Meetsystemen
Meetsystemen: Meetgrootheden Debietmeting Bij kleine waarden van Re is de stroming laminair. Bij grote waarden van Re is de stroming turbulent. De overgang van laminaire naar turbulente stroming gebeurt niet altijd bij hetzelfde, welbepaalde Re-getal. Er bestaat een overgangsregime waarbij de stroming niet meer laminair is, maar toch nog niet uitgesproken turbulent. De kritische waarde van het Re-getal (Re c ) waarbij de overgang laminair-turbulent plaatsvindt, kan dus niet duidelijk bepaald worden. Voor de stroming in leidingen is 2000 < Re c < 4000. Des te groter het Reynolds-getal, des te eenpariger is de snelheidsverdeling. Immers, bij een laminaire stroming zal het vloeistoflaagje aan de wand, door de invloed (wrijving) van die wand, haast stilstaan, naar het centrum van de leiding toe zal elk laagje wat sneller vloeien zoals figuur 3.48.a weergeeft. De gemiddelde snelheid van de stroming is hier v = v max / 2. Wanneer de viscositeit kleiner is, en Re dus groter, werken de laagjes veel minder remmend op elkaar, zodat de maximale snelheid reeds dicht bij de wand wordt behaald (zie figuur 3.48.c). De gemiddelde snelheid van de stroming is nu v ≅ 0,8 v max . In de praktijk zijn de meeste stromingen turbulent. 18.2 Verschildrukmetingen Wet van Bernouilli De wet van Bernouilli berust op het behoud van energie. Wanneer een vloeistof met een dichtheid ρ door een buis met ongelijke doorsneden A l en A 2 stroomt, dan is - bij verwaarlozing van de wrijving - de energiedichtheid van de vloeistof bij doorsneden 1 en 2 even groot. Dit levert de wet van Bernouilli, die een verband legt tussen de verschillende drukgrootheden in de doorsneden 1 en 2: waarin p 1 + 1 2 ρv 1 2 +ρgh 1 = p 2 + 1 2 ρv 2 2 +ρgh 2 p = de druk in de vloeistof v = de gemiddelde stroomsnelheid h = de hoogte A = de buisdoorsnede 2 1 A 2 2 v A 2 1 v ρ = ρ = ρ P 1 1 2 2 P 1 h 1 h Figuur 3.49: Wet van Bernouilli: behoud van energie in een stromend fluïdum (hier onsamendrukbaar). __________ - III.55 - Johan Baeten
Meetsystemen: Meetgrootheden Debietmeting Indien de beide doorsneden zich op dezelfde hoogte, bevinden dan is h 1 = h 2 . Door gebruik te maken van de continuïteitsvergelijking (A l .v l = A 2 .v 2 ) volgt uit de vergelijking van Bernouilli een betrekking die het debiet door de buis uitdrukt in functie van het drukverschil tussen de beide doorsneden: Q = A 2 k ∆p met k = 2 ρ ⎛ ⎝ 1 − A 2 2 /A 1 2 ⎞ ⎠ Het drukverschil neemt dus kwadratisch toe met het volumedebiet. Door het drukverschil te meten en het resultaat door een worteltrekkerschakeling te voeren, vindt men zo een lineaire aanduiding van het volumedebiet. Meetflens of diafragma (Eng.: Orifice plate) Toepassing van de Bernouilli-wet op een horizontale leiding met een sterke vernauwing levert het eerder vermeld verband tussen het debiet en het drukverschil. De vernauwing wordt hier gevormd door een schijf met een cirkelvormige opening. Figuur 3.50 geeft de opstelling en het drukverloop weer. Net bij het diafragma is er een sterke vermindering van de statische druk, omdat de snelheid toeneemt. Achter het diafragma neemt de snelheid weer af en de statische druk herstelt zich. Toch blijft er een zeker drukverlies door de verhoogde wrijvingsverliezen bij de stroming door het diafragma. Dit drukverlies is uiteraard ongewenst en dient zoveel mogelijk beperkt te worden. Drukmeetpunten Drukmeetpunten D d d d' a) b) Statische druk P Statische druk langs de wand Statische druk in het hart van de leiding PDrukverlies Pv c) Figuur 3.50: Differentiële-druk-meetflens-debietmeters: a) met drukmeetpunten in l en l/2, b) met drukmeetpunten in de hoeken, c) Schets van het drukverloop over de meetflens. Meting van het verschil tussen de druk een eind voor het diafragma en de druk net achter het diafragma, en toepassing van de bovenstaande formule geeft het te meten debiet. Toch voldoet de theoretische formule niet ten volle. Er treden immers parasitaire verschijnselen op: __________ - III.56 - Johan Baeten
- Page 135 and 136: Meetsystemen: Meetgrootheden Positi
- Page 137 and 138: Meetsystemen: Meetgrootheden Positi
- Page 139 and 140: Meetsystemen: Meetgrootheden Positi
- Page 141 and 142: Meetsystemen: Meetgrootheden Positi
- Page 143 and 144: Meetsystemen: Meetgrootheden Positi
- Page 145 and 146: Meetsystemen: Meetgrootheden Positi
- Page 147 and 148: Meetsystemen: Meetgrootheden Positi
- Page 149 and 150: Meetsystemen: Meetgrootheden Positi
- Page 151 and 152: Meetsystemen: Meetgrootheden Positi
- Page 153 and 154: Meetsystemen: Meetgrootheden Positi
- Page 155 and 156: Meetsystemen: Meetgrootheden Drukme
- Page 157 and 158: Meetsystemen: Meetgrootheden Drukme
- Page 159 and 160: Meetsystemen: Meetgrootheden Drukme
- Page 161 and 162: Meetsystemen: Meetgrootheden Temper
- Page 163 and 164: Meetsystemen: Meetgrootheden Temper
- Page 165 and 166: Meetsystemen: Meetgrootheden Temper
- Page 167 and 168: Meetsystemen: Meetgrootheden Temper
- Page 169 and 170: Meetsystemen: Meetgrootheden Temper
- Page 171 and 172: Meetsystemen: Meetgrootheden Temper
- Page 173 and 174: Meetsystemen: Meetgrootheden Temper
- Page 175 and 176: Meetsystemen: Meetgrootheden Niveau
- Page 177 and 178: Meetsystemen: Meetgrootheden Niveau
- Page 179 and 180: Meetsystemen: Meetgrootheden Niveau
- Page 181 and 182: Meetsystemen: Meetgrootheden Niveau
- Page 183 and 184: Tabel 3.7: Overzicht niveaumeting C
- Page 185: Meetsystemen: Meetgrootheden Debiet
- Page 189 and 190: Meetsystemen: Meetgrootheden Debiet
- Page 191 and 192: Meetsystemen: Meetgrootheden Debiet
- Page 193 and 194: Meetsystemen: Meetgrootheden Debiet
- Page 195 and 196: Meetsystemen: Meetgrootheden Debiet
- Page 197 and 198: Meetsystemen: Meetgrootheden Debiet
- Page 199 and 200: Meetsystemen: Meetgrootheden Debiet
- Page 201 and 202: Meetsystemen: Meetgrootheden Debiet
- Page 203 and 204: Meetsystemen: Meetgrootheden Debiet
- Page 205 and 206: Meetsystemen: Meetgrootheden Debiet
- Page 207 and 208: Meetsystemen: Meetgrootheden Debiet
- Page 209 and 210: Tabel 3.10: Overzicht debietmeters
- Page 211 and 212: Meetsystemen: Signaalverwerking en
- Page 213 and 214: Meetsystemen: Signaalverwerking en
- Page 215 and 216: Meetsystemen: Signaalverwerking en
- Page 217 and 218: Meetsystemen: Signaalverwerking en
- Page 219 and 220: Meetsystemen: Signaalverwerking en
- Page 221 and 222: Meetsystemen: Signaalverwerking en
- Page 223 and 224: Meetsystemen: Signaalverwerking en
- Page 225 and 226: Meetsystemen: Signaalverwerking en
- Page 227 and 228: Meetsystemen: Signaalverwerking en
- Page 229 and 230: Bibliografie 1. Handboek Procesauto
- Page 231 and 232: Meetsystemen Formularium Formulariu
- Page 233: Meetsystemen Formularium Overige: s
<strong>Meetsystemen</strong>: Meetgrootheden<br />
Debietmeting<br />
Bij kleine waarden van Re is de stroming laminair. Bij grote waarden van Re is de stroming<br />
turbulent. De overgang van laminaire naar turbulente stroming gebeurt niet altijd bij hetzelfde,<br />
welbepaalde Re-getal. Er bestaat een overgangsregime waarbij de stroming niet meer laminair is,<br />
maar toch nog niet uitgesproken turbulent. De kritische waarde van het Re-getal (Re c<br />
) waarbij<br />
de overgang laminair-turbulent plaatsvindt, kan dus niet duidelijk bepaald worden. Voor de<br />
stroming in leidingen is 2000 < Re c<br />
< 4000.<br />
Des te groter het Reynolds-getal, des te eenpariger is de snelheidsverdeling. Immers, bij een<br />
laminaire stroming zal het vloeistoflaagje aan de wand, door de invloed (wrijving) van die wand,<br />
haast stilstaan, naar het centrum van de leiding toe zal elk laagje wat sneller vloeien zoals<br />
figuur 3.48.a weergeeft. De gemiddelde snelheid van de stroming is hier v = v max<br />
/ 2.<br />
Wanneer de viscositeit kleiner is, en Re dus groter, werken de laagjes veel minder remmend op<br />
elkaar, zodat de maximale snelheid reeds dicht bij de wand wordt behaald (zie figuur 3.48.c). De<br />
gemiddelde snelheid van de stroming is nu v ≅ 0,8 v max<br />
. In de praktijk zijn de meeste stromingen<br />
turbulent.<br />
18.2 Verschildrukmetingen<br />
Wet van Bernouilli<br />
De wet van Bernouilli berust op het behoud van energie. Wanneer een vloeistof met een<br />
dichtheid ρ door een buis met ongelijke doorsneden A l<br />
en A 2<br />
stroomt, dan is - bij verwaarlozing<br />
van de wrijving - de energiedichtheid van de vloeistof bij doorsneden 1 en 2 even groot. Dit<br />
levert de wet van Bernouilli, die een verband legt tussen de verschillende drukgrootheden in de<br />
doorsneden 1 en 2:<br />
waarin<br />
p 1 + 1 2 ρv 1 2 +ρgh 1 = p 2 + 1 2 ρv 2 2 +ρgh 2<br />
p = de druk in de vloeistof<br />
v = de gemiddelde stroomsnelheid<br />
h = de hoogte<br />
A = de buisdoorsnede<br />
2<br />
1<br />
A 2<br />
2<br />
v<br />
A 2<br />
1<br />
v ρ = ρ = ρ<br />
P 1<br />
1 2<br />
2<br />
P 1<br />
h<br />
1<br />
h<br />
Figuur 3.49: Wet van Bernouilli: behoud van energie in een stromend fluïdum (hier onsamendrukbaar).<br />
__________ - III.55 -<br />
Johan Baeten