Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
Angststoornissen - Vereniging EMDR Nederland
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
OBSESSIEF-COMPULSIEVE STOORNIS<br />
tie van randomized controlled trials. Waar nodig is gebruik gemaakt van aanvullende<br />
niet systematisch gezochte literatuur.<br />
6.2.2 Inleiding<br />
Bij de behandeling van obsessief-compulsieve stoornis (OCS) zijn verschillende psychotherapeutische<br />
interventies onderzocht. Uit het onderzoek komt naar voren dat<br />
met name twee behandelmethoden effectief zijn: a. exposure in vivo met responspreventie<br />
en b. cognitieve therapie. Hierbij is exposure in vivo met responspreventie<br />
eerste keus behandeling, vanwege de grote hoeveelheid positieve onderzoeksresultaten<br />
en de positieve lange termijn effecten. Bij cognitieve therapie zijn deze lange termijn<br />
effecten nog niet onderzocht. Andere psychotherapeutische behandelmethoden<br />
blijken niet of minder effectief, of zijn onvoldoende onderzocht. Er zijn geen randomized<br />
controlled trials waarin de effectiviteit van andere psychotherapeutische methoden<br />
is geëvalueerd.<br />
6.2.3 Exposure in vivo met responspreventie<br />
6.2.3.1 Effectiviteit<br />
Wetenschappelijke onderbouwing<br />
Gedragstherapeutische behandeling van OCS (doorgaans bestaande uit een combinatie<br />
van exposure in vivo met responspreventie) is effectiever bevonden dan placebo<br />
(Cox et al., 1993; van Balkom et al., 1994). Met een dergelijke behandeling worden<br />
klinisch significante reducties bereikt in obsessief-compulsieve klachten. Dit geldt met<br />
name de reductie in klachten zoals door de patiënten zelf gerapporteerd (van Balkom<br />
et al., 1994). Gemelde drop-out percentages variëren van 6% (Cox et al., 1993) tot<br />
8% (van Balkom et al., 1994).<br />
Aan het einde van de behandeling blijken patiënten eerder vergelijkbaar met de normale<br />
populatie dan met onbehandelde OCS-patiënten (Abramovitz, 1994) en de positieve<br />
resultaten blijven niet beperkt tot deelnemers aan experimentele studies, maar<br />
zijn ook generaliseerbaar naar de doorsnee polikliniek populatie met OCS (Franklin et<br />
al., 2000).<br />
Van de patiënten die deze behandeling ondergaan verbetert over het algemeen 70 tot<br />
80%, een resultaat dat bij follow-up in ieder geval tot 2 jaar aanhoudt (O’sullivan &<br />
Marks, 1990; Kasvikis & Marks, 1988; Visser, Hoekstra & Emmelkamp, 1992).<br />
Conclusie<br />
Niveau 1<br />
Het is aangetoond dat exposure in vivo (met responspreventie)<br />
een effectieve behandeling is voor de obsessiefcompulsieve<br />
stoornis.<br />
A1 Cox et al.,1993; A1 Van Balkom et al., 1994; A1 Kobak<br />
et al., 1998; A1 Abramowitz, 1998; A1 Franklin et al.,<br />
2000; A1 O'Sullivan & Marks, 1990<br />
Overige overwegingen<br />
Exposure met responspreventie is een gemakkelijk toe te passen methode die door de<br />
patiënt doorgaans gemakkelijk wordt begrepen en door deze goed kan worden uitgevoerd<br />
103