11.06.2015 Views

Meetsystemen

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Meetsystemen</strong>: Algemene principes<br />

Stoorsignalen, aarding en afscherming<br />

V E = 240 ⎡ ⎣ ⎢ 1/(jωC 4 ) ⎤<br />

⎥ = 240 ⎡ 1/(jωC 2 ) + 1/(jωC 4 ) ⎦ ⎣ ⎢ C 2 ⎤<br />

⎥<br />

C 2 + C 4 ⎦<br />

De sommode stoorspanning V CM<br />

= V E<br />

en de verschilmode stoorspanning is:<br />

V SM = V B − V E = 240 ⎡ ⎣ ⎢ C 1<br />

C 1 + C 3<br />

−<br />

C 2<br />

⎤<br />

⎥<br />

C 2 + C 4 ⎦<br />

Dit wil zeggen dat er geen verschilmode storing is bij een perfect evenwicht tussen de koppelcapaciteiten:<br />

dit is bij C 1<br />

= C 2<br />

en C 3<br />

= C 4<br />

. In de praktijk zal er echter steeds een zekere onbalans<br />

bestaan ten gevolge van minimale afstandsverschillen tussen signaallijnen en vermogenkabel /<br />

aardvlak.<br />

4.4 Aarding<br />

Tot nu toe hebben we verondersteld dat de aardpotentiaal overal 0 volt bedraagt. Zware<br />

elektrische machines en elektrische stormen brengen echter stromen teweeg die doorheen de<br />

aarde vloeien en waardoor verschillende potentialen ontstaan op verschillende punten van het<br />

aardvlak. Indien de meetkring volledig geïsoleerd is van de aarde, is er geen probleem. In de<br />

praktijk kan er echter een verbinding zijn (bijvoorbeeld via een lekweerstand) met de aarde aan<br />

de bron en aan de kant van de ontvanger. Indien de twee aardingspunten verschillende<br />

potentialen hebben, dan ontstaan er sommode en verschilmode spanningen in de meetkring.<br />

Figuur 1.22 illustreert het probleem van meerdere aardingspunten.<br />

Zender / Omvormer<br />

i Zt<br />

1<br />

1<br />

Zt2<br />

i 2<br />

Aardlus 1<br />

Aardlus 2<br />

Ontvanger<br />

Z L<br />

V E<br />

Figuur 1.22: Aardlussen door dubbele aarding.<br />

Door de dubbele aarding van de meetkring ontstaan twee aardlussen. Ten gevolge van de<br />

spanning V E<br />

vloeien hierin de stromen i 1<br />

en i 2<br />

. Deze stromen zijn niet gelijk en veroorzaken dus<br />

een verschillende potentiaalval over Zt 1<br />

en Zt 2<br />

, hetgeen overeenstemt met een verschilmode<br />

spanning.<br />

Bijvoorbeeld: neem V E<br />

= 1 V, Zt 1<br />

= Zt 2<br />

= 10 Ω, Z L<br />

= 10 6 Ω. De spanningsvallen over Zt 1<br />

en<br />

Zt 2<br />

zijn: V 1<br />

≈ 10 µV en V 2<br />

= 1V. De sommode spanning V CM<br />

= 0 V, de verschilmode<br />

stoorspanning V SM<br />

= 1V - 10µV ≈ 1 V. De volledige aardspanning V E<br />

komt als fout in de<br />

meting. Dit is enkel zo, omdat beide aardingsweerstanden gelijk aan nul verondersteld<br />

worden. Reken zelf eens uit hoe groot de verschilmode spanning is indien beide<br />

aardingsweerstanden gelijk zijn aan 5 Ω. (Oplossing V SM<br />

≈ 0,5V).<br />

__________ - I.17 -<br />

Johan Baeten

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!