Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SAMENVATTING VAN ALLE ADVIEZEN IN DEZE RICHTLIJN<br />
Hypochondrie<br />
Bij de behandeling van hypochondrie adviseert de werkgroep bij hypochondrie en een<br />
ernstig comorbide depressie om de psychologische behandeling te combineren met<br />
een SSRI. In andere gevallen wordt geadviseerd te starten met een psychologische<br />
behandeling. Hierbij wordt door de werkgroep het volgende stappenplan geadviseerd:<br />
(1) exposure met respons preventie en/of cognitieve therapie (2) Wanneer deze behandeling<br />
onvoldoende resultaat geeft kan deze worden gecombineerd met stressmanagement.<br />
Wanneer deze behandeling onvoldoende resultaat geeft wordt psychologische<br />
behandeling gecombineerd met farmacotherapie: (3) een SSRI in combinatie<br />
met psychologische behandeling; (4) een andere SSRI in combinatie met psychologische<br />
behandeling; (5) een TCA in combinatie met psychologische behandeling.<br />
1.2.2 Ondersteunende interventies<br />
Ondersteunende interventies primair gericht op het verminderen van individuele beperkingen<br />
en participatieproblemen worden door verschillende professionals toegepast,<br />
zoals maatschappelijk werkers, (sociaal-)psychiatrisch verpleegkundigen, sociaal-pedagogische<br />
hulpverleners en vaktherapeuten.<br />
De mate van empirische bewijskracht van deze interventies is over het algemeen gering.<br />
Doordat weinig ondersteundende interventies, zoals deze in de behandelpraktijk<br />
worden toegepast, empirisch zijn onderzocht is voor een expliciete en systematische<br />
beschrijving van deze interventies vooral gebruik gemaakt van relevante <strong>Nederland</strong>se<br />
handboeken en monodisciplinaire panelronden. Een meer uitvoerige weergave hiervan<br />
is te vinden in bijlagen over verpleegkundige interventies en over maatschappelijk<br />
werk. Hieruit komt naar voren, dat weinig van deze interventies protocollair zijn beschreven<br />
en dat ze veelal eclectisch worden toegepast in het kader van een breed<br />
behandelprogramma, waarvan één of meer van de farmacologische en/of psychologische<br />
interventies deel uit maken. Bij de indicatie voor het toepassen van ondersteunende<br />
interventies is het totaal van de behandelcontext derhalve van groot belang.<br />
Wanneer angststoornissen tot significante beperkingen in het persoonlijk functioneren<br />
leiden en problemen bij het maatschappelijk en sociaal participeren, vormen de meer<br />
generieke ondersteunende interventies een belangrijke aanvulling op de primair op de<br />
angststoornis zelf gerichte meer specifieke farmacologische en psychologische interventies.<br />
De volgende interventies gericht op beperkingen in het persoonlijk functioneren worden<br />
in de richtlijn beschreven: zelfhulp, beeldend therapeutische interventies, bevordering<br />
van de coping, dramatherapeutische interventies muziektherapeutische interventies,<br />
psychomotore interventies, dans- en bewegingsinterventies en therapeutic<br />
touch. Bij interventies gericht op participatie aan het maatschappelijk leven komen<br />
interventies gericht op ondersteuning van het netwerk aan de orde.<br />
Voor de ondersteunende interventies wordt de meeste empirische ondersteuning gevonden<br />
voor de toepassing van zelfhulp. Zelfhulppakketten kunnen worden aangeboden<br />
aan patiënten met een paniekstoornis (al of niet met agorafobie) en een gegeneraliseerde<br />
angststoornis, waarbij het aan te raden is dit te ondersteunen met laag<br />
frequente ondersteunende contacten.<br />
Ten slotte werd met betrekking tot de behandeling nog de volgende uitgangsvraag<br />
geformuleerd:<br />
(4) Wat voor kosteneffectiviteitsstudies zijn er bekend van de verschillende interventies<br />
en hoe kunnen deze een rol spelen bij de besluitvorming<br />
Hierbij werd de volgende vraag vanuit de werkgroep als uitgangspunt genomen: wat<br />
is de kosteneffectiviteit van de behandeling van patiënten met een paniekstoornis (al<br />
of niet met agorafobie) met farmacotherapie in vergelijking met psychologische interventies<br />
of combinatietherapie. De voorkeur ging uit naar een modelmatige aanpak<br />
omdat hierin de gegevens uit verschillende bronnen kunnen worden gebruikt. Een<br />
modelmatige aanpak geeft bovendien, bij voldoende gegevens de mogelijkheid om<br />
kosteneffectiviteit ook op lange termijn in te schatten aan de hand van het scenario.<br />
Het bleek niet mogelijk om de verschillende effecten die in de klinische studies worden<br />
gebruikt te combineren tot één effectmaat. De voorkeur van de werkgroep ging<br />
13