vervoersplan IrIs 2 ontwerp van het GewestelIjk - Brussel Mobiliteit
vervoersplan IrIs 2 ontwerp van het GewestelIjk - Brussel Mobiliteit
vervoersplan IrIs 2 ontwerp van het GewestelIjk - Brussel Mobiliteit
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>IrIs</strong> 2 <strong>ontwerp</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>GewestelIjk</strong><br />
<strong>vervoersplan</strong><br />
kInderwaGen<br />
tram<br />
fIetsers<br />
GeBruIkers<br />
InformatIe<br />
pmB<br />
fIetser<br />
verkeer<br />
verkeerslIchten<br />
vrachtwaGen<br />
pmB<br />
parkeren<br />
Bus<br />
fIetser<br />
verkeer<br />
GeBruIkers<br />
metro<br />
fIetser<br />
tram<br />
taXI<br />
voetGanGers<br />
tram<br />
vrachtwaGen<br />
Bus
Inhoudstafel<br />
Voorwoord door minister Pascal Smet 3<br />
Strategische samenvatting 4<br />
1. Het Gewestelijk Vervoerplan, een toekomstvisie 7<br />
De aanpak <strong>van</strong> <strong>het</strong> Gewestelijk Vervoerplan 7<br />
Onze toekomstige vervoermiddelen begrijpen 8<br />
Belang <strong>van</strong> de modelvorming 9<br />
Beroep op de burgerzin 10<br />
Openbaar onderzoek 10<br />
2. Diagnose <strong>van</strong> een uitdaging voor <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest 11<br />
IRIS 1, een gedeeltelijke toepassing 11<br />
As I IRIS 1: de coherente ruimtelijke ordening 12<br />
As II IRIS 1: de promotie <strong>van</strong> de zachte vervoermiddelen<br />
(voetgangers, aangename openbare ruimte, fiets) 12<br />
As III IRIS 1: de aanpassing <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer 12<br />
As IV IRIS 1: de uitwerking <strong>van</strong> een parkeerbeleid 13<br />
As V IRIS 1: de invoering <strong>van</strong> de specialisatie <strong>van</strong> de openbare wegen 13<br />
As VI IRIS 1: de ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> GEN 15<br />
Wat was de impact <strong>van</strong> de maatregelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> IRIS 1-plan? 15<br />
Een nog altijd zorgwekkende trendmatige evolutie 16<br />
De gewestelijke bereikbaarheid bedreigd 17<br />
Te veel wagens zijn schadelijk voor de levenskwaliteit 20<br />
Het verkeer belemmert <strong>het</strong> openbaar vervoer 20<br />
Het aanbod <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer is nog niet voldoende aangepast 20<br />
Sommige wijken verdienen een bijzondere aandacht 21<br />
De bevindingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> burgerpanel 22<br />
Pragmatisch 23<br />
Zes prioritaire maatregelen 23<br />
De criteria waarmee de maatregelen werden geëvalueerd 24<br />
Radicale veranderingen? 24<br />
3. Welke visie voor <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest? 25<br />
Modellen om beter te kunnen beslissen 25<br />
Scenario 1: volledige toepassing <strong>van</strong> IRIS 1 en slechts 6% minder verkeer 26<br />
Scenario 2: ideaal en doeltreffend, maar irrealistisch tegen <strong>het</strong> jaar 2015 28<br />
Scenario 3: een realistische middenweg genaamd IRIS 2 32<br />
De gekozen doelstellingen 33<br />
Druk <strong>van</strong> <strong>het</strong> autoverkeer verlagen 33<br />
De doelstellingen <strong>van</strong> Kyoto bereiken 33<br />
De doelstellingen op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de luchtkwaliteit en de verlaging <strong>van</strong> de verkeerslast realiseren 35<br />
Drie fases 37<br />
4. Actieprioriteiten 38<br />
Prioriteit 1: Zachtere vervoerswijzen bevorderen 38<br />
1.1. De fiets: <strong>het</strong> sneeuwbaleffect versnellen 39<br />
1.2. Verplaatsingen te voet: een grote stap vooruit 43<br />
Prioriteit 2: Het openbaar vervoer aantrekkelijker maken 46<br />
2.1. Een verbeterd net 47<br />
2.2. Een uitgebreid tramaanbod uitwerken 51<br />
2.3. Bussen met hoog dienstniveau inzetten 55<br />
2.4. De metro: de middelen voorzien om zijn potentieel te benutten 57<br />
2.5. Het GEN en de begeleidende maatregelen 61<br />
2.6. Internationale bereikbaarheid: de duurzame verplaatsingswijzen bevorderen 65
Prioriteit 3: Een rationeel gebruik <strong>van</strong> de wagen aanmoedigen 71<br />
3.1. Carsharing: de wagen wanneer dat nodig is 71<br />
3.2. Taxi: de flexibiliteitsreflex 74<br />
3.3. Vervoerplannen: iedereen bij de mobiliteit betrekken 77<br />
Prioriteit 4: Een gehiërarchiseerd en beveiligd wegennet ontwikkelen 80<br />
Prioriteit 5: Een gecoördineerd en regulerend parkeerbeleid toepassen 87<br />
5.1. Een gewestelijk parkeerbeleid 89<br />
5.2. Meer transitparkeerplaatsen 94<br />
Prioriteit 6: <strong>Mobiliteit</strong> en ruimtelijke ordening op elkaar afstemmen 98<br />
Prioriteit 7: Realtime beheer en informatie rond mobiliteit 101<br />
Prioriteit 8 : De logistiek en de verdeling <strong>van</strong> de goederen verbeteren 104<br />
Prioriteit 9 : De ‘Governance’ verbeteren 111<br />
5. Budgettaire planning en financiering 114<br />
De huidige financiering 115<br />
De verwachte uitgaven 115<br />
De nieuwe mogelijke middelen 116<br />
Budgettaire planning 118<br />
Bijlagen<br />
Bijlage 1 : Het modelvormingsproces <strong>van</strong> IRIS 2<br />
Bijlage 2 : Modale aandelen 2001-2015 in <strong>het</strong> trendmatige scenario<br />
Bijlage 3 : Resultaat <strong>van</strong> de drie voluntaristische scenario’s<br />
Bijlage 4 : Milieu-effecten<br />
Bijlage 5 : De uitbreiding <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbare vervoersnet<br />
Bijlage 6 : Het gebruik <strong>van</strong> de GEN-stations in <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest tussen 6u en 10u<br />
Bijlage 7 : Specialisatie <strong>van</strong> de wegen<br />
Bijlage 8 : Simulaties die in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> IRIS 2 werden uitgevoerd - luik wegverkeer<br />
Bijlage 9 : Parkeerbeleid. Omschrijving <strong>van</strong> de toelaatbare parkeersaldi per wijk.<br />
Bijlage 10 : Documentenbasis<br />
Bijlage 11 : Eindverslag <strong>van</strong> STRATEC<br />
Bijlage 12 : Belangrijkste investeringen in openbaar vervoer en wegen<br />
Te raadplegen op www.iris2.irisnet.be
Voorwoord door<br />
minister Pascal smet<br />
Zoals elk stedelijk gebied in Europa kent <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk<br />
Gewest een forse toename <strong>van</strong> de verkeersdruk. Deze toestand brengt<br />
de bereikbaarheid, luchtkwaliteit en leefbaarheid <strong>van</strong> <strong>Brussel</strong> in gevaar.<br />
Voor sommige bewoners en bedrijven is dit een reden om uit <strong>Brussel</strong><br />
weg te trekken. Die stadsvlucht verzwakt <strong>het</strong> sociaal-economisch weefsel<br />
<strong>van</strong> <strong>Brussel</strong>.<br />
Sinds mijn aantreden als minister lever ik duidelijke inspanningen om<br />
deze stad aantrekkelijker te maken. Ik ben er<strong>van</strong> overtuigd dat we duidelijke<br />
keuzes moeten maken die <strong>het</strong> autogebruik inperken in <strong>het</strong> belang<br />
<strong>van</strong> iedereen. Die keuzes zijn samen te vatten in de prioriteiten <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
IRIS 2-plan. Dit gewestelijk vervoerplan is gebaseerd op een grondige<br />
actualisering <strong>van</strong> de wetenschappelijke basisgegevens <strong>van</strong> <strong>het</strong> IRIS<br />
1-plan uit 1998. Intussen zijn de mobiliteitsbehoeften in <strong>Brussel</strong> en<br />
omgeving immers sterk geëvolueerd.<br />
Op basis <strong>van</strong> die mobiliteitsgegevens hebben experten scenario’s uitgedokterd<br />
die besproken zijn met een panel <strong>van</strong> bewoners en gebruikers.<br />
Daarna heeft de <strong>Brussel</strong>se regering haar toekomstvisie vastgelegd in een<br />
reeks doelstellingen en complementaire maatregelen voor <strong>het</strong> mobiliteitsbeleid<br />
tot 2015. Dit IRIS 2-plan is een concreet en realistisch actieplan<br />
dat een duurzaam evenwicht nastreeft tussen onze mobiliteitsbehoeften<br />
en de kwaliteit <strong>van</strong> ons woon- en leefmilieu. De maatregelen in dit plan<br />
moeten zonder aarzelen uitgevoerd worden als we <strong>Brussel</strong> sociaal en<br />
economisch willen laten concurreren met andere Europese steden.<br />
In dit opzicht wil ik in eerste instantie de zachte vervoersmodi zoals<br />
fietsen en wandelen bevorderen. Vervolgens moeten we een eersteklas<br />
openbaar vervoer aanbieden dankzij een modern en uitgebreider netwerk<br />
met een vlotte doorstroming en intermodale knooppunten. Onder<br />
meer via carsharing en collectieve taxi’s kunnen we de auto op een meer<br />
rationele manier gebruiken. Daarnaast moet <strong>Brussel</strong> zijn wegennet verder<br />
hiërarchiseren en veiliger inrichten.<br />
Volgens mij is <strong>het</strong> <strong>van</strong> fundamenteel belang dat <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s gewest<br />
een coherent en regulerend parkeerbeleid toepast. Bovendien moeten<br />
we <strong>het</strong> beleid rond mobiliteit en ruimtelijke ordening meer op elkaar<br />
afstemmen. Onze stadswijken in ontwikkeling moeten voorzien worden<br />
<strong>van</strong> een aangepast aanbod <strong>van</strong> openbaar vervoer. Hierbij moeten we de<br />
openbare ruimte radicaal herverdelen. Voorts ga ik voor een realtime<br />
beheer <strong>van</strong> en informatie over mobiliteit. <strong>Brussel</strong> moet ook de logistiek<br />
en <strong>het</strong> goederenvervoer optimaliseren.<br />
Tenslotte moet een verantwoordelijk en efficiënter bestuur alle randvoorwaarden<br />
vervullen om <strong>van</strong> dit IRIS 2-plan en de andere strategische<br />
plannen <strong>van</strong> de regering een succes te maken voor de toekomst <strong>van</strong> deze<br />
stad. Het is nu aan de verschillende overheden, de privésector en de<br />
mensen om samen de prioriteiten <strong>van</strong> dit plan om te zetten in daden. De<br />
toekomst <strong>van</strong> Europa ligt in de steden. Laat ons de mobiliteit heruitvinden<br />
om <strong>van</strong> de hoofdstad <strong>van</strong> Europa een aantrekkelijk, bereikbaar en leefbaar<br />
stadsgewest te maken.<br />
Pascal Smet<br />
Minister <strong>van</strong> <strong>Mobiliteit</strong> en Openbare Werken<br />
PAGINA 3
Voorwoord door<br />
minister Pascal smet<br />
Zoals elk stedelijk gebied in Europa kent <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk<br />
Gewest een forse toename <strong>van</strong> de verkeersdruk. Deze toestand brengt<br />
de bereikbaarheid, luchtkwaliteit en leefbaarheid <strong>van</strong> <strong>Brussel</strong> in gevaar.<br />
Voor sommige bewoners en bedrijven is dit een reden om uit <strong>Brussel</strong><br />
weg te trekken. Die stadsvlucht verzwakt <strong>het</strong> sociaal-economisch weefsel<br />
<strong>van</strong> <strong>Brussel</strong>.<br />
Sinds mijn aantreden als minister lever ik duidelijke inspanningen om<br />
deze stad aantrekkelijker te maken. Ik ben er<strong>van</strong> overtuigd dat we duidelijke<br />
keuzes moeten maken die <strong>het</strong> autogebruik inperken in <strong>het</strong> belang<br />
<strong>van</strong> iedereen. Die keuzes zijn samen te vatten in de prioriteiten <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
IRIS 2-plan. Dit gewestelijk vervoerplan is gebaseerd op een grondige<br />
actualisering <strong>van</strong> de wetenschappelijke basisgegevens <strong>van</strong> <strong>het</strong> IRIS<br />
1-plan uit 1998. Intussen zijn de mobiliteitsbehoeften in <strong>Brussel</strong> en<br />
omgeving immers sterk geëvolueerd.<br />
Op basis <strong>van</strong> die mobiliteitsgegevens hebben experten scenario’s uitgedokterd<br />
die besproken zijn met een panel <strong>van</strong> bewoners en gebruikers.<br />
Daarna heeft de <strong>Brussel</strong>se regering haar toekomstvisie vastgelegd in een<br />
reeks doelstellingen en complementaire maatregelen voor <strong>het</strong> mobiliteitsbeleid<br />
tot 2015. Dit IRIS 2-plan is een concreet en realistisch actieplan<br />
dat een duurzaam evenwicht nastreeft tussen onze mobiliteitsbehoeften<br />
en de kwaliteit <strong>van</strong> ons woon- en leefmilieu. De maatregelen in dit plan<br />
moeten zonder aarzelen uitgevoerd worden als we <strong>Brussel</strong> sociaal en<br />
economisch willen laten concurreren met andere Europese steden.<br />
In dit opzicht wil ik in eerste instantie de zachte vervoersmodi zoals<br />
fietsen en wandelen bevorderen. Vervolgens moeten we een eersteklas<br />
openbaar vervoer aanbieden dankzij een modern en uitgebreider netwerk<br />
met een vlotte doorstroming en intermodale knooppunten. Onder<br />
meer via carsharing en collectieve taxi’s kunnen we de auto op een meer<br />
rationele manier gebruiken. Daarnaast moet <strong>Brussel</strong> zijn wegennet verder<br />
hiërarchiseren en veiliger inrichten.<br />
Volgens mij is <strong>het</strong> <strong>van</strong> fundamenteel belang dat <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s gewest<br />
een coherent en regulerend parkeerbeleid toepast. Bovendien moeten<br />
we <strong>het</strong> beleid rond mobiliteit en ruimtelijke ordening meer op elkaar<br />
afstemmen. Onze stadswijken in ontwikkeling moeten voorzien worden<br />
<strong>van</strong> een aangepast aanbod <strong>van</strong> openbaar vervoer. Hierbij moeten we de<br />
openbare ruimte radicaal herverdelen. Voorts ga ik voor een realtime<br />
beheer <strong>van</strong> en informatie over mobiliteit. <strong>Brussel</strong> moet ook de logistiek<br />
en <strong>het</strong> goederenvervoer optimaliseren.<br />
Tenslotte moet een verantwoordelijk en efficiënter bestuur alle randvoorwaarden<br />
vervullen om <strong>van</strong> dit IRIS 2-plan en de andere strategische<br />
plannen <strong>van</strong> de regering een succes te maken voor de toekomst <strong>van</strong> deze<br />
stad. Het is nu aan de verschillende overheden, de privésector en de<br />
mensen om samen de prioriteiten <strong>van</strong> dit plan om te zetten in daden. De<br />
toekomst <strong>van</strong> Europa ligt in de steden. Laat ons de mobiliteit heruitvinden<br />
om <strong>van</strong> de hoofdstad <strong>van</strong> Europa een aantrekkelijk, bereikbaar en leefbaar<br />
stadsgewest te maken.<br />
Pascal Smet<br />
Minister <strong>van</strong> <strong>Mobiliteit</strong> en Openbare Werken<br />
PAGINA 3
➧ de logistiek en de verdeling <strong>van</strong> goederen optimaliseren. Zij vormen<br />
immers <strong>het</strong> hart <strong>van</strong> de gewestelijke economische ontwikkeling;<br />
➧ de ‘governance’ verbeteren, zodat de optimale omstandigheden ontstaan<br />
om <strong>het</strong> IRIS 2-plan te doen slagen.<br />
In <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de hierboven opgesomde prioriteiten schuift <strong>het</strong> Plan<br />
concrete voorstellen naar voren. Sommige daar<strong>van</strong> behoren niet alleen<br />
tot de verantwoordelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> Gewest. Het Plan kan in zijn geheel<br />
immers pas worden gerealiseerd en ingevoerd als talrijke partijen uit de<br />
openbare en de privésector zich daarvoor inzetten. Dit geldt zowel voor<br />
de invoering als voor de financiering <strong>van</strong> <strong>het</strong> plan. Sommige investeringen<br />
zijn zwaar, maar ook onmisbaar als we <strong>het</strong> Gewest bereikbaar willen<br />
houden, de mobiliteit <strong>van</strong> de <strong>Brussel</strong>aars willen verbeteren en onze verplichtingen<br />
willen nakomen op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de beperking <strong>van</strong> de uitstoot<br />
<strong>van</strong> broeikasgassen.<br />
Het <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest doet daarom niet alleen een beroep<br />
op al zijn partners, alle partijen die betrokken zijn bij <strong>het</strong> vervoersvraagstuk<br />
evenals de federale overheid en de andere gewesten, maar ook op<br />
alle burgers. Samen kunnen we op basis <strong>van</strong> de prioriteiten <strong>van</strong> dit Plan<br />
een gemeenschappelijke visie uitwerken over de mobiliteit in <strong>Brussel</strong>.<br />
Alleen met een samenhangende en gemeenschappelijke aanpak zal de<br />
mobiliteit in <strong>het</strong> Gewest ten gunste <strong>van</strong> iedereen op lange termijn kunnen<br />
worden verzekerd in een leefbare omgeving.<br />
PAGINA 5
1<br />
Het GewesteliJK<br />
V erVoerPlan,<br />
een toeKomstV isie<br />
de aanPaK Van<br />
Het GewesteliJK VerVoerPlan<br />
Net zoals alle grote Europese metropolen stelde <strong>Brussel</strong> de afgelopen<br />
jaren een gewestelijk vervoerplan op. Dit plan kreeg de naam IRIS-plan<br />
en werd in 1998 voorgesteld. Het werd omschreven als een strategisch<br />
mobiliteitsplan waarin de volgende elementen werden opgenomen:<br />
➧ alle vervoermiddelen;<br />
➧ de economische en stedenbouwkundige ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> Gewest<br />
en zijn hinterland;<br />
➧ de criteria <strong>van</strong> een duurzame ontwikkeling en dan meer bepaald de eisen<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> Verdrag <strong>van</strong> Kyoto en de concrete vertaling daar<strong>van</strong> voor<br />
<strong>het</strong> Gewest.<br />
Concreet vormt <strong>het</strong> plan <strong>het</strong> mobiliteitsluik <strong>van</strong> <strong>het</strong> Gewestelijk Ontwikkelingsplan<br />
(GewOP) op basis <strong>van</strong> ambitieuze keuzen ingebed in een logica<br />
<strong>van</strong> duurzame ontwikkeling:<br />
➧ de bereikbaarheid verzekeren, zodat iedereen op een behoorlijke manier<br />
kan deelnemen aan de verschillende economische, sociale en culturele<br />
functies <strong>van</strong> <strong>het</strong> Gewest;<br />
➧ de mobiliteit op een duurzame manier beheren: de overhand <strong>van</strong> de<br />
auto beperken door alternatieve vervoermiddelen te promoten en de<br />
vraag naar gemotoriseerde verplaatsingen doen afnemen;<br />
Gewestelijk ontwikkelingsplan<br />
Het GewOP werd opgesteld op<br />
basis <strong>van</strong> een analyse <strong>van</strong> de stad en<br />
traceert de ontwikkelingsmogelijkheden<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> Gewest op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong><br />
levenskwaliteit, duurzame ontwikkeling,<br />
solidariteit en respect voor de<br />
meervoudige identiteit.<br />
PAGINA 7
➧ de levenskwaliteit garanderen, zowel op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de leefomgeving<br />
en <strong>het</strong> milieu als op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de veiligheid en de rust <strong>van</strong> alle <strong>Brussel</strong>aars.<br />
Het eerste plan – IRIS 1 – dat in 1998 door de gewestregering werd<br />
goedgekeurd, had <strong>het</strong> jaar 2005 als streefdoel vooropgesteld en was<br />
gebaseerd op de gegevens die tussen 1991 en 1993 op <strong>het</strong> terrein waren<br />
verzameld. Bij <strong>het</strong> updaten <strong>van</strong> <strong>het</strong> IRIS-plan (met <strong>het</strong> jaar 2015 als<br />
nieuwe deadline) moesten die gegevens worden geactualiseerd. Daarin<br />
diende niet alleen rekening gehouden te worden met de recente evolutie<br />
<strong>van</strong> de socio-economische factoren die de vraag naar verplaatsingen beinvloeden,<br />
maar ook met de aanzienlijke vertragingen die waren opgelopen<br />
bij de invoering <strong>van</strong> IRIS 1 en <strong>het</strong> parkeerbeleid en <strong>het</strong> GEN in <strong>het</strong><br />
bijzonder. IRIS 2 is dan ook een update en ligt in de lijn <strong>van</strong> de filosofie<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> IRIS-plan <strong>van</strong> 1998. Maar <strong>het</strong> oorspronkelijke plan kreeg in zijn<br />
geactualiseerde versie wel een nieuw elan.<br />
Voor de uitwerking <strong>van</strong> IRIS 2 vertrouwde <strong>het</strong> Gewest een studieopdracht<br />
toe aan <strong>het</strong> studiebureau STRATEC-Aménagement. Dit bureau<br />
werkte voor die opdracht nauw samen met een begeleidingscomité samengesteld<br />
uit vertegenwoordigers <strong>van</strong> de minister <strong>van</strong> <strong>Mobiliteit</strong>, de<br />
minister-president, de minister <strong>van</strong> Milieu, <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk<br />
Gewest, de Directie Strategie <strong>van</strong> Mobiel <strong>Brussel</strong> (BUV), <strong>het</strong> Bestuur<br />
Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, Leefmilieu <strong>Brussel</strong> en de MIVB.<br />
Er werden ook drie werkgroepen samengesteld rond specifieke thema’s:<br />
wegen, openbaar vervoer, milieu en goederen.<br />
onze toeKomstiGe<br />
VerVoermiddelen beGriJPen<br />
<strong>Mobiliteit</strong> hangt nauw samen met onze levenswijzen. Als <strong>het</strong> Plan een<br />
vooruitzicht tegen <strong>het</strong> jaar 2015 wil vastleggen, moet <strong>het</strong> rekening houden<br />
met voorspelbare maatschappelijke evoluties zoals:<br />
➧ de groei <strong>van</strong> de bevolking, meer bepaald de categorie jongeren, en de<br />
gevolgen daar<strong>van</strong> op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> <strong>het</strong> schoolbezoek;<br />
PAGINA 8<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - HET GEWESTELIjK VERVOERPLAN, EEN TOEKOMSTVISIE
➧ de groei <strong>van</strong> de werkgelegenheid ten gevolge <strong>van</strong> de economische<br />
ontwikkeling binnen de GEN-zone;<br />
➧ de daling <strong>van</strong> de werktijd op kantoor, gekoppeld aan soepeler uurroosters<br />
voor de werknemers en de verdere ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> telewerken;<br />
➧ de verhuizing <strong>van</strong> de activiteiten en de gezinnen;<br />
➧ de evolutie <strong>van</strong> de prijzen <strong>van</strong> de brandstoffen en <strong>het</strong> vooruitzicht op<br />
termijn <strong>van</strong> een daling <strong>van</strong> de productie <strong>van</strong> fossiele brandstoffen.<br />
Gen-zone<br />
Het volledige grondgebied waarvoor<br />
de uitbreiding <strong>van</strong> <strong>het</strong> gewestelijk<br />
expresnet geldt. Deze zone omvat<br />
<strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest,<br />
samen met de 1 ste en 2 de periferie,<br />
namelijk 135 gemeenten.<br />
BOOM<br />
PUURS<br />
DUFFEL<br />
ZOTTEGEM<br />
LESSINES<br />
WETTEREN<br />
ZELE DENDERMONDE<br />
AALST<br />
NINOVE<br />
GERAARDSBERGEN<br />
ENGHIEN<br />
TERNAT<br />
ASSE<br />
MECHELEN<br />
LONDERZEEL<br />
WILLEBROEK<br />
DILBEEK<br />
WEMMEL<br />
ZELLIK<br />
DROGENBOS<br />
GRIMBERGEN<br />
VILVOORDE<br />
LINKEBEEK<br />
SINT PIETERS-LEEUW<br />
BEERSEL<br />
SINT GENESIUS RODE<br />
HALLE WATERLOO<br />
TUBIZE<br />
BRAINE L’ALLEUD<br />
MACHELEN<br />
ZAVENTEM<br />
2 e de Périphérie Periferie<br />
KRAAINEM<br />
BRUSSELS<br />
WEZEMBEEK-OPEM<br />
WEZEMBEEK-OPPEM<br />
HOOFDSTEDELIJK<br />
GEWEST<br />
TERVUREN<br />
1 re ste Périphérie Periferie<br />
WAVRE<br />
OTTIGNIES<br />
LEUVEN<br />
Zone<br />
GEN RER<br />
Kaart <strong>Brussel</strong>, IRIS 1,<br />
GEN-zone<br />
BHG = 19 gemeenten<br />
+ 33 gemeenten<br />
<strong>van</strong> de ring <strong>van</strong> de 1 ste Periferie*<br />
+ 83 gemeenten<br />
<strong>van</strong> de ring <strong>van</strong> de 2 de Periferie<br />
= GEN-zone<br />
BRAINE-LE-COMTE<br />
SOIGNIES<br />
NIVELLES<br />
Stadszone <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest<br />
Andere stadszones<br />
Economisch knooppunt<br />
Stad<br />
Het IRIS 2-plan is dan ook <strong>het</strong> resultaat <strong>van</strong> een kaderstudie gebaseerd<br />
op een reeks meer gerichte studies die verschillende aspecten <strong>van</strong> de<br />
mobiliteit op een systematische manier geanalyseerd hebben: motieven<br />
en frequentie <strong>van</strong> verplaatsingen, criteria bij de keuze <strong>van</strong> <strong>het</strong> vervoermiddel,<br />
staat en gebruiksniveau <strong>van</strong> <strong>het</strong> wegennet… Die studie werd <strong>van</strong><br />
april 2002 tot augustus 2003 uitgevoerd. Tijdens deze fase kon de<br />
staat <strong>van</strong> de gewestelijke mobiliteit in 2015 worden gedefinieerd, met of<br />
zonder GEN en alleen rekening houdend met de invoering <strong>van</strong> de beslissingen<br />
die intussen al waren genomen (trendmatig scenario).<br />
* Het IRIS 1 plan beschouwde <strong>het</strong> BHG en<br />
de 33 gemeenten <strong>van</strong> de eerste periferie<br />
(in totaal 52 gemeenten) als de studiezone.<br />
trendmatig scenario<br />
Situatie <strong>van</strong> de gewestelijke mobiliteit<br />
in 2015, rekening houdend met de uitvoering<br />
<strong>van</strong> de maatregelen voorzien<br />
voor IRIS 1.<br />
Het modelvormingsproces dat toen werd ingevoerd, liet ons vervolgens<br />
toe om nauwkeurig <strong>het</strong> potentiële effect te evalueren <strong>van</strong> de maatregelen<br />
die moesten worden genomen om onze doelstellingen te bereiken. Het<br />
was vooral belangrijk om de modale verschuiving tijdens de ochtendspits<br />
ten gevolge <strong>van</strong> de verschillende maatregelen te kunnen meten. Hierbij<br />
hielden we rekening met de effecten <strong>van</strong> de inrichting <strong>van</strong> infrastructuur<br />
op de keuze <strong>van</strong> de lokalisatie door gezinnen en ondernemingen. Met behulp<br />
<strong>van</strong> de modelvorming konden we de impact meten <strong>van</strong> de verschilbelanG<br />
Van de modelVorminG<br />
PAGINA 9
➧ 1. Het modelvormingsproces wordt in bijlage<br />
1 uitgelegd.<br />
lende beschouwde maatregelen op <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer<br />
en de eigen wagen 1 . Door de meest doeltreffende maatregelen naar<br />
voren te schuiven, konden verschillende opeenvolgende voluntaristische<br />
scenario’s worden opgesteld (<strong>van</strong> 2004 tot 2006). Het plan vloeide<br />
voort uit die scenario’s.<br />
beroeP oP de burGerzin<br />
Naast <strong>het</strong> werk <strong>van</strong> de wetenschappers en de experts werd ook een burgerpanel<br />
rond <strong>het</strong> Gewestelijk Vervoerplan opgericht. Dat panel werd<br />
samengesteld door burgers die representatief waren voor een zo groot<br />
mogelijke diversiteit <strong>van</strong> de gebruikers in <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Gewest. Het panel<br />
kreeg de opdracht om aan de hand <strong>van</strong> ‘sociale vaardigheden’ de<br />
overwegingen <strong>van</strong> de beleidsmakers aan te vullen en een wisselwerking<br />
op gang te brengen tussen burgers en politici. Het panel kwam uiteindelijk<br />
naar buiten met een doordacht en met argumenten onderbouwd<br />
niet-technocratisch advies waarmee de beleidsmakers een nog duidelijker<br />
zicht kregen op de zaak. De activiteiten <strong>van</strong> <strong>het</strong> panel vormden ook<br />
een gelegenheid om <strong>het</strong> publieke debat over de gewestelijke mobiliteit te<br />
openen en te voeden.<br />
oPenbaar onderzoeK<br />
➧ 2. Het GBP omvat wat de kaarten betreft<br />
enkel de belangrijkste verbindingswegen,<br />
met name:<br />
– <strong>het</strong> hoofdwegennet: autosnelwegen, metropool-<br />
en hoofdwegen.<br />
– <strong>het</strong> regionale fietsnetwerk.<br />
– <strong>het</strong> hoofdnetwerk <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer:<br />
spoorlijnen, routes <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar<br />
vervoer op een onafhankelijke site<br />
(metro, premetro).<br />
De <strong>Mobiliteit</strong>skaarten <strong>van</strong> IRIS 2 zullen dus<br />
uit twee luiken moeten bestaan:<br />
– een hoofdluik op <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> <strong>het</strong> GBP<br />
om bij de volgende revisie er<strong>van</strong>, kaarten<br />
5 en 6 <strong>van</strong> <strong>het</strong> GBP te ver<strong>van</strong>gen.<br />
– een bijkomend luik dat de andere transportlijnen<br />
omvat (waaronder de tramlijnen)<br />
die slechts binnen <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> strategisch plan IRIS 2 zullen worden<br />
gedefinieerd.<br />
Met dit samenvattende document komt <strong>het</strong> IRIS 2-plan in een cruciale<br />
fase terecht vóór zijn goedkeuring: de fase <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar onderzoek.<br />
Nu krijgen alle burgers de kans om zich dit project eigen te maken en er<br />
commentaar op te leveren of er suggesties over te doen. Het gaat hier<br />
niet alleen om een totaalaanpak aan te bieden en prioritaire acties te omschrijven<br />
om de druk <strong>van</strong> <strong>het</strong> autoverkeer te beperken, maar ook om strategische<br />
keuzen. Verschillende regionale instanties zullen ook worden<br />
uitgenodigd om hierover een advies uit te brengen, en dan waaronder de<br />
gemeenten, <strong>het</strong> Parlement, de Economische en Sociale Raad en Leefmilieu<br />
<strong>Brussel</strong>. De administratie en de Gewestelijke <strong>Mobiliteit</strong>scommissie<br />
zullen vervolgens die bijdragen centraliseren, analyseren en gebruiken<br />
bij de opmaak <strong>van</strong> de uiteindelijke versie <strong>van</strong> <strong>het</strong> Plan.<br />
Na goedkeuring zal <strong>het</strong> Gewestelijk Vervoerplan <strong>het</strong> strategische kader<br />
<strong>van</strong> de openbare interventies <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest<br />
afbakenen. Want hoewel <strong>het</strong> IRIS-plan geen reglementair karakter heeft<br />
met betrekking tot zijn voorschriften, is <strong>het</strong> wel een document dat de<br />
gewestelijke en gemeentelijke overheden niet links kunnen laten liggen<br />
bij alles wat <strong>van</strong> dichtbij of <strong>van</strong> ver te maken heeft met mobiliteit. Het<br />
plan zal de nodige impulsen geven en <strong>het</strong> kader vastleggen waarbinnen<br />
de verplaatsingen in <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Gewest in een aantrekkelijk en efficiënt<br />
systeem kunnen worden georganiseerd.<br />
De kaarten met de belangrijkste verkeerswegen zullen in de plaats<br />
komen <strong>van</strong> de kaarten <strong>van</strong> <strong>het</strong> GBP (Gewestelijk Bestemmingsplan) en<br />
zullen dan ook op termijn een reglementaire waarde 2 hebben.<br />
PAGINA 10<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - HET GEWESTELIjK VERVOERPLAN, EEN TOEKOMSTVISIE
diaGnose Van een<br />
uitdaGinG Voor Het brussels<br />
HooFdstedeliJK Gewest<br />
Dit metrostel vervoert meer passagiers<br />
dan de file aan de linkerkant.<br />
iris 1,<br />
een GedeelteliJKe toePassinG<br />
In 1998 keurde de regering <strong>het</strong> eerste Gewestelijk Vervoerplan (of IRISplan)<br />
na zes jaar werk goed. Dit plan legde voor de eerste keer een globale<br />
strategie en een interventiekader op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de mobiliteit tegen<br />
<strong>het</strong> jaar 2005 vast. De inzet was in ieder geval erg groot. Het kwam er<br />
immers op aan om de toekomst <strong>van</strong> <strong>Brussel</strong> te verzekeren door mobiliteit,<br />
concurrentiekracht en gewestelijke ontwikkeling met elkaar te verzoenen.<br />
Bijna tien jaar later blijft de trendmatige mobiliteit in <strong>het</strong> Gewest<br />
erg onrustwekkend. Ook al doordat bepaalde belangrijke maatregelen<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> IRIS 1-plan niet werden ingevoerd, terwijl de behoeften op <strong>het</strong><br />
vlak <strong>van</strong> de mobiliteit intussen sterk zijn toegenomen. Resultaat: op basis<br />
<strong>van</strong> de huidige toestand zijn de vooruitzichten voor 2015 op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong><br />
de verplaatsingen vrij alarmerend. 3<br />
Het Gewestelijk Vervoerplan had in 1998 zes strategische assen<br />
vastgelegd om de druk <strong>van</strong> <strong>het</strong> autoverkeer te verlichten en zowel de<br />
levenskwaliteit als de verplaatsingskwaliteit <strong>van</strong> alle gebruikers in <strong>Brussel</strong><br />
te verbeteren. Nu dit Plan wordt geactualiseerd, is de tijd gekomen<br />
om een balans op te maken:<br />
Gewestelijk Vervoerplan<br />
of iris-plan<br />
Op basis <strong>van</strong> een analyse <strong>van</strong> de<br />
huidige situatie en trends m.b.t. de<br />
mobiliteit in <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk<br />
Gewest, legt <strong>het</strong> plan bepaalde<br />
tendensen vast en stelt <strong>het</strong> voor alle<br />
transportmiddelen bepaalde maatregelen<br />
voor. Het eerste plan werd<br />
opgesteld in 1998.<br />
Zijn actualisering is <strong>het</strong> onderwerp <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> plan IRIS 2.<br />
➧ 3. Dit trendmatige scenario tegen 2015<br />
wordt op een gedetailleerde manier beschreven<br />
in de publicatie 'Stand <strong>van</strong> zaken<br />
<strong>van</strong> de mobiliteit in <strong>Brussel</strong>' (april 2006).<br />
De gegevens <strong>van</strong> deze publicatie zijn ook<br />
beschikbaar op de site www.iris2.irisnet.<br />
be.<br />
PAGINA 11
as i iris 1:<br />
de coHerente ruimteliJKe ordeninG<br />
Vijfhoek<br />
Het stadscentrum <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s<br />
Hoofdstedelijk Gewest,<br />
gelegen binnen de Kleine Ring.<br />
IRIS 1 had duidelijk gesteld dat een planningbeleid moest worden gevoerd<br />
op basis <strong>van</strong> de bereikbaarheid <strong>van</strong> de werkplaatsen en <strong>het</strong> mobiliteitsprofiel<br />
<strong>van</strong> de ondernemingen. Het Gewestelijk Bestemmingsplan<br />
(GBP), dat in 2001 <strong>van</strong> kracht werd en als referentieplan voor de ruimtelijke<br />
ordening werd beschouwd, slaagde er echter niet in om dit streven<br />
te versterken naar een verdichting <strong>van</strong> de zones die door <strong>het</strong> openbaar<br />
vervoer goed worden bediend. Het GBP moedigde evenmin de vestiging<br />
<strong>van</strong> kantoren in die zones (met name in de Vijfhoek) aan.<br />
as ii iris 1:<br />
de Promotie Van de zacHte VerVoermiddelen<br />
(VoetGanGers, aanGename oPenbare ruimte, Fiets)<br />
Er is veel achterstand opgelopen met de aanleg <strong>van</strong> fietspaden. Dit is een<br />
gevolg <strong>van</strong> de lange administratieve procedures en <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebrek aan<br />
personeel om de werven uit te voeren. Met betrekking tot de personen<br />
met beperkte mobiliteit legt de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening,<br />
die op 21 november 2006 door de regering werd goedgekeurd,<br />
voortaan regels en criteria voor een goede bereikbaarheid vast. Op <strong>het</strong><br />
terrein omvatten de nieuwe inrichtingen systematisch voorzieningen voor<br />
slechtzienden en mensen in een rolstoel. De metrostations werden zelfs<br />
sneller aangepast dan voorzien. De Staten-Generaal <strong>van</strong> de Verkeersveiligheid<br />
en zijn evaluatieproces werden op <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> <strong>het</strong> Gewest<br />
geïntroduceerd. Er werden voor <strong>het</strong> volledige gewestelijke grondgebied<br />
bedrijfsvervoerplannen opgelegd voor ondernemingen met meer dan<br />
200 werknemers op eenzelfde site. Op die manier wou men de duurzame<br />
vervoermodi promoten.<br />
as iii iris 1: de aanPassinG Van Het oPenbaar VerVoer<br />
commerciële snelheid<br />
Gemiddelde snelheid <strong>van</strong> een lijn<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer, rekening<br />
houdend met de stilstandtijden aan de<br />
haltes.<br />
➧ 4. In tegenstelling tot wagens, die na<br />
enkele weken al beschikbaar zijn, kunnen<br />
trams en metrostellen pas in dienst worden<br />
genomen na voorafgaande studies, technische<br />
definities, termijnen voor <strong>het</strong> indienen<br />
<strong>van</strong> offertes en erg lange constructie- en<br />
testtermijnen: dit hele proces neemt ongeveer<br />
5 jaar in beslag.<br />
➧ 5. Begunstigden <strong>van</strong> de verhoogde tegemoetkoming<br />
onder <strong>het</strong> WIGW-statuut:<br />
weduwen, invaliden, gepensioneerden en<br />
wezen.<br />
Het Gewest wilde door de ontwikkeling <strong>van</strong> nieuwe bovengrondse lijnen<br />
en metrolijnen de commerciële snelheid, de frequentie, de capaciteit<br />
en <strong>het</strong> net <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer verbeteren. Met de aanleg <strong>van</strong><br />
die nieuwe lijnen is men intussen al begonnen. Er werden talrijke eigen<br />
banen voor bussen en trams aangelegd. Maar de snelheid <strong>van</strong> die voertuigen<br />
wordt door de toename <strong>van</strong> de verkeersdichtheid toch nog altijd<br />
afgeremd op de plaatsen die nog niet zijn ingericht. Ook de verkeerslichtenbeïnvloeding<br />
door <strong>het</strong> openbaar vervoer is nog niet operationeel.<br />
De uitbreiding <strong>van</strong> de metro naar Erasmus en Delacroix is intussen operationeel<br />
en de lusverbinding <strong>van</strong> de kleine ring zal begin 2009 een feit<br />
zijn. In 2001 werd ook een globaal programma geïntroduceerd voor de<br />
verhoging <strong>van</strong> de capaciteit <strong>van</strong> de metro’s, trams en bussen. De effecten<br />
<strong>van</strong> dat plan zijn intussen stilaan merkbaar 4 . Op heel wat lijnen werd de<br />
frequentie tijdens de daluren opgetrokken. Op de vijf belangrijkste lijnen<br />
werd de frequentie ’s avonds verhoogd.<br />
Op federaal niveau werd een derdebetalersysteem ingevoerd. Hierbij<br />
wordt 20% aan openbare subsidies toegekend voor alle ondernemingen<br />
die bereid zijn om 80% <strong>van</strong> de prijs <strong>van</strong> de abonnementen <strong>van</strong> hun werknemers<br />
bij de NMBS en de MIVB te financieren.<br />
Overigens financiert <strong>het</strong> Gewest de voorkeurstarieven <strong>van</strong> de MIVB<br />
voor de WIGW-klanten 5 en <strong>het</strong> gratis vervoer voor kinderen jonger dan<br />
12 jaar, mensen ouder dan 65 jaar, personen die een leefloon ont<strong>van</strong>gen<br />
en werkzoekenden voor hun verplaatsingen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> een sollici-<br />
PAGINA 12<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - DIAGNOSE VAN EEN UITDAGING VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIjK GEWEST
tatiegesprek. Net zoals in andere steden die goed scoren op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong><br />
duurzame mobiliteit, voerde <strong>het</strong> Gewest <strong>het</strong> Cambio-project voor autodelen<br />
in om de afhankelijkheid <strong>van</strong> de personenwagen te verminderen.<br />
km/u<br />
20<br />
Tram<br />
Bus<br />
Evolutie <strong>van</strong> de commerciële<br />
snelheid <strong>van</strong> de bus en de tram<br />
in functie <strong>van</strong> de jaren<br />
15<br />
10<br />
17,0<br />
18,8<br />
17,0<br />
18,8<br />
17,0<br />
18,6<br />
16,9<br />
18,4<br />
16,8<br />
18,0<br />
16,9<br />
18,0<br />
16,7<br />
17,9<br />
17,0<br />
18,0<br />
17,1<br />
17,9<br />
17,1<br />
17,6<br />
5<br />
0<br />
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005<br />
as iV iris 1:<br />
de uitwerKinG Van een ParKeerbeleid<br />
Met <strong>het</strong> Plan probeerde <strong>het</strong> Gewest ook om <strong>het</strong> parkeeraanbod onder<br />
controle te houden en de capaciteiten voor langparkeren aanzienlijk te<br />
verminderen. Deze bepaling werd aangevuld door de aanleg <strong>van</strong> transitparkeerterreinen<br />
en de reglementering <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal parkeerplaatsen<br />
<strong>van</strong> kantoorgebouwen bij nieuwbouw. Vóór 2005 konden op dit<br />
vlak zeer weinig realisaties worden genoteerd, behalve in Etterbeek, Oudergem<br />
en de stad <strong>Brussel</strong>. De invoering <strong>van</strong> een gewestelijke parkeerstructuur<br />
is sinds 2007 aan de gang. Op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de aanleg <strong>van</strong><br />
transitparkeerterreinen werden voor vier parkeerterreinen uitbreidingsstudies<br />
uitgevoerd. Voor de aanleg er<strong>van</strong> is er tot nog toe geen financiering<br />
voorhanden. Over de reglementering <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal parkeerplaatsen<br />
voor kantoren bij nieuwbouwprojecten werd in 2003 een rondzendbrief<br />
opgesteld, die in 2006 in de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening<br />
(GSV) werd opgenomen.<br />
as V iris 1: de inVoerinG<br />
Van de sPecialisatie Van de oPenbare weGen<br />
De specialisatie <strong>van</strong> de openbare wegen, die <strong>het</strong> doorgaand verkeer<br />
in de woonwijken moet terugdringen, is een delicate oefening, waarbij<br />
men rekening moet houden met de druk en de flexibiliteit <strong>van</strong> de wagens.<br />
Omwille <strong>van</strong> de verschuivingseffecten naar naburige openbare wegen<br />
en vooral naar assen die door bussen en trams worden gebruikt en de<br />
beperkte budgetten die daarvoor beschikbaar waren, kwamen hiervoor<br />
slechts bepaalde zones in aanmerking 6 .<br />
Eind 2006 was 23% <strong>van</strong> de gemeentelijke wegen <strong>van</strong> <strong>het</strong> wijkwegennet<br />
omgevormd tot zones 30. Die omvormingen, door middel <strong>van</strong> fysieke en<br />
reglementaire maatregelen die de snelheid naar beneden moeten brengen,<br />
gingen echter niet voldoende gepaard met verkeersplannen die <strong>het</strong> verkeer<br />
afraadden (lusparcours, omgekeerd eenrichtingsverkeer,…). Het Gewest<br />
voorzag hiervoor weliswaar incentives (cofinanciering <strong>van</strong> de plannen voor<br />
zone 30 en GMP, subsidies via <strong>het</strong> mechanisme <strong>van</strong> de gesubsidieerde<br />
werken), maar de vooruitgang die hierbij wordt geboekt, is te beperkt.<br />
De Gemeentelijke <strong>Mobiliteit</strong>splannen,die sinds 2002 geleidelijk aan<br />
werden ingevoerd, zouden een bredere visie moeten toelaten, waarbij<br />
rekening wordt gehouden met die parameters.<br />
PAGINA 13
Kaart <strong>van</strong> de zones 30 (2006)<br />
Bron: BUV<br />
uitgevoerde zones 30 km/u<br />
voetgangerszone<br />
residentiële zones of zones 20 km/u<br />
➧ 6. Op de kaart met alle openbare wegen die<br />
tot zone 30 werden omgevormd, krijgt u een<br />
zicht op de vooruitgang die intussen werd geboekt.<br />
Toch moet er nog een hele weg worden<br />
afgelegd voor we onze doelstelling bereiken.<br />
PAGINA 14<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - DIAGNOSE VAN EEN UITDAGING VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIjK GEWEST
Totale lengte <strong>van</strong> <strong>het</strong> wegennet % zones 30 in december 2005 % zones 30 in december 2006<br />
Anderlecht<br />
Etterbeek<br />
Ganshoren<br />
Molenbeek<br />
Ukkel<br />
119,560<br />
18,311 (15,3%)<br />
38,400<br />
17,947 (46,7%)<br />
20,720<br />
4,867 (23,5%)<br />
7,982<br />
61,850<br />
(12,9%)<br />
123,620<br />
13,723 (11,1%)<br />
18,311 (15,3%)<br />
18,754 (48,8%) 7,689 (37,1%)<br />
13,590 (22,0%)<br />
17,924 (14,5%)<br />
Oudergem<br />
Evere<br />
Elsene<br />
Sint-Gillis<br />
48,400<br />
20,192 (41,7%)<br />
40,870<br />
16,784 (41,1%) 0,980<br />
66,980<br />
(1,5%)<br />
32,170<br />
10,289 (32,0%)<br />
20,192 (41,7%)<br />
19,146 (46,8%) 0,980 (1,5%)<br />
10,289 (32,0%)<br />
Watermaal-Bosvoorde<br />
55,980<br />
9,513 (17,0%)<br />
9,513 (17,0%)<br />
Berchem<br />
Vorst<br />
Jette<br />
Sint-Joost<br />
Sint-Lambrechts-Woluwe<br />
26,880<br />
5,349 (19,9%)<br />
42,300<br />
0,080 (0,2%)<br />
45,160<br />
24,985 (55,3%)<br />
17,960<br />
0,500 (2,8%)<br />
63,200<br />
18,184 (28,8%)<br />
8,590 (32,0%)<br />
0,080 (0,2%)<br />
41,455 (91,8%) 0,760 (4,2%)<br />
19,249 (30,5%)<br />
<strong>Brussel</strong><br />
Koekelberg<br />
Schaarbeek<br />
Sint-Pieters-Woluwe<br />
248,670<br />
15,590<br />
78,490<br />
75,930<br />
17,056 (6,9%)<br />
1,269 (8,1%)<br />
8,865 (11,3%)<br />
21,490 (28,3%)<br />
17,056 (6,9%)<br />
1,269 (8,1%)<br />
23,640 (30,1%)<br />
30,021 (39,5%)<br />
Totaal Gewest :<br />
1 222,73 km<br />
218,37 km (17,86%)<br />
278,498 km (22,8%)<br />
as Vi iris 1:<br />
de ontwiKKelinG Van Het Gen<br />
Het realisatieproces werd uitgevoerd in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> een reeks opeenvolgende<br />
akkoorden tussen de Staat en de drie Gewesten. De betrokken<br />
partijen maakten hierbij afspraken over de gedeeltelijke financiering<br />
(GEN-fonds), de planning <strong>van</strong> de werkzaamheden (meerjarenplan<br />
2001-2012 <strong>van</strong> de NMBS), de bestelling <strong>van</strong> specifiek rollend materieel<br />
en de invoering <strong>van</strong> een pilootstructuur voor de invoering (GEN-overeenkomst<br />
<strong>van</strong> 2003). In 1999 werden de eerste stedenbouwkundige<br />
attesten afgeleverd voor de lijn 161 en de Schuman-josafattunnel. Dit<br />
leidde echter nog niet meteen tot de uitvoering <strong>van</strong> de nodige werkzaamheden.<br />
Voor bepaalde stukken werd tot op de dag <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag nog geen<br />
vergunning ont<strong>van</strong>gen 7 .<br />
Intussen is op dit vlak al meer dan 10 jaar vertraging opgelopen.<br />
wat was de imPact<br />
Van de maatreGelen Van Het iris 1-Plan?<br />
In 2001 noteerde men tijdens de ochtendspits (7u - 9u) minder verplaatsingen<br />
met de wagen dan wat IRIS 1 in zijn trendmatige verwachtingen<br />
had voorzien. Toch liggen die cijfers nog ver af <strong>van</strong> <strong>het</strong> resultaat waarop<br />
men in <strong>het</strong> voluntaristische scenario had gehoopt. Dat is waarschijnlijk<br />
toe te schrijven aan <strong>het</strong> feit dat <strong>het</strong> parkeerbeleid slechts gedeeltelijk<br />
werd ingevoerd en dat te weinig mensen de overstap hebben gemaakt<br />
naar de fiets.<br />
Voor <strong>het</strong> binnenkomende wagenverkeer in <strong>het</strong> Gewest lijkt de toestand<br />
in 2001 tussen 7u en 9u beter dan wat in <strong>het</strong> voluntaristische scenario<br />
<strong>van</strong> IRIS 1 werd voorspeld. En dat terwijl <strong>het</strong> GEN nog altijd niet bestaat.<br />
De studie heeft wel aangetoond dat er een sterke stijging is tussen 6u en<br />
7u en tussen 9u en 10u ’s morgens. De ochtendspits strekt zich voortaan<br />
dus uit <strong>van</strong> 6u tot 10u. Op die manier hopen de automobilisten de moeilijke<br />
bereikbaarheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> Gewest tijdens de hyperspits op te <strong>van</strong>gen.<br />
Stand <strong>van</strong> zaken zones 30<br />
Het <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest<br />
telt 1.222 km gemeentewegen voor<br />
<strong>het</strong> plaatselijke verkeer. In december<br />
2006 was 22,8% <strong>van</strong> dit wijknet<br />
in zones 30 of voetgangerszones<br />
omgevormd.<br />
Bron : BUV<br />
➧ 7. Stand <strong>van</strong> zaken voor de belangrijkste<br />
procedures voor de aanvraag <strong>van</strong><br />
stedenbouwkundige vergunningen op<br />
01/07/2008:<br />
– lijn 50A Aalst-Zuid: SV verwacht voor<br />
10/2008.<br />
– lijn 161 Namen-Watermaal-Schuman:<br />
SV toegekend in 1/2008. Beroep in behandeling.<br />
– lijn 124 Charleroi-Moensberg-Zuid: SV<br />
uitgereikt in 3/2008. Beroep in behandeling.<br />
– Diabolo (4 de terugkeertak naar <strong>Brussel</strong>):<br />
SV verwacht voor 11/2008.<br />
PAGINA 15
Verplaatsingen met<br />
de personenauto in verhouding tot<br />
de doelstellingen <strong>van</strong> IRIS 1<br />
Cijfers bij benadering<br />
1 miljoen voertuigen × km<br />
0,85<br />
0,92 0,84<br />
0,81<br />
0,8<br />
0,65<br />
Verplaatsingen binnen <strong>Brussel</strong><br />
met privé-voertuigen<br />
200<br />
190<br />
IRIS 1T<br />
Verplaatsingen met<br />
privé-voertuigen voor <strong>het</strong><br />
binnenkomende pendelverkeer<br />
200<br />
180<br />
IRIS 1T<br />
0,75<br />
0,41<br />
0,6<br />
180<br />
170<br />
IRIS 2<br />
160<br />
0,33<br />
2015<br />
2001<br />
1991<br />
0,4<br />
0,2<br />
160<br />
150<br />
140<br />
IRIS 1V<br />
140<br />
120<br />
100<br />
IRIS 2<br />
IRIS 1V<br />
1991<br />
1995<br />
1999<br />
2005<br />
1991<br />
1995<br />
1999<br />
2005<br />
6h 7h 8h 9h 10h<br />
Aantal verplaatsingen met PV (07.00 - 09.00 u) (in duizendtallen)<br />
Vergelijking <strong>van</strong> de verplaatsingen in voertuigen die in 2001 werden geteld en de<br />
verplaatsingen in voertuigen die door <strong>het</strong> trendmatige en voluntaristische scenario<br />
<strong>van</strong> IRIS 1 zijn voorzien.<br />
een noG altiJd zorGweKKende<br />
trendmatiGe eVolutie<br />
➧ 8. Alleen <strong>het</strong> GEN werd niet in dit trendmatige<br />
scenario voor 2015 opgenomen.<br />
Op die manier kon men een duidelijker onderscheid<br />
maken tussen de gevolgen <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> GEN en de gevolgen <strong>van</strong> de andere<br />
maatregelen die reeds genomen werden.<br />
Welke toekomst mogen we voor de mobiliteit in 2015 verwachten als er<br />
geen nieuw beleid wordt uitgestippeld? Om een referentiepunt te verkrijgen,<br />
werden intussen verschillende prospectieve studies uitgevoerd. Die<br />
werden gebaseerd op de waarschijnlijke maatschappelijke en demografische<br />
evoluties en de gevolgen <strong>van</strong> de nieuwe infrastructuur die tussen<br />
2001 en 2006 werd uitgevoerd of waarover in die periode werd beslist.<br />
Hierbij werd geen rekening gehouden met <strong>het</strong> GEN. 8 De vooruitzichten<br />
voor 2015 zien er onrustwekkend uit. Niet alleen op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de bereikbaarheid<br />
<strong>van</strong> de verschillende gewestelijke polen, maar ook op <strong>het</strong><br />
vlak <strong>van</strong> <strong>het</strong> welzijn <strong>van</strong> de bewoners. De hoofdoorzaken versterken elkaar<br />
immers:<br />
➧ een trendmatige stijging <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal dagelijkse verplaatsingen.<br />
Deze ontwikkeling houdt verband met de levenswijzen;<br />
➧ een toename <strong>van</strong> de intensiteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> verkeer in <strong>het</strong> Gewest. Alleen<br />
al tijdens de piekuren zal <strong>het</strong> verkeer in 2015 met 6% gegroeid zijn ten<br />
opzichte <strong>van</strong> 2001. Dit komt neer op een stijging <strong>van</strong> 0,5% per jaar.<br />
Buiten <strong>het</strong> Gewest bedraagt die toename <strong>van</strong> <strong>het</strong> verkeer zelfs 17%;<br />
➧ de overheersende rol <strong>van</strong> de wagen als dagelijks vervoermiddel. Voor<br />
drie <strong>van</strong> de vijf verplaatsingen wordt gebruikgemaakt <strong>van</strong> de wagen.<br />
Die blijft in 2015 ook <strong>het</strong> belangrijkste gemotoriseerde verplaatsingsmiddel<br />
(cf. gegevens in bijlage 2). Hoewel <strong>het</strong> aantal fietsers stijgt,<br />
blijft de fiets nog altijd te zwak vertegenwoordigd, zeker in vergelijking<br />
met cijfers in de meeste Europese hoofdsteden;<br />
➧ <strong>het</strong> overwicht <strong>van</strong> wegvervoer (78% <strong>van</strong> de tonnage in 2001) voor<br />
<strong>het</strong> goederenvervoer dat inherent en onmisbaar is voor de activiteiten<br />
<strong>van</strong> de stad.<br />
PAGINA 16<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - DIAGNOSE VAN EEN UITDAGING VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIjK GEWEST
de GewesteliJKe<br />
bereiKbaarHeid bedreiGd<br />
Het Gewest en de rand dreigen in de toekomst met een structurele opstopping<br />
<strong>van</strong> hun wegeninfrastructuur te worden geconfronteerd: <strong>Brussel</strong><br />
wordt nu al gewurgd door files. Maar in 2015 zal <strong>het</strong> verkeer ten<br />
noorden <strong>van</strong> de GEN-zone 9 , zowel tijdens de ochtend- als de avondspits,<br />
bijzonder moeizaam verlopen. In die omstandigheden zal <strong>het</strong> ook onmogelijk<br />
zijn om de wagens ’s avonds <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> Gewest via die verzadigde<br />
snelwegen af te voeren.<br />
De Ring zal ook worden overbelast door de toestroom <strong>van</strong> <strong>het</strong> woonwerkverkeer<br />
naar Diegem-Zaventem en de toename <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal verplaatsingen<br />
<strong>van</strong> de ene periferie naar de andere. De alternatieven voor<br />
de wagen schieten daarin tekort. 85% <strong>van</strong> de verplaatsingen gebeurt er<br />
dus met de wagen. Door <strong>het</strong> capillariteitseffect zullen de snelwegen naar<br />
de Ring dichtslibben en zal de capaciteit <strong>van</strong> de grote binnenkomende<br />
verkeersassen in <strong>Brussel</strong> worden beperkt. Alle verkeersassen rond de<br />
stad en naar <strong>Brussel</strong> zullen verzadigd zijn. En <strong>het</strong> stedelijke wegennet zal<br />
ook niet meer in staat zijn om de toename <strong>van</strong> <strong>het</strong> verkeer op te <strong>van</strong>gen.<br />
➧ 9. GEN-zone = de 19 gemeenten <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest + de 33<br />
gemeenten <strong>van</strong> de ring <strong>van</strong> de eerste periferie<br />
+ de 83 gemeenten <strong>van</strong> de ring <strong>van</strong> de<br />
tweede periferie.<br />
De grote verkeersdrukte rond de stad beschermt <strong>het</strong> Gewest momenteel<br />
tegen een toestroom <strong>van</strong> verkeer <strong>van</strong> buitenaf, maar op termijn zal die<br />
drukte <strong>het</strong> Gewest ook minder bereikbaar maken en de ochtendspits laten<br />
uitdijen <strong>van</strong> 6u tot 10u. En dan houden we nog geen rekening met <strong>het</strong><br />
feit dat de minste gevoelige verbetering <strong>van</strong> de capaciteit <strong>van</strong> de Ring en<br />
vooral de snelwegen die tot in <strong>het</strong> Gewest doordringen, <strong>het</strong> verkeer naar<br />
<strong>het</strong> Gewest opnieuw sterk zal doen toenemen.<br />
PAGINA 17
ANTWERPEN<br />
Toestand in 2001 – 8u-9u<br />
Kaart <strong>van</strong> de verzadiging<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> netwerk in de GEN-zone.<br />
DENDERMONDE<br />
MECHELEN<br />
AALST<br />
GRIMBERGEN<br />
VILVOORDE<br />
ZOTTEGEM<br />
LEUVEN<br />
BRUSSELS<br />
HOOFDSTEDELIJK<br />
GEWEST<br />
SINT PIETERS-LEEUW<br />
HALLE<br />
WAVRE<br />
ENGHIEN<br />
BRAINE L’ALLEUD<br />
OTTIGNIES<br />
LOUVAIN-LA-NEUVE<br />
BRAINE-LE-COMTE<br />
NIVELLES<br />
Grens <strong>van</strong> de GEN-zone<br />
Grens <strong>van</strong> de IRIS 1-zone<br />
Grens <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest<br />
Hoofdwegen<br />
Bezettingsgraad, 80% <strong>van</strong> de capaciteit en meer<br />
ANTWERPEN<br />
Trendmatig scenario 2015 zonder GEN – 8u-9u<br />
Kaart <strong>van</strong> de verzadiging<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> netwerk in de GEN-zone.<br />
DENDERMONDE<br />
MECHELEN<br />
AALST<br />
GRIMBERGEN<br />
VILVOORDE<br />
ZOTTEGEM<br />
LEUVEN<br />
BRUSSELS<br />
HOOFDSTEDELIJK<br />
GEWEST<br />
SINT PIETERS-LEEUW<br />
HALLE<br />
WAVRE<br />
ENGHIEN<br />
BRAINE L’ALLEUD<br />
OTTIGNIES<br />
LOUVAIN-LA-NEUVE<br />
BRAINE-LE-COMTE<br />
NIVELLES<br />
PAGINA 18<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - DIAGNOSE VAN EEN UITDAGING VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIjK GEWEST
Toestand in 2001 – 8u-9u<br />
Kaart <strong>van</strong> verzadiging <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> netwerk op <strong>het</strong> gewestelijke<br />
grondgebied.<br />
Grens <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest<br />
Hoofdwegen<br />
Bezettingsgraad, 80% <strong>van</strong> de capaciteit en meer<br />
Trendmatig scenario 2015 zonder GEN – 8u-9u<br />
Kaart <strong>van</strong> de verzadiging <strong>van</strong> <strong>het</strong> netwerk<br />
op <strong>het</strong> gewestelijke grondgebied.<br />
PAGINA 19
Toename <strong>van</strong> de<br />
verkeersintensiteit 2015<br />
Trendmatig ten opzichte <strong>van</strong> 2001<br />
Gewest<br />
Verkeersintensiteit<br />
+6%<br />
+17%<br />
Belasting <strong>van</strong> <strong>het</strong> netwerk (voertuigen x km)<br />
+7%<br />
waar<strong>van</strong> plaatselijke wegen +14%<br />
+17%<br />
Duur <strong>van</strong> de verplaatsing<br />
+45% +32%<br />
Gemiddelde snelheid<br />
Buiten <strong>het</strong> Gewest<br />
- 5 km/h - 5 km/h<br />
co 2<br />
Koolstofdioxide is een gas dat <strong>van</strong><br />
nature voorkomt in de lucht met een<br />
volume <strong>van</strong> ca. 0,035%. Het is één<br />
<strong>van</strong> de belangrijkste broeikasgassen.<br />
De verhoogde concentratie er<strong>van</strong> in de<br />
lucht is een essentiële factor voor de<br />
klimaatsopwarming. In <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>se<br />
Gewest is 95% <strong>van</strong> de uitstoot <strong>van</strong><br />
broeikasgassen aldus te wijten aan<br />
CO 2 .<br />
➧ 10. Over <strong>het</strong> geluid werd in <strong>het</strong> IRIS-plan<br />
geen specifieke studie verricht, aangezien<br />
de perceptie <strong>van</strong> <strong>het</strong> geluid door <strong>het</strong><br />
menselijke oor vooral wordt bepaald door<br />
plaatselijke omstandigheden (kwaliteit <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> wegdek, type verkeer, om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de<br />
constructies…). Uiteraard moeten er geluidsplannen<br />
voor verkeersassen worden<br />
opgesteld voor bepaalde zwarte punten;<br />
voor de andere gevallen kunnen ze worden<br />
opgemaakt.<br />
te Veel waGens ziJn scHadeliJK Voor de leVensKwaliteit<br />
De huidige toestand op <strong>het</strong> gewestelijke grondgebied is in sommige zones<br />
al moeilijk. Tussen 1991 en 2001 is <strong>het</strong> aantal verplaatsingen met de<br />
wagen (7u tot 9u) in <strong>Brussel</strong> met 8% en in de GEN-zone met 13% toegenomen.<br />
Het verkeer <strong>van</strong> 7u tot 9u naar de GEN-ring steeg nog sterker<br />
(36%). Het verkeersvolume stijgt ook buiten de piekuren explosief (groei<br />
<strong>van</strong> 30 tot 60% tijdens de daluren tussen de ochtend- en de avondpiek).<br />
In 2015 zullen verschillende zones met erg zware fileproblemen te kampen<br />
hebben, meer bepaald de Vijfhoek en de eerste kroon oost en noord.<br />
Globaal genomen zal de toestand erger zijn dan in 2001, meer bepaald<br />
in de Europese wijk, in Schaarbeek en Sint-joost-ten-Node. De druk <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> autoverkeer zal <strong>het</strong> duidelijkst voelbaar zijn op <strong>het</strong> plaatselijke net, in de<br />
woonwijken. Die woonwijken zullen immers nog niet voldoende beschermd<br />
zijn door de specialisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> net. Dit fenomeen wordt nog versterkt<br />
door <strong>het</strong> toenemende gebruik <strong>van</strong> bedrijfswagens, waar<strong>van</strong> de bestuurders<br />
niet op hun verantwoordelijkheid worden gewezen om op een rationele<br />
manier gebruik te maken <strong>van</strong> de wagen (in 2001 bleek bij metingen<br />
op de Ring 37% <strong>van</strong> <strong>het</strong> totale aantal wagens bedrijfswagens te zijn; bijna<br />
50% <strong>van</strong> de inschrijvingen voor 2006 is een bedrijfswagen).<br />
Logisch gevolg <strong>van</strong> de toename <strong>van</strong> <strong>het</strong> verkeer: de CO 2 -uitstoot<br />
neemt toe, waardoor alle inspanningen die in <strong>het</strong> Gewest werden geleverd<br />
(bijvoorbeeld in de industrie of in de woningen), teniet zouden worden<br />
gedaan. Het veel te hoge aantal wagens heeft echter nog andere<br />
negatieve gevolgen voor de levenskwaliteit <strong>van</strong> de <strong>Brussel</strong>aars: lawaai 10 ,<br />
slechte verdeling <strong>van</strong> de openbare ruimte tussen de verschillende gebruikers,<br />
risico’s op ongevallen en verontreinigende stoffen op een meer<br />
plaatselijke schaal (CO, NO X , COV, PM10…).<br />
Het VerKeer belemmert Het oPenbaar VerVoer<br />
De verzadiging <strong>van</strong> de wegen haalt ook de commerciële snelheid <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> bovengrondse openbaar vervoer naar beneden. Die voertuigen rijden<br />
zich immers in <strong>het</strong> verkeer vast. Hun verplaatsingssnelheid op de openbare<br />
weg zal gemiddeld met 32% dalen. Zelfs als er gereserveerde rijvakken<br />
voor <strong>het</strong> openbaar vervoer zijn voorzien, ontstaan er knelpunten<br />
op ieder kruispunt dat moet worden overgestoken.<br />
Het aanbod Van Het oPenbaar VerVoer<br />
is noG niet Voldoende aanGePast<br />
Een behoorlijke intermodaliteit blijft voor veel gebruikers nog altijd een<br />
onbereikbare droom, zeker als we rekening houden met <strong>het</strong> feit dat de<br />
aansluitingen op sommige plaatsen structureel niet goed zijn georganiseerd.<br />
Daar bestaan verschillende oorzaken voor:<br />
➧ zeer variabele verplaatsingsduur ten gevolge <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>het</strong>erogene karakter<br />
<strong>van</strong> de frequenties en de dienstregelingen bij de verschillende<br />
exploitanten;<br />
➧ weinig overzichtelijke en onsamenhangende inrichtingen;<br />
➧ haltes die te ver uiteen liggen;<br />
➧ ongunstige omstandigheden op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de wachttijden en de informatieverstrekking<br />
aan de gebruikers, vooral bij problemen;<br />
➧ veiligheidsrisico’s (hoofdwegen met snel verkeer…).<br />
Het aanbod <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer beantwoordt niet correct meer aan<br />
de nieuwe eisen op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de verplaatsingen:<br />
➧ tijdens de zogenaamde daluren die tegenwoordig steeds drukker worden;<br />
PAGINA 20<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - DIAGNOSE VAN EEN UITDAGING VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIjK GEWEST
➧ ’s avonds laat of ’s nachts voor nachtbrakers en mensen die ’s nachts<br />
werken (behalve de nachtbussen tot 3u ’s morgens twee avonden per<br />
week en <strong>het</strong> project <strong>van</strong> de collectieve taxi’s dat in uitvoering is);<br />
➧ door een ontoereikende capaciteit tijdens de piekuren, waardoor <strong>het</strong><br />
geboden comfort onder een aanvaardbaar niveau zakt.<br />
sommiGe wiJKen Verdienen een biJzondere aandacHt<br />
De problemen op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de bereikbaarheid <strong>van</strong> de middenring waren<br />
al zorgwekkend in 2001, maar zijn nu nog erger geworden. Dit geldt<br />
zowel voor <strong>het</strong> openbaar vervoer (hoewel dat moet verbeteren met de<br />
invoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> tram- en busplan 2008 11 ) als voor <strong>het</strong> autoverkeer:<br />
de capaciteit <strong>van</strong> de middenring zal duidelijk niet volstaan, zeker als de<br />
specialisatie <strong>van</strong> de wegen wordt ingevoerd waardoor <strong>het</strong> verkeer op die<br />
grote gewestwegen zal samenkomen. Zelfs met de ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
GEN zullen Schaarbeek en Ukkel nog moeilijker te doorkruisen zijn, zowel<br />
met de wagen als met <strong>het</strong> openbaar vervoer.<br />
➧ 11. De reorganisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> tram- en <strong>het</strong><br />
busnet werd in 2005 na een groot debat<br />
in <strong>het</strong> gewestelijke parlement goedgekeurd.<br />
Die reorganisatie streeft naar een verbetering<br />
<strong>van</strong> de regelmaat, de frequenties en de<br />
bereikbaarheid <strong>van</strong> de verschillende zones<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> Gewest, maar dan wel ten koste<br />
<strong>van</strong> de splitsing <strong>van</strong> een aantal oude lijnen.<br />
Hierdoor moet er meer worden overgestapt<br />
dan in <strong>het</strong> verleden. Men zal dan ook proberen<br />
om de hinder hier<strong>van</strong> te beperken.<br />
De ontwikkeling <strong>van</strong> een hectaren groot complex op de site <strong>van</strong> Thurn &<br />
Taxis zal een belangrijke impact hebben op de mobiliteit in <strong>het</strong> Gewest.<br />
Die zone wordt gekenmerkt door een verzadiging <strong>van</strong> de wegen en een<br />
matige bereikbaarheid met <strong>het</strong> openbaar vervoer. Bij de keuze <strong>van</strong> de<br />
bestemming <strong>van</strong> de oude sites <strong>van</strong> de NMBS, die zowel met <strong>het</strong> openbaar<br />
vervoer als te voet erg moeilijk bereikbaar zijn (Delta, josafat en<br />
Schaarbeek-Vorming, ...), moet men dan ook proberen om de ruimtelijke<br />
ordening en <strong>het</strong> vervoer met elkaar te integreren. Het type en de dichtheid<br />
<strong>van</strong> de functies die <strong>het</strong> Gewest daar zal toelaten, zal een grote invloed<br />
hebben op de gewestelijke mobiliteit.<br />
Voor andere wijken die nog niet zo lang zijn verstedelijkt (1970-2006)<br />
ten slotte is een nieuwe vraag naar bereikbaarheid ontstaan die te maken<br />
heeft met:<br />
➧ de ontwikkeling <strong>van</strong> gemengde stedelijke kernen: dat is bijvoorbeeld<br />
<strong>het</strong> geval met hoog jette, waar een gemengde zone werd ontwikkeld<br />
met een grote campus <strong>van</strong> <strong>het</strong> universitaire ziekenhuis en woningen, of<br />
met Peterbos-Westland in Anderlecht met een sterke bevolkingsdichtheid;<br />
➧ de ontwikkeling <strong>van</strong> kantoorkernen zoals de Leopoldwijk (tussen 1990<br />
en 2006) of de verdichting <strong>van</strong> de activiteiten langs de Vorstlaan en<br />
de Woluwelaan;<br />
PAGINA 21
➧ de ontwikkeling <strong>van</strong> economische activiteiten op <strong>het</strong> Vlaamse grondgebied<br />
aan de grenzen <strong>van</strong> <strong>het</strong> Gewest (Keiberg, Zaventem, Diegem…).<br />
De behoorlijke kwaliteit <strong>van</strong> de dienstverlening <strong>van</strong> deze zones door<br />
<strong>het</strong> openbaar vervoer is belangrijk voor <strong>het</strong> Gewest, in die zin dat daar<br />
een groot aantal banen die toegankelijk zijn voor <strong>Brussel</strong>aars zullen<br />
worden ingeplant (22% groei verwacht in 2015 voor <strong>het</strong> woon-werkverkeer<br />
naar de eerste periferie <strong>van</strong>af <strong>Brussel</strong>, <strong>het</strong>zij 40.000 verplaatsingen<br />
tussen 6u en 10u).<br />
Overigens moet men in dit verband ook rekening houden met de aanleg<br />
op korte termijn <strong>van</strong> nieuwe wijken en de verdichting <strong>van</strong> de bestaande<br />
wijken in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> Gewestelijk Huisvestingsplan. De gelijktijdige<br />
komst <strong>van</strong> een groot aantal nieuwe bewoners zal een doorslaggevende<br />
invloed hebben op de vraag naar openbaar vervoer in de betreffende<br />
zones. Dat geldt vooral voor de wijken die momenteel nog niet te dicht<br />
bewoond zijn, zoals in Neder-over-Heembeek of zoals de wijk <strong>van</strong> de Dames<br />
Blanches in Sint-Pieters-Woluwe.<br />
In dit verband moet men ook rekening houden met de verhuizing <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
hoofdkwartier <strong>van</strong> de NAVO naar de Prins Boudewijnkazerne en de nieuwe<br />
bestemming <strong>van</strong> de huidige site.<br />
Die verschillende stadsprojecten hebben een ingrijpende invloed op<br />
de gewestelijke mobiliteit. Dat is de reden waarom <strong>het</strong> Plan een totaalvisie<br />
en een totaalplanning voorstelt, die voor een grotere samenhang op<br />
<strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de ruimtelijke ordening zouden moeten zorgen.<br />
de beVindinGen Van Het burGerPanel<br />
Bij de uitwerking <strong>van</strong> <strong>het</strong> Plan organiseerde <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk<br />
Gewest een burgerpanel. Zo’n panel is een nieuwe vorm <strong>van</strong> burgerparticipatie<br />
die in de jaren ’80 voor <strong>het</strong> eerst werd toegepast. Hierin kan een<br />
groep burgers een bijdrage leveren aan de bezinning over een complexe<br />
vraag. De burgers die deel uitmaken <strong>van</strong> <strong>het</strong> panel kunnen een doordacht<br />
en door argumenten ondersteund niet-technocratisch advies verlenen dat<br />
samen met <strong>het</strong> werk <strong>van</strong> de wetenschappers en de experts de beleidsmakers<br />
kan helpen om een duidelijker zicht te krijgen op de toestand.<br />
PAGINA 22<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - DIAGNOSE VAN EEN UITDAGING VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIjK GEWEST
Het panel werd samengesteld uit een dertigtal vrijwilligers, die zo werden<br />
geselecteerd dat ze een zo groot mogelijke diversiteit <strong>van</strong> de gebruikers in<br />
<strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Gewest vertegenwoordigden. Zij dachten samen na over een<br />
burgeradvies over de mobiliteit in <strong>Brussel</strong>. Het resultaat <strong>van</strong> hun gezamenlijke<br />
werk werd in juni 2006 aan minister Pascal Smet overhandigd. 12<br />
PraGmatiscH<br />
➧ 12. U kunt <strong>het</strong> volledige advies <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
panel downloaden op www.iris2.irisnet.be.<br />
Een papieren versie <strong>van</strong> <strong>het</strong> advies is ook<br />
beschikbaar bij Mobiel <strong>Brussel</strong>.<br />
Het panel kreeg aan de hand <strong>van</strong> inleidende en opleidende uiteenzettingen<br />
een duidelijk zicht op de complexiteit <strong>van</strong> de problematiek <strong>van</strong> de<br />
mobiliteit in <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest. Daarna formuleerde<br />
<strong>het</strong> pragmatische en logische verwachtingen op organisatorisch en politiek<br />
vlak. Die verwachtingen weerspiegelden voorwaarden die zij als essentieel<br />
bestempelden voor een doeltreffend gewestelijk vervoerplan:<br />
➧ <strong>het</strong> mobiliteitsbeleid <strong>van</strong> de verschillende machts- en beslissingsniveaus<br />
(federale overheid, gewesten, gemeenten, overheden, politiediensten,…)<br />
moest hierbij op elkaar worden afgestemd, zonder dat<br />
daarbij uit <strong>het</strong> oog mocht worden verloren dat de inwoners <strong>van</strong> <strong>Brussel</strong><br />
hierin <strong>het</strong> laatste woord moeten behouden;<br />
➧ er werden geplande acties in de tijd omschreven en gerangschikt qua<br />
belangrijkheid;<br />
➧ de concrete toepassing <strong>van</strong> die maatregelen moet worden ondersteund<br />
door een reële wil <strong>van</strong> de betrokken partijen op <strong>het</strong> terrein, een<br />
sensibilisatie <strong>van</strong> alle burgers en een doeltreffend controlesysteem;<br />
➧ er moeten voldoende financiële en menselijke middelen ter beschikking<br />
worden gesteld waarmee de doelstellingen kunnen worden gehaald;<br />
➧ er moet een strenge evaluatie worden ingevoerd.<br />
zes Prioritaire maatreGelen<br />
Toen <strong>het</strong> panel werd gevraagd om zich over een reeks mogelijke maatregelen<br />
uit te spreken, omschreef <strong>het</strong> 7 domeinen die <strong>het</strong> als prioritair<br />
beschouwde voor de mobiliteit in <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Gewest:<br />
➧ onvermijdelijke infrastructuurwerken, waaronder <strong>het</strong> GEN en de metro,<br />
die volgens <strong>het</strong> panel versneld zouden moeten worden uitgevoerd.<br />
Daarnaast zouden er gratis en beveiligde overstapparkeerterreinen<br />
moeten worden aangelegd met een rechtstreekse aansluiting op <strong>het</strong><br />
openbare vervoersnet;<br />
PAGINA 23
➧ een samenhangend en regulerend parkeerbeleid;<br />
➧ eersteklas openbaar vervoer;<br />
➧ een versterkte intermodaliteit (aanpassing rollend materieel en combinatie<br />
<strong>van</strong> dienstregelingen);<br />
➧ systematisch rekening houden met de behoeften <strong>van</strong> personen met<br />
beperkte mobiliteit;<br />
➧ meer levenskwaliteit in <strong>het</strong> Gewest, met onder meer de aanleg <strong>van</strong> zones<br />
voorbehouden voor zachte verplaatsingen en openbaar vervoer;<br />
➧ een betere informatieverstrekking over de verschillende vervoerswijzen<br />
(dienstregelingen, trajecten, plannen, kostprijs,…).<br />
Het panel besteedde niet alleen aandacht aan de materiële en structurele<br />
problemen die met de mobiliteit verband houden. Ook wees <strong>het</strong> op <strong>het</strong><br />
belang <strong>van</strong> een mentaliteitswijziging <strong>van</strong> de hele bevolking over de manieren<br />
waarop ze zich verplaatst. Het panel moedigt <strong>het</strong> stimuleren <strong>van</strong><br />
collectieve waarden aan alsook <strong>het</strong> werken rond <strong>het</strong> denkbeeldige dat<br />
opgeroepen wordt via de verschillende verplaatsingswijzen.<br />
de criteria waarmee de maatreGelen werden GeëValueerd<br />
➧ 13. De keuzecriteria die door de panelleden<br />
naar voren werden geschoven, werden<br />
binnen vier werkgroepen in een lijst<br />
ondergebracht. Tijdens een plenaire zitting<br />
moest men <strong>het</strong> daarna met elkaar eens<br />
worden over gehelen waarin alle opgesomde<br />
criteria uiteindelijk zouden worden vertegenwoordigd.<br />
Het panel kreeg ook de vraag om na te denken over de evaluatiecriteria<br />
<strong>van</strong> de verschillende maatregelen 13 . De belangrijkste daar<strong>van</strong> waren:<br />
➧ persoonlijke veiligheid;<br />
➧ duur <strong>van</strong> de verplaatsing;<br />
➧ levenskwaliteit;<br />
➧ verkeersveiligheid;<br />
➧ autonomie;<br />
➧ ruimtelijke ordening.<br />
Persoonlijke veiligheid<br />
Duur (tijd)<br />
Levenskwaliteit<br />
Verkeersveiligheid<br />
Autonomie<br />
Indeling <strong>van</strong> de ruimten<br />
Voorspelbaarheid <strong>van</strong> de duur<br />
Nabijheid<br />
Comfort in <strong>het</strong> vervoer<br />
Betrouwbaarheid<br />
Toegankelijkheid<br />
Keuzemogelijkheid<br />
Verhouding ten opzichte <strong>van</strong> de andere weggebruikers<br />
Luchtverontreiniging<br />
Aantal aansluitingen<br />
Kostprijs<br />
Beschikbaarheid <strong>van</strong> de informatie<br />
Lawaai<br />
Criteria<br />
0<br />
100<br />
200<br />
300<br />
Graad <strong>van</strong> belang volgens de pannelleden<br />
400<br />
radicale VeranderinGen?<br />
Het panel heeft de minste moeite met voluntaristische maatregelen zoals<br />
infrastructuurwerken, voorrangsassen voor <strong>het</strong> openbaar vervoer, maatregelen<br />
voor de fietsers en een parkeerplan. De wegenspecialisatie, gratis<br />
openbaar vervoer en de invoering <strong>van</strong> een stadstol daarentegen roepen<br />
meer tegenstrijdige reacties op.<br />
PAGINA 24<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - DIAGNOSE VAN EEN UITDAGING VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIjK GEWEST
welK e Visie<br />
Voor Het brussels<br />
HooFdstedeliJK Gewest?<br />
Op basis <strong>van</strong> die verontrustende diagnose werden drie voluntaristische<br />
scenario’s voor <strong>het</strong> jaar 2015 opgesteld. Binnen die drie scenario’s werden<br />
een tiental mogelijke maatregelen gecombineerd tot een voluntaristische<br />
aanpak <strong>van</strong> de uitdagingen:<br />
➧ scenario IRIS 1, waarbij alle maatregelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> IRIS 1-plan in de<br />
praktijk worden gebracht;<br />
➧ <strong>het</strong> ideale scenario, dat streeft naar een 20% lagere druk <strong>van</strong> <strong>het</strong> autoverkeer<br />
14 in vergelijking met 1999, waardoor de CO 2 -emissie aanzienlijk<br />
kan worden verlaagd;<br />
➧ scenario IRIS 2, tussenfase waarmee men op een pragmatische manier<br />
naar een andere gewestelijke mobiliteit kan evolueren.<br />
In deze drie gevallen daalt <strong>het</strong> aandeel <strong>van</strong> de verplaatsingen met de wagen<br />
sterk ten voordele <strong>van</strong> de fiets of <strong>het</strong> openbaar vervoer (cf. gegevens<br />
in bijlage 3). Voor de pendelaars neemt <strong>het</strong> modale aandeel <strong>van</strong> de wamodellen<br />
om beter<br />
te Kunnen beslissen<br />
➧ 14. Uitgedrukt in kilometer-voertuigen.<br />
PAGINA 25
gen in ieder geval sterk af dankzij <strong>het</strong> GEN. In <strong>het</strong> ideale scenario winnen<br />
de alternatieven voor de wagen sterk aan belang: hier neemt <strong>het</strong> gebruik<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer met 50% toe. Met <strong>het</strong> scenario IRIS 2 wordt<br />
een beter resultaat behaald dan met IRIS 1: in dat geval neemt <strong>het</strong> openbaar<br />
vervoer 31% <strong>van</strong> de verplaatsingen voor zijn rekening. Dit scenario<br />
lijkt een realistische tussenstap naar <strong>het</strong> zeer voluntaristische ideale scenario,<br />
dat later (tegen 2020) zou kunnen worden ingevoerd.<br />
scenario 1: VollediGe toePassinG Van iris 1<br />
en slecHts 6% minder VerKeer<br />
➧ 15. In dat geval moet iedere activiteit<br />
een plaats krijgen in functie <strong>van</strong> <strong>het</strong> mobiliteitsprofiel<br />
<strong>van</strong> de organisatie en de bereikbaarheid<br />
<strong>van</strong> die plaats.<br />
De belangrijkste maatregelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> IRIS 1-plan die in dit scenario werden<br />
opgenomen, waren er vooral op gericht om enerzijds de bereikbaarheid<br />
en de levenskwaliteit met elkaar te verzoenen en anderzijds de verloedering<br />
<strong>van</strong> de stad een halt toe te roepen. De opstellers <strong>van</strong> <strong>het</strong> plan<br />
streefden hierbij naar:<br />
➧ de omschrijving <strong>van</strong> een beleid voor de ruimtelijke ordening op basis<br />
<strong>van</strong> de bereikbaarheid met <strong>het</strong> openbaar vervoer; 15<br />
➧ <strong>het</strong> beheer <strong>van</strong> de parkeermogelijkheden binnen de Vijfhoek en de<br />
1 ste kroon;<br />
➧ de aanleg <strong>van</strong> <strong>het</strong> GEN;<br />
➧ de verbetering <strong>van</strong> de frequentie, de capaciteit en de commerciële<br />
snelheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer en de aanleg <strong>van</strong> nieuwe lijnen;<br />
➧ de aanleg <strong>van</strong> fietsroutes;<br />
➧ de uitbreiding <strong>van</strong> de capaciteit <strong>van</strong> de transitparkeerterreinen;<br />
➧ de specialisatie <strong>van</strong> de wegen om <strong>het</strong> doorgaand verkeer buiten de<br />
woonwijken te houden.<br />
PAGINA 26<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - WELKE VISIE VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIjK GEWEST?
Kaart <strong>van</strong> de parkeerdruk<br />
langs de openbare weg<br />
<strong>van</strong> 10.30 tot 12.00u<br />
Kaart <strong>van</strong> de parkeerdruk voor<br />
de vijfhoek en de 1 ste Kroon,<br />
uit te breiden tot de 2 de Kroon<br />
Meer dan 100%<br />
Van 80 tot 100%<br />
Van 50 tot 80%<br />
Minder dan 50%<br />
Ondanks <strong>het</strong> feit dat ze door IRIS 1 waren voorzien, werden vier essentiële<br />
maatregelen met een sterke impact in 2005 niet in de praktijk<br />
omgezet: <strong>het</strong> GEN, de transitparkeerterreinen, <strong>het</strong> parkeerbeleid en de<br />
specialisatie <strong>van</strong> de wegen. Maar zelfs als men die maatregelen integraal<br />
zou toepassen, dan nog zouden ze niet volstaan om de doelstellingen <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> Gewestelijk Ontwikkelingsplan (GewOP) met <strong>het</strong> oog op een daling<br />
<strong>van</strong> 20% te bereiken.<br />
In dat scenario hebben de beschouwde maatregelen ingrijpende gevolgen<br />
voor <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer (en dan vooral <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
GEN en de metro):<br />
➧ de huidige frequentie <strong>van</strong> 10 doorkomsten per uur (op iedere arm <strong>van</strong><br />
de L1) <strong>van</strong> de metro zou niet volstaan voor <strong>het</strong> traject tussen Montgomery<br />
en Merode, dat nu al verzadigd is;<br />
PAGINA 27
➧ de vraag naar transitparkeerterreinen stijgt snel: er zouden<br />
16.000 plaatsen nodig zijn in plaats <strong>van</strong> de 8.000 die in <strong>het</strong> GewOP<br />
zijn voorzien;<br />
➧ <strong>het</strong> traject Delta-Merode <strong>van</strong> de L26 alsook L28 zouden onvoldoende<br />
worden gebruikt ten gevolge <strong>van</strong> de lage frequentie die door de NMBS<br />
is voorzien;<br />
➧ de commerciële snelheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> bovengrondse openbaar vervoer zou<br />
dalen ten gevolge <strong>van</strong> de grotere verkeersopstoppingen die door de<br />
specialisatie <strong>van</strong> de wegen zouden ontstaan.<br />
De modelvorming heeft intussen aangetoond dat dit scenario tegen <strong>het</strong><br />
jaar 2015 slechts tot een daling <strong>van</strong> <strong>het</strong> verkeer met 6% ten opzichte<br />
<strong>van</strong> 2001 zou leiden.<br />
scenario 2: ideaal en doeltreFFend,<br />
maar irrealistiscH teGen Het Jaar 2015<br />
Op basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> eerste scenario, dat niet de verhoopte resultaten opleverde,<br />
werden verschillende aanvullende maatregelen naar voren geschoven.<br />
Hiermee hoopte men de verkeersdrukte alsnog met minstens<br />
20% te kunnen verlagen, zoals vooropgesteld. Zo werden de maatregelen<br />
<strong>van</strong> scenario 1 nog aangevuld met:<br />
Parkeren:<br />
➧ uitbreiding <strong>van</strong> <strong>het</strong> parkeerbeleid tot de 2 de kroon;<br />
➧ betaling door de automobilist (en niet door zijn werkgever) <strong>van</strong> de parkeerkosten<br />
in kantoorgebouwen.<br />
Openbaar vervoer en modale verschuiving:<br />
➧ veralgemening <strong>van</strong> <strong>het</strong> schoolvervoer voor de helft <strong>van</strong> de leerlingen<br />
(bussen, te voet of met de fiets);<br />
➧ gratis openbaar vervoer voor de schoolgaande jeugd op <strong>het</strong> grondgebied<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> Gewest;<br />
➧ 100% betaling door derden <strong>van</strong> de kosten voor <strong>het</strong> openbaar vervoer<br />
voor de werknemers.<br />
Beperken <strong>van</strong> <strong>het</strong> verkeer<br />
➧ invoeren <strong>van</strong> een tarifering voor <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> net in functie <strong>van</strong><br />
de afgelegde afstand (Galileo-satellietsysteem, dus zonder scherm of<br />
wegentolstations).<br />
Met behulp <strong>van</strong> deze zeer voluntaristische maatregelen slaagt men er zelfs<br />
in om de doelstelling <strong>van</strong> 20% minder verkeer tot 25% op te trekken.<br />
PAGINA 28<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - WELKE VISIE VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIjK GEWEST?
Vraag naar gemechaniseerde verplaatsingen*<br />
6u-10u<br />
* Gemechaniseerd = Alle vervoermiddelen<br />
behalve te voet (wagen, openbaar vervoer,<br />
fiets).<br />
Gemotoriseerd = Alle vervoermiddelen<br />
behalve te voet en met de fiets.<br />
+ Binnenrijdend pendelverkeer<br />
Totaal<br />
–<br />
Buitenrijdend pendelverkeer<br />
6u-10u<br />
2001<br />
Intern in <strong>het</strong> Gewest Binnenrijdend pendelverkeer Totaal in <strong>het</strong> Gewest Buitenrijdend pendelverkeer<br />
442 000<br />
260 000<br />
701 000<br />
87 000<br />
2015 Trendmatig<br />
456 000 +3,2%<br />
266 000 +2,5%<br />
722 000 +3%<br />
105 000 +21,3%<br />
Scenario IRIS 1<br />
Scenario IRIS 2<br />
Ideaal scenario<br />
459 000 +3,9%<br />
276 000 +6,4%<br />
735 000 +4,8%<br />
104 000 +19,7%<br />
Vraag naar verplaatsingen op <strong>het</strong> wegennet (bestuurder = auto)<br />
6u-10u<br />
6u-10u<br />
6u-10u<br />
+ Binnenrijdend pendelverkeer<br />
Totaal<br />
+ –<br />
Buitenrijdend Binnenrijdend pendelverkeer pendelverkeer<br />
Totaal<br />
–<br />
Buitenrijdend pendelverkeer<br />
Intern in <strong>het</strong> Gewest Binnenrijdend pendelverkeer Totaal in <strong>het</strong> Gewest Buitenrijdend pendelverkeer<br />
2001 221 000<br />
147 000<br />
367 000<br />
61 000<br />
2015 Trendmatig<br />
225 000 +2,1%<br />
149 000 +1,6%<br />
374 000 +1,9%<br />
74 000 +22,6%<br />
Scenario IRIS 1<br />
203 000 -7,9%<br />
141 000 -3,7%<br />
344 000 -6,3%<br />
71 000 +17,2%<br />
Scenario IRIS 2<br />
190 000 -13,9%<br />
121 000 -17,9%<br />
310 000 -15,5%<br />
71 000 +18,1%<br />
Ideaal scenario<br />
153 000 -30,4%<br />
90 000 -38,7%<br />
243 000 -33,7%<br />
51 000 -16,3%<br />
6u-10u<br />
In deze grafieken is <strong>het</strong> aandeel <strong>van</strong> de fiets<br />
voor verplaatsingen binnen <strong>het</strong> Gewest bewust<br />
beperkt gehouden. Er wordt hierbij<br />
rekening gehouden met een maximale verschuiving<br />
naar de andere transportmiddelen<br />
en dan meer bepaald <strong>het</strong> openbaar vervoer,<br />
waardoor de netten met een veiligheidsmarge<br />
kunnen worden gedimensioneerd.<br />
+ Binnenrijdend pendelverkeer<br />
Totaal<br />
–<br />
Buitenrijdend pendelverkeer<br />
PAGINA 29
Vraag naar verplaatsingen op <strong>het</strong> netwerk <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer (trein, metro, tram, bus)<br />
6u-10u<br />
6u-10u<br />
+ Binnenrijdend pendelverkeer<br />
Totaal<br />
–<br />
Buitenrijdend pendelverkeer<br />
Intern in <strong>het</strong> Gewest Binnenrijdend pendelverkeer Totaal in <strong>het</strong> Gewest Buitenrijdend pendelverkeer<br />
2001<br />
169 000<br />
86 000<br />
255 000<br />
19 000<br />
2015 Trendmatig 175 000 +3,4%<br />
89 000 +4,2%<br />
264 000 +3,6%<br />
Scenario IRIS 1+ 195 000 +15,4% 107 000 Binnenrijdend +24,3% pendelverkeer 302 000 +18,4%<br />
Scenario IRIS 2Totaal<br />
218 000 +28,9%<br />
Ideaal scenario<br />
–<br />
245 000 +45,2%<br />
116 000 +34,8%<br />
334 000 +30,9%<br />
Buitenrijdend pendelverkeer<br />
136 000 +58,9%<br />
382 000 +49,8%<br />
22 000 +16,9%<br />
24 000 +27,2%<br />
27 000 +43,2%<br />
40 000 +107,3%<br />
Prestatie-indicatoren <strong>van</strong> <strong>het</strong> wegennet<br />
6u-10u<br />
6u-10u<br />
2001<br />
2015 Trendmatig<br />
Scenario IRIS 1<br />
Scenario IRIS 2 2 191 000 -5,1% 81 500 -3,8% 26,9 -1,3%<br />
+ Binnenrijdend pendelverkeer<br />
Ideaal scenario 1 703 000 -26,2% 52 800 -37,7% 32,3 +18,5%<br />
Totaal<br />
–<br />
Instappen 7u-9u<br />
Afgelegde afstanden<br />
(voertuigen*km)<br />
2 308 000<br />
2 507 000 +8,7%<br />
2 257 000 -2,2%<br />
Duur <strong>van</strong> de verplaatsingen<br />
(voertuigen*uur)<br />
84 700<br />
111 300 +31,5%<br />
112 500 +32,9%<br />
Gemiddelde snelheid<br />
(km/u)<br />
27,3<br />
22,5 -17,4%<br />
20,1 -26,4%<br />
Buitenrijdend pendelverkeer<br />
Verdeling per openbaar vervoermiddel volgens de scenario’s (GEN-zone)<br />
CO 2 -emissies<br />
lichte voertuigen (T)<br />
441<br />
496 +13%<br />
460 +4%<br />
403 -9%<br />
292 -34%<br />
CO 2 -emissies<br />
zware voertuigen (T)<br />
129<br />
164 +27%<br />
175 +35%<br />
150 +16%<br />
133 +3%<br />
Metro Tram Bus GEN Treinen (IC IR P) TEC - De Lijn Totaal<br />
IRIS 2, 2001<br />
89 046<br />
57 626<br />
57 431<br />
145 676<br />
35 816<br />
385 595<br />
2015 Trendmatig<br />
101 949<br />
57 145<br />
57 617<br />
146 540<br />
38 889<br />
402 140<br />
Scenario IRIS 1<br />
125 521<br />
63 630<br />
57 359<br />
90 120<br />
108 777<br />
30 308<br />
475 715<br />
Scenario IRIS 2<br />
106 190<br />
99 352<br />
51 251<br />
113 225<br />
117 087<br />
27 737<br />
514 842<br />
Ideaal scenario<br />
148 130<br />
111 155<br />
53 912<br />
131 989<br />
126 106<br />
28 977<br />
600 269<br />
PAGINA 30<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - WELKE VISIE VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIjK GEWEST?
De gezamenlijke effecten <strong>van</strong> al die maatregelen zouden echter wel ingrijpende<br />
gevolgen kunnen hebben:<br />
➧ de tramlijnen met een hoog dienstniveau zouden zeer druk worden<br />
gebruikt. Dit soort exploitatie zou hier dan ook op zijn plaats zijn. Het<br />
aantal reizigers op de oost-westlijn <strong>van</strong> de metro zou verdubbelen,<br />
maar zou dan ook dicht in de buurt <strong>van</strong> zijn maximale capaciteit komen,<br />
zelfs als die lijn zou worden geautomatiseerd. Men zou hier dan<br />
ook zwaar moeten in investeren;<br />
➧ <strong>het</strong> GEN (met inbegrip <strong>van</strong> treintram) is in totaal goed voor 132.000<br />
opstappen <strong>van</strong> de 600.000 op <strong>het</strong> openbaar vervoer. Dit net zou dan<br />
ook <strong>van</strong> essentieel belang worden om de verbindingen met de rand te<br />
verzekeren;<br />
➧ Specifieke studies hebben echter <strong>het</strong> risico aangetoond <strong>van</strong> de delokalisatie<br />
<strong>van</strong> 17.000 <strong>Brussel</strong>se gezinnen ten gevolge <strong>van</strong> deze ingrijpende<br />
verbetering <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod <strong>Brussel</strong>-periferie. Er moeten begeleidende<br />
maatregelen worden genomen om die mogelijke uittocht<br />
tegen te gaan (zie hfst. 2.5).<br />
➧ de specialisatie <strong>van</strong> de wegen zou weliswaar een gunstige invloed hebben<br />
op de levenskwaliteit <strong>van</strong> de bewoners en de globale beperking<br />
<strong>van</strong> de wegencapaciteiten, maar ze zou ook een bedreiging vormen<br />
voor de commerciële snelheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> bovengrondse openbaar vervoer<br />
doordat alle verkeersstromen over een beperkt aantal verkeersassen<br />
zouden worden geleid;<br />
➧ de tarifering <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> wegennet en betaalde parkeerplaatsen<br />
(openbare weg + kantoorgebouwen) zouden vooral mensen<br />
met een bescheiden inkomen treffen en zouden bedrijven ook kunnen<br />
doen overwegen om te verhuizen. Precieze studies zouden die elementen<br />
moeten bevestigen, zodat daaruit de meest billijke begeleidende<br />
maatregelen kunnen worden afgeleid. De wegentarifering zou<br />
op een zo groot mogelijk grondgebied moeten worden toegepast (minstens<br />
de GEN-zone). De studies waar<strong>van</strong> hierboven sprake is, hebben<br />
ook aangetoond dat een verhoging <strong>van</strong> de kilometerprijs voor de<br />
wagen met 50% voor alle bestuurders (verhoging <strong>van</strong> de prijs <strong>van</strong> de<br />
brandstoffen en/of tarifering <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> <strong>het</strong> wegennet) 7.500<br />
gezinnen naar <strong>het</strong> Gewest zou terughalen.<br />
Als die laatstgenoemde maatregelen worden ingevoerd, zal men ze aan<br />
de burgers uitgebreid moeten toelichten, zodat ze een duidelijk zicht krijgen<br />
op de algemene doelstellingen en <strong>het</strong> belang <strong>van</strong> de maatregelen<br />
voor <strong>het</strong> milieu.<br />
Haalbare maatregelen?<br />
De verkeersdruk met 20% terugdringen is uiteindelijk slechts mogelijk<br />
als de automobilisten hun wagen thuis laten en voortaan met de fiets of<br />
met <strong>het</strong> openbaar vervoer naar hun werk pendelen. Dat openbaar vervoer<br />
kan slechts onder bepaalde voorwaarden een forse stijging <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
aantal gebruikers op<strong>van</strong>gen:<br />
➧ de aanleg <strong>van</strong> <strong>het</strong> GEN. We weten intussen dat <strong>het</strong> volledige GEN niet<br />
vóór 2015 beschikbaar zal zijn. In die omstandigheden is <strong>het</strong> dan ook<br />
uitgesloten dat de pendelaars tussen 2008 en 2015 massaal hun<br />
wagen laten staan en <strong>het</strong> openbaar vervoer nemen;<br />
➧ voertuigen <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer met een grotere capaciteit;<br />
➧ betere frequenties (wanneer de infrastructuur dat toelaat).<br />
Een specifieke studie die eind 2006 werd uitgevoerd, bevestigde overigens<br />
dat de metrolijnen intussen verzadigd zijn. Die toestand zal geleidelijk<br />
aan verbeteren met de invoering <strong>van</strong> de nieuwe BOA-metrostellen.<br />
PAGINA 31
Als de frequentie constant blijft, zal <strong>het</strong> verzadigingsprobleem echter erg<br />
snel opnieuw opduiken, aangezien alleen op lijn 2 de capaciteit aanzienlijk<br />
wordt opgevoerd. Als men wil dat de metro beantwoordt aan de verwachtingen<br />
<strong>van</strong> een ingrijpende modale verschuiving ten gevolge <strong>van</strong> voluntaristische<br />
maatregelen, zal men in ieder geval de capaciteit <strong>van</strong> lijn 1<br />
moeten verhogen of een alternatieve oplossing ontwikkelen.<br />
Ten slotte zal de parkeergelegenheid langs de metroassen door middel<br />
<strong>van</strong> parkeermeters pas kunnen worden beheerd nadat er transitparkeerterreinen<br />
zijn aangelegd. Anders zou <strong>het</strong> wel eens kunnen gebeuren<br />
dat er een modale verschuiving in de omgekeerde richting plaatsvindt,<br />
waarbij de automobilist veeleer wordt aangemoedigd om tot in <strong>het</strong> stadscentrum<br />
door te rijden. De extra capaciteit zou in de eerste plaats op de<br />
1A-lijn en ten westen <strong>van</strong> <strong>het</strong> Gewest moeten worden gepland.<br />
De voluntaristische maatregelen zullen dan ook zeker op een geplande<br />
en geleidelijke manier moeten worden ingevoerd.<br />
scenario 3:<br />
een realistiscHe middenweG Genaamd iris 2<br />
In scenario 3 werden verschillende maatregelen getest die op korte termijn<br />
kunnen worden toegepast. Hierbij vertrok men wel <strong>van</strong>uit een realistisch<br />
standpunt. In dit realistische scenario zijn de belangrijkste maatregelen<br />
uit <strong>het</strong> ideale scenario opgenomen, met uitzondering <strong>van</strong> de<br />
tarifering <strong>van</strong> <strong>het</strong> wegennet en de betaalde parkeerplaatsen op de werkplaats<br />
<strong>van</strong> de gebruiker.<br />
Als de huidige trends zich doorzetten, zal de vraag naar verplaatsingen<br />
met <strong>het</strong> openbaar vervoer binnen <strong>het</strong> Gewest in 2015 2% hoger<br />
liggen dan in 2001. Dit betekent dat er tijdens de ochtendspits (6u -<br />
10u) meer dan 20.000 wagens in <strong>het</strong> Gewest zouden rondrijden, waar<strong>van</strong><br />
7.000 in <strong>het</strong> Gewest en 13.000 die <strong>het</strong> Gewest verlaten. Met de<br />
maatregelen die in scenario 3 worden beschouwd, kan die trend worden<br />
omgekeerd. Hierbij zou de verkeersstroom <strong>van</strong> meer dan 46.000 wagens<br />
kunnen worden verlaagd ten opzichte <strong>van</strong> 2001, en dit ondanks een stijging<br />
<strong>van</strong> de verkeersstroom die <strong>het</strong> Gewest verlaat (11.000 voertuigen).<br />
Dit zou betekenen dat de verkeersstroom in <strong>het</strong> Gewest met bijna<br />
57.000 wagens (-16%) zou moeten worden verlaagd.<br />
Op die manier zou men <strong>het</strong> verkeer in 2015 met 10% kunnen verlagen<br />
ten opzichte <strong>van</strong> de toestand in 2001. Dat is minder dan de 20%-doelstelling,<br />
maar beter dan <strong>het</strong> resultaat <strong>van</strong> <strong>het</strong> scenario IRIS 1. Dit resultaat<br />
moet dan ook worden beschouwd als een voorafgaande etappe, die<br />
onmisbaar is om op termijn <strong>het</strong> ambitieuze streefdoel <strong>van</strong> 20% verlaging<br />
te halen.<br />
Commerciële snelheid tussen 8u en 9u<br />
2001<br />
2015 Trendmatig IRIS 1 IRIS 2 Ideaal<br />
km/u<br />
30<br />
25<br />
20<br />
15<br />
10<br />
Verkeer op de weg Tram met eigen bedding Tram op de weg Bus Tram met<br />
overrijdbare bedding<br />
De Lijn en TEC<br />
PAGINA 32<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - WELKE VISIE VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIjK GEWEST?
de GeKozen doelstellinGen<br />
Steeds meer files, overvolle of onvoldoende gebruikte openbaarvervoermiddelen,<br />
verslechtering <strong>van</strong> de luchtkwaliteit, onveiligheidsgevoel,<br />
steeds langere reistijden en vooral alomtegenwoordigheid <strong>van</strong> de wagen,<br />
op eender welke plaats en op eender welk tijdstip… Dit zijn stuk voor stuk<br />
onrustbarende tekens <strong>van</strong> een ongebreidelde mobiliteit die de gewestelijke<br />
levenskwaliteit ondermijnt en <strong>het</strong> milieukapitaal aantast. Als we willen<br />
dat <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest een solidair, gezellig, dynamisch<br />
en aantrekkelijk gewest blijft in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> duurzame ontwikkeling,<br />
moeten we dringend ons verplaatsingsgedrag aanpassen. Dat is de ambitie<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> IRIS 2-plan.<br />
druK Van Het autoVerKeer VerlaGen<br />
Het IRIS-plan is in de eerste plaats de concrete vormgeving <strong>van</strong> een ambitieuze<br />
doelstelling. Met dit plan proberen we enerzijds de druk <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
autoverkeer te verlagen en anderzijds de modale verschuiving naar <strong>het</strong><br />
openbaar vervoer en de zachte verplaatsingswijzen (verplaatsingen te<br />
voet en met de fiets) te stimuleren.<br />
Dit is een realistische doelstelling als u weet dat de wagen in <strong>Brussel</strong><br />
<strong>het</strong> vaakst wordt gebruikt voor verplaatsingen over erg korte afstanden,<br />
soms zelfs <strong>van</strong> minder dan een kilometer. Een kwart <strong>van</strong> de verplaatsingen<br />
<strong>van</strong> de <strong>Brussel</strong>aars gaat over minder dan één kilometer en 62%<br />
er<strong>van</strong> gaat over minder dan 5 kilometer 16 . Dit soort korte ritten met een<br />
koude motor zijn bijzonder schadelijk voor <strong>het</strong> milieu. Zeker voor die verplaatsingen<br />
vormen de zachte verplaatsingswijzen een alternatief voor<br />
de auto. Het Plan wil die zachte verplaatsingswijzen dan ook concreet<br />
aanmoedigen. Het komt er hierbij op aan om de alternatieven voor de<br />
auto aan te moedigen, te bevorderen en te verbeteren. Alleen op die<br />
manier kan men evolueren naar een rationeel gebruik <strong>van</strong> de wagen:<br />
➧ voor zeer korte afstanden (minder dan 1 km): voorkeur voor verplaatsingen<br />
te voet of met de fiets;<br />
➧ voor korte afstanden (tussen 1 en 2 km): voor bepaalde verplaatsingen<br />
is <strong>het</strong> openbaar vervoer ook een behoorlijk alternatief naast de<br />
zachte verplaatsingswijzen;<br />
➧ voor middellange afstanden (tussen 2 en 4 km): de fiets en <strong>het</strong> openbaar<br />
vervoer vormen een reëel alternatief voor de wagen;<br />
➧ voor alle andere verplaatsingen moet men de voorkeur geven aan een<br />
comfortabele en veilige verplaatsingswijze, waarbij men zich zowel<br />
met de fiets, te voet als met <strong>het</strong> openbaar vervoer verplaatst (intermodaliteit).<br />
0<br />
20 500<br />
20 000<br />
< 1 km*<br />
40 000<br />
60 000<br />
80 000<br />
87 500<br />
1 tot 2 km<br />
➧ 16.Bron: Mobel 1998<br />
Gebruik <strong>van</strong> de vervoermiddelen<br />
volgens de afstand bij<br />
verplaatsingen tussen<br />
verschillende districten in<br />
<strong>het</strong> BHG trendmatig 2015<br />
Aantal verplaatsingen, 6-10u<br />
51 500<br />
71 000 2 tot 3 km<br />
67 500 3 tot 4 km<br />
61 000 4 tot 5 km<br />
5 tot 6 km<br />
Te voet<br />
Met de fiets<br />
Openbaar vervoer<br />
Personenauto als bestuurder<br />
Personenauto als passagier<br />
* In de modelvorming is alleen rekening gehouden met de verplaatsingen tussen de verschillende<br />
districten: een groot deel <strong>van</strong> de kleine verplaatsingen blijft hierbij dus buiten beeld.<br />
PAGINA 33
➧ 17. De modelvorming werd uitgevoerd<br />
met een aandeel <strong>van</strong> 15% voor de fiets,<br />
met de nodige marges met betrekking tot de<br />
dimensionering <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaarvervoersnet.<br />
Als <strong>het</strong> aandeel <strong>van</strong> de fiets tot 20%<br />
zou stijgen, zou men echter niet alleen nog<br />
meer files en de hinderlijke gevolgen er<strong>van</strong><br />
kunnen voorkomen, maar zouden de gebruikers<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer tijdens<br />
de piekuren ook in meer comfortabele omstandigheden<br />
kunnen reizen.<br />
Met <strong>het</strong> voorgestelde plan hoopt <strong>Brussel</strong> tegen <strong>het</strong> jaar 2015 <strong>het</strong> aandeel<br />
<strong>van</strong> de verplaatsingen met de wagen door de <strong>Brussel</strong>aars onder<br />
de 50% te krijgen: <strong>van</strong> 64% in 2001 tot 47% in 2015 en 41% in<br />
2020.<br />
Dat komt neer op:<br />
➧ een zeer sterke stijging <strong>van</strong> <strong>het</strong> aandeel <strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer in<br />
de gemechaniseerde verplaatsingen, namelijk 44% <strong>van</strong> de verplaatsingen<br />
<strong>van</strong> de <strong>Brussel</strong>aars;<br />
➧ een sterke stijging <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> de fiets, <strong>van</strong> 2% (2001) tot<br />
15% (2015) en zelfs 20% 17 (2020) <strong>van</strong> de gemechaniseerde verplaatsingen<br />
<strong>van</strong> de <strong>Brussel</strong>aars.<br />
Wat de pendelaars betreft, schat men dat <strong>het</strong> aandeel <strong>van</strong> de pendelaars<br />
die met de auto naar <strong>Brussel</strong> komen, <strong>van</strong> 69% naar 57% zou zakken in<br />
2015 en daarna tot 44% in 2020. Het is met andere woorden de bedoeling<br />
om ervoor te zorgen dat in iets meer dan 10 jaar tijd meer dan<br />
één pendelaar op twee met <strong>het</strong> openbaar vervoer naar <strong>Brussel</strong> komt (<strong>van</strong><br />
31% tot 56%).<br />
de doelstellinGen Van Kyoto bereiKen<br />
Het Verdrag <strong>van</strong> Kyoto heeft een doelstelling naar voren geschoven die<br />
zowel bescheiden – gezien de ernst <strong>van</strong> de toestand – als ambitieus is<br />
– om zich eraan aan te passen. Het verdrag streeft er immers naar om<br />
de CO 2 -uitstoot aanzienlijk te verlagen. Om de internationale normen op<br />
<strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de luchtkwaliteit en de geluidshinder te halen, legt <strong>het</strong> Gewestelijk<br />
Ontwikkelingsplan de doelstelling vast om <strong>het</strong> autoverkeer met<br />
minstens 20% te verlagen ten opzichte <strong>van</strong> 1999.<br />
De Europese autoriteiten hebben tegen <strong>het</strong> jaar 2020 de volgende strategie<br />
goedgekeurd:<br />
➧ verlaging <strong>van</strong> de broeikasgassen met 20% en zelfs 30% in <strong>het</strong> geval<br />
<strong>van</strong> een globaal akkoord tussen de ontwikkelde landen na de deadline<br />
voor Kyoto;<br />
➧ 20% <strong>van</strong> ons energieverbruik zou moeten afkomstig zijn <strong>van</strong> vernieuwbare<br />
bronnen, met minimum 10% biobrandstoffen;<br />
➧ 20% energiebesparingen;<br />
➧ regeling <strong>van</strong> die verplichtingen via de markt <strong>van</strong> de emissierechten.<br />
PAGINA 34<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - WELKE VISIE VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIjK GEWEST?
Alleen <strong>het</strong> ideale scenario bereikt de doelstellingen op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> een<br />
aanzienlijke verlaging <strong>van</strong> de CO 2 -uitstoot. Voor de personenwagens<br />
daalt de CO 2 -uitstoot met 34% ten opzichte <strong>van</strong> 2001. Zelfs als we<br />
rekening houden met <strong>het</strong> goederenvervoer, dat op dit vlak niet dezelfde<br />
gunstige evolutie zal kunnen bereiken, is een daling <strong>van</strong> de CO 2 -uitstoot<br />
met 25% toch nog haalbaar.<br />
Zonder de specialisatie <strong>van</strong> de wegen als regelaar voor de wegencapaciteit<br />
en drager <strong>van</strong> de levenskwaliteit in de woonwijken in vraag te stellen,<br />
zal men er toch moeten voor zorgen dat die specialisatie niet al te streng<br />
wordt toegepast. Als dat wel gebeurt, bestaat <strong>het</strong> gevaar dat in bepaalde<br />
wijken meer files worden gevormd, waardoor er meer brandstof wordt<br />
verbruikt en dus meer vervuilende uitlaatgassen worden geproduceerd.<br />
de doelstellinGen oP Het VlaK Van de lucHtKwaliteit<br />
en de VerlaGinG Van de VerKeerslast realiseren<br />
De uitstoot <strong>van</strong> andere vervuilende stoffen en No x zal waarschijnlijk in<br />
ieder scenario sterk zakken door de technologische evolutie <strong>van</strong> de motoren.<br />
Die moeten immers aan steeds strengere EURO-normen voldoen.<br />
De berekeningen die in de IRIS-studie werden uitgevoerd, laten ook een<br />
extra verbetering zien ten gevolge <strong>van</strong> de voluntaristische maatregelen.<br />
Voor de twee belangrijkste verontreinigende stoffen zullen in <strong>het</strong> BHG de<br />
volgende evoluties kunnen worden genoteerd (6u tot 10u):<br />
2001 2015 T 2015 (IRIS 2) 2020 (Ideaal)<br />
No x (kg) 2.561 1.221 1.056 864<br />
PM 10 (kg) 148 52 44 35<br />
Rekening houdend met de impact <strong>van</strong> de technologieën die men in 2015<br />
verwacht in de modelvorming <strong>van</strong> de verschillende IRIS II-scenario’s stelt<br />
men vast dat de invoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> Ideale scenario voor 2020:<br />
➧ de uitstoot 18 met 10% extra zou terugdringen ten opzichte <strong>van</strong> de<br />
50% die zou worden bespaard door de impact <strong>van</strong> de technologieën<br />
voor 2015 en de doelstellingen op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de uitstoot <strong>van</strong> stikstofoxide<br />
zou realiseren;<br />
➧ de immissie 19 met 15% extra zou terugdringen, in de zones waar de<br />
drempelwaarden zouden worden overschreden, met de helft zou terugdringen<br />
en waarschijnlijk de doelstellingen op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de uitstoot<br />
<strong>van</strong> stikstofoxide zou realiseren.<br />
Wat de uitstoot <strong>van</strong> microdeeltjes betreft, worden momenteel de doelstellingen<br />
voor PM 2,5 en minder uitgewerkt. Voorlopig kan hier<strong>van</strong> nog<br />
geen schatting worden gemaakt. Het komt erop aan om te mikken op<br />
een maximale verlaging <strong>van</strong> de verkeerslast als men de uitstoot <strong>van</strong> PM<br />
wil verlagen. Die liggen niet alleen aan de basis <strong>van</strong> de verontreinigingspieken,<br />
maar bovendien vormen ze omwille <strong>van</strong> hun fijnheid een echte<br />
bedreiging voor de gezondheid (stijging <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal voortijdige sterfgevallen<br />
en patiënten met ademhalingsstoornissen).<br />
Ook de geluidsomgeving wint met de toepassing <strong>van</strong> de meest ambitieuze<br />
scenario’s. Het wegverkeer vormt momenteel veruit de grootste<br />
bron <strong>van</strong> achtergrondgeluid in <strong>het</strong> Gewest. Het stelt meer dan 30% <strong>van</strong><br />
de <strong>Brussel</strong>aars bloot aan een geluidsniveau <strong>van</strong> meer dan 65 dB.<br />
Ten slotte blijft de bescherming <strong>van</strong> de wijken door de specialisatie <strong>van</strong><br />
de wegen onmisbaar – zowel voor <strong>het</strong> behoud <strong>van</strong> de levenskwaliteit als<br />
voor de verbetering <strong>van</strong> <strong>het</strong> milieu in <strong>het</strong> algemeen voor de bewoners.<br />
no x<br />
Stikstofoxide dat ontstaat na de<br />
reactie <strong>van</strong> stikstof met lucht tijdens<br />
de verbranding. Deze vervuiling is aan<br />
<strong>het</strong> toenemen en wordt zorgwekkend<br />
gezien de complexe interacties tussen<br />
deze vervuilende stoffen en andere<br />
vervuilende stoffen in de lucht om ozon<br />
te vormen. Zij zijn de belangrijkste<br />
boosdoeners bij <strong>het</strong> ontstaan <strong>van</strong><br />
problemen met de luchtwegen.<br />
Pm 10<br />
PM 10: (<strong>van</strong> <strong>het</strong> Engelse Particulate<br />
Matter) zwevende luchtdeeltjes<br />
met een diameter kleiner dan 10<br />
micrometer. Het is de enige categorie<br />
vervuilende stoffen waarvoor geen<br />
chemische definitie wordt gehanteerd<br />
omwille <strong>van</strong> de uitgebreidheid <strong>van</strong> de<br />
verschillende fysicochemische samenstellingen,<br />
met diverse gevolgen voor<br />
de volksgezondheid en <strong>het</strong> klimaat.<br />
➧ 18. Uitstoot: De uitstoot vertegenwoordigt<br />
de hoeveelheid vervuilende stoffen die<br />
worden uitgestoten in de buitenlucht; deze<br />
hoeveelheid wordt uitgedrukt in gewichtseenheden.<br />
➧ 19. Immissie: De immissie <strong>van</strong> microdeeltjes<br />
(concentraties) vertegenwoordigt de<br />
hoeveelheid <strong>van</strong> een vervuilende stof per<br />
volume-eenheid (bv. microgram/m³) in de<br />
omgevende lucht.<br />
PAGINA 35
CO 2 -emissieniveaus volgens de verschillende<br />
scenario's <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest<br />
(voor lichte voertuigen)<br />
CO 2 -emissieniveaus volgens de verschillende<br />
scenario's <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>Brussel</strong>s Hoofdstedelijk Gewest<br />
(voor alle voertuigen)<br />
Ton CO 2<br />
Gemiddelde snelheid (km/u)<br />
Ton CO 2<br />
Gemiddelde snelheid (km/u)<br />
700<br />
700<br />
650<br />
650<br />
+16%<br />
+11%<br />
600<br />
600<br />
550<br />
550<br />
- 3%<br />
500<br />
+13%<br />
+4%<br />
500<br />
450<br />
- 3%<br />
450<br />
- 25%<br />
- 7% - 8%<br />
- 34%<br />
400<br />
400<br />
350<br />
350<br />
300<br />
35.0<br />
300<br />
35.0<br />
250<br />
30.0<br />
250<br />
30.0<br />
200<br />
25.0<br />
200<br />
25.0<br />
150<br />
20.0<br />
15.0<br />
150<br />
20.0<br />
15.0<br />
100<br />
10.0<br />
100<br />
10.0<br />
50<br />
5.00<br />
50<br />
5.00<br />
0 0.00<br />
0<br />
0.00<br />
2001<br />
2015<br />
Trendmatig<br />
2015 IRIS 1<br />
GewOP + GEN<br />
2015 IRIS 2<br />
hiërarchie GewOP<br />
2015 IRIS 2<br />
zonder hiërarchie<br />
2015 IRIS 2<br />
gewijzigde hiërarchie<br />
2020<br />
Ideaal<br />
2001<br />
2015<br />
Trendmatig<br />
2015 IRIS 1<br />
GewOP + GEN<br />
2015<br />
IRIS 2<br />
2020<br />
Ideaal<br />
+<br />
PAGINA 36<br />
IRIS 2 GEWESTELIjK VERVOERPLAN - WELKE VISIE VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIjK GEWEST?
drie Fases<br />
Op basis <strong>van</strong> de resultaten <strong>van</strong> de modelvorming zal <strong>het</strong> Gewest <strong>het</strong> Gewestelijk<br />
Vervoerplan in drie fases moeten invoeren:<br />
➧ 2008 - 2012: de impuls geven<br />
De maatregelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> IRIS 1-plan worden integraal ingevoerd, met<br />
inbegrip <strong>van</strong> <strong>het</strong> parkeerbeleid, en aangevuld door eerste maatregelen<br />
uit <strong>het</strong> middelste scenario IRIS 2. De infrastructuur en capaciteit<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> openbaar vervoer worden verder hoofdzakelijk ontwikkeld in<br />
afwachting <strong>van</strong> de toekomstige modale verschuiving, en dan meer bepaald<br />
de infrastructuur en de capaciteit waarnaar wordt gestreefd in<br />
de beheersovereenkomst 2007-2011 <strong>van</strong> de MIVB;<br />
➧ 2013 - 2015: de overgang versnellen<br />
Tijdens deze fase is scenario IRIS 2 <strong>van</strong> toepassing. De acties die op<br />
<strong>het</strong> ideale scenario zijn gebaseerd, worden bestudeerd, en dan meer<br />
bepaald de ontwikkelingen op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> de metro en de wegentarifering.<br />
De ontwikkeling <strong>van</strong> eersteklas openbaar vervoer voor iedereen<br />
blijft nog altijd een prioriteit. Hiermee moet de toestroom <strong>van</strong><br />
nieuwe gebruikers worden opge<strong>van</strong>gen;<br />
➧ 2016 – 2020: onze internationale verplichtingen nakomen wat betreft<br />
de reductie <strong>van</strong> <strong>het</strong> verkeer<br />
Het ideale scenario wordt toegepast. Het openbaar vervoer in de stad<br />
en de voorsteden wordt volop verder ontwikkeld, zodat <strong>het</strong> kan beantwoorden<br />
aan nog meer voluntaristische doelstellingen. Het GEN zal<br />
op dat moment in dienst zijn en zal worden gecombineerd met begeleidende<br />
maatregelen die streven naar een beperking <strong>van</strong> <strong>het</strong> autoverkeer<br />
met 20%.<br />
➧ Bovendien zal <strong>van</strong>af <strong>het</strong> moment dat <strong>het</strong> GEN een valabel alternatief<br />
vormt voor alle pendelaars, geleidelijk de tarifering worden ingevoerd.<br />
De verplichte betaling door de werknemers <strong>van</strong> een heffing op <strong>het</strong><br />
parkeren binnen de bureelgebouwen zal niet worden toegepast. Deze<br />
bijdrage zal worden ver<strong>van</strong>gen door beperkingen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de<br />
milieuvergunning (zie hfst. 5.1).<br />
PAGINA 37