Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
SAMENVATTING VAN ALLE ADVIEZEN IN DEZE RICHTLIJN<br />
mipramine met exposure; (4) clomipramine met exposure en paniekmanagement; (5)<br />
een benzodiazepine met exposure; (6) een MAOI plus exposure. Bij een paniekstoornis<br />
zonder of met lichte agorafobie wordt de keuze voor farmacotherapie of psychologische<br />
behandeling in overleg met de patiënt gemaakt. Bij de farmacotherapie van de<br />
paniekstoornis zonder of met lichte agorafobie adviseert de werkgroep de volgende<br />
stappenvolgorde: (1) een SSRI; (2) een ander SSRI; (3) clomipramine; Na een psychologische<br />
behandeling met onvoldoende resultaat kunnen nog de volgende twee<br />
stappen overwogen worden: (4) een benzodiazepine; (5) een MAOI. Bij de psychologische<br />
behandeling van de paniekstoornis zonder of met lichte agorafobie adviseert de<br />
werkgroep een vorm van paniekmanagement, waarbij een lichte voorkeur voor cognitieve<br />
therapie en paniek controle training wordt uitgesproken.<br />
Sociale angststoornis<br />
Bij de behandeling van sociale angststoornis adviseert de werkgroep bij sociale angststoornis<br />
en een ernstig comorbide depressie om primair met medicatie te behandelen.<br />
Verder acht de werkgroep het van belang om een onderscheid te maken tussen twee<br />
subtypen: gegeneraliseerde sociale fobie en specifieke sociale fobie.<br />
Bij sociale fobie - gegeneraliseerde subtype kan in overleg met de patiënt een keuze<br />
voor farmacotherapeutische of psychologische behandeling worden gemaakt. Bij de<br />
farmacotherapeutische behandeling adviseert de werkgroep de volgende stappen: (1)<br />
een SSRI; (2) een andere SSRI. Na een psychologische behandeling met onvoldoende<br />
resultaat kunnen nog de volgende twee stappen overwogen worden: (3) een benzodiazepine<br />
of MAOI; (4) een MAOI of benzodiazepine. Bij de psychologische behandeling<br />
kan in overleg met de patiënt gekozen worden voor exposure of cognitieve therapie.<br />
Afhankelijk van het beloop kunnen taakconcentratie training of sociale vaardigheidstraining<br />
worden toegevoegd.<br />
Bij sociale fobie - specifieke subtype is het van belang na te gaan of het frequent<br />
voorkomende situaties betreft. Bij frequent voorkomende situaties verdienen psychologische<br />
interventies de voorkeur en worden de volgende stappen geadviseerd: (1)<br />
exposure in vivo of cognitieve therapie; (2) de nog niet toegepaste 1 e keuze psychologische<br />
behandeling (eventueel in combinatie); (3) toevoegen van taakconcentratietraining<br />
aan de exposure in vivo en/of cognitieve therapie.<br />
Bij weinig frequent voorkomende situaties kan de keuze voor farmacologische of psychologische<br />
interventies in overleg met de patiënt worden gemaakt. Bij de farmacotherapeutische<br />
behandeling adviseert de werkgroep een bètablokker (incidenteel) en<br />
bij onvoldoende effect een benzodiazepine (incidenteel). Een SSRI wordt pas voorgeschreven<br />
na een psychologische behandeling met onvoldoende resultaat. De psychologische<br />
behandeling voor dit subype is hetzelfde als voor het gegeneraliseerde subtype.<br />
Obsessief-compulsieve stoornis<br />
Bij de behandeling van de obsessief-compulsieve stoornis (OCS) adviseert de werkgroep<br />
bij OCS en een ernstig comorbide depressie om primair met medicatie te behandelen.<br />
In andere gevallen wordt in overleg met de patiënt een keuze gemaakt<br />
tussen farmacologische en psychologische behandeling, waarbij een lichte voorkeur<br />
voor psychologische behandeling wordt uitgesproken. Met betrekking tot farmacotherapie<br />
wordt het volgende stappenplan geadviseerd: (1) een SSRI; (2) een ander SS-<br />
RI; (3) een SSRI plus gedragstherapie; (4) een SSRI plus gedragstherapie plus een<br />
atypisch antipsychoticum; (5) clomipramine plus gedragstheraptie; (6) clomipramine<br />
plus gedragstherapie plus een atypisch antipsychoticum. Met betrekking tot psychologische<br />
behandeling wordt geadviseerd te starten met exposure met responspreventie,<br />
die bij onvoldoende resultaat gecombineerd dient te worden met cognitieve therapie.<br />
Gegeneraliseerde angststoornis<br />
Bij de behandeling van de gegeneraliseerde angststoornis (GAS) adviseert de werkgroep<br />
bij GAS en een ernstig comorbide depressie om primair met medicatie te behandelen.<br />
In andere gevallen wordt in overleg met de patiënt een keuze gemaakt<br />
tussen farmacologische en psychologische behandeling. Een serotonerg tricyclisch<br />
antidepressivum (imipramine) en een selectieve serotonineheropnameremmer (paroxetine)<br />
lijken even effectief. Op grond van tolerantie en veiligheid spreekt de werk-<br />
11