Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SOCIALE ANGSTSTOORNIS<br />
is als individuele behandeling (Heimberg, 2002; Taylor, 1996; Scholing & Emmelkamp,<br />
1993).<br />
In zowel de groepsbehandelingen als in de individuele behandelingen gaat het doorgaans<br />
om therapieën die zeven tot vijftien zittingen in beslag nemen, waarbij groepszittingen<br />
doorgaans 90 minuten duren. Er zijn geen studies bekend waarin de effectiviteit<br />
werd vergeleken van ‘pure’ exposure in vivo (dus zonder cognitieve en vaardigheidselementen)<br />
in groepsverband met die in een individueel format.<br />
Conclusie<br />
Niveau 1<br />
Cognitieve gedragstherapeutische groepsbehandeling in het<br />
algemeen, waaronder cognitieve herstructurering, is even<br />
effectief als individuele cognitieve gedragstherapie.<br />
A1 Taylor, 1996; Heimberg, 2002; Scholing & Emmelkamp,<br />
1993<br />
Overige overwegingen<br />
Dat het groepsformat cognitieve gedragstherapie naast exposure in vivo ook andere<br />
elementen bevat is geen reden om niet aan deze waarschijnlijk meer kosteneffectieve<br />
behandeling de voorkeur te geven boven individueel uitgevoerde exposure, zolang<br />
niet ook andere therapeutische overwegingen een andere keuze suggereren.<br />
Aanbeveling<br />
Exposure in vivo kan, waar mogelijk, het beste worden aangeboden in<br />
een groepsformat.<br />
5.2.4.3 Duurzaamheid<br />
Wetenschappelijke onderbouwing<br />
In verschillende follow up studies zijn de lange termijn effecten van exposure in vivo<br />
bij de behandeling van sociale fobie onderzocht (Scholing & Emmelkamp, 1996a;<br />
Scholing & Emmelkamp, 1996b; Mersch, Emmelkamp, et al., 1991; Heimberg, Salzman,<br />
et al., 1993; Turner, Beidel, et al., 1995). Over het geheel kan gezegd worden<br />
dat de vooruitgang tijdens de behandeling twee tot vijf jaar na die tijd behouden<br />
bleef. Het gaat hierbij wel om zogeheten naturalistische follow up studies, waarbij niet<br />
geheel duidelijk is hoeveel aanvullende behandeling de patiënten in de tussentijd<br />
hebben ontvangen.<br />
Bij verschillende studies zijn de drop out percentages gerapporteerd. Uit meta analyses<br />
blijkt dat het drop out percentage gemiddeld 15% bedraagt (Feske & Chambless,<br />
1995; Taylor, 1996).<br />
Conclusie<br />
Niveau 1<br />
De geboekte vooruitgang bij een op exposure gebaseerde<br />
behandeling van sociale fobie blijft twee tot vijf jaar nadien<br />
behouden. Het percentage dropouts is gering.<br />
A1 Feske & Chambless, 1995; Taylor, 1996.<br />
A2 Turner, Beidel, et al., 1995; Scholing & Emmelkamp,<br />
1996a; Scholing & Emmelkamp, 1996b; Mersch, Emmelkamp,<br />
et al., 1991; Heimberg, Salzman, et al., 1993.<br />
Overige overwegingen<br />
Er zijn geen speciale onderzoeken gedaan naar terugval voorkomende maatregelen.<br />
‘Good clinical practice’ suggereert dat duidelijke afspraken met patiënt en huisarts<br />
80