Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
DIAGNOSTIEK<br />
objecten of situaties (specifieke fobie), negatieve beoordeling door anderen<br />
(sociale fobie), alle mogelijke narigheid die het leven kan vergezellen<br />
(gegeneraliseerde angststoornis), herbelevingen van een traumatische gebeurtenis<br />
(PTSS) een ernstige lichamelijke ziekte (hypochondrie) of dwanggedachten of -<br />
handelingen (obsessief-compulsieve stoornis);<br />
• de invloed van de klachten op het sociale functioneren, zoals het vermijden van<br />
bepaalde situaties of activiteiten.<br />
Hulp wordt vooral gevraagd wanneer de angststoornis ernstig interfereert met het<br />
functioneren van de betrokkene op belangrijke levensgebieden als werk, relatie en<br />
sociale contacten. De hulpvraag ontstaat meestal als de tot dusver gehanteerde copingstrategieën<br />
tekort blijken te schieten. De hulpvraag kan afkomstig zijn van de<br />
betrokkene zelf maar ook van diens systeem. Het functioneren van mensen met<br />
angststoornissen is vaak belastend voor hun systeem dat als geheel sterk kan worden<br />
beperkt in het normale functioneren of sterk compenserend moet optreden.<br />
De behandelaar dient cliënten serieus te nemen en ze voldoende tijd te geven om hun<br />
verhaal te vertellen. De behandelaar moet kijken naar de samenhang tussen psychische<br />
en lichamelijke klachten. De behandelaar moet zich realiseren dat cliënten vaak<br />
erg lang met klachten rondlopen en hier sterk onder lijden.<br />
Een angststoornis kan zwaar wegen in het leven van een cliënt. Vaak is er ook sprake<br />
van lichamelijke klachten. Psychische klachten grijpen vaak sterk in het dagelijkse<br />
leven in en kunnen het zelfvertrouwen van cliënten sterk ondermijnen. Door onbegrip<br />
en schaamte over de klachten durven cliënten zich vaak niet te uiten. Hulpverleners<br />
kunnen cliënten ondersteunen door aandacht te schenken aan de individuele beleving<br />
van de problemen, begrip te tonen voor de ervaren lijdensdruk en door de onzekerheid<br />
over de juistheid van de hulpvraag weg te nemen.<br />
Tijdens de diagnostische fase is het belangrijk dat cliënten hun eigen verhaal kunnen<br />
vertellen en er niet uitsluitend naar klachten en symptomen wordt gekeken. Ook is<br />
het van belang na te vragen of de cliënt extreme dorst heeft (i.v.m. mogelijke suikerziekte)<br />
en/of buiten adem is juist bij traplopen en/of fietsen (i.v.m. hartfalen). De<br />
gevolgen van de angststoornis dient voor meerdere levensgebieden, zoals werk en<br />
relatie, te worden besproken. Voorts dienen de cliënten de mogelijkheid te hebben om<br />
de diagnose te toetsen, bijvoorbeeld via een second opinion, door contact met lotgenotenorganisaties<br />
of door voorlichting over de stoornis.<br />
Wanneer het moeilijk blijft om de kans op een angststoornis in te schatten, kan<br />
gebruik worden gemaakt van vragenlijsten.<br />
3.4.2 Screeningsinstrumenten<br />
Short Mood Scale (Goldberg et al 1988)<br />
Deze korte vragenlijst omvat angst en depressie. Ze begint met een reeks van 4 vragen<br />
over angst; bij twee postieve antwoorden gaat men door naar 5 vervolgvragen.<br />
Een totaalscore boven 5 wijst meestal op een angststoornis. Er zijn tevens 4 startvragen<br />
over depressie. Bij een positief antwoord op een of meer gaat men door naar 5<br />
vervolgvragen. Een totaalscore van 3 of meer wijst doorgaans op een depressie. Dit<br />
korte instrument is geschikt om in een huisartspraktijk een screening uit te voeren.<br />
Hierna dient verder doorgevraagd te worden om tot een diagnose te komen.<br />
INSTEL-screen (Tiemens et al 1995)<br />
Op basis van bovenstaande Goldberg vragenlijst is voor <strong>Nederland</strong> een verbeterd<br />
screeningsinstrument ontwikkeld voor depressie en gegeneraliseerde angst in de eerste<br />
lijn. Eerst wordt met twee vragen gescreend op psychisch onwelbevinden, vervolgens<br />
op depressie, en daarna op angst. Het gemiddeld aantal te stellen vragen is bij<br />
gelijke voorspellingskracht minder dan de helft van het aantal bij de Goldberg-lijst.<br />
Vierdimensionale Klachtenlijst (4DKL: Terluin 1998)<br />
De 4DKL is een vragenlijst bedoeld voor de eerste lijn waarmee de dimensies depressie,<br />
angst, distress en somatisatie gemeten worden. De bedoeling is om angststoornissen<br />
en depressie te kunnen onderscheiden van de typische eerstelijnsdiagnose<br />
‘overspanning’ of ‘surmenage’. De Angstschaal meet irrationele en diffuse angsten en<br />
29