06.05.2015 Views

Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland

Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland

Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

PANIEKSTOORNIS MET OF ZONDER AGORAFOBIE<br />

Overige overwegingen<br />

Er is veel voor te zeggen om exposure in vivo uiteindelijk in een zelf-gecontroleerd<br />

format toe te passen. De behandelaar moet wel goede instructies geven voor en tijdens<br />

de behandeling en de patiënt enthousiasmeren.<br />

Het maakt geen verschil of exposure verder individueel wordt uitgevoerd of in groepsverband.<br />

Op dit punt kan dus rekening worden gehouden met de wensen van de patient<br />

en met wensen ten aanzien van efficiency.<br />

Aanbeveling<br />

Exposure in vivo moet dagelijks worden toegepast gedurende minimaal<br />

een uur per keer. De behandeling moet minimaal tien weken worden volgehouden.<br />

Het is van belang dat de patiënt uiteindelijk alleen en zelfstandig<br />

exposure uitvoert. Het is wel van belang dat de therapeut nauw<br />

betrokken is bij het opstellen van het exposureprogramma en bij het<br />

monitoren ervan. Wanneer het risico op drop out hoog wordt ingeschat<br />

kunnen intensiteit en frequentie van de exposurebehandeling naar beneden<br />

worden bijgesteld.<br />

4.2.3.3 Duurzaamheid<br />

Wetenschappelijke onderbouwing<br />

Er is betrekkelijk weinig follow-up onderzoek gedaan naar de effecten op langere termijn<br />

van exposure in vivo. Bovendien kent het onderzoek dat is gedaan een aantal<br />

problemen. Er is dikwijls weinig zicht op de vraag of en in hoeverre aanvullende behandelingen<br />

hebben plaatsgevonden na de behandeling waarvan men het lange termijn<br />

effect onderzoekt. Nogal wat patiënten gaan tijdens de follow-up fase verloren<br />

voor het onderzoek. Ook de wijze waarop veel onderzoek wordt uitgevoerd (telefonisch<br />

of per post) staat al te harde conclusies over de duurzaamheid niet toe.<br />

Voor zover er onderzoeksgegevens zijn, blijken de effecten van exposure in vivo op<br />

paniekstoornis met of zonder agorafobie over het algemeen duurzaam te zijn (Bakker,<br />

Van Balkom, Spinhoven et al., 1998; Marks, 1987; Emmelkamp, 1994; Emmelkamp<br />

et al., 2000).<br />

Conclusie<br />

Niveau 1<br />

Het is aangetoond dat de effecten van exposure in vivo op<br />

paniekstoornis met of zonder agorafobie over het algemeen<br />

duurzaam zijn<br />

A1 Bakker, van Balkom, Spinhoven et al., 1998; A2 Marks,<br />

1987; Emmelkamp, 1994; Emmelkamp et al., 2000<br />

Overige overwegingen<br />

Exposure in vivo is een methode die ook op langere termijn effectief blijft. Dat neemt<br />

niet weg dat over de duurzaamheid toch de nodige onzekerheid bestaat. Er is niet zo<br />

heel veel onderzoek gedaan en dat onderzoek kent bovendien de nodige technische<br />

problemen. Bovendien staat vast dat een aantal patiënten terugvalt in de periode na<br />

een aanvankelijk geslaagde behandeling (Craske, 1999). Hoewel het toevoegen van<br />

cognitieve gedragstherapie (Otto et al., 1993; Bruce et al., 1999) of kortdurende psychodynamische<br />

therapie (Wiborg & Dahl, 1996) aan een op paniek gerichte medicamenteuze<br />

behandeling een terugvalvoorkómend effect kan hebben, is niet duidelijk<br />

welke factoren daarvoor precies zorgen. Het is al evenmin duidelijk welke maatregelen<br />

men moet nemen bij daadwerkelijke terugval na een aanvankelijk succesvolle<br />

behandeling. In de praktijk zoekt men het doorgaans in maatregelen die passen bij<br />

‘good clinical practice’. Daartoe kunnen worden gerekend: een beperkt aantal, over<br />

een wat langere periode gespreide vooraf vastgelegde terugkomdagen, aan goede<br />

51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!