Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
PANIEKSTOORNIS MET OF ZONDER AGORAFOBIE<br />
4.1.3.3 Lange termijn<br />
Wetenschappelijke onderbouwing<br />
De volgende SSRI’s zijn op lange termijn onderzocht: citalopram, fluvoxamine, paroxetine.<br />
Er is ongecontroleerd onderzoek verricht tot 24 maanden (1-3). In deze studies<br />
wordt de oorspronkelijke dosering aangehouden. Niet onderzocht is of een lagere<br />
dosering ook effectief blijft. Er is bij de SSRI’s geen systematisch onderzoek verricht<br />
naar de gevolgen van staken van de medicatie.<br />
Conclusie<br />
Niveau 1<br />
Het is aannemelijk dat de SSRI’s citalopram, fluvoxamine,<br />
paroxetine op lange termijn effectief blijven.<br />
A2 Lecrubier et al; A2 Lepola et al; C Holland et al<br />
Overige overwegingen<br />
In de klinische praktijk blijken alle SSRI’s bij langdurig gebruik effectief. Op basis van<br />
klinische ervaring zou overwogen kunnen worden na een jaar de dosering te verminderen.<br />
Ook blijkt hier dat sommige patiënten op de lange termijn met een lagere dagdosering<br />
uit kunnen komen. Dit wordt in de klinische praktijk bepaald door de dagdosering<br />
van de SSRI’s stapsgewijs te verlagen, en het effect van deze verlaging na 12<br />
weken te evalueren. Wanneer de klachten van de patiënt in remissie zijn gebleven na<br />
deze verlaging, kan de dagdosering opnieuw een stap verminderd worden. Bij een<br />
deel van de patiënten blijkt een langduriger onderhoudsbehandeling noodzakelijk. Bij<br />
afbouwen van een SSRI kunnen onthoudingsverschijnselen optreden, die kunnen lijken<br />
op de symptomen van de paniekstoornis, zoals angst, gespannenheid, duizeligheid<br />
en tremoren, maar ook paresthesieën, prikkelbaarheid, slaapstoornissen en<br />
gastro-intestinale verschijnselen worden gemeld. Deze onthoudingsverschijnselen<br />
dienen onderscheiden te worden van die van een recidief van de paniekstoornis. Onthoudingsverschijnselen<br />
ontwikkelen zich in het algemeen binnen enige uren tot dagen<br />
na het verminderen of stoppen van de medicatie, terwijl een recidief over het algemeen<br />
weken tot maanden na dosisreductie of staken ontstaat. Bij het eerste is het<br />
beleid: uitleg geven en expectatief, zonodig de afbouw iets vertragen; bij recidiveren<br />
van de paniekstoornis is het beleid: weer terug naar die dosering waarop er geen verschijnselen<br />
van de paniekstoornis waren en langer doorbehandelen.<br />
Ondanks het optreden van SSRI-onthoudingsverschijnselen bij te snel afbouwen<br />
spreekt men bij de SSRI’s niet van gewenning en verslaving, omdat in tegenstelling<br />
tot bijvoorbeeld de benzodiazepinen, bij de SSRI’s geen sprake is van psychische afhankelijkheid<br />
(‘craving behaviour’).<br />
Aanbeveling<br />
Nadat SSRI’s na 6 weken effectief gebleken zijn, wordt de patiënt langdurig<br />
doorbehandeld. De dagdosering wordt in eerste instantie minimaal<br />
een jaar gehandhaafd, en kan daarna zo mogelijk worden verlaagd. Dit<br />
wordt langzaam, in stappen van drie maanden gedaan, waarbij eventuele<br />
terugval goed in de gaten gehouden moet worden. Ook dient de patiënt<br />
gewaarschuwd te worden voor onthoudingsverschijnselen. Deze dienen<br />
onderscheiden te worden van recidiefklachten van de paniekstoornis. Bij<br />
onthoudingsverschijnselen is het beleid: uitleg geven en expectatief, zo<br />
nodig de afbouw iets vertragen maar wel continueren; bij recidiveren van<br />
de paniekstoornis is het beleid: weer terug naar die dosering waarop er<br />
geen verschijnselen van de paniekstoornis waren en langer doorbehandelen.<br />
40