07.05.2015 Views

Gegeneraliseerde angststoornis - GGZ-richtlijnen

Gegeneraliseerde angststoornis - GGZ-richtlijnen

Gegeneraliseerde angststoornis - GGZ-richtlijnen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

17<br />

Overige overwegingen<br />

5<br />

10<br />

15<br />

20<br />

25<br />

30<br />

35<br />

40<br />

45<br />

Wijze en duur van toepassing<br />

Exposure behandelingen<br />

‗Piekeren‘ is naast de verhoogde arousal het meest centrale symptoom van GAS. In<br />

sommige exposure behandelingen worden patiënten rechtstreeks, langs imaginaire weg,<br />

blootgesteld aan hun piekerthema‘s, in andere exposure behandelingen worden zij<br />

blootgesteld aan concrete ‗cue‘s‘ die het gepieker uitlokken. Aan de hand van een<br />

angsthiërarchie worden angstwekkende situaties opgezocht. Dit kunnen concrete prikkels<br />

zijn, maar ook de eigen zorgelijke gedachten ten aanzien van bepaalde onderwerpen. Door<br />

deze situaties niet te vermijden maar erbij te blijven stil staan zal de patiënt ervaren dat de<br />

angst op den duur daalt en dat volgende keren dezelfde situatie minder angst zal oproepen.<br />

Het wordt daardoor steeds minder moeilijk de betreffende situaties de baas te kunnen. Aan<br />

blootstelling kan responspreventie worden toegevoegd: het stapsgewijs nalaten van gedrag<br />

dat geruststelling of angstreductie geeft (veiligheidsgedrag). In de verschillende overzichten<br />

en meta-analyses komen de verschillende varianten van exposure bij GAS als een<br />

effectieve behandelmethode naar voren.<br />

Applied relaxation<br />

Applied relaxation is een coping en relaxatietechniek die door Öst (1986) is ontwikkeld en<br />

beschreven. Stapsgewijs leert een patiënt zich te ontspannen en dit uiteindelijk toe te<br />

passen in angstverwekkende situaties. De eerste stap is het aanleren van progressieve<br />

relaxatie, waarbij een patiënt leert spiergroepen aan te spannen en te ontspannen. De<br />

tweede stap is het ontspannen zonder aan te spannen. De volgende derde stap is het leren<br />

ontspannen met behulp van een woord (cue controlled relaxation), zoals ‗rustig‘, ‗ontspan‘ of<br />

‗laat los‘. In de vierde stap van de training leert men dit te gebruiken in allerlei situaties,<br />

zodat het gevoel van ontspanning kan generaliseren naar verschillende situaties op<br />

verschillende levensgebieden. Bij de vijfde en laatste stap leert de patiënt de ontspanning tot<br />

te passen in de moeilijke situaties zelf.<br />

Cognitieve therapie<br />

Cognitieve therapie bij GAS is, net al bij andere <strong>angststoornis</strong>sen, gericht op de identificatie<br />

en de bijstelling van disfunctionele cognities. Met name wordt daarbij aandacht besteed aan<br />

de neiging van GAS-patiënten de kans op gevaar te overschatten en de ernst van mogelijke<br />

‗rampen‘ te overschatten, terwijl de eigen mogelijkheden om daarmee om te gaan worden<br />

onderschat. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van verbale uitdaging (‗Socratische dialoog‘) en<br />

gedragsexperimenten. Voorts wordt gepoogd het voor GAS zo kenmerkende piekeren en<br />

tobben te verminderen. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van ‗worry-exposure‘ (het<br />

uitdenken van de mogelijke rampen en het genereren van een meer realistische visie<br />

daarop) en de identificatie en bijstelling van zogenaamde ‗meta-cognities: opvattingen over<br />

de eigen gedachten en het eigen gedrag (waaronder het piekeren zelf).<br />

Gedragsexperimenten spelen ook hierbij een centrale rol. Resultaten van meta-analyses<br />

(Hunot, 2007; Siev & Chambles, 2007) tonen niet overtuigend aan dat cognitieve therapie<br />

meer effect sorteert dan meer gedragstherapeutisch georiënteerde interventies, waaronder

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!