Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
SPECIFIEKE FOBIE<br />
Conclusie<br />
Niveau 1<br />
Cognitieve therapie kan op zichzelf een effectieve behandeling<br />
zijn voor specifieke fobie. Vooralsnog moet de voorkeur<br />
echter worden gegeven aan exposure in vivo.<br />
A1 Craske, 1999; Craske & Rowe, 1997<br />
Overige overwegingen<br />
Door de jaren heen zijn de opvattingen over wat cognitieve therapie is en de methodes<br />
die men rekende tot het domein van de cognitieve therapie fors veranderd. De<br />
verschillen tussen cognitieve therapie en gedragstherapie zijn vervaagd. Men kan tegenwoordig<br />
met recht beweren dat exposure in vivo leidt tot cognitieve veranderingen.<br />
In deze opvatting leidt een effectieve exposurebehandeling van specifieke fobie<br />
altijd tot (ook) een cognitieve verandering (Craske & Rowe,1997). Cognitieve therapie<br />
bij enkelvoudige fobie kan niet meer worden beschouwd als een methode die volstaat<br />
met het bieden van incompatibele informatie middels logische redenering. Cognitieve<br />
therapie doet veel meer om cognities te wijzigen (Thorpe & Salkovskis, 1997).<br />
Om die redenen zou de combinatie van exposure in vivo met andere methodes die de<br />
disfunctionele interpretaties van de patiënt over de fobische stimulus beïnvloeden een<br />
zinvolle strategie kunnen zijn. In feite kan men de hulpinterventies die bij exposure in<br />
vivo doorgaans worden toegepast zoals coping, ‘modelling’ en geruststellende informatie<br />
verstrekken over de fobische prikkel zien als al lang bestaande cognitieve elementen<br />
binnen exposure behandelingen.<br />
Aanbeveling<br />
Hoewel de aangetoonde effectiviteit van cognitieve therapie bij specifieke<br />
fobie pas de laatste jaren enige omvang begint te krijgen, nopen met<br />
name moderne inzichten in de aard van cognitieve therapie ertoe om<br />
cognitieve therapie niet bij voorbaat uit te sluiten als potentieel belangrijke<br />
interventie bij specifieke fobie. Vooralsnog echter zal, gezien de bestaande<br />
evidentie, de psychologische behandeling van specifieke fobie altijd<br />
in eerste instantie moeten bestaan uit exposure in vivo. Daarnaast<br />
kan men dan het gebruik van cognitieve elementen overwegen om de<br />
kans op succesvolle exposure te verhogen.<br />
9.2.4.2 Wijze en duur van toepassing<br />
Wetenschappelijke onderbouwing<br />
In wat ouder onderzoek heeft cognitieve therapie bij specifieke fobieën vooral bestaan<br />
uit ‘positieve zelf-statements’ (Emmelkamp & Felten, 1985; Jeremalm et al., 1986), in<br />
modernere cognitieve behandelingen gaat het eerder om geruststellende informatie<br />
(de Jongh, Muris, ter Horst, van Zuuren, Schoenmakers & Makkes, 1995), en om het<br />
uitdagen en corrigeren van negatieve interpretaties (de Jongh et al., 1995). Het gaat<br />
over het algemeen om kortdurende behandelingen van enkele tot maximaal tien zittingen.<br />
168