Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SAMENVATTING VAN ALLE ADVIEZEN IN DEZE RICHTLIJN<br />
groep een voorkeur uit voor paroxetine als eerste keuze preparaat. Aangezien de keuze<br />
voor een van beide groepen farmaca mede gebaseerd is op basis van bijwerkingen,<br />
comorbiditeit en comedicatie kan naar de mening van de werkgroep in sommige situaties<br />
echter gemotiveerd worden afgeweken van deze voorkeur voor paroxetine en<br />
kan de behandeling gestart worden met imipramine, venlafaxine en buspiron gevolgd<br />
door paroxetine. Met betrekking tot farmacotherapie wordt het volgende stappenplan<br />
geadviseerd: (1) één van de volgende drie middelen: venlafaxine, paroxetine of buspiron;<br />
(2) ander middel uit venlafaxine, paroxetine of buspiron; (3) ander middel uit<br />
venlafaxine, paroxetine of buspiron; (4) venlafaxine, paroxetine of buspiron plus cognitieve<br />
gedragstherapie; (5) imipramine plus cognitieve gedragstherapie; (6) benzodiazepine<br />
plus cognitieve gedragstherapie. Met betrekking tot psychologische behandeling<br />
wordt geadviseerd te starten met cognitieve therapie, die bij onvoldoende resultaat<br />
gecombineerd dient te worden met anxiety management en/of applied relaxation<br />
en/of exposure.<br />
Posttraumatische stressstoornis<br />
Bij de behandeling van de posttraumatische stressstoornis (PTSS) adviseert de werkgroep<br />
bij PTSS en een ernstig comorbide depressie om primair met medicatie te behandelen.<br />
In andere gevallen wordt in overleg met de patiënt een keuze gemaakt<br />
tussen farmacologische en psychologische behandeling, waarbij enige voorkeur bestaat<br />
voor psychologische behandeling. Met betrekking tot de psychologische behandeling<br />
kan in overleg met de patiënt een keuze gemaakt worden voor imaginaire exposure<br />
zonodig in combinatie met cognitieve therapie versus Eye Movement Desensitization<br />
and Reprocessing (<strong>EMDR</strong>). Bij onvoldoende resultaat kan na <strong>EMDR</strong> worden<br />
overgestapt op imaginaire exposure al of niet gecombineerd met cognitieve therapie<br />
en vice versa.<br />
Bij de farmacotherapie van PTSS geldt de volgende overweging: een serotonerg tricyclisch<br />
antidepressivum (TCA) en een selectieve serotonineheropnameremmer (SSRI)<br />
blijken even effectief. Op grond van tolerantie en veiligheid spreekt de werkgroep een<br />
voorkeur uit voor SSRI's als eerste keuze preparaat, gevolgd door TCA's, voor zover<br />
er thans inzicht bestaat. Aangezien de keuze voor een van beide groepen farmaca<br />
mede gebaseerd is op basis van bijwerkingen, comorbiditeit en comedicatie kan naar<br />
de mening van de werkgroep in sommige situaties echter gemotiveerd worden afgeweken<br />
van deze voorkeur voor SSRI's en kan de behandeling gestart worden met<br />
TCA's gevolgd door SSRI's. De werkgroep adviseert de volgende stappenvolgorde: (1)<br />
een SSRI; (2) een ander SSRI; Na een psychologische behandeling met onvoldoende<br />
resultaat kunnen nog de volgende stappen overwogen worden: (3) een TCA; (4) een<br />
anticonvulsivum; (5) een MAOI.<br />
Specifieke fobie<br />
Bij de behandeling van een specifieke fobie is het van belang een onderscheid te maken<br />
tussen een specifieke fobie van het bloed-, letsel-, injectie type versus overige<br />
typen.<br />
Bij een specifieke fobie van het bloed-, letsel-, injectie type bestaat de aanbevolen<br />
behandeling uit (1) geruststellende informatie gecombineerd met exposure in vivo en<br />
applied tension. Bij onvoldoende resultaat wordt deze behandeling (2) gecombineerd<br />
met cognitieve interventies, coping en modeling technieken. Wanneer het effect onvoldoende<br />
blijft wordt de ingezette behandeling (3) gecombineerd met een SSRI of<br />
(4) een TCA.<br />
Bij de overige specifieke fobieën is het van belang vast te stellen of de angstverwekkende<br />
situaties veelvuldig voorkomen. Bij veelvuldig voorkomende situaties wordt het<br />
volgende stappenplan geadviseerd: (1) geruststellende informatie gecombineerd met<br />
exposure in vivo; (2) gecombineerd met cognitieve interventies, coping en modeling<br />
technieken; (3) gecombineerd met een SSRI. Bij weinig frequent voorkomende situaties<br />
wordt geadviseerd incidenteel een benzodiazepine voor te schrijven.<br />
12