Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
PANIEKSTOORNIS MET OF ZONDER AGORAFOBIE<br />
4 Paniekstoornis met of zonder<br />
agorafobie<br />
In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens besproken: (a) onderzoek naar de effectiviteit<br />
en bijwerkingen van farmacologische interventies, (b) onderzoek naar de effectiviteit<br />
van psychologische en psychotherapeutische interventies; en (c) vergelijkend<br />
onderzoek naar de relatieve effectiviteit van farmacologische en psychologische en<br />
psychotherapeutische interventies of de effectiviteit van de combinatie van beide interventies<br />
bij de paniekstoornis met of zonder agorafobie. Het hoofdstuk wordt afgesloten<br />
met adviezen over de farmacologische en/of psychologische en psychotherapeutische<br />
behandeling bij deze stoornis, waarbij deze adviezen eveneens beknopt in<br />
de vorm van een beslisboom zullen worden gepresenteerd.<br />
4.1 Farmacotherapie<br />
4.1.1 Keuze en verantwoording voor literatuur<br />
Voor de onderstaande tekst is gebruik gemaakt van literatuur die gevonden is door<br />
middel van een gecomputeriseerd literatuuronderzoek in Medline op combinaties met<br />
de volgende trefwoorden: panic disorder, agoraphobia, panic disorder with agoraphobia,<br />
meta-analysis, farmacotherapy, antidepressants, SSRI, TCA, MAOI, benzodiazepines.<br />
Gezien de grote hoeveelheid literatuur werd in eerste instantie gebruik gemaakt<br />
van meta-analyses. Wanneer deze niet beschikbaar waren, werd per psychofarmacon<br />
steeds één kwalitatief goede (beoordeeld op kwaliteit van opzet en uitvoering<br />
van het onderzoek, voldoende duur van behandeling, geen tegenstrijdige uitkomsten)<br />
en recente Randomized Controlled Trial (RCT) geselecteerd.<br />
4.1.2 Inleiding<br />
Voor vier geneesmiddelengroepen is in dubbelblind placebogecontroleerd onderzoek<br />
vastgesteld dat ze effectief zijn bij de behandeling van de paniekstoornis, te weten: 1.<br />
selectieve serotonine heropnameremmers (SSRI’s), 2. tricyclische antidepressiva<br />
(TCA’s), 3. monoamine-oxidase remmers (MAOI’s), 4. benzodiazepinen.<br />
De volgende groepen farmaca bleken in RCT’s niet effectiever dan placebo bij paniekstoornis<br />
met of zonder agorafobie en worden verder niet besproken: moclobemide,<br />
buspiron, bètablokkers. Nieuwere antidepressiva zoals venlafaxine, mirtazapine en<br />
nefazodon, zijn nog niet of onvoldoende onderzocht en worden daarom eveneens niet<br />
besproken.<br />
4.1.3 SSRI's<br />
4.1.3.1 Effectiviteit<br />
Wetenschappelijke onderbouwing<br />
De SSRI’s zijn als groep uitgebreid gedocumenteerd voor de behandeling van de paniekstoornis(1-5).<br />
Met een behandeling met SSRI’s wordt ongeveer 60% van de patienten<br />
paniekvrij. Het effect is te evalueren na 4 weken behandeling met de streefdosis<br />
(zie aldaar). Onder invloed van SSRI’s verbeteren paniekaanvallen in ernst en frequentie,<br />
vermindert agorafobisch vermijdingsgedrag, evenals depressieve klachten en<br />
diffuse angstklachten. SSRI’s worden over het algemeen goed verdragen en zijn veilig<br />
in het gebruik. Desondanks valt gemiddeld 18% van de patiënten voortijdig uit vanwege<br />
bijwerkingen (6). Frequent voorkomende voorbijgaande bijwerkingen zijn: misselijkheid,<br />
hoofdpijn, angsttoename. Slaperigheid of slapeloosheid kan langer blijven<br />
bestaan. Ook kunnen seksuele functiestoornissen optreden. Deze zijn dosisafhankelijk<br />
37