Gegeneraliseerde angststoornis - GGZ-richtlijnen
Gegeneraliseerde angststoornis - GGZ-richtlijnen
Gegeneraliseerde angststoornis - GGZ-richtlijnen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2<br />
5<br />
Er werden 9 systematische reviews gevonden over farmacotherapie bij de gegeneraliseerde<br />
<strong>angststoornis</strong> (GAS). Vijf waren van onvoldoende kwaliteit om hier besproken te worden. In<br />
de vier overige systematische reviews werd farmacotherapie met placebo vergeleken (drie<br />
artikelen) of met een andere farmacotherapie (1 studie).<br />
Omdat geen van deze reviews de wetenschappelijke literatuur aangaande het nieuwe<br />
anxiolyticum pregabaline omvatte en omdat in deze reviews voornamelijk paroxetine<br />
onderzocht werd, werden RCTs‘met pregabaline en andere SSRI‘s separaat geïncludeerd.<br />
10<br />
1.1.3 Antidepressiva<br />
Effectiviteit, dosering en lange termijn<br />
15<br />
20<br />
25<br />
30<br />
35<br />
40<br />
45<br />
Wetenschappelijke onderbouwing<br />
In een Cochrane review van Kapczinski e.a. (2003) (gebaseerd op literatuur tot en met mei<br />
2002) werden drie verschillende soorten antidepressiva vergeleken met placebo, te weten<br />
imipramine (TCA), venlafaxine (SNRI) en paroxetine (SSRI). In een meta-analyse werd<br />
gekeken naar de effectiviteit (op basis van 4 RCT‘s, n=1.217) en naar de acceptatie van de<br />
behandelingen (op basis van alle 8 RCT‘s die in de review waren opgenomen, n=2058). De<br />
behandeling werd beschouwd als effectief wanneer er geen diagnose GAS meer was of bij<br />
een score 1 of 2 (d.w.z. veel of erg veel verbetering) op de Clinical Global Impression Scale<br />
(CGI) bij een behandelduur van 8 weken (drie RCT‘s) of 28 weken (één RCT).<br />
Antidepressiva blijken op korte termijn effectiever dan placebo in het verkrijgen van een<br />
behandelrespons. Het RR voor géén behandelrespons voor de patiënten die met<br />
antidepressiva behandeld werden was 0.70 (95% BI 0.62-0.79). Er konden geen conclusies<br />
getrokken worden of het ene antidepressivum effectiever is dan het andere. Er was geen<br />
verschil in uitval (drop-out) gemeten tussen de patiënten die een antidepressivum kregen of<br />
placebobehandeling (RR 0.95, 95% BI 0.84-1.09).<br />
Met een behandeling met antidepressiva komt 35% van de patiënten in remissie en nog<br />
eens 25% verbetert klinisch relevant.<br />
Na 6 weken behandelen met een antidepressivum verbeteren piekeren en autonome<br />
angstsymptomen zoals gespannenheid, slaapproblemen en spierspanningsklachten.<br />
Ongeveer 10% van de patiënten stopt de medicatie vanwege bijwerkingen. Frequent (tot<br />
30%) voorkomende voorbijgaande bijwerkingen in de eerste weken zijn: misselijkheid,<br />
constipatie, hoofdpijn, slaperigheid. Deze bijwerkingen verbeteren over het algemeen. Ook<br />
kunnen seksuele functiestoornissen optreden. Deze zijn dosisafhankelijk en volledig<br />
reversibel na staken van het middel. Gewichtstoename is eveneens een bekende bijwerking<br />
op termijn.<br />
Bij GAS zijn de volgende antidepressiva vergeleken met placebo en effectiever bevonden:<br />
de SSRI‘s escitalopram (Davidson e.a., 2004), paroxetine (Kapczinski e.a. ,2003)<br />
en sertraline (Allgulander e.a., 2004, Dahl e.a., 2005), de SNRI venlafaxine (Kapczinski e.a.,<br />
2003) en het TCA imipramine (Kapczinski e.a., 2003). In twee RCT‘s is paroxetine<br />
vergeleken met escitalopram (Bielski e.a., 2005) resp. sertraline (Ball e.a., 2005). Er worden<br />
geen verschillen gevonden in effectiviteit. Het kleine aantal doseringsstudies wijst er op dat<br />
antidepressiva bij GAS werkzaam zijn in doseringen zoals bij de paniekstoornis (Ball e.a.