06.05.2015 Views

Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland

Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland

Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DIAGNOSTIEK<br />

vermijdingsgedrag. Er worden twee afkappunten gehanteerd, een laag afkappunt om<br />

angststoornissen uit te sluiten en een hoog afkappunt om angststoornissen aan te<br />

tonen. De Distressschaal meet de aspecifieke ‘spanning’ als uiting van de moeite om<br />

psychosociaal te blijven functioneren. <strong>Angststoornissen</strong> gaan altijd gepaard met distress;<br />

een lage Distressscore sluit angststoornissen praktisch uit. De Distressscore is<br />

een goede ernstmaat voor psychische stoornissen van verschillende aard.<br />

3.4.3 (Semi) gestructureerde diagnostische interviews.<br />

Diagnostic Interview Schedule (Dis, Helzer & Robins, 1988)<br />

De DIS is een sterk gestructureerd interview, bedoeld voor gebruik door zowel deskundigen<br />

op het gebied van psychopathologie als getrainde leken. De meest recente<br />

versie is de DIS-IV, afgestemd op de criteria volgens de DSM-IV. De DIS-IV bestaat<br />

uit bijna 500 vragen. Alle items worden gescoord op klinische relevantie en mogelijke<br />

etiologie. De klinische relevantie wordt gescoord op een 5-puntsschaal (1 = geen<br />

symptomen, 5 = zeer ernstig). Alle vragen moeten letterlijk worden voorgelezen; de<br />

DIS geeft in dit opzicht geen ruimte voor eigen initiatieven van de gespreksleider. De<br />

afname van de DIS kost erg veel tijd, zeker als de ondervraagde een of meer psychische<br />

stoornissen meldt. De DIS is voornamelijk geschikt voor onderzoeksdoeleinden.<br />

De 'Structured Clinical Interview for DSM-IV Axis I Disorders' (SCID-I, First et al.,<br />

1996) is een semi-gestructureerd klinisch interview voor de classificatie van psychische<br />

stoornissen op As I (dus de klinische syndromen) van de DSM-IV. Van dit interview<br />

is een <strong>Nederland</strong>se bewerking op de markt (Van Groenestijn et al., 1999).<br />

Het interview moet worden afgenomen door getrainde interviewers. De ontwikkeling<br />

van de SCID begon na de publicatie van de DSM-III (APA, 1980) en bij iedere nieuwe<br />

versie van de DSM werd ook de SCID aangepast. De SCID bestaat in verschillende<br />

versies: een research versie (die weer verschillende varianten kent) en een klinische<br />

versie. De research versie is het meest uitgebreid; hiervan bestaat een ‘patiëntversie’,<br />

bedoeld voor personen die zeker lijden aan een psychische stoornis, en een ‘nietpatiënt<br />

versie’, voor personen van wie het op voorhand niet duidelijk is of ze lijden<br />

aan een dergelijke stoornis (bijvoorbeeld voor epidemiologisch onderzoek in de normale<br />

populatie). De research versies van de SCID bestaan uit tien modules, te weten:<br />

stemmingsepisodes; psychotische en aanverwante symptomen; psychotische stoornissen;<br />

stemmingsstoornissen; middelengebruik; angststoornissen; somatoforme<br />

stoornissen; eetstoornissen; aanpassingsstoornissen en facultatieve stoornissen (zoals<br />

bijvoorbeeld acute stressstoornis of hypomane episode). De vragen die betrekking<br />

hebben op de criteria van het betreffende klinische syndroom worden gescoord van 1<br />

tot 3 op aanwezigheid van het symptoom of een ? voor ontbrekende of onduidelijke<br />

informatie. Aan het eind van het interview worden de scores opgeteld voor de uiteindelijke<br />

classificatie. De SCID-I kan in het algemeen in één tot anderhalf uur worden<br />

afgenomen. De interviewer wordt aangemoedigd om naast de antwoorden op de vragen<br />

ook gebruik te maken van andere bronnen van informatie, zoals observatie van<br />

het gedrag van de geïnterviewde, informatie uit dossiers of informatie van derden.<br />

De klinische versie van de SCID-I is een verkort interview, waarbij alleen de meest<br />

voorkomende diagnoses worden uitgevraagd; subtypes worden daarbij niet onderscheiden.<br />

De klinische versie wordt bijvoorbeeld gebruikt in intakeprocedures of ter<br />

bevestiging van het vermoeden van een bepaalde diagnose.<br />

De SCID-I is een frequent gebruikt interview in talrijke research studies, en psychometrisch<br />

onderzoek laat zien dat er een bevredigende inter-rater betrouwbaarheid is<br />

te bereiken (Williams et al., 1992), mits de interviewers goed getraind zijn. De SCID<br />

kent een paar beperkingen: de sterke gebondenheid aan de DSM-IV classificatie wordt<br />

door sommige diagnostici als te beperkend en te weinig dimensioneel ervaren, en<br />

daarnaast zijn enkele psychische stoornissen niet in het interview opgenomen.<br />

Het Anxiety Disorders Interview Schedule (ADIS, Di Nardo, 1988) is een gestructureerd<br />

interview dat in eerste instantie werd ontwikkeld voor de diagnostiek van angststoornissen<br />

volgens de DSM-criteria; met elke nieuwe DSM-editie wordt ook een<br />

nieuwe editie van de ADIS ontwikkeld. Er is een <strong>Nederland</strong>se versie van de ADIS-III-R<br />

(De Ruiter, Bouman & Hoogduin, 1993), gebaseerd op de DSM-III-R. De <strong>Nederland</strong>se<br />

ADIS-IV is in voorbereiding. De ADIS-III-R heeft, naast specifieke vragen over de<br />

30

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!