You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Meetsystemen</strong>: Meetprincipes<br />
Ultrasone sensoren<br />
12.2 Akoestische transducenten<br />
Er bestaan vier typen akoestische transducenten: piëzo-elektrische, elektrostatische,<br />
elektromagnetische en magnetostriktieve transducenten. Alleen de twee eerstgenoemde zijn<br />
geschikt voor ultrasone toepassingen. De transductie-effecten zijn allemaal reversibel. Dit wil<br />
zeggen dat een transducent als bron (zender) en als detector (ontvanger) kan dienen. Er zijn<br />
systemen met een afzonderlijke zender en ontvanger, en systemen waarin één transducent<br />
afwisselend als bron en als detector fungeert.<br />
Vrijwel alle toegepaste transducenten kunnen worden beschreven met een trillend vlak. Elk deel<br />
van dit vlak gedraagt zich als een akoestische puntbron. De geluidsintensiteit in een punt op een<br />
zekere afstand van de transducent is te berekenen door de bijdrage van alle trillende punten van<br />
dat vlak te sommeren. Afhankelijk van de plaats in de ruimte zullen sommige golven elkaar<br />
versterken, en elkaar op andere plaatsen uitdoven (interferentie). Dit verklaart het verloop van de<br />
axiale intensiteit in figuur 2.100.a en het gelobde richtingsdiagram van figuur 2.100.b.<br />
P<br />
Geluidsintensiteit<br />
75°<br />
60°<br />
45°<br />
30°<br />
15°<br />
Fresnelzone<br />
Fraunhofer-zone<br />
x<br />
r² r² afstand tot plaat met straal r<br />
a) 2λ λ ( λ = golflengte)<br />
b)<br />
Figuur 2.100: a) Verloop axiale intensiteit langs hoofdas en b) voorbeeld richtingsdiagram.<br />
0°<br />
Hoofdas<br />
15°<br />
Er treedt geen uitdoving meer op vanaf een afstand r 2 /λ langs de hoofdas. Het gebied binnen die<br />
afstand heet Fresnel-zone (of nabije veld), het gebied daarbuiten de Fraunhofer-zone (of verre<br />
veld).<br />
Een belangrijke parameter is ook de bundelbreedte van de geluidsgolf. Figuur 2.101 geeft het<br />
verband tussen bundelbreedte, afmeting van de zender en golflengte. Hoe kleiner de radiale<br />
afmeting r van de transducent, of hoe groter de golflengte λ, des te meer gedraagt de transducent<br />
zich als een puntbron (brede bundel). Een smalle bundel, wat vaak juist gewenst is in<br />
verplaatsingsmeetsystemen, vereist een grote afmeting ten opzichte van de golflengte. Of<br />
omgekeerd zal bij constante afmeting een smallere bundel ontstaan als de frequentie f (= c/λ, zie<br />
later) hoger wordt, maar een afnemend bereik omdat de demping sterk toeneemt naarmate de<br />
frequentie stijgt.<br />
r² / λ<br />
75°<br />
60°<br />
45°<br />
30°<br />
r<br />
ϕ<br />
tg( ϕ ) = λ / r<br />
x<br />
Figuur 2.101: Bundelbreedte ϕ in relatie tot afmeting r en golflengte λ.<br />
Elektrostatische transducent<br />
__________ - II.87 -<br />
Johan Baeten