Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Meetsystemen</strong>: Meetgrootheden<br />
Positiemeting<br />
14.4 Numerieke verwerking bij incrementele meetsystemen<br />
Om in een gesloten kring een positionering op numerieke wijze uit te voeren moet men de<br />
weginformatie en de meetinformatie numeriek vergelijken. De uitgang van deze vergelijker of<br />
comparator zal dan een analoge servosturing aansturen om de uitgangsas nauwkeurig te<br />
positioneren. Naargelang het gekozen meetsysteem, die de weginformatie opneemt, zijn er<br />
verschillende oplossingen mogelijk. Deze paragraaf bespreekt de verschillende aspecten die van<br />
belang zijn bij gebruik van een incrementeel meetsysteem. In de volgende paragrafen komt de<br />
verwerking van absolute digitale en analoge meetsystemen aan bod.<br />
Zoals bij alle incrementele stuursystemen, is de comparator in hoofdzaak een elektronische<br />
teller. De telcapaciteit hangt af van de gewenste nauwkeurigheid en van de meetlengte.<br />
Bijvoorbeeld: bij een lengte van 1m met een nauwkeurigheid 5µm moet de teller een bereik<br />
hebben van 0 tot 200.000. Bij een binaire teller is de nodige capaciteit dan 18 bits.<br />
Bij een Alles-of-niets-sturing moet de teller een preselectieorgaan hebben, om de af te leggen<br />
weg in de teller vast te leggen. Van daaruit telt deze terug tot nul.<br />
Opdat de as niet onmiddellijk stilstaat wanneer de teller nul is, is een snelheidsverandering kort<br />
voor het bereiken van het doel, vereist. Op een gegeven afstand van het doel zal de snelheid<br />
zodanig verlagen dat het overblijvend traagheidskoppel van de motor en de belasting kleiner is<br />
dan het wrijvingskoppel. Bij uitschakelen van de motor zal deze onmiddellijk stoppen. In de<br />
teller is dan een tweede preselectie nodig om de 'remafstand' in te stellen.<br />
Bij het incrementeel sturen volgens hogervermeld principe, treedt echter een moeilijkheid op. Bij<br />
een foute positionering wordt de fout overgedragen op de volgende positioneringen. Dit kan<br />
voorkomen worden door het gebruik van een op- en afteller, die als tweepuntsregelaar werkt<br />
d.w.z. dat wanneer de machine doorloopt over nul, de teller de richting omschakelt en terug naar<br />
nul brengt.<br />
Om een proportionele vergelijker te bekomen, is een op- en afteller nodig. De referentiewaarden<br />
moeten continu ingegeven worden aan de teller, de gemeten waarden moeten deze<br />
referentiewaarden continu neertellen. De teller is verbonden met een digitaal/analoog omzetter<br />
(D/A), die de analoge servomachine stuurt. De teller geeft in dit geval op elk ogenblik het<br />
verschil tussen referentiewaarde en meetwaarde welk als proportioneel stuursignaal dient.<br />
Voor een regeling in beide richtingen moet de teller richtingsgevoelig zijn en dit zowel voor<br />
referentiewaarde als meetwaarde. Figuur 3.7 geeft het blokschema.<br />
Meetw. Rechts<br />
Ref. Links<br />
Meetw. Links<br />
Ref. Rechts<br />
of<br />
of<br />
+<br />
-<br />
Teller<br />
D/A Servo<br />
Figuur 3.7: Vergelijker voor proportionele sturing.<br />
__________ - III.8 -<br />
Johan Baeten