel maart 2006<br />
8. Oranjewoud, Nieuwe Driemanspolder Zoetermeer / <strong>Leidschendam</strong> - <strong>Voorburg</strong> -<br />
Geotechnische aspecten, Capelle aan de IJssel mei 2006<br />
9. Oranjewoud, Archeologisch Rapport - Bureauonderzoek Nieuwe Driemanspolder tussen<br />
Zoetermeer en <strong>Leidschendam</strong>, Capelle aan de IJssel mei 2006<br />
10. Commissie voor de milieueffectrapportage, Herinrichting Nieuwe Driemanspolder te<br />
Zuid-Holland - Toetsingsadvies over het milieueffectrapport, Utrecht november 2006<br />
11. Grontmij, Aanvoertracé Nieuwe Driemanspolder - Voorlopig ontwerp, De Bilt juli 2007<br />
12. Lievense - Triformis, Aanvoertracé Nieuwe Driemanspolder - Concept, Breda juni 2008<br />
13. Goudappel Coffeng, Akoestisch onderzoek Nieuwe Driemanspolder <strong>Leidschendam</strong>-<br />
<strong>Voorburg</strong>, Deventer juli 2008<br />
14. Goudappel Coffeng, Onderzoek luchtkwaliteit Nieuwe Driemanspolder <strong>Leidschendam</strong>-<br />
<strong>Voorburg</strong>, Deventer juli 2008<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 83
84<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Bijlagen behorende bij de toelichting:<br />
1. Parkeerbalans Nieuwe Driemanspolder<br />
2. Lijst van Rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten in het plangebied Nieuwe<br />
Driemanspolder <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong><br />
3. Notitie m.b.t. tot de Procedure ex art 10 Bro en de inspraak op het<br />
voorontwerpbestemmingsplan<br />
4. Milieuonderzoeken<br />
5. Bodemonderzoeken en hieraan gerelateerd onderzoek<br />
6. Zienswijzennota m.b.t. de ter inzagelegging ex artikel 3.8 Wro van het ontwerpbestemmingsplan<br />
en daartegen ingediende zienswijzen<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 85
86<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
BIJLAGE 1<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 87
88<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
PARKEERBALANS NIEUWE DRIEMANSPOLDER<br />
RECREATIEVE OPVANGCAPACITEIT<br />
RECREATIEVE<br />
VOORZIENING<br />
(aantal recreanten per dag)<br />
Agrarisch Bos Natuur Stadsrand Strand totaal<br />
aantal cap. aantal cap. aantal cap. aantal cap. aantal cap. cap.<br />
Wandelpaden 5,9 km 177 0 0 4,5 km 90 7,1 km 1.410 0 0 1.667<br />
Fietspaden 1,4 km 14 0 0 0 0 8,8 km 880 0 0 894<br />
Kanoen / roeien<br />
(waterloop)<br />
Kanoen / roeien<br />
(waterberging)<br />
Recreatief<br />
uitloopgebied<br />
3,2 km 32 0 0 0 0 5,8 km 290 0 0 322<br />
0 0 0 0 0 0 10 km 500 0 0 500<br />
0 0 0 0 0 0 60 ha 1.500 0 0 1.500<br />
Totaal 4.893<br />
Het aantal algemene bezoekers zal worden afgeleid van de opnamecapaciteit van het gebied.<br />
Hierbij is gebruik gemaakt van de methodiek zoals de stichting Recreatie heeft beschreven in<br />
de publicatie “Rood en groen in balans”. In onderstaande tabel is de opnamecapaciteit voor het<br />
uitgewerkte inrichtingsvoorstel uit het VO berekend.<br />
Volgens de berekening is de opnamecapaciteit van het gebied 4.893 recreanten. Om te bepalen<br />
wat de parkeerbehoefte is van deze recreanten wordt uitgegaan van de volgende<br />
uitgangspunten:<br />
• 25 procent van de bezoekers komt met de auto;<br />
• gemiddeld 2,5 bezoekers per auto;<br />
• gemiddelde verblijfstijd is 6 uur (zomerse dag duurt 12 uur);<br />
Deze uitgangspunten zijn gebaseerd op recreantenonderzoek bij vergelijkbare<br />
recreatiegebieden (o.a. onderzoek door Recreatieschap Midden-Delfland bij het Abtswoudse<br />
Bos bij Delft en de Broekpolder bij Vlaardingen).<br />
In totaal zijn er derhalve minimaal 245 parkeerplaatsen voor algemene bezoekers nodig.<br />
Daarnaast zal bij de inrichting rekening moeten worden gehouden met een parkeerbehoefte<br />
voor specifieke recreatieve voorzieningen zoals een horecagelegenheid in of aan de rand van<br />
het projectgebied, een botenverhuur, extensieve kampeervoorziening.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 89
Locatie van de parkeervoorzieningen<br />
De totale parkeerbehoefte van 390 parkeerplaatsen (145 voor specifieke functies en 245 voor<br />
algemene bezoekers) zal op de volgende wijze over het gebied worden gespreid:<br />
• bij de Kostverlorenweg: 31 pp voor algemene bezoekers<br />
• bij de begraafplaats Wilsveen: 30 pp voor algemene bezoekers<br />
• op locaties in Zoetermeer: 329 parkeerplaatsen<br />
Fasering aanleg parkeervoorziening<br />
De aantrekkelijkheid van de Nieuwe Driemanspolder zal in de eerste jaren beperkt zijn, doordat<br />
de beplanting e.d. nog moet groeien. Voorgesteld wordt om de parkeerplaatsen gefaseerd aan<br />
te leggen. Daarbij kunnen aan <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong>se kant per locatie telkens 20<br />
parkeerplaatsen worden aangelegd en wordt vanaf het begin een ruimtereservering getroffen<br />
voor meer parkeerplaatsen, die later (bijvoorbeeld na een periode van 5 jaar) definitief kunnen<br />
worden aangelegd.<br />
90<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
BIJLAGE 2<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 91
92<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
LIJST VAN<br />
RIJKSMONUMENTEN EN GEMEENTELIJKE MONUMENTEN<br />
Rijksmonumenten<br />
• Stompwijkseweg 24 molen<br />
• Stompwijkseweg 26 molen<br />
• Stompwijkseweg 28 molen<br />
• Wilsveen 2 boerderij<br />
• Wilsveen ongenummerd begraafplaats<br />
<strong>Gemeente</strong>lijke monumenten<br />
• Stompwijkseweg 22 voormalige boerderij<br />
• Stompwijkseweg 30 voormalige “Sluiswachterwoning”<br />
• Wilsveen 1 voormalige boerderij<br />
• Wilsveen 6 boerderij<br />
• Wilsveen 33 voormalige boerderij<br />
Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing<br />
• Stompwijkseweg 20 Oude schuur langs de weg<br />
• Wilsveen 2 bijgebouw bij monumentale boerderij<br />
• Wilsveen 5 voormalige boerderij<br />
• Wilsveen 30 voormalige boerderij<br />
• Wilsveen 32 voormalige boerderij<br />
• Wilsveen 41 stolp bij voorrmalige boerderij<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 93
94<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
BIJLAGE 3<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 95
96<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
NOTITIE M.B.T. TOT DE PROCEDURE EX ART. 10 Bro<br />
EN DE<br />
INSPRAAK OP HET VOORONTWERPBESTEMMINGSPLAN<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 97
98<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
I. Artikel 10 Bro- overleg<br />
In het kader van het overleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening<br />
1985 is het voorontwerp bestemmingsplan toegezonden aan de volgende instanties:<br />
1. Provinciale Planologische Commissie<br />
2. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid<br />
3. Inspectie van de Volksgezondheid voor de Hygiëne van het milieu<br />
4. VROM- Inspectie<br />
5. Ministerie van Verkeer en Waterstaat<br />
6. Ministerie van Economische Zaken<br />
7. Ministerie van Defensie<br />
8. Dienst Landelijk Gebied<br />
9. Kamer van Koophandel<br />
10. WLTO<br />
11. Stichting Het Zuid-Hollands Landschap<br />
12. Stadsgewest Haaglanden<br />
13. Hoogheemraadschap van Delfland<br />
14. Hoogheemraadschap van Rijnland<br />
15. Zuidhollandse Milieufederatie<br />
16. Landinrichtingscommissie <strong>Leidschendam</strong><br />
17. Landbouwschap Zuid-Holland<br />
18. Nederlandse Spoorwegen<br />
19. <strong>Gemeente</strong>bestuur Zoetermeer<br />
20. <strong>Gemeente</strong>bestuur Den Haag<br />
21. Rijksdienst Archeologie Cultuurhistorie en Monumenten<br />
22. Eneco energie<br />
23. Gastransport services<br />
24. KPN<br />
25. Duinwaterbedrijf Zuid-Holland<br />
26. ConneXXion<br />
27. Casema<br />
28. Nederlandse Aardolie Maatschappij<br />
29. 3VO<br />
30. E-on<br />
31. Tennet<br />
De betreffende instanties hebben als volgt gereageerd:<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 99
1. Provincie Zuid-Holland<br />
Het plan past binnen de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en is in overeenstemming met het<br />
streekplan.<br />
Uit het plan wordt niet duidelijk wat het bevoegd gezag met de MER in relatie tot de inhoud van<br />
het bestemmingsplan heeft gedaan. Hierop dient in de plantoelichting nog te worden ingegaan.<br />
De berekeningen voor de luchtkwaliteit zijn uitgevoerd met een verouderde CAR versie.<br />
Voorschriften en plankaart zijn wat betreft de molendriegang niet in overeenstemming. Ook is<br />
de hoogte van de molens en de schuren niet goed opgenomen. Groenelementen mogen niet<br />
strijdig zijn met de molenbiotoop. De nokhoogte van de horecabestemming is vanwege de<br />
molenbiotoop niet toelaatbaar. Vanwege artikel 23, leden a,b,d en e, is aantasting van de<br />
molenbiotoop mogelijk. Aan het voorschrift dient toegevoegd te worden dat de molenbiotoop<br />
niet aangetast mag worden.<br />
Reactie gemeente<br />
MER<br />
In de toelichting van het ontwerp bestemmingsplan is deze aanvulling opgenomen. De raad<br />
heeft op 27 juni 2006 besloten het Milieueffectrapport MER herinrichting Nieuwe<br />
Driemanspolder als aanvaardbaar te beoordelen. Op 1 november 2006 heeft de Commissie<br />
voor de milieueffectrapportage een toetsingsadvies uitgebracht. De commissie is van oordeel<br />
dat de essentiële informatie in het MER aanwezig is. Door de commissie zijn wel aanbevelingen<br />
gedaan, maar deze hebben geen betrekking op essentiële tekortkomingen. In de toelichting<br />
wordt ingegaan op deze aanbevelingen.<br />
Het MER heeft als uitgangspunt gediend voor het VO Inrichtingsplan, wat weer als onderlegger<br />
heeft gediend voor het ontwerp bestemmingsplan.<br />
Luchtkwaliteit<br />
Het onderzoek is opnieuw uitgevoerd. Het nieuwe geluidsrapport is als bijlage opgenomen bij<br />
het bestemmingsplan.<br />
Molendriegang<br />
De plankaart en de voorschriften zijn met elkaar in overeenstemming gebracht. Ook zijn de<br />
bouwhoogten aangepast aan de feitelijke situatie.<br />
De afmetingen van de horecavoorziening binnen de molenbiotoop komen nu overeen met de<br />
feitelijke situatie.<br />
Aan de algemene ontheffingsregels (artikel 26) is toegevoegd dat de molenbiotoop niet<br />
aangetast mag worden.<br />
2. Hoogheemraadschap van Delfland<br />
In het westen van het plangebied ligt een waterkering (landscheiding), welke nagenoeg<br />
samenvalt met de gemeentegrens tussen <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong> en Zoetermeer, die niet als<br />
zodanig op de plankaart is opgenomen.<br />
Verzoek om aan te geven dat ten aanzien van het uitvoeren van werkzaamheden in of nabij<br />
waterkeringen, een keurvergunning noodzakelijk is.<br />
In het hoofdstuk over Beleidskaders ontbreekt een verwijzing naar het beleid van het<br />
Hoogheemraadschap van Delfland.<br />
100<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Verzoek tot enkele tekstuele aanpassingen in de plantoelichting en een aanbeveling om de<br />
aanpassingen van het bestemmingsplan af te stemmen met de gemeente Zoetermeer.<br />
Reactie gemeente<br />
Waterkering landscheiding<br />
Deze waterkering is inmiddels opgenomen op de plankaart.<br />
Keurvergunning<br />
In de toelichting wordt nu aangegeven dat bij werkzaamheden in of nabij waterkeringen, een<br />
keurvergunning noodzakelijk is.<br />
Verwijzing naar beleid Delfland<br />
Het betreffende hoofdstuk is op zijn volledigheid bezien en waar nodig aangepast.<br />
Tekstuele aanpassingen<br />
De betreffende hoofdstukken zijn op hun duidelijkheid getoetst en waar nodig aangepast.<br />
Afstemming<br />
Het ontwerpbestemmingsplan is in onderlinge afstemming met de gemeente Zoetermeer tot<br />
stand gekomen.<br />
3. Hoogheemraadschap van Rijnland<br />
Verzoek om de zones rond de al bestaande waterkeringen aan te passen.<br />
Verzoek om bij aanlegvergunningen ook het aanleggen van oppervlakteverhardingen met een<br />
oppervlakte groter dan 500 m² vergunningplichtig te maken.<br />
Verzoek om in artikel 6 drinkgemaal te vervangen door oppervlaktewatergemaal en tevens een<br />
geluidscirkel op te nemen met een straal van 30 meter gemeten vanaf de perceelsgrens.<br />
Verzoek om aan te geven dat voor het realiseren van aanlegplaatsen en oeververbindingen een<br />
Keurvergunning nodig is.<br />
Verzoek om voor oeververbindingen een minimale doorvaarthoogte van 1.25 m op te nemen in<br />
plaats van 1 m.<br />
Verzoek om in artikel 8 (groen op regioniveau) artikel 17 “waterkering” primair en artikel 18<br />
secundair van toepassing te verklaren.<br />
Verzoek tot enkele tekstuele aanpassingen in de plantoelichting.<br />
Reactie gemeente<br />
Aanpassing beschermingszones<br />
De beschermingszones zijn in overleg met het Hoogheemraadschap aangepast.<br />
Aanlegvergunningen<br />
Deze aanvulling is opgenomen in de voorschriften.<br />
Oppervlaktewatergemaal<br />
De terminologie is aangepast en in de toelichting is opgenomen dat er voor het gemaal een<br />
geluidscirkel geldt met een straal van 30 meter gemeten vanaf de perceelsgrens.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 101
Keurvergunning<br />
De verwijzing naar keurvergunningen is opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan.<br />
Doorvaarthoogte<br />
Waar nodig is de doorvaarthoogte voor oeververbindingen aangepast.<br />
Redactionele en tekstuele aanpassingen<br />
Deze aanpassingen zijn doorgevoerd in het bestemmingsplan.<br />
4. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haaglanden<br />
Verzoekt tot het opnemen van ruimere vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden voor de<br />
agrarische (of daaraan gelieerde) bedrijven in het plangebied.<br />
De toelichting en de voorschriften zijn ten aanzien van de mogelijkheid voor kleinschalig<br />
kamperen niet in overeenstemming.<br />
Enkele redactionele opmerkingen.<br />
Reactie gemeente<br />
Ruimere vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden<br />
Ten aanzien van de toekomstperspectieven voor agrarische bedrijven kan worden opgemerkt<br />
dat de gemeente, voor zover mogelijk, heeft geprobeerd condities te scheppen die een zekere<br />
mate van vernieuwing mogelijk moeten maken. Daarbij is aanvullend paardenbeleid opgesteld<br />
en worden recreatieve functies mogelijk gemaakt. Belangrijk hierbij is wel dat deze functies niet<br />
zorgen voor verkeer op plekken die daartoe niet geschikt zijn en dat de functies passen in het<br />
landelijke beeld van het landschap. Bovendien mogen nieuwe ontwikkelingen geen<br />
belemmering zijn voor de landbouw.<br />
Kleinschalig kamperen<br />
De toelichting en de voorschriften zijn met elkaar in overeenstemming gebracht.<br />
Redactionele opmerkingen<br />
Deze opmerkingen zijn verwerkt in het bestemmingsplan.<br />
5. Stadsgewest Haaglanden<br />
Attendeert ons op het feit dat de MER-procedure nog niet is afgerond en dat zonder<br />
rechtsgeldig MER het bestemmingsplan niet kan worden vastgesteld.<br />
Geeft in overweging de landscheiding als cultuurhistorisch waardevol element aan te duiden. In<br />
het hoofdstuk over Beleidskaders onder regionaal beleid ontbreekt een verwijzing naar het<br />
Vierjarenprogramma Fiets Haaglanden. Eveneens zou de Stadsgewestelijke Nota Mobiliteit<br />
kunnen worden vermeld.<br />
In het vastgestelde fietsroutenetwerk van het Stadsgewest zijn andere fietsroutes opgenomen<br />
dan in het concept inrichtingsplan. Slechts regionaal vastgestelde routes kunnen gesubsidieerd<br />
worden.<br />
102<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
De wandel- en fietsroutes die in het inrichtingsplan zijn opgenomen komen niet terug in de<br />
voorschriften. Voorgesteld wordt om binnen de bestemming AL fietsroutes en wandelpaden<br />
mogelijk te maken.<br />
De term AL wordt op de kaart aangeduid als Al. De bestemming Mo wordt op de kaart met M<br />
weergegeven.<br />
In de toelichting wordt aangegeven dat een extra halte van bus of trein gewenst is om de<br />
loopafstanden tot het recreatiegebied te verkleinen. Een extra Randstadrailhalte voor het gebied<br />
wordt echter niet exploitabel geacht.<br />
Reactie gemeente<br />
MER-procedure<br />
Deze procedure is inmiddels afgerond. De raad heeft op 27 juni 2006 besloten het<br />
Milieueffectrapport MER herinrichting Nieuwe Driemanspolder als aanvaardbaar te beoordelen.<br />
Op 1 november 2006 heeft de Commissie voor de milieueffectrapportage een toetsingsadvies<br />
uitgebracht. De commissie is van oordeel dat de essentiële informatie in het MER aanwezig is.<br />
Het toetsingsadvies zal tegelijkertijd met het ontwerp bestemmingsplan ter inzage worden<br />
gelegd.<br />
Landscheiding<br />
De landscheiding heeft in het bestemmingsplan de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’<br />
gekregen.<br />
Beleidskaders<br />
Het betreffende hoofdstuk is op zijn volledigheid bezien en waar nodig aangepast.<br />
Fietsroutes<br />
Over de fietsroutes heeft afstemming plaatsgevonden met het Stadsgewest. Hierover is<br />
overeenstemming bereikt. De fietsroutes en wandelpaden worden mogelijk gemaakt binnen de<br />
bestemming ‘Groen’.<br />
Inconsequenties voorschriften – plankaart<br />
Plankaart en voorschriften zijn in overeenstemming gebracht.<br />
Extra openbaar vervoerhalte<br />
In de toelichting blijft de wens voor een extra halte van bus of trein staan, om de loopafstanden<br />
tot het recreatiegebied te verkleinen.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 103
6. Ministerie van VROM<br />
Geen van de rijksdiensten, vertegenwoordigd in de Provinciale Planologische Commissie<br />
provincie Zuid-Holland, aanleiding ziet om opmerkingen over het voorontwerpplan te maken.<br />
7. Duinwaterbedrijf Zuid - Holland<br />
In de bodem van de sloot tussen de Landscheiding en de Nieuwe Driemanspolder bevindt zich<br />
een zinker waar een rivierwatertransportleiding en een drinkwatertransportleiding doorheen<br />
lopen. De huidige slootbreedte is ongeveer 5 - 10 meter breed, de nieuwe breedte zal ongeveer<br />
50 - 60 meter bedragen. Bij het aanleggen van een breder slootprofiel verdwijnt de leiding onder<br />
een te grote lengte onder water en wordt de gronddekking boven de leiding onacceptabel<br />
gering.<br />
Reactie gemeente<br />
Zinker<br />
In het VO Inrichtingsplan, wat als basis heeft gediend voor het ontwerpbestemmingsplan, is dit<br />
probleem opgelost doordat de zinker met leidingen ter hoogte van de verbrede sloot wordt<br />
opgenomen in een gronddam met duikers haaks op de leidingen.<br />
8. N.V. Nederlandse Gasunie<br />
In het gebied waarop dit plan betrekking heeft, ligt een hoofdgastransportleiding en twee<br />
regionale gastransportleidingen waarvan de benamingen en veiligheidsafstanden niet goed zijn<br />
opgenomen. Verzoek om de voorschriften en de toelichting op dit punt aan te passen.<br />
Voor de aan te houden veiligheidsafstanden in de omgeving van bestaande<br />
gastransportleidingen dient contact te worden opgenomen met RIVM.<br />
Reactie gemeente<br />
De benamingen en veiligheidsafstanden zijn aangepast in voorschriften en toelichting.<br />
9. TenneT TSO B.V.<br />
Verzoek om, indien werkzaamheden die voortvloeien uit dit bestemmingsplan zich zullen<br />
uitstrekken in de richting van verbindingen van TenneT, het bedrijf dan tijdig bij dit overleg te<br />
betrekken.<br />
Reactie gemeente<br />
Deze aanbeveling zal ter harte worden genomen.<br />
10. ProRail<br />
Het voorontwerpbestemmingsplan geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.<br />
11. NS Commercie<br />
Het voorontwerpbestemmingsplan geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.<br />
12. KPN<br />
Het voorontwerpbestemmingsplan geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.<br />
104<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
II.<br />
Inspraakreacties Nieuwe Driemanspolder<br />
1.<br />
Dhr L.J. Olsthoorn, mw J.A. Olsthoorn-Lourens<br />
en dhr C.G.A. Olsthoorn<br />
Dr Van Noortstraat 10<br />
2266 GX LEIDSCHENDAM<br />
2.<br />
Stichting Wijkberaad <strong>Leidschendam</strong><br />
P. van der Woude<br />
Postbus 23<br />
2260 AA LEIDSCHENDAM<br />
3.<br />
Dhr. A.J.P. de Winter<br />
Meer en Geerweg 14<br />
2266 HW LEIDSCHENDAM<br />
4.<br />
Dhr. H.N. de Winter en<br />
Mw M.M. Van Leeuwen-De Winter<br />
Meer en Geerweg 14<br />
2266 HW LEIDSCHENDAM<br />
5.<br />
Dhr. R.H.H. Kleinbekman<br />
Meerpolder1A<br />
2266 JB LEIDSCHENDAM<br />
6.<br />
Overwater Rentmeesterskantoor<br />
Namens Dhr A.T. Knijnenburg, Oostvlietweg 33<br />
Postbus 5715 AA STRIJEN<br />
7.<br />
Tasseron B.V.<br />
Betreft: Stompwijkseweg 10, 10a, 12 en 12a<br />
Tiber 80<br />
2491 DK DEN HAAG<br />
8.<br />
Adviesbureau Mol-Van Zelst<br />
Namens P.G.L.M. van den Nouweland, Stompwijkseweg 20<br />
Rijksstraatweg 54<br />
4254 XG SLEEUWIJK<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 105
9.<br />
Das Rechtsbijstand,<br />
Namens Dhr. H.J. van Santen<br />
Stompwijkseweg 92<br />
22 LEIDSCHENDAM<br />
10.<br />
Mw. J. Olieman<br />
Wilsveen 1<br />
2266 LN LEIDSCHENDAM<br />
11.<br />
Dhr. A. van Woerden<br />
Wilsveen 2<br />
2266 LR LEIDSCHENDAM<br />
12.<br />
Werkgroep Behoud Landschap <strong>Leidschendam</strong>/Nootdorp<br />
Dhr. A.A.E. Slingerland<br />
Wilsveen 3<br />
2266 LN LEIDSCHENDAM<br />
13.<br />
Dhr. A. van Gent<br />
Wilsveen 5<br />
2266 LN LEIDSCHENDAM<br />
14.<br />
dhr. L.G. Ammerlaan,<br />
Wilsveen 6<br />
2266 LR LEIDSCHENDAM<br />
15.<br />
Dhr. G.C.M. van Leeuwen,<br />
Wilsveen 15<br />
2266 LN LEIDSCHENDAM<br />
16.<br />
Dhr. P.J. Hoogendam<br />
Betreft: Wilsveen 17-19, p/a Jacob Mosselstraat 2<br />
2595 RH DEN HAAG<br />
17.<br />
Dhr. H.J.J. Beusekamp<br />
Wilsveen 20<br />
2266 LR LEIDSCHENDAM<br />
106<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
18.<br />
De Koning & Witzier<br />
Namens mw J.F. Bos - De Gier, Wilsveen 24a<br />
Oosteinde 32<br />
3466 LB WAARDER (ZH)<br />
19.<br />
Dhr J.J.M. Olsthoorn<br />
Wilsveen 33<br />
2266 LN LEIDSCHENDAM<br />
20.<br />
DLV regio Noord &West<br />
Namens v.o.f. Van den Akker-Bruinsma, Wilsveen 37<br />
Postbus 511<br />
5400 AM UDEN<br />
21.<br />
Vereniging van Eigenaren Athena´s te Leidschenveen<br />
Dhr. P. Blesgraaf<br />
Arenastraat 19<br />
2492 WV DEN HAAG<br />
22.<br />
Bewoners Golfbaan 1 t/m 13<br />
Dhr. P de Graaf<br />
Golfbaan 11<br />
2492 WE DEN HAAG<br />
23.<br />
Bewoners Dodaarsoever 1,7,3,11,9,5,15,13,<br />
P/a Dodaarsoever 11<br />
2492 RZ DEN HAAG<br />
24.<br />
Bestuur V.V.E. Toppereend<br />
Mw. Ling-Van Leusden<br />
IJseendplein 6<br />
2492 NH DEN HAAG<br />
25.<br />
Dhr. J.A. Spronk<br />
Voorweg 167<br />
2716 NJ ZOETERMEER<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 107
26.<br />
Dhr. G.J. Ammerlaan<br />
Wilsveen 8<br />
2266 LR LEIDSCHENDAM<br />
27.<br />
Dhr. A &P Ammerlaan<br />
Betreft: Wilsveen 28<br />
Postbus 1559<br />
3260 BB OUDBEIJERLAND<br />
28.<br />
Economische gebruikers NDP<br />
P/a Gaardereef 4<br />
2728 AH ZOETERMEER<br />
108<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Inhoudsopgave<br />
1. behoud unieke karakter van het gebied<br />
openheid, zichtlijnen<br />
verbreding Ringsloot<br />
verruimen Ruimte-voor-ruimte-regeling<br />
2. wijzigingsverzoeken bestemming per perceel<br />
horeca<br />
t/m 2.19 verzoeken per perceel<br />
3. verkeer/infrastructuur<br />
verkeer(saantrekkende werking)<br />
overlast<br />
parkeren<br />
recreatieve routes<br />
openbaar vervoer<br />
4. recreatie<br />
5. diverse<br />
plankaart<br />
groen<br />
waterberging<br />
windmolens<br />
bebouwingsmogelijkheden<br />
molenbiotoop<br />
bedrijfsvoering<br />
geluidsonderzoek<br />
financiën<br />
overige<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 109
110<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
1. Behoud unieke karakter van het gebied<br />
1, 3, 4, 9, 11,12,15,17,18<br />
1.1 zichtlijnen en effecten op openheid<br />
Inspraakreacties:<br />
Nieuwe kaden<br />
- De nieuwe dijk wordt 2,50 m hoog en wordt aangelegd op 200 meter van het Wilsveen<br />
en de Voorweg, hierdoor wordt het uitzicht belemmerd vanuit het Lage Wilsveen naar<br />
de Driemanspolder (17)<br />
- Zal de nieuwe vorm van het dijklichaam extra kosten veroorzaken bij het bewerken van<br />
de grond? Zo ja, wie gaat dat betalen? (1)<br />
Parkeerterrein begin Wilsveen<br />
- Kan het ingetekende parkeerterrein aan het begin van het Wilsveen worden verplaatst,<br />
omdat het zicht op de monumentale boerderij ernstig wordt aangetast? (11)<br />
Verdichting bosgebied<br />
- Is duidelijk dat door een toename van beplanting de verdichting van het gebied<br />
toeneemt? Verwezen wordt naar het MER-rapport, hierin wordt over het landschap o.a.<br />
het volgende gesteld: blz 21: in het gebied worden de karakteristieke openheid en de<br />
aanwezigheid van lange zichtlijnen als zeer waardevol beschouwd; blz 23: ´bij<br />
ruimtelijke ontwikkelingen zal er aandacht zijn voor behoud van het open landschap.<br />
Door de (mogelijke) toename van beplanting zal de verdichting toenemen in het gebied.<br />
In het conceptinrichtingsplan zijn in de strook tussen het Wilsveen en de aan te leggen<br />
kade, percelen in donkergroen aangeduid, de bestemming bos-houtwal-bomen. (12,15)<br />
- De zichtlijnen van en naar de Driemanspolder zullen voor een groot deel verdwijnen<br />
- De openheid en de twee-eenheid met Potteveen wordt door de beplanting grotendeels<br />
tenietgedaan.<br />
Reactie gemeente<br />
Nieuwe kaden<br />
De hoogte van de kade is bepaald door civieltechnische adviezen, de MER en veiligheidseisen.<br />
Hierbij is onder andere rekening gehouden met het volume te bergen water bij piekberging, het<br />
beschikbare oppervlak voor piekberging en eventuele compartimentering bij vullen van de<br />
piekberging.<br />
Een lagere kade zou afbreuk doen aan de veiligheid. Dit wordt mede ingegeven door de<br />
gedachte dat, door de ligging van de aan te leggen kaden parallel aan de bestaande kaden, bij<br />
een doorbraak het tussengelegen gebied zeer snel vol loopt. Juist gelet op de daar aanwezige<br />
bebouwing is dit ongewenst. Dat het uitzicht vanuit het Lage Wilsveen door de hoogte van de<br />
kade belemmerd zal worden weegt hierbij minder zwaar dan de veiligheidsoverwegingen.<br />
De vorm van de nieuwe kade is in het Voorlopig Ontwerp (VO) Inrichtingsplan ingetekend. Dit<br />
VO Inrichtingsplan heeft als onderlegger voor het ontwerpbestemmingsplan gefungeerd.<br />
Daarmee is de vorm van de kade bekend. De gronden waarop de nieuw aan te leggen<br />
dijklichamen zijn gepland zullen, onder volledige schadeloosstelling, worden aangekocht. Of de<br />
gronden na verwerving in gebruik worden gegeven voor agrarisch gebruik ten behoeve van het<br />
beheer, zal worden overgelaten aan de beheerder van het gebied (Staatsbosbeheer).<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 111
Dit ligt anders voor de nieuwe kaden voor de aanvoerroute van Rijnland. De nieuwe kaden rond<br />
de Ringsloot en de Limietsloot krijgen een buitentalud met een helling van maximaal 1: 5, zodat<br />
agrarisch gebruik mogelijk blijft.<br />
Parkeerterrein begin Wilsveen<br />
De situering van het parkeerterrein is bij het Voorlopig Ontwerp Inrichtingsplan heroverwogen.<br />
Dit parkeerterrein is komen te vervallen.<br />
Verdichting bosgebied<br />
Bij het Wilsveen en de Voorweg is de beplanting direct achter de huiskavels gesitueerd,<br />
waardoor de openheid in dat gedeelte van het gebied niet afneemt. In het zuidelijke deel bij de<br />
N-469 neemt de openheid wel wat af, maar met behoud van zichtlijnen.<br />
Zichtlijnen<br />
Vanaf alle zijden zijn er zichtlijnen het gebied in, maar niet vanaf alle punten zal het gebied nog<br />
in één keer te overzien zijn. Dit heeft ook te maken met de opdracht vanuit het Ministerie van<br />
LNV om een bosdeel aan te leggen.<br />
Openheid<br />
Aangezien de beplanting zoveel mogelijk in het verlengde ligt van de bestaande bebouwing blijft<br />
de ruimtelijke relatie tussen de twee gebiedsdelen bestaan.<br />
1.2 Verbreding Ringsloot, ten behoeve van de aanvoerroute van Rijnland<br />
1, 3, 4 en 9<br />
Inspraakreacties:<br />
Wordt er aandacht besteed aan de gevolgen: (3 en 4)<br />
- die de verbreding van de sloot heeft op de bestaande bedrijfsvoering?<br />
- die de verbreding van de sloot heeft op de bestaande fauna?<br />
- die de wijziging van een nieuwe dijk met zich meebrengt, zoals het feit dat de unieke<br />
waterlijn die er nu is, vervalt;<br />
- van verhoging of verlaging van het waterpeil. Dit kan schadelijk zijn voor de bestaande<br />
gebouwen, de huizen naast de Ringsloot zijn niet onderheit.<br />
- die de verbreding heeft voor de brug die nu de percelen van Dr. van Noortstraat 10<br />
verbindt? Wordt de brug vervangen en wie gaat dat betalen?<br />
Compensatie<br />
- Wordt compensatie verleend voor het bedrijfstoeslagrecht dat wordt misgelopen<br />
wanneer een deel van de grond wordt aangewend voor het verbreden van de<br />
Ringsloot? (9)<br />
Verdiepen Ringsloot<br />
- bestaat de mogelijkheid de Ringsloot te verdiepen en een talud te maken aan de<br />
vaartzijde, zodanig dat eventueel te water geraakte paarden, gemakkelijk gered kunnen<br />
worden. Voorwaarde: het talud moet dezelfde afmetingen houden als het huidige talud,<br />
omdat verkleining van het grondoppervlak leidt tot problemen in de voortzetting van het<br />
bedrijf. (4)<br />
112<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Reactie gemeente<br />
De gevolgen voor de bestaande bedrijfsvoering<br />
- Bij het ontwerp van het nieuw te realiseren dijklichaam wordt een talud gerealiseerd van<br />
maximaal 1:5. Bij deze taludhelling kan de bedrijfsvoering onveranderd worden doorgezet.<br />
- Door de verbreding van de Ringsloot zal er voor de bedrijfsvoering minder nuttig<br />
oppervlakte overblijven. Dit zal financieel worden gecompenseerd.<br />
De gevolgen voor de bestaande fauna<br />
Er zal alleen in geval van piekberging sprake zijn van wijzigingen in de visstand. In het ontwerp<br />
van de verbrede Ringsloot is een plas/drasberm voorzien. Deze nieuwe plas/drasberm<br />
compenseert in ruime mate de nadelige effecten.<br />
De gevolgen voor de bestaande waterlijn<br />
De verandering van het landschapsbeeld is niet te voorkomen.<br />
De nieuwe dijk verschilt optisch in geringe mate t.o.v. de bestaande dijk. Naar verwachting zal<br />
binnen de kortste keren na aanleg weer sprake zijn van een acceptabele waterlijn. Dit mede<br />
gezien de nieuw aan te leggen plas/drasberm.<br />
De gevolgen van verhoging of verlaging van het waterpeil<br />
- De piekberging zal incidenteel en slechts bij calamiteiten worden benut. In feite zal er dus<br />
een constant peil worden gehanteerd in de Ringsloot.<br />
- Bij gebruik van de piekberging gaat het over een zeer kort tijdsbestek waarin de waterstand<br />
in geringe mate wordt opgezet. Schade aan bebouwing wordt dan ook uitgesloten geacht.<br />
De gevolgen voor de brug bij Dr. van Noortstraat 10<br />
Indien het noodzakelijk is om de Ringsloot ter plaatse van de Dr. Van Noortstraat 10 te<br />
verbreden zal dit in opdracht en op kosten van de initiatiefnemers worden uitgevoerd.<br />
Compensatie<br />
De gronden die nodig zijn voor de verbreding van de Ringvaart zullen worden aangekocht onder<br />
volledige schadeloosstelling. Hieronder vallen naast vermogensschade ook ander<br />
schadeposten, waaronder eventuele inkomensschade en bijkomende kosten.<br />
Deze zullen, indien relevant en van toepassing, worden gecompenseerd.<br />
Verdiepen Ringsloot i.v.m. te water geraakte paarden<br />
De taluds van de nieuw te graven Ringsloot zijn minder stijl dan de bestaande watergang. In<br />
feite ontstaat er dus een gunstiger situatie om de paarden uit het water te kunnen redden.<br />
Verkleining oppervlakte<br />
Door de verbreding van de Ringsloot zal er voor de bedrijfsvoering minder nuttig oppervlakte<br />
overblijven. Dit zal financieel worden gecompenseerd.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 113
1.3 Verruimen Ruimte-voor-ruimteregeling<br />
11, 12, 15, 18<br />
Inspraakreacties:<br />
Doorzichtigheid en transparantie<br />
- Kan de Ruimte-voor-Ruimteregeling worden uitgebreid met een bepaling over de<br />
doorzichtigheid en transparantie van de ruimte, door op te nemen<br />
- dat er uitsluitend mag worden gebouwd binnen de omlijning van de te slopen<br />
bedrijfsgebouwen zoals aangegeven op de plankaart?<br />
- dat een garantie wordt geboden op het behoud van de openheid en de<br />
bestaande lange zichtlijnen door de lintbebouwing bij her- vernieuwbouw;<br />
- dat deze regeling wordt gecombineerd met een toezegging in het<br />
bestemmingsplan dat ook bedrijfsmatig gebruik (opslag, verwerking) van de<br />
bedrijfsgebouwen zal worden toegestaan.<br />
Omvang kavels<br />
- Is bekend dat een aantal bouwkavels erg krap bemeten is, wanneer gebruik wordt<br />
gemaakt van de Ruimte-voor Ruimteregeling?<br />
Reactie gemeente<br />
Doorzichtigheid en transparantie<br />
Het uitgangspunt van de Ruimte-voor-Ruimteregeling is dat ter compensatie van de sloop van<br />
agrarische bedrijfsgebouwen, onder voorwaarden, een of meer burgerwoningen mogen worden<br />
gebouwd. Voor de sloop van iedere 1000 m2 bedrijfsbebouwing kan een woning worden<br />
teruggebouwd met een maximum van drie.<br />
Compensatie ter plekke is mogelijk indien geen aantasting plaatsvindt van bijzondere waarden<br />
die in het gebied of op het perceel aanwezig zijn. Het gaat hierbij o.a. om de landschappelijke<br />
waarden.<br />
Nieuwbouw mag bovendien alleen plaatsvinden indien de ruimtelijke kwaliteit van het gebied<br />
verbetert, hetgeen moet blijken uit een ruimtelijke onderbouwing waarin nadrukkelijk aandacht is<br />
besteed aan de beeldkwaliteit.<br />
Openheid en zichtlijnen<br />
Vanaf alle zijden zijn er zichtlijnen het gebied in, maar niet vanaf alle punten zal het gebied nog<br />
in één keer te overzien zijn. Vanuit het Ministerie van LNV ligt er overigens ook de opdracht om<br />
een bosdeel aan te leggen.<br />
Bedrijfsmatig gebruik<br />
Een voorwaarde bij het toepassen van de Ruimte-voor-Ruimte-Regeling is volledige<br />
bedrijfsbeëindiging en sloop van alle bedrijfsbebouwing (met uitzondering van de<br />
bedrijfswoning), die niet als cultuurhistorisch waardevol is aangemerkt. Een combinatie van een<br />
toepassing van deze regeling met gebruik van bedrijfsbebouwing voor opslag is daarom niet<br />
mogelijk.<br />
114<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Omvang kavels<br />
Zoals hierboven is omschreven kan, bij volledige bedrijfsbeëindiging, voor de sloop van iedere<br />
1000 m2 bedrijfsbebouwing een woning worden teruggebouwd met een maximum van drie. Er<br />
zou dus voldoende ruimte op de huidige kavels aanwezig moeten zijn.<br />
2. wijzigingsverzoeken bestemming per perceel + daaraan gerelateerde<br />
wijzigingen/verzoeken.<br />
2, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 15, 16, 18, 19, 20, 25<br />
Inspraakreacties:<br />
2.1 Horeca<br />
Kan de bestemming horeca worden verplaatst? De horeca is ter ondersteuning van de<br />
botenverhuur en dient nabij gevestigd te zijn. Voorstel: horeca verplaatsen naar de<br />
botenverhuur (2).<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Het inrichtingsplan en het bestemmingsplan voorzien inmiddels in een concentratie van<br />
recreatieve voorzieningen in een centrale ontsluitingszone van het Zoetermeerse<br />
Parklandschap, het droge deel van de Nieuwe Driemanspolder.<br />
2.2<br />
Perceel Stompwijkseweg 10,10a en 12, 12a<br />
Kan op de percelen Stompwijkseweg 10 t/m 12a een wijzigingsbevoegdheid naar<br />
woningbouwontwikkeling worden gelegd? De huidige bestemming is bedrijfsdoeleinden.<br />
Betrokkenen zijn van plan het bedrijf te verplaatsen en de bestaande bedrijfsfunctie te saneren<br />
(7).<br />
Reactie gemeente<br />
Dit verzoek kan niet worden gehonoreerd vanwege de geluidshindernormen en<br />
luchtkwaliteitseisen voor nieuwe woningen. Het perceel ligt te dicht bij de Rijksweg A4 om aan<br />
deze normen te kunnen voldoen.<br />
2.3<br />
Perceel Stompwijkseweg 20<br />
- Kan de bestemming op de bestaande cultuurhistorisch waardevolle stallen worden<br />
gewijzigd in woondoeleinden? Op deze manier kunnen de stallen in de huidige vorm<br />
behouden blijven.<br />
- Kan het bouwvlak worden vergroot, zodat de bestaande achtertuin van de<br />
bedrijfswoning binnen het bouwvlak valt?<br />
- Kunnen de vereiste aanlegvergunningen vereiste worden geschrapt, voor die delen die<br />
binnen het bouwvlak vallen?<br />
- Kunnen de vereiste aanlegvergunningen worden geschrapt voor de gronden die tussen<br />
het bouwvlak en de weg liggen? Dit zijn namelijk veelal tuinen. (8)<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 115
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Wijzigen bestemming<br />
Herbestemming tot woondoeleinden is op basis van de provinciale regeling ‘Regels voor ruimte’<br />
in principe mogelijk. Hierin is namelijk opgenomen dat karakteristieke en cultuurhistorisch<br />
waardevolle bebouwing niet gesloopt mag worden. Het pand Stompwijkseweg 20 staat niet op<br />
de gemeentelijke monumentenlijst, maar kan wel worden aangemerkt als cultuurhistorisch<br />
waardevolle bebouwing. Voorwaarde voor het toepassen van de regeling is dat de woningen<br />
binnen de cultuurhistorische bebouwing worden opgericht. Uitgangspunt is bedrijfsbeëindiging<br />
en sloop van alle overige bedrijfsbebouwing op het perceel. Verder zal naar een aantal criteria<br />
moeten worden gekeken, die voor een definitief oordeel maatgevend kunnen zijn. Hiervoor dient<br />
het verzoek geconcretiseerd te worden, zodat inzichtelijk wordt:<br />
- welke bedrijfsopstallen worden gesloopt<br />
- hoe in de toekomstige vraag naar parkeerplaatsen wordt voorzien<br />
- of aan de geluidhindernormen voor woondoeleinden kan worden voldaan<br />
- of de herbestemming negatieve effecten kan hebben op de bedrijfsvoering en de<br />
gebruiksmogelijkheden van bedrijven in de rechtstreekse omgeving<br />
Gezien het vorenstaande ligt het voor de hand de huidige bestemming te handhaven totdat<br />
vaststaat dat herbestemming niet op milieutechnische of andersoortige bezwaren stuit.<br />
Vergroten bouwvlak<br />
Een verruiming van het bouwvlak gerelateerd aan de tuininrichting ter plaatse behoort niet tot<br />
de mogelijkheden. Het bouwvlak is gerelateerd aan oude of voormalige bedrijfsbebouwing.<br />
Omdat het agrarisch bedrijf niet of nauwelijks meer wordt uitgeoefend, ontbreekt verder elke<br />
noodzaak tot verruiming van het bouwvlak.<br />
Aanlegvergunning<br />
Binnen de agrarische bouwvlakken is het aanlegvergunningvereiste geschrapt. Voor de<br />
gronden die tussen het bouwvlak en de weg liggen, blijft het aanlegvergunningstelsel<br />
gehandhaafd, omdat hierop de bestemming ‘Agrarisch met waarden- Agrarische functie met<br />
landschappelijke waarden’ ligt. Om de landschappelijke waarden te beschermen wordt<br />
vastgehouden aan het aanlegvergunningstelsel.<br />
2.4<br />
Perceel Stompwijkseweg 92<br />
Op een deel van het perceel ligt een dubbelbestemming: Waterkering en ANL.<br />
- Kan de bestemming Waterkering van perceel worden verwijderd?<br />
- Waarom is deze strook waarop de bestemming Waterkering ligt zo groot?<br />
- Wordt deze bestemming binnen de planperiode gerealiseerd?<br />
- Wordt compensatie verleend voor de schade die inspreker lijdt, omdat hij een deel van<br />
de grond kwijtraakt?<br />
- Wordt compensatie verleend omdat de gronden die worden aangewend voor<br />
Waterkering geen voedergewassen meer opleveren (9).<br />
116<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Waterkering<br />
Toepassing van de bestemming “beschermingszone waterkering” vloeit voort uit de eisen die<br />
door de waterbeheerder ter plaatse aan het gebruik en de bebouwing van gronden met een<br />
(mede) waterkerende functie worden gesteld. Waar het bij het toepassen van deze<br />
dubbelbestemming om gaat is dat gebruikers van gronden krachtens het plan bij het uitwerken<br />
van eventuele (bouw)plannen rekening dienen te houden met het feit dat betreffende gronden<br />
tevens een waterkerende functie hebben. Daaruit kunnen beperkingen voortvloeien, die echter<br />
ook al rechtstreeks volgen uit de Keur van het beherende Hoogheemraadschap: het plan is niet<br />
de directe grondslag voor de betreffende mogelijke beperkingen, maar legt die slechts naast het<br />
regiem van de Keur ook in een juridisch-planologisch regiem vast.<br />
Realisatie binnen planperiode<br />
Binnen de planperiode van 10 jaar zal de aanvoerroute worden aangelegd.<br />
Compensatie<br />
De bestemming “beschermingszone waterkering” is een dubbelbestemming. Dit houdt in dat<br />
deze bestemming naast de bestemming ‘Agrarische met waarden- Agrarische functie met<br />
natuur- en landschapswaarden’ op het perceel ligt. Het perceel kan gebruikt blijven worden voor<br />
agrarische bedrijvigheid. Bij de dubbelbestemming gaat het erom dat gebruikers van gronden bij<br />
het uitwerken van eventuele (bouw)plannen rekening dienen te houden met het feit dat<br />
betreffende gronden tevens een waterkerende functie hebben. De gronden kunnen dus nog<br />
steeds voedergewas opleveren.<br />
Schade<br />
Het verlies aan grond zal deel uitmaken van de schadeloosstellingsprocedure of er zal door<br />
middel van een grondruil, andere grond beschikbaar komen. Uitgangspunt is een volledige<br />
schadeloosstelling. Schade die geleden wordt door de wijziging van de bestemming, welke<br />
redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van reclamant behoort te blijven en waarvan de<br />
vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins is verzekerd, kan via<br />
een separate planschadeprocedure worden geclaimd.<br />
2.5<br />
Perceel Wilsveen 1<br />
- kan de bestemming van het perceel worden gewijzigd van ´Volwaardig Agrarisch<br />
bedrijf´ in ´Volwaardig Hippisch bedrijf´?<br />
- Kan de grootte van de bouwkavel worden gewijzigd, opdat reclamant het bedrijf kan<br />
laten uitgroeien tot een volwaardig hippisch bedrijf met een omvang van minimaal 1,5<br />
ha?<br />
- Kan de hoogte van de hekwerken worden verhoogd naar 1,5 meter? Op een<br />
paardenhouderij moeten de hekken minimaal 1,5 meter hoog zijn.<br />
- Kan het parkeerterrein op een andere locatie komen te liggen?<br />
- Kan reclamant de overgeschoten percelen land tegenover Wilsveen 1 blijven<br />
gebruiken?<br />
- Kan het perceel worden aangesloten op het ruiterpadencircuit?<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 117
- Kan een ruimtelijke scheiding worden aangebracht tussen openbare ruimte en<br />
weidegronden? (10,43)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Bestemmingswijziging<br />
Het perceel heeft in het onderhavige bestemmingsplan de bestemming ‘Agrarisch-<br />
Paardenhouderij’ gekregen. De herbestemming is getoetst aan het paardenbeleid (Nota<br />
‘Schaken met paard en landschap’) en aan de landschappelijke, milieukundige en<br />
verkeerstechnische effecten van de nieuwe bestemming. Uit de toets is gebleken dat een<br />
herbestemming zoals thans in het plan is opgenomen aanvaarbaar is.<br />
Grootte bouwkavel<br />
Aan een bouwvlak van 1,5 ha kan geen medewerking worden verleend. Het bouwvlak is wel<br />
vergroot, zodat alle te verwachten voorzieningen voor een volwaardige paardenhouderij, zoals<br />
paardenbakken en paddocks, conform het paardenbeleid, binnen het bouwvlak kunnen worden<br />
gerealiseerd.<br />
Hekwerken<br />
Ten aanzien van erfafscheidingen wordt door onze gemeente veel waarde gehecht aan de<br />
landschappelijke inpassing hiervan. Hoofdreden is het sterk versnipperende effect van<br />
dergelijke voorzieningen en de soms matige tot slechte beeldkwaliteit. In het landelijke gebied<br />
geven wij de voorkeur aan natuurlijke erfafscheidingen (houtwallen, hagen, bomenrijen of<br />
watergangen) of aan houten constructies. Voor overige erfafscheidingen is een maximale<br />
hoogte van 2 meter opgenomen.<br />
Locatie parkeerterrein<br />
Op grond van aanpassingen in het inrichtingsplan voor het toekomstige recreatiegebied is de<br />
locatie van het parkeerterrein gewijzigd. Het parkeerterrein is nu gesitueerd aan de<br />
zuidwestzijde van de begraafplaats.<br />
Gebruik percelen tegenover Wilsveen 1<br />
De percelen tegenover Wilsveen 1 hebben de bestemming ‘Agrarische met waarden –<br />
Agrarische functie met landschapswaarden’. Agrarische bedrijvigheid is op grond van deze<br />
bestemming toegestaan.<br />
Aansluiting op ruiterpadencircuit<br />
Een aansluiting op het ruiterpadennetwerk behoort, door de aanpassing in het inrichtingsplan,<br />
tot de mogelijkheden.<br />
Scheiding openbare ruimte – weidegebied<br />
Bij de situering van de paden in het buitengebied is waar mogelijk onderscheid gemaakt tussen<br />
fiets-, wandel- en ruiterpaden. Bij de uitvoering zal er zoveel mogelijk naar gestreefd worden<br />
een natuurlijke afscheiding van voorzieningen en weidegebied te creëren.<br />
118<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
2.6<br />
Perceel Wilsveen 2<br />
- Kan de geplande kwelsloot verder van de boerderij worden gelegd en dichter tegen het<br />
hoogwater aan, omdat er nu te weinig grond overblijft om een klein agrarisch bedrijf uit<br />
te oefenen?<br />
- Is een andere situering van de parkeervoorziening mogelijk?<br />
- Zijn er meer mogelijkheden in het kader van de Ruimte-voor-Ruimte regeling? (11)<br />
Reactie gemeente<br />
Kwelsloot<br />
De door de inspreker gewenste aanpassing van de kwelsloot wordt beperkt door een aantal<br />
civieltechnische randvoorwaarden. Hiertoe behoren:<br />
- de positie van de toekomstige kade;<br />
- de ruimtelijke reservering, die voor de kwelzone tussen de kade en de<br />
bedrijfsgebouwen nodig wordt geacht.<br />
Een andere invloedsfactor is de wens tot een zo homogeen mogelijke regeling van de<br />
bedrijfspercelen in de toekomstige situatie. Daarnaast is sprake van een bijzonder topografisch<br />
en cultuurhistorisch gegeven aan de achterkant van het bedrijf. Het betreft hier twee zijtakken<br />
van een langgerekte sloot, die het erf aan de zijkant begrenzen. Samen vormen zij min of meer<br />
de begrenzing van een kleine houtopstand, die zijn oorsprong heeft gehad in een<br />
perceelsinrichting, die terugreikt tot in de 19 e eeuw. Ook toen heeft ter plekke een kleine<br />
bosschage gelegen die deel uitmaakte van een karakteristieke inrichting van het erf. Wij<br />
hechten er veel waarde aan deze houtopstand als bijzonder landschappelijk element te<br />
behouden. We kiezen daarom voor integratie van dit element in de groenzone tussen de<br />
toekomstige kade en de nieuw aan te leggen kwelsloot. De lijnvoering van de kwelsloot is<br />
daarbij zodanig gekozen, dat de zijtak die na aanleg van de nieuwe kade nog blijft voorbestaan,<br />
op de nieuwe sloot wordt aangesloten, waardoor een hydrologisch isolement van de zijtak of<br />
sloot kan worden voorkomen.<br />
Parkeerplaatsen<br />
Op grond van de aanpassingen aan het inrichtingsvoorstel voor het toekomstige<br />
recreatiegebied kan aan de wens worden voldaan om de reservering voor parkeervoorzieningen<br />
naast het perceel Wilsveen 2 te schrappen.<br />
Ruimte voor ruimte-regeling<br />
De Ruimte voor Ruimte-regeling is een regeling ter ondersteuning van de sanering van<br />
individuele bedrijven in het landelijke gebied. Doel van de regeling is, dat alle bedrijfsopstallen<br />
worden gesloopt en dat ter compensatie van de hiermee gemoeide kosten een beperkt aantal<br />
woningen terug kan worden gebouwd met een maximum van 3 woningen en waarbij het aantal<br />
gerelateerd wordt aan de omvang van de te slopen opstallen.<br />
Het bedrijf op het Wilsveen 2 beschikt over een bouwvlak van meer dan 4.000 m², waarbinnen 5<br />
gebouwen zijn gelegen (inclusief het hoofdgebouw met de bedrijfswoning). Indien het bedrijf<br />
voor de Ruimte voor Ruimte-regeling in aanmerking wil komen, resteert na sloop van de<br />
opstallen voldoende ruimte voor de realisatie van compenserende woningbouw.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 119
Compenserende woningbouw is overigens niet per se gebonden aan nieuwbouw, maar kan ook<br />
vorm krijgen door het hergebruik van bestaande, karakteristieke bedrijfsopstallen (zie het<br />
langgerekte bijgebouw evenwijdig naast het hoofdgebouw). Sterker nog: dat deel van de<br />
bebouwing dat is aangewezen als rijksmonument mag niet gesloopt worden. Een combinatie<br />
van nieuwbouw en herbouw is in sommige gevallen eveneens denkbaar. Met het oog op het<br />
vorenstaande kan worden geconcludeerd, dat geen medewerking kan worden verleend aan een<br />
verruiming van het huidige bouwvlak of een verruiming van de bouwmogelijkheden t.b.v. een<br />
Ruimte voor Ruimte-regeling, omdat het bouwvlak in principe groot genoeg is om de regeling te<br />
kunnen toepassen.<br />
2.7<br />
Perceel Wilsveen 6<br />
De inspreker verzoekt om:<br />
- handhaving van het bouwvlak, hetgeen volgens insprekers wordt aangetast door het<br />
wegbestemmen van een loopstal, boomgaard sleufsilo en groentetuin en een<br />
bestemmingswijziging voor een bestaand griefhoutbosje;<br />
- handhaving van de cultuurhistorische waarden ter plaatse. Dit kan alleen als het hele erf<br />
in tact blijft;<br />
- pachtmogelijkheden voor het naastgelegen perceel tussen Wilsveen 6 en 6a;<br />
- voldoende waarborg tegen wateroverlast. (45)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Bouwvlak<br />
Door de aanleg van de waterberging inclusief kwelzone zal het in de toekomst niet mogelijk zijn<br />
een volwaardige agrarisch bedrijf op het perceel uit te oefenen. Het houden van vee zal ook in<br />
de nieuwe situatie mogelijk blijven, zij het in zeer beperkte mate. De noodzaak voor het<br />
handhaven van het bouwvlak ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf vervalt hiermee.<br />
Wel is het mogelijk de contouren voor het toekomstige bouwvlak gedeeltelijk te herzien, zodat in<br />
de nieuwe situatie een effectief gebruik van het agrarische erf mogelijk blijft. In het<br />
bestemmingsplan wordt het bouwvlak derhalve zodanig herzien en bemeten, dat de<br />
vermindering van het bouwvlak niet meer bedraagt dan 10% van het huidige bouwvlak.<br />
Het verlies aan grond en/of opstallen zal deel uitmaken van de schadeloosstellingsprocedure.<br />
Uitgangspunt is een volledige schadeloosstelling.<br />
Handhaving van het bouwvlak zou ook betekenen dat de kwelsloot zou moeten worden verlegd.<br />
De ligging van de kwelsloot is bepaald door:<br />
• De behoefte aan waterberging in een omvang van 2 mln. m³<br />
• De ligging van kwelgevoelige plekken en<br />
• de noodzaak van stabiele kades rond de waterberging.<br />
Dit heeft als gevolg dat op de gronden van de huidige stal nieuwe ontwikkelingen zullen moeten<br />
plaatsvinden.<br />
120<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Voor het overige moet worden vermeld dat alle groenelementen als boomgaarden en<br />
griefhoutbosjes die binnen het resterende erf vallen ook onder de nieuwe bestemmingen<br />
gehandhaafd kunnen blijven.<br />
Cultuurhistorische bebouwing<br />
Niet alle bebouwing behorende tot het erf heeft een cultuurhistorische waarde. Het betreft hier<br />
alleen bouwkundige onderdelen van het oude hoofdgebouw met zijn karakteristieke hoofdvorm,<br />
maar niet onderdelen als een schuur, silo et cetera. Van een cultuurhistorisch waardevol<br />
ensemble is hier geen sprake.<br />
Gebruiksmogelijkheden<br />
Pacht- en gebruiksmogelijkheden van naburige gronden maken geen onderdeel uit van het<br />
bestemmingsplan maar worden geregeld door privaatrechtelijke overeenkomsten. Het verzoek<br />
kan derhalve niet in het kader van de bestemmingsplanprocedure worden behandeld.<br />
Wateroverlast<br />
Het thans voorliggende ontwerp voor de waterberging en bijbehorende elementen voorziet ter<br />
hoogte van Wilsveen in een brede kwelzone met:<br />
- een hoofdwatergang (kwelsloot)<br />
- zijtakken<br />
- plas-dras biotopen en<br />
- delen met een “natuurlijke” inrichting, waarvan de bouwvoor deels zal zijn afgegraven.<br />
Zowel de maatregelen zelf als de afmetingen van de kwelzone en de hier gelegen<br />
waterhuishoudkundige elementen worden door de waterbeheerders voldoende geacht om<br />
eventuele problemen op het gebied van wateroverlast te voorkomen. Een en ander geeft<br />
derhalve geen aanleiding tot wijziging van het plan.<br />
2.8<br />
Perceel Wilsveen 8<br />
- Inspreker heeft behoefte aan tekeningen, die meer inzicht bieden in de beoogde<br />
veranderingen;<br />
- Is het mogelijk de bestemming voor het perceel te wijzigen van KAB naar VAB?<br />
- Kan de zone tussen het Wilsveen en de waterkering worden vergroot en de hoogte van<br />
de waterkering verlaagd, zodat het uitzicht op de Nieuwe Driemanspolder niet geheel<br />
wordt ontnomen?<br />
- Inspreker vreest dat de aangehouden zones niet toereikend zijn om verzakking en<br />
schade aan de bestaande bebouwing te voorkomen;<br />
- Inspreker heeft bezwaar tegen recreatieve mogelijkheden (voetpad en/of fietspad) langs<br />
de waterkering, vanwege aantasting van privacy en stelt voor dat de gebruiker van het<br />
perceel Wilsveen 8 verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van de ruimte<br />
tussen de kwelsloot en waterkering;<br />
- Inspreker vreest voor overlast van muggen en vliegen (26).<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 121
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Tekeningen<br />
Voor zo ver mogelijk zijn in de toelichting van het bestemmingsplan afbeeldingen opgenomen,<br />
die de beoogde veranderingen in de Nieuwe Driemanspolder inzichtelijk kunnen maken. Voor<br />
het overige is het instrument bestemmingsplan niet het meest geschikte instrument om visuele<br />
veranderingen te verduidelijken, omdat hier vooral functioneel-ruimtelijke afweging worden<br />
getroffen en de hoofdfuncties van bepaalde plandelen worden omschreven.<br />
Wijziging bestemming<br />
Er is gekozen voor de bestemming ‘Agrarisch’; het onderscheidt in volwaardig en kleinschalig<br />
agrarisch bedrijf is komen te vervallen. Bestaande activiteiten kunnen worden voortgezet.<br />
Uitbreiding van bebouwing is slechts mogelijk bij bedrijven, die kunnen aantonen dat deze<br />
bebouwing noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering. Dit zal in de praktijk<br />
er op neer komen dat alleen volwaardig agrarische bedrijven mogen uitbreiden.<br />
Vergroten zone/verlagen kade<br />
De ligging van de kwelsloot is bepaald door:<br />
• De behoefte aan waterberging in een omvang van 2 mln. m³<br />
• De ligging van kwelgevoelige plekken en<br />
• de noodzaak van stabiele kades rond de waterberging.<br />
De hoogte van de kade is bepaald door civieltechnische adviezen, de MER en veiligheidseisen.<br />
Hierbij is onder andere rekening gehouden met het volume te bergen water bij piekberging, het<br />
beschikbare oppervlak voor piekberging en eventuele compartimentering bij vullen van de<br />
piekberging.<br />
Een lagere kade zou afbreuk doen aan de veiligheid. Dit wordt mede ingegeven door de<br />
gedachte dat, door de ligging van de aan te leggen kaden parallel aan de bestaande kaden, bij<br />
een doorbraak het tussengelegen gebied zeer snel vol loopt. Juist gelet op de daar aanwezige<br />
bebouwing is dit ongewenst. Dat het uitzicht vanuit het Lage Wilsveen door de hoogte van de<br />
kade belemmerd zal worden weegt hierbij minder zwaar dan de veiligheidsoverwegingen.<br />
Verzakking/schade<br />
De afmetingen van de kwelzone en de hier gelegen waterhuishoudkundige elementen worden<br />
door de waterbeheerders voldoende geacht om eventuele problemen op het gebied van<br />
wateroverlast of schade aan bestaande bebouwing te voorkomen.<br />
Recreatieve voorzieningen<br />
Er is juist ten behoeve van de privacy van bewoners een groene buffer gecreëerd tussen de<br />
huiskavels en de paden op de kade.<br />
Beheer en onderhoud kwelzone<br />
Beheer en onderhoud van de kwelzone zal worden overgelaten aan de toekomstige beheerder<br />
van het gebied (Staatsbosbeheer). Aan deze beheerder zal worden overgelaten of dergelijke<br />
afspraken kunnen worden gemaakt.<br />
122<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Overlast muggen en vliegen<br />
Bij de inrichting is zoveel mogelijk rekening gehouden met deze aspecten. Het ontstaan van<br />
poelen met stilstaand water is zoveel mogelijk vermeden.<br />
2.9<br />
Perceel Wilsveen 10b<br />
Kan een wijziging van de bestemming plaatsvinden, daar bij verkoop van de gronden achter de<br />
locatie Wilsveen 10b daar geen agrarische activiteiten meer kunnen plaatsvinden?<br />
- Kan de bestemming van het perceel Wilsveen 10b worden gewijzigd in ´extra<br />
woonbestemming met kleinschalige bedrijfsactiviteiten´, zoals het opvangen van<br />
kinderen en het oprichten van een dierenpension, met handhaving van de voorgestelde<br />
woonbestemming, dit om een daling in de bedrijfsexploitatie te voorkomen?<br />
- Kan een afstand van minimaal 200 meter tussen de openbare weg Wilsveen en de<br />
kwelsloot worden aangehouden?<br />
- Kan ook vrijstelling worden verleend van de gebruiksvoorschriften in het voorliggende<br />
voorontwerpbestemmingsplan: reden is dat bij kleine bedrijfsmatige activiteiten voor<br />
een eigen parkeervoorziening moet worden gezorgd en er moet dus voldoende<br />
parkeerruimte zijn, maar daarvoor moet de minimale afstand van de geplande sloot<br />
achter de bebouwing tot aan de weg 200 meter zijn en dat is nu niet zo.<br />
- Wordt compensatie verleend voor de gevolgschade die reclamant zal leiden? (6)<br />
Reactie gemeente<br />
Extra woonbestemming<br />
Het verlies aan weidegrond zal deel uitmaken van de schadeloosstellingsprocedure. Er kan<br />
alleen medewerking worden verleend aan een extra woonbestemming indien sprake is van een<br />
bedrijfsbeëindiging, zoals geformuleerd in de Ruimte-voor-Ruimte regeling.<br />
Kleinschalige bedrijfsactiviteiten<br />
De start van nieuwe bedrijfsactiviteiten aan het Wilsveen vinden wij niet gewenst. In onderhavig<br />
geval zou de start van een nieuw bedrijf tot een verdichting van het bestaande bebouwingslint<br />
leiden, hetgeen uit landschappelijk en functioneel oogpunt onwenselijk wordt geacht. De<br />
voorgestelde bedrijfsactiviteiten zouden bovendien een verkeersaantrekkende werking<br />
genereren (kinderopvang) of brengen naar verwachting een voor naburige woningen<br />
onacceptabele geluidhinder met zich mee (dierenpension). Van medewerking aan een dergelijk<br />
verzoek zou bovendien ongewenste precedentwerking kunnen uitgaan.<br />
Wij zijn verder van mening dat bedrijven zoals door inspreker worden beoogd bij voorkeur op<br />
andere locaties gevestigd dienen te worden, zoals op een bedrijventerrein of in de bebouwde<br />
kom. Daarvan is hier echter geen sprake.<br />
Afstand tot de kwelsloot<br />
De ligging van de kwelsloot is bepaald door:<br />
• De behoefte aan waterberging in een omvang van 2 mln. m³<br />
• De ligging van kwelgevoelige plekken en<br />
• de noodzaak van stabiele kades rond de waterberging.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 123
Achter de huidige bedrijfsgebouwen kan derhalve niet meer ruimte voor particuliere doeleinden<br />
worden gereserveerd dan nu in het bestemmingsplan is opgenomen.<br />
Voldoende parkeerruimte<br />
Wij hebben al gesteld dat het vestigen van nieuwe bedrijfsactiviteiten (anders dan als<br />
nevenactiviteit of bij vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing) aan het Wilsveen ongewenst is.<br />
Het verzoek om voldoende ruimte te creëren om parkeervoorzieningen aan te leggen voor<br />
nieuwe bedrijfsactiviteiten kan daarom niet worden gehonoreerd.<br />
2.10<br />
Perceel Begraafplaats<br />
- Kan de mogelijkheid tot het oprichten van een beheerderswoning worden behouden in<br />
dit bestemmingsplan?<br />
- Kan de parkeerplaats worden verplaatst van de zuid-westzijde van de begraafplaats?<br />
- Kan een uitbreiding van de begraafplaats tot aan de kwelsloot worden opgenomen in<br />
het bestemmingsplan? (28)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Beheerderswoning<br />
Er kan geen mogelijkheid worden opgenomen voor een beheerderswoning in het<br />
bestemmingsplan. Dit zou een extra ‘rode’ voorziening zijn, buiten de rode contour.<br />
Parkeerplaatsen<br />
De parkeerplaatsen zijn verplaatst.<br />
Uitbreiding<br />
De uitbreiding is opgenomen in het bestemmingsplan.<br />
2.11<br />
Perceel Wilsveen 12<br />
- Kan het pand Wilsveen 12 een woonbestemming krijgen? Nu staat het perceel nog<br />
aangegeven als onderdeel van het bedrijf op Wilsveen 1.<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Het perceel Wilsveen 12 heeft een woonbestemming gekregen.<br />
2.12<br />
Perceel Wilsveen 15<br />
- Kunnen er criteria worden opgesteld tot behoud van zichtlijnen bij herbouw volgens de<br />
Ruimte voor Ruimte-regeling (bijvoorbeeld alleen herbouw binnen de begrenzing van<br />
de te slopen bedrijfsgebouwen of door KAB niet te laten uitbreiden tot 0,75 ha)?<br />
- Kan de kwelzone zo worden ingericht dat de zichtlijnen behouden blijven, dus zonder<br />
verdichting door te veel groen/bos? (15)<br />
124<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Zichtlijnen<br />
Toepassing van de Ruimte voor Ruimte-regeling vindt over het algemeen plaats op het eigen<br />
erf of op bouwlocaties in of aangrenzend aan een bebouwde kom. Een willekeurige plaatsing<br />
van nieuwbouw in open delen is op grond van de bestaande regelgeving uitgesloten.<br />
Bij herbouw op het huidige bedrijfsperceel is herbouw op plekken van reeds bestaande<br />
bebouwing een belangrijk uitgangspunt. Dit rechtvaardigt echter geen bepalingen die de<br />
herbouw op deze plekken ook bindend maakt. In individuele gevallen kunnen afstandsnormen<br />
ten opzichte van andere woonbebouwing of milieu en civieltechnische overwegingen<br />
aanleidingen geven tot een afwijkende situering ten opzichte van de bestaande situatie.<br />
Bouwpercelen<br />
Er is gekozen voor de bestemming ‘Agrarisch’; het onderscheidt in volwaardig en kleinschalig<br />
agrarisch bedrijf is komen te vervallen. Uitbreiding van bebouwing is slechts mogelijk bij<br />
bedrijven, die kunnen aantonen dat deze bebouwing noodzakelijk is voor een doelmatige<br />
agrarische bedrijfsvoering. Dit zal er in de praktijk op neer komen dat alleen volwaardig<br />
agrarische bedrijven mogen uitbreiden.<br />
Kwelzone<br />
De inrichting van de kwelzone hangt op de eerste plaats af van civieltechnische, hydrologische<br />
en landschappelijke overwegingen. De realisatie van een nieuwe kade en nieuwe loop- of<br />
fietsroutes brengt nieuwe kansen met zich mee voor de landschapsbeleving vanaf en langs de<br />
nieuwe kade.<br />
Omdat met deze elementen thans ook zeer onaantrekkelijke achterkanten van bedrijven worden<br />
ontsloten is het noodzakelijk op specifieke plekken zorg te dragen voor een goede<br />
landschappelijke inrichting tegen zo verantwoord mogelijke kosten en zonder dat het publieke<br />
belang van een aangename landschapsbeleving afhankelijk wordt van de sloop of het behoud<br />
van her en der zeer onaantrekkelijke bebouwing.<br />
Met het oog op het vorenstaande zal het bestemmingsplan binnen de bestemming ‘Groen’<br />
mogelijkheden bevatten voor beplantings- of inrichtingsvoorstellen die bij kunnen dragen aan<br />
een beter landschapsbeeld in de kwelzone. Zicht bepalende beplanting zal daarbij vooral op<br />
locaties achter bestaande bedrijfsbebouwing worden toegepast, zodat deze een minder zware<br />
invloed hebben op hun rechtstreekse omgeving.<br />
De vrees dat door beplantingsmaatregelen de twee-eenheid met Potteveen verloren gaat wordt<br />
door de gemeente niet gedeeld. De term twee-eenheid veronderstelt immers dat er sprake is<br />
van een scheidend of geledend element; in dit geval de bebouwing van Wilsveen inclusief de<br />
daar aanwezige erfbeplanting. De mate van transparantie is afhankelijk van de inrichting van de<br />
open delen tussen voor en achter de lintbebouwing. Omdat nieuwe beplanting vooral achter<br />
bestaande bedrijfsgebouwen zal worden geplaatst zal deze voor de transparantie minder effect<br />
hebben dan door de insprekers wordt verondersteld.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 125
2.13<br />
Perceel Wilsveen 17-19<br />
- Kan de huidige bestemming ´Agrarische doeleinden met landschappelijke waarden´,<br />
zodanig worden gewijzigd dat er een bedrijfswoning met een stal, inclusief kraamkamer<br />
kan worden gerealiseerd op het perceel Wilsveen 17-19? Reclamant is voornemens<br />
aldaar een kleinschalig fokbedrijf te (her)starten. (16)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Bij de boordeling van het verzoek moet worden betrokken dat t.a.v. nieuwbouw in het landelijke<br />
gebied van provinciale zijde een restrictief beleid van toepassing is. Daarbij wordt nieuwbouw in<br />
het agrarische gebied in principe afgewezen. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen, waarbij nut<br />
en noodzaak en de meerwaarde voor het gebied wordt aangetoond, kan medewerking worden<br />
overwogen.<br />
Gezien het feit dat verschillende agrarische bedrijven in de rechtstreekse omgeving hun functie<br />
gaan verliezen en een aantal opstallen leeg komen te staan, ligt het meer voor de hand<br />
hergebruik van reeds bestaande opstallen (evt. met beperkte aanvullende nieuwbouw) te<br />
overwegen.<br />
Op de tweede plaats wordt een verdere ruimtelijke verdichting van het beoogde perceel niet<br />
wenselijk geacht, omdat hiermee afbreuk zou worden gedaan aan het landschapsbeeld ter<br />
plaatse.<br />
Tenslotte weegt ook mee dat de eigenaar zijn inkomen in een andere branche verdient, zodat<br />
niet gesproken kan worden over het oprichten van een volwaardig agrarisch bedrijf.<br />
Nieuwvestiging is namelijk alleen mogelijk als het om een volwaardig en perspectiefvol<br />
grondgebonden agrarisch bedrijf gaat.<br />
2.14<br />
Perceel Wilsveen 24a<br />
- Kan medewerking worden verleend aan een bedrijfsmatig gebruik van opstallen in het<br />
kader van de ruimte voor ruimte-regeling?<br />
- Kan medewerking worden geboden aan een landgoedregeling voor gronden gelegen<br />
buiten het plangebied?<br />
- Kan er meer ruimte achter de bestaande boerderij beschikbaar komen voor andere<br />
activiteiten en gebruik van opstallen makkelijker ingepast kunnen worden? (18)<br />
126<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Bedrijfsmatig gebruik opstallen<br />
Medewerking aan een bedrijfsmatig gebruik van opstallen in het kader van een Ruimte voor<br />
Ruimte-regeling behoort niet tot de mogelijkheden, omdat de regeling juist bedoeld is voor de<br />
sanering van niet levensvatbare of niet passende bedrijven in het buitengebied.<br />
Het verzoek zoals dit thans is neergelegd komt neer op een gecombineerd verzoek tot<br />
(gedeeltelijke) herbestemming als opslag- of verwerkingsbedrijf en de wens tot woningen voor<br />
de beëindiging van de agrarische functie. Medewerking zou een eenzijdige flexibilisering voor<br />
de inspreker met zich mee brengen en een precedent scheppen, dat een verdere verdichting<br />
van de bestaande lintbebouwing met zich mee zal brengen. Een dergelijke ontwikkeling wordt<br />
niet wenselijk geacht en stuit ook op bezwaren van provinciale zijde.<br />
Ook een herbestemming van het bedrijf tot opslagbedrijf zonder nieuwe woningbouw wordt niet<br />
wenselijk en mogelijk geacht. Ook al zijn op grond van de historisch gegroeide situatie reeds 3<br />
opslagbedrijven in Wilsveen aanwezig moet worden geconcludeerd, dat nieuwe opslagbedrijven<br />
alleen op bedrijventerreinen kunnen worden gevestigd. Uitbreiding ligt in verband met de<br />
landschappelijke effecten van dergelijke bedrijven niet voor de hand.<br />
Nieuwe bedrijfsfuncties zijn alleen denkbaar indien zij gebiedsondersteunend werken, hetgeen<br />
neerkomt op in hoofdzaak agrarisch of recreatief getinte bedrijven, met een functionele binding<br />
met de hier gelegen agrarische gronden, natuur- en recreatiegebieden.<br />
Landgoederenregeling<br />
Planologische regelingen voor gronden buiten het plangebied behoren niet tot de werkingssfeer<br />
van dit bestemmingsplan. Verzoeken hieromtrent kunnen derhalve in het kader van deze<br />
bestemmingsplanprocedure niet worden behandeld maar dienen een separate wettelijke<br />
procedure te doorlopen.<br />
Ruimte achter de boerderij<br />
De beschikbare ruimte achter de bestaande lintbebouwing in Wilsveen is afhankelijk van de<br />
ligging van de kwelsloot. Deze ligging is bepaald door:<br />
• De behoefte aan waterberging in een omvang van 2 mln. m³<br />
• De ligging van kwelgevoelige plekken en<br />
• de noodzaak van stabiele kades rond de waterberging.<br />
Onderzoeken hebben uitgewezen dat binnen de gegeven randvoorwaarden geen andere of<br />
betere situering mogelijk wordt geacht. Achter de huidige bedrijfsgebouwen kan derhalve niet<br />
meer ruimte voor particuliere doeleinden worden gereserveerd dan thans in het<br />
bestemmingsplan is opgenomen.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 127
2.15<br />
Perceel Wilsveen 26<br />
- Insprekers maken bezwaar tegen het plan omdat hun huidige bedrijfsactiviteiten<br />
dusdanig worden verstoord dat ze genoodzaakt worden om een omschakeling in de<br />
huidige exploitatie te doen<br />
- Kan de bestemming VAB worden behouden?<br />
- Als de huidige bedrijfsvoering niet meer mogelijk is, dan wensen insprekers hun<br />
bedrijfsactiviteiten aan te passen. Om dit mogelijk te maken wordt verzocht de kwelsloot<br />
minimaal 175 meter vanaf de weg aan te leggen;<br />
- Eventueel wordt gedacht over recreatieve voorzieningen. Naast paardenactiviteiten<br />
wensen insprekers ook de mogelijkheid om waterrecreatie op de waterberging, zoals<br />
roeien, kanoën en dergelijke, te verzorgen;<br />
- Insprekers willen de bestemming zodanig wijzigen dat een hippisch bedrijf met een<br />
camping in combinatie met het verzorgen van zogenaamde ‘Groene Hart logies en<br />
waterrecreatie’ mogelijk wordt;<br />
- Insprekers willen daartoe een erfperceel van ten minste 1,5 ha. (33).<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
In overleg met inspreker wordt aan deze reactie tegemoet gekomen, door op het perceel de<br />
bestemming ‘Recreatie – Verblijfsrecreatie’ te leggen. Hiermee wordt een Groene Hart logies<br />
mogelijk gemaakt en kunnen er op kleine schaal dieren worden gehouden. Deze<br />
functiewijziging sluit goed aan bij de toekomstige ontwikkelingen, vanwege het recreatieve<br />
karakter.<br />
2.16<br />
Perceel Wilsveen 28<br />
Inspreker maakt bezwaar tegen:<br />
- een bestemmingswijziging zolang geen schadeloosstellingregelingen is getroffen<br />
- verlies aan weidegrond, melk-, mest- en toeslagrechten<br />
- eventueel negatieve effecten op stabiliteit bebouwing Wilsveen 28<br />
- indirect gedwongen, (duurdere) herbouw (54).<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Schadeloosstelling<br />
Ten aanzien van het vraagstuk bestemmingswijziging en schadeloosstelling moet worden<br />
opgemerkt, dat eventuele schadeloosstellingen gebaseerd worden op een<br />
bestemmingswijziging en eventueel hieruit voortvloeiende neveneffecten. Een met de<br />
planvorming gelijk oplopende schadeloosstelling is alleen gebruikelijk indien door de<br />
planvorming en tijdens de planvorming sprake is van aantoonbare schade.<br />
128<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Verlies weidegrond<br />
Het verlies aan weidegronden, mest en toeslagrechten is inherent aan de plandoelstellingen.<br />
Het verlies en de hiermee gemoeide materiele schade is onderwerp van de schadeloosstellingsprocedure.<br />
Stabiliteit bebouwing<br />
De afmetingen van de kwelzone en de hier gelegen waterhuishoudkundige elementen worden<br />
door de waterbeheerders voldoende geacht om eventuele problemen op het gebied van<br />
wateroverlast of schade aan bestaande bebouwing te voorkomen.<br />
Herbouw<br />
Ook de eventuele negatieve effecten op bestaande bebouwing en de noodzaak tot herbouw zijn<br />
onderdeel van schadeloosstellingregelingen maar niet van het bestemmingsplan zelf. Daarbij<br />
kan worden opgemerkt, dat de feitelijke schade moet worden onderbouwd door deskundige<br />
onderzoeken en adviezen. Dit geldt zowel voor de vaststelling van feitelijke fysieke schade aan<br />
gebouwen als voor de eventuele noodzaak tot herbouw als gevolg van de beoogde<br />
functieverandering.<br />
2.17<br />
Perceel Wilsveen 33<br />
- Kan de bestemming van het perceel worden gewijzigd van KAB naar Woondoeleinden,<br />
opdat de bestaande woning, die op de nominatie staat voor gemeentelijk monument,<br />
geschikt wordt gemaakt voor dubbele bewoning door de huidige bewoners en op de<br />
plaats van de huidige hooischuur een 2 e woning kan worden gebouwd, aansluitend op<br />
de 1 e ? (19)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Herbestemming<br />
Herbestemming tot woondoeleinden is op basis van provinciaal beleid denkbaar. Daarbij zal<br />
echter naar een aantal criteria moeten worden gekeken, die voor een definitief oordeel<br />
maatgevend kunnen zijn. Hiervoor dient het verzoek duidelijker geconcretiseerd te worden,<br />
zodat inzichtelijk wordt:<br />
- welke bedrijfsopstallen gesloopt zullen worden,<br />
- hoeveel woningen in de eindsituatie aanwezig zullen zijn,<br />
- hoe in de daarbij behorende vraag naar parkeerplaatsen wordt voorzien,<br />
- of aan geluidhindernormen voor woondoeleinden kan worden voldaan en<br />
- of de herbestemming negatieve effecten kan hebben op de bedrijfsvoering en de<br />
gebruiksmogelijkheden van bedrijven in de rechtstreekse omgeving.<br />
Gezien het vorenstaande ligt het voor de hand de huidige bestemming vooralsnog te<br />
handhaven.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 129
2.18<br />
Perceel Wilsveen 37<br />
Kan de huidige bestemming van het bouwperceel worden verruimd (de huidige bestemming van<br />
het perceel is VAB. De bestemming sluit aan bij de aanwezige activiteiten):<br />
- tot minimaal 1 ha: het huidige bouwperceel is te klein voor een volwaardig<br />
melkveehouderijbedrijf, de omvang is nu 0,5 ha en een omvang van 1 ha is gebruikelijk;<br />
- aan de rechterzijde, zodat kuilplaten en sleufsilo’s binnen het bouwperceel komen te<br />
liggen;<br />
- door het bouwperceel naar achteren te verlengen. Het bedrijf heeft vervangings-,<br />
uitbreidingsplannen voor de melkveehouderij en bij realisatie van die plannen moet<br />
vanwege de gestelde milieueisen het bouwperceel naar achteren worden verlegd;<br />
- door de begrenzing aan de linkerzijde van het bouwperceel verleggen, zodat de loods<br />
ter linkerzijde kan worden verlegd (20).<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Verruiming bouwperceel<br />
In principe biedt de wijzigingsbevoegdheid in artikel 3, lid 20 deze mogelijkheid. Daarbij gelden<br />
een aantal vereisten. Eén daarvan is de eis dat de continuïteit van de bedrijfsvoering de<br />
uitbreiding noodzakelijk moet maken. Bij deze noodzaak wordt meegenomen dat voorkomen<br />
moet worden dat een bedrijfscentrum wordt uitgebreid met nieuwe bebouwing terwijl bestaande<br />
bebouwing aanwezig is, die niet voor agrarische doeleinden wordt gebruikt.<br />
Kuilplaten en sleufsilo’s<br />
Hoewel het de voorkeur heeft om deze voorzieningen binnen een bouwvlak te situeren, is<br />
ontheffing mogelijk voor dergelijke voorzieningen buiten het bouwvlak. Aanpassing van het<br />
bouwvlak is derhalve niet nodig.<br />
Langer bouwperceel<br />
Indien inspreker voldoet aan de vereisten van de wijzigingsbevoegdheid genoemd in artikel 3,<br />
lid 20, kan medewerking worden verleend aan uitbreiding van het bouwperceel. Daarbij zal<br />
onder andere gekeken worden naar effecten qua verkeer, milieu en landschap.<br />
Afstand tot burgerwoningen<br />
Inspreker verzoekt om een langer bouwperceel in verband met de nabije ligging van woningen.<br />
Verlenging van het bouwvlak ligt thans echter niet voor de hand. De belangrijkste redenen<br />
hiervoor zijn dat:<br />
- een verlenging niet tot een kortere afstand leidt van bestaande bedrijfsbebouwing en de<br />
directe woonomgeving, maar wel tot een intensievere bedrijfsbebouwing, hetgeen per<br />
saldo voor de woonbebouwing geen voordelen oplevert en<br />
- een verlenging van het bouwvlak een verdere penetratie van bedrijfsgebouwen in het<br />
open landschap met zich mee zou brengen.<br />
130<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Uitbreiding loods<br />
Het verzoek om aanpassing van het bouwvlak t.b.v. de loods zal ten eerste moeten worden<br />
beoordeeld aan de hand van de noodzaak van deze uitbreiding voor de continuïteit van de<br />
bedrijfsvoering. Als deze noodzaak aangetoond is zal het verzoek worden beoordeeld op<br />
ruimtelijke merites. Hierbij speelt mee dat de bewuste loods nu al een zeer dominante<br />
ruimtelijke positie inneemt. Van alle grote bedrijfsgebouwen in dit deel van Wilsveen heeft dit<br />
gebouw de grootste afstand ten opzichte van de ontsluitingsweg en penetreert dit het gebouw<br />
het diepst in het aansluitende open polderlandschap. Een verdere uitbreiding zou dit beeld<br />
alleen maar versterken.<br />
2.19<br />
Perceel Voorweg 167, Zoetermeer<br />
- De ligging van de kade en de daaraan gekoppelde kwelzone brengt de economische<br />
gebruikers (Voorweg, Wilsveen) die hun bedrijfsactiviteiten in het gebied willen<br />
voortzetten onevenredig grote economische schade toe. Dientengevolge is het<br />
noodzakelijk dat de nieuwe kade op minimaal 175 meter gerekend vanuit het midden<br />
van de Voortocht wordt gesitueerd. Voorts is het noodzakelijk dat de huidige Voortocht<br />
wordt verplaatst tot aan de kade van de waterberging en dat de Voortocht zoveel<br />
mogelijk wordt gecombineerd met de kwelsloot. De aldus ontstane ruimte biedt de<br />
huidige economische gebruikers de gelegenheid in dit gebied hun bedrijfsactiviteiten te<br />
kunnen voortzetten. Daarnaast biedt genoemde ruimte meer privacy aan de bewoners<br />
van de Voorweg en wordt een veiligere zone gecreëerd die als buffer fungeert tegen de<br />
druk vanuit de wateropvang ten opzichte van de gebouwen. Uit oogpunt van veiligheid<br />
en landschappelijke inpassing wordt voor het Wilveense gedeelte eenzelfde oplossing<br />
voorgestaan;<br />
- Kan er een wijzigingsbevoegdheid worden gelegd op het perceel weidegrond, gelegen<br />
hoek Wilsveen-Markseweg, van Agrarische doeleindenlandschappelijk waarden naar<br />
VAB, zodat op dat perceel een nieuw agrarisch bedrijf kan worden opgericht.<br />
- Welke mogelijkheden zijn er voor het bedrijf nu op de plek waar het huidige bedrijf is in<br />
de toekomst een waterberging komt. De grond kan dan niet meer voor andere<br />
doeleinden dan water worden gebruikt (25).<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
De afstand tussen de Voorweg en het toekomstige bergingsgebied is bepaald door:<br />
• De behoefte aan waterberging in een omvang van 2 mln. m³<br />
• De ligging van kwelgevoelige plekken en<br />
• de noodzaak van stabiele kades rond de waterberging.<br />
De breedte van de thans in particulier bezit blijvende grond is een resultante van deze 3<br />
invloedsfactoren. Gezien het publieke belang dat hiermee wordt gediend, is deze breedte niet<br />
onderhandelbaar of flexibel vorm te geven.<br />
Voor het overige moet worden opgemerkt dat economische schadeloosstelling geen deel<br />
uitmaakt van deze bestemmingsplanprocedure maar dat deze een separate juridische regeling<br />
kent.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 131
3. Infrastructuur<br />
3.1 Verkeer<br />
2, 12, 21 en 22<br />
a. Kan de ontsluiting van het recreatiegebied Nieuwe Driemanspolder zoveel mogelijk via<br />
de N469 worden geleid?<br />
b. Wordt de maximumsnelheid voor gemotoriseerd verkeer verlaagd op de polderwegen?<br />
c. Wordt rekening gehouden met de verkeersaantrekkende werking die de functiewijziging<br />
van de Driemanspolder heeft. Deze extra verkeersaantrekkende werking wordt bij alle<br />
alternatieven als ´niet significant´ beschouwd. Hoewel de realisatie van N469 heeft<br />
bijgedragen aan de reductie van het sluipverkeer, door de lange wachttijden op de<br />
N469 winnen het Wilsveen en de Kostverlorenweg als sluiproutes weer aan<br />
aantrekkelijkheid.<br />
d. Tot welke gevolgen kunnen deze extra verkeersbewegingen leiden en zijn naar deze<br />
gevolgen onderzoeken gedaan (MER):<br />
- normoverschrijding van de geluidsniveaus op de gevels;<br />
- verslechtering van de luchtkwaliteit in samenhang met die verkeersbewegingen;<br />
- geluidsoverlast in verband met die extra verkeersbewegingen.<br />
e. Waarom houdt de gemeente zich niet aan haar toezeggingen die zijn gedaan voor wat<br />
betreft de functie van de Kostverlorenweg, het Wilsveen en de Voorweg? Deze wegen<br />
zouden verkeersluw worden, of blijven.<br />
f. Blijft het kruispunt Oude Middenweg en Kostverlorenweg gehandhaafd? Bij handhaving<br />
moet het wel verkeersveiliger worden ingericht.<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Ontsluiting<br />
Het recreatiegebied is zodanig ontworpen dat het recreatieve zwaartepunt van het gebied langs<br />
de Zoetermeerse Rijweg is gelegen. De oude ontginningslinten hebben een meer extensieve<br />
functie, waarbij het accent ligt op het behoud van de karakteristiek van de huidige<br />
lintbebouwing. De centrale ligging van het toekomstige waterrijke natuur- en recreatiegebied<br />
brengt echter met zich mee, dat een ondergeschikt deel van de verkeersstromen ook van de<br />
oude polderwegen gebruik zal maken. Een algehele afsluiting van de wegen behoort niet tot de<br />
mogelijkheden in verband met de bereikbaarheid van een aantal bedrijven in de oude<br />
ontginningslinten.<br />
Snelheid<br />
De regulering van de maximumsnelheid op de polderwegen is in principe een<br />
verkeerstechnische regulering en behoort niet tot de werkingssfeer van het bestemmingsplan.<br />
Verkeersaantrekkende werking/sluipverkeer<br />
Voor de Kostverlorenweg en het Wilsveen wordt, volgens de MER, de verkeersaantrekkende<br />
werking als ‘niet significant’ beschouwd, omdat het meeste recreatieverkeer via de<br />
Zoetermeerse Rijweg zal worden geleidt. Door aan het begin van de Kostverlorenweg<br />
parkeergelegenheid aan te leggen wordt recreatieverkeer het gebied in zoveel mogelijk<br />
voorkomen.<br />
132<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Gevolgen extra verkeersbewegingen<br />
De functie van de weg verandert ten opzichte van het voorgaande bestemmingsplan<br />
‘Leidschenveen’ niet. Volgens de MER wordt de verkeersaantrekkende werking als ‘niet<br />
significant’ beschouwd. In oktober 2006 is een verkeerstelling gehouden. Vervolgens is een<br />
geluidsberekening gemaakt. Uit deze berekening is gebleken dat de woningen aan de<br />
Arenastraat in Leidschenveen ruim buiten de 50 dB(A) contour vallen. Dit betekent dat het<br />
geluidsniveau op de gevels de voorkeursgrenswaarden niet overschrijdt.<br />
Luchtkwaliteit<br />
Uit het luchtkwaliteitsonderzoek blijkt dat de ontwikkelingen geen verhoging in de concentraties<br />
of toenames in het aantal overschrijdingen veroorzaken. De ruimtelijke ontwikkelingen in het<br />
plangebied zijn niet in strijd met de Wet luchtkwaliteit.<br />
Geluid<br />
Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat gezien de geringe toename in de verkeersintensiteit er<br />
geen toename in de geluidsbelasting van 2 dB of meer zal plaatsvinden ten gevolge van de<br />
ruimtelijke ontwikkelingen in de Nieuwe Driemanspolder. Hieruit kan worden geconcludeerd dat<br />
er geen ‘gevolgen elders’ zullen optreden ten gevolge van de geplande ruimtelijke<br />
ontwikkelingen.<br />
Verkeersluw<br />
In het Verkeers- en Vervoerplan <strong>Leidschendam</strong> 1997 is aangegeven dat Kostverlorenweg<br />
verkeersluw zal worden, in die zin dat het alleen de functie krijgt voor bestemmingsverkeer. Dit<br />
Verkeer- en Vervoerplan is vervangen door een nieuw Verkeer- en Vervoerplan 2004. Hierin<br />
zijn de Kostverlorenweg en het Wilsveen aangewezen als erftoegangswegen buiten de<br />
bebouwde kom. In 2007 is er een krediet beschikbaar om deze erftoegangswegen onder te<br />
brengen in een 60 km/uur zone. Door middel van bebording, belijning, gelijkwaardige<br />
kruispunten (rechts gaat voor) en enkele kruispuntplateaus wordt de functie van deze wegen<br />
(erftoegangswegen buiten de bebouwde kom) beter benadrukt.<br />
Onze inzet is om de hoeveelheid verkeer op de route Wilsveen/Kostverlorenweg enigszins te<br />
verminderen via de hierboven genoemde trajecten en in samenwerking met de buurgemeenten.<br />
Kruispunt Oude Middenweg/Kostverlorenweg<br />
Het bestemmingsplan voorziet niet in een afsluiting van het kruispunt Oude Middenweg /<br />
Kostverlorenweg, dan wel het verkeersveilig inrichten van het kruispunt. De technische<br />
aanpassing en afwerking van het kruispunt behoort niet tot de werkingssfeer van het<br />
bestemmingsplan.<br />
overlast<br />
12,42<br />
- Wordt aandacht besteed aan de hinder die omwonenden ondervinden tijdens realisatie<br />
van het plan?<br />
- In het voorontwerpbestemmingsplan (blz 140) wordt aangegeven dat ´enige<br />
verkeershinder´ zal ontstaan door afvoer grond en aanvoer van materiaal tijdens de<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 133
aanleg van de waterberging. Reclamant stelt dat gevreesd wordt dat de bewoners<br />
opnieuw lange tijd belast worden met zwaar vervoer.<br />
Voorstel:<br />
- Het zware transport voor de aanleg van de waterberging via de N469 laten verlopen, de<br />
weg is ruimer, veiliger en zo wordt voorkomen dat er nog meer schade aan de<br />
woningen aan het Wilsveen en de Voorweg wordt toegebracht.<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Deze punten zullen bij de uitvoering worden meegenomen.<br />
3.2 parkeren<br />
- Is het aantal parkeerplaatsen nabij de rotonde (185) niet aan de hoge kant. Dit kan<br />
uitnodigen tot intensieve recreatie in plaats van extensieve?<br />
- Klopt het dat in het <strong>Leidschendam</strong>se deel van het plan het aantal parkeerplaatsen niet<br />
wordt aangegeven? Inspreker is van mening dat de plannen met betrekking tot het<br />
aantal parkeerplaatsen terughoudend moeten zijn;<br />
- Klopt het dat de toegang tot de parkeerplaatsen vanaf de N469 wordt gerealiseerd via<br />
een rotonde, deze rotonde staat in concept inrichtingsplan, maar niet op de<br />
plankaart(en). (2)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Extensief<br />
Het woord ‘extensief’ heeft vooral betrekking op de doelgroep (wandelaars, fietsers, kanoërs en<br />
ruiters).<br />
De parkeerplaatsen zullen gefaseerd worden aangelegd, waarbij in eerste instantie het<br />
minimum aantal zal worden gerealiseerd dat volgens de parkeernormen en ervaringgegevens<br />
voor een goede verkeersafwikkeling noodzakelijk is. Voor de overige extra parkeerplaatsen is<br />
een ruimtelijke reservering getroffen, waarop tijdens piekdagen of onverwacht intensief gebruik<br />
terug gevallen kan worden.<br />
<strong>Leidschendam</strong><br />
In <strong>Leidschendam</strong> zullen 31 parkeerplaatsen worden aangelegd aan het begin van de<br />
Kostverlorenweg en 30 parkeerplaatsen bij de begraafplaats aan het Wilsveen. Deze<br />
parkeerplaatsen zullen gefaseerd worden aangelegd, waarbij in eerste instantie het minimum<br />
aantal zal worden gerealiseerd dat volgens de parkeernormen en ervaringsgegevens voor een<br />
goede verkeersafwikkeling noodzakelijk is.<br />
Rotonde<br />
De civieltechnische uitwerking van een ontsluiting maakt in principe geen deel uit van een<br />
bestemmingsplan. Wel kan worden vermeld dat het inrichtingsplan thans niet in een rotonde<br />
voorziet maar in een T-splitsing met voorsorteerstroken voor afslaand verkeer richting Nieuwe<br />
Driemanspolder.<br />
134<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
- Kan het parkeerterrein bij de begraafplaats worden verplaatst? (10)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Ja, het parkeerterrein is naar de zuidwest kant van de begraafplaats verplaatst.<br />
- Voorgesteld wordt om geen parkeerplaats aan het begin van het Wilsveen plaatsen.<br />
Deze zou een grote verkeersaantrekkende werking hebben terwijl het streven is om<br />
deze wegen autoluw te maken. Bovendien zal het zicht op de monumentale boerderij<br />
aan het begin van het Wilsveen worden aangetast (11,12)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
In het ontwerpbestemmingsplan is deze parkeerplaats komen te vervallen. De parkeerbehoefte<br />
zal elders in het plan worden opgevangen. Bij de entree van de Kostverlorenweg komt een<br />
parkeerplaats met maximaal 31 plaatsen. Naast de begraafplaats zal een bescheiden aantal<br />
parkeerplaatsen worden aangelegd (max. 30). De herinrichting van de weg zelf zal recreanten<br />
zoveel mogelijk stimuleren naar de parkeerplaats vaan de N-469 te gaan.<br />
3.3 recreatieve routes<br />
2.22. Fietspaden, fietsroutes<br />
- Is het mogelijk het fietspad dat langs de Kostverlorenweg is aangegeven, niet op de dijk<br />
te laten lopen, maar aan de Molenzijde, gezien het huidige gebruik van de weg als<br />
hondenuitlaatplaats?<br />
- Waarom staan fietspaden en wandelpaden in het inrichtingsplan, maar niet op de<br />
plankaart?<br />
- Worden deze in het bestemmingsplan opgenomen? Zo nee, wie garandeert dat deze<br />
paden dan daadwerkelijk worden aangelegd?<br />
- Voorstel het voetpad langs de molens naar Wilsveen als fietspad uit te voeren;<br />
- Er ontbreekt een (tunnel)oplossing onder de spoorlijn voor fietsers vanaf het bestaande<br />
fietspad langs de golfbaan;<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Locatie fietspad<br />
Aan dit verzoek kan worden voldaan. Het Voorlopig Ontwerp Inrichtingsplan voorziet niet in een<br />
fietspad op de dijk langs de Kostverlorenweg, maar – zoals gevraagd- in de groenstrook aan de<br />
Molenzijde.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 135
Plankaart<br />
De fiets- en wandelpaden zin inmiddels in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt binnen de<br />
bestemming ‘Groen’. Overigens moet wel worden opgemerkt dat het bestemmingsplan fiets- of<br />
wandelpad mogelijk maakt, maar legt dit niet dwingend op.<br />
De paden zijn echter wel onderdeel van de uitvoering van het project en zijn in de<br />
kostenramingen meegenomen. Er kan dus vanuit worden gegaan dat deze paden zullen<br />
worden aangelegd.<br />
Voetpad nabij molens<br />
Het Voorlopig Ontwerp Inrichtingsplan voorziet op deze plaats vooralsnog in een voetpad. Een<br />
verbrede taakstelling als fietspad is denkbaar, maar niet noodzakelijk of per sé wenselijk.<br />
Daarbij spelen aspecten mee als status van het pad (openbaar of privé), privacy van<br />
aanwonenden en neveneffecten op aangrenzende weilanden.<br />
Tunnel<br />
De civieltechnische uitwerking van fietsvoorzieningen maakt in principe geen deel uit van een<br />
bestemmingsplan. Wel kan worden vermeld dat het inrichtingsplan voorziet in de realisatie van<br />
een nieuwe brug voor langzaam verkeer ter hoogte van het Sprinterpad in het Westerpark.<br />
- In inrichtingsplan lopen de recreatieve routes direct langs de achterzijde van het<br />
bedrijfsperceel (25).<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Ten behoeve van de privacy is juist een strook ingericht met bosschages tegen directie inkijk.<br />
Ook zijn de paden niet direct langs de achterkanten van de percelen gelegd.<br />
Voetpaden<br />
- Kan er niet een andere aansluiting worden gezocht voor de aansluiting van het voetpad<br />
bij het appartementencomplex Toppereend. Onder het appartementencomplex<br />
Toppereend is een onderdoorgang die aansluit op het voetpad, zoals geschetst in het<br />
voorontwerpbestemmingsplan. Deze onderdoorgang is echter dichtgemaakt, wat<br />
betekent dat het voetpad eindigt bij het appartementencomplex Toppereend (24).<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
De situering van de paden is hierop aangepast in het VO Inrichtingsplan.<br />
- Waarom wordt op de dijk aan de zijde van Leidschenveen een voetpad gerealiseerd?<br />
Door het aanbrengen van een voetpad op de dijk zal overlast ontstaan van inkijk van<br />
voetgangers, hetgeen een grove inbreuk is op de privacy. Dit zal leiden tot planschade.<br />
Waarom wordt het voetpad niet onder aan de dijk gelegd, om op die manier op de dijk<br />
ruimte te geven aan grazend vee? (23)<br />
136<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Ten behoeve van wandelaars voorziet het VO Inrichtingsplan ook in wandelroutes op de<br />
Landscheiding. De situering van de paden is daarbij o.a. afgestemd op een goede<br />
landschapsbeleving en het waarborgen van privacy van woningen langs de Landscheiding. Dit<br />
o.a. door handhaving van een minimum afstand tussen pad en woningen van minimal 50 m en<br />
een situering van de paden aan de polderkant van de Landscheiding waar dit door het profiel<br />
mogelijk wordt gemaakt.<br />
3.4 openbaar vervoer<br />
- Waarom is in het plan geen openbaar vervoernetwerk opgenomen? Het Wijkberaad<br />
vindt dat onontbeerlijk voor een goede bereikbaarheid van de Nieuwe Driemanspolder.<br />
De voorkeur bestaat voor een bushalte bij de nog aan te leggen rotonde en bij de<br />
rotonde bij de Intratuin;<br />
- Daarnaast dient een Randstadrailhalte ter hoogte van de rotonde Houtkade te worden<br />
gerealiseerd. (2)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
De realisatie van de gevraagde openbaar vervoervoorzieningen behoort niet tot de<br />
werkingssfeer van dit bestemmingsplan.<br />
4. Recreatie<br />
- Waarom zijn er in het inrichtingsvoorstel zones voor intensieve recreatie opgenomen<br />
(figuur 28), terwijl het uitgangspunt extensieve recreatie is?<br />
- Waarom worden er adventure- en/of teambuildingactiviteiten genoemd? Dit is<br />
intensieve recreatie en zou niet moeten worden toegestaan. (2)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Extensieve recreatie<br />
Intensief en extensief zijn relatieve begrippen. Ook extensieve vormen van recreatie kunnen<br />
plaatselijk geconcentreerd worden, zodat er een zonering in het gebied ontstaat. Deze zonering<br />
is van belang om rustige delen ten behoeve van natuur te creëren.<br />
Adventure- en/of teambuildingsactiviteiten<br />
Het is niet de bedoeling een grootschalig commerciële functie in het plangebied te vestigen.<br />
Overnachtingsmogelijkheden en vergaderfaciliteiten zijn niet gewenst. Toegestaan zijn<br />
initiatieven waarbij (kleinschalige) teambuildingsactiviteiten in de open lucht plaatsvinden<br />
waarbij landschap en/of natuur of bepaalde aspecten daarvan worden beleefd. Hierin is wel de<br />
mogelijkheid opgenomen voor een bijbehorende voorziening zoals een kantine. Detailhandel en<br />
horeca zijn echter expliciet uitgesloten.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 137
5. Diverse<br />
5.1 Plankaart<br />
- Waarom zijn bepaalde bedrijfswoningen die op de plankaart met een rood kruis staan<br />
aangegeven niet toegestaan? (22)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Deze aanduiding, volgens de nieuwe standaard (-bw), komt alleen voor bij niet-agrarische<br />
bedrijven in het plangebied. De aanwezige bedrijfswoningen zijn geïnventariseerd. De feitelijke<br />
situatie is bepalend geweest voor de toekenning van de bestemming. Bij die niet-agrarische<br />
bedrijven, waar nog geen bedrijfswoning aanwezig is, mag geen nieuwe bedrijfswoning worden<br />
gebouwd. Uitgangspunt is hierbij het provinciaal beleid. Dit beleid gaat ervan uit dat nieuwe<br />
bedrijfswoningen bij niet-agrarische bedrijven in het buitengebied zijn uitgesloten.<br />
5.2 Groen<br />
- Kunnen de bomen ter hoogte van Aqualande in Leidschenveen worden verplaatst naar<br />
het midden van de weg ter hoogte van de toekomstige rotonde in de N469, hier is meer<br />
ruimte voor bosgebied en er is dan een betere overgang van de bomen van het<br />
Westerpark naar het lage weidegebied. (2)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Het toekomstige beplantingsplan maakt geen onderdeel van de bestemmingsplanprocedure.<br />
Wel kan worden opgemerkt dat het inrichtingsplan nooit in de aanleg van aaneengesloten grote<br />
bosschages langs de Landscheiding heeft voorzien. Gepland zijn o.a. solitaire bomen en<br />
boomgroepen waardoor ter plekke en gevarieerd landschapsbeeld kan ontstaan.<br />
- Waarom is op de bestemmingsplankaart het bosgebied bij Potteveen aangegeven, met<br />
de bestemming Bos, met daarin kleiner aangegeven toegestaan bosgebied? Waarom is<br />
dit bosgebied uitgebreid, terwijl dat voorheen niet toegestaan was?<br />
- Hoe wordt uitbreiding van het bosgebied tegengegaan? (22)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Bestemming Bos<br />
De feitelijke situatie is bepalend geweest voor de toekenning van de bestemming. Het<br />
bestaande bos heeft de bestemming ‘Bos’ gekregen. Het deel van het perceel dat gebruikt<br />
wordt voor bomenteelt, heeft de bestemming ‘Agrarisch’, met de nadere aanduiding<br />
‘bomenteelt’ gekregen.<br />
Uitbreiding<br />
Het bestemmingsplan legt de contouren van de bestaande situatie vast. Uitbreiding is niet<br />
toegestaan.<br />
138<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
5.3 Waterberging<br />
2, 14, 25<br />
- Waarom is de waterberging vanuit Leidschenveen nog niet geregeld, terwijl het een<br />
absolute noodzaak is de om de wateroverlast in Leidschenveen op te lossen in de<br />
Driemanspolder? De waterberging is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de<br />
provincie, de gemeenten en waterbeheerders Rijnland en Delfland; (2)<br />
- Zal de toekomstige waterberging voor extra wateroverlast zorgen, er is nu al sprake van<br />
onderbemaling, waardoor regelmatig sprake is van wateroverlast? (14,25)<br />
- Zijn er tussen de verschillende overheden afspraken gemaakt over het beheer en<br />
onderhoud van het watersysteem c.q. het gebied? (2)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Waterberging vanuit Leidschenveen<br />
De voor de woonwijk Leidschenveen benodigde hoeveelheid waterberging wordt binnen de<br />
plangrens van de woonwijk gerealiseerd.<br />
Wateroverlast<br />
Ten behoeve van de MER is een speciaal grondwatersimulatiemodel gemaakt. De waterberging<br />
is zo ontworpen dat eventuele veranderingen ten opzichte van de huidige situatie nihil zijn. Het<br />
Voorlopig Ontwerp Inrichtingsplan voorziet in extra oppervlaktewater en dus meer<br />
buffercapaciteit in de kwelzone. Volgens civieltechnisch onderzoek en de MER kunnen hiermee<br />
negatieve effecten van de aanleg van een waterberging worden voorkomen.<br />
Beheer en onderhoud<br />
Tussen verschillende overheden zijn afspraken gemaakt over beheer en onderhoud van het<br />
gebied. De toekomstige eigenaar en beheerder van het gebied is Staatsbosbeheer. De kades<br />
van het bergingsgebied en de waterkunstwerken komen in eigendom, beheer en onderhoud bij<br />
het Hoogheemraadschap van Rijnland.<br />
5.4 Windmolens<br />
- In het inrichtingsvoorstel wordt gesproken over windmolens ten behoeve van voldoende<br />
watercirculatie van het water. Zijn dit de bestaande drie molens van Stompwijk of zijn dit<br />
nieuw aan te leggen windmolens? Passen nieuw te plaatsen molens in het<br />
uitgangspunt van een natuurgebied?<br />
- Wordt in het bestemmingsplan een maximale hoogte voor windmolens gesteld?<br />
- Zijn er locaties opgenomen in het bestemmingsplan waar deze nieuwe molens kunnen<br />
worden geplaatst? (2)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Windmolens<br />
Het betreft nieuwe bescheiden molens ten behoeve van de doorstroming van het water. Deze<br />
doorstroming bevordert de waterkwaliteit wat weer ten goede komt van de natuur.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 139
Hoogte<br />
Windmolens vallen onder de term ‘bouwwerken, geen gebouwen zijnde’. Deze windmolens<br />
kunnen worden opgericht binnen de bestemming ‘Groen’. De maximale hoogte voor<br />
bouwwerken, geen gebouwen zijnde is in artikel 10 (Groen), vastgesteld op 6 meter.<br />
Locaties<br />
De windmolens kunnen, zoals hierboven al beschreven, worden opgericht binnen de<br />
bestemming ‘Groen’. Er zijn nog geen locaties bepaald. Indien deze niet nodig zijn, zullen er<br />
ook geen molens worden geplaatst. De optie voor windmolens is opgenomen om deze<br />
maatregel te kunnen nemen indien zich (lokaal) problemen voordoen met de waterkwaliteit.<br />
5.5 Bebouwings(mogelijkheden)<br />
- Mogen nieuwe woningen of bedrijfsgebouwen worden opgericht?<br />
- Waarom wordt niet duidelijker aangegeven dat uitsluitend de bestaande bebouwing is<br />
opgenomen in het bestemmingsplan en dat alleen vervanging van bestaande<br />
bebouwing is toegestaan? (2)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Nieuwbouw<br />
In het plangebied mogen geen nieuwe woningen of bedrijfsgebouwen worden opgericht. Een<br />
uitzondering hierop vormt de ‘Ruimte voor Ruimte-regeling’. Bij algehele bedrijfsbeëindiging<br />
mag voor de sloop van iedere 1000 m² bedrijfsbebouwing één woning worden teruggebouwd,<br />
met een maximum van drie woningen. Ook zou het voor kunnen komen dat nieuwvestiging van<br />
een volwaardig en perspectiefvol grondgebonden agrarisch bedrijf plaatsvindt. Hieraan zijn<br />
echter strenge voorwaarden verbonden. Gezien de transformatie van dit gebied naar natuur- en<br />
recreatiegebied en waterberging, ligt nieuwvestiging van een volwaardig en perspectiefvol<br />
grondgebonden agrarisch bedrijf echter niet voor de hand.<br />
5.6 Molenbiotoop<br />
- Hebben de extra bouwkundige beperkingen die zijn opgenomen in de molenbiotoop<br />
(dubbelbestemmingen) mogelijk ernstige gevolgen voor reclamant en andere<br />
betrokkenen?<br />
- Waarom mag bij herbouw niet hoger worden gebouwd dan 4 meter, terwijl de huidige<br />
bebouwing 8 meter is? Dit kan leiden tot een waardedaling bij verkoop van de woning.<br />
(13)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
In het voorontwerpbestemmingsplan was onterecht niet opgenomen dat, in situaties waarin de<br />
vrije windvang en het zicht op de molen reeds beperkt is door bebouwing, afwijking van de 1 op<br />
100 regel mogelijk is, mits de vrije windvang en het zicht op de molen niet verder beperkt<br />
worden. Deze uitzondering is toegevoegd. Bovendien is een ‘bestaande mate’- regeling<br />
opgenomen, waarin staat dat bestaande bebouwing mag worden teruggebouwd.<br />
Dit houdt in dat bestaande bebouwing bij herbouw (na bijvoorbeeld een calamiteit) tot dezelfde<br />
hoogte mag worden teruggebouwd, als wat nu ten tijde van de vaststelling van het<br />
bestemmingsplan, aanwezig is.<br />
140<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Door deze uitzonderingsregeling zal van waardedaling van de woning, door de aanwezigheid<br />
van de molenbiotoop, geen sprake zijn.<br />
5.7 Bedrijfsvoortzetting<br />
- Bestaat de mogelijkheid om het naastgelegen perceel pachten om het bedrijf te kunnen<br />
behouden? Het naastgelegen perceel is eigendom van BBL. Bij het huidige perceel zijn<br />
geen gronden meer aanwezig na de realisatie van de waterberging. (14)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Dit wordt overgelaten aan de toekomstige beheerder van het gebied (Staatsbosbeheer).<br />
- Kan achter de boerderij meer ruimte beschikbaar komen, of vrij worden gemaakt, zodat<br />
andere activiteiten en ander gebruik van de opstallen mogelijk is? (18)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Er is in het ontwerp gezocht naar meer ruimte. Omdat de kade niet verschoven kan worden en<br />
het niet wenselijk is dat recreanten direct langs privé/huiskavels lopen kan maar beperkt<br />
tegemoet gekomen worden aan deze wens.<br />
- Wijziging van bestemming naar waterberging maakt bedrijfsvoortzetting op de huidige<br />
plaats onmogelijk. (25)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Het verlies aan grond zal deel uitmaken van de schadeloosstellingsprocedure. Uitgangspunt is<br />
een volledige schadeloosstelling. Deze schadeloosstelling gaat ervan uit dat er ter plaatse geen<br />
volwaardig agrarische bedrijf meer kan worden uitgeoefend. Dit is de consequentie van de<br />
aanleg van het natuur- en recreatiegebied en de waterberging.<br />
5.8 Geluidsonderzoeken<br />
- Waarom wordt geen geluidsonderzoek gedaan naar de gevolgen die een andere functie<br />
van wegen met zich meebrengt aan reeds bestaande geluidsgevoelige bestemmingen?<br />
(21)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Geluidsonderzoek<br />
De functie van de weg verandert ten opzichte van het voorgaande bestemmingsplan<br />
‘Leidschenveen’ niet. Volgens de MER wordt de verkeersaantrekkende werking als ‘niet<br />
significant’ beschouwd. In oktober 2006 is een verkeerstelling gehouden. Vervolgens is een<br />
geluidsberekening gemaakt. Uit deze berekening is gebleken dat de woningen aan de<br />
Arenastraat in Leidschenveen ruim buiten de 50 dB(A) contour vallen. Dit betekent dat het<br />
geluidsniveau op de gevels de voorkeurswaarde niet overschrijdt.<br />
5.9 Financiën<br />
In de paragraaf financiën zijn de volgende omissies geconstateerd:<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 141
- geen invulling PM posten<br />
- de verkeersmaatregelen (rotonde) zijn niet gekwalificeerd<br />
- de fietstunnel onder spoorlijn is niet voorzien<br />
- de waterberging vanuit <strong>Leidschendam</strong> is niet opgenomen<br />
- de opbouw van de bodemkwaliteit herbergt een risico (aanvullend onderzoek ontbreekt<br />
nog)<br />
- onduidelijk is over welk prijspeil wordt gesproken (tijdstip 2005 of uitvoering)<br />
- exploitatiekosten in de beheerfase ontbreken (39)<br />
Wat zijn van de bovenstaande omissies de consequenties voor de ontwikkeling van de Nieuwe<br />
Driemanspolder?<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Voor de verwerving van de gronden bestaat nog geen inzicht in het feitelijke totaalbedrag<br />
waarvoor de gronden zullen worden verworven. De betrokken overheden of waterbeheerders<br />
hebben echter een bestuurlijke toezegging gedaan, dat zij voor de verwerving garant staan.<br />
Hiermee is sprake van een bestuurlijk harde toezegging die in termen van financieringsrisico als<br />
budgettair neutraal kan worden beschouwd. De verwervingskosten zijn in het verlengde hiervan<br />
niet in het kostenoverzicht meegenomen.<br />
Eveneens buiten beschouwing blijven voorzieningen als de fietsbrug over de 469 die als<br />
wenselijk worden beschouwd, maar waarvan de financiële dekking formeel pas gedurende de<br />
bestemmingsplanperiode zal worden geregeld. De huidige planbepalingen maken dergelijke<br />
voorzieningen mogelijk en sluiten deze niet uit. Van een doel op zich is hierbij echter geen<br />
sprake waardoor deze terecht buiten het kostenoverzicht kunnen worden gehouden.<br />
Voor de overige kosten van zowel de planvoorbereiding als de inrichting hebben de betrokken<br />
partijen een financieringsconcept ontwikkeld waarmee de inrichtingskosten kunnen worden<br />
gedekt, en dat door de algemene besturen van de betrokken partijen is bekrachtigd. Het plan<br />
kan derhalve als financieel haalbaar worden beschouwd.<br />
Exploitatiekosten beheersfase<br />
De beheersfase maakt geen onderdeel uit van de exploitatiekosten voor het bestemmingsplan.<br />
Na de uitvoering zal het gebied in beheer worden overgedragen aan Staatsbosbeheer.<br />
5.10 Overige<br />
- heeft het OBL grond opgekocht met het doel woningen en/of kunstvoorwerpen te<br />
kunnen bouwen? (2)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
De gemeente is niet bekend met specifieke bouwplannen van het ontwikkelingsbedrijf.<br />
(Woningbouw)plannen zijn, gezien de thans beoogde hoofdfuncties en het gezien het<br />
provinciale beleid in deze, niet realistisch.<br />
142<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
- Hoe zullen ten aanzien van de bebouwingen functies worden gehandhaafd? Is het<br />
bijvoorbeeld mogelijk dat een exploitant een seksinrichting opent? (2)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Dit betreft handhaving. In het bestemmingsplan is gestreefd naar zo concreet mogelijke<br />
functies, zodat het plan handhaafbaar is.<br />
- In het bestemmingsplan <strong>Leidschendam</strong> ontbreekt een duidelijke omschrijving van de<br />
woondoeleinden. (2)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
In de toelichting is een duidelijke omschrijving van de woondoeleinden opgenomen.<br />
- Kunnen er oversteekplaatsen op weg naar de diverse scholen in <strong>Leidschendam</strong> worden<br />
opgenomen in het plan? (38)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
Oversteekplaatsen vallen niet onder de reikwijdte van het bestemmingsplan.<br />
- Kunnen er geluidsschermen worden aangebracht met een coating van titaniumdioxide?<br />
(38)<br />
Reactie <strong>Gemeente</strong><br />
In het bestemmingsplan is niet voorzien in het oprichten van geluidsschermen. Bovendien valt<br />
de uitvoering van geluidsschermen niet onder de reikwijdte van het bestemmingsplan.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 143
144<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
BIJLAGE 4<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 145
146<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Milieu-onderzoeken<br />
Zie de losse bij dit bestemmingsplan behorende en daarvan deel uitmakende bijlage(n) met<br />
daarin de verschillende uitgevoerde milieuonderzoeken.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 147
148<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
BIJLAGE 5<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 149
150<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Bodemonderzoeken en hieraan gerelateerd onderzoek<br />
Zie de losse bij dit bestemmingsplan behorende en daarvan deel uitmakende bijlage(n) met<br />
daarin de verschillende uitgevoerde bodemonderzoeken en daaraan gerelateerd onderzoek.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 151
152<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
BIJLAGE 6<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 153
154<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
ZIENSWIJZENNOTA<br />
M.B.T.<br />
DE TER INZAGELEGGING EX ARTIKEL 3.8 VAN HET<br />
ONTWERPBESTEMMINGSPLAN<br />
EN<br />
DAARTEGEN INGEDIENDE ZIENSWIJZEN<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 155
Zienswijzennota<br />
Zie de losse bijlage behorende bij en deel uitmakende van dit bestemmingsplan, getiteld:<br />
“Zienswijzennota bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2008”<br />
156<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 157
<strong>Gemeente</strong> <strong>Leidschendam</strong>-<strong>Voorburg</strong><br />
Regels<br />
Bestemmingsplan<br />
Nieuwe Driemanspolder<br />
2009<br />
158<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 159
Inhoudsopgave<br />
Hoofdstuk 1 Inleidende regels<br />
Artikel 1 Begrippen<br />
Artikel 2 Wijze van meten<br />
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels<br />
§ 2.1 Bestemmingen<br />
Artikel 3 Agrarisch<br />
Artikel 4 Agrarisch met waarden – Agrarische functie met landschapswaarden<br />
Artikel 5 Agrarisch met waarden – Agrarische functie met natuur- en landschapswaarden<br />
Artikel 6 Agrarisch – Paardenhouderij<br />
Artikel 7 Bedrijf<br />
Artikel 8 Bedrijf – Gemaal<br />
Artikel 9 Bos<br />
Artikel 10 Groen<br />
Artikel 11 Horeca<br />
Artikel 12 Maatschappelijk – Begraafplaats<br />
Artikel 13 Recreatie – Verblijfsrecreatie<br />
Artikel 14 Verkeer<br />
Artikel 15 Water<br />
Artikel 16 Wonen<br />
Artikel 17 Wonen – Molen<br />
§ 2.2 Dubbelbestemmingen<br />
Artikel 18 Leiding – Gas<br />
Artikel 19 Leiding – Water<br />
Artikel 20 Waterstaat – Waterkering<br />
Artikel 21 Waterstaat – Waterberging<br />
Hoofdstuk 3 Algemene Regels<br />
Artikel 22 Anti-dubbeltelregel<br />
Artikel 23 Algemene bouwregels<br />
Artikel 24 Algemene gebruiksregels<br />
Artikel 25 Algemene aanduidingsregels<br />
Artikel 26 Algemene ontheffingsregels<br />
Artikel 27 Algemene wijzigingsregels<br />
Artikel 28 Algemene procedureregels<br />
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels<br />
Artikel 29 Overgangsrecht<br />
Artikel 30 Slotregel<br />
Bijlage(n):<br />
I. Lijst van Bedrijfstypen<br />
160<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Hoofdstuk 1<br />
Inleidende regels<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 161
162<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 1<br />
Begrippen<br />
In de regels wordt verstaan onder:<br />
plan:<br />
het bestemmingsplan “Nieuwe Driemanspolder 2009” van de gemeente <strong>Leidschendam</strong>-<br />
<strong>Voorburg</strong>.<br />
bestemmingsplan:<br />
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand “NL.IMRO<br />
19160000.ndmp” met de bijbehorende regels en bijlagen.<br />
plankaart:<br />
de gewaarmerkte plankaart van het bestemmingsplan “Nieuwe Driemanspolder 2009” met het<br />
nummer “19160000ndmp(LS09-44)”, bestaande uit 1 kaartblad, waarop de bestemmingen c.a.<br />
van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven.<br />
aanduiding:<br />
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de<br />
regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze<br />
gronden.<br />
aanduidingsgrens:<br />
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.<br />
aan huis verbonden beroep:<br />
een dienstverlenend beroep, dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende<br />
bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie<br />
behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in<br />
overeenstemming is met de woonfunctie.<br />
aan huis verbonden bedrijf / kleinschalige bedrijfsmatige activiteit:<br />
het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van<br />
handwerk, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit ter plaatse (in<br />
de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen) kan worden uitgeoefend, waarbij de<br />
woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een<br />
ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.<br />
aan- en uitbouw:<br />
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig dan wel architectonisch<br />
opzicht te onderscheiden is van en ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, waarbij een aanbouw<br />
een toevoeging is van een afzonderlijke ruimte en een uitbouw een vergroting van een bestaande<br />
ruimte.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 163
aangrenzende woning:<br />
een woning, die zich bevindt op een aangrenzend (bouw)perceel.<br />
achtererf:<br />
gedeelte van het erf, dat is gelegen achter de achtergevelrooilijn.<br />
achtergevel:<br />
de van de weg afgekeerde oorspronkelijke gevel van een gebouw of, indien het een gebouw<br />
betreft met meer dan één van de weg afgekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet<br />
worden aangemerkt.<br />
agrarisch bedrijf:<br />
een akkerbouw-, bloementeelt-, sierteelt-, fruitteelt- of ander tuinbouwbedrijf, alsmede een<br />
pluimvee-, varkens-, mestrund- en mestkalverenbedrijf dan wel een uit twee of meer van<br />
genoemde bedrijfstakken samengesteld bedrijf, al dan niet met vee, met uitzondering van een<br />
paardenfokkerij, een pelsdierhouderij, volkstuinen en een mammoetbedrijf voor intensieve<br />
veehouderij.<br />
agrarisch deskundige:<br />
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie<br />
van deskundigen op het gebied van de agrarische bedrijfsvoering.<br />
ambachtelijk bedrijf:<br />
een bedrijf waarin, geheel of overwegend, door middel van handwerk goederen worden<br />
vervaardigd, bewerkt, hersteld en/of geïnstalleerd, waaronder mede wordt begrepen het verkopen<br />
en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht.<br />
archeologische waarde:<br />
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende<br />
overblijfselen uit oude tijden.<br />
bebouwing:<br />
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />
bedrijfsgebonden detailhandel:<br />
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het<br />
bedrijfsproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de bedrijfsfunctie.<br />
bedrijfsgebouw:<br />
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.<br />
bedrijfswoning / dienstwoning:<br />
een woning in of bij een bedrijfsgebouw of op een bedrijfsterrein, kennelijk slechts bestemd voor<br />
bewoning door (het huishouden van) één persoon, gezin of andere groep personen, die behoort<br />
164<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
ij en waarvan de bewoning noodzakelijk is voor en verband houdt met de bedrijfsuitoefening of<br />
het beheer van het bedrijf of de instelling op het perceel waarop de woning zich bevindt.<br />
bestaand:<br />
bij zowel bouwwerken als gebruik: bestaand ten tijde van het in werking treden van het<br />
bestemmingsplan.<br />
bestemmingsgrens:<br />
de grens van een bestemmingsvlak.<br />
bestemmingsvlak:<br />
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.<br />
bosbouw:<br />
de teelt van bomen ten behoeve van de houtproductie;<br />
bouwen:<br />
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van<br />
een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een<br />
standplaats.<br />
bouwgrens:<br />
de grens van een bouwvlak.<br />
bouwperceel;<br />
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar<br />
behorende bebouwing is toegelaten.<br />
bouwvlak:<br />
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels<br />
bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.<br />
bouwwerk:<br />
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of<br />
indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.<br />
bruikbare vloeroppervlakte:<br />
vloeroppervlakte van dat gedeelte van een gebouw waarvan de hoogte tussen de afgewerkte<br />
vloer en het plafond ten minste 1.50 m. is.<br />
bijgebouw:<br />
een al dan niet afzonderlijk van het hoofdgebouw, in functioneel en bouwkundig opzicht daarvan<br />
te onderscheiden, op hetzelfde bouwperceel gelegen gebouw.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 165
cultuurhistorisch deskundige:<br />
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie<br />
van deskundigen op het gebied van cultuurhistorie.<br />
cultuurhistorische waarde:<br />
de aan een bouwwerk of aan een gebied toegekende waarde in verband met ouderdom of<br />
gaafheid.<br />
detailhandel:<br />
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of<br />
leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of<br />
aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.<br />
dienstverlening:<br />
het aanbieden, verkopen en/of leveren van commerciële, economische en/of maatschappelijke<br />
diensten aan derden.<br />
dienstverlening met baliefunctie:<br />
het aanbieden, verkopen en/of leveren van commerciële, economische en/of maatschappelijke<br />
diensten aan derden, waarbij tevens sprake is van een aanmerkelijke publieksfunctie.<br />
ecologische waarden:<br />
de in dit plan aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang<br />
tussen dieren en planten en hun leefomgeving of tussen dieren en planten onderling.<br />
erf:<br />
al dan niet bebouwd perceel of gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in<br />
feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij de bestemming<br />
deze inrichting niet verbiedt.<br />
extensieve recreatie:<br />
een vorm van dagrecreatie waarbij recreanten in relatief geringe aantallen gebruik maken van al<br />
dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen zoals wegen, paden, water en wateroevers.<br />
Voorbeelden van deze vorm van recreatie zijn wandelen, fietsen, kanoën, paardrijden en vissen.<br />
extensieve weidegang (door paarden):<br />
weidegang door paarden, waarbij het grasland niet intensief gebruikt wordt. In veengebieden is<br />
van extensieve weidegang sprake als voldaan wordt aan het volgende aantal benodigde hectares<br />
per veulen en/of per volwassen paard:<br />
• 0,25 ha. grasland per veulen;<br />
• 0,50 ha. grasland per volwassen paard.<br />
garage:<br />
een aan ten minste drie zijden omsloten, overdekte ruimte, die primair bedoeld is voor het stallen<br />
van één of meerdere motorvoertuigen.<br />
166<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
gebouw:<br />
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden<br />
omsloten ruimte vormt.<br />
gebruiksgerichte paardenhouderij:<br />
paardenactiviteiten waarbij de activiteiten primair gericht zijn op het rijden met een paard. Het<br />
draait vooral om de ruiter/amazone. Hieronder vallen o.a. paardenverhuurbedrijven,<br />
paardenpensions en oefenaccommodaties.<br />
geluidbelasting vanwege het wegverkeer:<br />
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt<br />
door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van<br />
weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder (zoals deze luidt ten tijde van de vaststelling<br />
van dit plan).<br />
geluidgevoelige functies:<br />
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het<br />
Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit geluidhinder binnen zones<br />
langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen (zoals deze luiden ten tijde van de<br />
vaststelling van dit plan).<br />
geluidgevoelige gebouwen:<br />
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als<br />
bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond<br />
industrieterreinen, het Besluit geluidhinder binnen zones langs wegen en/of het Besluit<br />
geluidhinder spoorwegen (zoals deze luiden ten tijde van de vaststelling van dit plan).<br />
geluidzoneringsplichtige inrichting:<br />
een inrichting waarvoor ingevolge de Wet geluidhinder (zoals deze luidt ten tijde van de<br />
vaststelling van dit plan) rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet<br />
worden vastgesteld.<br />
groothandel:<br />
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, het verkopen en/of leveren van goederen aan<br />
wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere<br />
bedrijfsactiviteit.<br />
hogere grenswaarde:<br />
een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die<br />
in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, het Besluit<br />
geluidhinder binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs<br />
wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen (zoals deze luiden ten tijde van de vasttelling<br />
van dit plan).<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 167
hoofdgebouw:<br />
een gebouw dat, op een bouwperceel door zijn constructie, afmeting of functie dan wel gelet op<br />
de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.<br />
hoofdmassa van een gebouw:<br />
de massa van een (hoofd)gebouw, met uitzondering van aan- en uitbouwen.<br />
horecabedrijf:<br />
een bedrijf, gericht op één of meer van de volgende activiteiten:<br />
1. het verstrekken van voedsel en/of dranken met de mogelijkheid deze ter plaatse te<br />
nuttigen;<br />
2. het exploiteren van zaalaccommodatie;<br />
3. het verstrekken van nachtverblijf;<br />
één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie (met uitzondering van een<br />
erotisch getinte vermaaksfunctie.<br />
houtteelt resp. houtproductie:<br />
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe<br />
hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding- en<br />
herplantplicht als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Boswet.<br />
intensieve recreatie:<br />
een vorm van recreatie waarbij recreanten in relatief grote aantallen gebruik maken van daarvoor<br />
aangelegde of gebouwde voorzieningen.<br />
intensieve veehouderij:<br />
bedrijfsactiviteiten gericht op het houden van slacht-, fok-, of legdieren in gebouwen en<br />
(nagenoeg) zonder weidegang, waarbij het houden van de dieren niet of zeer ondergeschikt is<br />
van de grond als productiemiddel. Een (edel)pelsdierhouderij of – fokkerij wordt hieronder niet<br />
begrepen.<br />
kampeermiddel:<br />
a. een tent, tentwagen, kampeerauto of toercaravan;<br />
b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan,<br />
voor zover geen bouwwerk zijnde;<br />
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten<br />
dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief<br />
nachtverblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.<br />
kantine:<br />
een ondergeschikte vorm van niet-zelfstandige horeca ten dienste van een op grond van dit plan<br />
toegestane vorm van gebruik.<br />
168<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
kantoor(ruimte):<br />
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient voor de uitoefening van<br />
administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen<br />
functioneren van overheidsinstellingen, semi-overheidsinstellingen, het bankwezen en naar aard<br />
daarmee gelijk te stellen instellingen.<br />
landschapsdeskundige:<br />
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie<br />
van deskundigen op het gebied van landschappelijke waarden.<br />
maatschappelijke voorzieningen:<br />
niet commerciële voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, onderwijs,<br />
openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren, alsook ondergeschikte<br />
detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen.<br />
manege:<br />
een bedrijf waarbij de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het geven van instructies<br />
in diverse disciplines aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf of aan<br />
derden met eigen paarden en het bieden van huisvesting aan die paarden, met een daarbij<br />
behorende ondergeschikte vorm van horeca (‘kantine’) ten dienste van de manege.<br />
molenbiotoop:<br />
een op de plankaart aangeduid gebied waarbinnen specifieke bepalingen van kracht zijn ter<br />
bescherming van het windrecht van en/of het zicht op één of meer molens.<br />
natuurwaarden:<br />
de in dit plan aan een gebied toegekende waarden in verband met de in dat gebied voorkomende<br />
geologische, bodemkundige en biologische elementen.<br />
nutsvoorzieningen:<br />
een voorziening/bedrijf ten behoeve van het openbare nut, zoals onder meer transformatorhuisjes,<br />
gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes,<br />
telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.<br />
onderbouw:<br />
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder<br />
1,20 m. boven peil is gelegen.<br />
ontsluitende weg:<br />
weg, langzaam verkeersroute of voetpad waaraan de hoofdtoegang tot het bouwperceel is<br />
gesitueerd;<br />
bij bouwpercelen welke (de mogelijkheid tot) twee hoofdtoegangen hebben wordt, voor het<br />
bepalen van wat de ontsluitende weg is, aansluiting gezocht bij de aangrenzende<br />
bouwpercelen.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 169
paardenbak:<br />
een (omheinde) niet-overdekte piste, al dan niet voorzien van een bewerkte / aangepaste<br />
bodem, dan wel een afgezet stuk grond of weiland, waar paarden een vrije loop kunnen hebben<br />
of kunnen worden afgericht / getraind.<br />
paardenfokkerij:<br />
een agrarisch bedrijf dat uitsluitend is gericht op het fokken van paarden, de verkoop van<br />
gefokte paarden en het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij.<br />
paardenhouderij:<br />
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is gericht op het houden van paarden van derden.<br />
Hieronder wordt verstaan de verhuur van stalling met accommodatie en/of weiland en het<br />
verzorgen van paarden.<br />
peil:<br />
voor het peil gelden de navolgende bepalingen:<br />
a. de bovenkant van het maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;<br />
b. indien in of op het water wordt gebouwd: het waterpeil ter plaatse van het bouwwerk.<br />
praktijk- of bedrijfsruimte:<br />
een (werk)ruimte bedoeld voor de uitoefening van medische, paramedische, of daarmee gelijk<br />
te stellen beroepen of werkzaamheden.<br />
productiegebonden detailhandel:<br />
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het<br />
productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.<br />
productiegerichte paardenactiviteiten:<br />
paardenactiviteiten waarbij het draait om het paard zelf en niet zozeer om de ruiters/amazones.<br />
Hieronder vallen fokkerijen, opfokbedrijven en paardenstoeterijen.<br />
prostitutie:<br />
het zich beschikbaar stellen voor het tegen vergoeding verrichten van seksuele handelingen met<br />
een ander.<br />
seksinrichting:<br />
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij<br />
bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van<br />
erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan:<br />
een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop,<br />
seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.<br />
stacaravan:<br />
een caravan die als een gebouw valt aan te merken.<br />
170<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
verblijfsrecreatie:<br />
een vorm van recreatie waarbij een huishouden of een daarmee gelijk te stellen groep van<br />
personen dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, zich één of meer nachten op een<br />
kampeerterrein, in een kampeermiddel of een zomerhuis bevindt, waaronder in ieder geval niet<br />
wordt verstaan permanente bewoning;<br />
verkoopvloeroppervlakte:<br />
de voor het publiek toegankelijke ruimte waar goederen zijn tentoongesteld en/of uitgestald ten<br />
behoeve van verkoop.<br />
voorgevel:<br />
de naar de weg gekeerde oorspronkelijke gevel van een gebouw of, indien het een gebouw<br />
betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet<br />
worden aangemerkt.<br />
voorkeursgrenswaarde:<br />
de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de<br />
Wet geluidhinder en/of het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit<br />
geluidhinder binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen (zoals deze<br />
luiden ten tijde van de vaststelling van dit plan.<br />
winkel:<br />
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is om te worden<br />
gebruikt voor het uitoefenen van de detailhandel.<br />
woning:<br />
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke<br />
huishouding.<br />
zijgevel:<br />
de grenzen van de hoofdmassa van een gebouw, niet zijnde een voorgevel of achtergevel.<br />
zorgboerderij:<br />
boerderij waar mensen met een lichamelijke beperking en/of een verstandelijke handicap begeleid<br />
eenvoudige werkzaamheden kunnen verrichten en kunnen logeren.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 171
172<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 2<br />
Wijze van meten<br />
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:<br />
de dakhelling:<br />
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.<br />
de goothoogte van een bouwwerk:<br />
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een<br />
daarmee gelijk te stellen constructiedeel.<br />
de (bouw)hoogte van een bouwwerk:<br />
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw<br />
zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes,<br />
en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.<br />
de inhoud van een bouwwerk:<br />
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart<br />
van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.<br />
de oppervlakte van een bouwwerk:<br />
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts<br />
geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het<br />
bouwwerk.<br />
bruto vloeroppervlakte:<br />
binnen de gevels van het bouwwerk inclusief kolommen, trappenhuizen, gangen, liften en<br />
toiletten, waarbij de oppervlaktes van de diverse verdiepingen bij elkaar opgeteld moeten<br />
worden (of: gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de<br />
scheidingsmuren).<br />
de hoogte van een windturbine:<br />
Vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 173
174<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Hoofdstuk 2<br />
Bestemmingsregels<br />
§ 2.1 Bestemmingen<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 175
Artikel 3<br />
Agrarisch<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
3.1 De voor ‘Agrarisch’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf met de daarbij<br />
behorende voorzieningen;<br />
b. ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’: behoud,<br />
versterking en/of herstel van de cultuurhistorische waarden van de<br />
aanwezige bebouwing;<br />
c. ter plaatse van de aanduiding ‘bomenteelt’: sierteelt van<br />
boomkwekerijgewassen, bosbouw en/of houtproductie;<br />
Met daaraan ondergeschikt:<br />
d. ter plaatse van de aanduiding ‘paardenpension’: de uitoefening van een<br />
kleinschalig paardenpension voor maximaal 15 paarden, als<br />
deeltijdfunctie bij een grondgebonden agrarisch bedrijf;<br />
e. intensieve veehouderij, als neventak bij een volwaardig grondgebonden<br />
agrarisch bedrijf, voor zover deze reeds aanwezig is ten tijde van het<br />
verkrijgen van rechtskracht door dit bestemmingsplan;<br />
f. ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten;<br />
g. extensief recreatief medegebruik, voor zover de onder a. en b.<br />
bedoelde belangen daardoor niet onevenredig worden of kunnen<br />
worden aangetast;<br />
h. hobbymatige agrarische activiteiten;<br />
i. kleinschalig kamperen, binnen het bestemmingsvlak of binnen<br />
maximaal 25 meter van het bestemmingsvlak, voor ten hoogste 15<br />
standplaatsen in de periode van 15 maart t/m 31 oktober;<br />
Met de daarbij behorende:<br />
j. ontsluitingswegen, parkeerplaatsen en paden;<br />
k. groenvoorzieningen;<br />
l. waterlopen.<br />
3.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemming ‘Waterstaat - Waterkering’, is het bepaalde in artikel 21 (Waterstaat<br />
- Waterkering) primair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
3.3 Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden<br />
gebouwd:<br />
a. gebouwen;<br />
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />
3.4 Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, als bedoeld in het derde lid<br />
mogen uitsluitend worden gebouwd voor zover deze ten dienste staan van en<br />
noodzakelijk zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering. Om dit te<br />
176<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
eoordelen kunnen burgemeester en wethouders advies inwinnen bij een<br />
agrarisch deskundige.<br />
3.5 Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, als bedoeld in het derde lid,<br />
dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd, met dien verstande dat:<br />
- per bouwvlak ten hoogste één agrarisch bedrijf mag worden gevestigd;<br />
- bedrijfsgebouwen ten behoeve van intensieve veehouderijactiviteiten,<br />
voor zover deze reeds aanwezig zijn, mogen worden herbouwd met een<br />
bedrijfsvloeroppervlakte van ten hoogste 250 m².<br />
3.6 Per bouwvlak mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd, met dien<br />
verstande dat:<br />
a. een eventueel bestaande bedrijfswoning daaronder (mede) is<br />
begrepen, ongeacht of er op enig moment een verkoop, bedrijfssplitsing<br />
of enige daarmee gelijk te stellen ontwikkeling plaatsvindt dan wel heeft<br />
plaatsgevonden;<br />
b. de inhoud van een bedrijfswoning, erfbebouwing daaronder mede<br />
begrepen, niet meer mag bedragen dan 750 m³;<br />
c. een bedrijfswoning slechts tegelijkertijd met, dan wel nadat de<br />
agrarische bedrijfsbebouwing voor het bedrijf waarbij de bedrijfswoning<br />
behoort, is gerealiseerd, mag worden gebouwd;<br />
d. geen bedrijfswoning mag worden gebouwd ter plaatse van de<br />
aanduiding ‘bedrijfswoning niet toegestaan’.<br />
3.7 De hoogte resp. goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan<br />
aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Gebouwen<br />
Maximale Maximale<br />
goothoogte hoogte<br />
Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen 6 m 10 m<br />
Overige gebouwen 3 m 6 m<br />
3.8 De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen<br />
dan aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Bouwwerken geen gebouwen zijnde<br />
Max. hoogte<br />
Van erf- en terreinafscheidingen op ten minste 1 m. achter 2 m.<br />
de voorgevelrooilijn<br />
Van overige erf- en terreinafscheidingen 1 m.<br />
Bouwwerken voor mestopslag/watertanks 6 m.<br />
Voeder-/torensilo’s 15 m.<br />
Sleufsilo’s 2,5 m.<br />
Windmolens 6 m.<br />
Voorzieningen voor (warm) waterbuffers 5 m.<br />
Van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 177
Nadere eisen<br />
3.9 Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en<br />
afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:<br />
a. een goede ruimtelijke inpassing van bebouwing in het agrarisch gebied;<br />
b. het herstel en/of behoud van de karakteristieken van het agrarisch<br />
gebied, het agrarisch erf en/of van de agrarische bebouwing;<br />
c. de verkeersveiligheid;<br />
d. de situering, gebruiksmogelijkheden en/of de (beperking van)<br />
bezonning van de aangrenzende gronden en/of bouwwerken.<br />
Ontheffing van de bouwregels<br />
3.10 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het<br />
bepaalde in:<br />
a. lid 4 voor de bouw van voorzieningen ten behoeve van recreatief<br />
nachtverblijf binnen de bestaande bebouwing, op voorwaarde dat:<br />
- deze voorziening ondergeschikt blijft aan de hoofdfunctie en de<br />
vloeroppervlakte ten behoeve van deze voorziening niet meer<br />
dan 250 m² bedraagt;<br />
- de nieuwe functie geen afbreuk doet aan de uiterlijke<br />
verschijningsvormen van het gebouw.<br />
b. lid 5, voor plaatsing van bebouwing buiten het bouwvlak voor zover dit,<br />
mede gelet op de plaatselijke, logistieke en/of milieutechnische situatie,<br />
noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering;<br />
c. lid 8 voor voeder/torensilo’s tot een hoogte van maximaal 25 m;<br />
d. lid 8 voor de bouw van bedrijfsgebonden gebouwde<br />
mestopslagvoorzieningen, indien zulks noodzakelijk is voor een<br />
doelmatige bedrijfsuitoefening, waaronder begrepen logistieke en/of<br />
milieuhygiënische redenen, met een inhoud van maximaal 3000 m³, een<br />
doorsnede van maximaal 25 m, een wandhoogte van maximaal 7,5 m<br />
en een hoogte van maximaal 10 m;<br />
e. voor de bouw van warmwaterbuffers tot een hoogte van maximaal 12,5<br />
m op voorwaarde dat hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt<br />
gedaan aan de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van het<br />
gebied.<br />
Bij het verlenen van ontheffing kunnen burgemeester en wethouders<br />
voorwaarden stellen ten aanzien van de situering van deze voorziening mede<br />
met het oog op een goede ruimtelijke inpassing en het voorkomen of beperken<br />
van de bezonning van de aangrenzende percelen.<br />
Specifieke gebruiksregels<br />
3.11 Tot gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:<br />
a. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken op een<br />
wijze die leidt tot onevenredige aantasting van de in lid 1, sub a.,<br />
bedoelde belangen;<br />
178<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
. het gebruiken of laten gebruiken van voorzieningen voor recreatief<br />
nachtverblijf voor permanente bewoning;<br />
c. het scheuren of laten scheuren van grasland ten behoeve van een<br />
omzetting van grasland in bouwland;<br />
d. het gebruiken of laten gebruiken van gronden voor bosbouw.<br />
Ontheffing van de gebruiksregels<br />
3.12 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het<br />
bepaalde in lid 1 en lid 11, ten behoeve van het gebruiken van een deel van de<br />
bestaande agrarische bedrijfsgebouwen voor het volgende niet-agrarische<br />
gebruik, uitsluitend als ondergeschikte deeltijd- of nevenactiviteit:<br />
a. detailhandel in ter plaatse voortgebrachte producten met een maximum<br />
verkoopvloeroppervlakte van 50 m²;<br />
b. recreatief nachtverblijf tot een maximum van 250 m² bedrijfsruimte;<br />
c. natuurvoorlichting en -educatie;<br />
d. tentoonstelling/museum;<br />
e. zorgboerderij;<br />
f. horeca ten dienste van extensieve recreatie, zoals een theehuis, een<br />
terras, een speeltuin, een pannenkoekenrestaurant, met een<br />
gezamenlijke oppervlakte van maximaal 100 m²;<br />
g. kinderboerderij;<br />
h. dierenasiel/-pension;<br />
i. kano-, roeiboot-, of fietsenverhuur;<br />
j. kampeerboerderij;<br />
k. loonwerkbedrijf.<br />
3.13 De ontheffing als bedoeld in lid 12 wordt uitsluitend verleend indien en voor<br />
zover:<br />
a. deze deeltijd- of nevenactiviteit ondergeschikt blijft aan de agrarische<br />
hoofdfunctie;<br />
b. de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsbebouwing van het<br />
desbetreffende agrarisch bedrijf niet wordt vergroot ten behoeve van<br />
het niet-agrarische gebruik;<br />
c. de agrarische functie van aangrenzende, niet bij het bedrijf behorende<br />
gronden en bebouwing niet onevenredig wordt belemmerd;<br />
d. het niet-agrarische gebruik geen onevenredig grotere verkeersbelasting<br />
op aangrenzende wegen en paden met zich meebrengt;<br />
e. het parkeren ten behoeve van het niet-agrarische gebruik binnen het<br />
bestemmingsvlak plaatsvindt,<br />
f. er geen opslag van goederen, behorende bij het andere (nietagrarische)<br />
gebruik, in de open lucht plaatsvindt;<br />
g. het landelijke karakter van het gebied niet in onevenredige mate wordt<br />
aangetast door visuele aspecten, zoals reclame-uitingen en technische<br />
installaties en;<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 179
h. de cultuurhistorische waarden als bedoeld in lid 1, sub b, niet<br />
onevenredig worden aangetast.<br />
3.14 In geval van gebruik als bedoeld in lid 12 voor een zorgfunctie moet voorts<br />
rekening gehouden worden met het bepaalde in de provinciale nota “Zorg in het<br />
Buitengebied”.<br />
3.15 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het<br />
bepaalde in lid 1, sub i, ten behoeve van ten hoogste 25 standplaatsen, mits de<br />
landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden<br />
aangetast en er geen (milieutechnische) belemmeringen ontstaan voor de<br />
bedrijfsvoering van omliggende agrarische bedrijven.<br />
Aanlegvergunning<br />
3.16 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van<br />
burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en/of in de in<br />
onderstaande tabel aangeduide gronden de daarbij aangegeven andere werken<br />
en werkzaamheden uit te voeren, met uitzondering van het bepaalde in lid 17:<br />
Bestemming / nadere aanduiding<br />
Andere werken en<br />
werkzaamheden¹<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />
Agrarisch o o x x x o o x x o<br />
Agrarisch, paardenpension o o x x x o o x x o<br />
Agrarisch, bomenteelt x x x x o x x o x x<br />
Leiding x x x x x x x x x x<br />
Waterkering x x x x x x x x x x<br />
Verklaring:<br />
X = aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
O = niet-aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
¹Andere werken en werkzaamheden:<br />
1. het aanleggen en verharden van wegen en het aanbrengen van<br />
oppervlakteverhardingen;<br />
2. het verlagen van de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van de<br />
gronden;<br />
3. het aanleggen en dempen van watergangen, sloten, weidegreppels en andere<br />
waterpartijen;<br />
4. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- en<br />
telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies,<br />
installaties en apparatuur;<br />
5. het vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het<br />
verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging tot gevolg<br />
hebben of kunnen hebben, met uitzondering van het vellen, rooien of<br />
beschadigen van fruitbomen en het periodiek afzetten van hakhout;<br />
180<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
6. diepploegen, d.w.z. het extra diep omploegen van de gronden waarbij de<br />
kruidlaag volledig wordt omgeploegd (0,4 meter of meer diep);<br />
7. werken of werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand<br />
beogen of tot gevolg hebben, zoals uitdiepen of draineren;<br />
8. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder tevens<br />
begrepen het telen en kweken van bomen heesters (inclusief fruitbomen en<br />
boomgaarden);<br />
9. het (chemisch) scheuren van grasland, anders dan voor graslandverbetering;<br />
10. het onttrekken van grondwater, anders dan ten behoeve van de veedrenking.<br />
3.17 Het in lid 16 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en<br />
werkzaamheden die:<br />
a. het normale beheer of onderhoud betreffen;<br />
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop dit plan rechtskracht<br />
verkrijgt;<br />
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een daarvoor verleende<br />
(aanleg)vergunning;<br />
d. betrekking hebben op het aanbrengen van verhardingen ten behoeve<br />
van in- en/of uitritten, tot een oppervlakte van ten hoogste 10 m²;<br />
e. betrekking hebben op de aanleg van natuurvriendelijke oevers.<br />
3.18 De aanlegvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover:<br />
a. de werken en werkzaamheden, waarop de vergunning betrekking heeft,<br />
noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van de gronden<br />
overeenkomstig de bestemming;<br />
b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ruimtelijke kwaliteiten<br />
van het terrein;<br />
c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de<br />
waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en –<br />
kwantiteit;<br />
d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de cultuurhistorische –<br />
en/of archeologische waarden van het terrein;<br />
e. een afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder<br />
begrepen het agrarisch belang, tot uitkomst heeft dat een<br />
aanlegvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.<br />
3.19 Alvorens omtrent een aanvraag om aanlegvergunning te beslissen winnen<br />
burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de met betrekking tot het<br />
betreffende terrein meest aangewezen instantie, zoals het<br />
Hoogheemraadschap, de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en<br />
Monumenten.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 181
Wijzigingsbevoegdheid<br />
Begrenzing bouwvlak<br />
3.20 Burgemeester en wethouders kunnen op grond van het bepaalde in artikel 3.6<br />
van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming wijzigen ten behoeve van het<br />
veranderen van de begrenzingen van de bouwvlakken, mits:<br />
a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen en/of<br />
waarden van de naburige gronden;<br />
b. de wijziging noodzakelijk is in het kader van een doelmatige uitoefening<br />
van het agrarisch bedrijf;<br />
c. het bouwvlak hierdoor geen grotere oppervlakte krijgt dan 1,5 ha.;<br />
d. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke -,<br />
cultuurhistorische – en vogelkundige waarden van het gebied;<br />
e. voorafgaand aan de wijziging een schriftelijk advies is verkregen van<br />
een natuur- en landschapsdeskundige en een agrarisch deskundige.<br />
Nieuwvestiging grondgebonden agrarisch bedrijf<br />
3.21 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van het bepaalde in artikel<br />
3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming te wijzigen ten behoeve van<br />
de nieuwvestiging van een volwaardig en perspectiefvol grondgebonden<br />
agrarisch bedrijf, op voorwaarde dat:<br />
a. de bedrijfsvestiging niet mogelijk is op een te beëindigen of reeds<br />
beëindigd agrarisch bedrijf en geen sprake is van een bestaand<br />
(voormalig) agrarisch bedrijfscomplex dat voor hergebruik in<br />
aanmerking komt;<br />
b. de bedrijfsvestiging ter plaatse noodzakelijk is uit een oogpunt van<br />
doelmatige agrarische bedrijfsvoering met betrekking tot de exploitatie<br />
van de bij het bedrijf behorende gronden;<br />
c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van in de<br />
nabijheid gelegen agrarische bedrijven, onder meer door het<br />
aanhouden van voldoende afstand tussen agrarische bedrijven;<br />
d. de oppervlakte van het nieuw te vestigen agrarisch bedrijf wordt<br />
afgestemd op de voorgenomen agrarische bedrijfsvoering;<br />
e. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke -,<br />
cultuurhistorische - en vogelkundige waarden van het gebied;<br />
f. burgemeester en wethouders, alvorens omtrent de toepassing van deze<br />
wijzigingsbevoegdheid te beslissen, schriftelijk advies inwinnen bij een<br />
agrarisch deskundige en een landschappelijk deskundige.<br />
3.22 Wonen<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van het bepaalde in artikel<br />
3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de, binnen de<br />
bouwvlakken gelegen, gronden en bouwwerken te wijzigen in de bestemming<br />
‘Wonen’, op voorwaarde dat:<br />
a. op grond van het advies van een agrarisch deskundige is aangetoond<br />
dat de agrarische functie ter plaatse niet meer kan worden uitgeoefend;<br />
182<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
. alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering<br />
van gebouwen met de aanduiding ‘cultuurhistorisch waardevolle<br />
bebouwing’ en ‘rijksmonument’: tevens zijn uitgezonderd de voormalige<br />
bedrijfswoning en voormalige bedrijfsgebouwen, die als bijgebouwen bij<br />
de woning worden gebruikt en die, gezien de bouwregels van artikel 16<br />
(‘Wonen’), als zodanig mogen worden aangemerkt;<br />
c. er per 1.000 m² gesloopte bedrijfsbebouwing één woning mag worden<br />
opgericht met een maximale inhoud van 650 m³, tot een maximum van<br />
3 woningen per bouwvlak;<br />
d. de wijziging naar de bestemming ‘Wonen’ niet tot gevolg heeft dat<br />
omliggende bedrijven onevenredig in hun bedrijfsvoering worden<br />
aangetast;<br />
e. het bepaalde in artikel 16 (‘Wonen’) van overeenkomstige toepassing is,<br />
voor zover hiervoor niet anders is bepaald;<br />
f. op geen van de gevels van nieuw te realiseren woning(en) bij voltooiing<br />
de geluidbelasting de ter plaatse toegestane voorkeursgrenswaarde<br />
krachtens de Wet geluidhinder overschrijdt;<br />
g. aan de hand van een inrichtingsplan de meerwaarde voor de ruimtelijke<br />
kwaliteit wordt aangetoond, met name ten aanzien van de beeldkwaliteit<br />
en de landschappelijke inpassing;<br />
h. burgemeester en wethouders, alvorens omtrent de toepassing van deze<br />
wijzigingsbevoegdheid te beslissen, schriftelijk advies inwinnen bij een<br />
agrarisch deskundige en een landschappelijk deskundige.<br />
Dagrecreatie<br />
3.23 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van het bepaalde in artikel<br />
3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de binnen de<br />
bouwvlakken gelegen gronden en bouwwerken geheel of gedeeltelijk te<br />
wijzigen in een dagrecreatieve bestemming, op voorwaarde dat:<br />
a. op grond van een advies van een agrarisch deskundige is aangetoond<br />
dat de agrarische functie ter plaatse niet meer kan worden uitgeoefend;<br />
b. de nieuwe bestemming een relatie heeft met het agrarische karakter<br />
en/of de natuur- en landschapsontwikkeling in de Nieuwe<br />
Driemanspolder, zoals een paardenpension, een kinderboerderij, een<br />
informatiecentrum of een fiets- of kanoverhuurbedrijf;<br />
c. de wijziging van de bestemming niet tot gevolg heeft dat omliggende<br />
bedrijven onevenredig in hun bedrijfsvoering worden aangetast;<br />
d. de dagrecreatieve (bedrijfs)activiteiten binnen de bestaande bebouwing<br />
plaatsvinden, waarbij de bedrijfswoning een woonbestemming krijgt en<br />
de overige bebouwing wordt bestemd overeenkomstig het<br />
voorgenomen dagrecreatieve gebruik;<br />
e. er geen aantasting plaatsvindt van de in het gebied en/of op het perceel<br />
aanwezige waarden: hiertoe wordt vooraf schriftelijk advies gevraagd<br />
aan een natuur- en landschapsdeskundige;<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 183
f. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking<br />
en er voldoende verkeersvoorzieningen zijn om het verkeersaanbod te<br />
verwerken.<br />
Pension / accommodatie groepsverblijf<br />
3.24 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van het bepaalde in artikel<br />
3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de binnen de<br />
bouwvlakken gelegen gronden en bouwwerken geheel of gedeeltelijk te wijzigen<br />
in een bestemming ten behoeve van een pension of een accommodatie voor<br />
groepsverblijf, op voorwaarde dat:<br />
a. op grond van een advies van een agrarisch deskundige is aangetoond<br />
dat de agrarische functie ter plaatse niet meer kan worden uitgeoefend;<br />
b. de wijziging van de bestemming niet tot gevolg heeft dat omliggende<br />
bedrijven onevenredig in hun bedrijfsvoering worden aangetast;<br />
c. de exploitatie van een pension of accommodatie voor groepsverblijf<br />
binnen de bestaande bebouwing plaatsvindt, waarbij de bedrijfswoning<br />
een woonbestemming krijgt en de overige bebouwing wordt bestemd<br />
overeenkomstig het voorgenomen gebruik met daarbij de aanduiding<br />
‘voormalig agrarisch bedrijfsgebouw’;<br />
d. er geen aantasting plaatsvindt van de in het gebied en/of op het perceel<br />
aanwezige waarden: hiertoe wordt vooraf schriftelijk advies gevraagd<br />
aan een natuur- en landschapsdeskundige;<br />
e. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking<br />
en er voldoende verkeersvoorzieningen zijn om het verkeersaanbod te<br />
verwerken.<br />
Maatschappelijk<br />
3.25 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van het bepaalde in artikel<br />
3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de binnen de<br />
bouwvlakken gelegen gronden en bouwwerken geheel of gedeeltelijk te<br />
wijzigen in een bestemming ten behoeve van een maatschappelijke<br />
voorziening, in de vorm van een zorgboerderij, op voorwaarde dat:<br />
a. op grond van een advies van een agrarisch deskundige is aangetoond<br />
dat de agrarische functie ter plaatse niet meer kan worden uitgeoefend;<br />
b. de wijziging van de bestemming niet tot gevolg heeft dat omliggende<br />
bedrijven onevenredig in hun bedrijfsvoering worden aangetast;<br />
c. de exploitatie van een zorgboerderij binnen de bestaande bebouwing<br />
plaatsvindt, waarbij de bedrijfswoning een woonbestemming krijgt en de<br />
overige bebouwing wordt bestemd overeenkomstig het voorgenomen<br />
gebruik met daarbij de aanduiding ‘voormalig agrarisch bedrijfsgebouw’;<br />
d. er geen aantasting plaatsvindt van de in het gebied en/of op het perceel<br />
aanwezige waarden: hiertoe wordt vooraf schriftelijk advies gevraagd<br />
aan een natuur- en landschapsdeskundige;<br />
184<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
e. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking<br />
en er voldoende verkeersvoorzieningen zijn om het verkeersaanbod te<br />
verwerken.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 185
Artikel 4<br />
Agrarisch met waarden – Agrarische functie met<br />
landschapswaarden<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
4.1 De voor ‘Agrarisch met waarden – Agrarische functie met landschapswaarden’<br />
aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. de ontwikkeling van een duurzame landbouw en de agrarische<br />
bedrijfsvoering op bestaande agrarische bedrijven;<br />
b. de instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan<br />
wel aan deze gronden eigen landschapswaarden;<br />
Met daaraan ondergeschikt:<br />
c. extensief recreatief medegebruik voor zover de onder a. en b. bedoelde<br />
belangen en/of waarden daardoor niet onevenredig worden of kunnen<br />
worden aangetast;<br />
d. ter plaatse van de aanduiding ‘beweiding door paarden toegestaan’ is in<br />
relatie tot een paardenhouderij gedurende de periode mei tot en met<br />
oktober extensieve weidegang door paarden toegestaan;<br />
e. kleinschalig kamperen, binnen het bestemmingsvlak of binnen<br />
maximaal 25 meter van het bestemmingsvlak, voor ten hoogste 15<br />
standplaatsen in de periode van 15 maart t/m 31 oktober;<br />
Met de daarbij behorende:<br />
f. ontsluitingswegen en paden;<br />
g. groenvoorzieningen;<br />
h. waterlopen<br />
4.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemmingen ‘Waterstaat – Waterkering’, ‘Leiding – Gas’ en ‘Leiding – Water’<br />
is het bepaalde in artikel 21 (‘Waterstaat – Waterkering’) primair van toepassing<br />
en secundair het bepaalde in de artikelen 18 (‘Leiding- Gas’) en 19 (‘Leiding –<br />
Water’).<br />
Bouwregels<br />
4.3 Op deze gronden mogen, indien noodzakelijk voor en ten behoeve van de<br />
bestemming, uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />
4.4 De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen<br />
dan aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Bouwwerken geen gebouwen zijnde<br />
Max. hoogte<br />
Van erf- en terreinafscheidingen 1 m.<br />
Van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1,5 m.<br />
186<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Ontheffing van de bouwregels<br />
4.5 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het<br />
bepaalde in lid 3, voor het oprichten van bebouwing ten behoeve van een<br />
agrarisch bedrijf, indien en voor zover deze bebouwing noodzakelijk is voor een<br />
doelmatige agrarische bedrijfsvoering gelet op de plaatselijke logistieke en/of<br />
milieutechnische situatie.<br />
Specifieke gebruiksregels<br />
4.6 Tot gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:<br />
a. het gebruiken of laten gebruiken van gronden op een wijze die leidt tot<br />
onevenredige aantasting van de in lid 1, sub b., bedoelde waarden;<br />
b. het scheuren of laten scheuren van grasland ten behoeve van een<br />
omzetting van grasland in bouwland;<br />
c. het gebruiken of laten gebruiken van gronden voor bosbouw;<br />
d. het gebruiken of laten gebruiken van gronden als paardenbak.<br />
Ontheffing van de gebruiksregels<br />
4.7 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het<br />
bepaalde in lid 1, sub e., ten behoeve van ten hoogste 25 standplaatsen, mits<br />
de landschappelijke – en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden<br />
aangetast en er geen (milieutechnische) belemmeringen ontstaan voor de<br />
bedrijfsvoering van omliggende agrarische bedrijven.<br />
4.8 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het<br />
bepaalde in lid 6, sub e., voor het gebruiken van gronden als paardenbak, mits<br />
de landschappelijke – en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden<br />
aangetast en is aangetoond dat er binnen het bouwperceel geen ruimte is voor<br />
een paardenbak. De paardenbak moet direct aansluitend aan een agrarisch<br />
bouwvlak worden gesitueerd.<br />
Aanlegvergunning<br />
4.9 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunningen van<br />
burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en/of in de in<br />
onderstaande tabel aangeduide gronden de daarbij aangegeven andere werken<br />
en werkzaamheden uit te voeren, met uitzondering van het bepaalde in lid 10:<br />
Bestemming / nadere aanduiding<br />
Agrarisch met waarden, agrarische functie met<br />
landschapswaarden<br />
Agrarisch met waarden, agrarische functie met<br />
Andere werken en<br />
werkzaamheden¹<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />
x x x x x o o x x o<br />
o o x x x o x x x o<br />
landschapswaarden, parkeren<br />
Leiding x x x x x x x x x x<br />
Waterkering x x x x x x x x x x<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 187
Verklaring:<br />
X = aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
O = niet-aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
¹Andere werken en werkzaamheden:<br />
1. het aanleggen en verharden van wegen en het aanbrengen van<br />
oppervlakteverhardingen;<br />
2. het verlagen van de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden;<br />
3. het aanleggen en dempen van watergangen, sloten, weidegreppels en andere<br />
waterpartijen;<br />
4. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- en<br />
telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies,<br />
installaties en apparatuur;<br />
5. het vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten<br />
van handelingen die de dood of ernstige beschadiging tot gevolg hebben of kunnen<br />
hebben, met uitzondering van het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen en het<br />
periodiek afzetten van hakhout;<br />
6. diepploegen, d.w.z. het extra diep omploegen van de gronden waarbij de kruidlaag<br />
volledig wordt omgeploegd (0,4 meter of meer diep);<br />
7. werken of werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand<br />
beogen of tot gevolg hebben, zoals uitdiepen of draineren;<br />
8. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder tevens<br />
begrepen het telen en kweken van bomen heesters (inclusief fruitbomen en<br />
boomgaarden);<br />
9. het (chemisch) scheuren van grasland, anders dan voor graslandverbetering;<br />
10. het onttrekken van grondwater, anders dan ten behoeve van de veedrenking.<br />
4.10 Het in lid 9 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en<br />
werkzaamheden die:<br />
a. het normale beheer en/of onderhoud betreffen;<br />
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop dit plan rechtskracht<br />
verkrijgt;<br />
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een daarvoor verleende<br />
(aanleg)vergunning;<br />
d. betrekking hebben op het aanbrengen van verhardingen ten behoeve<br />
van in- en/of uitritten, tot een oppervlakte van ten hoogste 10 m²;<br />
e. betrekking hebben op de aanleg van natuurvriendelijke oevers.<br />
4.11 De aanlegvergunning wordt slechts verleend indien:<br />
a. de werken en werkzaamheden, waarop de vergunning betrekking heeft,<br />
noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van de gronden<br />
overeenkomstig de bestemming;<br />
b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ruimtelijke kwaliteiten<br />
van het terrein;<br />
188<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de<br />
waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en –<br />
kwantiteit;<br />
d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de cultuurhistorische –<br />
en/of archeologische waarden van het terrein;<br />
e. een afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder<br />
begrepen het agrarisch belang, tot uitkomst heeft dat een<br />
aanlegvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.<br />
4.12 Alvorens omtrent een aanvraag om aanlegvergunning te beslissen winnen<br />
burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de met betrekking tot het<br />
betreffende terrein meest aangewezen instantie, zoals het<br />
Hoogheemraadschap, de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en<br />
Monumenten.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 189
Artikel 5<br />
Agrarisch met waarden – Agrarische functie met natuur- en<br />
landschapswaarden<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
5.1 De voor ‘Agrarisch met waarden – Agrarische functie met natuur- en<br />
landschapswaarden’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. de instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan<br />
wel aan deze gronden eigen landschappelijke – en natuurwaarden en in<br />
het bijzonder voor de instandhouding van de habitats van weidevogels;<br />
Met daaraan ondergeschikt:<br />
b. extensief recreatief medegebruik voor zover de onder a. bedoelde<br />
waarden en/of belangen daardoor niet onevenredig worden of kunnen<br />
worden aangetast;<br />
Met de daarbij behorende:<br />
c. ontsluitingswegen en paden;<br />
d. groenvoorzieningen;<br />
e. waterlopen.<br />
5.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ is het bepaalde in artikel 21<br />
(‘Waterstaat – Waterkering’) primair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
5.3 Op deze gronden mogen, indien noodzakelijk voor en ten behoeve van de<br />
bestemming, uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />
5.4 De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen<br />
dan aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Bouwwerken geen gebouwen zijnde<br />
Max. hoogte<br />
Van erf- en terreinafscheidingen 1 m.<br />
Van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1,5 m.<br />
Nadere eisen<br />
5.5 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de<br />
plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:<br />
a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschaps-,<br />
cultuurhistorische – en natuurwaarden van de gronden;<br />
b. de verkeersveiligheid;<br />
c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en<br />
bouwwerken.<br />
Specifieke gebruiksregels<br />
5.6 Tot gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:<br />
190<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
a. het gebruiken of laten gebruiken van gronden op een wijze die leidt tot<br />
onevenredige aantasting van de in lid 1, sub a., bedoelde waarden;<br />
b. het scheuren of laten scheuren van grasland ten behoeve van een<br />
omzetting van grasland in bouwland;<br />
c. het gebruiken of laten gebruiken van gronden voor boomgaarden,<br />
bollen- en/of sierteelt;<br />
d. het gebruiken of laten gebruiken van gronden voor bosbouw.<br />
Aanlegvergunning<br />
5.7 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van<br />
burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en/of in de in<br />
onderstaande tabel aangeduide gronden de daarbij aangegeven andere werken<br />
en werkzaamheden uit te voeren, met uitzondering van het bepaalde in lid 8:<br />
Bestemming / nadere aanduiding<br />
Andere werken en werkzaamheden¹<br />
Agrarisch met waarden, agrarische functie met<br />
natuur- en landschapswaarden<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />
x x x x x x o x x o<br />
Leiding x x x x x x x x x x<br />
Waterkering x x x x x x x x x x<br />
Verklaring:<br />
X = aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
O = niet-aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
¹Andere werken en werkzaamheden:<br />
1. het aanleggen en verharden van wegen en het aanbrengen van<br />
oppervlakteverhardingen;<br />
2. het verlagen van de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden;<br />
3. het aanleggen en dempen van watergangen, sloten, weidegreppels en andere<br />
waterpartijen;<br />
4. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen<br />
en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;<br />
5. het vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten<br />
van handelingen die de dood of ernstige beschadiging tot gevolg hebben of kunnen<br />
hebben, met uitzondering van het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen en het<br />
periodiek afzetten van hakhout;<br />
6. diepploegen, d.w.z. het extra diep omploegen van de gronden waarbij de kruidlaag<br />
volledig wordt omgeploegd (0,4 meter of meer diep);<br />
7. werken of werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen<br />
of tot gevolg hebben, zoals uitdiepen of draineren;<br />
8. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder tevens begrepen<br />
het telen en kweken van bomen heesters (inclusief fruitbomen en boomgaarden);<br />
9. het (chemisch) scheuren van grasland, anders dan voor graslandverbetering;<br />
10. het onttrekken van grondwater, anders dan ten behoeve van de veedrenking.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 191
5.8 Het in lid 7 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en<br />
werkzaamheden die:<br />
a. het normale beheer en/of onderhoud betreffen;<br />
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop dit plan rechtskracht<br />
verkrijgt;<br />
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een daarvoor verleende<br />
(aanleg)vergunning;<br />
d. betrekking hebben op het aanbrengen van verhardingen ten behoeve<br />
van in- en/of uitritten, tot een oppervlakte van ten hoogste 10 m²;<br />
e. betrekking hebben op de aanleg van natuurvriendelijke oevers.<br />
5.9 De aanlegvergunning wordt slechts verleend indien:<br />
a. de werken en werkzaamheden, waarop de vergunning betrekking heeft,<br />
noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van de gronden<br />
overeenkomstig de bestemming;<br />
b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ruimtelijke kwaliteiten<br />
van het terrein;<br />
c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de<br />
waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en –<br />
kwantiteit;<br />
d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de cultuurhistorische –<br />
en/of archeologische waarden van het terrein;<br />
e. een afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder<br />
begrepen het agrarisch belang, tot uitkomst heeft dat een<br />
aanlegvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.<br />
5.10 Alvorens omtrent een aanvraag om aanlegvergunning te beslissen winnen<br />
burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de met betrekking tot het<br />
betreffende terrein meest aangewezen instantie, zoals het<br />
Hoogheemraadschap, de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en<br />
Monumenten.<br />
192<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 6<br />
Agrarisch – Paardenhouderij<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
6.1 De voor ‘Agrarisch – Paardenhouderij’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. een gebruiksgerichte paardenhouderij;<br />
Met de daarbij behorende:<br />
b. ontsluitingswegen, parkeerplaatsen en paden;<br />
c. groenvoorzieningen;<br />
d. waterlopen.<br />
6.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ is het bepaalde in artikel 21<br />
(‘Waterstaat – Waterkering’) primair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
6.3 Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming, uitsluitend worden<br />
gebouwd:<br />
a. gebouwen;<br />
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />
met dien verstande dat de bedoelde gebouwen en bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde, uitsluitend binnen de op de plankaart aangegeven<br />
bouwvlakken mogen worden gebouwd.<br />
6.4 Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, als bedoeld in het derde lid<br />
mogen uitsluitend worden gebouwd voor zover deze ten dienste staan van en<br />
noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering van een gebruiksgerichte<br />
paardenhouderij. Om dit te beoordelen kunnen burgemeester en wethouders<br />
advies inwinnen bij een agrarisch deskundige.<br />
6.5 Per bouwvlak mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd, met dien<br />
verstande dat:<br />
a. een eventueel bestaande bedrijfswoning daaronder (mede) is<br />
begrepen, ongeacht of er op enig moment een verkoop, bedrijfssplitsing<br />
of enige daarmee gelijk te stellen ontwikkeling plaatsvindt dan wel heeft<br />
plaatsgevonden;<br />
b. de inhoud van een bedrijfswoning, erfbebouwing daaronder mede<br />
begrepen, niet meer mag bedragen dan 600 m³;<br />
b. geen bedrijfswoning mag worden gebouwd ter plaatse van de<br />
aanduiding ‘bedrijfswoning niet toegestaan’.<br />
6.6 Lichtmasten ten behoeve van paardrijactiviteiten mogen slechts worden<br />
gebouwd op voorwaarde dat het gebruik van de lichtmasten:<br />
a. geen overlast en/of hinder veroorzaakt voor omwonenden;<br />
b. geen onevenredige aantasting veroorzaakt van flora en/of fauna.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 193
6.7 De hoogte resp. goothoogte van gebouwen resp. bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde, mag niet meer bedragen dan aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Gebouwen en bouwwerken, geen Maximale Maximale<br />
gebouwen zijnde<br />
goothoogte hoogte<br />
Bedrijfsgebouwen 4,5 m 8 m<br />
Bedrijfswoning 4,5 m 8 m<br />
Bijgebouwen 3 m 6 m<br />
Erf- of perceelsafscheidingen op ten minste 1<br />
meter achter de voorgevelrooilijn binnen het<br />
bouwvlak<br />
Overige erf- of perceelsafscheidingen<br />
Lichtmasten binnen bouwvlak<br />
Afrastering ten behoeve van een paardenbak<br />
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
2 m<br />
1 m<br />
9 m<br />
1,5 m<br />
3 m<br />
Nadere eisen<br />
6.8 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de<br />
plaats en afmetingen van bebouwing, ten behoeve van:<br />
a. de aansluiting op de karakteristiek van agrarische erven in het<br />
slagenlandschap;<br />
b. een samenhangend bebouwingsbeeld;<br />
c. de verkeersveiligheid;<br />
d. de sociale veiligheid;<br />
e. de aansluiting aan structurele groenelementen en waterelementen;<br />
f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.<br />
194<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 7<br />
Bedrijf<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
7.1 De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-1’: uitsluitend<br />
een agrarisch loonwerkbedrijf;<br />
b. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-2’: uitsluitend<br />
een boorlokatie;<br />
c. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-3’: uitsluitend<br />
een constructiebedrijf;<br />
d. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-4’: uitsluitend<br />
een garagebedrijf;<br />
e. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-5’: uitsluitend<br />
een bedrijf voor de handel in en herstel van landbouwmachines;<br />
f. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-6’: uitsluitend<br />
een meubelmakerij;<br />
g. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-7’: uitsluitend<br />
een opslagbedrijf;<br />
Met de daarbij behorende:<br />
h. ontsluitingswegen, parkeerplaatsen en paden;<br />
i. groenvoorzieningen;<br />
j. waterlopen.<br />
7.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ is het bepaalde in artikel 21<br />
(‘Waterstaat – Waterkering’) primair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
7.3 Op deze gronden mogen, indien noodzakelijk voor en ten behoeve van de<br />
bestemming, uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. gebouwen;<br />
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />
met dien verstande dat de bedoelde gebouwen en bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde, uitsluitend binnen de op de plankaart aangegeven<br />
bouwvlakken mogen worden gebouwd.<br />
7.4 Per bouwvlak mag ten hoogste één bedrijf worden gevestigd.<br />
7.5 Per bouwvlak mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd, met dien<br />
verstande dat:<br />
a. een eventueel bestaande bedrijfswoning daaronder (mede) is<br />
begrepen, ongeacht of er op enig moment een verkoop, bedrijfssplitsing<br />
of enige daarmee gelijk te stellen ontwikkeling plaatsvindt dan wel heeft<br />
plaatsgevonden;<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 195
. de inhoud van een bedrijfswoning, erfbebouwing daaronder mede<br />
begrepen, niet meer mag bedragen dan 600 m³;<br />
c. geen bedrijfswoning mag worden gebouwd ter plaatse van de<br />
aanduiding ‘bedrijfswoning niet toegestaan’.<br />
7.6 De hoogte resp. goothoogte van gebouwen resp. bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde, mag niet meer bedragen dan aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Gebouwen en bouwwerken, geen Maximale Maximale<br />
gebouwen zijnde<br />
goothoogte hoogte<br />
Bedrijfsgebouwen 4,5 m 8 m<br />
Bedrijfswoning 4,5 m 8 m<br />
Bijgebouwen 3 m 6 m<br />
Erf- of perceelsafscheidingen op ten minste 1<br />
meter achter de voorgevelrooilijn binnen het<br />
bouwvlak<br />
Overige erf- of perceelsafscheidingen<br />
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
2 m<br />
1 m<br />
3 m<br />
Nadere eisen<br />
7.7 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de<br />
plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:<br />
a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;<br />
b. de verkeersveiligheid;<br />
c. de sociale veiligheid;<br />
d. de aansluiting aan structurerende groenelementen en waterelementen;<br />
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en<br />
bouwwerken.<br />
Specifieke gebruiksregels<br />
7.8 Tot gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:<br />
a. het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen en/of bouwwerken,<br />
geen gebouwen zijnde, voor de opslag van vuurwerk;<br />
b. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde, voor detailhandel;<br />
c. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde, voor horeca;<br />
d. het gebruiken of laten gebruiken van onbebouwde gronden voor<br />
buitenopslag.<br />
Wijzigingsbevoegdheden<br />
Wonen / Agrarisch met waarden<br />
7.9 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van het bepaalde in artikel<br />
3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de binnen de<br />
196<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
ouwvlakken gelegen gronden en bouwwerken te wijzigen in de bestemming<br />
‘Wonen’ resp. de bestemming ‘Agrarisch met waarden – Agrarische functie met<br />
landschapswaarden’, op voorwaarde dat:<br />
a. vooraf is aangetoond dat de uitoefening van bedrijfsactiviteiten geheel<br />
wordt beëindigd;<br />
b. alle voormalige bedrijfsgebouwen worden gesloopt, met uitzondering<br />
van voormalige bedrijfsgebouwen die als bijgebouwen bij de woning<br />
worden gebruikt en die, gezien de bouwregels van artikel 16 (‘Wonen’),<br />
als zodanig mogen worden aangemerkt: aan een grotere oppervlakte<br />
aan bijgebouwen dan toegestaan op grond van artikel 16 (‘Wonen’) kan<br />
medewerking worden verleend indien en voor zover sprake is van een<br />
substantiële reductie van bebouwing, met dien verstande dat aan<br />
vervangende nieuwbouw van bijgebouwen medewerking kan worden<br />
verleend op voorwaarde dat de grondoppervlakte niet meer bedraagt<br />
dan 25% van de te slopen bebouwing, tot een maximum van 150 m²;<br />
c. de gronden, voor zover die niet worden aangewezen voor ‘Wonen’,<br />
dezelfde bestemming krijgen als de omliggende gronden, te weten de<br />
bestemming ‘Agrarisch met waarden – Agrarische functie met<br />
landschapswaarden’;<br />
d. de wijziging van de bestemming niet tot gevolg heeft dat omliggende<br />
bedrijven onevenredig in hun bedrijfsvoering worden aangetast;<br />
e. het bepaalde in artikel 16 (‘Wonen’) resp. artikel 4 (‘Agrarisch met<br />
waarden – Agrarische functie met landschapswaarden’) van<br />
overeenkomstige toepassing is, voor zover hiervoor niet anders is<br />
bepaald;<br />
f. op geen van de gevels van nieuw te realiseren woning(en) bij voltooiing<br />
de geluidbelasting de ter plaatse toegestane voorkeursgrenswaarde<br />
krachtens de Wet geluidhinder overschrijdt;<br />
g. aan de hand van een inrichtingsplan de meerwaarde voor de ruimtelijke<br />
kwaliteit wordt aangetoond, met name ten aanzien van de beeldkwaliteit<br />
en de landschappelijke inpassing;<br />
h. burgemeester en wethouders, alvorens omtrent de toepassing van deze<br />
wijzigingsbevoegdheid te beslissen, schriftelijk advies inwinnen bij een<br />
landschappelijk deskundige.<br />
Ander bedrijfstype<br />
7.10 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van het bepaalde in artikel<br />
3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de in lid 1 genoemde bestemmingen voor<br />
specifieke vormen van bedrijven te wijzigen in een algemene bestemming<br />
‘Bedrijf’, ten behoeve van:<br />
• bedrijven zoals genoemd in categorie 1,2 of 3 van de Lijst van Bedrijfstypen<br />
(Bijlage I bij de regels van dit plan);<br />
• bedrijven die niet zijn genoemd in de Lijst van Bedrijfstypen maar die naar<br />
hun aard (milieuplanologische hinder) gelijk zijn te stellen met bedrijven<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 197
genoemd in categorie 1,2 of 3 van de Lijst van Bedrijfstypen (Bijlage I bij de<br />
regels van dit plan);<br />
op voorwaarde dat:<br />
a. de milieubelasting ten opzichte van de bestaande / oude situatie in<br />
positieve zin wijzigt: bij de beoordeling daarvan worden naast de<br />
primaire milieuplanologische aspecten (geluid, stof, e.d.) ook de<br />
indirecte uitstralingseffecten, zoals verkeer, gewogen met dien<br />
verstande dat aan de wijzigingsbevoegdheid geen toepassing wordt<br />
gegeven wanneer de bedrijfsvestiging leidt tot een aanmerkelijke<br />
toename van de verkeersdruk;<br />
b. geen uitbreiding van de aard en omvang van bestaande<br />
detailhandelsactiviteiten resp. geen nieuwvestiging van<br />
detailhandelsactiviteiten plaatsvindt;<br />
c. de oppervlakte van de bedrijfsbebouwing niet toeneemt;<br />
d. de wijziging van de bestemming niet tot gevolg heeft dat omliggende<br />
(agrarische) bedrijven onevenredig in hun bedrijfsvoering worden<br />
aangetast;<br />
e. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschaps- en<br />
natuurwaarden van het gebied.<br />
Lijst van bedrijfstypen<br />
7.11 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van het bepaalde in artikel<br />
3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de als Bijlage I van deze regels deel<br />
uitmakende Lijst van Bedrijfstypen wijzigen in die zin dat de categorie-indeling<br />
van bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de<br />
(mate van) milieubelasting van de desbetreffende typen van bedrijven daartoe<br />
aanleiding geeft.<br />
Boorlokatie<br />
7.12 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van het bepaalde in artikel<br />
3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming ‘Bedrijf’ ter plaatse van de<br />
aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf-2 (boorlokatie)’ te wijzigen in de<br />
bestemming ‘Agrarisch met waarden – Agrarische functie met natuur- en<br />
landschapswaarden’: het bepaalde in artikel 5 (‘Agrarisch met waarden –<br />
Agrarische functie met natuur- en landschapswaarden’) is van overeenkomstige<br />
toepassing.<br />
198<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 8<br />
Bedrijf – Gemaal<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
8.1 De voor ‘Bedrijf – Gemaal’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. een gemaal ten behoeve van de waterhuishouding resp. het<br />
reguleren van de waterstand;<br />
Met daaraan ondergeschikt:<br />
b. terreinen voor de opstelling van noodpompen en daarmee gelijk<br />
te stellen voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding<br />
resp. het reguleren van de waterstand;<br />
Met daarbij behorende:<br />
c. ontsluitingswegen, parkeerplaatsen en paden;<br />
d. groenvoorzieningen;<br />
e. waterlopen<br />
8.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor<br />
de bestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ is het bepaalde in artikel 21<br />
(‘Waterstaat – Waterkering’) primair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
8.3 Op deze gronden mogen, indien noodzakelijk voor en ten behoeve van<br />
de bestemming, uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. gebouwen;<br />
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />
met dien verstande dat de bedoelde gebouwen en bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde, uitsluitend binnen de op de plankaart aangegeven<br />
bouwvlakken mogen worden gebouwd.<br />
8.4 De hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag<br />
niet meer bedragen dan aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Gebouwen en bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde<br />
Gebouwen<br />
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten<br />
behoeve van de waterhuishouding resp. het<br />
reguleren van de waterstand<br />
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
Max. hoogte<br />
6 m<br />
10 m<br />
3 m<br />
Specifieke gebruiksregels<br />
8.5 Tot gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval gerekend:<br />
a. het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen en/of<br />
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de opslag van<br />
vuurwerk;<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 199
Artikel 9<br />
Bos<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
9.1 De voor ‘Bos’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. bos en bebossing;<br />
b. de instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan<br />
wel aan deze gronden eigen natuur- en landschapswaarden;<br />
c. extensief recreatief medegebruik voor zover de onder b. bedoelde<br />
waarden daardoor niet onevenredig worden of kunnen worden<br />
aangetast.<br />
9.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ is het bepaalde in artikel 21<br />
(‘Waterstaat – Waterkering’) primair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
9.3 Op deze gronden mogen, indien noodzakelijk voor en ten behoeve van de<br />
bestemming, uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />
9.4 De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen<br />
dan 1,5 meter.<br />
Aanlegvergunning<br />
9.5 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van<br />
burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en/of in de in<br />
onderstaande tabel aangeduide gronden de daarbij aangegeven werken en<br />
andere werkzaamheden uit te voeren, met uitzondering van het bepaalde in lid<br />
6:<br />
Bestemming / nadere aanduiding<br />
Andere werken en werkzaamheden¹<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />
Bos x x x x x x x x x x<br />
Waterkering x x x x x x x x x x<br />
Verklaring:<br />
X = aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
O = niet-aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
¹Andere werken en werkzaamheden:<br />
1. het aanleggen en verharden van wegen en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;<br />
2. het verlagen van de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden;<br />
3. het aanleggen en dempen van watergangen, sloten, weidegreppels en andere waterpartijen;<br />
4. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en<br />
de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;<br />
5. het vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van<br />
200<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
handelingen die de dood of ernstige beschadiging tot gevolg hebben of kunnen hebben, met<br />
uitzondering van het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen en het periodiek afzetten van<br />
hakhout;<br />
6. diepploegen, d.w.z. het extra diep omploegen van de gronden waarbij de kruidlaag volledig wordt<br />
omgeploegd (0,4 meter of meer diep);<br />
7. werken of werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of tot<br />
gevolg hebben, zoals uitdiepen of draineren;<br />
8. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder tevens begrepen het telen<br />
en kweken van bomen heesters (inclusief fruitbomen en boomgaarden);<br />
9. het (chemisch) scheuren van grasland, anders dan voor graslandverbetering;<br />
10. het onttrekken van grondwater, anders dan ten behoeve van de veedrenking.<br />
9.6 Het in lid 5 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en<br />
werkzaamheden die:<br />
a. het normale beheer of onderhoud betreffen;<br />
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop dit plan rechtskracht<br />
verkrijgt;<br />
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een daarvoor verleende<br />
(aanleg)vergunning;<br />
d. betrekking hebben op het aanbrengen van verhardingen ten behoeve<br />
van in- en/of uitritten, tot een oppervlakte van ten hoogste 10 m²;<br />
e. betrekking hebben op de aanleg van natuurvriendelijke oevers.<br />
9.7 De aanlegvergunning wordt slechts verleend indien:<br />
a. de werken en werkzaamheden, waarop de vergunning betrekking heeft,<br />
noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van de gronden<br />
overeenkomstig de bestemming;<br />
b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ruimtelijke kwaliteiten<br />
van het terrein;<br />
c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de<br />
waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en –<br />
kwantiteit;<br />
d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de cultuurhistorische –<br />
en/of archeologische waarden van het terrein;<br />
e. een afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder<br />
begrepen het agrarisch belang, tot uitkomst heeft dat een<br />
aanlegvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.<br />
9.8 Alvorens omtrent een aanvraag om aanlegvergunning te beslissen winnen<br />
burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de met betrekking tot het<br />
betreffende terrein meest aangewezen instantie, zoals het<br />
Hoogheemraadschap, de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en<br />
Monumenten.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 201
Wijzigingsbevoegdheid<br />
Agrarisch met waarden<br />
9.9 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op grond van het bepaalde in artikel<br />
3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming ‘Bos’ te wijzigen in de<br />
bestemming ‘Agrarisch met waarden – Agrarische functie met<br />
landschapswaarden’: het bepaalde in artikel 4 is van overeenkomstige<br />
toepassing.<br />
202<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 10<br />
Groen<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
10.1 De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur-, ecologische - en<br />
landschapswaarden;<br />
b. groenvoorzieningen;<br />
c. waterpartijen en waterlopen;<br />
d. extensieve recreatie;<br />
e. begrazing met vee ten behoeve van het beheer;<br />
f. wandel- en fietspaden;<br />
g. ruiterpaden en menroutes;<br />
h. nutsvoorzieningen;<br />
i ter plaatse van de aanduiding ‘ecologische verbindingszone’: een<br />
ecologische verbindingszone;<br />
j. ter plaatse van de aanduiding ‘parkeren’: parkeervoorzieningen;<br />
h. ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorische waarden’:<br />
cultuurhistorische waarden.<br />
10.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemmingen ‘Waterstaat – Waterberging’ en ‘Waterstaat – Waterkering’ is het<br />
bepaalde in artikel 21 (‘Waterstaat – Waterkering’) primair en het bepaalde in<br />
artikel 20 (‘Waterstaat – Waterberging’) secundair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
10.3 Op deze gronden mogen, indien noodzakelijk voor en ten behoeve van de<br />
bestemming, uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />
10.4 De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen<br />
dan aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
Terreinafscheidingen<br />
Lichtmasten<br />
Windmolens<br />
Van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
Max. hoogte<br />
1,5 m<br />
10 m<br />
6 m<br />
4 m<br />
Nadere eisen<br />
10.5 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de<br />
plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:<br />
a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;<br />
b. de verkeersveiligheid;<br />
c. de sociale veiligheid;<br />
d. de aansluiting aan structurele groenelementen en waterelementen;<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 203
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en<br />
bouwwerken.<br />
Aanlegvergunning<br />
10.6 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van<br />
burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en/of in de in<br />
onderstaande tabel aangeduide gronden de daarbij aangegeven andere werken<br />
en werkzaamheden uit te voeren, met uitzondering van het bepaalde in lid 7:<br />
Bestemming / nadere aanduiding<br />
Andere werken en werkzaamheden¹<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />
Groen, cultuurhistorische waarden x x x x x x x x x x<br />
Groen, ecologische verbindingszone x x x x x x x x x x<br />
Waterkering x x x x x x x x x x<br />
Verklaring:<br />
X = aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
O = niet-aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
¹Andere werken en werkzaamheden:<br />
1. het aanleggen en verharden van wegen en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;<br />
2. het verlagen van de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden;<br />
3. het aanleggen en dempen van watergangen, sloten, weidegreppels en andere waterpartijen;<br />
4. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en<br />
de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;<br />
5. het vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van<br />
handelingen die de dood of ernstige beschadiging tot gevolg hebben of kunnen hebben, met<br />
uitzondering van het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen en het periodiek afzetten van<br />
hakhout;<br />
6. diepploegen, d.w.z. het extra diep omploegen van de gronden waarbij de kruidlaag volledig wordt<br />
omgeploegd (0,4 meter of meer diep);<br />
7. werken of werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of tot<br />
gevolg hebben, zoals uitdiepen of draineren;<br />
8. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder tevens begrepen het telen<br />
en kweken van bomen heesters (inclusief fruitbomen en boomgaarden);<br />
9. het (chemisch) scheuren van grasland, anders dan voor graslandverbetering;<br />
10. het onttrekken van grondwater, anders dan ten behoeve van de veedrenking.<br />
10.7 Het in lid 6 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en<br />
werkzaamheden die:<br />
a. het normale beheer of onderhoud betreffen;<br />
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop dit plan rechtskracht<br />
verkrijgt;<br />
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een daarvoor verleende<br />
(aanleg)vergunning;<br />
204<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
d. betrekking hebben op het aanbrengen van verhardingen ten behoeve<br />
van in- en/of uitritten, tot een oppervlakte van ten hoogste 10 m²;<br />
e. betrekking hebben op de aanleg van natuurvriendelijke oevers.<br />
10.8 De aanlegvergunning wordt slechts verleend indien:<br />
a. de werken en werkzaamheden, waarop de vergunning betrekking heeft,<br />
noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van de gronden<br />
overeenkomstig de bestemming;<br />
b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ruimtelijke kwaliteiten<br />
van het terrein;<br />
c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de<br />
waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwaliteit en –<br />
kwantiteit;<br />
d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de cultuurhistorische –<br />
en/of archeologische waarden van het terrein;<br />
e. een afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder<br />
begrepen het agrarisch belang, tot uitkomst heeft dat een<br />
aanlegvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.<br />
10.9 Alvorens omtrent een aanvraag om aanlegvergunning te beslissen winnen<br />
burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de met betrekking tot het<br />
betreffende terrein meest aangewezen instantie, zoals het<br />
Hoogheemraadschap, de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en<br />
Monumenten.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 205
Artikel 11<br />
Horeca<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
11.1 De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en<br />
dranken;<br />
b. ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorisch waardevolle<br />
bebouwing’: de instandhouding van de ter plaatse voorkomende<br />
waardevolle bebouwingskenmerken en bebouwingselementen;<br />
Met daarbij behorende:<br />
c. ontsluitingswegen, parkeerplaatsen en paden;<br />
d. groenvoorzieningen;<br />
e. waterlopen.<br />
11.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ is het bepaalde in artikel 21<br />
(‘Waterstaat – Waterkering’) primair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
11.3 Op deze gronden mogen, indien noodzakelijk voor en ten behoeve van de<br />
bestemming, uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. gebouwen;<br />
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />
met dien verstande dat de bedoelde gebouwen en bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde, uitsluitend binnen de op de plankaart aangegeven<br />
bouwvlakken mogen worden gebouwd.<br />
11.4 Per bouwvlak mag ten hoogste één bedrijfswoning met de daarbij behorende<br />
bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met<br />
dien verstande dat de inhoud van een bedrijfswoning niet meer mag bedragen<br />
dan 600 m³.<br />
11.5 De hoogte resp. goothoogte van gebouwen resp. bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde, mag niet meer bedragen dan aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Gebouwen<br />
en Maximale Maximale<br />
bouwwerken, geen gebouwen zijnde goothoogte hoogte<br />
Hoofdgebouwen 6 m 8,5 m<br />
Bijgebouwen 3 m 4,5 m<br />
Vlaggenmasten<br />
6 m<br />
Erf- en perceelsafscheidingen binnen het<br />
2 m<br />
bouwvlak op ten minste 1 meter achter de<br />
voorgevelrooilijn<br />
Overige erf - of perceelsafscheidingen<br />
1 m<br />
Overige bouwwerken, geen gebouwen<br />
3 m<br />
zijnde<br />
206<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 12<br />
Maatschappelijk – Begraafplaats<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
12.1 De voor ‘Maatschappelijk – Begraafplaats’ aangewezen gronden zijn bestemd<br />
voor:<br />
a. een begraafplaats, strooivelden en urnbewaarplaatsen daaronder mede<br />
begrepen;<br />
Met daarbij behorende:<br />
b. nutsvoorzieningen;<br />
c. ontsluitingswegen, parkeerplaatsen en paden;<br />
d. groenvoorzieningen;<br />
e. waterlopen.<br />
12.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ is het bepaalde in artikel 21<br />
(‘Waterstaat – Waterkering’) primair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
12.3 Op deze gronden mogen, indien noodzakelijk voor en ten behoeve van de<br />
bestemming, uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. gebouwen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding<br />
‘bedrijfswoning niet toegestaan’ geen bedrijfswoning mag worden<br />
gebouwd;<br />
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />
met dien verstande dat de bedoelde gebouwen en bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde, uitsluitend binnen de op de plankaart aangegeven<br />
bouwvlakken mogen worden gebouwd.<br />
12.4 De goothoogte resp. hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde, mag niet meer bedragen dan aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Gebouwen en bouwwerken<br />
Maximale<br />
goothoogte<br />
Maximale<br />
hoogte<br />
Gebouwen 4,5 m 8 m<br />
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
4 m<br />
Erf- of perceelsafscheidingen binnen het<br />
bouwvlak<br />
3 m<br />
Overige erf- of perceelsafscheidingen<br />
1 m<br />
Specifieke gebruiksregels<br />
12.5 Tot gebruik, stijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:<br />
a. het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen voor bewoning;<br />
b. het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen en/of bouwwerken,<br />
geen gebouwen zijnde, voor de opslag van vuurwerk.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 207
Artikel 13<br />
Recreatie – Verblijfsrecreatie<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
13.1 De voor ‘Recreatie – Verblijfsrecreatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. verblijfsrecreatie in de vorm van plattelandslogies;<br />
Met daaraan ondergeschikt:<br />
b. hobbymatige agrarische activiteiten;<br />
Met de daarbij behorende:<br />
c. ontsluitingswegen, parkeerplaatsen en paden;<br />
d. groenvoorzieningen;<br />
e. waterlopen.<br />
13.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ is het bepaalde in artikel 21<br />
(‘Waterstaat – Waterkering’) primair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
13.3 Op deze gronden mogen, indien noodzakelijk voor en ten behoeve van de<br />
bestemming, uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. gebouwen;<br />
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />
met dien verstande dat de bedoelde gebouwen en bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde, uitsluitend binnen de op de plankaart aangegeven<br />
bouwvlakken mogen worden gebouwd.<br />
13.4 Per bouwvlak mag ten hoogste één bedrijfswoning met de daarbij behorende<br />
bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met<br />
dien verstande dat de inhoud van een bedrijfswoning niet meer mag bedragen<br />
dan 600 m³.<br />
13.5 De goothoogte resp. hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde, mag niet meer bedragen dan aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Gebouwen en bouwwerken, geen Maximale Maximale<br />
gebouwen zijnde<br />
goothoogte hoogte<br />
Bedrijfswoning 4,5 m 9 m<br />
Bijgebouwen 3 m 4,5 m<br />
Overige gebouwen 4 m 6 m<br />
Erf- of perceelsafscheidingen op ten<br />
2 m<br />
minste 1 meter achter voorgevelrooilijn,<br />
binnen het bouwvlak<br />
Overige erf- of perceelsafscheidingen<br />
1 m<br />
Overige bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde<br />
3 m<br />
208<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Specifieke gebruiksregels<br />
13.6 Tot gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:<br />
a. het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen, uitgezonderd de<br />
bedrijfswoning, voor permanente bewoning;<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 209
Artikel 14<br />
Verkeer<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
14.1 De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. wegen en straten;<br />
b. voet- en fietspaden;<br />
c. voorzieningen voor het openbaar vervoer;<br />
d. bermen;<br />
e. parkeer-, groen- en nutsvoorzieningen;<br />
f. waterlopen;<br />
g. voorzieningen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer.<br />
14.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ is het bepaalde in artikel 21<br />
(‘Waterstaat – Waterkering’) primair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
14.3 Op deze gronden mogen, indien noodzakelijk voor en ten behoeve van de<br />
bestemming, uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />
14.4 De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen<br />
dan aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
Max. hoogte<br />
Lichtmasten<br />
9 m<br />
Kunstobjecten<br />
6 m<br />
Vlaggenmasten<br />
6 m<br />
Geluidsschermen<br />
6 m<br />
Gebouwde nutsvoorzieningen<br />
5 m<br />
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.<br />
Nadere eisen<br />
14.5 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de<br />
plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:<br />
a. een samenhangend straatbeeld;<br />
b. de verkeersveiligheid;<br />
c. de sociale veiligheid;<br />
d. de aansluiting aan structurele groenelementen en waterelementen;<br />
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en<br />
bouwwerken.<br />
210<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 15<br />
Water<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
15.1 De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. water;<br />
b. waterberging;<br />
c. waterhuishouding;<br />
d. waterkering;<br />
e. waterlopen;<br />
f. water- en oeverrecreatie;<br />
g. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur-, ecologische en<br />
landschapswaarden;<br />
h. groenvoorzieningen;<br />
i. oeververbindingen, zoals bruggen, ten behoeve van het langzaam<br />
verkeer;<br />
j. aanlegsteigers;<br />
k. inlaatwerken.<br />
15.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemmingen ‘Leiding – Gas’, ‘Leiding – Water’, ‘Waterstaat – Waterberging’<br />
en ‘Waterstaat - Waterkering’, is het bepaalde in artikel 21 (‘Waterstaat –<br />
Waterkering’) primair van toepassing, secundair het bepaalde in artikel 20<br />
(‘Waterstaat – Waterberging’), tertiair het bepaalde in de artikelen 18 (‘Leiding –<br />
Gas’) en 19 (‘Leiding – Water’).<br />
Bouwregels<br />
15.3 Op deze gronden mogen, indien noodzakelijk voor en ten behoeve van de<br />
bestemming, uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />
15.4 De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen<br />
dan aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
Inlaatwerken<br />
Kunstwerken<br />
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
Maximale hoogte<br />
4 m<br />
5 m<br />
4 m<br />
15.5 Voor het bouwen van oeververbindingen geldt dat een doorvaarthoogte van ten<br />
minste 1,25 meter moet worden gerealiseerd c.q. gewaarborgd.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 211
Artikel 16<br />
Wonen<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
16.1 De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. wonen;<br />
Met daaraan ondergeschikt:<br />
b. de uitoefening van aan huis verbonden beroepen resp. kleinschalige<br />
bedrijfsmatige activiteiten;<br />
c. ter plaatse van de aanduiding ‘cultuurhistorisch waardevolle<br />
bebouwing’: het behoud, herstel en versterking van de<br />
cultuurhistorische waarde van de aanwezige bebouwing;<br />
Met de daarbij behorende:<br />
d. tuinen en erven;<br />
e. ontsluitingswegen, parkeerplaatsen en paden;<br />
f. groenvoorzieningen;<br />
g. waterlopen;<br />
h. nutsvoorzieningen.<br />
16.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemming ‘Waterstaat - Waterkering’, is het bepaalde in artikel 21<br />
(‘Waterstaat – Waterkering’) primair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
16.3 Op deze gronden mogen, indien noodzakelijk voor en ten behoeve van de<br />
bestemming, uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. hoofdgebouwen;<br />
b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;<br />
c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.<br />
16.4 Per bouwvlak mag ten hoogste één woning met daarbij behorende bijgebouwen<br />
en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, tenzij op de<br />
plankaart een ander aantal is aangegeven.<br />
16.5 De bebouwde oppervlakte mag per woning niet meer bedragen 150 m².<br />
16.6 De inhoud van een woning, aan- en uitbouwen en bijgebouwen daaronder<br />
mede begrepen, mag niet meer bedragen dan 600 m³.<br />
16.7 Bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd achter het verlengde van de<br />
naar de weg gekeerde voorgevel van de woning.<br />
16.8 De gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen mag per woning niet meer<br />
dan 50 m² bedragen.<br />
212<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
16.9 De afstand van een bijgebouw tot de woning mag niet meer bedragen dan 20<br />
meter.<br />
16.10 De goothoogte resp. hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde, mag niet meer bedragen dan aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Gebouwen en bouwwerken, geen Maximale Maximale<br />
gebouwen zijnde<br />
goothoogte hoogte<br />
Hoofdgebouwen (woningen) 4,5 m 9 m<br />
Bijgebouwen 3 m 4,5 m<br />
Erf- of perceelsafscheidingen op ten minste 1<br />
2 m<br />
meter achter de voorgevelrooilijn<br />
Overige erf- of perceelsafscheidingen<br />
1 m<br />
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
2,5 m<br />
Ontheffing van de bouwregels<br />
16.11 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het<br />
bepaalde in lid 6 voor van het realiseren van een maximale gezamenlijke<br />
inhoud van een woning, aan- en uitbouwen en bijgebouwen daaronder mede<br />
begrepen, van 750 m³, op voorwaarde dat:<br />
a. op het tijdstip van ter inzagelegging van het ontwerp van dit plan ter<br />
plaatse reeds meer dan 650 m³ aan woon- en erfbebouwing aanwezig<br />
was;<br />
b. de inhoud van het meerdere boven 650 m³ als genoemd onder a. met<br />
ten minste 50% wordt verminderd, zulks met inachtneming van het<br />
bepaalde onder c.;<br />
c. geen cultuurhistorisch waardevolle resp. karakteristieke bebouwing of<br />
monumenten worden gesloopt.<br />
16.12 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het<br />
bepaalde in lid 8:<br />
a. voor het bouwen van bijgebouwen tot een gezamenlijke oppervlakte<br />
van ten hoogste 75 m², op voorwaarde dat niet meer dan 50% van de<br />
oppervlakte van het bestemmingsvlak wordt bebouwd;<br />
b. voor het bouwen van bijgebouwen tot een gezamenlijke oppervlakte<br />
van meer dan 75 m², op voorwaarde dat:<br />
- ten minste 50% van de meerdere bebouwing wordt verwijderd;<br />
- de totale gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen niet<br />
meer dan 125 m² mag bedragen;<br />
c. voor het bouwen van bijgebouwen tot een gezamenlijke oppervlakte<br />
van meer dan 75 m² indien sprake is van een sanering van bestaande<br />
voormalige bedrijfsbebouwing en een (gedeeltelijke) herbouw van deze<br />
gebouwen in een zone direct aansluitend op de woning, op voorwaarde<br />
dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen niet meer dan 150<br />
m² mag bedragen.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 213
16.13 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het<br />
bepaalde in lid 10 voor het bouwen van bijgebouwen met een goothoogte van<br />
meer dan 3 meter, indien de helling van het dak van de bijbehorende woning<br />
wordt voortgezet of herhaald bij het bijgebouw.<br />
Specifieke gebruiksregels<br />
16.14 Tot gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:<br />
a. het gebruiken of laten gebruiken van gronden voor een paardenbak of<br />
buitenrijbaan.<br />
16.15 Onder gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt niet verstaan het gebruik<br />
van (gedeelten van) als kantoor- en/of praktijkruimte voor de uitoefening van<br />
aan huis verbonden beroepen of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot ten<br />
hoogste categorie 1 als bedoel in de van deze regels deel uitmakende Lijst van<br />
Bedrijfstypen, op voorwaarde dat:<br />
a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;<br />
b. het vloeroppervlak dat ten behoeve van de uitoefening van het aan huis<br />
verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit niet meer<br />
bedraagt dan 30% van het gezamenlijke bruto-vloeroppervlak van het<br />
hoofdgebouw en de erfbebouwing, tot een maximum van 45 m²;<br />
c. ten behoeve van het aan huis verbonden beroep en/of de kleinschalige<br />
bedrijfsmatige activiteit wordt voorzien in voldoende<br />
parkeergelegenheid op eigen terrein;<br />
d. er geen sprake is van een onevenredig verkeersaantrekkende werking;<br />
e. er geen horeca resp. detailhandel mag plaatsvinden, uitgezonderd een<br />
beperkte mate van verkoopactiviteiten ondergeschikt en gerelateerd<br />
aan de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;<br />
f. het aan huis verbonden beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige<br />
activiteit door de bewoner van de desbetreffende woning wordt<br />
uitgeoefend.<br />
Ontheffing van de gebruiksregels<br />
16.16 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het<br />
bepaalde in lid 15, sub b., tot een maximaal gezamenlijk bruto-vloeroppervlak<br />
van 65 m², op voorwaarde dat er geen sprake is van een onevenredige<br />
verkeersaantrekkende werking en het parkeren voor het aan huis verbonden<br />
beroep of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit op eigen terrein plaatsvindt.<br />
214<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 17<br />
Wonen – Molen<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
17.1 De voor ‘Wonen – Molen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:<br />
a. wonen in bewoonbare windmolens;<br />
Met daaraan ondergeschikt:<br />
b. behoud, versterking en/of herstel van de cultuurhistorische waarde van<br />
de aanwezige waarde;<br />
Met de daarbij behorende:<br />
c. tuinen en erven;<br />
d. ontsluitingswegen, parkeerplaatsen en paden;<br />
e groenvoorzieningen;<br />
f. waterlopen;<br />
g. nutsvoorzieningen.<br />
17.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemming ‘Waterstaat - Waterkering’, is het bepaalde in artikel 21<br />
(‘Waterstaat – Waterkering’) primair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
17.3 Op deze gronden mogen, indien noodzakelijk voor en ten behoeve van de<br />
bestemming, uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. hoofdgebouwen;<br />
b. bijgebouwen;<br />
c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;<br />
met dien verstande dat de bedoelde gebouwen en bouwwerken, geen<br />
gebouwen zijnde, uitsluitend binnen de op de plankaart aangegeven<br />
bouwwerken mogen worden gebouwd.<br />
17.4 De hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet<br />
meer bedragen dan aangegeven in onderstaande tabel:<br />
Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde<br />
Hoofdgebouwen<br />
Bijgebouwen<br />
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
Maximale hoogte<br />
16 m<br />
3 m<br />
10 m<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 215
216<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
§ 2.2 Dubbelbestemmingen<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 217
Artikel 18<br />
Leiding – Gas<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
18.1 De voor ‘Leiding – Gas’ aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de<br />
aanleg, instandhouding en onderhoud van een ondergrondse<br />
aardgastransportleiding, waarbij de volgende beschermings- resp.<br />
veiligheidszones van toepassing zijn:<br />
Leiding<br />
Aardgastransportleiding<br />
met nummer W-514-19 (8 inch)<br />
Aardgastransportleiding<br />
met nummer A-517 (30 inch)<br />
Aardgastransportleiding<br />
met nummer W-514-01 (12 inch)<br />
Beschermingszone Veiligheidszone<br />
4 m 20 m<br />
5 m 95 m<br />
4 m 30 m<br />
18.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemming ‘Waterstaat - Waterkering’, is het bepaalde in artikel 21<br />
(‘Waterstaat – Waterkering’) primair van toepassing.<br />
18.3 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemmingen ‘Agrarisch met waarden – Agrarische functie met<br />
landschapswaarden’, ‘Verkeer’ en ‘Water’ is het bepaalde in de artikelen 4<br />
(‘Agrarisch met waarden – Agrarische functie met landschapswaarden’), 14<br />
(‘Verkeer’) resp. 15 (‘Water’) secundair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
18.4 Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in lid 1<br />
genoemde bestemming, met een maximum hoogte van 5 meter;<br />
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in lid 2 en 3<br />
genoemde secundaire bestemmingen, overeenkomstig de bouwregels<br />
van de betreffende secundaire bestemmingen, voor zover de belangen<br />
van de leiding(en) dit gedogen en uitsluitend nadat hierover schriftelijk<br />
advies is ingewonnen bij de verantwoordelijke leidingbeheerder.<br />
Aanlegvergunning<br />
18.5 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van<br />
burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en/of in de in<br />
onderstaande tabel aangeduide gronden de daarbij aangegeven andere werken<br />
en werkzaamheden uit te voeren, met uitzondering van het bepaalde in lid 6:<br />
218<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Bestemming /<br />
aanduiding<br />
Andere werken en werkzaamheden 1<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11<br />
Leiding - Gas X X X X X X X X X X X<br />
Verklaring:<br />
X = aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
O = niet-aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
1 Andere werken en werkzaamheden:<br />
1. het aanleggen en verharden van wegen en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;<br />
2. het verlagen van de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden;<br />
3. het aanleggen en dempen van watergangen, sloten, weidegreppels en andere<br />
waterpartijen;<br />
4. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- en<br />
telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en<br />
apparatuur;<br />
5. het vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van<br />
handelingen die de dood of ernstige beschadiging tot gevolg hebben of kunnen hebben,<br />
met uitzondering van het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen en het periodiek<br />
afzetten van hakhout;<br />
6. diepploegen, d.w.z. het extra diep omploegen van de gronden waarbij de kruidlaag volledig<br />
wordt omgeploegd (0,4 meter of meer diep);<br />
7. werken of werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of<br />
tot gevolg hebben, zoals uitdiepen of draineren;<br />
8. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder tevens begrepen het<br />
telen en kweken van bomen heesters (inclusief fruitbomen en boomgaarden);<br />
9. het (chemisch) scheuren van grasland, anders dan voor graslandverbetering;<br />
10. het onttrekken van grondwater, anders dan ten behoeve van de veedrenking;<br />
11. het indrijven van voorwerpen in de bodem.<br />
18.6 Het in lid 5 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en<br />
werkzaamheden die:<br />
a. het normale beheer of onderhoud betreffen;<br />
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop dit plan rechtskracht<br />
verkrijgt;<br />
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een daarvoor verleende<br />
(aanleg)vergunning;<br />
d. betrekking hebben op het aanbrengen van verhardingen ten behoeve<br />
van in- en/of uitritten, tot een oppervlakte van ten hoogste 10 m²;<br />
e. betrekking hebben op de aanleg van natuurvriendelijke oevers.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 219
18.7 De aanlegvergunning wordt slechts verleend indien:<br />
a. de werken en werkzaamheden, waarop de vergunning betrekking heeft,<br />
noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van de gronden<br />
overeenkomstig de bestemming;<br />
b. door de uitvoering van de werken en werkzaamheden, waarop de<br />
vergunning betrekking heeft, de belangen van de<br />
aardgastransportleidingen niet in onevenredige mate worden geschaad;<br />
c. een afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder<br />
begrepen het agrarisch belang, tot uitkomst heeft dat een<br />
aanlegvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.<br />
18.8 Alvorens omtrent een aanvraag om aanlegvergunning te beslissen winnen<br />
burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de verantwoordelijke<br />
leidingbeheerder.<br />
220<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 19<br />
Leiding – Water<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
19.1 De voor ‘Leiding – Water’ aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de<br />
aanleg, instandhouding en onderhoud van een ondergrondse<br />
watertransportleiding.<br />
19.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemming ‘Waterstaat - Waterkering’, is het bepaalde in artikel 21<br />
(‘Waterstaat – Waterkering’) primair van toepassing.<br />
19.3 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemmingen ‘Agrarisch met waarden – Agrarische functie met<br />
landschapswaarden’, ‘Verkeer’ en ‘Water’ is het bepaalde in de artikelen 4<br />
(‘Agrarisch met waarden – Agrarische functie met landschapswaarden’), 14<br />
(‘Verkeer’) resp. 15 (‘Water’) secundair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
19.4 Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in lid 1<br />
genoemde bestemming, met een hoogte van maximaal 5 meter;<br />
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in lid 2 en 3<br />
genoemde secundaire bestemmingen, overeenkomstig de bouwregels<br />
van de betreffende secundaire bestemmingen, voor zover de belangen<br />
van de leiding(en) dit gedogen en uitsluitend nadat hierover schriftelijk<br />
advies is ingewonnen bij de verantwoordelijke leidingbeheerder.<br />
Aanlegvergunning<br />
19.5 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van<br />
burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en/of in de in<br />
onderstaande tabel aangeduide gronden de daarbij aangegeven andere werken<br />
en werkzaamheden uit te voeren, met uitzondering van het bepaalde in lid 6:<br />
Bestemming / nadere aanduiding<br />
Andere werken en werkzaamheden¹<br />
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />
Leiding - Water x x x x x x x x x x<br />
Verklaring:<br />
X = aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
O = niet-aanlegvergunningplichtige activiteit<br />
¹Andere werken en werkzaamheden:<br />
1. het aanleggen en verharden van wegen en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;<br />
2. het verlagen van de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden;<br />
3. het aanleggen en dempen van watergangen, sloten, weidegreppels en andere waterpartijen;<br />
4. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 221
de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;<br />
5. het vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van<br />
handelingen die de dood of ernstige beschadiging tot gevolg hebben of kunnen hebben, met<br />
uitzondering van het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen en het periodiek afzetten van<br />
hakhout;<br />
6. diepploegen, d.w.z. het extra diep omploegen van de gronden waarbij de kruidlaag volledig wordt<br />
omgeploegd (0,4 meter of meer diep);<br />
7. werken of werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of tot<br />
gevolg hebben, zoals uitdiepen of draineren;<br />
8. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder tevens begrepen het telen<br />
en kweken van bomen heesters (inclusief fruitbomen en boomgaarden);<br />
9. het (chemisch) scheuren van grasland, anders dan voor graslandverbetering;<br />
10. het onttrekken van grondwater, anders dan ten behoeve van de veedrenking.<br />
19.6 Het in lid 5 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en<br />
werkzaamheden die:<br />
a. het normale beheer of onderhoud betreffen;<br />
b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop dit plan rechtskracht<br />
verkrijgt;<br />
c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een daarvoor verleende<br />
(aanleg)vergunning;<br />
d. betrekking hebben op het aanbrengen van verhardingen ten behoeve<br />
van in- en/of uitritten, tot een oppervlakte van ten hoogste 10 m²;<br />
e. betrekking hebben op de aanleg van natuurvriendelijke oevers.<br />
19.7 De aanlegvergunning wordt slechts verleend indien:<br />
a. de werken en werkzaamheden, waarop de vergunning betrekking heeft,<br />
noodzakelijk zijn voor een doelmatig gebruik van de gronden<br />
overeenkomstig de bestemming;<br />
b. door de uitvoering van de werken en werkzaamheden, waarop de<br />
vergunning betrekking heeft, de belangen van de<br />
watertransportleidingen niet in onevenredige mate worden geschaad;<br />
c. een afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder<br />
begrepen het agrarisch belang, tot uitkomst heeft dat een<br />
aanlegvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.<br />
19.8 Alvorens omtrent een aanvraag om aanlegvergunning te beslissen winnen<br />
burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de verantwoordelijke<br />
leidingbeheerder.<br />
222<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 20<br />
Waterstaat – Waterberging<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
20.1 De voor ‘Waterstaat – Waterberging’ aangewezen gronden zijn primair bestemd<br />
voor:<br />
a. de berging van water;<br />
b. voorzieningen voor de waterhuishouding;<br />
20.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemmingen ‘Groen’ en ‘Water’, is het bepaalde in de artikelen 10 (‘Groen’)<br />
en 15 (‘Water’) secundair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
20.3 Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in lid 1<br />
genoemde bestemming, met een hoogte van maximaal 5 meter;<br />
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in lid 2<br />
genoemde secundaire bestemmingen, overeenkomstig de bouwregels<br />
van de betreffende secundaire bestemmingen, voor zover de belangen<br />
van de waterberging dit gedogen en uitsluitend nadat hierover<br />
schriftelijk advies is ingewonnen bij de verantwoordelijke<br />
waterbeheerder.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 223
Artikel 21<br />
Waterstaat – Waterkering<br />
Bestemmingsomschrijving<br />
21.1 De voor ‘Waterstaat – Waterkering’ aangewezen gronden zijn primair bestemd<br />
voor:<br />
a. de waterkering;<br />
b. voorzieningen voor de waterhuishouding;<br />
21.2 Voor zover de in lid 1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de<br />
bestemmingen:<br />
- ‘Agrarisch met waarden – Agrarische functie met landschapswaarden’;<br />
- ‘Agrarisch – Paardenhouderij’;<br />
- ‘Bedrijf’;<br />
- ‘Bedrijf – Gemaal;<br />
- ‘Bos’;<br />
- ‘Groen’;<br />
- ‘Horeca’;<br />
- ‘Maatschappelijk – Begraafplaats’;<br />
- ‘Recreatie – Verblijfsrecreatie’;<br />
- ‘Water’;<br />
- ‘Wonen’;<br />
- ‘Wonen – Molen’;<br />
- ‘Leiding – Gas’;<br />
- ‘Leiding – Water’;<br />
is het bepaalde in de artikelen 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 15, 16, 17, 18 en<br />
19 secundair van toepassing.<br />
Bouwregels<br />
21.3 Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:<br />
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in lid 1<br />
genoemde bestemming, met een hoogte van maximaal 5 meter;<br />
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in lid 2<br />
genoemde secundaire bestemmingen, overeenkomstig de bouwregels<br />
van de betreffende secundaire bestemmingen, voor zover de belangen<br />
van de waterkering dit gedogen en uitsluitend nadat hierover schriftelijk<br />
advies is ingewonnen bij de verantwoordelijke waterbeheerder c.q.<br />
beheerder van de waterkering.<br />
224<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Hoofdstuk 3<br />
Algemene regels<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 225
Artikel 22<br />
Anti-dubbeltelregel<br />
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een<br />
bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft<br />
bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.<br />
226<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 23<br />
Algemene bouwregels<br />
Bestaande maten<br />
23.1 De bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer<br />
bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste<br />
toelaatbaar worden aangehouden.<br />
23.2 De bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder<br />
bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste<br />
toelaatbaar worden aangehouden.<br />
23.3 In geval van herbouw is het bepaalde in lid 1 en 2 uitsluitend van toepassing,<br />
indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 227
Artikel 24<br />
Algemene gebruiksregels<br />
Tot gebruik, strijdig met de bestemmingen c.a. van de in het plan begrepen<br />
gronden, wordt in ieder geval gerekend:<br />
a. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor<br />
de opslag van caravans en/of boten, machines en ander (al dan niet<br />
afgedankt) materieel, dat geen verband houdt met de aan de gronden<br />
toegekende bestemming;<br />
b. het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stort- en/of<br />
opslagplaats van grond en/of afval;<br />
c. het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande bijgebouwen voor<br />
bewoning;<br />
d. het gebruiken of laten gebruiken van gebouwen voor een seksinrichting;<br />
228<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 25<br />
Algemene aanduidingsregels<br />
Vrijwaringszone – Molenbiotoop<br />
25.1 Binnen de beschermingszone van 100 meter vanaf de bijbehorende molens<br />
mag geen bebouwing of beplanting, die hoger is dan de onderste punt van de<br />
verticaal staande molenwiek, worden opgericht.<br />
25.2 Binnen de beschermingszone van tussen de 100 meter en 400 meter vanaf de<br />
bijbehorende molens mag geen bebouwing of beplanting, die hoger is dan<br />
1/100 deel van de afstand tussen het bouwwerk resp. de beplanting worden<br />
opgericht, gerekend vanaf de onderste punt van de van de verticaal staande<br />
wiek.<br />
25.3 De in lid 1 en 2 vervatte beperking is niet van toepassing op situaties waarin de<br />
vrije windvang en/of het zicht op de molen reeds beperkt zijn door bestaande<br />
bebouwing, mits de vrije windvang en het zicht op de molens niet verder wordt<br />
beperkt.<br />
Vrijwaringszone – Straalpad<br />
25.4 Voor zover gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die zijn<br />
toegestaan op grond van de bestemmingsregels, zijn gelegen binnen het op de<br />
plankaart als zodanig aangegeven straalpad, mag de hoogte van de betreffende<br />
gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan de<br />
op de plankaart aangegeven hoogte.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 229
Artikel 26<br />
Algemene ontheffingsregels<br />
26.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van de regels<br />
van het plan voor:<br />
a. het bouwen en gebruiken van niet voor bewoning bestemde<br />
bouwwerken van openbaar nut, mits de inhoud per bouwwerk niet meer<br />
bedraagt dan 60 m³ en mits het bouwen van deze bouwwerken niet leidt<br />
tot aantasting van een molenbiotoop;<br />
b. het bouwen van bruggen, viaducten en duikers en daarmee<br />
vergelijkbare bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een hoogte van<br />
maximaal 15 meter, mits het bouwen van deze bouwwerken niet leidt<br />
tot aantasting van een molenbiotoop;<br />
c. de overschrijding van bouwgrenzen, indien een meetverschil daartoe<br />
aanleiding geeft;<br />
d. het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van<br />
gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen zoals<br />
schoorstenen, luchtkokers en lichtkappen, mits:<br />
1. de oppervlakte van de plaatselijke verhogingen niet meer dan 8<br />
m² bedraagt;<br />
2. de totale hoogte niet meer dan 1,25 maal de maximaal<br />
toegelaten (bouw)hoogte van het desbetreffende gebouw<br />
betreft;<br />
3. het bouwen van de plaatselijke verhogingen niet leidt tot<br />
aantasting van een molenbiotoop;<br />
e. het afwijken van bij recht gegeven maten, afmetingen, percentages tot<br />
niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits de<br />
afwijking niet leidt tot aantasting van een molenbiotoop;<br />
f. het in beperkte mate aanpassen van het beloop of profiel van wegen of<br />
van de aansluiting van wegen onderling, indien de verkeersveiligheid<br />
en/of verkeersintensiteit daartoe aanleiding geven.<br />
26.2 Ontheffing als bedoeld in lid 1 wordt slechts verleend, indien daarmee geen<br />
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:<br />
a. het straat- en bebouwingsbeeld;<br />
b. de woonsituatie;<br />
c. de milieusituatie;<br />
d. de verkeersveiligheid;<br />
e. de sociale veiligheid;<br />
f. de aansluiting aan structurele groenelementen en waterelementen;<br />
g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.<br />
230<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 27<br />
Algemene wijzigingsregels<br />
Burgemeester en wethouders zijn op grond van het bepaalde in artikel 3.6 van<br />
de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de<br />
situering en/of begrenzing van op de plankaart aangegeven bouwvlakken en/of<br />
bestemmingsvlakken wordt gewijzigd, mits:<br />
a. de oppervlakte van elk bouwvlak en bestemmingsvlak met niet meer<br />
dan 5% wordt vergroot of verkleind;<br />
b. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer, spoorwegverkeer en/of<br />
industrielawaai op de gevel van geluidgevoelige gebouwen en op de<br />
grens van geluidvoelige terreinen niet hoger zal zijn dan de daarvoor<br />
geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere<br />
grenswaarde;<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 231
Artikel 28<br />
Algemene procedureregels<br />
Procedure ontheffing op grond van artikel 3.6, lid 1, sub c, Wro<br />
28.1 Op de voorbereiding van een besluit tot het verlenen van ontheffing van de<br />
regels van dit plan als bedoel in artikel 3.6, eerste lid, onder c., van de Wet<br />
ruimtelijke ordening, is het bepaalde in Afdeling 3.4 van de Algemene wet<br />
bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.<br />
Samenloop aanvraag bouwvergunning en ontheffing<br />
28.2 Wanneer een ontheffing als bedoeld in lid 1 wordt verleend naar aanleiding van<br />
of in combinatie met een aanvraag om bouwvergunning voor een bouwplan, dat<br />
in strijd is met de regels van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit op<br />
de aanvraag om bouwvergunning eveneens het bepaalde in Afdeling 3.4 van de<br />
Algemene wet bestuursrecht van toepassing.<br />
232<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Hoofdstuk 4<br />
Overgangs- en slotregels<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 233
Artikel 29<br />
Overgangsrecht<br />
Overgangsrecht bouwwerken<br />
29.1 Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het<br />
bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden<br />
krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze<br />
afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:<br />
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;<br />
b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden<br />
vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning<br />
wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is<br />
teniet gegaan.<br />
29.2 Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het<br />
eerste lid voor het vergroten van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met<br />
maximaal 10%.<br />
29.3 Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op<br />
het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder<br />
vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de<br />
overgangsbepalingen van dat plan.<br />
Overgangsrecht gebruik<br />
29.4 Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van<br />
inwerkingtreding van het bestemmingsplanplan en hiermee in strijd is, mag<br />
worden voortgezet.<br />
29.5 Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het<br />
vierde lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan<br />
strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang<br />
wordt verkleind.<br />
29.6 Indien het gebruik, bedoeld in het vierde lid, na het tijdstip van inwerkingtreding<br />
van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het<br />
verboden dit gebruik daarna te hervatten of het laten hervatten.<br />
29.7 Het vierde lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met<br />
het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de<br />
overgangsbepalingen van dat plan.<br />
234<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Artikel 30<br />
Slotregel<br />
Deze regels worden aangehaald als: “Regels van het bestemmingsplan Nieuwe<br />
Driemanspolder 2009”.<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 235
236<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Bijlage I: Lijst van Bedrijfstypen<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 237
238<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Richtafstandenlijsten LIJST 1 – ACTIVITEITEN definitief 29-12-2006<br />
SBI-CODE OMSCHRIJVING<br />
AFSTANDEN<br />
IN METERS INDICES<br />
-<br />
nummer<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
VISUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT<br />
01 - LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW<br />
0111, 0113 Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) 10 10 30 C 10 30 2 1 G 1 B L<br />
0112 0 Tuinbouw:<br />
0112 1 - bedrijfsgebouwen 10 10 30 C 10 30 2 1 G 1 B L<br />
0112 2 - kassen zonder verwarming 10 10 30 C 10 30 2 1 G 1 B L<br />
0112 3 - kassen met gasverwarming 10 10 30 C 10 30 2 1 G 1 B L<br />
0112 4 - champignonkwekerijen (algemeen) 30 10 30 C 10 30 2 1 G 1 B<br />
0112 5 - champignonkwekerijen met mestfermentatie 100 10 30 C 10 100 3.2 1 G 1 B<br />
0112 6 - bloembollendroog- en prepareerbedrijven 30 10 30 C 10 30 2 1 G 1 B<br />
0112 7 - witlofkwekerijen (algemeen) 30 10 30 C 10 30 2 1 G<br />
0121 Fokken en houden van rundvee 100 30 30 C 0 100 3.2 1 G 1<br />
0122 0 Fokken en houden van overige graasdieren:<br />
0122 1 - paardenfokkerijen 50 30 30 C 0 50 3.1 1 G 1<br />
0122 2 - overige graasdieren 50 30 30 C 0 50 3.1 1 G 1<br />
0123 Fokken en houden van varkens 200 30 50 C 0 200 D 4.1 1 G 1<br />
0124 0 Fokken en houden van pluimvee:<br />
0124 1 - legkippen 200 30 50 C 0 200 D 4.1 1 G 1<br />
0124 2 - opfokkippen en mestkuikens 200 30 50 C 0 200 4.1 1 G 1<br />
0124 3 - eenden en ganzen 200 50 50 C 0 200 4.1 1 G 1<br />
0124 4 - overig pluimvee 100 30 50 C 0 100 D 3.2 1 G 1<br />
0125 0 Fokken en houden van overige dieren:<br />
0125 1 - nertsen en vossen 200 30 30 C 0 200 4.1 1 G 1<br />
0125 2 - konijnen 100 30 30 C 0 100 3.2 1 G 1<br />
0125 3 - huisdieren 30 0 50 C 10 50 3.1 1 G 1<br />
0125 4 - maden, wormen e.d. 100 0 30 C 10 100 3.2 1 G 1
0125 5 - bijen 10 0 30 C 10 30 2 1 G 1<br />
0125 6 - overige dieren 30 10 30 C 0 30 D 2 1 G 1<br />
014 0 Dienstverlening t.b.v. de landbouw:<br />
014 1 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² 30 10 50 10 50 D 3.1 2 G 1<br />
014 2 - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. 500 m² 30 10 50 10 50 3.1 2 G 1<br />
014 4 - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. = 10.000.000 N m3/d 50 0 700 C Z 200 R 700 5.2 1 G 1 B<br />
14 -<br />
14 - WINNING VAN ZAND, GRIND, KLEI, ZOUT, E.D.<br />
1421 0 Steen-, grit- en krijtmalerijen (open lucht):<br />
1421 1 - algemeen 10 100 200 10 200 D 4.1 2 G 1<br />
1421 2 - steenbrekerijen 10 200 700 Z 10 700 5.2 2 G 2<br />
144 Zoutwinningbedrijven 50 10 100 C 30 100 3.2 2 G 1 B<br />
145 Mergel- en overige delfstoffenwinningbedrijven 10 200 500 C 50 500 5.1 3 G 3<br />
15 -<br />
15 - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN<br />
240<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
151 0 Slachterijen en overige vleesverwerking:<br />
151 1 - slachterijen en pluimveeslachterijen 100 0 100 C 50 R 100 D 3.2 2 G 1<br />
151 2 - vetsmelterijen 700 0 100 C 30 700 5.2 2 G 2<br />
151 3 - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 300 0 100 C 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
151 4 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² 100 0 100 C 50 R 100 3.2 2 G 2<br />
151 5 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. = 250.000 t/j 200 10 300 C Z 50 R 300 4.2 3 G 3 B<br />
1551 0 Zuivelprodukten fabrieken:<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 241
1551 1 - gedroogde produkten, p.c. >= 1,5 t/u 200 100 500 C Z 50 R 500 5.1 3 G 2<br />
1551 2 - geconcentreerde produkten, verdamp. cap. >=20 t/u 200 30 500 C Z 50 R 500 5.1 3 G 2<br />
1551 3 - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j 50 0 100 C 50 R 100 3.2 2 G 1<br />
1551 4 - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j 100 0 300 C Z 50 R 300 4.2 3 G 2<br />
1551 5 - overige zuivelprodukten fabrieken 50 50 300 C 50 R 300 4.2 3 G 2<br />
1552 1 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² 50 0 100 C 50 R 100 3.2 2 G 2<br />
1552 2 - consumptie-ijsfabrieken: p.o. = 500 t/u 200 100 300 C Z 100 R 300 4.2 2 G 2<br />
1561 2 - p.c. < 500 t/u 100 50 200 C 50 R 200 4.1 2 G 2<br />
1561 Grutterswarenfabrieken 50 100 200 C 50 200 D 4.1 2 G 2<br />
1562 0 Zetmeelfabrieken:<br />
1562 1 - p.c. < 10 t/u 200 50 200 C 30 R 200 4.1 1 G 2<br />
1562 2 - p.c. >= 10 t/u 300 100 300 C Z 50 R 300 4.2 2 G 3<br />
1571 0 Veevoerfabrieken:<br />
1571 1 - destructiebedrijven 700 30 200 C 50 700 D 5.2 3 G 3<br />
1571 2 - beender-, veren-, vis-, en vleesmeelfabriek 700 100 100 C 30 R 700 D 5.2 3 G 3<br />
1571 3<br />
- drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u<br />
water 300 100 200 C 30 300 4.2 2 G 2<br />
1571 4<br />
- drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. >= 10 t/u<br />
water 700 200 300 C Z 50 700 5.2 3 G 3<br />
1571 5 - mengvoeder, p.c. < 100 t/u 200 50 200 C 30 200 4.1 3 G 3<br />
1571 6 - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u 300 100 300 C Z 50 R 300 4.2 3 G 3<br />
1572 Vervaardiging van voer voor huisdieren 200 100 200 C 30 200 4.1 2 G 2<br />
1581 0 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:<br />
1581 1 - v.c. < 2500 kg meel/week 30 10 30 C 10 30 2 1 G 1<br />
1581 2 - v.c. >= 2500 kg meel/week 100 30 100 C 30 100 3.2 2 G 2<br />
1582 Banket, biscuit- en koekfabrieken 100 10 100 C 30 100 3.2 2 G 2<br />
1583 0 Suikerfabrieken:<br />
1583 1 - v.c. < 2.500 t/j 500 100 300 C 100 R 500 5.1 2 G 2 B<br />
1583 2 - v.c. >= 2.500 t/j 1000 200 700 C Z 200 R 1000 5.3 3 G 3 B<br />
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en<br />
1584 0 suikerwerk:<br />
1584 1 - Cacao- en chocoladefabrieken: p.o. > 2.000 m² 500 50 100 50 R 500 5.1 2 G 3<br />
- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van<br />
1584 2 chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² 100 30 50 30 100 3.2 2 G 2<br />
242<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
1584 3<br />
- cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van<br />
chocoladewerken met p.o. 200 m² 100 30 50 30 R 100 3.2 2 G 2<br />
1584 6 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. = 5.000 t/j 300 50 300 C 50 R 300 4.2 2 G 3 B<br />
1593 t/m 1595 Vervaardiging van wijn, cider e.d. 10 0 30 C 0 30 2 1 G 1<br />
1596 Bierbrouwerijen 300 30 100 C 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
1597 Mouterijen 300 50 100 C 30 300 4.2 2 G 2<br />
1598 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 10 0 100 50 R 100 3.2 3 G 2<br />
16 -<br />
16 - VERWERKING VAN TABAK<br />
160 Tabakverwerkende industrie 200 30 50 C 30 200 4.1 2 G 1<br />
17 -<br />
17 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL<br />
171 Bewerken en spinnen van textielvezels 10 50 100 30 100 3.2 2 G 1<br />
172 0 Weven van textiel:<br />
172 1 - aantal weefgetouwen < 50 10 10 100 0 100 3.2 2 G 1<br />
172 2 - aantal weefgetouwen >= 50 10 30 300 Z 50 300 4.2 3 G 2<br />
173 Textielveredelingsbedrijven 50 0 50 10 50 3.1 2 G 2 B<br />
174, 175 Vervaardiging van textielwaren 10 0 50 10 50 3.1 1 G 1<br />
1751 Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 100 30 200 10 200 4.1 2 G 2 B L<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 243
176, 177 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 0 10 50 10 50 3.1 1 G 2<br />
18 -<br />
18 -<br />
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN<br />
BONT<br />
181 Vervaardiging kleding van leer 30 0 50 0 50 3.1 1 G 1<br />
182 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) 10 10 30 10 30 2 2 G 2<br />
183 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 10 10 10 50 3.1 1 G 1 B L<br />
19 -<br />
19 -<br />
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL.<br />
KLEDING)<br />
191 Lederfabrieken 300 30 100 10 300 4.2 2 G 2 B L<br />
192 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 50 10 30 10 50 D 3.1 2 G 2<br />
193 Schoenenfabrieken 50 10 50 10 50 3.1 2 G 1<br />
20 -<br />
20 -<br />
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN<br />
HOUT, RIET, KURK E.D.<br />
2010.1 Houtzagerijen 0 50 100 50 R 100 3.2 2 G 2<br />
2010.2 0 Houtconserveringsbedrijven:<br />
2010.2 1 - met creosootolie 200 30 50 10 200 4.1 2 G 2 B L<br />
2010.2 2 - met zoutoplossingen 10 30 50 10 50 3.1 2 G 1 B<br />
202 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 30 100 10 100 3.2 3 G 2 B<br />
203, 204, 205 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 0 30 100 0 100 3.2 2 G 2<br />
203, 204, 205 1<br />
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout,<br />
p.o. < 200 m2 0 30 50 0 50 3.1 1 G 1<br />
205 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken 10 10 30 0 30 2 1 G 1<br />
21 -<br />
21 -<br />
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN<br />
KARTONWAREN<br />
2111 Vervaardiging van pulp 200 100 200 C 50 R 200 4.1 3 G 2<br />
2112 0 Papier- en kartonfabrieken:<br />
2112 1 - p.c. < 3 t/u 50 30 50 C 30 R 50 3.1 1 G 2<br />
2112 2 - p.c. 3 - 15 t/u 100 50 200 C Z 50 R 200 4.1 2 G 2<br />
2112 3 - p.c. >= 15 t/u 200 100 300 C Z 100 R 300 4.2 3 G 2<br />
212 Papier- en kartonwarenfabrieken 30 30 100 C 30 R 100 3.2 2 G 2<br />
2121.2 0 Golfkartonfabrieken:<br />
2121.2 1 - p.c. < 3 t/u 30 30 100 C 30 R 100 3.2 2 G 2<br />
2121.2 2 - p.c. >= 3 t/u 50 30 200 C Z 30 R 200 4.1 2 G 2<br />
22 -<br />
244<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
22 -<br />
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN<br />
OPGENOMEN MEDIA<br />
221 Uitgeverijen (kantoren) 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
2221 Drukkerijen van dagbladen 30 0 100 C 10 100 3.2 3 G 2 B L<br />
2222 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 30 0 100 10 100 3.2 3 G 2 B<br />
2222.6 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 10 0 30 0 30 2 1 P 1 B<br />
2223 A Grafische afwerking 0 0 10 0 10 1 1 G 1<br />
2223 B Binderijen 30 0 30 0 30 2 2 G 1<br />
2224 Grafische reproduktie en zetten 30 0 10 10 30 2 2 G 1 B<br />
2225 Overige grafische aktiviteiten 30 0 30 10 30 D 2 2 G 1 B<br />
223 Reproduktiebedrijven opgenomen media 0 0 10 0 10 1 1 G 1<br />
23 -<br />
23 -<br />
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-<br />
/KWEEKSTOFFEN<br />
231 Cokesfabrieken 1000 700 1000 C Z 100 R 1000 5.3 2 G 3 B L<br />
2320.1 Aardolieraffinaderijen 1500 100 1500 C Z 1500 R 1500 6 3 G 3 B L<br />
2320.2 A Smeeroliën- en vettenfabrieken 50 0 100 30 R 100 3.2 2 G 2 B L<br />
2320.2 B Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie 300 0 100 50 R 300 4.2 2 G 2 B L<br />
2320.2 C Aardolieproduktenfabrieken n.e.g. 300 0 200 50 R 300 D 4.2 2 G 2 B L<br />
233 Splijt- en kweekstoffenbewerkingsbedrijven 10 10 100 1500 1500 D 6 1 G 2 B<br />
24 -<br />
24 - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN<br />
2411 0 Vervaardiging van industriële gassen:<br />
2411 1 - luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht 10 0 700 C Z 100 R 700 5.2 3 G 3<br />
2411 2 - overige gassenfabrieken, niet explosief 100 0 500 C 100 R 500 5.1 3 G 3 L<br />
2411 3 - overige gassenfabrieken, explosief 100 0 500 C 300 R 500 5.1 3 G 3 L<br />
2412 Kleur- en verfstoffenfabrieken 200 0 200 C 200 R 200 D 4.1 3 G 3 B L<br />
2413 0 Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:<br />
2413 1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 100 30 300 C 300 R 300 D 4.2 2 G 3 B L<br />
2413 2 - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 300 50 500 C 700 R 700 D 5.2 3 G 3 B L<br />
2414.1 A0 Organ. chemische grondstoffenfabrieken:<br />
2414.1 A1 - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 300 10 200 C 300 R 300 D 4.2 2 G 3 B L<br />
2414.1 A2 - vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 1000 30 500 C 700 R 1000 D 5.3 2 G 2 B L<br />
2414.1 B0 Methanolfabrieken:<br />
2414.1 B1 - p.c. < 100.000 t/j 100 0 200 C 100 R 200 4.1 2 G 2 B<br />
2414.1 B2 - p.c. >= 100.000 t/j 200 0 300 C Z 200 R 300 4.2 3 G 3 B<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 245
2414.2 0 Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):<br />
2414.2 1 - p.c. < 50.000 t/j 300 0 200 C 100 R 300 4.2 2 G 2 B L<br />
2414.2 2 - p.c. >= 50.000 t/j 500 0 300 C Z 200 R 500 5.1 3 G 3 B L<br />
2415 Kunstmeststoffenfabrieken 500 300 500 C 500 R 500 5.1 3 G 3 B L<br />
2416 Kunstharsenfabrieken e.d. 700 30 300 C 500 R 700 5.2 3 G 3 B L<br />
242 0 Landbouwchemicaliënfabrieken:<br />
242 1 - fabricage 300 50 100 C 1000 R 1000 5.3 3 G 3 B L<br />
242 2 - formulering en afvullen 100 10 30 C 500 R 500 D 5.1 2 G 2 B<br />
243 Verf, lak en vernisfabrieken 300 30 200 C 300 R 300 D 4.2 3 G 2 B L<br />
2441 0 Farmaceutische grondstoffenfabrieken:<br />
2441 1 - p.c. < 1.000 t/j 200 10 200 C 300 R 300 4.2 1 G 2 B L<br />
2441 2 - p.c. >= 1.000 t/j 300 10 300 C 500 R 500 5.1 2 G 2 B L<br />
2442 0 Farmaceutische produktenfabrieken:<br />
2442 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 10 50 50 R 50 3.1 2 G 1 B L<br />
2442 2 - verbandmiddelenfabrieken 10 10 30 10 30 2 2 G 1<br />
2451 Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken 300 100 200 C 100 R 300 4.2 3 G 2 B<br />
2452 Parfumerie- en cosmeticafabrieken 300 30 50 C 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
2461 Kruit-, vuurwerk-, en springstoffenfabrieken 30 10 50 1000 V 1000 5.3 1 G 2 B<br />
2462 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken:<br />
2462 1 - zonder dierlijke grondstoffen 100 10 100 50 100 3.2 3 G 2 B L<br />
2462 2 - met dierlijke grondstoffen 500 30 100 50 500 5.1 3 G 2 B<br />
2464 Fotochemische produktenfabrieken 50 10 100 50 R 100 3.2 3 G 2 B L<br />
2466 A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 10 50 50 R 50 3.1 3 G 2 B<br />
2466 B Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. 200 30 100 C 200 R 200 D 4.1 2 G 2 B L<br />
247 Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken 300 30 300 C 200 R 300 4.2 3 G 3 B L<br />
25 -<br />
25 -<br />
VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN<br />
KUNSTSTOF<br />
2511 Rubberbandenfabrieken 300 50 300 C 100 R 300 4.2 2 G 2 B<br />
2512 0 Loopvlakvernieuwingsbedrijven:<br />
2512 1 - vloeropp. < 100 m2 50 10 30 30 50 3.1 1 G 1<br />
2512 2 - vloeropp. >= 100 m2 200 50 100 50 R 200 4.1 2 G 2 B<br />
2513 Rubber-artikelenfabrieken 100 10 50 50 R 100 D 3.2 1 G 2<br />
252 0 Kunststofverwerkende bedrijven:<br />
252 1 - zonder fenolharsen 200 50 100 100 R 200 4.1 2 G 2<br />
252 2 - met fenolharsen 300 50 100 200 R 300 4.2 2 G 2 B L<br />
246<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
252 3<br />
26 -<br />
- productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van<br />
kunststofbouwmaterialen 50 30 50 30 50 3.1 2 G 1<br />
26 -<br />
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK-<br />
EN GIPSPRODUKTEN<br />
261 0 Glasfabrieken:<br />
261 1 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j 30 30 100 30 100 3.2 1 G 1 L<br />
261 2 - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j 30 100 300 C Z 50 R 300 4.2 2 G 2 L<br />
261 3 - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j 300 100 100 30 300 4.2 1 G 1 L<br />
261 4 - glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j 500 200 300 C Z 50 R 500 5.1 2 G 2 L<br />
2615 Glasbewerkingsbedrijven 10 30 50 10 50 3.1 1 G 1<br />
262, 263 0 Aardewerkfabrieken:<br />
262, 263 1 - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 10 10 30 10 30 2 1 G 1 L<br />
262, 263 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 30 50 100 30 100 3.2 2 G 2 L<br />
264 A Baksteen en baksteenelementenfabrieken 30 200 200 30 200 4.1 2 G 2 L<br />
264 B Dakpannenfabrieken 50 200 200 100 R 200 4.1 2 G 2<br />
2651 0 Cementfabrieken:<br />
2651 1 - p.c. < 100.000 t/j 10 300 500 C 30 R 500 5.1 2 G 2<br />
2651 2 - p.c. >= 100.000 t/j 30 500 1000 C Z 50 R 1000 5.3 3 G 3 B<br />
2652 0 Kalkfabrieken:<br />
2652 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1 2 G 2<br />
2652 2 - p.c. >= 100.000 t/j 50 500 300 Z 50 R 500 5.1 3 G 3<br />
2653 0 Gipsfabrieken:<br />
2653 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1 2 G 2<br />
2653 2 - p.c. >= 100.000 t/j 50 500 300 Z 50 R 500 5.1 3 G 3 B<br />
2661.1 0 Betonwarenfabrieken:<br />
2661.1 1 - zonder persen, triltafels en bekistingtrille 10 100 200 30 200 4.1 2 G 2 B<br />
2661.1 2 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d 10 100 300 30 300 4.2 2 G 2 B<br />
2661.1 3 - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. >= 100 t/d 30 200 700 Z 30 700 5.2 3 G 3 B<br />
2661.2 0 Kalkzandsteenfabrieken:<br />
2661.2 1 - p.c. < 100.000 t/j 10 50 100 30 100 3.2 2 G 2<br />
2661.2 2 - p.c. >= 100.000 t/j 30 200 300 Z 30 300 4.2 3 G 3<br />
2662 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 50 50 100 30 100 3.2 2 G 2<br />
2663, 2664 0 Betonmortelcentrales:<br />
2663, 2664 1 - p.c. < 100 t/u 10 50 100 100 R 100 3.2 3 G 2<br />
2663, 2664 2 - p.c. >= 100 t/u 30 200 300 Z 50 R 300 4.2 3 G 3<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 247
2665, 2666 0 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:<br />
2665, 2666 1 - p.c. < 100 t/d 10 50 100 50 R 100 3.2 2 G 2<br />
2665, 2666 2 - p.c. >= 100 t/d 30 200 300 Z 200 R 300 4.2 3 G 2 B<br />
267 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven:<br />
267 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 10 30 100 0 100 D 3.2 1 G 2<br />
267 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. = 100.000 t/j 30 200 700 Z 10 700 5.2 2 G 3<br />
2681 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken 10 30 50 10 50 D 3.1 1 G 2<br />
2682 A0 Bitumineuze materialenfabrieken:<br />
2682 A1 - p.c. < 100 t/u 300 100 100 30 300 4.2 3 G 2 B L<br />
2682 A2 - p.c. >= 100 t/u 500 200 200 Z 50 500 5.1 3 G 3 B L<br />
2682 B0 Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):<br />
2682 B1 - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j 100 200 300 C Z 30 300 4.2 2 G 2<br />
2682 B2 - overige isolatiematerialen 200 100 100 C 50 200 4.1 2 G 2<br />
2682 C Minerale produktenfabrieken n.e.g. 50 50 100 50 100 D 3.2 2 G 2<br />
2682 D0 Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur 100 50 200 30 200 4.1 3 G 2 B L<br />
2682 D1 - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur 200 100 300 Z 50 300 4.2 3 G 2 B L<br />
27 -<br />
27 - VERVAARDIGING VAN METALEN<br />
271 0 Ruwijzer- en staalfabrieken:<br />
271 1 - p.c. < 1.000 t/j 700 500 700 200 R 700 5.2 2 G 2 B<br />
271 2 - p.c. >= 1.000 t/j 1500 1000 1500 C Z 300 R 1500 6 3 G 3 B L<br />
272 0 IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:<br />
272 1 - p.o. < 2.000 m2 30 30 500 30 500 5.1 2 G 2 B<br />
272 2 - p.o. >= 2.000 m2 50 100 1000 Z 50 R 1000 5.3 3 G 2 B<br />
273 0 Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:<br />
273 1 - p.o. < 2.000 m2 30 30 300 30 300 4.2 2 G 2<br />
273 2 - p.o. >= 2.000 m2 50 50 700 Z 50 R 700 5.2 3 G 3 B<br />
274 A0 Non-ferro-metaalfabrieken:<br />
274 A1 - p.c. < 1.000 t/j 100 100 300 30 R 300 4.2 1 G 2 B<br />
274 A2 - p.c. >= 1.000 t/j 200 300 700 Z 50 R 700 5.2 2 G 3 B<br />
274 B0 Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.:<br />
274 B1 - p.o. < 2.000 m2 50 50 500 50 R 500 5.1 2 G 2 B<br />
274 B2 - p.o. >= 2.000 m2 200 100 1000 Z 100 R 1000 5.3 3 G 3 B<br />
2751, 2752 0 IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:<br />
248<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
2751, 2752 1 - p.c. < 4.000 t/j 100 50 300 C 30 R 300 4.2 1 G 2 B<br />
2751, 2752 2 - p.c. >= 4.000 t/j 200 100 500 C Z 50 R 500 5.1 2 G 3 B L<br />
2753, 2754 0 Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:<br />
2753, 2754 1 - p.c. < 4.000 t/j 100 50 300 C 30 R 300 4.2 1 G 2 B<br />
2753, 2754 2 - p.c. >= 4.000 t/j 200 100 500 C Z 50 R 500 5.1 2 G 3 B L<br />
28 -<br />
28 -<br />
VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL.<br />
MACH./TRANSPORTMIDD.)<br />
281 0 Constructiewerkplaatsen:<br />
281 1 - gesloten gebouw 30 30 100 30 100 3.2 2 G 2 B<br />
281 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 3.1 1 G 1<br />
281 2 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 200 4.1 2 G 2 B<br />
281 3 - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2 50 200 300 Z 30 300 4.2 3 G 3 B<br />
2821 0 Tank- en reservoirbouwbedrijven:<br />
2821 1 - p.o. < 2.000 m2 30 50 300 30 R 300 4.2 2 G 2 B<br />
2821 2 - p.o. >= 2.000 m2 50 100 500 Z 50 R 500 5.1 3 G 3 B<br />
2822, 2830 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 30 30 200 30 200 4.1 2 G 2 B<br />
284 A Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 10 30 200 30 200 4.1 1 G 2 B<br />
284 B Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 50 30 100 30 100 D 3.2 2 G 2 B<br />
284 B1 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 D 3.1 1 G 2 B<br />
2851 0 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:<br />
2851 1 - algemeen 50 50 100 50 100 3.2 2 G 2 B L<br />
2851 10 - stralen 30 200 200 30 200 D 4.1 2 G 2 B L<br />
2851 11 - metaalharden 30 50 100 50 100 D 3.2 1 G 2 B<br />
2851 12 - lakspuiten en moffelen 100 30 100 50 R 100 D 3.2 2 G 2 B L<br />
2851 2 - scoperen (opspuiten van zink) 50 50 100 30 R 100 D 3.2 2 G 2 B L<br />
2851 3 - thermisch verzinken 100 50 100 50 100 3.2 2 G 2 B L<br />
2851 4 - thermisch vertinnen 100 50 100 50 100 3.2 2 G 2 B L<br />
2851 5 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 30 50 100 30 100 3.2 2 G 2 B<br />
2851 6 - anodiseren, eloxeren 50 10 100 30 100 3.2 2 G 2 B<br />
2851 7 - chemische oppervlaktebehandeling 50 10 100 30 100 3.2 2 G 2 B<br />
2851 8 - emailleren 100 50 100 50 R 100 3.2 1 G 1 B L<br />
2851 9 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 30 30 100 50 100 3.2 2 G 2 B<br />
2852 1 Overige metaalbewerkende industrie 10 30 100 30 100 D 3.2 1 G 2 B<br />
2852 2 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o.
287 A1 - p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 200 4.1 2 G 2 B<br />
287 A2 - p.o. >= 2.000 m2 50 100 500 Z 30 500 5.1 3 G 3 B<br />
287 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. 30 30 100 30 100 3.2 2 G 2 B<br />
287 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. = 2.000 m2 50 30 200 30 200 D 4.1 3 G 2 B<br />
29 3 - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW 50 30 300 Z 30 300 D 4.2 3 G 2 B<br />
30 - VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS<br />
30 -<br />
30 A Kantoormachines- en computerfabrieken 30 10 30 10 30 2 1 G 1<br />
31 -<br />
31 -<br />
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES,<br />
APPARATEN EN BENODIGDH.<br />
311 Elektromotoren- en generatorenfabrieken 200 30 30 50 200 4.1 1 G 2 B L<br />
312 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken 200 10 30 50 200 4.1 1 G 2 B L<br />
313 Elektrische draad- en kabelfabrieken 100 10 200 100 R 200 D 4.1 2 G 2 L<br />
314 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 30 100 50 100 3.2 2 G 2 B L<br />
315 Lampenfabrieken 200 30 30 300 R 300 4.2 2 G 2 B L<br />
316 Elektrotechnische industrie n.e.g. 30 10 30 10 30 2 1 G 1<br />
3162 Koolelektrodenfabrieken 1500 300 1000 C Z 200 R 1500 6 2 G 3 B L<br />
32 -<br />
32 -<br />
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-<br />
APPARATEN EN -BENODIGDH.<br />
321 t/m 323 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. 30 0 50 30 50 D 3.1 2 G 1 B<br />
3210 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 10 50 30 50 3.1 1 G 2 B<br />
33 -<br />
33 -<br />
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN<br />
EN INSTRUMENTEN<br />
33 A<br />
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten<br />
e.d. 30 0 30 0 30 2 1 G 1<br />
34 -<br />
34<br />
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN<br />
OPLEGGERS<br />
341 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven<br />
341 1 - p.o. < 10.000 m2 100 10 200 C 30 R 200 D 4.1 3 G 2 B<br />
250<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
341 2 - p.o. >= 10.000 m2 200 30 300 Z 50 R 300 4.2 3 G 2 B L<br />
3420.1 Carrosseriefabrieken 100 10 200 30 R 200 4.1 2 G 2 B<br />
3420.2 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken 30 10 200 30 200 4.1 2 G 2 B<br />
343 Auto-onderdelenfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2 2 G 2<br />
35 -<br />
35 -<br />
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL.<br />
AUTO'S, AANHANGWAGENS)<br />
351 0 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:<br />
351 1 - houten schepen 30 30 50 10 50 3.1 2 G 1 B<br />
351 2 - kunststof schepen 100 50 100 50 R 100 3.2 2 G 1 B<br />
351 3 - metalen schepen < 25 m 50 100 200 30 200 4.1 2 G 2 B<br />
351 4 - metalen schepen >= 25m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW 100 100 500 C Z 50 500 5.1 2 G 3 B<br />
3511 Scheepssloperijen 100 200 700 100 R 700 5.2 2 G 3 B<br />
352 0 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:<br />
352 1 - algemeen 50 30 100 30 100 3.2 2 G 2 B<br />
352 2 - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW 50 30 300 Z 30 R 300 4.2 2 G 2 B<br />
353 0 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:<br />
353 1 - zonder proefdraaien motoren 50 30 200 30 200 4.1 2 G 2 B<br />
353 2 - met proefdraaien motoren 100 30 1000 Z 100 R 1000 5.3 2 G 2 B<br />
354 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2 2 G 2 B<br />
355 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 30 30 100 30 100 D 3.2 2 G 2 B<br />
36 -<br />
36 -<br />
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN<br />
N.E.G.<br />
361 1 Meubelfabrieken 50 50 100 30 100 D 3.2 2 G 2 B<br />
361 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 0 10 10 0 10 1 1 P 1<br />
362 Fabricage van munten, sieraden e.d. 30 10 10 10 30 2 1 G 1 B<br />
363 Muziekinstrumentenfabrieken 30 10 30 10 30 2 2 G 2<br />
364 Sportartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1 2 G 2<br />
365 Speelgoedartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1 2 G 2<br />
3661.1 Sociale werkvoorziening 0 30 30 0 30 2 1 P 1<br />
3661.2 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 10 50 30 50 D 3.1 2 G 2<br />
37 -<br />
37 - VOORBEREIDING TOT RECYCLING<br />
371 Metaal- en autoschredders 30 100 500 Z 30 500 5.1 2 G 3 B<br />
372 A0 Puinbrekerijen en -malerijen:<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 251
372 A1 - v.c. < 100.000 t/j 30 100 300 10 300 4.2 2 G 2<br />
372 A2 - v.c. >= 100.000 t/j 30 200 700 10 700 5.2 3 G 3<br />
372 B Rubberregeneratiebedrijven 300 50 100 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
372 C Afvalscheidingsinstallaties 200 200 300 C 50 300 4.2 3 G 2 B<br />
40 -<br />
40 -<br />
PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM<br />
EN WARM WATER<br />
40 A0 Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe)<br />
40 A1<br />
- kolengestookt (incl. meestook biomassa), thermisch vermogen ><br />
75 MWth 100 700 700 C Z 200 700 5.2 2 G 3 B L<br />
40 A2 - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth 100 100 500 C Z 100 500 5.1 2 G 3 B L<br />
- gasgestookt (incl. bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75<br />
40 A3 MWth,in 100 100 500 C Z 100 R 500 5.1 1 G 3<br />
40 A4 - kerncentrales met koeltorens 10 10 500 C 1500 1500 D 6 1 P 3<br />
40 A5 - warmte-kracht-installaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth 30 30 500 C Z 100 R 500 5.1 1 G 2<br />
40 B0 bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:<br />
40 B1<br />
- covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en<br />
reststromen voedingsindustrie 100 50 100 30 R 100 3.2 2 G 1 L<br />
40 B2 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 50 50 100 30 R 100 3.2 2 G 1 L<br />
40 C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:<br />
40 C1 - < 10 MVA 0 0 30 C 10 30 2 1 P 1 B<br />
40 C2 - 10 - 100 MVA 0 0 50 C 30 50 3.1 1 P 1 B<br />
40 C3 - 100 - 200 MVA 0 0 100 C 50 100 3.2 1 P 2 B<br />
40 C4 - 200 - 1000 MVA 0 0 300 C Z 50 300 4.2 1 P 2 B<br />
40 C5 - >= 1000 MVA 0 0 500 C Z 50 500 5.1 1 P 2 B<br />
40 D0 Gasdistributiebedrijven:<br />
40 D1 - gascompressorstations vermogen < 100 MW 0 0 300 C 100 300 4.2 1 P 1<br />
40 D2 - gascompressorstations vermogen >= 100 MW 0 0 500 C 200 R 500 5.1 1 P 2<br />
40 D3 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A 0 0 10 C 10 10 1 1 P 1<br />
40 D4 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C 0 0 30 C 10 30 2 1 P 1<br />
40 D5 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D 0 0 50 C 50 R 50 3.1 1 P 1<br />
40 E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:<br />
40 E1 - stadsverwarming 30 10 100 C 50 100 3.2 1 P 2<br />
40 E2 - blokverwarming 10 0 30 C 10 30 2 1 P 1<br />
40 F0 windmolens:<br />
40 F1 - wiekdiameter 20 m 0 0 100 C 30 100 3.2 1 P 2<br />
40 F2 - wiekdiameter 30 m 0 0 200 C 50 200 4.1 1 P 2<br />
252<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
40 F3 - wiekdiameter 50 m 0 0 300 C 50 300 4.2 1 P 3<br />
41 -<br />
41 - WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER<br />
41 A0 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:<br />
41 A1 - met chloorgas 50 0 50 C 1000 R 1000 D 5.3 1 G 2 L<br />
41 A2 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling 10 0 50 C 30 50 3.1 1 G 2<br />
41 B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:<br />
41 B1 - < 1 MW 0 0 30 C 10 30 2 1 P 1<br />
41 B2 - 1 - 15 MW 0 0 100 C 10 100 3.2 1 P 1<br />
41 B3 - >= 15 MW 0 0 300 C 10 300 4.2 1 P 2<br />
45 -<br />
45 - BOUWNIJVERHEID<br />
45 0 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² 10 30 100 10 100 3.2 2 G 2 B<br />
45 1 - bouwbedrijven algemeen: b.o. 1000 m² 10 30 50 10 50 3.1 2 G 1 B<br />
45 3 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² 0 10 30 10 30 2 1 G 1 B<br />
50 -<br />
50 -<br />
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN;<br />
BENZINESERVICESTATIONS<br />
501, 502, 504 Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven 10 0 30 10 30 2 2 P 1 B<br />
502 Groothandel in vrachtauto's (incl. import) 10 10 100 10 100 3.2 2 G 1<br />
5020.4 A Autoplaatwerkerijen 10 30 100 10 100 3.2 1 G 1<br />
5020.4 B Autobeklederijen 0 0 10 10 10 1 1 G 1<br />
5020.4 C Autospuitinrichtingen 50 30 30 30 R 50 3.1 1 G 1 B L<br />
5020.5 Autowasserijen 10 0 30 0 30 2 3 P 1<br />
503, 504 Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires 0 0 30 10 30 2 1 P 1<br />
505 0 Benzineservisestations:<br />
505 1 - met LPG > 1000 m3/jr 30 0 30 200 R 200 4.1 3 P 1 B<br />
505 2 - met LPG < 1000 m3/jr 30 0 30 50 R 50 3.1 3 P 1 B<br />
505 3 - zonder LPG 30 0 30 10 30 2 3 P 1 B<br />
51 -<br />
51 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING<br />
511 Handelsbemiddeling (kantoren) 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
5121 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders 30 30 50 30 R 50 3.1 2 G 2<br />
5121 1<br />
Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een<br />
verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer 100 100 300 Z 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 253
5122 Grth in bloemen en planten 10 10 30 0 30 2 2 G 1<br />
5123 Grth in levende dieren 50 10 100 C 0 100 3.2 2 G 1<br />
5124 Grth in huiden, vellen en leder 50 0 30 0 50 3.1 2 G 1<br />
5125, 5131 Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 30 10 30 50 R 50 3.1 2 G 1<br />
5132, 5133 Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën 10 0 30 50 R 50 3.1 2 G 1<br />
5134 Grth in dranken 0 0 30 0 30 2 2 G 1<br />
5135 Grth in tabaksprodukten 10 0 30 0 30 2 2 G 1<br />
5136 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 10 10 30 0 30 2 2 G 1<br />
5137 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 30 10 30 0 30 2 2 G 1<br />
5138, 5139 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 10 10 30 10 30 2 2 G 1<br />
514 Grth in overige consumentenartikelen 10 10 30 10 30 2 2 G 1<br />
5148.7 0 Grth in vuurwerk en munitie:<br />
5148.7 1 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 10 0 30 10 V 30 2 2 G 1<br />
5148.7 2 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 10 0 30 50 V 50 3.1 2 G 1<br />
5148.7 3<br />
5148.7 4<br />
- professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats <<br />
750 kg (en > 25 kg theatervuurwerk) 10 0 30 500 V 500 5.1 2 G 1<br />
- professioneel vuurwerk, netto expl. massa per bewaarplaats 750<br />
kg tot 6 ton 10 0 30 1000 V 1000 5.3 2 G 1<br />
5148.7 5 - munitie 0 0 30 30 30 2 2 G 1<br />
5151.1 0 Grth in vaste brandstoffen:<br />
5151.1 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 10 50 50 30 50 3.1 2 P 2<br />
5151.1 2 - kolenterminal, opslag opp. >= 2.000 m2 50 500 500 Z 100 500 5.1 3 G 3 B<br />
5151.2 0 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:<br />
5151.2 1 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 50 0 50 200 R 200 D 4.1 2 G 2 B L<br />
5151.2 2 - vloeistoffen, o.c. >= 100.000 m3 100 0 50 500 R 500 D 5.1 2 G 2 B L<br />
5151.2 3 - tot vloeistof verdichte gassen 50 0 50 300 R 300 D 4.2 2 G 2<br />
5151.3 Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 100 0 30 50 100 3.2 2 G 2 B<br />
5152.1 0 Grth in metaalertsen:<br />
5152.1 1 - opslag opp. < 2.000 m2 30 300 300 10 300 4.2 3 G 3 B<br />
5152.1 2 - opslag opp. >= 2.000 m2 50 500 700 Z 10 700 5.2 3 G 3 B<br />
5152.2 /.3 Grth in metalen en -halffabrikaten 0 10 100 10 100 3.2 2 G 2<br />
5153 0 Grth in hout en bouwmaterialen:<br />
5153 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 0 10 50 10 50 3.1 2 G 2<br />
5153 2 - algemeen: b.o. 200 m² 0 30 100 0 100 3.2 2 G 2<br />
254<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
5153.4 6 - algemeen: b.o. 2.000 m² 0 0 50 10 50 3.1 2 G 2<br />
5154 2 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² 0 0 30 0 30 2 1 G 1<br />
5155.1 Grth in chemische produkten 50 10 30 100 R 100 D 3.2 2 G 2 B<br />
5155.2 Grth in kunstmeststoffen 30 30 30 30 R 30 2 1 G 1<br />
5156 Grth in overige intermediaire goederen 10 10 30 10 30 2 2 G 2<br />
5157 0 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 10 30 100 30 100 3.2 2 G 2 B<br />
5157 1 - autosloperijen: b.o. 1000 m² 10 30 100 10 100 D 3.2 2 G 2 B<br />
5157.2/3 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o.
5552 Cateringbedrijven 10 0 30 C 10 30 2 1 G/P 1<br />
60 -<br />
60 - VERVOER OVER LAND<br />
601 0 Spoorwegen:<br />
601 1 - stations 0 0 100 C 50 R 100 D 3.2 3 P 2<br />
601 2 - rangeerterreinen, overslagstations (zonder rangeerheuvel) 30 30 300 C 300 R 300 D 4.2 3 G 2<br />
6021.1 Bus-, tram- en metrostations en -remises 0 10 100 C 0 100 D 3.2 2 P 2<br />
6022 Taxibedrijven 0 0 30 C 0 30 2 2 P 1<br />
6023 Touringcarbedrijven 10 0 100 C 0 100 3.2 2 G 1<br />
6024 0<br />
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. ><br />
1000 m² 0 0 100 C 30 100 3.2 3 G 1<br />
6024 1<br />
- Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o.<br />
= 2.000 m2 50 700 1000 C Z 50 1000 5.3 3 G 3 B<br />
6311.1 4 - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 100 500 500 C Z 100 R 500 5.1 3 G 3<br />
6311.1 5 - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 50 700 700 C Z 100 700 5.2 3 G 3 B<br />
6311.1 6 - olie, LPG, e.d. 300 0 100 C 1000 R 1000 5.3 2 G 3 B L<br />
6311.1 7 - tankercleaning 300 10 100 C 200 R 300 4.2 1 G 2 B<br />
6311.2 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:<br />
6311.2 1 - containers 0 10 300 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
6311.2 10 - tankercleaning 300 10 100 200 R 300 4.2 1 G 2 B<br />
6311.2 2 - stukgoederen 0 10 100 50 R 100 D 3.2 2 G 2 B<br />
6311.2 3 - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m² 30 200 300 30 300 4.2 2 G 2 B<br />
6311.2 4 - ersten, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m² 50 500 700 Z 50 700 5.2 3 G 3 B<br />
6311.2 5 - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u 50 300 200 50 R 300 4.2 2 G 2<br />
6311.2 6 - granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 100 500 300 Z 100 R 500 5.1 3 G 3<br />
6311.2 7 - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2 50 300 300 50 300 4.2 2 G 2 B<br />
256<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
6311.2 8 - steenkool, opslagopp. >= 2.000 m2 50 500 500 Z 100 500 5.1 3 G 3 B<br />
6311.2 9 - olie, LPG, e.d. 100 0 50 700 R 700 5.2 2 G 3 B L<br />
6312 Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen 30 10 50 C 50 R 50 D 3.1 2 G 2<br />
6321 1 Autoparkeerterreinen, parkeergarages 10 0 30 C 0 30 2 3 P 1 L<br />
6321 2 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 10 0 100 C 30 100 3.2 2 G 1<br />
6322, 6323 Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
6323 A Luchthavens 200 50 1500 C 500 R 1500 D 6 3 P 3 B L<br />
6323 B Helikopterlandplaatsen 0 50 500 50 500 5.1 1 P 2<br />
633 Reisorganisaties 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
634 Expediteurs, cargadoors (kantoren) 0 0 10 0 10 D 1 1 P 1<br />
64 -<br />
64 - POST EN TELECOMMUNICATIE<br />
641 Post- en koeriersdiensten 0 0 30 C 0 30 2 2 P 1<br />
642 A Telecommunicatiebedrijven 0 0 10 C 0 10 1 1 P 1<br />
642 B0 zendinstallaties:<br />
- LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen:<br />
642 B1 onderzoek!) 0 0 0 C 100 100 3.2 1 P 2<br />
642 B2 - FM en TV 0 0 0 C 10 10 1 1 P 2<br />
642 B3 - GSM en UMTS-steunzenders 0 0 0 C 10 10 1 1 P 2<br />
65, 66, 67 -<br />
65, 66, 67 - FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN<br />
65, 66, 67 A Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen 0 0 10 C 0 10 1 1 P 1<br />
70 -<br />
70 - VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED<br />
70 A Verhuur van en handel in onroerend goed 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
71 -<br />
71 -<br />
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE<br />
ROERENDE GOEDEREN<br />
711 Personenautoverhuurbedrijven 10 0 30 10 30 2 2 P 1<br />
712 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 10 0 50 10 50 D 3.1 2 G 1<br />
713 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 10 0 50 10 50 D 3.1 2 G 1 B<br />
714 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 10 10 30 10 30 D 2 2 G 2<br />
72 -<br />
72 - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE<br />
72 A Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
72 B Switchhouses 0 0 30 C 0 30 2 1 P 1<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 257
73 -<br />
73 - SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK<br />
731 Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 30 10 30 30 R 30 2 1 P 1<br />
732 Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
74 -<br />
74 - OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING<br />
74 A Overige zakelijke dienstverlening: kantoren 0 0 10 0 10 D 1 2 P 1<br />
747 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 50 10 30 30 50 D 3.1 1 P 1 B<br />
7481.3 Foto- en filmontwikkelcentrales 10 0 30 C 10 30 2 2 G 1 B<br />
7484.3 Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten 50 30 200 C 50 R 200 4.1 3 G 2<br />
7484.4 Veilingen voor huisraad, kunst e.d. 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
75 -<br />
75 -<br />
OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE<br />
VERZEKERINGEN<br />
75 A Openbaar bestuur (kantoren e.d.) 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
7522 Defensie-inrichtingen 30 30 200 C 100 200 D 4.1 3 G 1 B<br />
7525 Brandweerkazernes 0 0 50 C 0 50 3.1 1 G 1<br />
80 -<br />
80 - ONDERWIJS<br />
801, 802 Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs 0 0 30 0 30 2 1 P 1<br />
803, 804 Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs 10 0 30 10 30 D 2 2 P 1<br />
85 -<br />
85 - GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG<br />
8511 Ziekenhuizen 10 0 30 C 10 30 2 3 P 2<br />
8512, 8513 Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
8514, 8515 Consultatiebureaus 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
853 1 Verpleeghuizen 10 0 30 C 0 30 2 1 P 1<br />
853 2 Kinderopvang 0 0 30 0 30 2 2 P 1<br />
90 -<br />
90 - MILIEUDIENSTVERLENING<br />
9001 A0 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:<br />
9001 A1 - < 100.000 i.e. 200 10 100 C 10 200 4.1 2 G 1<br />
9001 A2 - 100.000 - 300.000 i.e. 300 10 200 C Z 10 300 4.2 2 G 1<br />
9001 A3 - >= 300.000 i.e. 500 10 300 C Z 10 500 5.1 3 G 2<br />
9001 B rioolgemalen 30 0 10 C 0 30 2 1 P 1<br />
9002.1 A Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. 50 30 50 10 50 3.1 2 G 1<br />
258<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
9002.1 B <strong>Gemeente</strong>werven (afval-inzameldepots) 30 30 50 30 R 50 3.1 2 G 1 B<br />
9002.1 C Vuiloverslagstations 200 200 300 30 300 4.2 3 G 3 B<br />
9002.2 A0 Afvalverwerkingsbedrijven:<br />
9002.2 A1 - mestverwerking/korrelfabrieken 500 10 100 C 10 500 5.1 3 G 3<br />
9002.2 A2 - kabelbranderijen 100 50 30 10 100 3.2 1 G 1 B L<br />
9002.2 A3 - verwerking radio-actief afval 0 10 200 C 1500 1500 6 1 G 1<br />
9002.2 A4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 50 10 30 10 50 3.1 1 G 2 L<br />
9002.2 A5 - oplosmiddelterugwinning 100 0 10 30 R 100 D 3.2 1 G 2 B L<br />
9002.2 A6 - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW 300 200 300 C Z 50 300 D 4.2 3 G 3 B L<br />
9002.2 A7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 10 10 30 30 R 30 2 1 G 1 B L<br />
9002.2 B Vuilstortplaatsen 300 200 300 10 300 4.2 3 G 3 B<br />
9002.2 C0 Composteerbedrijven:<br />
9002.2 C1 - niet-belucht v.c. < 5.000 ton/jr 300 100 50 10 300 4.2 2 G 2 B<br />
9002.2 C2 - niet-belucht v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jr 700 300 100 30 700 5.2 2 G 2 B<br />
9002.2 C3 - belucht v.c. < 20.000 ton/jr 100 100 100 10 100 3.2 2 G 2 B<br />
9002.2 C4 - belucht v.c. > 20.000 ton/jr 200 200 100 30 200 4.1 3 G 2 B<br />
9002.2 C5 - GFT in gesloten gebouw 200 50 100 100 R 200 4.1 3 G 1 B L<br />
91 -<br />
91 - DIVERSE ORGANISATIES<br />
9111 Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
9131 Kerkgebouwen e.d. 0 0 30 0 30 2 2 P 1<br />
9133.1 A Buurt- en clubhuizen 0 0 30 C 0 30 D 2 2 P 1<br />
9133.1 B Hondendressuurterreinen 0 0 50 0 50 3.1 1 P 1<br />
92 -<br />
92 - CULTUUR, SPORT EN RECREATIE<br />
921, 922 Studio's (film, TV, radio, geluid) 0 0 30 C 10 30 2 2 G 1<br />
9213 Bioscopen 0 0 30 C 0 30 2 3 P 1<br />
9232 Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen 0 0 30 C 0 30 2 3 P 1<br />
9233 Recreatiecentra, vaste kermis e.d. 30 10 300 10 300 D 4.2 3 P 3<br />
9234 Muziek- en balletscholen 0 0 30 0 30 2 2 P 1<br />
9234.1 Dansscholen 0 0 30 C 0 30 2 2 P 1<br />
9251, 9252 Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
9253.1 Dierentuinen 100 10 50 C 0 100 3.2 3 P 1<br />
9261.1 0 Zwembaden:<br />
9261.1 1 - overdekt 10 0 50 C 10 50 3.1 3 P 1<br />
9261.1 2 - niet overdekt 30 0 200 10 200 4.1 3 P 1<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 259
9261.2 A Sporthallen 0 0 50 C 0 50 3.1 2 P 1<br />
9261.2 B Bowlingcentra 0 0 30 C 0 30 2 2 P 1<br />
9261.2 C Overdekte kunstijsbanen 0 0 100 C 50 R 100 3.2 2 P 1<br />
9261.2 D Stadions en open-lucht-ijsbanen 0 0 300 C 50 R 300 4.2 3 P 2<br />
9261.2 E Maneges 50 30 30 0 50 3.1 2 P 1<br />
9261.2 F Tennisbanen (met verlichting) 0 0 50 C 0 50 3.1 2 P 2<br />
9261.2 G Veldsportcomplex (met verlichting) 0 0 50 C 0 50 3.1 2 P 2<br />
9261.2 H Golfbanen 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
9261.2 I Kunstskibanen 0 0 30 C 50 R 50 3.1 2 P 2<br />
9262 0 Schietinrichtingen:<br />
9262 1 - binnenbanen: geweer- en pistoolbanen 0 0 200 C 10 200 4.1 2 P 1<br />
9262 10 - buitenbanen met voorzieningen: pistoolbanen 10 0 1000 200 1000 5.3 1 P 1<br />
9262 11 - buitenbanen met voorzieningen: boogbanen 0 0 30 30 30 2 1 P 1<br />
9262 2 - binnenbanen: boogbanen 0 0 10 C 10 10 1 1 P 1<br />
9262 3 - vrije buitenbanen: kleiduiven 0 0 200 300 300 4.2 2 P 1 L<br />
9262 4 - vrije buitenbanen: schietbomen 0 0 500 1500 1500 6 1 P 1<br />
9262 5 - vrije buitenbanen: geweerbanen 10 0 1500 1500 1500 6 2 P 1<br />
9262 6 - vrije buitenbanen: pistoolbanen 10 0 1500 1500 1500 6 2 P 1<br />
9262 7 - vrije buitenbanen: boogbanen 0 0 10 200 200 4.1 1 P 1<br />
9262 8 - buitenbanen met voorzieningen: schietbomen 10 0 300 500 500 5.1 2 P 1<br />
9262 9 - buitenbanen met voorzieningen: geweerbanen 10 0 1000 1500 1500 6 2 P 1<br />
9262 B Skelter- en kartbanen, < 8 uur/week in gebruik 50 30 500 C 30 500 5.1 2 P 1 B<br />
9262 C Skelter- en kartbanen, >=8 uur/week in gebruik 50 50 1000 C Z 30 1000 5.3 2 P 1 B<br />
9262 D Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., < 8 uur/week in gebruik 100 50 700 50 700 5.2 3 P 1 B<br />
9262 E Autocircuits, motorcrossterreinen e.d., >=8 uur/week in gebruik 100 100 1500 Z 50 1500 6 3 P 1 B<br />
9262 F Sportscholen, gymnastiekzalen 0 0 30 C 0 30 2 2 P 1<br />
9262 G Jachthavens met diverse voorzieningen 10 10 50 C 30 50 3.1 3 P 1 B<br />
9271 Casino's 10 0 30 C 0 30 2 3 P 1<br />
9272.1 Amusementshallen 0 0 30 C 0 30 2 2 P 1<br />
9272.2 Modelvliegtuig-velden 10 0 300 100 300 4.2 1 P 1<br />
93 -<br />
93 - OVERIGE DIENSTVERLENING<br />
9301.1 A Wasserijen en strijkinrichtingen 30 0 50 C 30 50 3.1 2 G 1<br />
9301.1 B Tapijtreinigingsbedrijven 30 0 50 30 50 3.1 2 G 1 L<br />
9301.2 Chemische wasserijen en ververijen 30 0 30 30 R 30 2 2 G 1 B L<br />
9301.3 A Wasverzendinrichtingen 0 0 30 0 30 2 1 G 1<br />
260<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
9301.3 B Wasserettes, wassalons 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
9302 Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 0 0 10 0 10 1 1 P 1<br />
9303 0 Begrafenisondernemingen:<br />
9303 1 - uitvaartcentra 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
9303 2 - begraafplaatsen 0 0 10 0 10 1 2 P 1<br />
9303 3 - crematoria 100 10 30 10 100 3.2 2 P 2 L<br />
9304 Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden 10 0 30 C 0 30 2 1 P 1<br />
9305 A Dierenasiels en -pensions 30 0 100 C 0 100 3.2 1 P 1<br />
9305 B Persoonlijke dienstverlening n.e.g. 0 0 10 C 0 10 D 1 1 P 1<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 261
262<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
Richtafstandenlijsten LIJST 2 – OPSLAGEN EN INSTALLATIES definitief 29-12-2006<br />
Nr. OMSCHRIJVING<br />
AFSTANDEN<br />
IN METERS INDICES<br />
subnr.<br />
GEUR<br />
STOF<br />
GELUID<br />
GEVAAR<br />
GROOTSTE<br />
AFSTAND<br />
CATEGORIE<br />
VERKEER<br />
VISUEEL<br />
BODEM<br />
LUCHT<br />
0 OPSLAGEN<br />
1 0 butaan, propaan, LPG (in tanks):<br />
1 1 - bovengronds, < 2 m3 - - - 30 30 2 - - -<br />
1 2 - bovengronds, 2 - 8 m3 - - - 50 R 50 3.1 - - -<br />
1 3 - bovengronds, 8 - 80 m3 - - - 100 R 100 3.2 - - 2<br />
1 4 - bovengr., 80 - 250 m3 - - - 300 R 300 4.2 - - 3<br />
1 5 - ondergronds, < 80 m3 - - - 50 R 50 3.1 - - -<br />
1 6 - ondergr., 80 - 250 m3 - - - 200 R 200 4.1 - - -<br />
2 niet reactieve gassen (incl. zuurstof), gekoeld - - - 50 50 3.1 - - 2<br />
3 0 brandbare vloeistoffen (in tanks): - -<br />
3 1 - ondergronds, K1/K2/K3-klasse 10 - - 10 10 1 - - - B<br />
3 2 - bovengronds, K1/K2-kl.: < 10 m3 10 - - 50 R 50 3.1 - - - B<br />
3 3 - bovengronds, K1/K2-kl.: 10 - 1000 m3 30 - - 100 R 100 3.2 - - 3 B<br />
3 4 - bovengronds, K3-klasse: < 10 m3 10 - - 10 30 2 - - - B<br />
3 5 - bovengronds, K3-klasse: 10 - 1000 m3 30 - - 50 50 3.1 - - 3 B<br />
4 0 Overige gevaarlijke stoffen in tanks:<br />
4 1 - bovengronds < 10 m3 en onder drempelwaarde BRZO 10 - - 10 10 1 - - -<br />
4 2 - overige opslagen onder drempelwaarde BRZO 30 - - 50 50 3.1 - - -<br />
4 3 - opslagen in hoeveelheden boven drempelwaarde BRZO 30 - - 700 R 700 5.2 - - -<br />
Gevaarlijke stoffen (incl. bestrijdingsmiddelen) in<br />
5 0 emballage of in gasflessen:<br />
5 1 - kleine hoeveelheden < 10 ton - - - 10 10 1 - - -<br />
5 2<br />
- beperkte hoeveelheden (< 150 ton) en hoog<br />
beschermingsniveau - - - 30 R 30 2 - - -<br />
5 3 - grote hoeveelheden (>150 ton) en/of laag beschermingsniveau) - - - 500 R 500 5.1 - - -<br />
6 0 ontplofbare stoffen en munitie: -<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 263
6 1 ontplofbare stoffen 50 kg en < 6000 kg NEM (netto explosieve massa) - - - 1000 1000 5.3 - - -<br />
6 3<br />
- < 250.000 patronen en < 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig<br />
gevarensubklasse 1.4 - - - 10 10 1 - - -<br />
6 4<br />
- >= 250.000 patronen en >= 25 kg NEM (netto explosieve massa) overig<br />
gevarensubklasse 1.4 - - - 30 30 2 - - -<br />
7 0 professioneel vuurwerk:<br />
7 1 - hoeveelheid netto explosieve massa < 750 kg (en > 25 kg theatervuurwerk) - - - 500 V 500 5.1 - - -<br />
7 2<br />
- hoeveelheid netto explosieve massa > 750 kg en<br />
< 6000 kg - - - 1000 V 1000 5.3 - - -<br />
8 kunstmest, niet explosief - 50 - 30 50 D 3.1 - - -<br />
9 kuilvoer 50 10 - 0 50 D 3.1 - - 1<br />
10 0 gier / drijfmest (gesloten opslag):<br />
10 1 - oppervlakte < 350 m2 50 - - - 50 3.1 - - - B<br />
10 2 - oppervlakte 350 - 750 m2 100 - - - 100 3.2 - - - B<br />
10 3 - oppervlakte >= 750 m2 200 - - - 200 4.1 - - 1 B<br />
11 INSTALLATIES<br />
12 gasflessenvulinstallaties (butaan, propaan) 10 0 30 100 R 100 3.2 2 P 1<br />
13 laadschoppen, shovels, bulldozers 30 30 50 10 50 3.1 1 G 1<br />
14 0 laboratoria:<br />
14 1 - chemisch / biochemisch 30 0 30 10 30 D 2 1 P 1<br />
14 2 - medisch en hoger onderwijs 10 0 30 10 30 2 1 P 1<br />
15 luchtbehandelingsinst. t.b.v. detailhandel 10 0 10 C 0 10 1 1 P 1<br />
16 keukeninrichtingen 30 0 10 C 0 30 2 1 P 1<br />
17 koelinstallaties freon ca. 300 kW 0 0 50 C 0 50 3.1 1 P 1<br />
18 koelinstallaties ammoniak < 400 kg 0 0 30 10 30 2 1 G 1<br />
19 koelinstallaties ammoniak > 400 kg 0 0 50 50 R 50 3.1 1 G 1<br />
20 total energy installaties (gasmotoren) ca. 100 kW 10 0 50 C 10 50 3.1 1 P 1<br />
21 afvalverbrandingsinstallatie, kleinschalig 100 50 50 C 30 100 D 3.2 1 G 2 L<br />
22 noodaggregaten t.b.v. elektriciteitsopwekking 10 0 30 10 30 D 2 1 G 1<br />
23 verfspuitinstallaties en moffel- en emailleerovens 50 30 50 30 50 3.1 1 P 1 L<br />
24 vorkheftrucks met verbrandingsmotor 10 10 50 0 50 3.1 1 G 1<br />
25 vorkheftrucks, elektrisch 0 10 30 0 30 2 1 G 1<br />
26 transformatoren < 1 MVA 0 0 10 C 10 10 1 1 P 1<br />
28 vatenspoelinstallaties 50 10 50 30 50 3.1 1 G 1 B<br />
264<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009
29 hydrofoorinstallaties 0 0 30 C 0 30 2 1 G 1<br />
30 0 windmolens:<br />
31 1 - wiekdiameter 20 m 0 0 100 C 30 100 3.2 1 P 2<br />
31 2 - wiekdiameter 30 m 0 0 200 C 50 200 4.1 1 P 2<br />
31 3 - wiekdiameter 50 m 0 0 300 C 50 300 4.2 1 P 3<br />
31 0 stookinstallaties>900kW thermisch vermogen:<br />
32 1 - gas, < 2,5 MW 10 0 30 C 10 30 2 1 P 1<br />
32 2 - gas, 2,5 - 75 MW 30 0 50 C 30 50 3.1 1 P 1<br />
32 3 - gas, >= 75 MW 30 0 200 C Z 50 200 4.1 1 P 2<br />
32 4 - olie, < 2,5 MW 30 0 30 C 10 30 2 1 G 1<br />
32 5 - olie, 2,5 - 75 MW 30 10 50 C 30 50 3.1 1 G 1<br />
32 6 - olie, >= 75 MW 50 30 200 C Z 50 200 4.1 1 G 2 B L<br />
32 7 - kolen, 2,5 - 75 MW 30 100 100 C 30 100 3.2 1 G 1 L<br />
32 8 - kolen, >= 75 MW 50 300 300 C Z 50 300 4.2 2 G 2 L<br />
32 stoomwerktuigen 0 0 50 30 50 D 3.1 1 P 1<br />
33 luchtcompressoren 10 10 30 10 30 D 2 1 P 1<br />
34 liftinstallaties 0 0 10 C 10 10 1 1 P 1<br />
35 motorbrandstofpompen zonder LPG 30 0 30 10 30 2 2 G 1 B<br />
36 afvalwaterbehandelingsinstallaties < 100.000 i.e. 200 10 100 C 10 200 D 4.1 1 G 1<br />
37 radarinstallaties 0 0 0 C 1500 1500 D 6 1 P 3<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009 265
266<br />
Bestemmingsplan Nieuwe Driemanspolder 2009