Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
AANBEVELINGEN VANUIT HET CLIËNTENPERSPECTIEF<br />
• afhankelijkheid van de wensen van anderen, geen eigen beslissingen kunnen nemen;<br />
• het hebben van een laag zelfbeeld;<br />
• het niet goed zorgen voor zichzelf (anderen gaan voor);<br />
• een sterke behoefte aan bevestiging;<br />
• een sterke scheiding tussen verstand en gevoel;<br />
• vaak een sterk verminderd of verstoord gevoel;<br />
• oververmoeidheid en uitputting (uitputting als gevolg van een dwangstoornis is<br />
vaak niet iets wat cliënten bij zichzelf herkennen);<br />
• overmatig roken/drinken;<br />
• concentratieproblemen.<br />
13.1.2 Belangrijke aspecten tijdens de diagnostische fase<br />
• De hulpvraag van mensen met angststoornissen kan rechtstreeks betrekking hebben<br />
op de aanwezige angsten maar ook in eerste instantie andere ( met de angststoornis<br />
samenhangende) problemen betreffen zoals chronische depressieve klachten,<br />
lichamelijke klachten, arbeidsproblemen, relatieproblemen, slaapstoornissen,<br />
nachtmerries en / of verslavingsproblematiek.<br />
• De hulpvraag kan betrekking hebben op het opheffen van de angstverschijnselen<br />
als zodanig, het verkrijgen van hulp bij de omgang met de angstverschijnselen c.q.<br />
het opdoen van copingstrategieën daarvoor of gericht zijn op het verbeteren van<br />
de negatieve consequenties van de angststoornis voor het sociaal en maatschappelijk<br />
functioneren van betrokkene.<br />
• Vaak heeft de hulpvraag betrekking op reeds lang bestaande angstverschijnselen.<br />
Een reden hiervoor kan zijn dat angststoornissen nogal eens schuilgaan onder tal<br />
van lichamelijke klachten en in eerste instantie niet als zodanig door de cliënt worden<br />
herkend.<br />
• Hulp wordt vooral gevraagd wanneer de angststoornis ernstig interfereert met het<br />
functioneren van de betrokkene op belangrijke levensgebieden als werk, relatie en<br />
sociale contacten. De hulpvraag ontstaat meestal als de tot dusver gehanteerde<br />
copingstrategieën tekort blijken te schieten.<br />
• De hulpvraag kan afkomstig zijn van de betrokkene zelf maar ook van diens systeem.<br />
Het functioneren van mensen met angststoornissen is vaak belastend voor<br />
hun systeem dat als geheel sterk kan worden beperkt in het normale functioneren<br />
of sterk compenserend moet optreden.<br />
Cliënten lopen vaak lang met hun klachten rond en lijden hier sterk onder. De stap<br />
om hulp te vragen is groot en wordt niet snel genomen. Daarom is het belangrijk dat<br />
cliënten die de stap genomen hebben voelen dat ze serieus worden genomen. Hulpverleners<br />
kunnen dit laten merken door de ernst van de klachten serieus te nemen en<br />
de cliënt voldoende tijd te geven hun verhaal zelf te vertellen.<br />
De attitude van eerstelijns hulpverleners wordt gekenmerkt door het serieus nemen<br />
van de psychische en de hiermee samenhangende lichamelijke klachten en door het<br />
geven van zinvolle, op de angststoornis afgestemde, adviezen. Het advies ‘doe eens<br />
een tijdje rustig aan’, ‘wees sterk’, ‘zoek ontspanning’, of ‘ga wat aan je hobby’s doen’<br />
zijn voorbeelden van slechte adviezen, omdat mensen met een angststoornis die niet<br />
kunnen opvolgen.<br />
De hulpverlener dient zich ervan bewust te zijn dat de klachten en symptomen van<br />
cliënten op zowel psychisch, lichamelijk als sociaal vlak tot uiting kunnen komen. De<br />
hulpverlener kijkt naar de samenhang tussen psychische en lichamelijke klachten.<br />
In de eerste lijn heeft de cliënt behoefte aan een hulpverlener die over voldoende<br />
kennis beschikt om de juiste globale diagnose te stellen en om adequaat te kunnen<br />
verwijzen. Een checklist voor eerstelijns hulpverleners lijkt een zinvol instrument om<br />
de juiste vragen te kunnen stellen en de stoornis te kunnen herkennen.<br />
Nadat de diagnose is gesteld, is het voor cliënten belangrijk dat de mogelijkheid geboden<br />
wordt om de diagnose voor zichzelf te toetsen. Dit kan via een second opinion<br />
maar vaak betekent het vooral dat de cliënt bij zichzelf nagaan of de kenmerken van<br />
208