Meetsystemen
Meetsystemen: Meetprincipes Inductieve Sensoren Opmerkingen: Mocht de verwerking van de wisselspanningssignalen (amplitude en polariteit) een probleem zijn, dan kunnen de (duurdere) typen met ingebouwde oscillator en detector een oplossing bieden. Deze typen staan bekend onder de naam DC-DC LVDT's: zowel de ingang als de uitgang zijn gelijkspanningen. LVDT's zijn uitgerust met een roestvrije stalen behuizing welke een goede bescherming garandeert tegen zowel mechanische invloeden als tegen elektrische en magnetische stoorvelden. 9.7 Roterend Veranderlijke Differentiaal-Transformator: RVDT De RVDT is de rotationele uitvoering van de LVDT. Figuur 2.44 geeft een principiële schets. Het principe is gelijk aan dat van de LVDT, maar de constructie is anders. Het bereik is om constructieve redenen beperkt tot minder dan 180° verdraaiing. De RVDT kent toepassingen in werktuigmachines, bij het aanduiden van de stand van kleppen en kranen, bij radarantennes, scheepsroeren, enz. U U uit / in U in U uit 1 U uit 2 α α a) b) Lineair gebied Figuur 2.44: a) Principiële uitvoering van RVDT en b) overdrachtskarakteristiek. In tegenstelling tot een rotationele potentiometer, zijn er geen contactborstels of -lopers, is de resolutie praktisch onbegrensd, de wrijving uiterst klein (rollagers) en is het inertiemoment heel beperkt. De koppeling tussen rotor en statorspoel gebeurt zuiver elektromagnetisch. Het systeem is dus vrij van defecten te wijten aan slechte contacten. __________ - II.42 - Johan Baeten
Meetsystemen: Meetprincipes Inductieve Sensoren 9.8 Resolvers en Synchro's Synchro's en resolvers bestaan uit een draaibaar opgestelde rotor en een vaste stator die magnetisch met elkaar gekoppeld zijn. Het zijn inductieve hoeksensoren met als meetbereik een volle verdraaiing (2π). Ze bestaan uit een variabele transformator met een hoekstandsafhankelijke koppeling. In tegenstelling tot de LVDT bewegen hier de spoelen ten opzichte van elkaar. Het principe van de hoekstandsafhankelijke variabele transformator werkt als volgt: beschouw twee spoelen waarvan een vaste, de statorspoel en een roterende, de rotorspoel. De inductie van statorspoel naar rotorspoel zal afhankelijk zijn van de relatieve stand van de twee spoelen, en meer bepaald evenredig met de cosinus van het hoekverschil tussen beide spoelassen. Figuur 2.45 geeft een situatieschets. α R 1 S 1 U 1 U r R 2 S 2 Figuur 2.45: Principe van roterende transformator. Indien de rotorspoelas loodrecht staat op de statorspoelas is de inductie nul en zal de statorspanning eveneens nul zijn. Indien de rotorspoelas evenwijdig ligt met de statorspoelas dan is de inductie maximaal. Algemeen geldt: U 1 = kU r sin ωt cos α met U 1 de geïnduceerde statorspanning, k de transformator(versterkings)factor U r de amplitude van de aangelegde rotorspanning α het hoekverschil tussen de twee spoelassen. Figuur 2.46 geeft twee mogelijke constructies weer voor stator en rotor. De uitvoering A, een rotor in dubbele T-uitvoering, bezit geen constante reluctantie waardoor het toestel iets minder nauwkeurig werkt en wordt gebruikt in de goedkopere modellen. 4 3 I II 2 III 1 IV d c b a IV III II Rotor I b c d 1 2 3 4 Stator Statordraden Stator a A. Doorsnede B. Figuur 2.46: Mogelijke uitvoeringen van resolver of synchro. Rotor Stator Rotor Rotorspoel Opbouw overeenkomstig A Sleepringen __________ - II.43 - Johan Baeten
- Page 23 and 24: Meetsystemen: Algemene principes St
- Page 25 and 26: Meetsystemen: Algemene principes St
- Page 27 and 28: Meetsystemen: Algemene principes St
- Page 29 and 30: Meetsystemen: Algemene principes St
- Page 31 and 32: Deel II Meetprincipes bij sensoren
- Page 33 and 34: Deel II Meetprincipes bij sensoren
- Page 35 and 36: Meetsystemen: Meetprincipes Binaire
- Page 37 and 38: Meetsystemen: Meetprincipes Binaire
- Page 39 and 40: Meetsystemen: Meetprincipes Resisti
- Page 41 and 42: Meetsystemen: Meetprincipes Resisti
- Page 43 and 44: Meetsystemen: Meetprincipes Resisti
- Page 45 and 46: Meetsystemen: Meetprincipes Resisti
- Page 47 and 48: Meetsystemen: Meetprincipes Resisti
- Page 49 and 50: Meetsystemen: Meetprincipes Resisti
- Page 51 and 52: Meetsystemen: Meetprincipes Resisti
- Page 53 and 54: Meetsystemen: Meetprincipes Capacit
- Page 55 and 56: Meetsystemen: Meetprincipes Capacit
- Page 57 and 58: Meetsystemen: Meetprincipes Capacit
- Page 59 and 60: Meetsystemen: Meetprincipes Capacit
- Page 61 and 62: Meetsystemen: Meetprincipes Inducti
- Page 63 and 64: Meetsystemen: Meetprincipes Inducti
- Page 65 and 66: Meetsystemen: Meetprincipes Inducti
- Page 67 and 68: Meetsystemen: Meetprincipes Inducti
- Page 69 and 70: Meetsystemen: Meetprincipes Inducti
- Page 71 and 72: Meetsystemen: Meetprincipes Inducti
- Page 73: Meetsystemen: Meetprincipes Inducti
- Page 77 and 78: Meetsystemen: Meetprincipes Inducti
- Page 79 and 80: Meetsystemen: Meetprincipes Inducti
- Page 81 and 82: Meetsystemen: Meetprincipes Inducti
- Page 83 and 84: Meetsystemen: Meetprincipes Inducti
- Page 85 and 86: Meetsystemen: Meetprincipes Opto-el
- Page 87 and 88: Meetsystemen: Meetprincipes Opto-el
- Page 89 and 90: Meetsystemen: Meetprincipes Opto-el
- Page 91 and 92: Meetsystemen: Meetprincipes Opto-el
- Page 93 and 94: Meetsystemen: Meetprincipes Opto-el
- Page 95 and 96: Meetsystemen: Meetprincipes Opto-el
- Page 97 and 98: Meetsystemen: Meetprincipes Opto-el
- Page 99 and 100: Meetsystemen: Meetprincipes Opto-el
- Page 101 and 102: Meetsystemen: Meetprincipes Opto-el
- Page 103 and 104: Meetsystemen: Meetprincipes Opto-el
- Page 105 and 106: Meetsystemen: Meetprincipes Opto-el
- Page 107 and 108: Meetsystemen: Meetprincipes Piëzo-
- Page 109 and 110: Meetsystemen: Meetprincipes Piëzo-
- Page 111 and 112: Meetsystemen: Meetprincipes Piëzo-
- Page 113 and 114: Meetsystemen: Meetprincipes Piëzo-
- Page 115 and 116: Meetsystemen: Meetprincipes Piëzo-
- Page 117 and 118: Meetsystemen: Meetprincipes Piëzo-
- Page 119 and 120: Meetsystemen: Meetprincipes Ultraso
- Page 121 and 122: Meetsystemen: Meetprincipes Ultraso
- Page 123 and 124: Meetsystemen: Meetprincipes Ultraso
<strong>Meetsystemen</strong>: Meetprincipes<br />
Inductieve Sensoren<br />
9.8 Resolvers en Synchro's<br />
Synchro's en resolvers bestaan uit een draaibaar opgestelde rotor en een vaste stator die<br />
magnetisch met elkaar gekoppeld zijn. Het zijn inductieve hoeksensoren met als meetbereik een<br />
volle verdraaiing (2π). Ze bestaan uit een variabele transformator met een<br />
hoekstandsafhankelijke koppeling. In tegenstelling tot de LVDT bewegen hier de spoelen ten<br />
opzichte van elkaar.<br />
Het principe van de hoekstandsafhankelijke variabele transformator werkt als volgt: beschouw<br />
twee spoelen waarvan een vaste, de statorspoel en een roterende, de rotorspoel. De inductie van<br />
statorspoel naar rotorspoel zal afhankelijk zijn van de relatieve stand van de twee spoelen, en<br />
meer bepaald evenredig met de cosinus van het hoekverschil tussen beide spoelassen. Figuur<br />
2.45 geeft een situatieschets.<br />
α<br />
R 1 S 1<br />
U 1<br />
U r<br />
R 2 S 2<br />
Figuur 2.45: Principe van roterende transformator.<br />
Indien de rotorspoelas loodrecht staat op de statorspoelas is de inductie nul en zal de<br />
statorspanning eveneens nul zijn. Indien de rotorspoelas evenwijdig ligt met de statorspoelas dan<br />
is de inductie maximaal. Algemeen geldt:<br />
U 1 = kU r sin ωt cos α<br />
met<br />
U 1<br />
de geïnduceerde statorspanning,<br />
k de transformator(versterkings)factor<br />
U r<br />
de amplitude van de aangelegde rotorspanning<br />
α het hoekverschil tussen de twee spoelassen.<br />
Figuur 2.46 geeft twee mogelijke constructies weer voor stator en rotor. De uitvoering A, een<br />
rotor in dubbele T-uitvoering, bezit geen constante reluctantie waardoor het toestel iets minder<br />
nauwkeurig werkt en wordt gebruikt in de goedkopere modellen.<br />
4<br />
3 I<br />
II<br />
2<br />
III<br />
1<br />
IV<br />
d<br />
c<br />
b<br />
a<br />
IV<br />
III<br />
II<br />
Rotor<br />
I<br />
b<br />
c<br />
d<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
Stator<br />
Statordraden<br />
Stator<br />
a<br />
A. Doorsnede B.<br />
Figuur 2.46: Mogelijke uitvoeringen van resolver of synchro.<br />
Rotor<br />
Stator<br />
Rotor<br />
Rotorspoel<br />
Opbouw overeenkomstig A<br />
Sleepringen<br />
__________ - II.43 -<br />
Johan Baeten