21.05.2015 Views

Binnenwerk Cahier 5 Stad&Regio - Mitros

Binnenwerk Cahier 5 Stad&Regio - Mitros

Binnenwerk Cahier 5 Stad&Regio - Mitros

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

R E G I O<br />

N A L E<br />

S A M E N<br />

W E R K<br />

I N G<br />

•<br />

STAD & REGIO<br />

<strong>Cahier</strong><br />

27• 11• 2002<br />

<strong>Mitros</strong> is een toonaangevende<br />

en ambitieuze woningcorporatie.<br />

Met ruim 32.000 woningen,<br />

garages en bedrijfspanden is zij<br />

de grootste speler op het veld<br />

van de volkshuisvesting in<br />

Utrecht en Nieuwegein. Samenwerking<br />

en keuzevrijheid staan<br />

bij <strong>Mitros</strong> voorop.<br />

<strong>Mitros</strong> biedt als voorloper in de<br />

volkshuisvesting een Podium<br />

voor discussie. Op het <strong>Mitros</strong><br />

Podium belichten we circa drie<br />

keer per jaar belangrijke of actuele<br />

thema‘s uit de wereld van<br />

wonen, leven en volkshuisvesting.<br />

De <strong>Mitros</strong> <strong>Cahier</strong>s zijn<br />

hiervan de schriftelijke afgeleide.


Stad & <strong>Regio</strong><br />

2<br />

<strong>Mitros</strong> <strong>Cahier</strong> - <strong>Regio</strong>nale samenwerking: Stad & <strong>Regio</strong><br />

Het thema van regionaal samenwerken is uiterst actueel<br />

in het stedelijk gebied van Utrecht. Op politiek-bestuurlijk<br />

niveau ligt er de uitdaging om na de opheffing van<br />

het Bestuur <strong>Regio</strong> Utrecht (BRU), vermoedelijk per<br />

1 januari 2004, een nieuw bestuurlijk samenwerkingsverband<br />

te creëren, waarvan de zwaarte nog niet helder<br />

is gedefinieerd.<br />

Voor woningcorporaties ligt er de uitdaging om tot een<br />

regionaal volkshuisvestingsbeleid te komen, zo mogelijk<br />

geconcretiseerd in regionale prestatieafspraken.<br />

Essentieel daarin is het wegwerken van de onbalans<br />

tussen de stad en de regiogemeenten. Dat is voor beide<br />

van belang: doorstroming in de stad biedt ruimte voor<br />

herstructurering, meer draagvlak voor voorzieningen en<br />

meer huisvestingsmogelijkheden voor eigen bewoners<br />

c.q. starters uit de regio die de stad vaak als beginstadium<br />

voor een carrière nodig hebben.


Een regionaal woningmarktbeleid vraagt om de erkenning<br />

dat de stad deel uitmaakt van de regio, maar er<br />

qua samenstelling van de woningvoorraad niet hetzelfde<br />

hoeft uit te zien als de regiogemeenten. <strong>Regio</strong>naal<br />

woningmarktbeleid vraagt om beleidskeuzes hoe je de<br />

totale regio in wil richten en om instrumenten om die<br />

beleidskeuzes te realiseren.<br />

Tijdens het <strong>Mitros</strong> Podium Stad & <strong>Regio</strong>: samenwerking<br />

in de stedelijke regio Utrecht (27 november 2002) is<br />

deze thematiek onderwerp van discussie geweest,<br />

gevoed door bijdragen vanuit de Rijksoverheid en de<br />

regio Haaglanden en van stedelijke en regionale wethouders<br />

en corporatiedirecteuren.<br />

De gedachten in dit <strong>Mitros</strong> <strong>Cahier</strong> vormden een opmaat<br />

voor deze discussie.<br />

3<br />

<strong>Mitros</strong> <strong>Cahier</strong> - <strong>Regio</strong>nale samenwerking: Stad & <strong>Regio</strong>


1 Woningmarkt op slot<br />

4<br />

Afnemende dynamiek<br />

De woningmarkt in de stedelijke regio<br />

Utrecht dreigt langzamerhand verstopt te<br />

raken. Dat is onder andere te zien aan de<br />

oplopende wachttijd voor een sociale<br />

huurwoning en het stijgend aantal reacties<br />

op aangeboden woningen. Het feit<br />

dat er geen sprake is van leegstand –<br />

natuurlijk zijn bepaalde complexen wel<br />

populairder dan andere – wijst daar ook<br />

op. Voorts ziet <strong>Mitros</strong> het aantal mutaties<br />

dalen: ruim 11% van de woningen van<br />

<strong>Mitros</strong> veranderde in 1998 van bewoner,<br />

in 2002 zal dat slechts 8,5% zijn.<br />

Tot slot is er al een aantal jaren sprake<br />

van het feit dat meer mensen de stad verlaten<br />

dan zich er vestigen (vertrekoverschot).<br />

De groei van de bevolking wordt<br />

alleen nog veroorzaakt door een ‘geboorteoverschot’<br />

en eenmalig door de samenvoeging<br />

van Utrecht en Vleuten-de Meern<br />

per 2001.<br />

De trend van een steeds lager worden-<br />

<strong>Mitros</strong> cahier - <strong>Regio</strong>nale samenwerking: Stad & <strong>Regio</strong><br />

%<br />

18<br />

17<br />

16<br />

15<br />

15<br />

1990<br />

15,7<br />

1992<br />

15,6<br />

1994<br />

16,9<br />

1996<br />

17,6<br />

1998<br />

16,7<br />

2000<br />

Bron: O+S (Amsterdam)


de dynamiek op de woningmarkt zien we<br />

niet alleen in Utrecht, maar ook in de<br />

andere grote steden. Vanaf 1998 neemt de<br />

dynamiek op de Haagse, Rotterdamse en<br />

Amsterdamse markt net zo veel af als die<br />

op de Utrechtse. De dynamiek wordt uitgedrukt<br />

in een percentage, waarbij het<br />

saldo van in- en uitstroom, vermeerderd<br />

met het (dubbel getelde) aantal verhuizingen<br />

binnen de stad gedeeld wordt door de<br />

gemiddelde omvang van de bevolking in<br />

een jaar.<br />

De Utrechtse dynamiek bleef in de periode<br />

1990-1994 tussen de 15 en 16%, zat in<br />

de periode 1995-1998 tussen de 17 en<br />

17,5%, maar viel vervolgens terug naar<br />

16,7% en zal naar verwachting blijven<br />

dalen.<br />

Effecten op de stedelijke regio<br />

Als de (groot)stedelijke woningmarkt<br />

verstopt raakt, heeft dat een groot aantal<br />

negatieve gevolgen. In de eerste plaats<br />

vindt een selectieve uitstroom plaats;<br />

alleen diegenen die het zich kunnen veroorloven,<br />

zullen zich vestigen in, meestal<br />

suburbane, gebieden. Daarmee valt niet<br />

alleen voor een deel het financieel draagvlak<br />

voor voorzieningen in de stad weg,<br />

maar ontstaat ook een grotere pendel van<br />

mensen die in de stad werken en elders<br />

wonen.<br />

In de tweede plaats ontstaan in de steden<br />

probleemcumulatiegebieden, waar<br />

mensen wonen die gezien hun sociaaleconomische<br />

positie, naast het feit dat er<br />

onvoldoende nieuw aanbod is, niet naar<br />

elders kunnen verhuizen en zo langdurig<br />

komen ‘vast te zitten’. Deze probleemgebieden<br />

worden, door de bovengenoemde<br />

selectieve uitstroom, steeds eenzijdiger<br />

van bevolkingssamenstelling.<br />

Voorts ontstaat er in toenemende mate<br />

illegale bewoning. Immers, woonruimte is<br />

in een verstopte markt een schaars goed.<br />

Woningzoekenden zullen dus op alle<br />

mogelijke manieren trachten om huisvesting<br />

te vinden, terwijl anderen de situatie<br />

zullen uitbuiten en tegen hoge prijzen<br />

woonruimte illegaal zullen (onder)verhuren.<br />

Tot slot stokt wellicht de meest belangrijke<br />

functie van de stad in een stedelijke<br />

regio, namelijk het feit dat de stad een<br />

‘carrière-machine’ is, zowel voor de professionele<br />

carrière als voor de wooncarrière.<br />

Indien de woningmarkt geen ruimte<br />

laat voor de continue aanvoer (en doorstroom)<br />

van studenten, starters en mensen<br />

die vanuit het buitenland tijdelijk naar<br />

Nederland komen, dan gaat de carrièrefunctie<br />

van de stad verloren. Dit zal<br />

nadrukkelijk mede op de regiogemeenten<br />

terugslaan, omdat ook de inwoners van<br />

deze gemeente uitermate veel baat hebben<br />

bij de mogelijkheid om carrière te<br />

maken in de stad. De regiogemeenten<br />

zijn zelf, door de samenstelling van hun<br />

woningvoorraad, veelal niet in staat om<br />

met name aan de starters die mogelijkheid<br />

te bieden.<br />

Vernieuwing van de woningvoorraad in<br />

stad én regio is uitermate belangrijk is.<br />

Het is daarbij ook duidelijk dat de regio<br />

een rol moet (blijven) vervullen voor die<br />

groepen die nu, met name door hun sociaal-economische<br />

omstandigheden, alleen<br />

in de stad terechtkunnen. Wanneer er<br />

geen sprake is van een balans tussen stad<br />

en regio, pakt dat voor stad én regio<br />

slecht uit.<br />

5<br />

<strong>Mitros</strong> cahier - <strong>Regio</strong>nale samenwerking: Stad & <strong>Regio</strong>


<strong>Mitros</strong> cahier - <strong>Regio</strong>nale samenwerking: Stad & <strong>Regio</strong><br />

6<br />

Bron: BRU<br />

2 Huidige samenwerking in


de regio<br />

BRU<br />

De gemeenten in de stedelijke regio<br />

Utrecht werken samen binnen het Bestuur<br />

<strong>Regio</strong> Utrecht (BRU). Het BRU bestaat uit<br />

drie delen (West, Oost en Midden) en<br />

beslaat circa driekwart van de provincie<br />

Utrecht. Het stedelijk gebied, Utrecht en<br />

de regiogemeenten die een duidelijke relatie<br />

met de stad Utrecht hebben, wordt<br />

aangeduid met BRU-Midden.<br />

Het BRU is een tijdelijk samenwerkingsverband<br />

(een zogeheten Kaderwetregio)<br />

voor een aantal projecten in de regio op<br />

het gebied van regionale structuur, ruimtelijke<br />

ordening, volkshuisvesting, verkeer<br />

en vervoer, economische zaken en milieu.<br />

De werkingsduur van het BRU liep in eerste<br />

instantie door tot april 1998, maar<br />

werd verlengd tot (uiterlijk) 1 juli 2003.<br />

Het (demissionaire) kabinet-Balkenende<br />

heeft aangegeven de Kaderwet Bestuur-inverandering<br />

per 1 januari 2004 af te willen<br />

schaffen.<br />

Binnen korte tijd moet er dus helderheid<br />

zijn over de herverdeling van de<br />

Kaderwettaken en over de overdracht van<br />

de rechten en plichten van het BRU over<br />

andere openbare lichamen. Op politiekbestuurlijk<br />

niveau wordt van diverse<br />

zijden aangedrongen op een blijvende<br />

regionale samenwerking tussen gemeenten<br />

op de beleidsterreinen openbaar vervoer,<br />

infrastructuur, woningbouw, locatieontwikkeling,<br />

woonruimtebeleid en ruimtelijke<br />

en sociaal-economische planning.<br />

Bij deze samenwerking zou het alleen<br />

gaan om de gemeenten in de stedelijke<br />

regio Utrecht, dat is: het huidige BRU-<br />

Midden eventueel aangevuld met enkele<br />

bouwende gemeenten die nu in West of<br />

Zuid liggen. De omvang van het samenwerkingsverband<br />

en de intensiteit van<br />

samenwerking moet nog verder worden<br />

bediscussieerd.<br />

RWU<br />

De woningcorporaties in het gebied<br />

Utrecht-Midden hebben zich verenigd in<br />

het <strong>Regio</strong>platform Woningcorporaties<br />

Utrecht (RWU). Het RWU vormt de<br />

gesprekspartner voor het BRU bij veel<br />

volkshuisvestelijke onderwerpen, zoals de<br />

huisvestingsverordening, de huurinkomenstabel<br />

en het <strong>Regio</strong>naal Structuur<br />

Plan. Met de Provincie Utrecht praat zij<br />

over het provinciaal Streekplan en de<br />

uitwerking van het Intentiedocument<br />

Stedelijke Vernieuwing.<br />

Vanuit de constatering dat er sprake is<br />

van een regionale woningmarkt voelen de<br />

RWU-corporaties de noodzaak om te<br />

komen tot een gemeenschappelijk volkshuisvestingsbeleid,<br />

zonder dat dit afbreuk<br />

doet aan de autonomie van de verschillende<br />

corporaties of van de afspraken die tussen<br />

gemeenten en corporaties zijn<br />

gemaakt zoals De Utrechtse Opgave<br />

(DUO).<br />

Het RWU heeft daartoe inzicht ontwikkeld<br />

in de woningvoorraad van de aangesloten<br />

corporaties en in de investeringsplannen.<br />

Anderzijds is er door de gemeenschappelijke<br />

registratie van woningzoekenden<br />

en van de verhuisbewegingen<br />

een goed zicht op de vraag in de markt en<br />

de aantrekkelijkheid van diverse woonmilieus.<br />

Al met al zijn er bouwstenen<br />

genoeg voor een gezamenlijk volkshuisvestingsbeleid<br />

en bij voorkeur ook voor<br />

een set van regionale prestatieafspraken.<br />

Aard en omvang daarvan moeten nog<br />

nader worden bediscussieerd. Daarbij ligt<br />

een duidelijke relatie met de vorm en inzet<br />

van het gemeentelijk samenwerkingsverband.<br />

7<br />

<strong>Mitros</strong> cahier - <strong>Regio</strong>nale samenwerking: Stad & <strong>Regio</strong>


3 Bouwen en wonen<br />

De stad Utrecht als economische, culturele en emancipatorische motor van<br />

de regio of, zoals hiervoor zo plastisch werd uitgedrukt, de stad als carrièremachine.<br />

Met de regio als een prettig domein om in te wonen en te recreëren<br />

voor hen die de carrièremachine niet (meer) nodig hebben of er (even)<br />

aan willen ontsnappen. Welke eisen stelt een dergelijk perspectief aan het<br />

beleid en bestuur ten aanzien van bouwen en wonen in stad en regio?<br />

8<br />

<strong>Mitros</strong> cahier - <strong>Regio</strong>nale samenwerking: Stad & <strong>Regio</strong><br />

Verschillende wensen<br />

Dat vraagt allereerst om een nadere<br />

analyse van de wensen van onze klanten<br />

(aspirant-klanten, huurders en kopers).<br />

Die wensen variëren sterk. Velen willen<br />

vooral in de eigen wijk blijven wonen,<br />

want daar vinden zij hun eigen, duurzame,<br />

sociale netwerk. Anderen zijn mobieler<br />

en zoeken in werk en wonen vaker hun<br />

heil elders. Sommigen willen vooral voorzieningen<br />

die zijn toegesneden op<br />

opgroeiende kinderen, anderen op die<br />

van de kosmopoliet Sommigen zoeken<br />

vooral veiligheid en geborgenheid, anderen<br />

liever het avontuur en het vertier van<br />

de grote stad. Velen willen zich koesteren<br />

in anonimiteit, anderen stellen sociale<br />

controle meer op prijs. Sommigen wensen<br />

een langdurig verblijf in hun ‘kasteel’,<br />

anderen zien de huidige woning als tussenstation<br />

in hun wooncarrière.<br />

De belangen van de stad en de regio en<br />

de belangen van ‘onze’ markt, onze klanten,<br />

lopen welbeschouwd niet uiteen. De<br />

markt met zijn woonwensprofielen is<br />

gebaat met de versterking van de kwaliteiten<br />

die de stad en de regio ‘van nature’<br />

hebben: de stad als motor, als schuilplaats,<br />

als cultureel centrum, als werkgever.<br />

De regio als domein om te recreëren,<br />

op te groeien, de hectiek te ontvluchten.<br />

Maar dat betekent natuurlijk niet dat de<br />

stad geen rustige woongebieden mag<br />

kennen of dat de regio geen (stedelijke)<br />

voorzieningen mag bieden. Het betekent<br />

wel accentverschillen.<br />

Woonmilieus en deelmarkten<br />

Het betekent ook dat beleidsmakers en<br />

bestuurders ‘bewuste en bekwame’ keuzen<br />

moeten maken met betrekking tot de<br />

aard en de locatie van de te realiseren<br />

woonmilieus. En dat betekent weer dat


in de regio Utrecht<br />

beleidsmakers en bestuurders verder<br />

moeten kijken dan demografische cijfers<br />

en woningaantallen en andere ‘harde’ cijfers<br />

over de woningmarkt, maar ook oog<br />

moeten hebben voor ‘zachte’ gegevens<br />

over bijvoorbeeld imago, wijkcultuur, leefstijlen.<br />

De stedelijke woonmilieukaart van<br />

Utrecht is een voorbeeld van een dergelijke<br />

manier van kijken, waardoor de stedelijke<br />

programmering van uitbreiding en<br />

herstructurering verbetert, maar ook de<br />

diverse pogingen om de ‘identiteit’ van<br />

wijken te achterhalen zijn, hoe lastig het<br />

ook blijkt te zijn, waardevolle bijdragen.<br />

Gezien de verschillen tussen stad en<br />

regio en tussen groeikernen en landelijke<br />

kernen is er eerder sprake van deelmarkten<br />

die ‘interfereren’ dan van één homogene<br />

regionale markt. Belangrijker is echter<br />

nog het besef dat de woningmarkt een<br />

‘markt’ is, een domein waar vraag en aanbod<br />

tot elkaar komen. In principe moet<br />

die markt optimaal, met een minimum<br />

aan interventies kunnen functioneren. De<br />

genoemde ‘interferentie’ komt pas tot<br />

stand als er voor onze klanten sprake is<br />

van keuzevrijheid als bijvoorbeeld persoonlijke<br />

omstandigheden leiden tot verandering<br />

van woonwensen en, als gevolg<br />

daarvan, een verhuiswens.<br />

Bestuurders en professionals zullen die<br />

marktwerking moeten faciliteren; de<br />

markt vraagt van gemeenten, ontwikkelaars,<br />

beleggers en corporaties klantgestuurde<br />

keuzen, het werkelijk serieus<br />

nemen van klanten.<br />

Daadkracht op uitvoeringsniveau<br />

Stad en regio hebben, zoals hiervoor<br />

duidelijk werd, baat bij meer dynamiek en<br />

doorstroming in de regio, dus bij een optimale<br />

wisselwerking tussen de deelmarkten<br />

in de regio en tussen deze en andere<br />

regio’s. Welke opgave er beleidsmatig ligt,<br />

staat hierboven omschreven; maar welke<br />

opgaven liggen er op uitvoeringsniveau?<br />

De regionale woningmarkt vraagt op drie<br />

terreinen daadkracht: bijbouwen, verbouwen<br />

en herontwerp van instrumenten.<br />

1De eerste actie betreft het bijbouwen:<br />

aanvullende nieuwbouw. Het huidige aanbod<br />

in de regio blijft in omvang nog<br />

steeds sterk achter bij de vraag. Woningbouwproducties<br />

blijven achter. De regio<br />

dient in de eerste plaats te kiezen voor<br />

kwantiteit: toevoegingen aan de voorraad.<br />

2Ten tweede het verbouwen: de herstructurering.<br />

Een toename van de voorraad<br />

alleen leidt nog niet tot de gewenste verbetering<br />

van de marktwerking. In de stad<br />

en regio is ook sprake van een kwalitatief<br />

probleem: vraag en aanbod met betrek-<br />

9<br />

<strong>Mitros</strong> cahier - <strong>Regio</strong>nale samenwerking: Stad & <strong>Regio</strong>


10<br />

<strong>Mitros</strong> cahier - <strong>Regio</strong>nale samenwerking: Stad & <strong>Regio</strong><br />

king tot de te onderscheiden woonmilieus<br />

zijn qua omvang, kwaliteit en locatie niet<br />

in evenwicht. Naast aanvullende nieuwbouw<br />

moet de herstructurering van verouderde<br />

wijken hierin voorzien. Uiteraard<br />

vergt het transformatieproces dat nieuwbouw<br />

‘in het weiland’ en herstructurering<br />

wat volgordelijkheid, kwaliteit en omvang<br />

betreft in samenhang worden uitgevoerd.<br />

De derde actie betreft het herontwerp<br />

van instrumenten: juridische, bestuurlijke,<br />

financiële en organisatorische. Vier punten<br />

verdienen met name aandacht.<br />

1<br />

3Ten eerste: de regelgeving dient te worden<br />

aangepast: minder stringente passendheidscriteria<br />

en meer mogelijkheden<br />

voor maatwerk in het kader van herstructurering.<br />

In dit kader liggen weliswaar<br />

intrinsieke tegenstrijdigheden op de loer,<br />

bijvoorbeeld maatwerk bij herstructurering<br />

werkt verdringing en dus beperking<br />

van keuzevrijheid voor andere woningzoekenden<br />

in de hand, maar de algemene<br />

teneur zou er één van liberalisering moeten<br />

zijn.<br />

2<br />

Tweede punt van aandacht betreft de<br />

vertaling van het beleid in meetbare doelen.<br />

Belangrijk voorbeeld is de doelstelling<br />

om voldoende huurwoningen beschikbaar<br />

te hebben voor de lage inkomensgroepen.<br />

Nu wordt nog gestuurd op volume<br />

(omvang kernvoorraad), maar de gewenste<br />

dynamiek in de markt is meer gebaat<br />

bij sturen op slaagkans (voor woningzoekenden).<br />

Het spreekt voor zich dat het sturen<br />

van een samenhangende regionale<br />

woningmarkt ook prestatieafspraken op<br />

regionaal niveau vergt – tussen corporaties<br />

onderling en tussen corporaties en<br />

gemeenten.<br />

3<br />

Een derde aandachtspunt van belang<br />

betreft de allocatie en inzet van financiële<br />

middelen. In ieder geval in de corporatiesector<br />

is het geld vaak niet beschikbaar<br />

waar de noden het grootst zijn en, omgekeerd,<br />

is geld voorhanden waar de opgave<br />

beperkt is. Dat betekent dat de sector antwoord<br />

moet vinden op de vraag naar een<br />

optimale allocatie van middelen. De<br />

woningcorporaties zullen de kans moeten<br />

grijpen om dit zelf te regelen. Een dergelijk<br />

allocatievraagstuk doet zich echter ook bij<br />

de lokale overheden voor.<br />

4<br />

Ten vierde: om de gestelde doelen te<br />

kunnen halen en middelen optimaal te<br />

kunnen aanwenden is samenwerking tussen<br />

partijen onontbeerlijk. Dat geldt onder<br />

meer voor corporaties en gemeenten. De<br />

Utrechtse Opgave is een voorbeeld van<br />

een set onderlinge afspraken die de herstructurering<br />

in de stad vlot kunnen trekken.<br />

Een dergelijk stelsel van afspraken is<br />

ook voor de randgemeenten denkbaar en<br />

nuttig.


Conclusie<br />

Welke eisen stelt een goeddraaiende regio aan de sector ‘bouwen en wonen’?<br />

Teruglezend bestaat de kern van bovenstaand betoog uit de volgende negen punten:<br />

1 De centrale stad als ‘motor’ van de regio dient te worden versterkt. 2 Dat vereist<br />

een versterking van de dynamiek van de regionale woningmarkt, 3 hetgeen, met<br />

behulp van nieuwe marketinginstrumenten, 4 een herontwerp van de lappendeken<br />

van woonmilieus in de hele regio vergt, 5 door middel van uitbreiding en herstructurering<br />

van de woningvoorraad. 6 En het vraagt regionale prestatieafspraken op basis<br />

van slaagkansen, 7 liberalisering van de regelgeving, 8 herallocatie van middelen<br />

9 en zakelijke afspraken tussen de private en publieke sector.<br />

Een dergelijk pakket van doelstellingen heeft consequenties voor de betrokken partijen.<br />

Het doet een beroep op solidariteit tussen gemeenten en tussen corporaties, op het<br />

vermogen tot samenwerken binnen en tussen het private en publieke domein, op het<br />

vermogen tot het aangaan van overeenkomsten, op herschikking van belangen en posities<br />

en op bestuurlijke slagkracht.<br />

11<br />

<strong>Mitros</strong> cahier - <strong>Regio</strong>nale samenwerking: Stad & <strong>Regio</strong>


Colofon<br />

Tekst<br />

<strong>Mitros</strong> (met dank aan O+S, BRU en RWU)<br />

Illustraties<br />

CARTA, Utrecht<br />

Vormgeving<br />

CARTA, Utrecht<br />

Druk<br />

Stolwijk<br />

Uitgever<br />

<strong>Mitros</strong><br />

Postbus 8217, 3503 RE Utrecht<br />

© november 2002<br />

Eerder verschenen in de reeks <strong>Mitros</strong> <strong>Cahier</strong>s<br />

1 Maatschappelijk Gebonden Eigendom<br />

2 Monumentenbeleid<br />

3 Woningkwaliteit bereikbaar<br />

4 Woonmilieus in beeld<br />

Te bestellen bij<br />

<strong>Mitros</strong>-Communicatie 030 245 59 36

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!