06.05.2015 Views

Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland

Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland

Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DIAGNOSTIEK<br />

verschillende angststoornissen, ook onderdelen waarbij depressieve klachten, somatoforme<br />

stoornissen, psychotische verschijnselen en middelengebruik worden uitgevraagd.<br />

Het interview kan in globaal een uur worden afgenomen; bij elke stoornis<br />

wordt alleen doorgevraagd als daartoe na de eerste open vragen aanleiding blijkt te<br />

zijn. Het interview begint met algemene vragen over het functioneren. Di Nardo et al.<br />

(1988) vonden een redelijke inter-rater betrouwbaarheid en Bouman en De Ruiter<br />

(1991) vonden een redelijke convergente validiteit met een zelfbeoordelingsvragenlijst.<br />

De ADIS is goed te gebruiken wanneer men op klinische gronden al meent dat er<br />

van een angststoornis sprake is en is minder tijdrovend dan DIS of SCID.<br />

Het Mini-International Neuropsychiatric Interview (MINI, Sheenan et al., 1998) is<br />

ontwikkeld als een beknopt gestructureerd interview voor de belangrijkste As-I psychiatrische<br />

aandoeningen volgens de DSM-IV en ICD-10. De MINI kan in ongeveer 15<br />

tot 30 minuten worden afgenomen. De MINI Plus is een meer gedetailleerde versie<br />

van de MINI. Er is van de MINI (plus) een <strong>Nederland</strong>se versie beschikbaar. D.<br />

Sheehan et al. (1998) vermelden goede psychometrische eigenschappen voor onder<br />

andere de diagnostiek van angststoornissen. De <strong>Nederland</strong>se versie is nog niet onderzocht<br />

op psychometrische eigenschappen. De MINI kan gebruikt worden als aanvulling<br />

op de klinische diagnostiek.<br />

Het Composite International Diagnostic Interview (CIDI, versie 2.1, WHO,1997) is een<br />

uitgebreid diagnostisch interview dat voor <strong>Nederland</strong> is vertaald en bewerkt door ter<br />

Smitten et al (1998). Het instrument beoogt het vaststellen van diagnoses volgens<br />

het ICD-10 en het DSM-IV systeem. Het interview is ontworpen om gebruikt te worden<br />

in verschillende culturen en in verschillende situaties, zowel in epidemiologisch<br />

onderzoek als hulpmiddel bij klinische problemen. Het is verkrijgbaar in een lifetime<br />

versie en in een versie betreffende het laatste jaar. Naast de papieren uitgave bestaat<br />

ook een geautomatiseerde versie (CIDI-Auto). De versie 2.1 omvat 17 diagnostische<br />

gebieden. Het interview duurt gemiddeld 75 minuten. Voor gebruik van de CIDI dient<br />

een training gevolgd te worden. De vragen worden op een gestandaardiseerde manier<br />

afgenomen.<br />

3.4.4 Zelfbeoordelingsvragenlijsten<br />

3.4.4.1 Algemeen<br />

De Symptom Check List (SCL-90; Derogatis, 1977;Arrindell & Ettema, 1986). Deze<br />

lijst is een multidimensionele klachtenlijst bestaande uit 90 items. De totaal score van<br />

deze lijst is een maat voor algeheel psychisch functioneren. Daarnaast bestaat de lijst<br />

uit acht subschalen. Voor de angststoornissen zijn met name de subschalen 'angst' en<br />

'agorafobie' relevant. Normscores zijn beschikbaar voor de populaties ‘psychiatrische<br />

patiënten en ‘normalen’. De SCL-90 wordt veel gebruikt en is geschikt om een beeld<br />

te krijgen van de breedte en ernst van de (niet–psychotische en niet-organische) psychopathologie.<br />

De Lehrer-Woolfolk Anxiety Symptom Questionnaire (LWASQ; Lehrer & Woolfolk e.a.,<br />

1982; Scholing & Emmelkamp, 1992). Deze vragenlijst bestaat uit 36 items, die de<br />

cognitieve, gedragsmatige en somatische aspecten van angst meten. De somatische<br />

subschaal (10 items) meet lichamelijke symptomen van angst; de gedragsmatige<br />

subschaal (9 items) meet voornamelijk vermijding en de cognitieve subschaal (11<br />

items) meet de neiging om te piekeren en rumineren.<br />

De <strong>Nederland</strong>se versie heeft een 5-punts likert schaal lopende van 1 (nooit) tot 5 (bijna<br />

altijd). Betrouwbaarheid van de subschalen zijn in <strong>Nederland</strong>s onderzoek ruim voldoende<br />

gebleken evenals convergerende en divergerende validiteit (Scholing & Emmelkamp,<br />

1992). De LWASQ is gevoelig voor verandering. De vragenlijst is bij uitstek<br />

geschikt om de genoemde dimensies in kaart te brengen.<br />

De Zelfbeoordelingsvragenlijst (ZBV, van der Ploeg et al, 1980). Deze vragenlijst is<br />

een bewerking van Spielberger’s State Trait Anxiety Inventory (STAI) en meet algemene<br />

angst. De lijst bestaat uit 2 schalen: toestandsangst verwijst naar de angst op<br />

31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!