Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ALGEMENE INLEIDING<br />
• Psychotherapie<br />
Wanneer sprake is van paniekstoornissen zonder agorafobie heeft psychologisch paniekmanagement<br />
(PM) de voorkeur. Indien er sprake is van agorafobie wordt een<br />
intensieve exposure in vivo geadviseerd.<br />
• Combinatietherapie<br />
Een therapie bestaande uit de combinatie van farmacotherapie en exposure in vivo is<br />
bij cliënten met paniekstoornissen met agorafobie mogelijk een alternatief met een<br />
iets grotere effectiviteit dan de afzonderlijke behandelopties.<br />
In bijlage 1 wordt verslag gedaan van de achtergrond, de gehanteerde onderzoeksmethode<br />
en de resultaten hiervan.<br />
2.16 Wat staat niet in de richtlijn<br />
In de richtlijn is niet opgenomen wat niet rechtstreeks en specifiek ten behoeve van<br />
de diagnostiek en behandeling van angststoornissen op de voorgrond staat, zoals:<br />
• communicatie tussen cliënt en hulpverlener<br />
• ontstaan en voorkomen van angststoornissen<br />
• verwerkingsproces door de cliënt na de diagnosestelling<br />
• wettelijke rechten en plichten van cliënten en hulpverleners<br />
Deze elementen kunnen wellicht in een nog op te stellen cliëntenversie van de richtlijn<br />
en richtlijnproducten nader worden uitgewerkt.<br />
2.17 Implementatie<br />
De Commissie Implementatie stelde een advies op voor het invoeren van multidisciplinaire<br />
richtlijnen binnen de GGZ<br />
In de verschillende fasen van de richtlijnontwikkeling is geprobeerd rekening te houden<br />
met de implementatie van de richtlijn. Daarbij werd expliciet gelet op factoren die<br />
de invoering van de richtlijn in de praktijk kunnen bevorderen of belemmeren.<br />
De implementatiestrategie is in volle ontwikkeling.<br />
2.18 Juridische betekenis van richtlijnen<br />
Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften, maar bevatten aanbevelingen die op zo<br />
betrouwbaar mogelijk bewijs gebaseerd zijn. Zorgverleners kunnen aan deze aanbevelingen<br />
voldoen om kwalitatief maximaal goede zorg te verlenen. Aangezien deze<br />
aanbevelingen hoofdzakelijk gebaseerd zijn op bewijs uit wetenschappelijke studies<br />
en een ideaalbeeld (streefbeeld) schetsen kunnen en zullen zorgverleners op basis<br />
van hun professionele autonomie zonodig afwijken van de richtlijn. Afwijken van richtlijnen<br />
is, als de situatie van de cliënt dat vereist zelfs noodzakelijk. Wanneer van de<br />
richtlijn wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd en gedocumenteerd te worden.<br />
2.19 Herziening<br />
Uiterlijk in 2007 bepaalt de opdrachtgever/verantwoordelijke instantie of deze richtlijn<br />
nog actueel is. Zonodig wordt een nieuwe werkgroep geïnstalleerd om de richtlijn te<br />
herzien. De geldigheid van de richtlijn komt eerder te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen<br />
aanleiding zijn een herzieningstraject te starten.<br />
21