Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
POSTTRAUMATISCHE STRESSSTOORNIS<br />
8.2.3.3 Imaginaire Exposure (IE)<br />
Imaginaire exposure is een procedure waarbij de cliënt wordt geholpen de traumatische<br />
herinneringen zodanig te herbeleven dat verwerking kan plaatsvinden. De nadruk<br />
ligt op herhaalde en langdurige herbeleving waarbij (cognitieve en emotionele)<br />
vermijding tot een minimum wordt beperkt. Een wezenlijk onderdeel van IE is het<br />
dagelijks luisteren naar audio-opnames van de exposure-sessies. De zittingen duren<br />
idealiter 90 minuten. De behandeling bestaat meestal uit ongeveer tien zittingen. Regelmatig<br />
wordt IE aangevuld met exposure in vivo en cognitieve interventies. Het<br />
onderzoek heeft echter overwegend betrekking op de IE component. Het bewijs voor<br />
de effectiviteit van IE is sterk (Rothbaum, Meadows, Resick & Foy, 2000; Van Etten<br />
en Taylor, 1998). De kracht van het onderzoek ligt niet alleen in de kwantiteit en<br />
kwaliteit (‘A-rating’) van het onderzoek maar ook in het feit dat IE bij verschillende<br />
patiëntengroepen is onderzocht hetgeen de generaliseerbaarheid van de resultaten<br />
vanzelfsprekend ten goede komt.<br />
IE werd onder andere vergeleken met wachtlijst, SIT, <strong>EMDR</strong> en met Ct. Uit het desbetreffende<br />
onderzoek komt naar voren dat IE een effectieve therapie is bij PTSS. Vergeleken<br />
met SIT blijkt uit het (overigens beperkte) onderzoek dat IE met name op de<br />
langere termijn effectiever is. Alhoewel het onderzoek nog tamelijk beperkt is, zijn er<br />
aanwijzingen dat IE even effectief is als Ct terwijl de combinatie van beide niet effectiever<br />
is dan één van beide afzonderlijk (Marks, Lovell, Noshirvani, Livanou & Thrasher,<br />
1998).<br />
8.2.3.4 Stress-inoculatie therapie (SIT)<br />
SIT is niet zozeer één bepaalde behandeling als wel een geheel van verschillende interventies<br />
samengevoegd in een programma, gericht op het adequater (leren) omgaan<br />
met angst. De belangrijkste onderdelen zijn: psycho-educatie, relaxatietraining,<br />
ademhalingsoefeningen, rollenspellen, imaginaire oefeningen, cognitieve technieken<br />
en gedachtestop. SIT werd uitsluitend onderzocht bij vrouwelijke slachtoffers van<br />
(éénmalig) seksueel geweld. De behandeling duurt zo’n twaalf zittingen. SIT bleek<br />
redelijk effectief bij deze patiëntengroep. De vraag naar de effectiviteit voor andere<br />
patiëntengroepen is dan echter nog te beantwoorden. IE bleek overigens enigszins<br />
effectiever dan SIT (Foa, e.a. 1991). SIT kan worden beschouwd als een vrij effectieve<br />
behandeling bij PTSS ten gevolge van éénmalig seksueel trauma.<br />
SIT wordt door de ISTSS en Van Etten en Taylor (1998) niet duidelijk apart beoordeeld.<br />
De beoordeling vindt plaats onder de noemer CGt. Zoals hierboven al aangegeven<br />
is het echter niet redelijk de effectiviteit van SIT dezelfde kwalificatie te geven als<br />
CGt als geheel.<br />
8.2.3.5 Cognitieve therapie (Ct)<br />
Cognitieve therapie bij PTSS is gericht op de identificatie en bijstelling van disfunctionele<br />
opvattingen met betrekking tot zichzelf als persoon, anderen, de wereld en het<br />
trauma. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van (de) ‘Socratische dialoog’ en<br />
gedragsexperimenten. In sommige vormen van Ct (met name CPT) wordt daaraan<br />
overigens schrijfopdrachten en imaginaire procedures toegevoegd. Tijdens deze onderdelen<br />
vindt dikwijls impliciet of expliciet exposure plaats aan de herinneringen aan<br />
de schokkende gebeurtenis(sen). Deze (imaginaire) exposure is minder intensief dan<br />
bij de interventie IE het geval is, maar intensiever dan bij <strong>EMDR</strong>. Ct duurt doorgaans<br />
zo’n zestien zittingen.<br />
Ct in zijn meest zuivere vorm is in twee goed gecontroleerde onderzoeken beoordeeld<br />
(Marks, Lovell, Noshirvani, Livanou & Thrasher, 1998; Tarrier e.a., 1999). Ct werd in<br />
deze studies vergeleken met IE, Exposure in vivo en de combinatie van exposure en<br />
Ct. Ct bleek in beide studies effectief bij de behandeling van PTSS.<br />
153