Landelijk Basisprogramma Angststoornissen - GGZ-richtlijnen
Landelijk Basisprogramma Angststoornissen - GGZ-richtlijnen Landelijk Basisprogramma Angststoornissen - GGZ-richtlijnen
Levensgebeurtenissen ■ Een belangrijke levensgebeurtenis, vooral de constatering van een ernstige ziekte bij een verwant. ■ Hypochondrische patiënten herinneren zich meer trauma’s uit hun kindertijd (seksuele trauma’s, geslagen worden en ruzie tussen ouders) (6). C Regionaal bepaalde aspecten Wie biedt GGZ preventie aan? Er zijn verschillende instellingen actief bij GGZ preventie. ■ Vanuit de regionale (ambulante) GGZ-instellingen worden diverse preventie-activiteiten aangeboden. In de meeste instellingen is een aparte afdeling preventie aanwezig, die zowel samenwerkt met de curatieve afdelingen als met andere organisaties. De activiteiten betreffen met name de selectieve, geïndiceerde en zorggerichte preventie. ■ Voor de GGD-en liggen er taken op het terrein van de collectieve preventie en daarmee ook bij de preventie van psychische problemen. In de praktijk worden deze activiteiten echter vooral gericht op jongeren en ouderen en minder op volwassenen. ■ Het Algemeen Maatschappelijk Werk heeft een taak in de GGZ-preventie en biedt onder andere groepsactiviteiten aan. Het AMW is een laagdrempelige voorziening waar mensen zonder verwijzing en zonder kosten terecht kunnen. Veel cliënten (ongeveer 60%) van het AMW komen, volgens de richtlijnen depressie en angst, echter via de huisarts. Vaak kampen zij met een combinatie van praktische en psychische of sociale problemen. ■ De Landelijke Steunfunctie Preventie (LSP), ondergebracht bij het Trimbos-instituut, heeft een helpdesk voor het ondersteunen van preventiefunctionarissen en beleidsmakers en ondersteunt onder andere platforms voor preventiewerkers, die werkzaam zijn op het terrein van angststoornissen en depressie. Interventie mogelijkheden voor angststoornissen Vanuit de Landelijke Steunfunctie Preventie heeft de Landelijke werkgroep Preventie van Angststoornissen geïnventariseerd wat het aanbod van preventieve interventies is. Zij constateerden een groeiend aanbod voor mensen met angstklachten. Steeds vaker ook worden preventieve interventies op effectiviteit onderzocht. (30) Interventies gericht op het beïnvloeden van de risicofactoren en beschermende factoren voor angststoornissen kunnen zoals gezegd op vier niveaus uitgevoerd worden: ■ Universele preventie ■ Selectieve preventie. ■ Geïndiceerde preventie ■ Zorggerichte preventie Bij de activiteiten zijn verschillende doelgroepen te onderscheiden: ■ personen die zelf (een verhoogd) risico lopen angstklachten of een angststoornis te ontwikkelen (de einddoelgroep); ■ intermediaire doelgroepen: personen die vanwege hun werkzaamheden te maken hebben met mensen met angstklachten of een verhoogd risico daarop, zoals huisartsen, medewerkers in de thuiszorg, algemeen maatschappelijk werkers, bedrijfsartsen, studentendecanen; ■ mantelzorgers: familieleden en andere belangrijke personen in de directe omgeving van de cliënt. Interventies op het niveau van universele en selectieve preventie Uit de risicofactoren die hierboven beschreven staan, blijkt dat er maar weinig specifieke factoren aan te wijzen zijn die het risico op het ontwikkelen van een (specifieke) angststoornis. De interventies die preventief ingezet kunnen worden zijn daardoor vooral algemeen van aard. Landelijk Basisprogramma Angststoornissen 37
Lettend op die voornoemde risico- en beschermende factoren zijn er desalniettemin enkele belangrijke aangrijpingspunten die geschikt lijken voor universele en selectieve preventie, gericht op de einddoelgroep: ■ Bevorderen van individuele copingstijlen, ■ Bevorderen van de cognitieve en sociale competentie, ■ Bevorderen van sociale participatie, ■ Specifiek voor posttraumatische stress stoornissen: traumabegeleiding na rampen of ingrijpende gebeurtenissen. Daarnaast kunnen ook algemene interventies gericht op het verbeteren van leefomstandigheden (gezonde school, gezonde wijk en stad, positief gezinsklimaat) bijdragen aan het verminderen van het risico op angststoornissen. Binnen de afdeling preventie van de GGZ-instellingen is een aanbod ontwikkeld voor kinderen van ouders met psychische problemen, de zogenaamde KOPP-interventies. (Volwassen) kinderen van ouders met een psychische stoornis hebben anderhalf keer zoveel kans om zelf een stoornis te ontwikkelen dan kinderen van andere ouders. Zij hebben een verhoogd risico om verslaafd te raken, hebben minder goede communicatieve vaardigheden, vakere relationele problemen en problemen met intimiteit. De problematiek kan per levensfase verschillen. KOPP interventies: ■ Preventie-op-maatbenadering Dit is een methode waarbij gerichte informatie en steun aan de ouders en de kinderen wordt gegeven. In gesprekken met ouders en kinderen wordt informatie gegeven, gevoelens bespreekbaar gemaakt en adviezen gegeven. Voor preventie-op-maat is divers voorlichtingsmateriaal en een beslisprotocol voor hulpverleners beschikbaar. ■ Moeder-baby interventie Er is een specifieke interventie voor moeders met psychische problemen die een baby hebben. Er wordt gebruik gemaakt van confronterende video-opnames om de houding en het gedrag van de moeder naar het kind in beeld te brengen en van feedback te voorzien. Deze interventie stimuleert positieve interactie tussen moeder en kind. ■ Gezinsinterventie Deze bestaat uit ongeveer zes sessies en is gericht op het bevorderen van de interactie tussen de gezinsleden. Het gaat om een uit de VS afkomstig, effectief gebleken gezinsprogramma. De interventie is vrij nieuw in Nederland. ■ Interventies voor hulpverleners Deze activiteiten ondersteunen de preventie-op-maatmethode, en bestaan voornamelijk uit deskundigheidsbevordering van hulpverleners en andere beroepskrachten op het gebied van gezinnen met een psychiatrische ouder. Interventies op het niveau van geïndiceerde preventie Activiteiten voor intermediairen Zoals elders beschreven worden niet alle personen met een angststoornis als zodanig herkend door de hulpverleners waar zij contact mee hebben. Door de angstklachten in een vroeg stadium te signaleren, kan er eerder een passende interventie worden aangeboden om verergering van de klachten te voorkomen. Vanuit de GGZ-instellingen wordt deskundigheidsbevordering georganiseerd voor eerstelijnswerkers om de signalering van angststoornissen te verbeteren. Daarnaast bestaan er diverse trainingen voor begeleiders van het laagdrempelige cursusaanbod dat hieronder beschreven wordt. Cursusaanbod Een aantal instellingen heeft cursussen ontwikkeld voor angststoornissen. De meest bekende hiervan zijn: ■ GGNet (netwerk voor de geestelijke gezondheidszorg in Oost-Gelderland en Zutphen) heeft in 2000 de preventieve cursus “Geen Paniek! Leren omgaan met paniekklachten” ontwikkeld. Deze cursus is bedoeld 38 Landelijk Basisprogramma Angststoornissen
- Page 1 and 2: Leidraad voor regionale zorgprogram
- Page 3 and 4: Colofon Opdrachtgever ZonMw Financi
- Page 5 and 6: 4 Landelijk Basisprogramma Angststo
- Page 7 and 8: Op niveau 2 gaat het om specifieke
- Page 9 and 10: Onderstaand een korte introductie v
- Page 11 and 12: Randvoorwaarden (H8) Het werken met
- Page 13 and 14: In dit basisprogramma is getracht d
- Page 15 and 16: Er is sprake van een sociale fobie
- Page 17 and 18: Gegeneraliseerde angststoornis Pati
- Page 19 and 20: Een specificatie naar gering inzich
- Page 21 and 22: C Regionaal bepaalde aspecten De do
- Page 23 and 24: ■ ■ ■ specifieke rol in het g
- Page 25 and 26: Vaak generen mensen zich om met hun
- Page 27 and 28: Verheldering en beïnvloeding van d
- Page 29 and 30: 28 Landelijk Basisprogramma Angstst
- Page 31 and 32: De belangrijkste doelen voor angstp
- Page 33 and 34: 32 Landelijk Basisprogramma Angstst
- Page 35 and 36: iologische en psychische factoren.
- Page 37: Specifieke fobie (50, 51) Geslacht
- Page 41 and 42: 40 Landelijk Basisprogramma Angstst
- Page 43 and 44: Niet iedere cliënt doorloopt al de
- Page 45 and 46: Vragenlijsten voor specifieke stoor
- Page 47 and 48: de ernst van de angststoornis in de
- Page 49 and 50: lijk en/of aanvullend onderzoek kan
- Page 51 and 52: 50 Landelijk Basisprogramma Angstst
- Page 53 and 54: In 2003 is de Multidisciplinaire Ri
- Page 55 and 56: Sleutelschema In het schema hierond
- Page 57 and 58: C Module- en activiteitenoverzicht
- Page 59 and 60: Conclusie niveau 1 Het is aangetoon
- Page 61 and 62: Richtlijn Conclusie niveau 2 Social
- Page 63 and 64: Richtlijn Conclusie niveau 1 Social
- Page 65 and 66: Hypochondrie Conclusie niveau 3 Beh
- Page 67 and 68: Conclusie niveau 1 De benzodiazepin
- Page 69 and 70: Conclusie niveau 3 Buspiron blijft
- Page 71 and 72: 19 Terugvalpreventie Om de kansen o
- Page 73 and 74: Richtlijn Conclusie niveau 4 Algeme
- Page 75 and 76: 74 Landelijk Basisprogramma Angstst
- Page 77 and 78: Kwaliteit van de hulpverleners Onde
- Page 79 and 80: ■ afstemming van de planning en c
- Page 81 and 82: ledenorganisaties bij de formulerin
- Page 83 and 84: 82 Landelijk Basisprogramma Angstst
- Page 85 and 86: Hieronder staan een voorbeeld van h
- Page 87 and 88: Stap 1 Het ontwikkelen van een voor
Levensgebeurtenissen<br />
■ Een belangrijke levensgebeurtenis, vooral de constatering van een ernstige ziekte bij een verwant.<br />
■ Hypochondrische patiënten herinneren zich meer trauma’s uit hun kindertijd (seksuele trauma’s, geslagen<br />
worden en ruzie tussen ouders) (6).<br />
C Regionaal bepaalde aspecten<br />
Wie biedt <strong>GGZ</strong> preventie aan?<br />
Er zijn verschillende instellingen actief bij <strong>GGZ</strong> preventie.<br />
■ Vanuit de regionale (ambulante) <strong>GGZ</strong>-instellingen worden diverse preventie-activiteiten aangeboden.<br />
In de meeste instellingen is een aparte afdeling preventie aanwezig, die zowel samenwerkt met de<br />
curatieve afdelingen als met andere organisaties. De activiteiten betreffen met name de selectieve,<br />
geïndiceerde en zorggerichte preventie.<br />
■ Voor de GGD-en liggen er taken op het terrein van de collectieve preventie en daarmee ook bij de<br />
preventie van psychische problemen. In de praktijk worden deze activiteiten echter vooral gericht op<br />
jongeren en ouderen en minder op volwassenen.<br />
■ Het Algemeen Maatschappelijk Werk heeft een taak in de <strong>GGZ</strong>-preventie en biedt onder andere groepsactiviteiten<br />
aan. Het AMW is een laagdrempelige voorziening waar mensen zonder verwijzing en zonder<br />
kosten terecht kunnen. Veel cliënten (ongeveer 60%) van het AMW komen, volgens de <strong>richtlijnen</strong><br />
depressie en angst, echter via de huisarts. Vaak kampen zij met een combinatie van praktische en<br />
psychische of sociale problemen.<br />
■ De <strong>Landelijk</strong>e Steunfunctie Preventie (LSP), ondergebracht bij het Trimbos-instituut, heeft een helpdesk<br />
voor het ondersteunen van preventiefunctionarissen en beleidsmakers en ondersteunt onder andere<br />
platforms voor preventiewerkers, die werkzaam zijn op het terrein van angststoornissen en depressie.<br />
Interventie mogelijkheden voor angststoornissen<br />
Vanuit de <strong>Landelijk</strong>e Steunfunctie Preventie heeft de <strong>Landelijk</strong>e werkgroep Preventie van <strong>Angststoornissen</strong><br />
geïnventariseerd wat het aanbod van preventieve interventies is. Zij constateerden een groeiend aanbod voor<br />
mensen met angstklachten. Steeds vaker ook worden preventieve interventies op effectiviteit onderzocht. (30)<br />
Interventies gericht op het beïnvloeden van de risicofactoren en beschermende factoren voor angststoornissen<br />
kunnen zoals gezegd op vier niveaus uitgevoerd worden:<br />
■ Universele preventie<br />
■ Selectieve preventie.<br />
■ Geïndiceerde preventie<br />
■ Zorggerichte preventie<br />
Bij de activiteiten zijn verschillende doelgroepen te onderscheiden:<br />
■ personen die zelf (een verhoogd) risico lopen angstklachten of een angststoornis te ontwikkelen<br />
(de einddoelgroep);<br />
■ intermediaire doelgroepen: personen die vanwege hun werkzaamheden te maken hebben met mensen met<br />
angstklachten of een verhoogd risico daarop, zoals huisartsen, medewerkers in de thuiszorg, algemeen<br />
maatschappelijk werkers, bedrijfsartsen, studentendecanen;<br />
■ mantelzorgers: familieleden en andere belangrijke personen in de directe omgeving van de cliënt.<br />
Interventies op het niveau van universele en selectieve preventie<br />
Uit de risicofactoren die hierboven beschreven staan, blijkt dat er maar weinig specifieke factoren aan te<br />
wijzen zijn die het risico op het ontwikkelen van een (specifieke) angststoornis. De interventies die<br />
preventief ingezet kunnen worden zijn daardoor vooral algemeen van aard.<br />
<strong>Landelijk</strong> <strong>Basisprogramma</strong> <strong>Angststoornissen</strong> 37