Gegeneraliseerde angststoornis - GGZ-richtlijnen
Gegeneraliseerde angststoornis - GGZ-richtlijnen
Gegeneraliseerde angststoornis - GGZ-richtlijnen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
14<br />
5<br />
10<br />
15<br />
20<br />
de onduidelijke effecten op langer termijn staat pregabaline ook op deze plaats. Aangezien<br />
de keuze voor SSRI´s, SNRI´s of TCA´s mede gebaseerd is op basis van bijwerkingen kan<br />
naar de mening van de Richtlijnwerkgroep in sommige situaties echter gemotiveerd worden<br />
afgeweken van de voorkeur voor SSRI´s en SNRI´s en kan de behandeling gestart worden<br />
met TCA´s of buspiron als eerste keuze preparaat, gevolgd door SSRI´s of SNRI´s<br />
paroxetine en bij onvoldoende effect of teveel bijwerkingen, door de benzodiazepinen of<br />
pregabaline.<br />
Vanwege de bijwerkingen en het risico van afhankelijkheid zijn benzodiazepinen niet eerste<br />
keuze en dienen ze na de antidepressiva, buspiron gegeven te worden. De patiënt dient<br />
over de bijwerkingen en het risico van afhankelijkheid uitgebreid geïnformeerd te worden<br />
door de behandelaar. Het lijkt zinnig voordat benzodiazepinen worden gegeven eerst<br />
cognitieve gedragstherapie te proberen.<br />
Wanneer patiënten langdurig met medicatie worden behandeld is aan te raden werking en<br />
bijwerking van de medicatie eenmaal per 3 maanden te evalueren.<br />
De Richtlijnwerkgroep adviseert dan ook de volgende stappen volgorde:<br />
stap 1) antidepressivum (SSRI‘s of SNRI‘s) of buspiron<br />
stap 2) antidepressivum (SSRI‘, SNRI‘s of TCA‘s) of buspiron<br />
stap 3) antidepressivum (SSRI‘, SNRI‘s of TCA‘s) of buspiron<br />
stap 4) benzodiazepine of pregabaline<br />
stap 5) benzodiazepine of pregabaline<br />
25<br />
1.2 Psychologische behandeling<br />
1.2.1 Inleiding<br />
30<br />
35<br />
40<br />
45<br />
In deze paragraaf worden psychologische interventies vergeleken met andere<br />
psychologische behandeling, geen behandeling of psychologische placebobehandeling. Zes<br />
reviews zijn gevonden over psychologische interventies bij GAS (Hunot e.a., 2007; Haby<br />
e.a., 2006; Butler e.a., 2006; Westen & Morrison, 2001; Covin e.a., 2008; Siev & Chambless,<br />
2007). Ook de wetenschappelijke onderbouwing voor e-mental health bij gegeneraliseerde<br />
<strong>angststoornis</strong> werd onderzocht.<br />
1.2.2 Effectiviteit van Cognitieve Gedragstherapie<br />
Cognitieve gedragstherapie is effectief gebleken bij GAS. In de Cochrane review van Hunot<br />
et al. (2007) waren 8 studies meegenomen die CGT vergeleken met gebruikelijke zorg of<br />
wachtlijst (N=334). Daaruit bleek dat beduidend meer mensen in de CGT groep een klinisch<br />
significante verbetering hadden dan in de controle groep (46% vs. 14%; RR = 0.64; 95% BI<br />
0.55-0.74). Angst-, pieker- en depressie symptomen namen meer af in de CGT groep dan in<br />
de controle groep. Lange termijn effecten waren niet onderzocht. Ook de review van Covin<br />
et al. (2008) toont de effectiviteit van CGT bij GAS aan. Deze review heeft specifiek gekeken<br />
naar het effect van CGT op piekeren. De 10 studies met kleine aantallen patiënten in deze<br />
review vergeleken CGT met een niet-specifieke behandeling (steunende therapie) of met