06.05.2015 Views

Landelijk Basisprogramma Angststoornissen - GGZ-richtlijnen

Landelijk Basisprogramma Angststoornissen - GGZ-richtlijnen

Landelijk Basisprogramma Angststoornissen - GGZ-richtlijnen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

de ernst van de angststoornis in de gaten te houden. Een aantal van de voorgenoemde vragenlijsten kan<br />

hiervoor gebruikt worden, bijvoorbeeld de HADS, LWASQ en de ZBV.<br />

Fase 2: Indicatiestelling<br />

Het eerste gesprek tussen de cliënt en de hulpverlener en de daaruit voortvloeiende diagnose mondt vaak<br />

meteen al uit in een indicatie. Soms zijn er vervolggesprekken nodig om een indicatie te kunnen stellen.<br />

Bij de indicatiestelling zijn de volgende aspecten van belang:<br />

■ De ernst van de angststoornis wordt bepaald en er wordt overwogen of verwijzing noodzakelijk is.<br />

■ De koppeling van het hulpaanbod op de individuele hulpvraag staat centraal.<br />

■ Het aanbod dient te bestaan uit een pakket van activiteiten en behandelingen die alles bevatten wat voor<br />

de cliënt nodig is. De vraag vanuit welke lijn of instelling de zorg geleverd wordt, staat daarbij niet voorop.<br />

■ De indicatiestelling hoort vraaggericht, objectief, onafhankelijk en geïntegreerd plaats te vinden. De cliënt<br />

moet in staat worden gesteld om op de indicatie invloed op uit te oefenen, wanneer dat mogelijk en<br />

gewenst is.<br />

Voorlichting en service aan de cliënt en zijn omgeving zijn heel belangrijk tijdens het eerste contact met de<br />

hulpverlener. De hulpverlener die de indicatiestelling uitvoert, moet naast de nodige contactuele vaardigheden<br />

over voldoende globale kennis van de sociale kaart en de hulpmogelijkheden beschikken om de cliënt<br />

goed te kunnen ‘doorgeleiden’ naar een bepaald programma onderdeel in de eerste of tweede lijn.<br />

Fase 3: Zorgtoewijzing en behandelplan<br />

Na het kiezen van een behandelingsoptie (anders dan consultatie of verwijzing) en toewijzing aan een<br />

behandelaar of team stelt de hulpverlener het behandelplan op. Bij de invulling vindt overleg en onderhandeling<br />

plaats tussen cliënt en behandelaar over een specifiek pakket van zorg dat aansluit op de mogelijkheden<br />

en wensen van de cliënt enerzijds en de opvattingen over goed hulpverlenerschap anderzijds. De uitkomsten<br />

van de bovenstaande analyses zijn nodig voor de samenstelling van het individuele behandelplan.<br />

Ook worden de behandeldoelen geëxpliciteerd. Een ander belangrijk aspect is dat een cliënt pas kan instemmen<br />

met een behandelplan, als hij voldoende over de ziekte is geïnformeerd én de ziekte onderkent.<br />

In het behandelplan wordt aangegeven van welke modules en activiteiten gebruik gemaakt wordt, en van de<br />

duur en frequentie van de behandeling.<br />

In het bijzonder in de behandeling van hypochondrie is de opstellen van een behandelplan een eerste en<br />

belangrijke fase in de behandeling. Een onduidelijk behandelcontract kan juist bij hypochondere en somatiserende<br />

patiënten gedurende de hele behandeling problemen geven, aangezien de verwachtingen van de<br />

patiënt aldoor anders blijven dan het doel van de behandeling. Binnen een concreet behandelcontract is duidelijk<br />

wat wel en ook wat geen doel van de behandeling is.(64)<br />

Op het moment dat cliënt en behandelaar instemmen met het behandelplan spreekt men van een<br />

behandelingsovereenkomst. Wettelijk is dit geregeld via de Wet op de Geneeskundige<br />

Behandelingsovereenkomst (WGBO). Bij opgenomen cliënten heeft het de voorkeur dat de behandelingsovereenkomst<br />

door zowel cliënt als verantwoordelijk behandelaar (meestal de arts) wordt ondertekend;<br />

bij ambulant behandelde cliënten gebeurt het meestal op basis van mondelinge overeenstemming.<br />

Fase 4: Bijstelling en bewaking van het behandelplan<br />

Op afgesproken momenten in de behandelovereenkomst wordt de behandeling geëvalueerd. Afhankelijk van<br />

het beloop van de problematiek wordt vervolgens besloten over te gaan op ander behandelvormen, meer<br />

intensieve zorg of om het contact met de cliënt af te bouwen.<br />

C Nadere diagnostiek (inclusief ernstmeting)<br />

Bij een groot deel van de cliënten met een angststoornis is hiermee de het proces van indicatiestelling en<br />

zorgtoewijzing voltooid. Er is echter een groep cliënten bij wie verdere diagnostische activiteiten nodig zijn<br />

46 <strong>Landelijk</strong> <strong>Basisprogramma</strong> <strong>Angststoornissen</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!