Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ONDERSTEUNENDE INTERVENTIES<br />
Overige overwegingen<br />
Zelfhulp vraagt de nodige discipline van de patiënt. Om het succes van de zelfhulp te<br />
bevorderen, is het aan te raden een lichte ondersteuning te bieden in de vorm van<br />
korte follow-up gesprekken met de ‘zelfhelpers’, patiëntenorganisatie of lotgenotengroep.<br />
Dit kan zowel door de huisarts, een (sociaal) psychiatrisch verpleegkundige als<br />
een maatschappelijk werker gebeuren. Zelfhulp is op z’n best even effectief als medicatie<br />
of cognitieve gedragstherapie (CGT), maar de werkzaamheid is veel minder robuust<br />
onderbouwd dan van deze gevestigde therapieën. Voor CGT bestaat vaak een<br />
wachttijd.<br />
Aanbeveling<br />
Zelfhulppakketten kunnen worden aangeboden aan patiënten met een<br />
GAS of paniekstoornis (al of niet met agorafobie).<br />
Het is aan te raden dit te ondersteunen met weinig frequente ondersteunende<br />
contacten, bijvoorbeeld om de 2-4 weken 10-30 minuten.<br />
Zelfhulp kan op zichzelf staand worden gegeven (met name aan patiënten<br />
met relatief lichte stoornissen, zonder persoonlijkheidsproblematiek),<br />
of worden gecombineerd met medicatie.<br />
Zelfhulp kan met name worden gegeven aan patiënten die moeten wachten<br />
op CGT; zelfhulp kan patiënten voorbereiden op CGT.<br />
Wanneer zelfhulp als enige behandeling wordt aangeboden, is het zaak<br />
het effect na twee weken tot een maand te beoordelen.<br />
Wanneer er nauwelijks of geen verbetering is opgetreden, is het raadzaam<br />
om de cliënt alsnog medicatie en/of CGT aan te bieden.<br />
Literatuur<br />
Sorby, N.G.D., W. Reavley, J.W. Huber. Self help programma for anxiety in general practice: a controlled<br />
trial of an anxiety management booklet. British Journal of General Practice, 1991 Oct; 41(351):<br />
417-20.<br />
Tyrer, P., B. Seivewright, B. Ferguson, S. Murphy, A.L. Johnson. The Nottingham Study of Neurotic<br />
Disorder: effect of personality status on response to drug treatment, cognitive therapy and self-help<br />
over two years. British Journal of Psychiatry, 1993, 162, 219-226.<br />
Tyrer, P., B. Seivewright, B. Ferguson, S. Murphy, C. Darling, J. Brothwell, D. Kingdon, A.L. Johnson.<br />
The Nottingham Study of Neurotic Disorder: relationship between personality status and symptoms.<br />
Psychological Medicine, 1990, 20, 423-431.<br />
White, J. Stresspac: a controlled trial of a self-help package for the anxiety disorders. Behavioural and<br />
cognitive psychotherapy, 1995, 23, 89-107.<br />
White, J. “Stresspac”: Three-year follow-up of a controlled trial of a self-help package for the anxiety<br />
disorders. Behavioural and Cognitive Psychotherapy, 1998, 26, 133-141.<br />
11.5.2 Beeldend therapeutische interventies<br />
Binnen de literatuur m.b.t beeldende therapie en angststoornissen is met name geschreven<br />
over posttraumatische stressstoornis en daarnaast over agorafobie en obsessief-compulsieve<br />
stoornis.<br />
Uit diverse bronnen (Baljon e.a1999, Hagood 2000, Hellendoorn 1992, Malchiodi<br />
1990, Smeyster 2001, ter Voert 2001, Wertheim-Cahen 1991) blijkt men in de praktijk<br />
te ervaren dat beeldende therapie een duidelijke bijdrage kan leveren aan de verwerking<br />
van traumatische ervaringen. Zo wordt bijvoorbeeld binnen Warchild veel<br />
gebruik gemaakt van vaktherapieën. Beeldende therapie onderscheidt zich van andere<br />
vaktherapieën doordat er gebruik wordt gemaakt van “beelden” die op een enkele<br />
uitzondering na, een blijvend karakter hebben. Men wordt binnen beeldende therapie<br />
uitgenodigd om met materialen tot een persoonlijk werkstuk te komen. Bij angstige<br />
cliënten kan beeldende therapie een actieve vorm zijn om nieuwe ervaringen op te<br />
doen. Wertheim-Cohen (1991) duidt aan dat de behandeling binnen beeldende therapie<br />
uit vier belangrijke aspecten bestaat:<br />
• het naar voren halen en integreren van tot dan toe afgesloten traumatische herinneringen<br />
• de communicatieve functie van beeldende werkstukken<br />
189